Klik hier voor de eerste presentatie

Evaluatie van het project
Doorbraak-Leerfabriek
bij drie CJG’s in de stad Groningen
Lucienne van Eijk
4 vragen
1. Vonden de professionals het project DoorbraakLeerfabriek een goede methode?
2. Wat heeft het project opgeleverd in de beleving van de
professionals?
3. Wat moet er nu gebeuren in de beleving van de
professionals?
4. In hoeverre worden de Puddingprincipes en
uitgangspunten op dit moment concreet in de praktijk
gebracht door de professionals?
Methode van onderzoek
1. Face-to-face interviews met 18 professionals en 9
managers.
2. Scoringslijsten voor 12 Puddingprincipes en 7
uitgangspunten van zorg voor jeugd van 27
professionals en 10 managers.
Vonden de professionals het project Doorbraak-Leerfabriek
een goede methode?
1.
2.
3.
4.
5.
Het was voor de professionals in de eerste bijeenkomsten niet helemaal
duidelijk wat het doel was.
Het project leverde voor de CJG-coördinatoren niet veel nieuwe inzichten
op, maar voor de professionals wel.
Het is haalbaar om de nieuwe inzichten in de praktijk te brengen, maar
dan moet er wel eerst meer duidelijkheid zijn over de structuur van het
CJG.
De meeste professionals vonden het project zinvol, maar wel anders dan
verwacht.
De deelnemers hebben geen (extra) tijd gekregen om aan het project deel
te nemen.
Wat vonden de professionals van de methode DoorbraakLeerfabriek?
6.
7.
8.
Er zijn van te voren meestal geen afspraken gemaakt over mandatering en
doorzettingsmacht, ruimte om te experimenteren en terugkoppeling van
resultaten
Het project duurde te kort; men is nu eigenlijk pas toe aan een doorbraak,
namelijk wat betreft de werkprocessen in het CJG.
Er moet serieus geïnvesteerd worden in onderwijs voor professionals in
het CJG.
Puddingprincipes en uitgangspunten
1. In hoeverre zijn de puddingprincipes nog levend?
2. De 12 puddingprincipes: in hoeverre worden ze door
jouw team in de praktijk gebracht?
3. In hoeverre worden deze uitgangspunten door jouw
team in de praktijk gebracht?
Helemaal niet
In zeer beperkte mate
In beperkte mate
In grote mate
In zeer grote mate
Uitgangspunt 1: Wij interveniëren in een vroegtijdig stadium en
investeren in preventie.
16%
0%
10%
16%
20%
30%
niet/nauwelijks
68%
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
100%
in(zeer) grote mate
Puddingprincipe 3: Wij verwijzen niet, maar dragen over en laten pas
los als een ander vast heeft.
4%
0%
56%
10%
20%
30%
niet/nauwelijks
40%
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
100%
in(zeer) grote mate
Puddingprincipe 6: Als er hulp en steun aan jeugdigen en gezinnen
nodig is, dan is deze samenhangend en goed gecoördineerd:
één gezin, één plan
15%
0%
10%
56%
20%
30%
niet/nauwelijks
40%
30%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
100%
in(zeer) grote mate
Puddingprincipe 9: Wij maken gebruik van de diversiteit in ons
gezamenlijke aanbod, waarbij het aantal betrokken hulpverleners zo
beperkt mogelijk is.
4% 15%
0%
10%
81%
20%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
in(zeer) grote mate
100%
Uitgangspunt 7: Wij zetten specialistische hulp in voor medewerkers
van basisvoorzieningen voor het versterken van hun expertise.
5%
0%
45%
10%
20%
30%
niet/nauwelijks
50%
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
in(zeer) grote mate
100%
Puddingprincipe 5: Wij streven ernaar dat ieder kind en ieder gezin
binnen 5 dagen op de juiste plek is.
26%
0%
10%
52%
20%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
22%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
in(zeer) grote mate
100%
Puddingprincipe 7: Wij betrekken cliënt en systeem bij het vaststellen
van het probleem en het formuleren van de hulpverlening.
7%
0%
22%
10%
20%
71%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
in(zeer) grote mate
100%
Uitgangspunt 3: Wij betrekken ouders en jeugd nadrukkelijk bij het
oplossen van hun vragen en problemen.
26%
0%
10%
74%
20%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
in(zeer) grote mate
100%
Puddingprincipe 8: Wij gaan zoveel mogelijk uit van de kracht van kind
en gezin.
11%
0%
10%
89%
20%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
100%
in(zeer) grote mate
Uitgangspunt 2: Wij richten ons bij de ondersteuning en hulpverlening
op het vergroten van het zelfoplossend vermogen
4%
0%
24%
10%
20%
72%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
in(zeer) grote mate
100%
Uitgangspunt 4: Wij bieden de ondersteuning en hulpverlening waar
mogelijk aan binnen de sociale omgeving van het kind.
25%
0%
10%
75%
20%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
100%
in(zeer) grote mate
Puddingprincipe 12: Wij laten een kind pas los als de risico’s in het
opgroeien en opvoeden beheersbaar zijn geworden.
4%
0%
32%
10%
20%
64%
30%
niet/nauwelijks
40%
50%
60%
in beperkte mate
70%
80%
90%
100%
in(zeer) grote mate