Inspectierapport Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen (BSO) Keizersmantel 1 8607 GM SNEEK Registratienummer 180033104 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: GGD Fryslân SUDWEST-FRYSLAN 11-02-2014 Onderzoek na registratie Definitief Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 9 Ouderrecht ....................................................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................11 Gegevens voorziening .........................................................................................................16 Gegevens toezicht ..............................................................................................................16 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................17 2 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek na registratie. Beschouwing Op verzoek van de Gemeente Súdwest heeft er op 11 februari 2014 een aangekondigd onderzoek na registratie plaatsgevonden bij buitenschoolse opvang Duinterpen te Sneek. Het onderzoek is uitgevoerd door GGD Fryslân. Buitenschoolse opvang Duinterpen is gevestigd in de brede school 'Duinterpen' waarin twee basisscholen, een kinderdagverblijf, een peuteropvang en een sporthal gehuisvest zijn. Buitenschoolse opvang Duinterpen werkt met vier basisgroepen, waarvan drie groepen voor maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar; De Watervlooien, De Brede Kronkels en De Boktorren. Deze drie groepen bevinden zich in een vleugel op de eerste verdieping. Daarnaast is er een basisgroep voor 30 kinderen in de leeftijd van 8-12 jaar; De Modderkruipers. De Modderkruipers hebben een groepsruimte in de gemeenschapsruimte op de begane grond van de brede school. Naast de groepsruimtes heeft de buitenschoolse opvang beschikking over een speelhal, een eigen kookstudio en een atelier. Voor het buitenspeelterrein wordt gebruik gemaakt van de schoolpleinen van de scholen. BSO Duinterpen valt sinds 1 februari 2014 onder de koepelorganisatie Kinderwoud. De houder heeft aan de toezichthouder een actielijst overhandigd met daarin de planning ten aanzien van de implementatie van de werkwijze, protocollen en beleidsplannen van Kinderwoud. De clustermanager zal in maart 2014 starten met de implementatie. De protocollen en beleidsplannen zijn al wel geïntroduceerd bij de beroepskrachten en aanwezig op de locatie. Tijdens de volgende inspectie zal de toezichthouder beoordelen of de beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleid en hier in de praktijk naar handelen. De benodigde documenten voor het inspectieonderzoek zijn volgens afspraak ontvangen of ingezien op de locatie. Tijdens de inspectie werd de toezichthouder vriendelijk te woord gestaan door de clustermanager en beroepskrachten. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet Op BSO Duinterpen wordt opvang geboden aan kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar tot het einde van de basisschool. De verzorging en opvoeding staat centraal tijdens de opvang en er wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Gebruikte bronnen: • www.kinderwoud.nl • Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen 4 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Pedagogisch klimaat Kinderwoud werkt met een algemeen pedagogisch beleidsplan, een algemeen werkplan per opvangsoort en ter aanvulling hierop het document "Locatiespecifieke bijlage". Pedagogisch beleid In het pedagogisch beleidsplan staat de visie van Kinderwoud beschreven en worden de kernwaarden van Kinderwoud vertaald naar de vier pedagogische uitgangspunten; emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van normen en waarden. Daarnaast wordt de visie verder uitgewerkt in concrete thema's zoals het buitenspelen, de speelleeromgeving, het taalbeleid, het volgen van de ontwikkeling van kinderen en het signaleren van problemen. In het pedagogisch werkplan BSO staat beschreven hoe het pedagogisch beleid in de praktijk wordt gebracht. Het werkplan is ook gebaseerd op de vier pedagogische uitgangspunten. Het werkplan bevat onder andere informatie over de samenstelling van de groep, veiligheid en hygiëne, de dagindeling en het intakegesprek. Per locatie kunnen accentverschillen voorkomen. Deze zijn, waar het structurele zaken betreft, vastgelegd in het document "Locatiespecifieke bijlage”. Dit document is specifiek voor buitenschoolse opvang Duinterpen opgesteld en bevat o.a. informatie over de maximale omvang van de groepen, het wenbeleid en het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Pedagogische praktijk De locatie is begin februari 2014 overgenomen door Kinderwoud. De beroepskrachten zijn nog niet volledig op de hoogte van de uitgangspunten die worden beschreven in het pedagogisch beleidsen werkplan. Tijdens het interview blijkt dat het pedagogisch beleids- en werkplan van Kinderwoud op de locatie aanwezig zijn en door de clustermanager geïntroduceerd zijn bij de beroepskrachten. De clustermanager geeft aan dat de daadwerkelijke implementatie van de beleidsplannen en protocollen zal starten op 12 maart 2014. Tijdens de teamvergaderingen zullen de verschillende beleidsplannen en protocollen aanbod komen. Het pedagogisch beleidsplan wordt geïmplementeerd aan de hand van het document "Pedagogisch handvat Kinderwoud". Hierin staat concreet beschreven welk gedrag er van de beroepskrachten wordt verwacht om de pedagogische competenties te behalen. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens de ontvangst van de kinderen, een tafelmoment en het vrij spelen. De beroepskrachten handelen volgens de vier competenties uit de Wet kinderopvang zoals deze beschreven staan in het pedagogisch beleids- en het werkplan BSO, ook al moet de houder nog zorg dragen voor de implementatie. Er wordt voldoende emotionele veiligheid geboden. De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Als de kinderen binnenkomen, worden ze individueel begroet. De beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Tijdens het tafelmoment moedigen de beroepskrachten gesprekken tussen henzelf en de kinderen onderling aan, door zowel te luisteren als vragen te stellen. Zowel de kinderen als de beroepskrachten dragen bij aan de inhoud en de voortgang van het gesprek. Zo wordt er gepraat over de schooldag, wat de kinderen hebben gedaan en er ontstaat een gesprek over de Olympische spelen. De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen en er is veel interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen. Er wordt voldoende mogelijkheid geboden voor het verwerven van persoonlijke competenties. De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Zij kunnen onder andere gebruik maken van een atelierruimte en krijgen activiteiten aangeboden als een dansworkshop en een workshop presenteren. 5 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK De kinderen krijgen hierbij de ruimte om zelf te kiezen en te bepalen waar zij zin in hebben of wat zij leuk vinden. De beroepskrachten hebben oog voor leermomenten. Tijdens het fruit eten snijdt de beroepkracht de appel in stukken en oefent aan de hand van de appel breuken met de kinderen. De kinderen reageren enthousiast en vragen direct of de beroepskracht het de volgende dag weer wil doen. Er wordt voldoende mogelijkheid geboden voor het verwerven van sociale competenties. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling en dragen actief bij aan de positieve groepssfeer door grapjes te maken, behulpzaam te zijn en aandacht en zorg te hebben voor individuele kinderen. Wanneer een kind tijdens het "stoeien" aangeeft dat de ander moet stoppen en hij daar niet op reageert, gaat de beroepskracht bij hen zitten en gaat hierover met hen in gesprek. Ze stelt vragen als "heb je gehoord dat hij stop zei" en "wat doe je als een ander kind stop zegt". Tijdens het fruit eten mogen de kinderen moppen vertellen. De kinderen hebben zichtbaar veel plezier en halen "grappen' uit bij de beroepskrachten. De beroepskrachten nemen enthousiast deel aan het moment en zorgen ervoor dat alle kinderen aanbod komen. Er wordt voldoende mogelijkheid geboden voor het overdragen van normen en waarden. Er zijn afspraken, regels en omgangsvormen aanwezig en deze worden uitgelegd. Kinderen worden bijvoorbeeld gewezen op het handen wassen na de toiletgang en krijgen uitleg over regels, als niet achter het keukenblok langslopen. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (op 11 februari 2014) Interview anderen (Beroepskrachten) • • Observaties Pedagogisch beleidsplan • • Pedagogisch werkplan (BSO) • Locatiespecifieke bijlage BSO Duinterpen 6 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Personeel en groepen Op 1 maart 2013 is er gestart met continue screening in de kinderopvang. Medewerkers in de kinderopvang worden voortdurend gescreend op strafbare feiten die een belemmering vormen bij het werken met kinderen. Vrijwilligers en stagiaires kunnen vooralsnog geen deel uitmaken van het systeem van continue screening. Door een wetswijziging die op 1 juli 2013 inwerking is getreden, is daarom geregeld dat deze medewerkers iedere twee jaar een nieuwe VOG moeten aanvragen. Verklaring omtrent het gedrag Buitenschoolse opvang Duinterpen is per 1 februari 2014 overgenomen door Kinderwoud Kinderopvang. Kinderwoud heeft bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie een VOG overlegd, die voldoet aan de gestelde eisen. De verklaringen omtrent gedrag van de beroepskrachten, stagiaires en clustermanager van buitenschoolse opvang Duinterpen zijn getoetst, op basis van de door de houder aangeboden verklaringen omtrent gedrag. De toezichthouder heeft geen tekortkomingen geconstateerd. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van de beroepskrachten van buitenschoolse opvang Duinterpen zijn getoetst, op basis van de door de houder aangeboden diploma's en aan de hand van het personeelsrooster. Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Uit een steekproef van de roosters en de presentielijsten, van week 6 t/m week 8, blijkt dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio en de voorwaarden die gesteld worden. De achterwachtregeling is niet van toepassing, aangezien er altijd twee of meer beroepskrachten aanwezig zijn op de locatie. Opvang in groepen Buitenschoolse opvang Duinterpen heeft vier basisgroepen: • Groep Watervlooien biedt opvang aan 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar; • Groep Brede Kronkel biedt opvang aan 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar; • Groep Boktorren biedt opvang aan 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar; • Groep Modderkruipers biedt opvang aan 30 kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar. De clustermanager geeft aan dat vanaf 1 maart 2014 groep De Boktorren stopt en zal worden samengevoegd met groep De Watervlooien. Gebruik van de voorgeschreven voertaal In het pedagogisch beleidsplan van Kinderwoud kinderopvang staat beschreven dat dat de voorgeschreven voertaal binnen de vestigingen Nederlands is en Friestalige leidsters het Fries kunnen gebruiken in de één-op-één contacten met Friestalige kinderen. Tijdens groepsmomenten en tijdens de uitleg van activiteiten wordt er Nederlands gesproken. Tijdens de observatie in de praktijk is geconstateerd dat er binnen buitenschoolse opvang Duinterpen Nederlands wordt gesproken met de kinderen. 7 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Veiligheid en gezondheid Kinderwoud maakt voor de risico-inventarisatie gebruik van de methode van de Tulp Managementadvies. Bij deze methode zijn de risico's op het gebied van de veiligheid en de gezondheid in één document opgenomen. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid voor buitenschoolse opvang Duinterpen bestaande uit inventarisatielijsten van de actuele situatie en een verslag "Risico inventarisatie". Het actieplan is opgenomen in het verslag "Risico-inventarisatie". De te nemen maatregelen staan hierin beschreven met daarbij de streefdatum en de naam van de persoon die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de maatregelen. Daarnaast worden risico's geborgd middels locatieregels en protocollen als de hygiënecode en het voedingsbeleid. De risico-inventarisatie is in februari 2014 uitgevoerd door de kwaliteitsadviseur. Uit de actielijst en het interview met de clustermanager blijkt dat de risico-inventarisatie in maart 2014 tijdens een teamvergadering besproken zal worden en er een start zal worden gemaakt met de implementatie van de protocollen. Tevens ligt de risico-inventarisatie op de locatie op een voor de beroepskrachten toegankelijke plek. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Dit blijkt uit de observatie en gesprekken met de beroepskrachten. Zo worden de kinderen volgens de hygiëne afspraken gewezen op het handen wassen na een toiletbezoek. Het meldingsformulier ongevallen waar Kinderwoud mee werkt, is aanwezig op de locatie en voldoet aan de voorwaarden. De meldingsformulieren worden besproken tijdens het teamoverleg en gecommuniceerd naar de kwaliteitsmedewerker. Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. Kinderwoud gebruikt de 'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van de brancheorganisatie kinderopvang, versie juli 2013. De meldcode kindermishandeling is aanwezig op de locatie. Uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij weten welke stappen zij moeten nemen bij een vermoeden van kindermishandeling en op welke signalen ze moeten letten. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (op 11 februari 2014) • Interview anderen (Beroepskrachten) • Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2014) • Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2014) • Actieplan veiligheid (februari 2014) • Actieplan gezondheid (februari 2014) • Ongevallenregistratie • Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013) • Verslag risico-inventarisatie BSO Duinterpen 8 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Accommodatie en inrichting De buitenschoolse opvang is gevestigd in brede school "Duinterpen" waarin tevens twee basisscholen, een kinderdagverblijf, een peuteropvang en sporthal gevestigd zijn. Binnenruimte De buitenschoolse opvang heeft de beschikking over drie groepsruimten op de eerste verdieping. Hier zijn de groepen Watervlooien, Brede Kronkels en Boktorren gevestigd. Groep De Modderkruipers maakt gebruik van een afgeschermde hoek van de gemeenschapsruimte van de school. Deze ruimte bevindt zich op de begane grond. Er is per aanwezig kind ten minste 3,5 m2 passend ingerichte speelruimte beschikbaar. Naast de groepsruimten heeft de BSO de beschikking over een speelhal, kookstudio en een atelierruimte. De groepsruimte van groep De Brede Kronkels is ingericht met een uitgebreide keuken met oven en kookplaat, voor bak- en kookactiviteiten. Daarnaast is de groep ingericht met een leeshoek, poppenhoek en open kasten. Groep De Modderkruipers heeft een afgeschermde hoek in het speellokaal en is ingericht met een zithoek en kasten met knutsel- en speelmateriaal. De ruimte van groep De Boktorren wordt gebruikt voor handvaardigheidactiviteiten en de groepsruimte van groep De Watervlooien is ingericht met allerlei speelhoeken als een keukenhoek en een schilderhoek. Buitenspeelruimte De buitenschoolse opvang maakt gebruik van de aangrenzende schoolpleinen. De schoolpleinen zijn onder andere ingericht met voetbalgoaltjes, een zandbak en klimtoestellen. Daarnaast beschikt de buitenschoolse opvang over een omheind dakterras. Het dakterras is ingericht met banken en bloembakken. Gebruikte bronnen: • Observaties 9 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Ouderrecht In het pedagogisch beleidsplan en het werkplan BSO wordt beschreven hoe de contacten en de samenwerking met ouders wordt vorm gegeven binnen Kinderwoud. Het item Oudercommissie is geen onderdeel van deze inspectie. De houder heeft zes maanden de tijd om aan de voorwaarden van dit item te voldoen. Dit item zal getoetst worden tijdens de reguliere inspectie over 6 maanden. Informatie Ouders ontvangen vanuit het centraal bureau een informatiepakket en worden geïnformeerd via de website www.kinderwoud.nl . Middels deze wijze ontvangen zij algemene informatie over de opvang binnen de buitenschoolse opvang. Het intakegesprek wordt gevoerd door de beroepskrachten op de locatie. Zij geven onder andere uitleg over tot welke basisgroep het kind behoort en welke beroepskrachten voor de groepen verantwoordelijk zijn. Tevens liggen de locatiespecifieke documenten ter inzage op de locatie voor de ouders en worden ouders geïnformeerd middels nieuwsbrieven. Het beleid van Kinderwoud is dat het inspectierapport op de website bij de betreffende locatie is in te zien. Aangezien dit inspectierapport het eerste rapport voor de nieuwe organisatie is, kan nog niet worden voldaan aan de voorwaarde dat het inspectierapport op de website geplaatst dient te worden. Klachten Kinderwoud is voor de onafhankelijke klachtencommissie aangesloten bij de SKK. Ouders worden geïnformeerd over de klachtenregeling middels de website. Uit de informatieverstrekking blijkt dat een ouder zich ten alle tijde rechtstreeks en zonder tussenkomst van de houder tot de klachtencommissie kan richten. De houder dient er zorg voor te dragen dat de locatie wordt opgenomen in het klachtenverslag ouders en oudercommissies betreffende het kalenderjaar 2014. Deze dient voor 1 juni 2015 opgestuurd te worden naar GGD Fryslân. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (op 11 februari 2014) • Interview anderen (Beroepskrachten) Informatiemateriaal voor ouders (folder Informatie over Kinderwoud en folder Informatie over • Buitenschoolse opvang Website (www.kinderwoud.nl ) • • Nieuwsbrieven (op website) • Klachtenregeling (klachtenreglement) 10 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 12 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 13 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 14 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) 15 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen : Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen : 102 Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer : : : : : Kinderwoud Kinderopvang Trambaan 1e 8441 BH HEERENVEEN www.kinderwoud.nl 01106502 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 K. Wilpshaar Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : SUDWEST-FRYSLAN : Postbus 10000 : 8600 HA SNEEK Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : 11-02-2014 20-03-2014 25-03-2014 26-03-2014 : 26-03-2014 : 16-04-2014 16 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 17 van 17 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 11-02-2014 Kinderwoud Kinderopvang locatie Duinterpen te SNEEK
© Copyright 2025 ExpyDoc