Handreiking samenwerking GGD-GHOR bij

Handreiking samenwerking GGD-GHOR bij
infectieziektebestrijding
Versie
Datum
Beheerders
1.0
10 februari 2014
Laura Rust (PGVN)
1
Inleiding
GGD en GHOR werken samen bij grootschalige infectieziektebestrijding. In het verleden ging
dat niet altijd soepel. GGD en GHOR wisten vaak niet goed wat ze van elkaar konden
verwachten en hoe hun verantwoordelijkheden zich tot elkaar verhielden. Wie had nou
eigenlijk de regie? En wat betekent dat?
Dit document is opgesteld om professionals van GGD en GHOR te ondersteunen bij het
vormgeven van hun samenwerking. We hebben het een ‘handreiking samenwerking’
genoemd omdat het weergeeft hoe GGD en GHOR elkaar het beste kunnen benutten bij (de
voorbereiding op) een uitbraak van een grootschalige infectieziekte en zo elkaar kunnen
versterken. De directe aanleiding voor het opstellen van dit document was de introductie van
de tweede tranche van de Wet publieke gezondheid per 1 januari 2012.
A-ziekten
De taakverdeling en werkwijze die worden beschreven, gelden in principe voor alle soorten
infectieziekten, ook de infectieziekten uit de A-categorie. Dat bij A-ziekten de bestuurlijke
verantwoordelijkheid is belegd bij het bestuur en de voorzitter van de veiligheidsregio heeft
geen automatische gevolgen voor de taakverdeling tussen GGD en GHOR. De uitbraak van
een A-ziekte is wel altijd een reden voor overleg tussen GGD en GHOR over de beste
aanpak.
Met de introductie van de tweede tranche van de Wet publieke gezondheid (1 januari 2012) is
afwijkend van de oude wet geregeld dat:
 Het bestuur van de veiligheidsregio zorg draagt voor de voorbereiding op de bestrijding
van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, alsmede op de bestrijding
van een nieuw subtype humaan influenzavirus, waarbij ernstig gevaar voor de
volksgezondheid bestaat;
 De voorzitter van de veiligheidsregio zorg draagt voor de bestrijding van een epidemie
van een infectieziekte behorend tot groep A, of een directe dreiging daarvan, en is dan
ten behoeve van deze bestrijding bij uitsluiting bevoegd om toepassing te geven aan de
artikelen 34, vierde lid, 47, 51, 54, 55 of 56.
In de wet is niet opgenomen dat in die situaties ook de organisatie en advisering wijzigen. Het
ligt voor de hand om ook voor A-ziektes zoveel mogelijk aan te sluiten bij de reguliere
infectieziektebestrijding.
De rol van de DPG in de infectieziektebestrijding
De directeur publieke gezondheid (DPG) heeft een centrale verantwoordelijkheid in de
infectieziektebestrijding in de regio. Sinds 2012 is elke DPG verantwoordelijk voor de GGD en
de GHOR en daarmee voor de monitoring van infectieziekten in de regio, voor de coördinatie
van de bestrijding en voor de samenwerking met alle (zorg)partners. Daarbij worden de
GGD’en ondersteund of gestuurd door het Centrum infectieziektebestrijding van het RIVM en
eventueel het ministerie van VWS.
De organisaties van de directeur (GGD en GHOR) bevorderen dat zorgpartners, publiek en
bedrijven in de regio hun bijdrage leveren aan het bestrijdingsbeleid. Bij een landelijke crisis
bevordert de directeur de medewerking van zorgpartners in de regio aan het landelijke
bestrijdingsbeleid van de minister en zorgt zo nodig voor regionaal aanvullend beleid. De
DPG is ervoor verantwoordelijk dat (alle mogelijke) maatregelen worden getroffen om te
voorkomen dat een infectieziekte leidt tot maatschappelijke onrust of een verstoring van de
openbare orde en veiligheid. De DPG is ervoor verantwoordelijk dat (veiligheids)partners tijdig
worden geïnformeerd en betrokken.
2
In zijn staf zorgt hij voor voldoende deskundigheid van artsen en verpleegkundigen
infectieziekten, communicatieadviseurs, crisiscoördinatoren, beleidsmedewerkers
geneeskundige crisisbeheersing en operationele en secretariële ondersteuning zodat hij zijn
verantwoordelijkheden goed kan waarmaken.
Planvorming infectieziektebestrijding
Deze handreiking voor de samenwerking GGD/GHOR bij infectieziektebestrijding ondersteunt
de GGD’en en GHOR-bureaus bij de taakverdeling tussen de afdelingen/medewerkers van
de GGD en de GHOR. De handreiking kan gebruikt worden om een betere verbinding te
maken tussen het GGD RampenOpvangPlan (GROP) en het regionaal crisisplan (RCP) van
de veiligheidsregio. De handreiking is niet bedoeld als zelfstandige planvorm, maar
desgewenst kunnen delen van de handreiking worden overgenomen in het GROP, het RCP,
het generieke draaiboek infectieziekten van de GGD of een specfiek rampenbestrijdingsplan
of incidentbestrijdingsplan infectieziekten van de veiligheidsregio.
Als bijlage bij deze handreiking is een zogenoemde ‘kapstok’ opgenomen. De kapstok is
bedoeld als instrument om overzicht te houden over de verschillende planvormen op het
terrein van infectieziekten.
In de Wet publieke gezondheid is voor de planvorming als verplichting opgenomen dat:
 Het bestuur van de veiligheidsregio in het crisisplan, bedoeld in artikel 16 van de Wet
veiligheidsregio’s, de organisatie, de taken en bevoegdheden in het kader van de
bestrijding van en de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een
infectieziekte behorend tot groep A, beschrijft, alsmede de voorbereiding op de bestrijding
van een nieuw subtype humaan influenzavirus waarbij ernstig gevaar voor de
volksgezondheid bestaat;
 Het deel van het crisisplan, bedoeld in artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s, dat
betrekking heeft op bestrijding van en de voorbereiding op de bestrijding van een
epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, alsmede de voorbereiding op de
bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus waarbij ernstig gevaar voor de
volksgezondheid bestaat, wordt vastgesteld in overeenstemming met het algemeen
bestuur van de gemeentelijke gezondheidsdienst.
De handreiking samenwerking kan gebruikt worden om invulling te geven aan dat deel van
het regionale crisisplan. Desgewenst kan de GHOR de handreiking samenwerking ook
gebruiken om in overleg met de GGD een zogenoemd rampenbestrijdingsplan (RBP) op te
stellen als specificatie van het regionaal crisisplan (art. 17 van de Wet veiligheidsregio’s). Dat
is echter geen verplichting.
De taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, werkwijzen en organisatiestructuren op het
gebied van infectieziektebestrijding zijn beschreven in:



Wet publieke gezondheid en Wet veiligheidsregio’s
http://www.overheid.nl
draaiboeken en richtlijnen die worden beheerd door de Landelijke Coördinatie
Infectieziektebestrijding van het RIVM:
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/L/LCI_Richtlijnen
http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/L/LCI_Draaiboeken
model voor een generiek draaiboek infectieziektebestrijding dat samen met de GGD en
GHOR wordt ontwikkeld door de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding van het
RIVM:
3




http://www.rivm.nl/Bibliotheek/Professioneel_Praktisch/Draaiboeken/Infectieziekten/LCI_d
raaiboeken/Regionaal_Generiek_Operationeel_Draaiboek_Infectieziektecrises
het Landelijk Draaiboek Publiekscommunicatie Grieppandemie dat wordt beheerd door
het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:
http://www.rivm.nl/Bibliotheek/Professioneel_Praktisch/Draaiboeken/Infectieziekten/Land
elijk_draaiboek_publiekscommunicatie_grieppandemie
Model GGD RampenOpvangPlan (GROP) dat wordt beheerd door PGVN/GGD
Nederland:
http://www.ggdkennisnet.nl/thema/project-samen-beter-voorbereid/nieuws/1147
Crisismodel GHOR dat wordt beheerd door PGVN/GHOR Nederland (dd. 26 april 2013).
http://www.ggdkennisnet.nl/thema/opgeschaalde-zorgalgemeen/publicaties/publicatie/8911-crisismodel-ghor
Modelconvenant publieke gezondheid dat wordt beheerd door PGV Nederland
http://www.ggdkennisnet.nl/thema/grop-oto/dossiers/108
4
1. Afstemming tussen GGD en GHOR
De DPG heeft een integrale verantwoordelijkheid voor infectieziektebestrijding. De afdeling
infectieziektebestrijding van de GGD is inhoudsdeskundige en vanuit die expertise regisseur
bij een uitbraak van een infectieziekte. De GHOR coördineert tijdens een crisis de
samenwerking in de geneeskundige keten en de afstemming met de veiligheidspartners en
kan daarmee de regietaak van de GGD ondersteunen en versterken. Het is daarvoor niet per
se nodig om een GRIP-fase in te stellen.
Hieronder is beschreven welke taken de GGD en GHOR kunnen vervullen bij een uitbraak
van een infectieziekte en waarvoor, wanneer en hoe de GGD en de GHOR elkaar kunnen
vinden.
Taakbeschrijvingen ten aanzien van infectieziektebestrijding
GGD: medisch deskundig. Coördineert de bestrijding van de infectieziekte in de regio en
voorkomt verdere verspreiding. Vertaalt eventueel het landelijke VWS/RIVM-beleid.
 monitoring infectieziekten
 advisering/bepaling regionaal bestrijdingsbeleid
 bronopsporing, contactonderzoek, vaccinatie, vervoer en afzondering;
 diagnose, therapie;
 hygiënemaatregelen, voorlichting en registratie verzorgen
 vakinhoudelijk informatie en advies omtrent bestrijding infectieziekte
GHOR: zorgt voor verbinding tussen de geneeskundige en veiligheidspartners en coördineert
opschaling van de witte keten. Vertaalt het landelijke VenJ-beleid.
e
e
 monitoren van de continuïteit van de 1 en 2 lijnszorg
 coördinatie van de samenwerking tussen ketenpartners witte kolom
 afstemming met politie, gemeenten, brandweer en overige vitale partners
 informatievoorziening en (logistieke) coördinatie bij crises
 resourcemanagement (verdeling van schaarste)
Communicatie:
De communicatie over infectieziektebestrijding is niet alleen belegd bij de GGD. Het is
daarom heel belangrijk steeds goede afspraken te maken over de communicatie met het
RIVM, het ministerie van VWS, gemeenten, zorgorganisaties en GHOR/veiligheidsregio’s. Bij
infectieziekten uit de A-categorie heeft het ministerie van VWS expliciet de leiding in de
communicatiestrategie en delegeert het veel dagelijkse woordvoering aan het RIVM. Bij
andere infectieziekten is er meestal een grote rol voor de GGD. De afdeling
infectieziektebestrijding van de GGD overlegt met de communicatieadviseur(s) van de GGD
over de communicatiestrategie en de afstemming met partners.
 advisering communicatiestrategie
 woordvoering, pers- en publiekscommunicatie
 communicatie met doelgroepen
 advies over en productie van communicatiemiddelen
a. Waarvoor schakel je elkaar in?
De afdeling infectieziektebestrijding van de GGD heeft regionaal een leidende rol in de
infectieziektebestrijding, van kleinschalige infecties tot en met (grootschalige) epidemieën.
GHOR en communicatie vervullen hun rol in afstemming met de afdeling
5
infectieziektebestrijding. Bij onduidelijkheden over de gewenste rollen van GGD en GHOR
zorgt de directeur publieke gezondheid voor uitsluitsel.
De GHOR kan ingeschakeld worden voor:
 advies over het betrekken van veiligheidspartners en het veiligheidsbestuur bij de
bestrijding van de uitbraak
 advies over het benutten van de GRIP-structuur voor crisisbeheersing
 coördinatie van de informatievoorziening en samenwerking tussen geneeskundige
partners (ziekenhuizen, huisartsen(posten), ambulancedienst etc.)
 afstemming en advisering van de veiligheidspartners (brandweer, politie, gemeenten etc.)
Een GHOR-functionaris kan daarvoor eventueel deelnemen aan het crisisteam GROP.
De communicatieadviseur van de GGD kan ingeschakeld worden voor:
 advisering communicatiestrategie
 (afstemming over) woordvoering, pers- en publiekscommunicatie
 advies over communicatie met doelgroepen
 advies over en productie van communicatiemiddelen
Een communicatieadviseur kan daarvoor eventueel deelnemen aan het crisisteam GROP.
De DPG is verantwoordelijk voor:
 advisering van het bestuur van de GGD
 advisering van het bestuur van de veiligheidsregio/GHOR
b. Wanneer schakel je elkaar in?
Wanneer je elkaar inschakelt, is afhankelijk van de situatie en de ondersteuning die je nodig
hebt c.q. kan bieden. Belangrijk is om in geval van twijfel contact op te nemen met elkaar om
af te stemmen of in die situatie elkaars inzet bruikbaar en nuttig is.
In essentie zijn er twee redenen om de GHOR te betrekken bij het bestrijdingsbeleid:
- (dreigende) capaciteitsproblemen; verdeling van schaarste van bijvoorbeeld mensen,
kennis en middelen (zoals bijvoorbeeld capaciteit IC bedden of beschikbaarheid antivirale
middelen);
- (dreigende) complexiteitsproblemen; samenwerking en afstemming met veel partners,
veel partijen en/of veel processen.
Het is beter om elkaar te vroeg te informeren dan te laat. Informeren en betrekken van de
GHOR betekent niet dat automatisch sprake moet zijn van opschaling en GRIP-fases. De
GHOR kan adviseren over de voor- en nadelen van opschaling en afstemming met de
veiligheidspartners en eventueel coördinerende taken uitvoeren zodat de GGD zich kan
concentreren op het bestrijdingsbeleid.
c.
Hoe schakel je elkaar in?
Maak afspraken over wie elkaar waarover informeert. Het gaat er in eerste instantie vooral
om elkaar te informeren, zodat alle betrokkenen in de gelegenheid zijn om voorbereidingen te
treffen. Benut daarbij zoveel mogelijk de reguliere contacten die ook zijn opgenomen in het
GROP en het regionaal crisisplan.
6
REGIE
Bij de bestrijding van een infectieziekte zijn er eigenlijk altijd meerdere
partijen betrokken: patiënt, familie, (huis)arts, GGD en RIVM. Soms is het
grootschaliger en kunnen ook andere partijen betrokken raken:
ziekenhuizen, huisartsenposten, ambulances, verzorgings- en
verplegingshuizen, verloskundigen, thuiszorg, trombosediensten,
apotheken, gemeenten, bestuurders, brandweer, politie etc.
Elke partij is verantwoordelijk voor zijn eigen taken, maar naarmate er
meer partijen betrokken raken, wordt het steeds belangrijker om ook de
samenwerking tussen de partijen en de afstemming tussen de taken van
de partijen te organiseren. In kleinschalige situaties kunnen de huisarts
en de GGD dat prima zelf regelen, maar in grootschaligere of complexere
situaties kan dat ten koste gaan van de eigen taken. Het is aan te raden
het niet zo ver te laten komen en tijdig de GHOR in te schakelen voor
(advies over) de regie op de samenwerking.
GRIP
Inzet van de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure
(GRIP) is niet gebruikelijk bij infectieziektebestrijding. Het kan echter wel
nuttig zijn, bijvoorbeeld bij bedreigingen van de openbare orde en
veiligheid, de continuïteit van de hulpverlening en de continuïteit van
vitale sectoren. In situaties van GRIP is de regierol wettelijk toebedeeld
aan de GHOR. De GHOR coördineert of regisseert dan de
geneeskundige hulpverlening namens het openbaar bestuur. De GGD
blijft nog steeds volledig verantwoordelijk voor haar taken op het gebied
van infectieziektebestrijding maar werkt onder regie van de GHOR samen
met de andere betrokken partijen.
GRIP is een incidentbestrijdingsprocedure voor de samenwerking tussen
politie, brandweer, gemeenten, GHOR en openbaar bestuur. De GHOR
heeft een belangrijke stem bij het instellen van een GRIP-fase, maar
bepaalt dat niet alleen. In veel regio’s is afgesproken dat als een van de
deelnemers een GRIP-fase wil inzetten, alle partijen volgen. Als een
GRIP-fase bij nader inzien niet nodig blijkt te zijn, kan namelijk altijd weer
worden afgeschaald.
Een GRIP-fase kan ook voordelen bieden bij grootschalige
infectieziektebestrijding. Bespreek met de GHOR of gebruik van GRIP
een goed idee is.
Opschaling van de witte keten
Als er geen sprake is van GRIP maar er wel behoefte is aan regie op de
samenwerking in de witte keten, kunnen GGD en GHOR gezamenlijk
afspreken om de taken te verdelen. Over het algemeen zal het initiatief
daarvoor uitgaan van de GGD, maar het kan ook zijn dat de GHOR
signalen krijgt van een van de andere partners en om die reden contact
opneemt met de GGD. Bij twijfel of onenigheid beslist de directeur
publieke gezondheid.
7
d. Maak afspraken over de afhandeling van de financiële zaken
Bij een grootschalige uitbraak van een infectieziekte worden alle benodigde mensen en
middelen ingezet, maar vaak wordt pas achteraf bekeken wie welke kosten moet dragen. Het
is daarom van belang om in de koude fase afspraken te maken over de financiën waarbij
continue de afweging gemaakt moet worden tussen kwaliteit en kosten: welke financiële
consequenties hebben inhoudelijke keuzes en welke keuzes kunnen hierin gemaakt worden?
Concrete aanbevelingen zijn: stel in de koude fase een begroting op, sluit
waakvlamconstructies met leveranciers van goederen en diensten, regel autorisatie voor het
doen van uitgaven ten tijde van een ramp of crisis en maak een vergoedingssystematiek voor
gederfde inkomsten van locatie-eigenaren.
Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op het rapport ‘gezonde samenwerking; een prikkelende
evaluatie van de sturing en samenwerking in de aanpak van Nieuwe Influenza A
Haaglanden’. Opgesteld door Lysias Advies in oktober 2010.
8
2. Informatievoorziening aan partners
Tijdens een grotere infectieziektebestrijding wordt met veel partners samengewerkt. Bij een
dreiging van een grootschalige crisis hebben zowel de GGD als de GHOR contacten met
partners; over de huidige situatie, maar ook ter voorbereiding op een eventuele ernstigere
situatie. Omdat GGD en GHOR beide communiceren vanuit de verantwoordelijkheid van de
directeur publieke gezondheid is het belangrijk dat de informatie-uitwisseling van GGD en
GHOR met de partners op elkaar is afgestemd. We moeten vermijden dat GGD en GHOR
zonder afstemming blijven communiceren met dezelfde partners. Dat is voor de partners
onduidelijk, maar ook voor de bestrijdingsstrategie en de voorbereiding. Bovendien zou het
de positie van de DPG ongeloofwaardig kunnen maken. GGD en GHOR moeten daarom
afspraken maken hoe zij de informatievoorziening aan partners organiseren, hoe zij ervoor
zorgen dat de partners over alle onderwerpen goed worden geïnformeerd en hoe vragen van
partners worden verzameld en beantwoord.
Het ligt voor de hand om de informatievoorziening met een aantal partners aan vaste
‘accounthouders’ te koppelen:
DPG: bestuur GGD en bestuur veiligheidsregio
GGD: RIVM/LCI/Cib, ministerie van VWS/OMT-BAO, NVWA, maatschappelijke instellingen
GHOR: veiligheidspartners, ministerie van VenJ/NCC/LOCC
De contacten met de zorgpartners en de landelijke vereniging zijn minder eenvoudig toe te
delen. Elke regio zal een geschikte werkwijze moeten vinden voor de afstemming van de
informatievoorziening met die partners.
2A. Regionaal bestuur
Bestuur GGD en bestuur veiligheidsregio
Naar DPG
 Vragen
 Opdrachten
Vanuit DPG
 Integraal beeld stand van zaken
 Integraal advies aanpak en
besluitvorming
2B. Landelijke partners
RIVM
Naar GGD
 Landelijke monitor incidentie
 Informatie over ziekte (inhoudelijk)
 Bestrijdingsbeleid
 Beschermings- en
voorzorgsmaatregelen
 Richtlijnen voor monitoring en
bemonstering
 Landelijke woordvoering
Vanuit GGD
 Gegevens monitoring infectieziekten,
signalen over uitbreiding ziekte
 Meldingen meldingsplichtige ziekten
 Resultaten bemonstering en
labverzoeken
 Resultaten brononderzoek
 Signalen over uitvoering
bestrijdingsbeleid
 Signalen over continuïteit zorg
 Vragen van hulpverleners en publiek
9
Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland i.o.
GGD Nederland/GHOR Nederland
Naar GGD/GHOR
 Informatie en verzoeken voor
gecoördineerde activiteiten DPG’s
 Informatie vanuit landelijke partners
Vanuit GGD/GHOR
 Verzoeken om afstemming met
landelijke partners en/of de koepels van
regionale partners
 Vragen over landelijke beleid
VWS (incl. Outbreak Management Team en Bestuurlijk Afstemmingsoverleg, OMT/BAO)
Naar GGD
 Landelijke beleidslijnen en wetgeving
 Landelijke publiekscommunicatie
 Vragen over uitvoering beleid (evt. via
landelijke vereniging)
Vanuit GGD
 Signalen over de regionale uitvoering
van de beleidslijnen en communicatie
 Behoefte aan aanvullend beleid,
wetgeving of communicatie
Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA)
Naar GGD
 Informatie over (verdenkingen van)
dierziekten en zoönosen en maatregelen
 Informatie over voedselinfecties en
maatregelen
 Informatie over problemen met nonfoodproducten en maatregelen
 Vragen over verspreiding besmettingen
en type klachten
Vanuit GGD
 Behoefte aan brononderzoek
 Signalen over besmettingen, infecties en
klachten
 Behoefte aan aanvullende informatie of
maatregelen bij dierziekten of infecties
VenJ/NCC/LOCC
Naar GHOR
 Informatie over maatregelen rond
crisisbeheersing
 Adviezen en richtlijnen voor regionale
voorbereiding
 Vragen over uitvoering beleid (evt. via
landelijke vereniging)
Vanuit GHOR
 Informatie over stand van zaken en
procesinformatie
2C. Regionale partners
Zorgpartners
huisartsen(posten), ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen, ambulancevoorziening,
meldkamer ambulancezorg, verloskundigen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, GGZ, …
Naar GGD/GHOR
 Vragen/behoefte aan informatie over
regionaal bestrijdingsbeleid/
ziekte/incidentie
Vanuit GGD/GHOR
 Informatie over stand van zaken en
procesinformatie
10



Signalen over de uitvoering
Signalen over de informatiebehoefte van
de patiënten/bevolking
Signalen/vragen over (voorbereiding)
opschaling en continuïteit van zorg


Informatie en verzoeken vanuit regionale
beleidslijnen (of toepassing van
landelijke beleidslijnen)
Informatie en verzoeken ten behoeve
van continuïteit van zorg en opschaling
Het ROAZ is een regionaal overleg van acutezorgpartners dat benut kan worden om
afspraken te maken met de acutezorgpartners gezamenlijk over onder andere
infectieziektebestrijding en coördinatie en continuïteit van de acute zorg. Het ROAZ heeft
geen specifieke rol tijdens een crisis.
Veiligheidspartners
Primair: politie, brandweer, gemeenten/gemeentesecretarissen,
Secundair: meldkamer, vitale sectoren, Defensie, …
Naar GHOR
 Vragen
Vanuit GHOR
 Informatie over stand van zaken en
procesinformatie
 Adviezen over
beschermingsmaatregelen
 Afstemming over inzet/ondersteuning bij
het bestrijdingsbeleid
Maatschappelijke instellingen
Scholen, verenigingen, bedrijven, organisaties, culturele instellingen, horeca, …
Naar GGD
 Vragen
 Signalen
Vanuit GGD
 Informatie over de ziekte en verzoeken
vanuit het bestrijdingsbeleid
 Adviezen over
beschermingsmaatregelen
11
Bijlage 1. Contactfunctionarissen infectieziektebestrijding
Maak in je regio een overzicht van de functionarissen waar je contact mee kan opnemen over
infectieziektebestrijding. Vermeld specifieke afspraken over bijvoorbeeld
informatievoorziening, bereikbaarheid en beschikbaarheid. Maak voor de contactgegevens bij
voorkeur gebruik van het reguliere adressenbestand van GGD en GHOR, zodat je de
grootste kans hebt op actuele gegevens.
Organisatie
Functionaris
Contactafspraken
Regionaal bestuur
Bestuur GGD
Bestuur veiligheidsregio
Landelijk
RIVM
PGVN
(GGD/GHOR NL)
Min VWS
.
Min VenJ
Nationaal Crisiscentrum
(NCC)
Landelijk Operationeel
Coördinatiecentrum
(LOCC)
…
Regionaal
Meldkamer
Ziekenhuis x
Ziekenhuis y
Ziekenhuis z
Huisartsen(posten)/
Huisartsenkringen
12
Organisatie
Functionaris
Contactafspraken
Ambulancevoorziening
Thuiszorgorganisaties
Verpleeghuizen
Verzorgingshuizen
GGZ
Gehandicaptenzorg
Verloskundigen
Apotheken
Brandweer
Politie
Gemeenten
Veiligheidsregio
Energiebedrijven
Drinkwaterbedrijven
Waterschap(pen)
Defensie
…
13
Bijlage 2. Bestuurlijke verantwoordelijkheid A-ziekten
Inleiding
In regio Haaglanden is de bestuurlijke verantwoordelijkheidsverdeling rondom grootschalige
infectieziekten inzichtelijk gemaakt in een notitie voor bestuurders GGD en Veiligheidsregio.
Voorliggende notitie beschrijft de theorie op basis van de Wet Publieke Gezondheid (WPG)
en de Wet Veiligheidsregio’s (WVR).
Overzicht verantwoordelijkheden WPG en WVR
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de
algemene infectieziektebestrijding (WPG, art. 6,1).
2. De burgemeester heeft het opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees
voor het ontstaan daarvan. (WVR, art. 5)
3. De burgemeester kan uit hoofde van zijn opperbevel aan alle instellingen en
zorgverleners aanwijzingen geven. Indien nodig kan de burgemeester hierbij gebruik
maken van noodbevoegdheden in het kader van de Gemeentewet (hoofdstuk IX),
zoals het geven van noodbevelen, het vaststellen van noodverordeningen, het
toezicht op evenementen en bestuurlijke ophouding.
4. Op grond van de WVR (art.6) kan de burgemeester de RAV aanwijzingen geven
indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is uit een oogpunt van openbare orde.
5. De burgemeester geeft op basis van de WPG (art. 6, 2) leiding aan de bestrijding van
een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep B1, B2 of C, alsook de
directe voorbereiding daarop en draagt zorg voor de toepassing van de
1
maatregelen , bedoeld in hoofdstuk V, alsmede de genoemde noodbevoegdheden in
het kader van de Gemeentewet.
6. In geval van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis is niet de
individuele burgemeester, maar de voorzitter van de veiligheidsregio (tevens
korpsbeheerder van politie) bij uitsluiting bevoegd in de betrokken gemeenten
toepassing te geven aan de noodbevoegdheden van de burgemeesters (WVR,
art.39).
7. In geval van A-ziekten geeft de Minister van VWS leiding aan de bestrijding en kan
de Minister de voorzitter van de veiligheidsregio opdragen hoe de bestrijding ter hand
te nemen, waaronder begrepen het opdragen tot het toepassen van de maatregelen.
(WPG, art.7)
1
Maatregelen met betrekking tot infectieziektebestrijding: Isolatie, quarantaine, verbod verrichten
werkzaamheden, maatregelen inzake gebouwen, terreinen, vervoermiddelen en waren (sluiten,
gebruik, verbod betreden, ontsmetten en vernietigen), onttrekken van schip of luchtvaartuig aan vrij
verkeer van personen of goederen, hygiënische maatregelen aan vervoers- of luchthaven
exploitanten, voorlichting, medewerking aan reizigersonderzoek, controle op besmetting, sluiting
van gebouwen of terreinen.
14
8. A-ziekten zijn: pokken, polio, SARS en virale hemorragische koorts (WPG, art.1). De
minister van VWS kan ook andere infectieziekte tot een A-ziekte benoemen. (WPG,
art.20)
9. Het bestuur van de veiligheidsregio draagt zorg voor de voorbereiding op de
bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, alsmede
op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus, waarbij ernstig
gevaar voor de volksgezondheid bestaat. (WPG, art. 6)
10. De voorzitter van de veiligheidsregio draagt zorg voor de bestrijding van een
epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, of een directe dreiging
daarvan, en is dan ten behoeve van deze bestrijding bij uitsluiting bevoegd om
toepassing te geven aan maatregelen beschreven in de artikelen 34, vierde lid, 47,
51, 54, 55 of 56 (WPG, art.6)
11. Voordat de burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio een
maatregel neemt of intrekt, vraagt deze advies aan de gemeentelijke
gezondheidsdienst (WPG, art. 18). Hiermee wordt bedoeld een arts van de GGD die
gespecialiseerd is in infectieziektebestrijding, aan te wijzen door de Directeur
Publieke Gezondheid (WPG, art. 17).
12. Ten tijde van rampen en crises heeft de Directeur Publieke Gezondheid de
operationele leiding over de geneeskundige hulpverlening (WVR, art.32, 2). In
voorkomende gevallen zal de DPG namens de burgemeester (of voorzitter van de
veiligheidsregio) aanwijzingen geven aan de geneeskundige keten. Indien nodig kan
de DPG de burgemeester (of voorzitter van de veiligheidsregio) verzoeken formeel
gebruik te maken van zijn noodbevoegdheden.
13. WPG artikel 31 beschrijft onder welke voorwaarden de burgemeester of voorzitter
van de veiligheidsregio een persoon onverwijld ter isolatie in het ziekenhuis kan doen
opnemen.
Wat betekent dit in de praktijk?
Hoe worden beleid en uitvoering, en reguliere en opgeschaalde zorg op elkaar
afgestemd?
“Het bestuur van de veiligheidsregio draagt zorg voor de voorbereiding op de
bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A.” De uitvoering
van deze voorbereiding ligt in de praktijk bij de GGD onder leiding van de DPG. In de
voorbereiding worden belangrijke besluiten al gezamenlijk genomen door het collectief
van burgemeesters in het bestuur van de Veiligheidsregio. Zaken als financiële
afwikkeling, informerende lijnen en besluitvorming worden hierbij vastgelegd. De
voorbereiding resulteert in een bestuurlijk vastgestelde planvorm met betrekking tot
Infectieziektebestrijding.
-
“Het bestuur van de veiligheidsregio beschrijft in het Regionaal Crisisplan, bedoeld in
artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s, de organisatie, de taken en bevoegdheden in het
kader van de bestrijding van en de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van
een infectieziekte behorend tot groep A, alsmede de voorbereiding op de bestrijding van
een nieuw subtype humaan influenzavirus waarbij ernstig gevaar voor de
volksgezondheid bestaat. (WPG, art. 8,2)”. Tussen de Veiligheidsregio’s verschillen vorm
15
en inhoud van de diverse RCP’s. Minimaal kan in het RCP de verbinding met de
(bestuurlijk vastgestelde) planvorm gemaakt worden.
-
Het Regionaal Crisisplan behoort voor het deel wat betrekking heeft op de voorbereiding
en bestrijding van een infectieziektecrisis (A-ziekte) gezamenlijk vastgesteld te worden
door het bestuur van de GGD en het bestuur van de Veiligheidsregio. (WPG, ART. 8,3)
-
De DPG legt bij het bestrijden van een infectieziektecrisis (A-ziekte) verantwoording af
aan de voorzitter Veiligheidsregio. Hij adviseert hierbij over alle aspecten die de
bestrijding aangaan.
Hoe is de democratische verantwoording geborgd bij bestrijding van een ramp door de
Veiligheidsregio?
Elke gemeenteraad heeft de bevoegdheid de voorzitter van de Veiligheidsregio te horen,
ook al is die geen burgemeester van die gemeente. De voorzitter van de Veiligheidsregio
brengt na afloop van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis, in
overeenstemming met de burgemeesters die deel uitmaakten van het regionaal
beleidsteam, schriftelijk verslag uit aan de raden van de getroffen gemeenten over de
gebeurtenissen en de besluiten die hij heeft genomen. Hij vermeldt daarbij of een
burgemeester gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid bezwaar aan te tekenen tegen
een beslissing van de anderen in het regionaal beleidsteam.
-
De voorzitter van de Veiligheidsregio beantwoordt ook de vragen die de gemeenteraden
schriftelijk stellen. Dat doet hij wederom in overeenstemming met de andere
burgemeesters.
-
Op verzoek van de gemeenteraad kan de voorzitter verschijnen in de raadsvergadering.
De voorzitter beantwoordt dan de mondelinge vragen van de gemeenteraden. Een
verzoek daartoe aan de voorzitter moet in afschrift aan de CdK worden gestuurd.” (WVR,
art. 40)
Financiële aspecten anders dan regulier
De gemeente draagt de kosten van de maatregelen (zie voetnoot 1 op pag. 1) die
krachtens hoofdstuk V van de WPG worden genomen. Ook draagt de gemeente de
kosten van door haar toegekende tegemoetkomingen aan hen, die inkomsten derven
door de maatregelen, bedoeld in de artikelen 31, 35, 38 en 47. (WPG, art. 60,1). NB in
hoofdstuk V staan de maatregelen beschreven die door zowel de burgemeester als de
voorzitter van de Veiligheidsregio kunnen worden genomen.
-
Indien Onze Minister op grond van artikel 7, eerste of derde lid, de voorzitter van de
veiligheidsregio dan wel de burgemeester opdraagt maatregelen te treffen, kan ten
behoeve van de bekostiging daarvan een beroep worden gedaan op het Rijk. (WPG, art.
62)
16
Samenvattend: voorbereiding en bestrijding infectieziekten
Voorbereiding /
bestrijding
Type crisis
Uitvoerend
Beslissers / Bestuurlijk
verantwoordelijk
Voorbereiding en
bestrijding
Reguliere zorg
GGD onder leiding van DPG
GGD bestuur
2
Gemeenteraad
Voorbereiding en
bestrijding
B1, B2, C ziekte
GGD onder leiding van DPG
Burgemeester
Gemeenteraad
Voorbereiding
A-ziekte
GGD onder leiding van DPG
Bestuur Veiligheidsregio
(collectief van
burgemeesters)
Burgemeesters
informeren de eigen
raden
-
DPG informeert GGD bestuur
Voorzitter Veiligheidsregio
Voorzitter
Veiligheidsregio op
verzoek van lokale raad
-
Afstemming met collectief van
burgemeesters in AB
-
DPG informeert GGD bestuur
-
Burgemeesters informeren de
eigen raden
GHOR onder leiding van DPG zorgt
zo nodig voor verbinding met
veiligheidspartners en verbinding
van witte keten
Bestrijding
A-ziekte
GGD onder leiding van DPG
GHOR onder leiding van DPG zorgt
zo nodig voor verbinding met
veiligheidspartners en verbinding
van witte keten. Veiligheidsdirectie
Veiligheidsregio stuurt
multidisciplinaire samenwerking.
Democratische
legitimatie
Informeren / afstemmen
2
Besluiten worden genomen door het GGD bestuur, conform de Gemeenschappelijke Regeling. Door het individuele bestuurslid (wethouder) wordt in de afzonderlijke gemeenteraden
verantwoording afgelegd over het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. (Wet Gemeenschappelijke Regelingen, art.16)
17
Bijlage 3. Plannen (‘Kapstok’)
Maak in je regio een overzicht van de plannen die relevant zijn voor grootschalige infectieziekten.
Vermeld per plan wie het in beheer heeft en wat de laatste versie is.
Niveau
Beheerder
Laatste versie
GGD
GROP
GGD Rampenopvangplan
Convenant PG
Convenant waarin afspraken over de
verantwoordelijkheidsverdeling binnen de
publieke gezondheid bij rampen en crises
tussen GHOR en GGD worden vastgelegd
Eigen draaiboeken
Landelijk
Draaiboeken en richtlijnen per infectieziekte
RIVM, Landelijke Coördinatie
Infectieziektebestrijding
Generiek draaiboek infectieziekten
RIVM, Landelijke Coördinatie
Infectieziektebestrijding
In ontwikkeling
Landelijk draaiboek publiekscommunicatie
grieppandemie
Ministerie van VWS
Maart 2008
Protocol regionale samenwerking zoönosen en
voedselinfecties
GGD Nederland?
Versie 1,
27 april 2012
Regionaal
RCP
Regionaal Crisisplan, door bestuur
Veiligheidsregio vast te stellen, waarin taken,
bevoegdheden en verantwoordelijkheden van
de verschillende crisisorganisaties in de
veiligheidsregio vastgelegd worden.
RBPi
Rampenbestrijdingsplan (ook wel
Incidentbestrijdingsplan), specificatie van het
RCP voor infectieziektebestrijding (niet
verplicht, niet in alle regio’s aanwezig).
Regionaal risicoprofiel
Inventarisatie en analyse van risico’s in
veiligheidsregio, dient als basis voor
18
beleidskeuzes risico- en crisisbeheersing.
Veiligheidsregio verantwoordelijk voor
opstellen, in samenwerking met relevante
partners.
HAROP
Huisartsenrampenopvangplan
ZIROP
Ziekenhuisrampenopvangplan
RAVROP/ AMBUROP
Regionale ambulance voorziening
rampenopvangplan
Overige plannen (bijvoorbeeld haven, vliegveld, gemeenten, bedrijven, instellingen, scholen, etc)
19
Bijlage 4. Afkortingenlijst
AB
BAO
CdK
Cib
DPG
GGD
GGZ
GHOR
GRIP
GROP
HAROP
LCI
LOCC
NCC
NVWA
OMT
PG
PGVN
RAV
RBP
RCP
RIVM
ROAZ
SARS
VenJ
VWS
WPG
WVR
ZIROP
Algemeen Bestuur
Bestuurlijk Afstemmingsoverleg
Commissaris van de Koning
Centrum Infectieziektebestrijding
Directeur Publieke Gezondheid
Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst
Geestelijke Gezondheidszorg
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure
GGD RampenOpvangPlan
HuisartsenRampenOpvangplan
Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding
Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum
Nationaal Crisiscentrum
Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit
Outbreak Management Team
Publieke Gezondheid
Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland
Regionale Ambulance Voorziening
Rampenbestrijdingsplan
Regionaal crisisplan
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Regionaal Overleg Acute Zorgpartners
Severe Acute Respiratory Syndrome
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wet Publieke Gezondheid
Wet Veiligheidregio’s
ZiekenhuisRampenOpvangplan
20