thema beleggingen door Dion Heijnen en Pieter van den Hoek NIEUWE DIMENSIE BELEGGINGSBELEID: DE MATCHING ADJUSTMENT Drs. Dion Heijnen AAG (boven) en Pieter van den Hoek MSc CFA werken bij Towers Watson. Zoals het er nu naar uitziet zal onder Solvency II de inrichting van het beleggingsbeleid kunnen zorgen voor een verlaging van de waarde van de verplichtingen en een verlaging van balansvolatiliteit door middel van de zogenaamde Matching Adjustment (‘MA’). De MA is een opslag op de rentecurve, waarmee de verplichtingen worden gewaardeerd. Met de invoering van een MA wordt er een extra dimensie aan het beleggingsbeleid van een verzekeraar toegevoegd. Kapitaalmanagement van beleggingen zal niet alleen draaien om een optimale allocatie van beleggingen in termen van beleggingsrendement en marktrisico’s. Ook zal er gekeken moeten worden naar de impact op de waardering van verplichtingen. Welke beleggingen zijn geschikt? In artikel 77(b) en 77(e) van de Solvency IIrichtlijn 2009/138/EC wordt omschreven op welke manier verzekeraars gebruik mogen maken van een opslag op de waarderingscurve voor verplichtingen. Een door EIOPA vastgestelde vaste opslag, de zogenaamde Volatility Adjustment (‘VA’), zal door de verzekeraar kunnen worden gebruikt, zonder beperkingen aan de bezittingen of verplichtingen. Echter, als door de verzekeraar aan bepaalde vereisten wordt voldaan, dan kan in plaats van de VA, de MA op een deel van de portefeuille worden toepast. De volgende beleggingen (geen volledige lijst) zijn naar verwachting geschikt: – Staatsobligaties; – Bedrijfsobligaties; – Directe hypotheken met een ‘make-whole’ clausule; – Asset backed securities; – Infrastructure loans; – Leningen, inclusief onderhandse; – Kasgeld; – Vastgoed leases; – Afgeleiden, zoals swaps en swaptions; –Tranches van securitisaties. In dit artikel gaan wij in op de vereisten voor het toepassen van een MA en zullen wij focussen op de beleggingen. Wij bespreken de mogelijkheden en beperkingen en werken een voorbeeld uit waarin de MA wordt toegepast op een direct ingaande lijfrente portefeuille. In de Solvency II-richtlijn worden verschillende criteria gesteld aan de beleggingen voor het toepassen van de MA. De beleggingen die gebruikt mogen worden voor de MA hebben de volgende karakteristieken: – De kasstromen mogen niet worden aangepast door de uitgever van de belegging of een derde partij; – Kasstromen zijn vast, oftewel de timing, valuta en hoogte van elke kasstroom is vooraf vastgesteld. Een uitzondering hierop is een eventuele aanpassing van de betaling door inflatie voor inflatie-gekoppelde obligaties. Uiteraard is het wel toegestaan dat de kasstromen gevoelig zijn voor default risico. Wij merken hierbij op dat de geschiktheid wordt beoordeeld op basis van individuele beleggingen en niet per beleggingscategorie. Securitisatie Een aantal beleggingen voldoet niet aan de eis dat de uitgever van de beleggingen geen invloed mag hebben op de hoogte en timing van de kasstromen. Voor Nederlandse verzekeraars zorgt dit er bijvoorbeeld voor dat directe beleggingen in hypotheken niet geschikt zijn om te gebruiken voor de MA. In de laatste maanden zien wij steeds meer ontwikkelingen op dit gebied. Bedrijven zijn erg gehecht aan bepaalde illiquide beleggingen door de hoge illiquiditeitspremie en het relatief lage 38 de actuaris september 2014 thema beleggingen Voor de Nederlandse markt zou dit erg interessant kunnen zijn voor beleggingen in hypotheken. De relatief hoge spread en het relatief lage kredietrisico leveren naar verwachting een relatief hoge MA op. Wel moet worden opgemerkt dat de manier waarop de standaard formule de securitisatie behandeld een dempend effect kan hebben op behaalde winst in kapitaal door het toepassen van de MA. Waar bepaalde structuren duidelijk behandeld zullen worden als securitisatie zijn er ook vormen te bedenken waarbij de belegging wordt behandeld als een obligatie. De wijze van vormgeven van de securitisatie is daarom ook van groot belang, evenals een vroege discussie met de toezichthouder over de voorgenomen behandeling van deze belegging. SCR van 1 miljard en een ingegane lijfrenteportefeuille met een voorziening van ongeveer 1 miljard per eind 2013 hebben wij de impact op het vrije eigen vermogen in een waterval gezet. Wij hebben de kosten voor het opzetten van de extra benodigde processen voor het toepassen van een MA buiten beschouwing gelaten en veronderstellen dat de verzekeraar het renterisico al volledig vastzet in de situatie voor het toepassen van de MA. Waterval Vrij Eigen Vermogen 1.000 6 (20) 32 950 (€m) kredietrisico. Om deze beleggingen geschikt te maken voor MA zijn er in Engeland reeds trajecten opgezet om deze beleggingen zodanig te structureren dat ze geschikt zijn voor MA. 968 950 900 Vrij EV VA Delta BEL door MA Reductie SCR kredietrisico Verlies diversificatie Vrij EV VA Wat betekent dit procesmatig? Richtlijnen voor het apart managen en identificeren van de beleggingsportefeuille zijn niet expliciet en dit geeft ruimte aan bedrijven om het voorstel op een eigen manier vorm te geven. Belangrijk voor het inrichten van dit proces is de manier waarop wordt omgegaan met wijzigingen gedurende het jaar door bijvoorbeeld afwijkende bewegingen in de best estimate en de marktwaarde van beleggingen en door instroom van nieuwe productie. Het is van belang om in beleid vast te leggen op welke manier de beleggingsportefeuille wordt aangepast en hoe er wordt omgegaan met winsten uit beleggingen. Beleggingen tegenover de best estimate van de verplichting vormt de zogeheten toegewezen portefeuille. De toegewezen portefeuille bevat deels beleggingen die de kasstromen matchen en deels beleggingen die nodig zijn om qua waarde aan te sluiten bij de best estimate voorziening. Winsten uit de toegewezen portefeuille mogen niet gebruikt worden voor compensatie voor verliezen bij andere activiteiten binnen de organisatie. De beleggingen tegenover de risicomarge en SCR van deze verzekeringsportefeuille zijn geen onderdeel van de toegewezen portefeuille. Uiteraard zal nauwgezet gemonitord moeten worden dat de kasstromen nog matchen. Daarnaast moet worden vastgelegd hoe wordt omgegaan met verlies in kredietkwaliteit, bijvoorbeeld door premies van nieuwe productie te beleggen in instrumenten van hogere kwaliteit. Daarnaast zal monitoring van illiquiditeit een belangrijk onderdeel zijn van het beleggingsproces. En wat levert het op? Door al die eisen is het de vraag of het de moeite waard is om de MA toe te passen. Een terechte vraag en het is per verzekeraar afhankelijk of dit een ‘ja’ of een ‘nee’ wordt. Grote of kleine geschikte portefeuille? Standaard formule of intern model? Deze afwegingen zullen meewerken in het besluit. Het toepassen van de MA de volgende effecten heeft op het vrij eigen vermogen: – Verlaging van de best estimate voorziening door het toepassen van een MA; – Verhoging van de risicomarge doordat het diversificatievoordeel met overige onderdelen van het bedrijf wegvalt; – Verhoging van het vereist vermogen onder Solvency II (‘SCR’) door het verlies van diversificatie; en – Verlaging van de SCR door het dempende effect van de MA in de SCR voor kredietrisico. Natuurlijk zijn er meer voordelen dan alleen de impact op het vrij eigen vermogen. Eén van de belangrijkste van het hanteren van de MA is de verlaging van de gevoeligheid van de balans voor spread risico. In het geval dat spreads hard stijgen, zal de MA meestijgen waardoor het overgrote deel van de stijging in spreads wordt opgevangen. Verzekeraars en MA: matching? Of de verzekeraar en de MA een goede match is valt niet algemeen te zeggen. Het hangt erg af van de grootte van de geschikte verzekeringsportefeuille, de extra kosten om het proces in te richten en het verlies aan diversificatie met andere takken van het bedrijf (bij gebruik van het standaard model). Daarnaast is een belangrijke afweging of de genoemde voordelen opwegen tegen het mogelijk verlies in rendement door een suboptimale beleggingsmix. Echter, voor een verzekeraar met een grote ingegane lijfrente portefeuille of ingegane arbeidsongeschiktheidsrenten is het ongetwijfeld het overwegen waard. @ Reacties op dit artikel graag naar [email protected] Meest voor de hand liggende voordeel is de impact op het vrije eigen vermogen en daarmee de Solvency II solvabiliteit. In een klein onderzoek op basis van een fictief voorbeeld van een verzekeraar met een balanstotaal van 10,8 miljard, eigen vermogen van 1,9 miljard, de actuaris september 2014 39
© Copyright 2024 ExpyDoc