L S C n O v e rn e m in g van artikelen enz. zond er toestem 14-DAAGS TIJDSCHRIFT, m in g van de uitgevers :s verboden J a a r - a b o n n e m e n f ( b ij v o o r u i t b e t a l i n g ) F 3 0 , - , b u it e n N e d e r l a n d f 5 0 , - , lo s s e n u m m e r s f 2 , - , van o u d e ja a rg a n g e n f2 ,5 0 T e le x 25 4 5 0 0 * , P ie t e r de « e n G EW IJD AAN w e r f SC H E EP SB O U W , SCH EEPVA ART 17 MEI 1968 EN JAARGANG NO 10 HAVEN BELANG EN ORGAAN V A N : N ED ER LA N D SE V E R E N IG IN G V A N T E C H N IC I O P SC H EE P V A A R T G E B IE D - C E N T R A L E B O N D V A N SC H EE P S BOUW MEESTERS IN N E D E R L A N D - IN S T IT U U T V O O R SC H EE PV A A R T EN L U C H T V A A R T - N E D E R L A N D S C H SC H E E P S B O U W K U N D IG P R O EF ST A T IO N U IT G EV ER S W Y T - RO TT ERD A M 6 T e l. i p VIJFENDERTIGSTE H oochw eg 111, 2 1 4 0 8 , P o s t r e k e n in g 5 8 4 5 8 REDACTIE: ir. J. N. Jousira, prof. ir. J. H. Krietemeijer, prof. dr. ir. W. P. A. van Lammeren RED AC TIE-A D RES: Burg. s’Jacobplein 10, Rotterdam-2, Telefoon 12 60 30 en J. G. F. W arris GRO TERE SCHEPEN VAN GLA SV EZELVERSTERKTE KUNSTSTOFFEN T ECH N O LO G ISC H E, O R G A N IS A T O R IS C H E door EN BEDRIJFSKUNDIGE PROBLEMEN Prof. Ir. J. H. KRIETEM EIJER Voordracht gehouden op 7 juni 1 9 6 7 tijdens de zom ervergadering van de S ch iff bautechnische G esellschaft te Rotterdam 1. Inleidende beschouwing 1.1. D e periode tot omstreeks 1900 E en van de oudste verhalen over de bouw van een schip vindt m en opgete kend in de Bijbel in het eerste boek van Mozes, hoofdstuk 6, de verzen, 14-16. D aar w ordt een bouwbeschrijving ver m eld w aarin de goddelijke opdrachtgever de hoofdafm etingen en de toe te passen m aterialen duidelijk aangeeft. V oor de rom pconstructie moet „gopher” h out worden gebruikt. In Ne derlandse en Engelse vertalingen is het oorspronkelijke woord „gopher” onver taald gebleven. H e t kom t in de Bijbel slechts éénm aal voor en is daarom een z.g. „h ap ax ” . In h et Duits is het woord vertaald door „T annenholz” . N adien is hout eeuwenlang de bouw stof voor scheepsrom pen gebleven en de constructies zijn vanuit de oorspronkelijk m onolitische structuur van de uitgeholde boom stam gegroeid to t tam elijk grote schepen van een samengestelde bouw wijze. D e bew erking van het hout voor de scheepsbouw is tamelijk eenvoudig en vereist geen gecompliceerde en zware werktuigen. Zij leent zich bij uitstek voor handarbeid. De voortstuwing geschiedde door handkracht of w indkracht en dit laatste vroeg om goede bom en voor de m asten en een stevige constructie in het dek en de zijden van de scheepsrom p om de winddruk via de zeilen, ra’s, m asten en w ant over te brengen op de romp. N aar onze huidige begrippen zijn de houten schepen to t in de 19e eeuw van geringe afmetingen gebleven. H et grootste houten zeilschip h ad een lengte die in de orde van grootte ligt van onze tegen woordige kustvaartuigen. D oor de zw are houten verbanddelen gaat veel stuw ruim te verloren. D oor de aard van het m ateriaal zijn grote laadhoofdopeningen niet mogelijk. D e 19e eeuw geeft een aantal tech nische ontwikkelingen te zien die een zeer belangrijke invloed hebben op het scheepsontwerp. Ten eerste de overgang van hout op ijzer en staal als bouwm ateriaal voor de scheepsrom pen. T en tweede de toepassing van de stoom m achine voor de aandrijving van de voortstuw ers zoals raderen en later schroeven. Deze ontwikkelingen brachten enkele belangrijke veranderingen t.a.v. het ont werp van het schip, die in de volgende punten kunnen worden samengevat: a. D e scheepsrom pen konden veel gro ter worden. b. De verbanddelen kregen relatief ge ringere afmetingen en de netto laad ruim ten in het schip werden groter. c. D e laadhoofden worden beter toegan kelijk door h et wegvallen van de takelage. d. D oor de bijzondere sterkte-eigenschappen van het staal kon een beter top-zij verband worden verkregen, w aardoor grotere laadhoofden moge lijk werden. e. D e krachtsoverbrenging van de voort stuwing verlegde zich naar een geheel ander, veel lager gelegen punt van de scheepsrom p, die daardoor een m eer gecompliceerd achterschip onder wa ter kreeg. N a de tientallen eeuwen durende pe riode van houten scheepsbouw m et ge ringe technische ontwikkeling, kom t nu een snelle overgang van hout als constructiem ateriaal n aar ijzer en staal die zich in enkele tientallen ja re n voltrekt. Opvallend is daarbij h e t faseverschil in de ontwikkeling in de U .S.A . en GrootBrittannië; in dit laatste lan d voltrok zich de overgang 30 a 4 0 jaren eerder. De overgang van zeilschip naar stoom schip of m otorschip voltrok zich in een tijdspanne van rond een eeuw. In verband m et het onderw erp is het van belang om op te m erken d at de toepassing van h o u t als bouwstof thans nog slechts voorkom t bij kleine schepen, zoals jachten en visserij-vaartuigen. Voorts bij m ijnenvegers in verband met de a-magnetische eigenschappen van hout. Dikwijls w ordt een com positbouw toege past m et houten huid op aluminium spanten. Het zeil als voortstuwingsm iddel vindt men nog alleen bij jachten en enke le visserij-vaartuigen. 1.2. De technische vooruitgang na 1900 In de periode n a de eeuwwisseling zijn er enkele ontwikkelingen in de techniek die een stempel drukken op het scheeps ontwerp en op de scheepsbouw. Binnen het raam van dit onderw erp zijn daarvan te noemen: a. De voortgang van onderzoekingen op het gebied van w eerstand en voort stuwing. b. De ontwikkeling van de dieselmotor naast het zuiger- en turbine-stoomwerktuig. c. De invoering van het elektrisch lassen als verbindingstechniek, in plaats van klinken. d. De opkomst van het schip voor vloei bare en droge lading in bulk en de snelle groei van deze schepen na 1950. e. In belangrijke mate neemt de lucht vaart het passagiersvervoer over, waardoor de aanvankelijke ontwikke ling naar zeer grote passagierssche pen na de 50’er jaren tot stilstand komt. De bouw van zeer grote stalen schepen wordt daardoor nu geheel verlegd naar de bouw van tankers en bulkcarriers. f. Ontwikkelingen in de zeevisserij. 1.3. De bewerking van het staal De materiaal afmetingen voor de zeer grote schepen werden steeds groter. Toepassing van staalsoorten met hoge trekvastheid bij goede laseigenschappen vindt meer en meer ingang om tot een lichtere constructie van de scheepsrompen te komen. H et is duidelijk dat men voor de bewerking en vormgeving van grote scheepsplaten met afmetingen van 14 m lengte X 3,60 m breedte X 38 mm dikte en een gewicht van 16 ton niet meer van eenvoudige werktuigen gebruik kan ma ken. De materiaalbewerking en assemblage vragen thans zware en imponerende werk tuigen en hefwerktuigen. Ook stelt de assemblage van zeer zware stukken hoge eisen aan de maatvoering en aan de uitrusting der werven. 1.4. Lichtere materialen E r is wel een streven om te komen tot toepassing van lichtere materialen. Ener zijds om het voordeel van de lichtere scheepsromp uit te buiten, anderzijds om de bewerking van deze lichtere materialen eenvoudiger te maken. Aluminium is in dit verband toegepast in de scheepsbouw, vooralsnog voor klei nere speciale vaartuigen of voor de boven bouwen van passagiersschepen. De hoge prijs van dit materiaal maakt algehele toepassing voor de bouw van grotere schepen nog niet mogelijk. Bij een soortelijk gewicht van ongeveer Ys van dat van staal weegt een alumi nium scheepsconstructie rond 50 % van een overeenkomstig sterke stalen con structie. 1.5. Kunststoffen N a de tweede wereldoorlog is een ontwikkeling gaande op het gebied van gewapende kunststoffen, waarvan nog niet valt te voorspellen welke invloed deze zal hebben op de scheepsbouw. Men moet echter bedenken dat deze ontwikkeling zich in feite pas een tiental jaren voor doet. Wel valt nu reeds op te m erken dat de overgang van staal op kunststof niet het beeld zal vertonen van de eerder geschet ste overgang van hout op staal in de jaren 1850-1890 in Groot-Brittannië. 2. De tegenwoordige stand van de G.V.P. (Glasvezelversterkte Polyester) in de scheepsbouw en indeling in een aantal klassen m et betrekking tot scheepstypen Glasvezelversterkte kunststoffen heb ben betrekking op onverzadigde polyesterharsen m et een wapening van glasve zels in bepaalde weefselvorm. De scheepsbouw is m et deze bij lage temperaturen hardende m aterialen begon nen in de tweede wereldoorlog, m et het gebruik van glasvezelversterkte polyester harsen in constructies voor de bescher ming van radaruitrusting in vliegtuigen en op schepen. Na de oorlog to t 1955 kwamen betere en goedkopere m aterialen in de handel en de gunstige economische factoren openden een ruim er toepassingsgebied met name door de tamelijk eenvoudige handarbeid bij seriefabricage van eenvou dige en kleinere scheepsvormen. De noodzakelijke polymerisatie van de onverzadigde polyesterharsen vindt plaats door menging van de beide oplossingscomponenten en m et behulp van kataly sators om een te snel verloop van de reac tie tegen te gaan. Anderzijds is voor een vervanging van warm tetoevoer een ver sneller nodig. In bepaalde gevallen zijn echter weer vertragers of stabiliserende stoffen nodig om de harsen beter houdbaar te doen zijn. Verder m aken kleurpigmenten als toeslag de voorbereiding niet eenvoudiger. Daarom brengen de vele fabrikanten van grondstoffen de mengsels en stoffen met uitvoerige gebruiksaanwijzingen in de handel. Na 1955 vond in de kleine scheeps bouw de z.g. „hand-lay up”-methode in de mal het meeste toepassing, m et name bij seriefabricage. Bij bouw in de mal ontstaat dan een zeer gladde buitenkant van de romp. De fabricage van de m al is het hoofd probleem en een belangrijke kostenfac tor, die zich pas lonend m aakt bij een seriegrootte van 5-10, afhankelijk van het scheepstype. Door de bijzondere eigenschappen van het materiaal, gering gewicht en een lage elasticiteitsmodulus en geringe eisen van onderhoud leent het zich zeer voor sche pen waarbij de langsscheepse buiging niet van grote invloed is, m aar wel een laag gewicht van belang is. De constructie kan uit een massief lam inaat bestaan of uit enige lagen m et een kern van schuimstof, honigraat, balsahout e.d. D it laatste is de z.g.n. sandwich-constructie, die zich bij grotere schepen het beste leent voor bouw op de mal. 2.1. Jachtbouw In de jachtbouw heeft dit m ateriaal een grote opgang gemaakt en naast hout of zelfs inplaats van hout vrijwel alge m ene economisch verantwoorde toepas sing gevonden. 2.2. Oorlogscheepsbouw Een tweede ontwikkeling is die bij de M arine, met name in de U.S.A. en E nge land, waar het geringe gewicht en vooral de a-magnetische eigenschappen de toe passing van G.V.P. interessant maken. Bovendien gaat het daarbij meestal om een bepaalde seriegrootte die het aantal van 5 gewoonlijk overtreft. V ele typen lenen zich nu reeds voor toepassing, zoals landingsvaartuigen, mijnenvegers e.d. M et name in deze sector is er dan ook sprake van produkt en produktieresearch op enige belangrijke schaal. De economie speelt hierbij evenwel een geringere rol dan bij de bouw van schepen voor com merciële doeleinden. D e bijzondere eisen van de M arine drukken een duidelijk stempel op het ont werp en op de ontwikkeling. Toch moet, evenals bij de vliegtuigindustrie en ook wel de scheepsbouwindustrie (gedacht w ordt aan de ontwikkeling van het elek trisch lassen in de scheepsbouw voor m a rineschepen in de 30-er jaren), het baan brekende werk dat door de M arine w ordt gedaan van groot belang worden geacht voor de bevordering van commerciële toepassingen. 2.3. Reddingboten E en derde sector, m eer in de lijn van de toepassing voor de koopvaardij, ligt bij de bouw van reddingboten. Op dit terrein zijn vooral eisen gesteld aan bran d veiligheid. 2.4. Visserij-scheepsbouw E en vierde sector w aar reeds G.V.P. wordt toegepast is de seriebouw van visserijschepen. H et zal daarbij echter in de eerste plaats moeten gaan om een dui delijke verlaging in prijs ten opzichte van de houten en stalen bouw, wil G .V .P. hier enige toekomst hebben. In al deze sectoren zijn de scheepsafmetingen nog beperkt. Een grootste lengte van ca. 26 m heeft de bouw in een m al uit een bakboord en stuurboord helft nog mogelijk gemaakt. H et bouwen van de mal vraagt grote zorgvuldigheid. H et bouwen van de rom p en het ver band daarin is nog een kostbare zaak door de vele manuren vergende hand-lay upmethode. D e aanvankelijke gedachte dat dit werk gedaan kan worden door een ongeschool de kracht met een „P ot en een kw ast” m oet w orden bestreden. Ook dit werk vraagt vakm anschap. De problem en van bouw tijd in verband m et het uitharden der lagen, dienen goed te w orden onder scheiden. D aar kom t bij d at de chemici niet stil zitten en steeds w eer andere m a terialen brengen m et de bijbehorende en vaak zich wijzigende gebruiksaanwijzin gen. D it vraagt van de technische leiders van de werven, d at zij de vinger aan de pols houden en h e t personeel voortdu rend in staat stellen zich bij te scholen. Eigenlijk wijst de bouw van G.V.P. b o ten aan, d at m en zich nog in een voortdurend experim enteel stadium be vindt. G edurende de laatste jaren zijn door enkele schrijvers tam elijk veel bijzonder heden over G.V.P. scheepsconstructies, de fabricage ervan en kosten vergelijkingen gepubliceerd. (1, 2, 3, 5, 6.) D aarop zal hier n iet verder w orden ingegaan. In een onlangs verschenen artikel van Spaulding en Silvia (14) w ordt een over zicht gegeven van de grootste to t dusver gebouw de G.V.P. schepen tot ongeveer 30 m lengte. T A N K S C H IF F E 1945 1955 1960 1966 1968 Entw urf 1966 Bau 1970? 3. Beschouw ingen over de technolo gische, organisatorische en economische m ogelijkheden voor de bouw van grotere zeeschepen van G.V.P. M en k an zich de vraag stellen of ex treem grote schepen in de toekom st uit G .V .P. zullen w orden gebouwd. O m zich een beeld te vorm en van de snelle groei van h et schip, w ordt hier h et voorbeeld van h et tankschip genomen. H et ontwerp en de bouw in staal voor zelfs de grootste schepen van dit type leveren in techno logisch opzicht geen bijzondere m oeilijk hed en op en zijn ook econom isch verant woord. Z e t m en het grootste thans bestaande G .V .P . schip tegen deze afm etingen uit zoals in figuur 1, d an is duidelijk, d at de weg n aar het grote G.V.P. tankschip nog een zeer lange zal zijn, zo h et doel al kan w orden bereikt. O o k als hierna gewag zal w orden ge m aak t v an een onderzoek n aa r een scheepsontw erp van een kustvaarttankschip van ca. 1000 ton dw zijn wij nog ver van het 500.000-tons schip af. T o ch w orden thans verschillende stu dies gem aakt van het grotere G.V.P. schip tot ca. 60 m lengte. E en aantal publikaties is in dit verband belangw ek kend. O p het gebied van de M arinebouw is door Spaulding en D ella R occa van de S.N .A .M .E . in 1965 een voordracht ge h o u d en over „Fiberglass-R einforced Plas tic M inesw eepers” (10). In deze voordracht w orden ontwerpcriteria en overwegingen gegeven voor een drietal M ijnenvegertypen, nl. 112 ft (34,2 m), inshore (M .S.I.), 145 ft (44,2 m), coastal (M .S.C.) en een 189 ft (57,7 m) offshore (M.S.O.). G R Ö S Z E R E GFK. S C H I F F E - G E B A U T u n d G E P L A N T !, i>i-------------1963 Lotsenversetzboot GEBAUT 1967 Küstentanker ENTW URF 1965 MS0 ENTW URF Figuur 1. Constructiedetails zijn gegeven en voor lopige grootspanten worden gepubliceerd. De voordelen van de G.V.P.-rom pen worden besproken, terwijl gewichts- en kostenvergelijkingen worden gemaakt. O ok w orden bouwwijzen besproken en aanbevolen. Wel m erken de schrijvers op, dat de ontwerpen zijn gebaseerd op een beperkt aantal analyses van aanwezige gegevens. Een van de interessante punten uit het betoog van deze schrijvers is de bespre king van de kostenfactor en de vergelij king m et die van de bouw in hout. H et gaat daarbij vooral om de invloed van de seriegrootte. H e t blijkt, dat tenm inste een serie van 5 schepen wordt verlangd om een gelijkwaardige serie houten sche pen te evenaren. A ls de diagrammen van Spaulding en D ella R occa worden uit gezet op basis van een serie van 5 houten schepen = 1 0 0 % , dan w ordt figuur 2 ver kregen. Zelfs bij m axim ale lonen w ordt het G.V.P. schip bij grotere series reeds goed koper dan het houten schip. V erbeterin gen in de fabricagem ethoden zullen de curven mogelijk in de toekom st lager doen komen. E chter kan m en voor hout of aluminium of staal ook nog tot meer rationele m ethoden komen. E r zal dus nog veel onderzoek en ervaring nodig zijn om tot scherpere calculaties te komen. In 1965 heeft R alp h J. D ella R occa te G öteborg voor de derde F A O Technical M eeting on Fishing B oats een voordracht gehouden over een 110 ft (33,6 m) G.V.P. Trawler (8). Hij vergelijkt daar, behalve met een ho u ten schip, eveneens m et een stalen schip. Hij m eent d a t de kostencurve voor een stalen en houten trawler van 110' elkaar n iet veel ontlo pen. H et „Single skin and fram es” schip ligt ca. 5 % hoger in kosten dan het stalen schip. Z o d ra in een bepaalde om standigheid zich een ongunstige staalprijs voordoet, kan de balans n aar het G .V .P. schip over slaan. H et schijnt dat de seriebouw van kotters van 74 ft (29,5 m) en 83 ft (25,32 m) in Zuid-A frika hierm ede is te ver klaren (lit. 12). De kostencurven, die D ella R occa hier geeft, zijn verw erkt in figuur 2. Intussen zijn de klassebureaus niet ach tergebleven. L loyd’s R egister of Shipping heeft thans regels voor de bouw van G.V.P. jachten (lit. 2) en voor G .V .P. vis sersschepen (lit. 6). T en aanzien v an de technologische, organisatorische en eco nomische m ogelijkheden voor de bouw % K O S T E N FÜR GFK S C H IF F S K Ö R P E R N A C H D I A G R A M M E N VON 170 SP AU LD IN G 160 TYP MSI 150 UND D E L L A R O C C A L Ä N G E m. 34,2 44,2 57,6 MSC MSO HO LZ —— ----------- ----- GFK M A S S IV 140 GFK. ----- 33,5m. T R A W L E R io o% = i 230.000 370.000 1.000.000 UND S P A N T E N HOLZ und S T A H L L ö h n e : H = H ö c h s te .M = M ittle re . N = N i e d r i g e 130 TRAW LER 33.5m, V E R B U N D B A U 120 110 T R A W L E R 33,5 m. M A S S I V 100 90 80 70 60 50 40 15 10 20 25 S E R IENGRÖSZE Figuur 2. van grotere schepen van G.V.P. tot 60 m lengte zijn een paar duidelijke aan bevelingen; schaal en zelfs de bouw van een proto type voor grotere series onmisbaar. 3.6. Bij de lagere, m iddelbare en ho 3.1 Seriebouw is nodig, waarbij aan gere beroepsopleiding m oet meer aan dacht worden geschonken aan vorming een serie van ten minste 5 ä 10 gelijke van specialisatie in de G .V .P. bouw van schepen w ordt gedacht. schepen. 3.2. De „hand-lay-up”-methode dient Op grond van enkele dezer overwe zo veel mogelijk te worden vervangen gingen heeft een Nederlandse Werkgroep door m echanische en eventueel automati voor de voorbereidingen voor het I.S.S.C.sche systemen, waarbij de spuitmethode een grote rol zal spelen. 3.3. De ontw erper/constructeur dient zich geheel los te m aken van een con ventionele benaderingswijze en geheel te denken in de fysische eigenschappen van het nieuwe materiaal. 3.4. De fabrikanten van hars en glas, dus de chemische industrie, zullen moeten streven naar het zoeken van betere en goedkopere grondstoffen, aangepast aan de eisen van de scheepsbouwindustrie. 3.5. D oor innige samenwerking tus sen leveranciers-bouwers-opdrachtgevers en overheid, dient in ruim e m ate de gele genheid te w orden gegeven om speurwerk te doen. Daarbij zijn proeven op grote congres in 1967 te Oslo als deel van h aar werk een onderzoek ter hand geno m en voor G.V.P.-constructies van een 1000 ton kustvaarttankschip, speciaal voor het vervoer van chemicaliën. E en van de belangrijkste aspecten daar bij bleek het vraagstuk van de fabricage m ethode te zijn. Duidelijk kwam naar voren, dat de hand-lay-up-m ethode zo veel mogelijk dient te w orden verlaten en aan een gemechaniseerde spuitm ethode en uitrolsysteem m oet w orden gedacht. V ooral de hoekverbindingen van vlak ken haaks op elkaar, zoals schotten aan huid, bodem , dek enz. vragen bij de hand-lay-up-m ethode veel m anuren. In de eerste plaats is op korte term ijn een voorlopig onderzoek gedaan om een hand-lay-up-hoekverbinding schot-huid (ca. 16 m m aan 14 mm) te onderzoeken in een door Lloyd’s Register voorgeschre ven (6) geëxtrapoleerde verbinding handlay-up m et een spuitmethode (zie fig. 3). Daarbij werden 3 keelhoogten onder zocht m et dezelfde m ateriaaldoorsnede als bij de laminaten. Trekproeven wijzen uit, dat de gespo ten verbinding van 10 tot 30 % beter is dan de hand-lay-up-m ethode. Buigproeven tonen aan, dat de zw aar ste keelhoogte zelfs tot 7 6 % beter is (zie tabel 1). De conclusie is, dat deze gespoten ver binding in elk geval die van de lam inaatverbinding kan vervangen. H et succes is van dien aard, d at voort gezette proeven ter hand zijn genomen. Daarbij zal de vormgeving van de proef stukken worden verbeterd. De proeven zullen omvatten: Verm oeiingsproeven bij wisselbelastingen en sprongbelastingen. De frequentie van de vermoeiingsbelasting zal zo laag worden gekozen, dat plaatselijke tem peratuursverhogingen door warm te-ontwikkeling niet kunnen ontstaan (N ~ 0,5 a 1 wisseling seconde). V oorts zullen m et behulp van proefstaven de mechanische eigenschappen van de gebruikte materialen w orden bepaald. De onderzoekingen zijn gedaan in het Laboratorium voor Scheepsconstructies T A B E L I. S p e z im e n s Typ A Spez. N £ B r u c h l a s t (k g ) S p e z im e n s Typ B Spez. N £ B r u c h la s t (k g ) S p e z im e n s Typ C Spez. N £ B r u c h la s t S p e z im e n s Typ D (k g ) Spez. N£ B ru c h l a s t 269 1 165 1 141 1 190 1 2 132 2 135 2 173 2 324 3 164 3 146 3 181 3 285 4 5 1 72 4 150 4 •2 0 0 4 275 1 6 6 .5 5 125 5 162 5 259 1 6 0 ,3 M it tle r e 100% 1393 8 7 % M i tt l e re 1 o L a m in a t : CO 6 m att. r ! j S p e z im e n B ru ch la s t (k g ) 1 Spr i t z l] ..jL- ---------- 1 86 0 1 2 920 3 4 5 980 8 r u ch la s t ( kg ) S p e z im e n N£ B ru ch la s t ( kg) 1150 2 1185 3 1 28 0 112 0 4 1360 4 132 0 1170 5 1 50 0 5 1340 1070 5 10703 110% , Zu g la s t S p ri tz 6 m att. ?L J S p e z im e n N£ B ru c h la s t (k g ) 1240 4 L -------M -------- i I 3 1010 Kehl M i t t le re 1270 3 1 3 1 % M it tle r e Lam. S p r i tz 126 0 3 130% 1Z u g la s t .1Z u g la s t ; 10m m Lam . uf K e h l :2 0 m m “1 r----- '—“ -------------------1 2 1010 1095 of Spri tz CO 1160 3 M it tle re Lam . K e h l:1 5 m m >—— 176% __J ^ i e g u n g s la s t 1 2 100% 282 3 1 09 0 L a m in a t : v Spri t z V i" j I 1 1Zug Ia s t Mi t tle r e J 3 ie g u n g s la s t 9 40 9703 113.5 % * Lam . K e h t:1 0 m m S p e z im e n N£ 1 M i 1 1 1e r c 181 3 B i e qu n qsla s t B ie g u n g s tast Sir °t— M it tle r e (k g ) S p ri tz Lam . Lam . K e h l :2 0 m m K e h l :1 5 m m °| ? - 1 . _v. J _ ........ -APP- van de O nderafdeling der Scheepsbouwkunde van de Technische Hogeschool D elft en in h et L aboratorium van het K unststoffeninstituut T.N .O . te Delft en in rap p o rt nr. 119 van eerstgenoem d la boratorium vastgelegd. 4. Kritische opm erkingen over de te genwoordige organisatie van de G .V .P .Scheepsbouw van nationaal en interna tionaal standpunt bezien ïn de meeste scheepsbouwlanden is de produktie van G .V .P. schepen in handen van kleine botenbouwers, enkele uitzon deringen bij de bouw van bijzondere vaar tuigen voor de m arine daargelaten. De kleine, elkaar vaak sterk beconcur rerende botenbouw ers dragen door gebrek aan financiële en technische hulpm idde len slechts in geringe m ate bij aan het ontwikkelingstem po. V ooral in de factor visserij-scheepsbouw zouden grote series kunnen worden aangenom en. N och op staal en hout, noch op G .V .P. gebied k an daar echter door de individuele w erven een grote prestatie w orden geleverd. Bundeling van inspan ning kom t voor zover bekend nauwelijks voor. M en volhardt veeleer in een elkaar beconcurreren in h et kleine, door beschei den vooruitgang in technische outillage of bouwm ethoden. Internationaal is er van sam enwerking in het geheel geen sprake en er kan wel licht eerder gesproken worden over een onbekendheid m et w at in andere landen precies gebeurt. D aar kom t bij, dat een duidelijk en wetenschappelijk verantw oord m arkton derzoek ontbreekt. H et gevolg van dit alles is, dat de even tuele afnem ers te weinig zien van de ont .... 40JL........ I 3 -J u L 400 ...... v , V wikkeling van schepen in een bouw stof waarvan zij het vertrouw en nog m oeten winnen en de voordelen er van leren in zien. Enigszins anders ligt dit bij de onder zoekingen op h e t gebied van de bouw van speciale m arineschepen. Zow el van A m erikaanse als Engelse zijde w ordt hier, voorlopig nog vooral achter de scherm en, gewerkt aan onderzoekingen van con structies en bouw m ethoden van grotere G.V.P. schepen. In dit voorjaar zijn enkele publikaties van Engelse zijde verschenen (11a) en (11b) betreffende de bouw van schepen van 1000 ton dw bij 60 m lengte. H et betreft hier een ontwikkeling bij Bristol A eroplane Plastics en John T hornycroft in verdere sam enw erking met Cammell L aird’s. M en past hier een gepa tenteerde w aterdichte cellulaire sandwich constructie toe bij een bouwm al die uit uitschuifbare secties is samengesteld. De nadere om schrijving van het arti kel: ,,Developm ents in the glass-reinforced plastics field aim ed at moving the m aterial from the boatbuilding to the shipbuilding sphere” , spreekt voor zichzelf. A lleen m oet erop worden gewezen, dat onder „Shipbuilding sphere” d an toch wel iets heel anders dient te w orden ver staan dan de „Conventionele scheepsbouw sfeer” der kleine werven. Deze zaak w ordt duidelijk gestim uleerd door de Britse Adm iraliteit. Zulks is in A m erika eveneens het geval bij de reeds genoemde studies voor m ij nenvegers. H et speurw erk blijft daarbij echter te veel in handen van de m arinedepartem enten, hoewel erkend m oet w or den, dat daardoor vaak grote vooruitgang valt te bereiken, zij het soms w at een zijdig. De particuliere scheepsbouw, en met nam e die van de kleine ondernem ers die elk voor zich toch een grote „lcnow how” hebben opgebouwd, blijft echter te weinig aan de ontwikkeling bijdragen. Daarm ede is ten slotte de basis gelegd voor een aantal opm erkingen in het volgende en laatste punt: 5. Voorstel voor maatregelen om tot een versnelling van de technologische ontw ikkeling in de G.V.P.-Scheepsbouw te kom en. E r zijn hier enige mogelijkheden. In de eerste plaats kan men denken aan een sam engaan van een aantal kleinere werven bij het verwerven van grote com merciële opdrachten, die m et name in de visserijsector zouden zijn te krijgen. Dit zou nog niet tot fusies behoeven te leiden, m aar wel tot een gezamenlijke „projectengineering, m arketing” enz. Daarbij zou een steun van overheids wege bijvoorbeeld in het kader van de hulp aan ontwikkelingslanden, w aar be hoefte aan uitbouw der visserijvloot be staat, mogelijk zijn. Deze gezamenlijke actie zou voorts kunnen worden gestimu leerd door bijdragen van de leveranciers van de benodigde grondstoffen. Dit zou in W est-Europa landelijk kunnen plaats vinden, hoewel de gedachte zich opdringt om tot een breder verband te komen, bijvoorbeeld in h et kader van de Euro pese gemeenschapsgedachte. Daarbij zou den wetenschappelijke instituten van on derzoek kunnen worden ingeschakeld. E en dergelijk initiatief zou geheel uit m oeten gaan van de G.V.P.-scheepsbou wers, waarbij dan belangrijke initiatieven ontplooid m oeten worden. V oor zover bekend is er van een duidelijk initiatief in dit opzicht geen sprake. E en andere mogelijkheid is dat vanuit de bestaande organen in de verschillende landen een overkoepelend internationaal orgaan w ordt gesticht, d at niet in de eerste plaats op commerciële leest is geschoeid. Onwillekeurig wil m en hierbij naar een vergelijking zoeken. Hoewel alle verge lijkingen in zeker opzicht m ank gaan, zou ik hier toch eens willen wijzen op het International Institute of Welding, dat ge boren werd uit de drang om tot geza menlijk bestuderen en bevorderen van technologische ontwikkelingen bij te dra gen. In de twintiger en dertiger jaren w erden in vele landen lasinstituten of verenigingen opgericht. In N ederland be stond zo’n vereniging uit leidende top figuren van staalverwerkende produktiebedrijven, ingenieurs en chemici van fa brikanten van lasbenodigdheden, maar ook de lassers, de pioniers uit die dagen, die zoveel hebben bijgedragen aan de ontwikkeling. N a de tweede wereldoorlog werd het I.I.W . gevorm d en dit instituut heeft met de verschillende werkgroepen, waarbij on derw erpen op het brede lasgebied werden bestudeerd en m en op congressen tot na- dere uitwisseling kwam, in zeer belang rijke mate bijgedragen en draagt nog bij tot het onderzoek van de problematiek op lastechnisch gebied. Iets dergelijks zou naar mijn mening ook op het gebied van G.V.P.-constructies moeten plaatsvinden en daarbij denk ik dan aan een belangrijke plaats voor de G.V.P.-Scheepsbouw. Een International Institute of Plastics, dat de verschillende instituten in de we reld zou overkoepelen, zou een belang rijke bijdrage kunnen betekenen aan de ontwikkeling. Men zou in bepaalde gevallen per natie een Plastics Society kunnen vormen, die lid wordt van het I.I.P. Z o ’n Society zou als leden kunnen hebben allen die op enigerlei wijze belang hebben bij de G.V.P.-verwerking. Een bijzondere groep zou de Scheepsbouw moeten behandelen. Op jaarlijkse internationale congressen zouden de werkgroepen de bevindingen moeten rapporteren en uitwisselen. Een International Plastics Tijdschrift, met een hoofdrubriek G.V.P.-Scheepsbouw, zou kunnen worden uitgegeven. Een docum entatiecentrum is voorts een van de zaken die k an w orden opgericht. Bij het I.I.W . is een merkwaardige ge zamenlijke en doelbewuste krachtsinspan ning ontwikkeld door leveranciers van lasbenodigdheden, scheepswerven, staal constructiebedrijven, afnemers (m arine, reders, petrochemische industrie), de staalfabrikanten en research-instituten, waarbij de concurrentiefactor toch b eh o u den kon blijven. D it „vertalende” in de huidige G .V .P.situatie zou die gezamenlijke inspanning op internationaal niveau m oeten w orden opgebracht door de grondstoffen leveren de chemische bedrijven, scheepsbouwers en andere G.V.P. verwerkende bedrijven, reders (m arine en particulier), ontw erp bureaus, research-instituten, enz. Wie neem t het initiatief? Referenties 1. Inspector’s Handbook for Plastic Boats and Small Craft. Navy Depart ment Bureau of Ships, February 1959. 2. Provisional Rules for the Construction of Reinforced Plastic Yachts. Lloyd's Register of Shipping, London 1961. 3. Does, J. Ch. de, u. H. J. Wimmers: Überlegungen bei Entwurf und Konstruktion von aus glasfaserverstärkten Kunststoffen hergestellten Schiffen. Jahrb. STG 56 (1962). 4. International Ship Structures Congress. Report of Committee 8c on Synthetic Materials, 20-24 July, 1964. 9. Verwey, D.: Comparison between Plastic and Conventional Boatbuild ing Materials. 3rd FAO Technical Meeting on Fishing Boats, Goteborg, 23-29 October, 1965. 10. Spaulding, K. B., and R. J. Della Rocca: Fibreglass-Reinforced Plastic Minesweepers, S.N.A.M.E. November 1965. 11a. Plastic Ships of up to 200 ft •—-A Design Study. The Motorship, M arch 1967, p. 562. lib . Siehe auch: Shipb. and Shipp. Record, January 26, 1967. 5. Wende, A.: Plaste im Bootsbau. Schiffbautechnik 15, 10/1965. 6. Provisional Rules for the Application of Glass Reinforced Plastics to Fishing Craft. Lloyd’s Register of Shipping, London 1965. 7. Mclnnes, A . and W. L. Hobbs: Glass Reinforced Plastic Boat Building. Report No. 43 of Papers at Meetings of Lloyd’s Register Staff Asso ciation, 1965. 8. Della Rocca, Ralph J.: A 110 ft Fibreglass-Reinforced Plastic Trawl er. 3rd FAO Technical Meeting on Fishing Boats, Göteborg, 23-29 October, 1965. TEWATERLATING PONTON DEKSCHUIT „SCHOUW EN” 12. Maritime Industries’ 74 ft and 83 ft Trawler Hulls in Series Production. Reinforced Plastics 11 (1966) No. 3, p. 84. 13. Krietemeijer, J. H.: Ontwikkelingen in de scbeepsbouw. Schip en W erf 1966. N r. 25, p. 695. 14. Spaulding, K. B. and P. A . Silvia: Design and Construction of Fibreglass Boats from 60 to 120 ft in Length. An International Survey. 22nd Annual Meeting of the Reinforced Plastics Division of the Society of the Plastics Industry Inc., 1967. Op 10 april 1968 is bij N.V. Scheepsbouw- en R ep aratie bedrijf Gebr. Sander te Delfzijl te w ater gelaten de pontondekschuit Schouwen gebouwd voor het Scheepvaart & D ekschuiten verhuurbedrijf „W alcheren” te Am sterdam . Direct n a de tew a terlating werd de kiel gelegd voor twee andere pontondekschuiten, eveneens in bestelling voor hetzelfde scheepvaartbedrijf. D e dekschuit Schouw en heeft als hoofdafmetingen 60 X 11,40 X 2,85 m, een totaal draagvermogen, van ca. 1500 ton. D oor wing-tank constructie toe te passen op dezelfde m anieren als bij landingsvaartuigen, beschikt de schuit over een form i dabele stabiliteit. De schuit is gebouwd onder klasse „V eritas” „G rand C abotage” m et een loadline certificaat van Scheepvaart Inspectie. Evenals de iets kleinere Mastgat die verleden jaar voor h et zelfde bedrijf gebouwd werd, is deze schuit dus wederom b e stemd voor transporten overzee, waarbij zowel gedacht w ordt aan de booreilanden voor de kust als aan transporten over zee van constructiedelen, kraanarm en, poten voor booreilanden etc. De Mastgat verdiende op dit gebied reeds zijn sporen. De afmetingen van de Schouwen zijn van dien aard, dat ook alle binnenlandse transporten er mee uitgevoerd kunnen worden. MODERN REKENEN EN ENIGE TOEPASSINGEN ERVAN IN DE SCHEEPSBOUW door Ir. P. A. V A N K A T W IJ K *) DEEL I H erziene tekst van voordrachten, gehouden tijdens het middagprogramma van de Onderafdeling der Scheepsbouw kunde in h e t ka d e r van het sym posium ,,Toepassing van R ekentechnieken”, ter gelegenheid van het 25e lustrum van de Technische Hogeschool te D e lft op vrijdag 13 januari 1967. Samenvatting Een beknopt overzicht van de gebieden in de scheepsbouw waar deze methoden toepassing vinden, wordt gegeven. H et ste lle n en oplossen van de problemen wordt besproken. De hierbij gebruikte wiskundige hulpmiddelen worden genoemd en zonodig toegelicht. De mogelijkheden die de digitale elektronische rekenm achine biedt voor het uitvoeren van veel voorkomende berekeningen w o rd en beschouwd. Tenslotte worden enige opmerkingen gem aakt m et betrekking tot het onderwijs. H et onderwerp van deze beschouwing is actueel, m aar het geniet bij velen uit de praktijk helaas nog te weinig bekendheid. W ellicht is een zekere drempelvrees voor het onbekende en nieuwe hiervan de oorzaak. In het navolgende w ordt ernaar gestreefd om iets van die drem pelvrees weg te nem en en een indruk te geven van de mogelijkhe den die het gebruik van een digitale elektronische rekenm achine in de praktijk k an bieden. E r w ordt vaak verondersteld dat deze machines alleen doel m atig gebruikt zouden kunnen w orden door m ensen die in de wiskunde bijzonder goed onderlegd zijn. A fgaande op de verschenen literatuur m oet deze indruk wel ontstaan, m aar meestal w ordt vergeten dat juist het oplossen van grote wiskundige problem en zeer geschikte stof oplevert voor publikaties; dit in tegenstelling tot de gewone m assa routineberekeningen. H et geschikt m aken van norm ale technische berekenin gen voor verwerking door de com puter eist wèl zorgvuldig en doordacht werk, m aar gewoonlijk geen bijzondere m athem atische kennis. V an de ingenieur die de mogelijkheden van de elektroni sche rekenm achine ten volle wil benutten m oet m en eisen dat hij beschikt over voldoende visie en wiskundige kennis om nieuwe op lossingen te vinden voor bestaande problemen. (De bewuste wis kundige kennis krijgt de Delftse ingenieur vrijwel volledig voor de propaedeuse). W anneer de berekeningen constructies betref fen m oet hij tevens beschikken over een grondige technische kennis en een goed constructief inzicht. H et spreekt vanzelf dat hij e n /o f zijn program m eur in staat m oeten zijn om te beoordelen w anneer het zinvol is om de machine bij het werk in te schakelen en dat hij desgewenst eenvoudige program m a’s zelf m oet kunnen opstellen. E r is dus eigenlijk niets dat een gebruik van de m achine bij het w erk van de ingenieur in de weg staat want het leren schrijven van program m a’s is voor hem niet noodzakelijk, om dat een scheepsbouwkundige H .T.S.-er dat voor hem doen kan, hoewel in het beginstadium een vertrouwd zijn m et het program m eren wen selijk geacht m oet worden. E en cursus in één van de technische program m eertalen zoals b.v. Algol vraagt ± 6 m iddagen en geen buitensporige inspanning. H et program m a is in feite een geor dende serie opdrachten die de m achine stap voor stap en tot in alle details voorschrijven hoe de berekening uitgevoerd m oet worden. Deze vèr doorgevoerde detaillering van het rekenpro ces is noodzakelijk om dat de m achine elk vermogen to t zelf standig kritisch oordelen over uitkom sten mist, m aar daar is het tenslotte een m achine voor. Op het program m a w ordt zo dadelijk nog teruggekomen. * Wetenschappelijk hoofdmedewerker bij het Laboratorium voor Scheepsconstructies van de Technische Hogeschool te Delft. W at nu de scheepsbouw betreft, er is geen tak v an deze wetenschap, theoretisch of toegepast, waar de m oderne re k e n methoden niet gebruikt worden of kunnen worden. De v o lgende, uiteraard onvolledige, opsomming moge ter verduidelijking die nen. De hulp van de elektronische rekenm achine kan g eb ru ik t worden: 1. in de hydrostatica voor de berekening van stabiliteit- en trimdiagrammen, carènediagrammen en lekberekeningen 2. in de hydrodynam ica voor het oplossen van w eerstan d s- en voortstuwingsproblemen en voor de bepaling van sch eep sbewegingen, w aaruit tevens de buigende m o m en ten o p de romp in zeegang verkregen worden en daarm ee teg elijk er tijd en aansluiting met het volgende punt: 3. op sterkte- en constructiegebied voor de berekening v a n m o menten, krachten en spanningen in het schip of in d e d elen van zijn. constructie, trillingsberekeningén 4. op ontwerpbureaus voor het m aken van ontw erpen, gewichtsberekeningen, kostprijsberekeningen en ex ploitatieprognoses 5. bij het produktieproces onder meer voor het opzuiveren van spantenramen, bepalen van de uitgeslagen vorm v an p laten , mechanisering en automatisering van de bedrijfsvoering, ad ministraties, enz. De vraagstukken die zich zullen voordoen bij het in sch ak elen van de rekenmachine op al deze gebieden hebben één p u n t ge meen: de oplossing van een probleem m oet een vorm h e b b e n die zich m et zo weinig mogelijk moeite laat p ro g ram m e ren en die tegelijkertijd voor een zo groot mogelijk aantal gevallen bruikbaar is. H ierin ligt ook de grote charm e van een p ro g ram m a, dat juist door zijn algemene karakter m et steeds w eer n ieuw e numerieke gegevens gebruikt kan worden; het is als h et w a re te vergelijken m et een m achine voor m assaproduktie. Bovendien kan zo’n programma ook gebruikt w o rd en d o o r ongeschoolde krachten, mits die geïnstrueerd zijn over de w ijze waarop de num erieke gegevens verstrekt m oeten worden, b.v. d o o r invullen van standaardformulieren. E en en ander in tegenstelling tot de werkwijze die bij het rekenen met een rekenlineaal o f tafelrekenmachine gevolgd wordt, want dan w ordt er gezocht n a a r methoden die per probleem het snelst en met een m in im u m aan rekenwerk, kans op fouten en tijdverlies tot een oplossing voeren. D at de gebruikte methode dan alleen op het beschouw de geval van toepassing is, speelt geen rol. Bij het ontwikkelen van een program m a is het dus noo d zak elijk om het probleem zó te stellen dat de oplossing voorziet in alle gevallen die kunnen voorkomen. A an de hand van het v o lgende voorbeeld zal dit toegelicht worden, (zie tig. 1.) R1 R2 R3 Figuur 1. Wanneer van deze constructie de buigende momenten- en dwarskrachtenverdeling bepaald moeten worden dan doen zich geen moeilijkheden voor, want op grond van (stilzwijgende) symmetrie-overwegingen kan meteen gesteld worden: M { = M a, R t = R :i en de hoekverdraaiing bij steunpunt 2 is nul. 1 — D usis M 1 = M a = M3 = 1 — ql2 en R t = 1 — R2= R 3 = ql en de rest is pure statica. H et probleem wordt al wat gecompliceerder wanneer steun punt 2 niet in het midden ligt, in dit geval zijn de drie over gangsmomenten al niet m eer direct te bepalen, m aar moeten ze opgelost worden uit een stelsel van drie lineaire, onafhanke lijke vergelijkingen. Zolang het traagheidsmoment I voor alle delen van de balk gelijk is, zal het oplossen van de onbekende momenten nog wel soepel verlopen en met betrekkelijk weinig rekenwerk en tijdverlies tot stand kunnen komen. Wanneer echter het aantal steunpunten toeneemt, het traag heidsmoment over de hele balklengte niet meer constant is èn de berekeningen vaak voorkomen, wordt het tijd om over een pro gramma te denken. H et probleem is nu algemeen geworden en luidt als volgt: „Hoe worden de overgangsmomenten berekend voor een door lopende balk op n steunpunten, die onderworpen is aan één of andere belasting” . Welnu, bij n steunpunten horen evenzoveel overgangsmomen ten en met behulp van de drie momentenstelling van Clapeyron kunnen er n lineaire onafhankelijke vergelijkingen opgesteld wor den, waaruit dan de overgangsmomenten te bepalen zijn. In zijn algemene vorm b.v. voor steunpunt i ziet zo’n vergelijking er uit als volgt (zie fig. 2): , 6E l i _ l + 6 £ ƒ ,_ ! 2M ih + 6E l i , M u l l{ 1 6 £ /; } of: ty, i- 1 ^ -j- Mi -j- +i iWj +i = C• (<Jj <))• Hier staan de onbekenden met hun bekende coëfficiënten in het linkerlid en de bekende term in het rechter. Deze bekende term is de som van de hoekverdraaiing ter weerszijden van het steun punt i als gevolg van de belasting q en van de relatieve zakking <5 van het steunpunt i. E r moet nu overwogen worden hoe algemeen de oplossing moet zijn. Zijn de zakkingen van de steunpunten ten opzichte van elkaar bekend of eenvoudig te berekenen en zo niet m ogen ze verwaar loosd worden? W at de belasting betreft, wat voor soorten kunnen er ver wacht worden en hoever strekken ze zich over d e balk uit? H ier door worden dus de grenzen van het toepassingsgebied voor het programma gesteld. Wanneer dat gebeurd is, m oet er gekeken w orden n aar de vorm van de vergelijking voor i = 1 en i = n e n daarm ee is dan meteen de kwestie van de randvoorw aarden aan d e orde gesteld. E r zijn daarvoor drie mogelijkheden en wel: inklem m ing, op legging of keuze van één van deze mogelijkheden p er geval en per balkeinde; het laatste biedt de meeste flexibiliteit en verdient daarom de voorkeur. H et berekenen van de bekende term en en h e t aanpassen van de le en nde vergelijking aan de randvoorw aarden w orden ge woon in het programma opgenomen; het stelsel vergelijkingen is dan gedefinieerd en kan opgelost worden. H et program m a met daarin het berekenen van de bekende term en en de coëfficiënten en het opstellen en oplossen van de vergelijkingen kan verder door een programmeur gem aakt worden. H et oplossen van n on bekenden uit evenveel lineaire onafhankelijke vergelijkingen kan op verschillende m anieren uitgevoerd w orden die allemaal vallen onder een hoofdstuk uit de wiskunde d at m et matrix algebra of matrix rekenen w ordt aangeduid. E r zal h ier n iet ver der op ingegaan worden om dat de rekencentra standaardpro gramma’s hebben voor dit soort oplossingen e n om dat de er varing heeft geleerd dat alleen al het verwijzen n aar hoofdstuk ken uit de wiskunde reacties oproept van „D at is aardig voor de theoreticus” of wat erger is: „D at was geen exam enstof en in de praktijk heb je geen tijd voor die dingen” . W at dat laatste betreft, zo er inderdaad in d e p raktijk geen tijd is of gemaakt kan w orden voor het bedrijven en toepassen van wiskunde in de techniek, dan zal de praktijk m oeten verande ren. Door buitenlandse werven is wel overtuigend aangetoond, dat het dimensioneren van constructies met behulp van vuist regels, rekenschuifjes en overgesimplificeerde berekeningen uit de tijd is, zelfs voor de in tradities gedrenkte scheepsbouw en zelfs binnen het kader van de voorschriften van de klassebureaus. Het benutten van de mogelijkheden van de elektro nische rekenmachine eist ook van de praktij k-ingenieur een op halen en aanvullen van de wiskundekennis, dit is onontkoom baar m aar allerminst onoverkomelijk. H et aanvullen van deze kennis is uiteraard slechts nodig voor zover dat dient om een geconstateerd tekort weg t e werken d an wel om de ingeneur in staat te stellen de wiskundige te verstaan. H et zullen immers hoofdzakelijk ingenieurs zijn die bij de op stelling van grote program m a’s door een rekencentrum de scha kel moeten vormen tussen het bedrijf en d a t rekencentrum . (Voor de kleine program m a’s m oeten zij en hu n staven zelf kun nen zorgen.) In dat geval is een vertrouwd zijn m et begrip pen als bijvoorbeeld polynomen, numeriek integreren en matrix rekenen noodzakelijk. D e nom enclatuur doet misschien wat vreemd aan, er zijn echter ook andere benam ingen; polynomen zijn veeltermen en bij het gebruiken van de trapezium regel of de Simpson regel worden in feite numerieke integratiem ethoden toe- gepast, terwijl een bijzondere verwantschap bestaat tussen m a trices en determ inanten. In het algemeen zullen h et hoofd stukken uit de num erieke analyse zijn w aaraan aandacht b e steed m oet worden, hierbij inbegrepen de m ethoden om de nauw keurigheid van een num erieke oplossing te beoordelen. Zoals gezegd zal de ontwikkeling van grote program m a’s voor eigen gebruik voorlopig nog wel uitbesteed w orden aan een re kencentrum , bijvoorbeeld dat in W ageningen. H ieronder vallen program m a’s voor h et ontwerpen, voor kostprijsberekeningen en exploitatieprognoses, stabiliteit-, trim - en lekberekeningen, enz. H et m aken van betrouw bare voorontw erpen w ordt hierdoor vereenvoudigd en versneld, bovendien is het uitvoerbaar om m eer d an een mogelijkheid te onderzoeken en dus om een aan tal ontw erpen aan te bieden. H e t archiefm ateriaal k an m et deze program m a’s geanalyseerd en actueel gem aakt en gehouden w or den. W ijzigingen van inzicht of van bepaalde factoren kunnen in de program m a’s verw erkt w orden en m et de aldus „gem oderni seerde” program m a’s k an het archiefm ateriaal snel opnieuw upto-date gebracht worden. D e kans op rekenfouten w ordt aan zienlijk kleiner w ant de rekenm achine kan geen last van zenuwen krijgen en zich vergissen. E en klasse apart vorm en de optim aliseringsprogram m a’s w aar over nog al eens m isvattingen heersen. O ptim aliseren kan om schreven w orden als het zoeken naar het gunstigste com prom is. N u is een schip één grote verzameling com prom issen en elke scheepsbouwkundige heeft zo zijn eigen ideeën over de invloed van elk der vele param eters die bij het tot stand kom en van die verzam eling een rol spelen. Deze ideeën kunnen aan het program m a m eegegeven w orden in de vorm van invloedscoëfficiënten en d aardoor is er in feite ook geen enkele kans op uniform iteit van de uitkom sten van een optimaliseringsproces. H et spreekt vanzelf dat deze program m a’s de m ogelijkheid m oeten bieden om aan sommige van de te berekenen groot heden beperkingen op te leggen in de vorm van m axim um en minimum w aarden die door praktische overwegingen gesteld k u n nen worden. De oplossingen die verkregen w orden met deze program m a’s zullen dichter bij de, denkbeeldige, ideale liggen n aarm ate de gebruiker van het program m a over m eer vak-ervaring beschikt. V oor een onervaren gebruiker is er nu de m ogelijkheid om er varing op te doen door, in de zin van Hieronym us v an A lphen, m et het program m a te „spelen” d.w.z. voor één bepaald geval de berekening uit te laten voeren m et systematisch variërende in vloedscoëfficiënten van de param eters. Uit een grondige analyse van de resultaten van dit „spel” kan evenveel geleerd w orden als anders u it jaren praktijk. Ditzelfde spel m et program m a’s w ordt ook door w etenschapsm ensen bedreven, die dan bovendien vaak de praktische beperkingen van de te berekenen grootheden achter wege zullen laten w aardoor de berekening onbelem m erd uitge voerd k an worden. D e resultaten zullen vaak „onpraktisch” zijn m aar w aardevol doordat hun analyse bijdraagt tot een vergro ting van constructief en algemeen inzicht. H et voorgaande geldt overigens ook voor een categorie p ro blem en die nu aan de orde komt. T o t nu toe is er vrijwel uitsluitend gesproken over grote rekenproblem en die zonder elektronische rekenm achine of hele m aal niet óf alleen ten koste van veel tijd en inspanning een malig opgelost konden worden. D e vraag kan nu gesteld w orden of de hulp van de rekenm achine zinvol is bij het technische reken werk van alle dag en het antw oord luidt bevestigend. V oor al die gevallen w aarin bepaalde berekeningen, ook hele eenvoudige, veelvuldig uitgevoerd m oeten w orden heeft het schrijven van een program m a zin. V andaar dat het wenselijk is d at een aantal van de m ensen die werkzaam zijn op een ont werp- of constructie-afdeling program m a’s kunnen schrijven in één van de gangbare technische program m eertalen. In het begin zullen ze misschien m eer program m eren dan nodig is, een groot bezw aar is dat niet want ze krijgen er niet alleen routine door, m aar ook begrip voor de m ogelijkheden en beperkingen van de rekenm achine. In de meeste gevallen zullen w erkm ethoden ge wijzigd of aangepast m oeten w orden vooral w aar het de syste m atiek en de volgorde van de handelingen betreft. E r zal met m eer overleg en vooruitzien gewerkt m oeten worden; overigens is dit niets nieuws w ant het kom t altijd voor daar w aar nieuwe hulpm iddelen bij een bedrijf ingevoerd worden. Z eer belangrijk is de bereidheid om deze veranderingen te aanvaarden en om aan het welslagen daarvan m ee te willen werken. H et voordeel van de autom atisering van technische routineberekeningen ligt vooral in het vinden van een. aantal numerieke oplossingen voor één probleem . Als voorbeeld h et volgende: B epaal de vorm van doorsnede uit plaat en profiel van een lange, doorlopende dekdrager tevens coaming w aarvan h et mi nim um w eerstandsm om ent voldoet aan de eis van een klassebureau. Z o n d er grote rekenm achine zal m et een samengesteld profiel dat redelijk aan het m inim um w eerstandsm om ent voldoet genoegen genom en w orden om dat er een ZO' m in mogelijk aan tal „probeersels” doorgerekend m oet worden. Bij gebruik van de eenvoudigste vorm van een berekeningsprogram m a voor dit pro bleem w ordt h et systeem van „trial and erro r” nog toegepast doordat voor een aantal system atisch gevarieerde doorsneden, de geom etrische eigenschappen in één keer berekend worden. Bij de uitvoer w ordt niet alleen het m inim um weerstandsm om ent opgevraagd, m aar ook het üraagheidsmoment, ligging neutrale as, oppervlak van doorsnede en eventueel de invloedsfactor van de dw arskracht op de doorbuiging. A l deze grootheden kunnen gem akkelijk in één m oeite door m eeberekend worden, voor zo ver ze toch al niet bepaald m oeten worden. H et program m a kan bovendien plooicriteria voor diepe plaatdragers bevatten. Uit de verkregen uitkom sten w ordt de gunstigste gekozen waarbij uiteraard vooral het gewicht (oppervlak van doorsnede) belang rijk is. E r kan ook een optim aliseringsprogram m a voor dit probleem geschreven w orden w aarbij gestreefd kan w orden naar minimum gewicht bij zo weinig mogelijk com ponenten van de opge bouwde doorsnede. Z o ’n program m a eist m eer tijd en vooral een m eer weten schappelijke instelling van de schrijver ervan of van zijn op drachtgever, m aar h et heeft ontegenzeglijk voordelen en het kan verder toch door iedereen gebruikt w orden die weet hoe hij de getallenlijsten m oet invullen. H et kan bovendien gebruikt wor den voor het berekenen van standaardseries van samengestelde liggers. E en vraagstuk dat zich ook goed leent voor behandeling door de rekenm achine is het bepalen van de juiste plaats van de stringers op een hoog water- of oliedicht schot in verband m et een zo gunstig mogelijke verdeling van de buigende m om enten over de hoogte van het schot. In eerste instantie kan de oplossing gevonden worden met het program m a van het voorbeeld van de balk op n steunpunten w anneer een serie van system atische gevarieerde ongesteunde lengten en zo nodig traagheidsm om enten, als invoergegevens verstrekt wordt. D e uitkom sten m oeten dan wel door de gebruiker van het program m a geanalyseerd w orden en verder verwerkt. Dit laatste is niet altijd wenselijk en het is logisch dat dan getracht w ordt om te zoeken n aar verder geautom atiseerde program m a’s dus meer de k an t van het optim aliseren op. M eer nog dan bij de grote optim aliseringsprogram m a’s moet er op gelet w orden dat de uitkom sten reëel zijn en er m oet reke ning m ee gehouden w orden d at het zonder m eer optimaliseren van afzonderlijke constructiedelen niet tot een optim um construc tie zal voeren. D e eerste eis w aaraan een constructiedeel moet voldoen is dat het qua dim ensionering in het geheel past en d aaruit vloeien u iteraard beperkingen voort. Dus constructiedelen m oeten geoptim aliseerd w orden binnen de beperkingen opgelegd door de om ringende verbanddelen en door de eisen van de klassebureaus, m aar zelfs dan blijft er nog voldoende ruimte over om tot een zo gunstig mogelijk resultaat te komen. Lang niet alle toepassingsm ogelijkheden van m oderne reken technieken in de scheepsbouw kunde zijn besproken, de oor zaak hiervan is een zeker specialisme van de auteur. D oor de grote technische en wetenschappelijke vooruitgang op elk ge bied (dus niet alléén wat betreft rekentechnieken) is aan grotere specialisatie niet meer te ontkomen, noch voor de praktijk, noch voor het wetenschappelijk werk en op den duur noch voor het universitaire onderwijs. Dit laatste is overigens schrijvers persoon lijke mening. Alvorens iets nader op het onderwijs wordt inge gaan, volgen eerst de belangrijkste conclusies uit het voorgaande. E r is dus gebleken dat: 1. H et gebruik van de elektronische rekenmachine als hulp middel voor de praktische scheepsbouw grote mogelijkheden biedt. 2. Zeer veel praktisch bruikbare programma’s geschreven kun nen worden zonder een buitengewone kennis van de wis kunde. 3. Problemen zo algemeen mogelijk gesteld moeten worden, ter wijl hun oplossingen m eer dan tot nu toe, met wetenschappe lijke middelen verkregen moeten worden. 4. Bestaande werkmethoden als gevolg van het gebruik maken van de rekenmachine aan dat gebruik zullen moeten wor den aangepast. 5. Sommige stafleden in staat moeten zijn om zelf program m a’s te schrijven ook al beschikt het bedrijf na verloop van tijd over programmeurs die een 5-jarige H.B.S.-b of een H.T.S.-opleiding hebben. E r is reeds gesproken over wat er verlangd mag worden van de ingenieur die de mogelijkheden wil benutten die de reken machine kan bieden en het is logisch dat de vraag gesteld wordt hoe of het zit m et de opleiding van de toekomstige ingenieur. Het in extenso beantwoorden van die vraag is niet mogelijk maar er zal, zij het met enige schroom, getracht worden een idee te geven van de genomen en nog te nemen maatregelen om het onderwijs m odern te houden. Het spreekt immers vanzelf dat het universitaire onderwijs de wetenschappelijke ontwikkelingen bij m oet houden en dat de opleiding van academici zoveel mo gelijk up-to-date moet zijn. Het waarmaken van deze vanzelf sprekendheid brengt echter zeer veel moeilijkheden met zich mee. De herziening en aanpassing van colleges en practica eist zeer veel werk, tijd en onderlinge inschikkelijkheid van het docenten corps, terwijl het scheppen van ruimte voor nieuwe vakken zo mogelijk nog meer inspanning vergt. Begrijpelijk is dan ook dat deze vernieuwingen niet één twee drie hun beslag krijgen temeer omdat de continuïteit van het onderwijs gehandhaafd moet blijven. Daarbij kom t dat de eerder genoemde ontwikkelingen nog zeer beweeglijk zijn en dat het daardoor allerminst vaststaat welke vakken b.v. nieuw ingevoerd zouden moeten worden en welke stof zij zullen moeten bestrijken. Een derde vertragende factor is dat al deze wijzigingen kosten m et zich m ee zullen brengen doordat extra medewerkers en docenten zullen moeten worden aangetrokken. In het volgende wordt alleen de doorwerking van rekentechnieken en dus niet van andere ontwikkelingen met betrekking tot b.v. hydrodynami ca, materialen, ladingsbehandeling, enz. op gebied van onder wijs beschouwd. De aanpassing en vernieuwing van het hoger on derwijs zal zich langs de lijnen der geleidelijkheid moeten vol trekken en voor wat de Technische Hogeschool betreft is daar mee reeds lang een begin gemaakt. De afdeling Algemene We tenschappen beschikt sinds een aantal jaren over een digitale elek tronische rekenmachine en een daarbij behorend instituut: de Wiskundige Dienst. De twee laatsten vormen samen een modern rekencentrum dat werkzaam is ten behoeve van de hele T.H. De service-verlening is voortreffelijk en bestrijkt vrijwel elk terrein waarop onderwijs en wetenschappelijk werk m et de rekenm achine in aanraking komen. E r worden cursussen in Algol gegeven, assistentie verleend bij program m eerm oeilijkheden, indien ge wenst of nodig, worden er speciale program m a’s geschreven voor individuele gebruikers, terwijl de standaardprogram m abibliotheek regelmatig aangevuld en gem oderniseerd wordt. O p de ponskamer w orden voor elke cliënt program m a’s en getalbanden geponst. V erder geeft de Dienst adviezen aan afdelingen en laboratoria w anneer het gaat om de aanschaf van eigen (kleine) computers of van autom atische m eetapparatuur die re gistreert op een ponsband die verder verwerkt m oet w orden door de rekenmachine TR 4. De eerste voorw aarde voor h et op hoog peil houden van h e t onderwijs is dus wel vervuld en als tweede voorw aarde kan ge steld worden dat de student (in de scheepsbouwkunde) de kennis moet kunnen verwerven die nodig is om m et vrucht gebruik te maken van de geboden faciliteiten. Die kennis kan allereerst o p gedaan worden op de colleges analyse en analytische m eetkunde in het eerste en tweede jaar. N u zou misschien verwacht w orden dat hierin onmiddellijk van wal gestoken w ordt m et num erieke methoden en een cursus in één van de gangbare program m eer talen om de studenten zo snel mogelijk vertrouw d te m aken m et het werken met de elektronische rekenm achine, m aar ook hier geldt dat haastige spoed zelden goed is. E r is wel een tendens om het accent bij de analyse w at te verleggen n aar de n um e rieke kant m aar de „klassieke” analyse zal blijven w ant daarm ee kunnen vele technische problem en opgelost w orden. Anderzijds is een zekere kennis van num erieke analyse onontbeerlijk. Im mers, wanneer voor een bepaald probleem een elegante oplos sing is gevonden in de vorm van een integraal dan m oet de in te gratie voor concrete gevallen ook uit te voeren zijn. Als dit wiskundig exact niet mogelijk of zeer bewerkelijk is dan ligt het voor de hand dat num erieke m ethoden te hulp ge roepen worden, zoals bijvoorbeeld de al eerder genoemde regel van Simpson. Er moet voor gew aakt worden de num erieke analyse te zien als een soort van tweederangs wiskunde, d it zou p erti nent onjuist zijn. H et is veeleer zo dat de analyse en de num erieke analyse elkaar als h et w are aanvullen. O pnam e van num erieke methoden in de colleges analyse voor de propaedeuse zou lei den tot een ongewenste verzwaring, tem eer om dat daarbij feite lijk ook een cursus in een gangbare program m eertaal gevoegd zou moeten worden. D e reden voor dit laatste is dat m et b e hulp van uitkomsten van eenvoudige, zelf geschreven, num erieke programma’s de collegestof zeer levend gem aakt k an worden. Er is nu een niet geheel bevredigende oplossing gevonden door in het derde studiejaar een college technisch rekenen op te n e men waarin num erieke m ethoden en Algol m et elem entaire re kenprocessen worden behandeld. E en grote en misschien zelfs toenemende m oeilijkheid bij de wiskunde-colleges is: hoe de stu denten duidelijk te m aken dat voor hen de wiskunde een h u lp wetenschap is die ze op alle m ogelijke technische terreinen m oeten kunnen hanteren. De nadruk ligt hier op /m /pwetenschap want voor de scheeps bouwkundige is de wiskundekennis middel en geen doel. E en vertrouwd zijn met dit m iddel is echter van groot belang en dat moet dan ook als basis voor de verdere opleiding gezien w or den. De wetenschappelijke ontwikkelingen in de scheepsbouwkunde bestrijken een groot gebied w aarvan rekentechnieken en com putergebruik slechts een onderdeel vormen. H et bespreken van de weerslag van die ontwikkelingen op de vakcolleges valt buiten het bestek van deze beschouwing. Wel moet nog opgem erkt w or den dat er wat betreft het werk op de tekenzaal bij de studenten een afnemende aarzeling is om de program m a’s die voor hen o n t wikkeld zijn, te gebruiken. Hier kan volstaan worden m et de opm erking d at de aarzeling om ze te gebruiken te wijten is geweest aan aanloopm oeilijkheden en aan een verkeerde planning van de werkzaam heden door de studenten. R E K E N T E C H N IS C H E T O E P A S S IN G E N BIJ H ET L A B O R A T O R IU M V O O R S C H E E P S C O N S T R U C T S E S door Ir. P. A. V A N K A T W IJ K *) D E E L 11 Sam envatting H et gebruik van de elektronische rekenm achine voor de verw erking van uit experim enteel onderzoek verkregen meetgegevens wordt besproken. H ierna volgt een korte beschouwing over de verschillende m ethoden waarm ee theoretische sterkteproblem en opgelost kunnen worden en over de m ogelijkheden die het gebruik van eenvoudige oplossingen kan bieden. W etenschappelijk onderzoek Zoals als eerder gezegd is, leent de elektronische rekenm achine zich uitstekend voor m assale verwerking van getallen, ook w anneer de betreffende berekeningen zeer simpel zijn. Bij het onderzoek aan w aterdichte schotten in het laboratorium w or den grote hoeveelheden w aarnem ingen geregistreerd door een snelle 200 punts autom atische rekm eter. D e m axim ale m eetsnelheid bedraagt 24 w aarnem ingen per seconde. D e gem eten w aarden w orden geregistreerd door een aan de rekm eter ge koppelde pons. P er meetcyclus v an twee dagen w orden zo 1000 getallen geregistreerd. In het algem een worden de gem eten rekken verkregen uit de eenvoudige formule: rek,» = meetwaarde,» — m eetw aarde0 w aarin de indices duiden op de belastingstoestand. V o o r de w aarnem ingen van de waterdichte schotten m oet nog gecorrigeerd w orden voor een eventueel verloop m et de tijd van de ingestelde nul-w aarden. Deze correctie is opgeno m en in het program m a waarm ee de rekken berekend worden. (De hierm ee verkregen tijdsbesparing op de rekberekening alleen be draagt 16 m anw eken per schot per belastingtype). H et in diagram m en uitzetten van de berekende rekken ge beu rt soms nog m et de hand, m aar ook dat zal binnenkort wel to t h et verleden behoren. De X -Y schrijver van de wiskundige dienst is voor h et uitzetten van de rekken nauw keurig genoeg en binnenkort zal het plot-program m a van het laboratorium vol ledig operationeel zijn. U it de diagram m en w orden de rekken bij bepaalde belastingen afgelezen en op een band geponst. De ban d verschaft de gegevens voor het program m a dat de spannin gen m oet berekenen die voor verdere bestudering nodig zijn nl. de oppervlakte-spanningen, de spanningen op hart plaat en de buigspanningscom ponenten. E en ander voorbeeld van de hulp die de rekenm achine bieden kan bij het verwerken van grote hoeveelheden getallen is het bepalen van het rekenkundig gem iddelde uit grote series w aar nem ingen. E en program m a hiervoor is geschreven ten behoeve van een onderzoek dat vorig jaar is uitgevoerd op een bulkcarrier tijdens een heen- en terugreis over de N oord-A tlantische Oceaan. De getallen kunnen in groepen van m axim aal 15.000 stuks verw erkt w orden en dit zou voor een rekenaar m et een telm a chine een m onnikenw erk zijn. V erder zijn er nog de program m a’s voor statistische verw erking van gegevens o.a. in verband m et het verzam elen van gegevens over het gedrag van — en de belasting op — een schip in zeegang. U it dit laatste zal een zeer be langrijk gebruik van de rekenm achine bij experim enteel sterkteonderzoek ontstaan. Im m ers, naarm ate steeds m eer statistische gegevens verzam eld w orden over de belasting w aaraan het schip in zeegang onderw orpen is kan m et toenem ende w aarschijnlijk heid gesteld worden welk gam m a van piekbelastingen een schip * W etenschappelijk hoofdmedewerker bij het Laboratorium voor Scheepsconstructies van de Technische Hogeschool te Delft. te verduren zal krijgen tijdens zijn bestaan. Proeven aan con structies op w are grootte of m et grote m odellen kunnen dan waar heidsgetrouw w orden uitgevoerd. D e belastingsfuncties wor den m et behulp van een com puter bepaald en op kaarten geponst, die een beproevingsm achine m oeten sturen, b.v. een laagfrequent belastingsapparaat.. Deze experim enten zullen voor vergroting van de kennis van low-cycle fatigue verschijnselen zeer belangrijk zijn. In het algem een geldt dat de experim enteel verkregen re sultaten als controle m oeten dienen voor de juistheid van ont wikkelde theoretische berekeningsm ethoden en het is bepaald on juist om te verw achten d a t experim enteel onderzoek overbodig zal w orden om dat straks toch alles te berekenen is. Zelfs wan neer „alles” te berekenen zou zijn, w at overigens te betwijfelen is, dan nog zal h et in bepaalde gevallen nodig zijn om de bere keningen te toetsen aan h et experim ent. Bovendien zullen zich altijd problem en voordoen waarbij het zinvoller is om experi m enteel onderzoek uit te voeren. Theoretische berekeningen O vergaande n a a r de bespreking van. enige theoretische sterkteberekeningsm ethoden m oet gesteld w orden dat deze hoofdzake lijk betrekking zullen hebben op profielbalken en verstijvingen van vlakke of gevouwen plaatvelden loodrecht op hun vlak be last. Dit soort constructies vorm t de hoofdbestanddelen waaruit een schip is opgebouwd. D e sterkteberekeningen die zonder com puterhulp aan deze grotendeels rechte of vlakke verbanddelen worden uitgevoerd, blijven to t de hoogst noodzakelijke gevallen beperkt. Z e zijn al leen uitvoerbaar nadat de constructie sterk geïdealiseerd en ver eenvoudigd is en dit geldt m et nam e voor de randvoorwaarden. Z o w ordt bijvoorbeeld een verstijfd plaatveld gereduceerd tot een verzam eling losse balken die aan hun einden ingeklemd of opgelegd zijn en die eventueel daar tussenin nog door zware dw arsdragers gesteund w orden, die als oneindig stijf beschouwd worden. D e berekening w ordt dan voor de zw aarst belaste balk (meestal de m iddelste) uit gevoerd. D e bezw aren die er aan deze werkwijze kleven w orden vooral veroorzaakt door de verregaan de vereenvoudiging van de randvoorw aarden die onder de gege ven om standigheden (handberekening) onvermijdelijk is. Het be schouwen van de zw are dw arsdragers als starre steunpunten is aanvaardbaar zolang de stijfheid ervan een orde groter is dan die van de andere verstijvingen. Tenslotte is het beschouwen van een integrale constructie als een verzam eling onafhanke lijke losse elem enten niet in alle gevallen toelaatbaar m et name in die gevallen waarbij geconcentreerde belastingen optreden. Bij de nu gebruikelijke berekeningen van b.v. verstijfde plaat velden w ordt de constructie vervangen gedacht door een ge lijkwaardige, die beter hanteerbaar is. Deze gelijkwaardige con structie kan op twee m anieren verkregen worden en wel door het plaatm ateriaal bij de verstijvingen te concentreren in de vorm van effectieve flenzen of door de verstijvingen als het ware uit te sm eren over de beplating. In het eerste geval is een balkenrooster ontstaan en in h et laatste, mits het aantal verstijvingen voldoende groot is, een soort plaat. Deze plaat kan, afhankelijk van de aard van de verstijvingen van de oorspronkelijke constructie, eigen schappen hebben die in twee onderling loodrechte richtingen ver schillen. De theorieën met betrekking tot deze platen zijn de orthotrope plaattheorieën die een sterk mathematische inslag heb ben. In de praktijk zijn ze moeilijk toe te passen, m aar voor bepaal de gevallen zijn er ontwerpdiagrammen mee bepaald, de bekend ste hiervan zijn wel die van Schade. De balkenroosters, als equi valente constructies voor verstijfde plaatvelden, lenen zich goed voor berekeningen gebaseerd op eenvoudige theoretische midde len. Als voorbeeld het volgende probleem waarbij de construc tie zeer sterk vereenvoudigd wordt omwille van de duidelijkheid. Een schip vervoert op een (tussen)dek, inclusief het verzon ken luikhoofd, een lading die als homogeen beschouwd mag worden. Gevraagd wordt de spanningen te berekenen in de langs- en dwarsdragers (figuur 3). K nooppunt (1): zakking dwarsdrager: R .d f (ƒ</)i = j 2d — 2>di d GEI,, zakking langsdrager: R if (f,) i ql4 II 24 EI, l4 I 2 l — 3 li 6EIt 2l f k8 De zakking f, is dus verkregen door superpositie van de zakking van een gelijkmatig belaste balk en die van een balk belast door de krachten R. Nu geldt f d = ff waaruit na rangschikken volgt: R r df 1 21— 3/j \ ' ( 2 d — 3dt [ 6 E ld K + d ql4 24 Elf 6Elf 1 21f II l4 + 1 jj — II) p ) of als C.JI de coëfficiënt van R voorstelt en C„ die van q: C„ Cq . q E,u ■R Figuur 3. Voor dit voorbeeld wordt aangenomen dat de langsverbanddelen de belasting opnemen en dat ze gesteund worden door de dwarsdragers en door de schotten aan de einden van het ruim; dan ziet de te berekenen constructie eruit zoals in figuur 4 is aangegeven. waaruit: R 'dl De belasting op de balken is nu bekend en de buigende m om en ten, dwarskrachten en spanningen in de diverse doorsneden kun nen op de gebruikelijke m anier bepaald worden. Bij meerdere knooppunten zal de rekenmachine te hulp geroe pen worden voor het num eriek oplossen van de knooppuntsvergelijkingen en dan heeft het zin om eerst de basisuitdrukkingen af te leiden om daarmede de knooppuntsvergelijkingen op te stellen in hun algemene vorm. Voorbeeld: Afleiding van de algemene uitdrukking voor de zakking van het punt i van een balk m et n knooppunten. De vergelijking van de elastische lijn van de balk uit figuur 6 luidt: y = R ( c 1 x3 + c2 x2 -f c;J x - f c4) (i) w aarin de coëfficiënten c als volgt gedefinieerd zijn: ci — {(n — 1) f* + 3Z£2 — 2£3} c, c, = (3/Ö — 6Pfü + 3 (1 — a) lp } c, c3 = {3oPf*} c, Bij de oplossing van dit soort problemen worden de bal ken van het rooster in hun geheel en los van elkaar beschouwd, op voorwaarde natuurlijk dat ze op de knooppunten aan elkaar passen. Wringing wordt hier in dit voorbeeld verwaarloosd, dus de balken beïnvloeden elkaar op de knooppunten alleen in verticale zin door (onbekende) krachten R. De belastingstoestand voor de langs- en dwarsdragers blijkt uit figuur 5. De constructie is tweezijdig symmetrisch en het is dan ook voldoende om voor één knooppunt de onbekende R te bepalen en dat gaat in dit geval heel eenvoudig. c4 = {— aPis) c, 1 , a = 0 voor 0 <2x ^ | 6 E li4 a = 1 voor £ < x < / R i U R * i l, H---------- — X 1 ' . © ....... H R l; 1, R --------- H ,.di ___ © dl d ; ld i . D e zakking van een punt i op een afstand x ; van de oorsprong, als gevolg van een k racht R j op een afstand £ van de oorsprong w ordt afgeleid u it de algemene vergelijking (1) door substitutie van de geïndiceerde grootheden. m enten- en dw arskrachtenverdeling volgen daarna uit de bekende relaties: d-y M EI dx- EI tPy dxA y (R )ii = R i (Pi)*? + c-2ix r + cv x i + c4j) D e zakking van datzelfde punt ten gevolge van m eerdere krach ten R op de balk wordt: y ( R ) i- V o o r de balken u it figuur 7 zijn de krachten R de knooppuntsreacties (de gelijkmatige belasting q k op de langsbalken k is niet getekend) en voor h et knooppunt van de langsdrager k m et de dw arsdrager i geldt: (y/i)i — (y )k (2) H ierin is: (y *)i = y (R h i + y hkh. en (yhc = y (R )ir D e term y (q,X: w ordt verkregen uit de algemene vergelijking van de elastische lijn van een gelijkmatig belaste, aan beide einden ingeklem de ligger. De vergelijking luidt als volgt: 2 x!< y (Qk) 24 E l k P + — ) (zie fig. 8) L l„ - X Figuur 8. H e t rooster in het voorbeeld heeft 18 knooppunten en uit de vergelijking (2) ontstaan 18 lineaire vergelijkingen m et 18 onbe kenden. De constructie is echter symmetrisch en er zijn m aar 6 knooppuntsvergelijkingen onafhankelijk (knooppunten 1 t / m 6 in figuur 7). M et deze gegevens kan een program m eur het program m a voor het berekenen van de onbekenden R opzetten. D e m o- A ls de belasting op de balken van een rooster bestaat uit vele en regelm atig verdeelde puntlasten (transport van auto’s of con tainers b.v.) dan verdient het aanbeveling om de puntlasten te vervangen door een gelijkwaardige continue belasting. Zijn bij voorbeeld de krachten K allem aal even groot en is hun onderlin ge afstand 5 dan w ordt de gelijkwaardige belasting q = K /s. De gedachte die hier achter zit is dezelfde als bij het bena deren van een gebroken of discontinue lijn door een gebogen continue lijn. D e eerste is m athem atisch als continue functie niet te definiëren, voor de tw eede m oet dan een continue en differenti eerbare functie gevonden w orden. In het om gekeerde geval wordt een continue m aar m oeilijk definieerbare functie vervangen door een gebroken lijn, bijvoorbeeld een waterlijn w aarvan h et opper vlak bepaald m oet w orden; dat gebeurt m et de Simpson regel (num erieke integratie). L et wel, een gebroken lijn hoeft niet uit stukjes rechte lijn te bestaan. De algem ene oplossingen voor technisch constructieve pro blem en hoeven niet zo ingewikkeld te zijn, vooral om dat het bij deze kwesties hoofdzakelijk gaat om m axim a van b.v. buigende m om enten of spanningen. Om dit te illustreren kan een verti caal verstijfd plaatveld beschouw d worden, b.v. een waterdicht schot m et één of m eer horizontale stringers. H oe zou zo’n con structie aangepakt m oeten worden om b.v. de buigende m om enten verdeling over de hoogte te berekenen? H et spreekt vanzelf dat er vereenvoudigd m oet worden. Als de stringers veel stijver zijn dan de stijlen en dat is altijd wel het geval, dan kunnen ze als starre steunpunten beschouw d w orden; dit is trouwens bevestigd door experim enten in het L aboratorium voor Scheepsconstructies. N u kom t de vraag of de stijlen als een verzameling losse balken beschouw d m ogen worden, m.a.w. of ze alle evenveel of bijna evenveel doorbuigen. Dit dan nog afgezien van het feit dat de vereenvoudiging wel gedaan m oét worden om dat de berekening eenvoudig m oet blijven. Z olang de gelijkmatig ver deelde belasting binnen het elastische gebied blijft, werkt de schotbeplating niet als m em braan en w ordt de vervorming van het schot hoofdzakelijk bepaald door die van de stijlen. D an kan gesteld w orden d a t het toelaatbaar is om de stijlen voorzien van een effectieve plaatbreedte als afzonderlijke balken te be schouwen. H et spreekt wel vanzelf dat de zones langs de randen, evenwijdig aan de stijlen, buiten de benadering vallen. Blijft nu nog over het probleem van de randvoorw aarden. Daarvoor m oet allereerst gekeken w orden naar de om ringende constructie van de einden en n aar de wijze w aarop de einden m et die constructie verbonden zijn of worden. E en stijl die op een middenzaathout staat kan als ingeklemd beschouwd worden, een vouwprofiel d at gewoon aan de dekbeplating gelast is kan als op gelegd gerekend w orden. Als de stijl onder en boven aan langsspanten verbonden is, kan geen directe uitspraak over de rand voorw aarden gedaan w orden, m aar dat hoeft ook niet. De langsspanten k u n n en in de berekening m eegenom en worden en daardoor verplaatsen de randvoorw aarden naar een p unt waar oplegging of inklem m ing beter benaderd worden, of w aar de in vloed van een fout in de benadering van de randvoorw aarden snel uitdem pt in de constructie. In het algem een kom en de eindpunten van de „uitgebreide” constructie terech t op zw are dw arsverbanddelen e n /o f in symm etrievlakken en de te berekenen equivalente staafconstructie kan er zó uitzien (figuur 9). De overgangsm om enten kunnen bepaald w orden m et behulp van de eerder genoem de drie m om entenstelling en de evenwichtsvoorw aarden voor de twee punten w aar drie staven bij elkaar komen. H et stelsel vergelijkingen w ordt dan met m atrixrekening opge lost. T T T I h equivalente —\ constructie t j . Figuur 9. Figuur 10. Voor een stijl van een vlak schot van de beproevingstank voor waterdichte schotten van het Laboratorium voor Scheepsconstructies ziet de staafconstructie er uit als in de volgende figuur gegeven is. Van dit portaal kunnen de hoekpunten niet verplaat sen en de berekening betreft alleen (zoals reeds gezegd) de buigen de momenten bij de knooppunten. In dit geval mag de construc tie vervangen worden door een equivalente die er als volgt uit ziet: (figuur 10) De berekening verloopt als in het vorige geval, behalve dat de steunpuntsvergelijkingen op zichzelf voldoende zijn voor de oplossing. Eventuele knieverbindingen aan de einden van de stijlen kunnen afhankelijk van hun uitvoering wèl of niet in rekening gebracht worden. Dit in rekening brengen kan gebeuren door voor het betref fende staafelement de ongesteunde lengte te reduceren. Het beschikken over een programma en rekenmachine m aakt het mogelijk om verschillende reducties in te voeren en hun effect te bestuderen aan de hand van de verkregen uitkomsten. Met enig constructief inzicht en redeneren is dan te bepalen welke reductie de meest waarschijnlijke en dus juiste is. Verder zijn nu meer stijlen uit een schot te berekenen, d.w.z. zowel de stijl boven een midden- of zijzaathout als die boven een langsspant kan nader beschouwd worden en dit voert tot een betere kennis van de plaats waar de maximum buigende momenten optreden en van hun grootte. Het laboratorium beschikt over een programma dat het boven geschetste probleem kan verwerken en waarin verder nog de buigende momenten, dwarskrachten en doorbuigingen op een willekeurig gelijk verdeeld aantal plaatsen berekend worden. T e vens worden voor dezelfde plaatsen de buigende momenten in dwarsrichting bepaald en wordt op elk van die plaatsen de maxi mum equivalente of ideële spanning berekend. Er is over deze berekeningen nog veel meer te zeggen, m aar dat zou te ver voeren. Het voorgaande is alleen bedoeld als een aanduiding van de bijdrage die het gebruik van de rekenma chine kan leveren bij het streven naar meer verantwoord con strueren op grond van meer betrouwbare berekeningsmethoden. Literatuur Akira Yamagata, Nobuaki Akatsu: „On the Application of Digital Com puter to Ship Calculation and Initial Design Problems”. Journal of Zosen Kyokai 1964, vol. 115, pp. 152-167. Computers. „Rekenmachines in Delft”. Uitgave van de Commissie Rekenmachines van de Technische Hogeschool. Delft 1960. De Ingenieur, nr. 7, 8, 10, 1965. Livesley, R. K.: „Digital Computers”. Cambridge University Press, 1960. Matrices. Aitken, A.C., D.Sc., F.R.S.: „Determinants and Matrices”. University Ma thematical Texts. Hoofdstuk 1. Roosters. Clarkson, J.: „The Elastic Analysis of Flat Grillages”. Cambridge Univer sity Press, 1965. Hoofdstuk 2, 5, 6. N IEU W E O N T W I K K E L IN G E N O P H E T G E B IE D V A N B R A N D B E V E IL IG IN G AAN BOORD VAN SCHEPEN door P. J. M. L O S Ansul In te rn a tio n a l N e d e rla n d N .V . Toelichting: A n su l International Nederland N .V . is een voortzetting van de in de scheepvaart bekende N .V . M inim ax. H et ligt in de bedoeling de uiteenzetting nader toe te lichten in bijeenkom sten van de N ederlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied. Achtergrond A an b oord van schepen gelden al zeer lang strenge bepalingen m et het oog op brandgevaar. V ooral door het feit dat een schip geheel „selfsupporting” m oet zijn en in de m eeste gevallen geen beroep kan w orden gedaan op de brandw eer bestond al in het begin van deze eeuw de b e hoefte de veiligheidsm aatregelen in het algem een d o o r m iddel van internationale verdragen vast te leggen. O nder deze vei ligheidsm aatregelen vallen ook de bepa lingen m et betrekking to t het brandge vaar. V alt h et bovenstaande onder Rijkstoezicht, in N ederland uitgeoefend door de Scheepvaartinspectie, ook de classifi catiebureaus zijn al sinds lange tijd ver trouw d m et het hanteren van stringente regels ook op het gebied van de brand veiligheid. D it kan een reden zijn dat de grote brandschadeverliezen van de assu radeuren tot nu toe beperkt zijn gebleven tot de industrie. In de scheepvaart komen dergelijke recordverliezen slechts spora disch voor. Pas recent wordt, ook in ver band m et de verdergaande autom atisering, in de industrie de aandacht gevestigd op de z.g. autom atische blusinstallaties die bij bran d direct in werking treden of w aar m ee „op afstand” geblust kan w orden n a dat de brand door brandm elders ontdekt is. Hoewel deze system en bij enkele in dustrietakken niet onbekend waren wordt toch een algemene toepassing sinds jaren alleen in de scheepvaart gevonden. De Sprinklersystem en op passagiersschepen en de C 0 2 installaties op passagiers- en vrachtschepen zijn volkom en geaccepteerd en ingevoerd. H et zou dan ook te ver voeren w anneer in dit artikel de norm ale brandbeveiligingsm aatregelen aan boord van schepen besproken werden, hiervoor is genoeg inform atie voorhanden. er ook een aantal m ensen aanwezig zijn om in geval van brand de apparaten te bedienen. H e t valt te verw achten dat bij de „onbem ande m achinekam ers” dit een probleem zal gaan opleveren om dat de m ensen die in eerste instantie m et de blusapparaten m oeten werken er eenvou dig niet m eer zullen zijn.. Zoals in vele andere gevallen gaat het dus m inder aankom en op het aantal toe stellen als wel de mogelijkheden die een of enkele m ensen hebben m et desnoods een kleiner aantal. H et bluseffect van een extincteur zal m oeten w orden op gevoerd om hetzelfde resultaat te krijgen bij het inzetten van m inder toestellen op hetzelfde m om ent. Deze toestellen m et grotere bluskracht bij gelijke inhoud zijn al enige tijd in N ederland op de m arkt m aar w orden to t nu toe vooral nog toe gepast in de industrie. De industrie ligt ook wel eens vóór op de scheepvaart! H et ver grote bluseffect w ordt verkregen door een Figuur 2. com binatie van 2 factoren: E en aantal constructieve eigenschappen en het toe gepaste blusmiddel. H et toestel waar het hier om gaat is een poederblusser, een type dat door het grotere effect en het geringere onderhoud ten opzichte van de bekende schuim blusser al ingang heeft ge vonden, constructie en blusstof is echter afwijkend van wat in E uropa algemeen gebruikelijk is. N ieuw e ontw ikkelingen E r zijn echter enkele recente ont wikkelingen die onze aandacht vragen, zowel op het gebied van de draagbare blusapparaten, de „E xtincteurs”, als de grotere systemen. Draagbare blusapparaten D e verschillende bepalingen eisen m eestal een bepaald aantal blusapparaten afhankelijk van het te bescherm en object m et een bepaalde m inim um -inhoud. H et voorgeschreven aantal veronderstelt dat Figuur 1. Constructie D e doorsnedetekening geeft een dui delijk beeld van het inwendige, een foto toont het uiterlijk van deze nieuwe blus ser (fig. 1, fig. 2). D oor o.a. een inblaasleiding van grotere capaciteit m et inblaasopeningen op ver schillende plaatsen w ordt een sneller „op laden” bereikt m et een gelijkmatige „fluïdisering” van het bluspoeder, mede door een gepatenteerde constructie van het spuitstuk van het bluspistool, ver krijgt m en een effectieve blusstraal op lange afstand. H et toestel is ongevoelig voor lang durige trillingen die het bluspoeder doen „inklinken” en w erkt ook perfect bij lage tem peraturen. De bediening is geheel af gestem d op de man, die al zoveel moet snel reddend worden opgetreden terwijl de brandintensiteit die geheel kan worden afgeblust in korte tijd het onmogelijke benadert. Een eenheid model PK 4 5 0 / LW 50 (200 kg Purple K en 200 liter schuimoplossing) kan een onmisbare „standby” worden aan boord van de gro tere tankschepen voor alle laad- en los operaties (fig. 4). weten: simpel en eenvoudig. Een voor beeld van „H u m aa Engeneering” : Het wegtrekken van de slang m et bluspistool doorbreekt de verzegeling en m aakt even eens het inslagmechanisme vrij. Om het onderhoud te beperken, daar is geen tijd m eer voor, kan met een en kele controlehandeling w orden volstaan: W anneer de verzegeling verbroken is, pa troon eruit draaien, daarom zit deze aan de buitenkant, niet ingeslagen, dan wegen en er weer indraaien. H et bluspoeder be vindt zich in de herm etisch gesloten en waterdichte rom p en behoeft geen nadere controle. Nieuwe bluspoeders A fhankelijk van de brandsoort die k an ontstaan, zijn behalve het normale bluspoeder op basis van natrium bicarbo n aat twee speciale bluspoeders ontwikkeld die ieder in de bepaalde brandklasse een vergroot bluseffect hebben. „Foray” een op basis van monoammonium fosfaat samengesteld bluspoeder dat niet alleen geschikt is voor vloeistof (klasse B) en gasbranden (klasse C) in d e nabijheid van elektrische installaties onder spanning (klasse E) m aar ook bran den in vaste stoffen (klasse A) door het vorm en van een zuur stof af sluitende laag definitief blust. E en F oray model A 20 E handappaxaat, inhoud 7,7 kg, is zeer ge schikt voor de beveiliging van bemanningsverblijven. „Purple-K ”, op basis van kaliumbicarbonaat, is ontwikkeld door de „U.S. N a val R esearch L aboratory” voor het be strijden van gas- en vloeistofbranden. H et is gebleken in veel gevallen meer d an tweemaal zoveel effect te sorteren op vloeistof- en gasbranden van grotere af metingen. E en m odel K 20E (8 kg) of K 30 E (12 kg) is aan te bevelen voor de m achinekam er en (voor tankschepen) aan dek. De genoem de m odellen zijn goedge keurd door de Scheepvaartinspectie en de meeste buitenlandse instanties. Conclusie handapparaten Gemakkelijke bediening, gering onder houd en groot bluseffect werden reeds toegelicht, door de extra plaatdikte van de rom p en de bodem constructie zijn de apparaten speciaal bestand tegen de dik wijls zware bedrijfsom standigheden aan boord van schepen. In het bijzonder wordt hierbij nog vermeld de nog zwaar dere om standigheden aan boord van bergingschepen, baggerm ateriaal, booreilan den etc. etc. Brandbeveiligingssysteem D e Sprinkler en C 0 2 systemen worden niet nader besproken daar deze m aterie al even goed bekend is als de brand beveiliging door middel van stoom, inert gas etc. H e t is wel waard te verm elden dat nu ook de z.g. ionisatie-brandmelders voor schepen worden geaccepteerd m et als voordelen een gevoeliger melding al rea gerend op de eerste tekenen van brand en een eenvoudiger installatie. F ig u u r 3. eenheden m oeten ook ter plaatse wor den gebruikt, terwijl de hoeveelheid blus middel beperkt is, zodat we ook deze apparatuur als „Eerste H ulp” moeten beschouwen. Evenals dit het geval is bij de handapparaten is ook hier een zo groot mogelijke bluskracht bij gelijke in houd op h e t m oderne geautomatiseerde schip belangrijk. H et Purple-K bluspoe der is ook beschikbaar in de stationaire eenheden S 150 (65 kg), S 350 (130 kg), S 500 (225 kg), S 1000 (450 kg) en S 2000 (900 kg). De grotere eenheden kunnen voorzien worden v an een pijp leiding m et m eerdere slangen en straal pijpen op verschillende strategische pun ten (fig. 3). Purple-K/Light Water Een van de nieuwste eenheden, toege past op de A m erikaanse vliegtuigmoederschepen, com bineert de snel vlammen neerslaande werking van Purple-K blus poeder m et de afdekkende werking van een nieuw schuimmiddel d at „Light wa ter” wordt genoemd om dat het het water waarin het is opgelost zodanig conditio neert dat het op benzine blijft drijven en zodoende dam pvorm ing tegengaat. M et een dergelijke eenheid kan in elk geval Grotere „Eerste H u lp ” eenheden Behalve handapparaten, voorname lijk bestemd voor „E erste H ulp” bij klei nere branden, kom en ook grotere een heden voor, zoals schuimkanteltoestellen, grotere flessen m et C 0 2 en bluspoedereenheden van 50 of 65 kg inhoud. Deze Figuur 4. L uchtschuim , m obiel gebruik H e t gebruik van luchtschuim straalpijpen aan boord van schepen is eveneens vrij algemeen. Als inleiding op een aantal nieuwe ontwikkelingen op dit gebied is het nodig hier wat nader op in te gaan. D e bekendste toepassing is de luchtschuim straalpijp waarbij èn het schuimextract èn de nodige lucht aan de achterzij de w ordt aangezogen. H et schuimmiddel w ordt dan dikwijls m eegedragen in een rugtank. E en bij zonderheid hierbij is d at in plaats van de snel corroderende m etalen rugtanks nu ook een polyester uitvoering verkrijgbaar is. De straalpijpvoerder w ordt m eer bewe gelijk wanneer het schuimmiddel op een andere plaats aan het w ater w ordt toe gevoegd door middel van een z.g. tussenmenger. M en kan bijvoorbeeld een „deck hose station” uitrusten m et een tussenm enger en enkele (ook al in polyester uitvoering verkrijgbare) jerrycans schuimvloeistof terwijl ter plaatse ook een bran d slang is opgeborgen m et een w aterstraalpijp en een schuim straalpijp zodat naar keuze w ater of schuim kan w orden ge geven. V oor beperking van het onderhoud kunnen zowel tussenm enger als luchtschuim straalpijp in roestvrij staal zijn uit gevoerd. L uchtschuim stationair V oor de beveiliging van m achineka m ers worden in plaats van of als aan vulling op de mobiele schuim straalpijpen vaste installaties toegepast bestaande uit een centraal opgestelde tank m et schuim m iddel van w aaruit pijpleidingen voeren n aar verschillende punten in de m achine kam er. N aar keuze kan door het openen van afsluiters bij de tank schuim naar enkele of alle punten worden gevoerd. E en voordeel is dat m en op deze m anier schuim kan voeren naar plaatsen „onder de p laat” die voor mobiele schuim straal pijpen slecht bereikbaar zijn. E en eenvou dige m aar zeer effectieve uitvoering is m o Figuur 6. Figuur 5, gelijk door op de schuim m iddeltank z.g. schuim generatoren te m onteren in plaats van tussenm engers m et nog eens luchtschuim straalpijpen in de leidingen naai de m achinekam er. D oor de schuimgenera to r w ordt ter plaatse èn schuimmiddel èn lucht aangezogen zodat door de af gaande leiding schuim w ordt afgevoerd dat zonder m eer via de pijpleiding op de te bescherm en plaats kan uitvloeien. E en dergelijke afvoerleiding heeft slechts ca. 4" diam eter nodig voor een schuimhoeveelheid van ca. 5000 lite r/m in u u t (fig. 5). H et besproken systeem is sinds jaren in gebruik op een groot aantal schepen van de „N ederland” . M en kan m et leidin gen van een nog kleinere diam eter volstaan w anneer m en gebruik m aakt van de Zweedse „H igh backpressure” generato ren. D oordat de lucht hierbij a.h.w. in het schuim w ordt geperst expandeert het schuim op de plaats w aar het uittreedt. V oor bovengenoem de schuim capaciteit heeft m en dan slechts leidingen nodig van 2 " of 3 " diameter. H I- E X schuim E en verbetering van de schuimvloeistof (samenstelling op chemische basis in plaats van een bereiding u it beenderen e.d.) en de ontwikkeling van speciale ge neratoren heeft het mogelijk gem aakt veel grotere hoeveelheden schuim te produce ren dan tot nu toe voor mogelijk werd ge houden bij verbruik van een gelijke hoe veelheid water. D e verhouding w a te r/ schuim w ordt uitgedrukt in expansievoud. W anneer aan boord van schepen een expansievoud van 6 a 8 w ordt ge haald, 100 lite r/m in . w ater geeft 600 a 800 liter/m in . schuim, is dit al een hele prestatie. M et de nieuwe H I-E X genera toren (H I-E X is „H igh expansion”) k an een expansievoud van 1000 w orden ge haald, 100 lite r/m in w ater geeft 100.000 liter/m in . schuim! (fig. 6). Schuim m et een expansievoud van 1000 k an w orden gebruikt om gehele ruim ten in kore tijd te vullen zodat elke brand k an w orden verstikt. H I-E X schuim generatoren zijn dan ook al toege past op enkele schepen voor de beveili ging van de m achinekam er. H et systeem is goedgekeurd door Det norske V eritas terwijl ook instanties als B .O .T. en Scheep vaartinspectie bereid zijn om veiligheids plannen w aarin H I-E X is opgenom en p o sitief te beoordelen. In de tekening (fig. 7) is schem atisch de opstelling weergege ven van twee stuks generatoren m odel 200 (capaciteit 200.000 liter/m in. schuim elk) m et eigen w ater en schuim m iddelvoorziening. D e figuren 8 en 9 geven een beeld van de opstelling van een m odel 200 generator op het sloependek van een schip. D e generator is voorzien van „test outlets” ten behoeve van de periodieke beproeving. E en andere schem atische tekening geeft een beeld van een H I-E X generator m odel 800 voor de beveiliging van de m achine kam er van een tankschip. De generator, is hier uitgevoerd als een „locker” w aar in onderdelen zijn opgenom en zoals de w aterpom p, schuim vloeistofpom pje en fan, alles in dit geval aangedreven door een elektrom otor (fig. 10). H et principe van een H I-E X generator is zeer eenvoudig, het is eigenlijk een grote bellenblaasm achine m et aan een zijde een fan en aan de andere zijde een nylon net w aarop, fijn verdeeld, water vermengd m et H I-E X schuimvloeistof w ordt gespoten. D it mengsel vorm t een film dat door de luchtstroom van de fan tot bellen w ordt geblazen, het zo gevorm de schuim kan door een kanaal afgevoerd worden naar de brand. W anneer grote hoeveelheden schuim binnen korte tijd m oeten w orden gevormd is de H I-E X ge nerator m et expansievoud 1000 op zijn plaats. Voor kleinere ruim ten zoals pompkam ers en voor m obiel gebruik zijn klei nere eenheden beschikbaar, werkend zon der fan en eigen aandrijving, de kracht van de w aterstroom , 200 liter/m in. bij ca. 5 ato, is hier voldoende voor het vormen van schuim m et een expansievoud van ca. 150 to t 200 (fig. 11). H et aldus gevorm de schuim is zw aarder en zal niet gemak kelijk door de wind w orden weggeblazen. H et verdient overweging het nieuwe Figuur 7. 3AS2- 3**____ m a r * p i k k e l a m u s f j F tn e. - e.* t . p u m p s>tm n c R s. Figuur 9. schuimmiddel ook te gaan gebruiken in de bestaande schuimapparatuur. In plaats van een expansievoud van 6 a 8 mag men 10 a 12 verwachten, een bijna dubbele hoeveelheid. Om deze verschillende schuimsoorten uit elkaar te houden is er een voorstel gemaakt geproduceerd schuim in te delen in de volgende cate gorieën: Zwaar schuim: expansie tot 20 Middel schuim: expansie van 20 tot 500 Licht schuim: expansie van 500 to t 1000 A l deze soorten schuim kunnen ge produceerd worden met hetzelfde schuim middel, de expansievoud wordt bepaald door de apparatuur die wordt gebruikt. Principe schets van de opstelling van een H l-E X generator voor de beveiliging van een machinekamer. 1. Het grootste oppervlakte van de machine kamer gemeten onderdeks 2. Testopening 3. Luchttoevoer met afsluitdeksel met de hand of op afstand te bedienen 4. Watervoorraad 7 liter/m 3 voor 7 minuten produktie, vulmogelijkheid via noodbrandwaterpomp 5. Schuimvloeistofvoorraad 0,7 liter/m 2 voor 35 minuten pro-duktie 6. Luchttoevoerkanaal 7. Inspectieluik 8. Locker met aandrijfmotor (elektrisch of diesel) fan en pompen voor water en schuimmiddel 9. Schuimproduktieruimte 10. Schuimafvoerluik met sluitmechanisme be diend door de waterdruk 11. Luik te sluiten wanneer getest wordt door luik 2 12. Schuimuitlaat uitkomend beneden het laag ste gedeelte van de „Casing” Afmetingen: Luchtinlaat: min. 0,25 m2/100 ms/min. schuim Schuimuitlaat: min. 0,5 m3/100 m:i/min. schuim Test uitlaat: ca. 0,5 m3/100 m 3/min. schuim Rookgas afvoer: min. 0,4-0,5 m2/100 m3/min. schuim F i g u u r 11. Conclusie D e voortgaande autom atisering in de scheepvaart vraagt een hernieuw d inzicht in de m ethoden w aarm ee de kostbare a p p a ratu u r tegen b ra n d kan w orden b e veiligd. D o o rd at er m inder m ensen b e schikbaar zijn dienen deze uitgerust te w orden m et ap p aratu u r m et m eer bluseffect. D a a r w aar m ogelijk m oet ook op afstand geblust kunnen w orden. D e brandbeveiligingsindustrie in N ederland is in staat een goede oplossing te geven voor deze problem en. N aschrift E én van onze m edew erkers is door A n su l In tern atio n al N ederland N .V . in de gelegenheid gesteld enkele dem onstra ties bij te wonen, w aar een gedeelte van de brandbeveiligingsapparatuur in h e t a r tikel besproken in de praktijk w erd b e proefd. Bij één van deze dem onstraties was een groot aantal deskundigen aan wezig u it scheepvaartkringen. H et bleek, d a t h e t besproken handap p araat o.a. bijzonder geschikt is voor het bestrijden v an branden, die in bem anningsverblijven kunnen voorkom en. G ecom bineerde branden van olie en schuim plastic, h o u t en andere b ran d b are vloeistoffen w erden snel geblust, w aarbij geen hero n tb ran d in g o p trad door n a gloeiende resten, ook deze bleken volledig gedoofd. H e t nieuw e blusschuim m et expansie 1: 150 leek bijzonder geschikt voor het be veiligen v an een aantal plaatsen in de m achinekam er, o m d at m et w einig w ater toch een goede afsluitende laag w erd ge vorm d, die zelfs een felle benzinebrand bluste. H e t verdient stellig overweging sche pen, die m et een lading g aan varen w aar in broei k an o n tstaan (o.a. vism eel), 2 sets (1 tussenm enger, 1 schuim straalpijp m odel L 2 /1 5 0 ) m ee te geven, zodat n a aansluiting op de brandblusleiding een grote hoeveelheid schuim k an w orden ge geven, w aarm ee als aanvulling op de C 0 2 beveiliging de lading k an w orden afge koeld, zo n d er grote w aterschade. W an neer schepen m et een broeiende lading f ü j a m ê , f M I w MÊÊÊSSmÊm. Figuur 12. H oek van H olland of IJm uiden willen binnenkom en en de situatie laat zich ern stig aanzien, dan zal m oeten w orden over wogen H I-E X generatoren van grote ca paciteit aan b oord te plaatsen voor het bestrijden van de brand, voordat to t m aat regelen w ordt besloten, die tot een veel grotere schade aanleiding geven (aan de grond zetten, vol laten lopen van de rui m en). Bergingsm aatschappijen, de bedrijfsbrandw eren v an de grote scheepvaart m aatschappijen en u iteraard de gemeen telijke brandw eren zullen dan over der gelijke generatoren m oeten beschikken. D eze m aatregelen zouden o.i. op de duur aanleiding kunnen geven to t een verla ging van de brandassurantieprem ies voor ladingen, die aan broei onderhevig zijn. GRO TE PO RTAALKRAAN VOOR KO CKUM S MALMÖ Teneinde de sectiebouw te versnellen, liet K ockum te M alm ö in Zw eden een gigantische kraan bouw en door Fried. K rupp GmbH over een nieuw e loods. H et m axim ale hijsgewicht is 800 ton, de hijshoogte 60 m en de spoorw ijdte 81,5 m. D oor de open te schuiven daksectie k an de scheepssectie worden uitgelicht, w aarn a deze sectie n aa r het bouw dok kan w orden ge bracht en in positie gem anoeuvreerd. D it laatste geschiedt d o o r te voren ingestelde digitaal regeling van het hijsprogram m a en een zeer nauw keurige snelheidsregeling, w aarvoor gelijkstroom -aandrijving is gekozen. De kraandrij ver, die in een 10 m uitstekende arm op 60 m hoogte een vrij uitzicht heeft staat via korte-golf-radio in direct kontakt met de m ontage-leider. N e d e r la n d s e V ereniging van Technici op S ch eep v aartg eb ied A F D E L IN G „ G R O N IN G E N ” N o tu len van de afdelingsv er gade ring op w oensdag 24 april 1968 in Café Rest. R ic h e te G roningen A anw ezig 24 leden en introducés V an h et bestu u r zijn de heren F . Sm it en W. E link S chuurm an afwezig. V oorzit te r de h eer W . V uursteen. D e voorzitter op en t te 8.15 u u r de vergadering. H ij v e r w elkom t de sprekers voor deze avond, de h eren A . A. v an Stiphout, H . Reijenga en H . J. Janssens, resp. chef verkoop m o toren, chef tekenkam er m otoren en chef inbouw m o to ren v an V an D oorne’s A uto m obielfabrieken te E indhoven. N a voor de notulen van de vorige vergadering n aa r „Schip en W erf” te hebben verwezen, geeft de v o o rzitter het w oord aan de h eer V an S tiphout. Deze schetst in het kort de o n t w ikkeling van de D A F m otoren. V ervolgens besp reekt de h eer Reijenga aan de h an d van een aantal dia’s de m eerm otorige op stellingen w elke to t nu toe zijn uitgevoerd. D a a rn a geeft de heer Janssens, eveneens aan de h a n d v an d ia’s, een overzicht v a n de éénm otorige installaties zoals deze op ja ch ten en vissersvaartuigen veel w orden to e gepast. V an de gelegenheid vragen te stel len w o rd t gebruik gem aakt door de heren D. B arkm eijer, V erhek, Petersen, Boer, A n in g en W . V uursteen. D e voorzitter d an k t de sprekers hartelijk voor h u n b ij dragen en in h e t bijzonder voor de u it voerige beantw oording v an de vragen. Bij de ro n d v ra ag inform eert de h eer Sellm eijer n a a r de voorbereidingen v an de viering van h et tw eede lustrum . D e v o o r zitter deelt hem m ede dat h et bestuur b in n en k o rt b ijeenkom t om de reeds bestaande p lan n en n ad e r u it te w erken. N a een m ededeling over de volgende v e r gadering w o rd t de bijeenkom st te 10.40 u u r gesloten. Ir. J. N ijinan verlaat V erolm e-concern Ir. J. N ijm an, die van 1 novem ber 1967 deel heeft uitgem aakt van de hoofddirectie van Verolme V erenigde Scheepswerven, heeft dit concern verlaten. D e heer N ijm an zou zich aanvankelijk belasten m et de lei ding van het bedrijf in Brazilië en d aarn a een algemene taak in de N ederlandse b e drijven op zich nem en. U it de overweging dat deze taken m et h et oog op de gecom pliceerdheid van de bedrijven toch w el grote bezw aren voor h em en zijn gezin zouden m eebrengen, h eeft de heer N ijm an dit besluit genom en, aldus ee n mededeling in „Verolme nieuw s” . Koninklijke onderscheidingen Benoem d tot: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw : P. C. van H outen, H aarlem , directeur N .V. N ederlandsch-A m erikaansche Stoomvaart-M aatschappij H olland-A m erika Lijn, Rotterdam . O fficier in de Orde van Oranje Nassau: J. La Heij, A m sterdam , d irecteur H ogere Zeevaartschool voor Scheepsw erktuigkundigen; ir. J. J. Surie, R o tterd am , directeur N.V. Phs. van O m m eren N .V .; H. R. van Marle, Hilversum , directeur N .V . Vereenigde N ederlandsohe S cheepvaartm aatschap pij, ’s-G ravenhage; H. M . v a n der Schalk, Laren, directeur K oninklijke Java-ChinaPaketvaart L ijnen N .V ., A m sterdam ; P. E. E. Kleijn van Willigen, R otterdam , ho o fd directeur L. Sm it & C o ’s Internationale Sleepdienst; ir. A. J. v an D einse, directeur A m sterdam sche D roogdok M aatschappij N.V., A m sterdam . Ridder in de Orde van Oranje Nassau: J. J. van Rossum, Leidschendam , oudsecretaris Commissies v o o r de Stuurlieden examens K oopvaardij en Zeevisvaart; G. van Offenbeek, D riehuis, oud-hoofdw erktuigkundige K oninklijke N ederlandsche Stoomboot M aatschappij N .V ., A m sterdam . Technische Hogeschool D elft NIEUW SBERICHTEN PERSONALIA C. M . van Rees f O p 2 mei 1968 overleed te Sliedrecht in de leeftijd v an 47 ja a r de h eer C. M . v an Rees, m ede-directeur N .V . Scheepsbouw w erf v.h. C. M . van Rees. Ir. W . van Osselen t O p 3 m ei 1968 overleed te Bilthoven in d e leeftijd v an 67 ja ar de heer ir. W . v an O sselen, erelid en oud-voorzitter van de K on in k lijke N ederlandse Jaarbeurs te U trech t. Tentoonstelling booreilanden V an 20 to t 24 m ei a.s. zal in de „A hoyh allen ” te R otterdam een tentoonstelling w ord en gehouden onder de naam „O ffshore D rillin g and P ro d u c tio n Exhibition” . Geslaagd voor het doctoraal exam en voor W erktuigkundig Ingenieur J. P. Com m andeur, D elft; C. K ok, Rijsoord; E. R. N ieuw land, ’s-G ravenhage; W. L. Prinsen Geerligs, D elft; J. Thom as, ’s-H ertogenbosch; M . V isser, K lundert; J. J. Voermans, Zeist; P. Schot, Rotterdam ; G . J. Volgers, A lkm aar; J. P. V room , A m sterdam; G. W . Broens, ’s-G ravenhage; D. A. van Gelder, A m sterdam ; G . H. van der M eer, Leiden; T. J. H . N ieste, D elft; P. N . Hoorweg, Leidschendam ; M . Bliek, Goes; C. Lawant, D elft; J. J. ’t M annetje, E in d hoven; J. A. K laren, A m sterdam ; W . Slagter, Nieuw -W eerdinge; H . R. de W ildt, H eem skerk; R. F. G roeneveld, V laardingen; J. H. Z eem an, D elft; A . .K oopm ans, D elft; H. P. K orstanje, Rijsw ijk; W. H. S. Mandl, A m sterdam (m et lof); H . G. M . Tesselaar, H aarlem ; A. H arrew ijne, M ij drecht; H. K. M . D ijkm an, D elft; H. P. van Steen, N ijm egen; H . G. v a n M arselis H artsinck, H aarlem ; F. L. H artong, G eertruidenberg. In stitu u t v o o r Scheepvaart en L uchtvaart, R o tterd am In april 1968 bedroeg het aantal bezoe kers aan h et m useum 2.121 en aan de bibliotheek 354. V oorts w erden e r 868 boe ken uitgeleend en 241 inlichtingen v er strekt. Nederlands Normalisatie-Instituut, Rijswijk M et ingang van 1 m ei 1968 h eeft h et B estuur drs. B. E. K u ip er aangesteld als ad ju n ct-d irecteu r v an h et N N I, m et h et doel de tegenw oordige d irecteur ir. J. M . M ad sen op te volgen als deze h et N N I m et pensioen zal verlaten. D rs. K u ip er is chem isch d octorandus en h eeft in N ed erlan d en A m erik a bedrijfs ervaring opgedaan. N ieuw e opdrachten D e Zw eedse rederij S alénrederierna in S tockholm h eeft tw ee rij-op rij-af schepen besteld v an 2.500 ton draagverm ogen die tussen G othenburg, Im m ingham en A m sterdam zullen gaan v aren sam en m et twee p assag iers/v rach tferries T or A n g lia en T o r H ollandia, zo m eldt L loyd’s List. D e beide rij/o p r ij/a f schepen zijn b e steld bij de N oorse w erf A nkerlö k k en slipp og M ek. V erksted te F löro, m a ar deze w erf h eeft de bouw v an een erv an u it besteed aan de N .V . Scheepsw erf G ebr. v. d. W e rf te D eest bij N ijm egen. E en v an de schepen zal dienst gaan doen tussen G o th en b u rg en Im m ingham , w aar vo o r thans een gecharterd schip gebruikt w ordt. D aarbij w o rd t tw ee m aal p e r w eek een afv aart geboden. H et andere schip zal w orden ingezet d aar w aa r de om standig hed en d it nodig m aken, w o rd t vernom en van In tra n ed N .V . H e t ontw erp voor deze schepen is van de N o o rse w erf A nkerlökken Slipp og M ek. V erksted te F löro. D e N ederlandse w erf G ebr. v. d. W erf te D eest tekende de maohinekam er. D eze twee w erven zullen elk een schip bouw en. H e t exem plaar v an D eest zal in augustus volgend ja a r overgedragen w orden, terw ijl de andere drie m aanden la te r k la a r kom t. Zij zullen 40 trailers k u n n en vervoeren, die via een deur in de achterzijde aan b o o rd k u n n en rijden, alsm ede ca. 80 co n tainers, die in d e zijde gestuw d w orden. D e N o o rse w erf is erin geslaagd de brutoto n n ag e v an deze schepen bij 2500 tdw o n d er de 1600 te houden. D e v o o rn aam ste gegevens van deze sche pen zijn: lengte over alles 109,80 m, lengte tussen de loodlijnen 100 m, de b ree d te 19,2 m en de holte tot bovendek 13 m. D e diep gang zal ca. 4,70 m bedragen. V o o r de voortstuw ing zullen tw ee Lindholm en-Pielstick m o to ren van elk 3500 p k dienen, die tw ee K am ew a verstelbare schroeven aan drijven. Bovendien w orden de schepen u it gerust m et boegschroeven van 500 p k ver m ogen. H et bovendek zal geschikt gem aakt w or den om ledige units te vervoeren. D aarto e krijgen de schepen op h et achterschip twee k ran en , die de ledige ladingeenheden m oe ten heffen. D e schepen w ord en uitgerust m et stabilisatietanks. O p het autodek zal to taal 600 m eter lengte aan opstelruim te v o o r trailers kom en. O nlangs, n a d a t S cheepsw erf en M a ch in e fab riek „ D e M erw ed e” in H ard in x v e ld de toezegging h ad ontvangen de tw eede d u b b eld ek sv eerb o o t voor Z eelan d te m ogen b o u w en , is nog een belangrijke o p d rac h t gen o teerd . D eze h ee ft b etre k k in g op de b ouw van een zw are, diesel-elektrische bag g erm olen, v o o r rek en in g v an de K o n in k lijke M aatschappij „ A d ria a n V o lk er” te R o tterd am -S lied rech t. D e m axim ale baggerd iep te v an dit v aa rtu ig zal 30 m eter b e dragen en als tijdstip v o o r de aflevering is vastgesteld feb ru ari 1969. D e o p d ra c h t zal w o rd e n uitg ev o erd in sa m en w erk in g m et de A rn h e m sc h e S cheeps b o u w M aatsch ap p ij te A rn h em . Op deze w erf w o rd t h et casco gebouw d, zoals de A SM o o k h et casco h ee ft v erv aard ig d v o o r de zeesleepboot R o d e Z ee. B innen enkele m a an d e n is op „ D e M e r w ed e” de tew aterlatin g te verw ach ten v an een gro te bo d em zu ig er v o o r V a n H a ttu m en B lan k ev o o rt te B loem endaal. D it is h e t nieu w e vlaggeschip voor de v lo o t v a n de o p d rach tg evers. Tewaterlatingen O p 26 april 1968 is m et goed gevolg te w ate r gelaten h et h y d ro g rafisch onderzoek in g sv aartu ig L a d y G lorita, b o u w n u m m e r 828 van A. V uyk & Z o n e n ’s S cheepsw er v en N .V . te C apelle a / d IJssel, bestem d v o o r In te rn a tio n a l O ffshore Services Ltd. te R o tterd am . H o o fd a fm etin g en zijn: lengte 4 1,00 m , b ree d te 8,20 m, holte 4,1 0 m. In dit hyd ro g rafisch o nderzoekingsvaartuig w o rd en g eïnstalleerd 2 4-takt, enkelw erk en d e K ro m h o u t m o to ren v an h e t type 6 F A D 240 elk m et een v erm o g en v an 5 3 0 p k bij 750 o m w /m in , elk via een h y d rau lisch e „B rev o ” vertrag in g s-o m k eerk o p p elin g een vaste sch ro ef drijvend. H et o n d erzo ek in g sv aartu ig L a d y G lorita w o rd t gebouw d o n d er toezicht van B ureau V eritas v o o r de klasse: • f I 3 /3 L. 1.1. A. & C .P. O p 4 m ei 1968, is v an de w erf v an T. van D u ijvendijk’s S cheepsw erf N .V . te Lekk e rk e rk , een m o to rh e k tra w ler m et goed ge volg te w ate r gelaten. D eze traw le r w ordt g eb o u w d in o p d rac h t van N .V . R ederij Ja cz o n te Scheveningen. D oor m ejuffrouw A n n em iek van d er Z w an w erd aa n dit schip de n aam Johanna M aria gegeven. D eze tra w le r w ijkt op diverse p u n ten af v an de reeds eerd er v o o r deze m aatschappij g ebouw de hek traw lers S C H 24, S C H 33 en S C H 110. In afw ijking van de reeds ee rd er voor deze rederij gebouw de hek traw lers is h ier h et dek h uis op het voorschip geplaatst. D e ru im e n zijn zo uitgevoerd, d a t h et a c h te rru im zow el v o o r v erse vis als voor diepvries g eb ru ik t k a n w o rd e n en h et v o o rste ru im als diepvriesruim . D o o r h e t n a a r v o ren p laatsen v a n h e t dek h u is m et traw llier enz. en de m otork a m e rsc h a c h t in de zij aan te brengen, is e r nu een groot vrij deko p p erv lak v erk re gen. D o o r h et aanbren g en aa n de ach term ast v an zg. A -bom en, ku n n en m et deze tra w ler, indien nodig, diverse v ism ethoden to e g ep ast w orden. De afm etin g en v a n de traw ler zijn: len g te over alles 5 2,— m , lengte tussen lo o d lijnen 4 5 ,5 0 m , b re e d te op de sp a n ten 9,— m, h o lte to t h o o fd d ek 4,24 m , h o lte to t sc h u td ek 6,93 m . H e t schip is geheel gelast en w o rd t ge b ouw d o n d e r to e zic h t van de S ch eep v aart Inspectie. H e t is v o o rzien van een geheel d o o rlo p end schutdek. O n d er h e t sc h u td ek w o rd t opgesteld een tra n sp o rtb a n d v o o r h e t v erv o er v an de gevangen vis n a a r de b ew erk in g sp laats en 3 plaatv riezers, z o d a t de vis n a b ew e rk in g d irect w o rd t in g e v ro ren en o n d erg e b ra ch t in h et d iep v riesru im . D e ca p aciteit v a n de plaatv riezers is 15.000 kg p e r dag. In de m o to rk a m e r zal w o rd en o p g esteld een „ In d u strie ” h o o fd m o to r van 1180 p k bij 380 o m w /m in . H e t schip zal w o rd en v o orzien v an de m odernste n av ig atiem id d elen . D e b ag g erv lo o t v an de H o lla n d sch e A a n nem ing M a atsch ap p ij N .V . is op 6 m ei u itgebreid m e t de nieuw e sleep h o p p e rz u i ger H a m 3 08. H et schip, d at in se p tem b er v an dit ja a r in de v a a rt w o rd t g eb rach t, zal o n m id d e l lijk w o rd e n in g ezet bij een b ag g e rw e rk te W ilhelm shaven, W est-D u itslan d . H e t schip k rijg t een b em an n in g v a n 32 koppen. D e d o o p p lech tig h eid w erd v e rric h t d o o r m evrouw C. V reed e-Jo n asse, ech tg en o te van de fin an c iee l d irec teu r van d e H o l landse A a n n e m in g M aatsch ap p ij N .V . D e H a m 308, die op de w erf v an Sm it K inderd ijk te K in d e rd ijk is gebouw d is h et veertiende en m o d ern ste v aa rtu ig v an de H ollan d sch e A a n n e m in g M aatsch ap p ij. H et h e e ft een lengte van 113,80 m eter, een b re e d te van 18,80 m eter en b esch ik t over een la a d ru im in h o u d v an 4800 k u b iek e m eter, w aarin 9 6 0 0 to n geborgen kan w o r den. H e t schip, d at w o rd t aan g ed rev en d o o r tw ee m otoren m e t een to ta al v erm ogen v a n m eer d an 7300 p k , k a n een snelheid o n t w ikkelen van m e er d a n 13 mijl p e r u ur. D e p ro e fv a a rt v a n de H a m 3 0 S zal in de loop v an sep tem b er p laatshebben. Proeftochten 16, 17 en 18 april 1968 h e e ft m et goed gevolg p ro efg ev a re n de du b b eld ek s v ee r po n t m et diesel-elektrische v o o rtstu w in g Prinses C hristina, bestem d v o o r de d ien st K ru in in g en -P e rk p o ld er, b o u w n u m m er 594 van N .V . S ch eep sw erf en M a ch in e fa b riek „D e M e rw e d e ” v / h V an V liet & C o. te H ard in x v eld -G iessen d am , v o o r h e t P ro v in ciaal B estu u r v an Z eelan d . D eze v e e rp o n t is v o o rzien van tw ee, b o ven elk aa r gelegen, rijdekken. D e h o o fd a fm e tin g e n zijn: lengte 103,40 m, b ree d te 18,10 m , h o lte 6 ,00 m. D e energie v o o r de v o o rtstu w in g w o rd t opgew ekt d o o r m id d el van vijf g en e rato raggregaten, elk b estaa n d e u it een M .A .N .m o to r v an h et ty p e G 8 V 3 0 /4 5 A .T .L ., w elke in 8 cilin d ers een verm ogen o n t w ikkelt v a n 1700 p k bij 500 o m w /m in , w elke rec h tstreek s een A E G -g e n e ra to r a a n drijven v an 1050 kW . D e du b b eld ek s v eerp o n t Prinses C hris tina w erd gebo u w d o n d er to ezich t v an B ureau V eritas v o o r de klasse: >{< I 3 /3 R 1.1. A . & C . P. 24 A p ril 1968 h eeft m et goed gevolg p ro efg ev aren de ste en sto rter C etus, bouw n u m m e r 863 van V an d e r G iessen-D e N o o rd N .V . te K rim p en a / d IJssel, b e stem d v o o r C o m b in atie H av e n m o n d H o ek v an H o lla n d te R o tterd am . D e h o o fd afm etin g en zijn: lengte 75,00 m , b ree d te 20,25 m, holte 5,35 m. H e t storten d e r sten en v in d t plaats door h y d rau lisch e schuiven, w elke zich op h et lad in g d ek bevin d en en die v an u it de positie op h a r t schip n a a r de scheepszijde w o r den gedrukt. In deze sto rte r w erd en geïnstalleerd vier 4 -tak t, en k elw erk en d e L ister-B lackstone m o to re n van h et ty p e E W S L 8 M A , elk met een v erm o g en van 1000 pk bij 9 0 0 o m w /m in . D e steen sto rter C etu s w erd gebouw d on d e r to ezich t v an B u reau V eritas v o o r de klasse: 1 3 / 3 D (service cötier) 1.1. T ijd en s een p ro e fv a a rt op de E em s is 24 ap ril jl. h et m.s. C onstance overge d rag en , d at de S cheepsw erf „V o o rw aarts” in H o o g ezan d h ee ft gebouw d v o o r W ijnne & B aren d s' C arg ad o o rs- en A g en tu ren k an to re n in D elfzijl; h e t is het derde schip v an dit ty p e d at de w erf v o o r de rederij h ee ft gebouw d. H e t is v an h e t gladdekty p e en h eeft een d raagverm ogen v a n , ca. 800 to n deadw eight bij een diepgang op zom e rm erk v an 3,48 m. D e v o o rn aa m ste afm etingen zijn: lengte o.a. 5 7,70 m — lengte tussen 11. 52,— m — b re e d te op de sp an ten 8,95 m — holte 4,03 m — ru im in h o u d ca. 36.000 kubieke v o et b alen en ca. 39.500 kubieke voet g raan . H et m eest opvallende aan de C onstance is h et zeer g ro te luik v an 27,50 m lengte en 5,50 m breedte, hetgeen uitzonderlijke af m etingen zijn bij een k u stv aartu ig van deze g ro o tte. H et schip is in het bijzonder ge b ouw d v o o r h et v erv o er van lange co n stru cties, lang ijzer, palen, buizen etc., voor w elk doel zeer w einig gespecialiseerde sche pen in de v aart zijn. S tukken to t een, 'lengte van ca. 31 m eter k u n n en zo n d er bezw aar o n d er dek w o rd en verv o erd ; ook een vrije h oo g te o n d er dek van 4,2 2 m k o m t bij een g lad d ek k er van 800 ton vrijwel niet v oor; aangezien het schip geen zeeg meer h eeft, k an de hoogte van 4,2 2 m over de gehele lengte v an h et ru im b en u t w orden, te m eer d aar e r geen vaste graanschotten in h et ru im zijn geplaatst. E venals op de an d ere schepen van W ijnne & B aren d s’ is de m ach in ek am er op de C onstance volledig geautom atiseerd. Als h o o fd m o to r is g ep laatst een 6 G V Bronsm o to r van 600 pk bij 375 om w entelingen p e r m in u u t, die w o rd t bed ien d v an a f de brug. V an zelfsp rek en d is ook de C onstance v o o rzien van rad a r, au to m atisch e stu u r in richting, richtingzoeker, echolood, rad io telefo n ie enz. H et leefklim aat aan b o o rd is een be la n g rijk p u n t en m en h eeft daarom ge p ro b eerd de acco m m o d atie nog m eer te v erb eteren . In plaats van de to t dusver gebruikelijke, gescheiden m essroom s is één g ro te m essroom over de gehele breedte v an h e t schip gebouw d m et ruim e m oge lijkheden v o o r een veelzijdige vrijetijdsbe steding. Bij de o v erd rach t aan W ijnne & B arends’ is voor het eerst de nieuwe rederijvlag ge hesen d o o r m evrouw A. D ionet-D ick, de echtgenote van de ontw erper, de h eer W. J. D ionet te G roningen. D e andere schepen van de rederij zullen nu eveneens worden voorzien van de nieuwe vlag. Indeling Installaties H et schip o n d er het hoofddek w ordt in de lengte verdeeld in acht w aterdichte co m partim enten, te w eten: H o o fd m o to re n In de zijden, over de volle hoogte zijn droge tanks gebouw d. 4 Stuks L ister B lackstone d ieselm o to ren 1.000 pk w elke elk een d raa istro o m g en e rato r van 650 kW zullen aan d rijv en . D e gen erato ren zijn van h et overige ge deelte van de m ach in ek am er gesch eid en d o o r een schot w aa rd o o r v erh in d e rd w o rd t d at o ü ed a m p e n de elektrische m ach in es zullen bin n en tred en . 3. T an k co m p artim en ten V o ith -S ch n eid er Propellers O nder het tussendek zijn w aterballasttanks aangebracht. Boven het tussendek zijn in een der schepen F lum e-Stabilisatietanks gebouwd. D e ru im te in h et andere schip is hiervoor gereserveerd. A an w eerszijden van deze tanks zijn gangen voor toegang vanaf het achterschip n a a r de m achineka m er. In de zijden zijn over de volle hoogte w aterballasttanks resp. droge tanks in gericht. In de bodem is een tunnel u it gespaard v o o r opstelling van oscillatoren voor een bodem schrijfinstallatie. Deze tu n nel loopt o n d er de volle lengte v an het stortdek, zodat h et b esto rte veld n a de b e storting gepeild k a n w orden. M et deze bodem schrijfinstallatie w o rd t voorlopig een der schepen uitgerust. A an elk scheepseinde een V .S .P . elk ge schikt v o o r een v erm o g en v an 1.200 p k . E lk e p ro p eller u itg eru st m et 5 b la d en v an ro est vrij staal m et een lengte v a n 1.500 m m , m iddellijn o ver de b lad en 3 .000 m m . 1. A chterpiek (droge tank) 2. V oith-Schneider k am er Overdrachten N a een geslaagde p ro efv aa rt op de Eems h eeft de N .V . S cheepsw erf W aterhuizen J. P attje in W aterhuizen aan de rederij John H a rk e r Ltd. te K nottingly, Y orks de Peakdale H opgeleverd. H et b etreft hier een schip van 850 to n draagverm ogen, uitge ru st m e t een Ruston-diesel van 660 pk, w aarm ee tijdens de p ro efv aart een snel heid w erd b ereikt van rond 9,5 knoop. Op 25 m a a rt 1968 vond bij V an der G iessen-D e N o o rd N .V . te K rim pen a.d. IJssel de o v erd rach t plaats v an h et m.s. Taurus, bestem d voor de C om binatie H a ven m o n d H oek van H olland te H oek van H olland. D e com binatie b estaat uit de firm a's: K on. M ij. to t het uitvoeren v an O penbare W erken „A d ria an V o lk er” n.v., n.v. Baggerm aatschappij Bos & K alis en n.v. V an H attum en B lankevoort. D eze schepen zijn ontw orpen v o o r de bouw van de havendam m en te H o ek van H olland. N a uitgebreide proefnem ingen in het N ederlandsch S cheepsbouw kundig P roefstation te W ageningen is de vorm van h e t schip vastgesteld en is tevens gebleken dat door toepassing van aandrijving d.m .v. V oithS chneider P ropellers de schepen dw arsvarend gelost k u n n en w orden. 4. M achinekam er m et dubbele bodem en zijtanks over de volle lengte van het co m partim ent. D e zijtanks zijn ingericht als w a terballasttanks, de b o d em tan k s als droge tanks, resp. bran d sto ftan k s. T evens is een gesepareerde g en erato rk am er ingericht. O ok in dit gedeelte is een tunnel voor oscilla toren voor een bodem schrijfinstallatie u it gespaard. 5. T an k co m p artim en ten als 3. 6. V oith-Schneiderkam er als 2. V o o r het verkrijgen van een regelm atige bestorting is het nu m ogelijk uit een der h iero n d er genoem de w erkw ijzen te kiezen: 7. V oorpiek (droge tank). 1. dw ars over h e t te bestorten bodem gedeelte te varen al o f niet autom atisch be stu u rd en de lading d o o r m iddel van schuifschotten over de zijden regelm atig te lossen. 2. o ver het te bestorten bodem gedeelte w o rdt het schip d.m .v. uitgebrachte an kers door lieren verhaald tijdens de los sing als boven. D e scheepseinden zijn verhoogd. Op het voorschip w ordt een accom m odatie dekhuis en stuurhuis gebouw d. Op het k am p an jed ek zijn schachten v o o r zien, voor de afvoergassenleidingen van de dieselm otoren, tevens te ben u tten als to e gangen tot de m ach in ek am er v anaf h et achterschip en als ventilatorenkam ers. Op deze schachten zijn aan SB en BB sch o o r stenen geplaatst. H et dek tussen de verhoogde scheepseinden is zeer zw aar geconstrueerd. H ie r zijn h y draulisch gedreven schuifschotten opgesteld w aarm ede de lading over de zijden gelost kan w orden. D eze zijn verdeeld in vier sec ties aan SB en BB. Op h art schip w o rd t een bescherm de loop gang gebouwd. In de zijden w orden neerklappende klep pen aangebracht, w aard o o r verhinderd w ordt dat bij slingerend schip een gedeelte van de lading voortijdig gelost w ordt. V ier stuks ankerli-eren m et d raadtrom m els zijn op de verhoogde scheepseinden o pge steld. De ankers w orden gevoerd in v erti cale nissen, w elke in de zijden ter plaatse van de verhoogde scheepseinden gebouw d zijn. De ankerd rad en w orden over zw are rollenkluizen v anaf de lieren n a a r de nissen geleid. De vaarsnelheid zal zijn 10,5 knoop nor m aal v aren d geladen en dw arsvarend voor h et storten 2 knoop. In v erb a n d m et het risico in het bedrijf bij de dam m en is zeer grote aandacht be steed aan de indeling in com partim enten, droge tanks enz. en is de vlakbeplating ster k er dan norm aal uitgevoerd. D e schepen zullen w orden gebouw d onder toezicht en volgens de voorschriften van B ureau V eritas, geldend voor de kust v aart (klasse D service côtier). O ok zullen de schepen m et uitrusting en veiligheidsm iddelen in alle opzichten voldoen, aa n de eisen, welke d o o r de S cheepvaart Inspectie v o o r d it scheepstype zullen w orden gesteld. D e hoofdafm etingen zijn: lengte over alles ca. 77 m, lengte tussen loodlijnen 73,25 m, breedte op spanten 20,20 m, holte in de zijde 5,35 m, diepgang m et 1800 ton lading e n 170 to n voorraden 3,85 m, b rand sto ftan k s totaal 113 ton. A lgem ene beschrijving H a ven aggregaa t L ister h avenaggregaat. D ieselm o to r 50 pk m et d raa istro o m g en e rato r v an 33 kW . H u lp w e rktu ig en N o rm ale installatie als lens- en b allastp o m pen, b ran d sto ftrim p o m p , sm eero liep o m p , zo etw aterh y d ro fo o r, v erw arm in g sin stallatie, m ech an isch e ventilatie enz. T ev en s een ballastp o m p m et een c a p ac i te it v an 600 m 3/h . en m ax im ale opvoerh o o g te v a n 10 m .W .K . v o o r h et snel vullen en lenzen v an de F lu m e-tan k s en h e t b al lasten van de zijtanks. H yd ra u lisch e installatie vo o r sch u ifsc h o tte n D eze b estaa t u it tw ee p o m p sets elk b e sta an d e u it een elek tro m o to r a 2 0 0 p k ta n d w ielkast en zes regelbare p lu n je rp o m p en en besturingspaneel, alles opgesteld in d e m a c h in ek a m er en een co m m an d o p an eel in h e t stu u rh u is. A a n dek w o rd en opgesteld in to ta a l 10 stuks d u b b elw erkende h y d rau lisch e cilinders, siaglengte 5 ,80 m, w elke zo d a n ig aan de sch u ifsch o tten zijn bevestigd, d a t geen b u i gende m o m en ten op de zu ig ersta n g en u it geoefen d k u n n en w orden. D e snelheid bij h et u itschuiven zal ongev eer 1 m /m in b e d rag en , zo d at de lading in 6 a 7 m in. gelost k an w orden. B ew egingsinrichting landdek zijklep p en V o o r de bew eging zijn v o o r 10 k lep p en 12 stuks h y d rau lisch e cilinders v o o rzien . A n ke rlie ren 4 S tuks an k erlieren aan g ed rev en d o o r elek tro m o to ren v an 75 p k gevoed via W a rd L eo n a rd om vorm ersets. D e lieren k u n n en w o rd en bediend in het stu u rh u is en te r p la at se. D e lieren m et d raa d tro m m els geschikt v o o r h et opnem en van 300 m d ra a d m et een d ia m eter van 38 m m . S tu u rh u is In h et stu u rh u is w o rd t geplaatst: Een cen trale stu u rstan d m et m ogelijkheid v o o r au to m atisch stu ren tijdens sto rten . E en cen trale bedieningsstand v o o r de h y d rau li sche installatie voor sch u ifsch o tten en zij kleppen w aarin tevens o p g en o m en d e bed ieningscontrollers v o o r de an k e rliere n . E en te ak h o u ten k aa rten tafel m et lad en voor k a a rte n . E en D ecca-H i-fix installatie. E en gy ro k o m p as fab rik aa t S p erry m et 2 stu u rd o ch terk o m p assen w aarvan één in de k aarte n k a m e r en één in h e t stu u rh u is. S ta n d aa rd k o m p as op het stu u rh u is. B o d en k ar- ten sch reib er op een d er schepen. D e ge bruikelijke besturings-, voortstuw ings-, navi gatie- en com m unicatiem id d elen . O p de brugvleugels zullen stu u rsta n d en geïnstalleerd w o rd e n v o o r b estu rin g v an de V oithS ch n eid er pro p ellers v o o r g eb ru ik tijdens afm eerm an o eu v res. D raaibare scheggen D e scheggen w elke a a n de scheepseinden v o o rzien zijn k u n n e n te n behoeve van dw arsscheeps v are n tijdens h e t sto rten 90° v e rd ra a id w orden. Zij k u n n e n dus langsscheeps o f dw arsscheeps g eric h t w orden. A c c o m m o d a tie I n h e t dekhuis zullen in g e rich t w orden: een 2-p ersoons-hut, de m essroom , de k o m buis, p ro v ian d b erg p laats, w erkkledingruim te, w asplaats m e t 2 W .C .’s en 2 douches, een v en tilato rk am er. In h e t b ru g d ek h u is w o rd e n ingericht: drie 1 -p erso ons-hutten v o o r kapitein, opzichter en u itv oerder, een 2-persoons-hut, een n a u tische a p p a ra tu u r- en k a a rte n k a m e r, een to iletru im te m et W .C. U itgaven I.H .C . H olland Zij, die d o o r de lezingen m et film s, w elke te R o tte rd a m en A m ste rd a m v o o r de N e d e r lan d se V eren ig in g v a n T ec h n ici op Scheep v aa rtg eb ied w erd en g ehouden d o o r I.H .C .H o lla n d , getiteld: In stru m en ta tie van m o derne sleepzuigers belangstelling h eb b e n v o o r de b eh an d eld e in stru m e n te n , k u n n e n volledig a a n h u n tre k k e n k o m en d o o r p u b lik atie no. 22 aa n te v rag e n bij I.H .C .H o lla n d — afdeling B aggerw erktuigen, P o stb u s 1, K in d erd ijk , te lefo o n 01011 76 00. E e n k eu rig verzo rg d e u itgave is no. 58, w a a rin verschillende b ijzo n d ere baggerw erken w o rd en beschreven. D eze is schriftelijk a a n te v ragen bij I.H .C .-H o lla n d (Industrieele H an d e lsc o m b i n atie H o lla n d ), M a rc o n istra a t 2, P ostb u s 6 141, R o tterd am . G rote orders voor Barclay Curle’s N orth British Engine Works D o o r h e t verkrijgen v a n 3 grote orders h e e ft de N o rth B ritish E n g in e W o rk s o f B arclay C u rie & C o., w elke h et C lydeside lid is v an de Sw an H u n te r C o m b in atie een b ezettin g to t 1970, terw ijl personeeluitb reid in g w aarschijnijk n o o d zak elijk zal blij ken. D e eerste o p d ra c h t is v o o r een 26 .0 0 0 p k B arclay C u rie — S ulzer R N D -m ac h in e v o o r een snel v rachtschip v o o r de B en L ine, te b o u w en d o o r de U p p e r C lyde Shipbuild ers (S cotstoun D ivision). V a n d it nieuw e R N D -ty p e v a n S ulzer is één in aanbouw te W in te rth u r en enkele in la p a n en w o rd t deze v an B arclay C u rie w el één d e r eersten. S u lzer claim t d at deze m a c h in e bij dezelfde b o rin g en slag een 30 % h o g er v erm ogen a f geeft. D e tw eede o rd e r is v o o r 2 R D B arclay C u rle-S ulzer-m achines v a n 11.200 p k elk v o o r tw ee 25.800 dw t b u lk c arriers, te b o u w en d o o r de C lydebank S hipbuilders. D e derd e o p d rac h t is v o o r 16 B arclay C u rie hy d rau lisch e koppelingen, w elke b estem d zijn om 6.000 p k d o o r 2 m achines in 8-9.600 tons v isfabriekschepen over te b ren g en . D eze schepen w o rden in Z w eden v o o r R ussische rekening gebouw d. N ieuw e Zw eedse dieselm otor In ju n i 1967 w erd o n d e r de n a a m U n ite d D iesel A B, k o rtw eg U D A B g enaam d, een sam en w erk in g to t sta n d g eb rach t tu ssen AB G ö tav erk en (45 % ), N o h ab (N ydqvist & H o lm A B, (25 % ), E rik sb erg M ek an isk a V erk stad A B (15 % ) en K ookum s M e k a niska V erk sta d A B (15 % ). D e opzet w as e e n nieuw e, v o o r m e e r dere d o elein d en gesch ik te d ieselm o to r te ontw erpen. E e n a a n v ra a g to t ste u n aa n h et Z w eedse In s titu u t v o o r W e te n sch a p p e lijk O n d erzo ek en In d u striële O n tw ik k e ling, leidde to t ee n steu n v a n 5 m iljo en Zw . k ro n en . V ele in stitu te n zijn g ec o n su l teerd en de u itv o e rin g der p ro ev en is in h an d e n gegeven v an de O n d erzo ek -afd elin g van D et n o rsk e V eritas. F irm a ’s in - en buiten Z w ed en w elk e als o n d erlev eran ciers in aa n m e rk in g zo u d e n k u n n en k o m en v o o r b.v. gietstalen o n d erd e len , k ru k assen , zu i gers, b ra n d sto fp o m p e n en tu rb in e -o p la ad installaties w erd en h u n m en in g g ev raag d alsm ede v an v o o ra a n sta a n d e o lie m a a t schappijen v o o r b ra n d sto f- en sm eerolieproblem en. W aard ev o lle aanw ijzingen w e r den v erk reg en v an de S oheep so n tw erp afdelingen d e r v erb o n d e n w erven. D e U D A B -d iesel is ee n 4 -ta k t kruis'koploze m o to r v a n 5 2 0 m m d iam eter en 570 m m slag, w elk e p e r cilin d er, bij een ge m iddelde d ru k v a n 17,5 k g /c m 2 en 425 o m w /m in 1.000 p k zal ontw ikkelen. H et ligt in de b ed o e lin g deze m o to re n in V -niodel te m ak en m et 8, 10, 12, 14, 16 o f 18 cilin d ers en in lijn-m odel v o o r 6 en 9 cilinders. H e t eerste p ro to ty p e zal w o rd en b e pro efd bij G ö ta v e rk e n als 6 -cilin d er V -m odel in h et n a ja a r v an 1968, terw ijl een tw eede p ro efm ac h in e , 3 -cilin d er in-lijn m o del, w at .later bij N o h a b zal w o rd en b e p roefd. Diesel-elektrische aandrijving van sleepboten D e Z u id a frik a a n se directie van de S poorw egen en H av e n s zijn afg estap t v an h un trad itio n ele sto o m aa n d rijv in g v o o r de uitbreid in g v an h u n reeds g ro te v lo o t van haven- en sleep b o ten . N a d a t o n g ev eer 6 m a an d e n geleden een baggerm olen w as geleverd, w aarin E nglish E lectric uit S to k e-o n -T ren t een o n d er „ c o n stan t c u rre n t” elek trisch e aan d rijv in g h a d verzorgd, h eb b en zij n u 2 d u b b elsch ro efsleepboten besteld m et eenzelfde elektrische voortstuw ing. D e casco ’s zullen w o rd e n ge bouw d bij B arens S h ip b u ild in g & E n g in e e ring C o rp . L td. en Jam es, B row n & H a m e r L td., beide gevestigd te D u rb a n . Zij krijg en e e n len g te v a n 145 ft, een b reed te v a n 35 f t en een diepgang v an 14 ft. E lk d er sc h ep e n k rijg t 2-12C S V M E nglish E le ctric 4 -ta k t V -m o to ren , w elke elk 1.350 p k o n tw ik k elen en elk g ek o p p eld aa n een 9 4 0 kW E n g lish E lectric-d y n am o . D eze sets lev eren stro o m aan de tw ee vo o rtstu w in g sm o to ren van 1.135 as-pk. H ierm ed e zal ee n snelheid van 12 mijl w o rd en o n tw ik k eld . D e sets lev eren o o k stro o m aa n de 360 p k b ran d b lu sp o m p . H e t geheel is u it de stu u rh u t, w elke m et de m o d e rn ste in stru m e n te n w o rd t u itg eru st, te regelen. S h ip b u ild ers startin g to Seek C o o p eratio n o f F o re ig n Rivals Ja p an e se shipbuilders lately have come aro u n d to th e belief th a t th ey should try to re a c h a m o re co o p erativ e an d harm o n io u s rela tio n w ith th eir foreign co u n terp arts fo r en su rin g n o t only th eir fu tu re w elfare b u t th e stability of in te rn atio n a l shipbuild ing. T h e y feel in this reg ard th a t E u ro p ean shipbuilders, w hile m o u n tin g a „ro llb ack ” ag ain st Ja p an , also are beginning to incline to w ard such a view in co n sid erin g rising p ro d u ctio n costs an d a g rad u al low ering of th e ir p ro fit m argins. O ne of th e arran g em en ts w h ich Japanese ship b u ild ers is h o p in g to achieve is reach ing an ag reem en t w ith E u ro p e a n shipbuild ers o n elevating the p rice of ex p o rt ships — a m ove beneficial to b o th of them . T h e Jap an ese sh ip b u ild in g in d u stry thus is sch ed u led to p a rtic ip a te in the conference o f th e A ssociation of W est E u ro p e an S hip b u ild ers th a t is to be h eld in R om e in M ay a n d to d ispatch an investigation m ission to W e ste rn E u ro p e a n countries. In d u stry in fo rm an ts n o ted th a t Ja p a n ’s lau n ch in g o f ships last y ea r ra n to ap p ro x im ately 7 ,5 0 0 ,0 0 0 to n s, o r ab o u t 47 per c e n t o f the w o rld ’s to tal. T h is y ea r’s volum e o f launchings w as due to h it aro u n d 8 ,2 0 0 ,0 0 0 tons an d 8,800,000 tons next year. H o w ev er, Ja p a n ’s sh ip b u ild in g industry faces a d eterio ratio n o f p ro fits as to already c o n tra c te d fo r ships ow ing to a rise of p ro d u c tio n costs, ce n terin g o n wages. It judges th a t prices for ships constructed u n d e r fu tu re co n tra cts m ust be elevated fo r co vering such rising costs an d this sim ilarly applies to W estern E u ro p ean ship b u ild ers w hich are reg ard ed to be facing n eed also to elevate th e ir ship prices. In p a rticip a tin g in th e A W E S m eeting, th e Ja p an ese sh ip b u ild in g industry hopes to in fo rm W estern E u ro p e a n shipbuilders o f its in ten tio n ad d itio n al to raise ship b u ild in g prices an d to secure th eir u n d er sta n d in g on the m ove. T h e Jap an ese sh ip b u ild in g in d u stry last y e a r set a sta n d ard price fo r ships fo r dis co u rag in g acceptance of low price ship o rd ers an d raised ship prices by 7-8 per cent. I t w ent fu rth e r to cu t p ro d u ctio n costs b y u n d erta k in g jo in t b lu e p rin tin g of export ships an d jo in t p u rch ases o f raw m aterials a n d now intends jo in tly to co n sid er the la b o r sh o rtag e in th e industry. As fo r th e p la n n e d shipbuilders m ission to W e ste rn E u ro p e, its objective will n o t be fo r fo rm u latin g a counter-o ffen siv e against th e ir E u ro p e an ship b u ild ers b u t chiefly for achieving m ore h arm o n io u s an d cooperative ties w ith them . W hile th e S h ip b u ild ers’ A ssociation of Ja p a n still needs to decide its basic policy, in fo rm an ts said th a t the fo rth c o m in g m is sio n m ay tak e up such problem s as ad ju stin g o rd er accep tan ce term s betw een Ja p a n and o th er nations. (The N ih o n K eizai S h im bun, 19-3-’68) TIJD SCH RIFTEN REVUE Uittreksels van enige belangrijke artikelen uit buitenlandse tijdschriften, zoals deze w orden verw erkt in de kaartzendingen, welke het N ationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en L uchtvaart m aandelijks aan de daaro p geabonneerden doet toekom en. De aanw insten der bibliotheek op nautisch, resp. technisch gebied w er den, eveneens op kaarten vermeld, aan bovengenoem de abonnees toegezonden. N iet-abonnees kunnen zich afzonder lijk op deze aanwinstenlijsten abonneren. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door de directie van het Insti tuut, Burg. s’Jacobplein 10, R otterdam (tel. 13 20 40). „U -form versus V -form bow huil lines” R eeds la n g e tijd bestaat er een controverse tussen sc h eep so n t w erp ers b etre ffen d e de v o rm van het voorschip. D eze co n tro v e rse w o rd t b e sp ro k e n aa n de h a n d v an een a a n ta l uitsp rak en v a n des k u n d ig en op scheepsbouw gebied en w erd n ad e r uitgew erkt tijdens een sy m p o siu m v a n de Soc. of N aval A rchitects an d M arine E n g in eers, d a t to t doel h a d gedachten u it te wisselen b etre ffen d e deze m aterie. E en d e r gro te problem en, w aa ra an aa n d ac h t w erd besteed, w as, op w elke w ijze vorm en verb an d v a n h et voorschip efficiënt m o eten w o rd en to eg ep ast om de k rac h t tengevolge v a n stam pen op te v an g en teneinde bod em sch ad e bij slecht w eer to t een m in im u m te b ep erk en. In dit artikel volgen n a a r aanleiding v an dit o n d erw erp een aa n tal b esprekingen en suggesties w elke boegvorm de v o o rk e u r v erd ien t: de U - of V -vorm . D e conclusie w erd getrokken, d a t de V -v o rm , die algem een d o o r E uropese scheepsontw erpers w o rd t to eg ep ast de v o o rk e u r verd ien t boven de in de V.S. gebruikelijke U vorm . Als voorb eeld w o rd t genoem d, d at de A m erik aan se M a rin e r en C h a lle n g er schepen een bijna 2 keer zo h o g e d ru k in h e t v o o r schip h eb b en te d o o rstaan als de V -vorm schepen. Ook h e t v a a rtv erlies-percentage en de bodem schade tengevolge v a n zw aar stam p en zijn v o o r de U -sch ep en hoger. (M a ritim e R ep o rter and Engineering N ew s, 1 dec. 1967, blz. 24 en 29, 1 sp antenraam ). „W ave-excited huil Vibration”, A. v. Bell en K . V . Taylor. E rn stig e trillingen als gevolg v a n „slam m in g ” zijn een b e k e n d verschijnsel, do ch g edurende een p ro efto ch t v an een 4 7 .0 0 0 to n dead w eight ta n k er, w erd bij m etingen aan dek in de m idscheeps g eco n stateerd , d at trillingen o p traden als gevolg v an golfslag, zo n d e r d at e r sprake w as van „slam m ing” . In som m ige gevallen w aren de am p litu d en v a n de trillingspanningen g ro ter d a n de b u ig sp an n in g en v e ro o rz a a k t d o o r zeegang e n wel in h e t b ijz o n d er in k o rte steile golven. D e trillingen w aren het sterkst m e rk b a a r in h e t h o o g ste gedeelte v a n brughuis op h et achterschip. N a d e re p ro efn em in g en uitgevoerd d o o r de B .S.R .A . hebben bew ijzen opgeleverd d at d o o r golfslag opgew ekte trillingen w aarschijnlijk voo rk o m en op vele sch e pen m et e e n grote blokcoëfficiënt en v are n d e in ballast. H e t v e r schijnsel is dus n ie t b e p e rk t to t de genoem de tan k er. De b etre k k elijk lage d em p in g v a n grote geheel gelaste ta n k ers en de p laatsin g v an een h o o g b rughuis op h et achterschip spelen ongetw ijfeld m ed e een rol bij de genoem de trillingsverschijnselen. (Shipping W orld and Shipbuilder, feb ru ari 1968, blz. 4 1 2 -4 1 5 , 419, 7 graf., 2 tab., 6 ref.). „Three D im ensional Enlarging of „H öegh G annet” D e ta n k e r H öegh G annet w erd door M itsubishi H eavy In d u stries L td. drie dim ensionaal v ergroot v an 39.855 to n draagverm ogen to t 7 6 .0 0 0 ton. V erm eld w ordt, dat dit het eerste schip is d a t op deze w ijze w erd verbouw d volgens de m ethode, die is ontw ikkeld d o o r M itsubishi. V erticaal w erd het vaartuig in d rie stukken gesneden, t.w . h e t voorschip, de laad ru im te en h e t achterschip, w a a rin de m a ch in e k am er is aangebracht. V ervolgens w erd de m id d en sectie onderd eks h o rizo n taal doorgesneden en m et vijzels om hoog g eb ra ch t ten ein d e een nieuw m iddenstuk van 2.515 m eter hoog aa n te b ren g e n op de top van de ladingtanks, w a a rn a het o o rsp ro n k elijk e dek m e t n av ig atieb ru g w eer op het nieuw e bovenstuk w erd ge plaatst. O ok de b a k w erd verhoogd. V o o r h et v erb red en v an h e t m iddenschip w erd dit langsscheeps op de lengteas doo rg esn ed en , w a a rn a een d e r secties (3400 ton gewicht) op zij w erd geschoven om ee n nieuw e sectie van 7,570 m eter breed tussen de b estaa n d e delen te vijzelen, w aa rv o o r 5 hydraulische vijzels v a n 100 to n w erd en gebruikt. D e verlenging bestond uit 2 secties van resp. 2 1 ,4 5 5 m e ter en 17,285 m eter lengte. D e diepgang b le ek 2,45 m eter g ro te r te zijn gew orden. N ad e re bijzonderheden over de operatie w o rd e n v erm e ld en aa n de h a n d v an tekeningen toegelicht. (S hipbuV ding R e p o rt (M itsubishi H eavy In dustries L td .), n r. 23, 1968, 5 fe b ru a ri 1968, blz. 1-8, 13 tek,, 2 fo to ’s). „The autom atic Control o f M arine Alternator Sets”, R. A . F uller. H e t gebruik van elek trisch e stro o m aan b o o rd van schepen is g ed u ren d e de laatste ja re n steeds to eg en o m en en h et is thans n iet ongew oon om aan b o o rd v an m id d el-g ro te sch ep en gen erato ren te in stalleren v o o r 1.5 M W en zelfs 5 M W v o o r grote vaartuigen. Op ta l v an m od ern e sch ep en w o rd e n de g en e rato ren aang ed rev en do o r dieselm otoren. D e o m v a n g en g ecom pliceerdheid van de in stallaties zijn in vele gevallen er de o o rzaak v an , d at h et econom isch aan trek k elijk is o m h e t elek trisch e g eneratie-systeem geheel a u to m atisch te m aken. D e sch rijv er b eh a n d elt tot in details de eisen, die m o eten w o rd en gesteld a a n een au to m atisch systeem en w ijdt v e r volgens een bespreking a a n d e w ijze v an bed ien in g en instelling v an d e v o o rn aam ste fu n cties, zoals au to m atisch e synchronisatie, k ilo w a tt b elastingverdeling, au to m atisch e o p v o erin g of v erm in d erin g van stro o m lev erin g n a a r gelang v an h e t gebruik d o o r het b o o rd n et en freq u en tie-co n tro le. (Shipping W o rld and S h ipbuilder, feb ru ari 1968, blz. 390-396 en 398-400, 1 graf., 6 sch em a’s). „Brosse breuk van verm oeide constructies”, ïr. J. J. W . N ibbering, J. v a n L in t en R . T. v a n L eeu w en . T w in tig p ro efco n stru c tie s v an w are g ro o tte, die aan verm oeiingsbelastingen w aren blootgesteld, zijn bij lage te m p e ra tu u r to t brosse b reu k belast. H e t b leek, d at de plastische v erv o rm b aa rh e id v a n die co n stru cties veel k le in er w as dan in niet-v erm o eid e to estan d . D it w erd v o o ral v e ro o rz a a k t d o o r de aanw ezigheid v a n scheurtjes en m a a r in geringe m a te d o o r verm oeiingsbeschadigingen v an h et m ateriaal. D e o v erg a n g stem p eratu u r van hoog- n a a r laagspanningsb reu k en w as veel lager d a n k o n w o rd en v erw ac h t aan de h a n d v a n resu ltaten v an afn am e-p ro ev en . A an g eto o n d w o rd t, d at dit verschil een gevolg is v an h e t zu iv er statische k a ra k te r v an ds p ro ev en to t b reu k . Bij aan w ezigheid v a n elastische sch o k k en k u n n en vervorm ingsloze b reu k en al o n tsta a n bij te m p e ra tu re n , die in de b u u rt v an de N il-ductility tra n sitio n liggen. (R a p p o rt S ch eep sstu d iecen tru m T .N .O ., nr. 85 S, 15 fig.). „ A com m ent on low and high freeboard tankers”, J. W . B onebakker. H e t ta n k erv rijb o o rd , d a t v o o r de k o m st v an de 30.000 to n n e r ca. 0.25 D w as en de gelad en diepgang, die u itk w am op 0.75 D h eeft bij h e t gro ter w o rd e n d e r schepen ee n to en am e o n d erg aan van de d e a d w eig h t/w ate rv e rp laa tsin g v e rh o u d in g (gebruik staal van hoge trek sterk te, g ro tere b lo k co ëfficiën t, v erm in d erin g van h e t aan tal lad in g tan k s, enz.). D eze o n tw ik k elin g h eeft geleid to t de con cep tie v an de ta n k e r m et g ro tere holte en g ro ter vrijboord. G egeven w o rd en de b erek en in g en v o o r de scantlings, die d o o r d e classificatiebureaus w o rd en aangehouden. V ervolgens zijn in 2 tabellen gegevens v e r zam eld o ver tan k ers v an 9 0 .0 0 0 -2 0 2 .0 0 0 to n d raagverm ogen m et „laa g ” en „ h o o g ” v rijb o o rd . (D raag v erm o g en , L /B , L /D , d /D , diepgang). In een g rafiek w o rd t een d em arcatie uitgezet tussen „laag ” en „h o o g ” v rijb o o rd groepen. (S h ip b u ild in g and S h ip p in g R eco rd , Vol. 110, nr. 14, 5 okt. 1967, blz. 475, 2 tab., 1 graf.). „Cast-in-situ resin for m achinery ehocking” H e t aan b ren g en en p asm ak e n v an m etalen v u lstu k k en o nder o m v angrijke m a ch in e o n d erd elen is een tijd ro v en d e en k o stb are geschie denis. D e sch eep srep aratieafd elin g van B ethlehem Steel, H o b o k en , h eeft een v erv an g in g sm eth o d e u itg ew erk t w aarbij g ebruik w o rd t ge m a a k t van synthetisch m a teria al v o o r de o n d erzad elin g v an een circa 57 to n w egende tan d w ielk ast. H ie rto e w erd een d o o r de P h ilad elp h ia R esin Co. sam engestelde h arsco m p o u n d , aangeduid als P R -6 1 0 T C , toegepast. O p de conventio n ele m an ier zouden 100 v ulstukken v ereist zijn e n de b en o d ig d e tijd m instens 10 dagen. V o o r de nieuw e m eth o d e w aren 36 v u lstu k k en voldoende en n a m de giettijd m in d e r dan 2 dagen in beslag. D e nieuw e m ethode h eeft de to estem m in g van ABS en U S C o ast G u a rd verkregen. E r volgt een beschrijving van de g ietp ro ced u re. (M ar. Engr. & N a v. A r c h ., V ol. 90 no. 1096 (juli 1967), blz. 293). wilt u bedrijfszekerheid ? kiest emf-dordt ! e le k tro m o to re n als het gaat om kwaliteit diepgaande research, scherpe controle en tientallen jaren ervaring geven de EM F elektrom otoren - van de kle in ste tot de g ro o tste - hun sp re e kw o o rd elijke betrouw baarheid. M024 de meeste typen zijn snel leverbaar, vraagt offerte, postbus: 106, d o rd re c h t telef.: 3 0 2 2 2 (0 1 8 5 0 ) STEEPS SKOTEi . . « w ordt de v ra a g naar DE UNIVERSELE PAKKINGPLAAT voor hete oliën, oplosmiddelen, zuren, alkaliën, stoom, enz. fabrikaat Beldam Asbestos Co. Ltd., Hounslow (Middx.) England Alleenvertegenwoordigers: • Vlotte levering, vooral van standaardafmetingen . 9* FABRIEKENN.V. Ên % Ê*%fyQh7Q VANASBEST, RUBBEREN ff r Cf**' BRANDW EERM ATERIALEN AMSTERDAM tel. • • • • Andere afmetingen op bestelling Alle roosters zijn volbad verzinkt Méér draagkracht dank zij speciale constructie Prijslijst en draagkrachttabellen op aanvraag N.V. Handelmaatschappij P.M.I. G R A S W E G 4 8 -A M S T E R D A M -N , TEL.020-6 96 63 - 6 86 76 020-54001 - POSTBUS 4105 ROTTERDAM / GRONINGEN / EINDHOVEN / EN SCHEDE / SNEEK WIJ ZIJN TEGEN LAWAAI!! H e b t U geluids- of t r i l l i n g p r o b l e m e n ? ? W ij kunnen U helpen met BARYFOL geluiddempende matten en SCHALLSCHLUCK of AQUAPLAS trillingdempende kunststofprodukten. Onze fabrieken Dr. A. Stankiewicz GmbH, Celle/Hannover en Revertex Ltd., Londen zijn sinds vele jaren de leveranciers van deze produkten ten behoeve van o.a. scheepsbouw, auto-industrie, wagonbouw. Ook bij de kantoormachinefabricage en huizenbouw vinden deze materialen hun toepassing. Levering uit voorraad Wilt U inlichtingen of een advies voor Uw eigen bedrijf ???? Bel of schrijf: H E Y B R O E K & C O ’S H A N D E L M A A T S C H A P P IJ N.V. AMSTERDAM - POSTBUS 555 - TEL 020-246973 A 20
© Copyright 2024 ExpyDoc