Infectieziekten en vergrijzing Caroline Swanink Arts-microbioloog 22 januari 2014 Toename 65-plussers Vergrijzing in Nederland neemt toe In 1900: 0,3 miljoen 65-plussers In 2009: 2,5 miljoen 65-plussers (=15%) In 2050: 4,5 miljoen 65-plussers (=25%) De kans op overlijden is voor de meeste infecties tenminste 3 x zo hoog onder ouderen dan onder jongeren met een infectieziekte. P Bijkerk, EA van Lier, JA van Vliet en MEE Kretzschmar. NTVG 2010;154:A1613. Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen Hogere prevalentie van infecties Omgevingsfactoren: vaker opname in verpleeghuizen of bejaardenhuizen crowding niet alleen toename van blootstelling aan infecties, maar ook snellere verspreiding van infecties (bijvoorbeeld norovirus). Vaker gebruik van catheter, sonde of infuus waardoor normale barrière doorbroken wordt. Vaker co-morbiditeit zoals diabetes mellitus of medicatie (bijv. corticosteroiden) waarbij infecties vaker optreden. Incidentie van nosocomiale infecties HJM Cools en JWM van der Meer. NTVG 1998;142:2242-5. Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen “Fysiologische veranderingen” Ten gevolge van postmenopauzale veranderingen wijzigt de vaginale flora en neemt de kans op symptomatische en asymptomatische bacteriurie toe. Ook is er vaker een residu t.g.v. prolaps (bij vrouwen) of prostaathypertrofie, waardoor bacteriën in de blaas kunnen uitgroeien. Minder efficiënte klaring van mucus uit de bronchiën o.a. door verminderde functie trilhaarepitheel stasis en groei van microorganismen bronchitis of pneumonie. G Gavazzi and KH Krause. Lancet Infect Dis 2002;2:659-66. Veroudering van de huid Dunner worden van de huid Slechtere doorbloeding Decubitus Gordelroos Oedeem (stase) Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen Afweer Afweer kunnen we onderscheiden: – Aspecifieke immuniteit (innate immunity): snelle afweer, niet-specifiek, geen immunologisch geheugen o.a. door macrofagen, natural killer cellen. – Specifieke immuniteit (adaptive immunity) traag (aantal dagen), specifiek tegen verwekker gericht, geeft aanleiding tot immunologisch geheugen: m.n. T- en B-cellen Veranderingen in de afweer bij veroudering G Gavazzi and KH Krause. Lancet Infect Dis 2002;2:659-66. Voorbeelden Celgemedieerde immuniteit neemt af: bijvoorbeeld de vertraagde overgevoeligheidsreactie Verminderde respons op vaccinatie (influenza). Afname van aantal en functie van T-cellen kan leiden tot reactivatie van bijvoorbeeld varicella zoster virus (gordelroos). Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen Presentatie van infectie Koorts is afwezig in 20-30% van ernstige infecties! Een verhoogd CRP, leukocytose en linksverschuiving suggestief voor bacteriële infectie. Meest voorkomende klinische symptomen zijn nonspecifiek zoals vallen, delier, anorexie, incontinentie of gegeneraliseerde zwakte. Vaak worden symptomen toegeschreven aan de leeftijd zoals pijn in de rug (kan passen bij degeneratieve veranderingen of spondylodiscitis), kortademigheid (kan passen bij decompensatio cordis maar ook bij pneumonie of endocarditis). CMA Swanink et al. NTVG 1997;141:2159-62 G Gavazzi and KH Krause. Lancet Infect Dis 2002;2:659-66. Presentatie van infecties bij ouderen Infectie Percentage zonder koorts bij presentatie Meningitis Bacteriëmie Appendicitis Endocarditis Cholecystitis Pneumonie 0-41% 13-24% 26% 27-45% 38-71% 40-67% Meest voorkomende infecties Urineweginfecties – Lastig is om onderscheid te maken tussen asymptomatische bacteriurie en infectie. – Belangrijk om te zorgen voor voldoende flow en goed uitplassen. Gastro-enteritis – Verminderde motiliteit, gebruik van protonpompremmers en antibiotica verhogen de kans op infecties. Luchtweginfecties – Vermindering van functie van trilhaarepitheel, afname lokale immuniteit en vermindering van zuurproductie verhogen de kans op infectie. Infecties van de huid – Dunnere huid, slechtere doorbloeding, oedeem (verminderde activiteit) en bedlegerigheid verhogen de kans op infecties door o.a. S.aureus. Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen Verwekkers bij ouderen Met toenemende leeftijd vaker Listeria monocytogenes, Legionella pneumophila, Chlamydophila pneumoniae, influenzavirus, herpes zoster, norovirus en Mycobacterium tuberculosis, maar vrijwel nooit Haemophilus influenzae en Mycoplasma pneumoniae. Bij pneumonie staat de Streptococcus pneumoniae nog met stip bovenaan de lijst met verwekkers. Ten gevolge van frequenter gebruik van antibiotica in zorginstellingen, zien we ook vaker bijzonder resistente micro-organismen (BRMO). Wat zijn BRMO’s? MRSA CPB ESBL PRSP VRE The Big Five Wat zijn BRMO’s? MRSA: methicilline resistente Staphylococcus aureus (import uit buitenland, veterinair, community-acquired). ESBL: extended spectrum vormende betalactamase (snel toenemend). Bron o.a. besmet vlees. CPB: carbapenem producerende bacteriën (hoofdzakelijk import uit buitenland). PRSP: penicilline resistente pneumokokken (in Nederland nog <3%). VRE: Vancomycine resistente enterokokken (uitbraken). MRSA in 2012 E. coli resistent tegen derde generatie cefalosporines in 2012 OXA-48 VRE in 2012 PRSP in 2012 Gebruik van antibiotica in verpleeghuizen Bron: NethMap 2013 Bron: NethMap 2013 E. coli resistent tegen fluorquinolonen in 2002 E. coli resistent tegen fluorquinolonen in 2012 Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen Diagnostiek Diagnostiek is niet altijd mogelijk of is minder sensitief. Bijvoorbeeld: – Transthoracale echo is bij verkalkte kleppen niet betrouwbaar. – Beeldvorming met contrast kan niet vanwege gestoorde nierfunctie. – Lumbaalpunctie bij antistolling heeft verhoogd risico. – Urinekweek bij catheter is vrijwel altijd positief of verontreinigd. – Bij incontinentie moeilijk om betrouwbare kweek af te nemen. Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen Co-morbiditeit Endocarditis treedt vaker op bij atherosclerotische kleppen. Chronische ulcera cruris zijn vrijwel altijd geïnfecteerd en genezen slecht door arteriële of veneuze insufficiëntie. Na CVA of heupfractuur zijn patiënten vaak bedlegerig, waardoor ze meer kans hebben op decubitus en minder goed uitplassen. Decubituswonden zijn een bron van erysipelas, cellulitis en osteomyelitis. Verslikking leidt tot aspiratie-pneumonieën. Overige aandoeningen Slechte voedingstoestand en vitamine deficiënties verhogen de vatbaarheid voor infecties. Diabetes mellitus hangt samen met verhoogd risico op urineweginfecties, maar ook met endocarditis en infectieuze artritis. Atherosclerose, CVA en COPD predisponeren tot luchtweginfecties. Wat speelt een rol? Prevalentie van infecties neemt toe “Fysiologische veranderingen” Immuniteit neemt af Presentatie van infectie is vaker atypisch Verwekkers veranderen Diagnostiek niet altijd mogelijk Vaker co-morbiditeit van andere aandoeningen Behandeling: keuze middelen wordt beperkt door toxiciteit en interacties met andere middelen Antimicrobiële therapie Nierfunctiestoornissen treden vaak op bij oudere patiënten waardoor middelen als nitrofurantoine niet meer gebruikt kunnen worden. Intraveneuze toediening is niet in elke setting mogelijk (delier). Interactie met andere middelen: bijvoorbeeld coumarinederivaten en cotrimoxazol. Gastro-intestinale bijwerkingen, misselijkheid en diarree kunnen aanleiding geven tot slechtere opname. Gebruik van maagzuurremmers verhoogt de kans op infectie. Verhoogde kans op bijwerkingen en toxiciteit. Compliance neemt af naarmate het aantal middelen toeneemt. Take home messages Vergrijzing leidt tot een toename van infecties. In de klinische praktijk kenmerken infecties bij ouderen zich vaak door een atypisch beloop, waardoor de diagnose pas laat wordt gesteld. Doordat ook de ernst van de infecties toeneemt met de leeftijd zal vaker antibiotische therapie nodig zijn. Hierdoor zal antibioticaresistentie wellicht sneller toenemen. Polyfarmacie verhoogt de kans op interacties en verlaagt de compliance. Infectiepreventiemaatregelen zijn van groot belang om de verspreiding van BRMO’s tegen te gaan. Sir William Osler: ‘Pneumonia might be the old man’s friend’
© Copyright 2024 ExpyDoc