Multidisciplinair rapport brand Hoge Veluwe 20-04-14

Evaluatie
Evaluatierapport
Natuurbrand Hoge Veluwe 20 april 2014
2
Datum
Samenstellers rapport
Opdrachtgever
Foto’s
03 oktober 2014
Jan-Piet Zijp, Jan Slakhorst, Arnoud Buiting, Simone
Hilgenberg en Auke Beekhuis
Paul Joosten
Medemogelijk gemaakt door de Politie en Florus van den Berg
3
4
Inhoudsopgave
Samenvatting ....................................................................................................................................... 7
0. Voorwoord ........................................................................................................................................ 9
1. Algemeen ........................................................................................................................................ 11
2. Objectgegevens ............................................................................................................................. 13
3. Personeel en eenheden ................................................................................................................ 15
4. Veiligheidsketen ............................................................................................................................ 17
5. Verslag evaluatieleider................................................................................................................. 25
6. Bestuurlijk verslag ........................................................................................................................ 31
7. Conclusies en aanbevelingen ..................................................................................................... 33
8. Bijlagen ........................................................................................................................................... 35
A. Overzichten brandverloop (Team brandonderzoek VNOG) ................................................. 35
B. Twitter ............................................................................................................................................. 39
C. Lijst met gebruikte afkortingen ................................................................................................. 45
D. Bedankbrief burgemeester gemeente Ede .............................................................................. 46
E. Bedankbrief directie Park de Hoge Veluwe.............................................................................. 47
5
6
Samenvatting
Op Eerste en Tweede Paasdag 2014 vond één van de grootste natuurbranden uit de Nederlandse
geschiedenis plaats . Bij dit bijzondere GRIP2-incident in Nationaal Park de Hoge Veluwe in de
gemeente Ede startte in de ochtend van 20 april een brand waarbij uiteindelijk zo’n 350 hectare
natuurgebied aangetast werd door het vuur. Mede doordat het getroffen gebied moeilijk toegankelijk
bleek voor de blusvoertuigen, vanwege de moerassige ondergrond en de harde wind, werd dit een
zware klus voor de brandweer. Vanuit Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM)
en Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) waren negen pelotons brandweer nodig,
geholpen door nog eens negen pelotons bijstand uit andere regio’s, aangevuld met divers materieel
van brandweer, defensie en loonwerkers.
Rond het middaguur trok de wind aan en laaide de brand, die in eerste instantie tot staan werd
gebracht, hevig op. Spannende momenten zijn beleefd toen metershoge vlammen boven, onder en
tussen brandweervoertuigen op de stoplijn doorsloegen. De brand raasde dieper het Park in.
Het is te danken aan de enorme inzet van de brandweer, geholpen door blushelikopters, dat de
uitbreiding al tegen het begin van de avond tot staan kon worden gebracht bij de nieuwe stoplijn in het
hart van het Park. Uiteindelijk zijn zo’n 1000 functionarissen ingezet om de brand en de effecten ervan
te bestrijden.
Voor het Park de Hoge Veluwe en het Kröller-Müller Museum was deze brand ook bijzonder; niet
eerder moesten vertegenwoordigers van de crisisstaf het besluit nemen om het park en het museum
volledig te ontruimen, wat overigens vlekkeloos verliep. Ook het ‘kunstnoodplan’ is door het museum
in werking gezet. Doordat de brand toch in relatief korte tijd kon worden gestopt, konden het Park en
het Museum gelukkig al op Tweede Paasdag weer opengesteld worden voor het publiek.
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) evalueert haar incidenten sinds 2004
systematisch volgens een vaste en beproefde methodiek. Door middel van evaluatie wordt enerzijds
een incident afgesloten en anderzijds is incidentevaluatie één van de middelen voor een verbeter- en
vernieuwingstraject. Het doel van de evaluatiesystematiek is om te zoeken naar verbeterpunten bij dit
incident, waardoor de hulpverlenende organisaties in staat worden gesteld te leren.
Bij deze zeer grootschalige inzet in korte tijd komen veel aspecten van de hulpverlening in beeld. Een
aantal daarvan is routine. Een inzet op deze schaal komt zelden voor, waardoor het spannend is of de
planvorming die er voor deze situatie is, ook in de realiteit tot goede resultaten leidt. Positieve punten
die opgevallen zijn, zijn de samenwerking met het park en museum, de inzet en samenwerking met
defensie, de onderlinge coördinatie tussen de diverse hulpverleningsdiensten en het Landelijk
coördinatiecentrum (LOCC). Verder was de opvang en inzet van de vele eenheden van buitenaf en de
logistieke operatie om alle eenheden te verzorgen binnen zo’n korte tijd in orde. De communicatie
naar burger en media verliep ook prima. Vooral de enorme inzet van de brandweermensen dient
vermeld te worden.
Er waren ook een aantal belangrijke leerpunten.
De brandweer, de veiligheidsregio en het Park met Museum werden met grote uitdagingen
geconfronteerd. Zo was er in heel korte tijd een enorme opschaling van brandweer nodig in de regio’s
VNOG en Gelderland Midden. Het was voor de operationele leiding op het grensgebied van beide
regio’s een uitdaging om de uitbreiding van de brand in beeld te krijgen en de inzet te coördineren. De
eerste melding kwam bij de meldkamer van VNOG binnen. In overleg met de meldkamer GelderlandMidden nam VNOG de coördinatie op zich, hoewel toen al duidelijk was dat het betreffende
grondgebied van Gelderland-Midden was. Deze aanpak is uit pragmatische redenen doorgezet omdat
een commandowisseling tijdens de snelle opschaling ongewenst werd geacht en het de verwachting
was dat de brand nog in de ochtend tot staan kon worden gebracht. Deze evaluatie toont aan dat in
een dergelijke situatie problemen ontstaan in de aansturing, zeker als het incident verder uitgroeit. Het
is belangrijk om direct de juiste operationele opschalingsstructuur te kiezen.
Daar komt bij dat nog niet alle crisismanagementsystemen in Nederland zijn geharmoniseerd. Vanaf
2013/2014 gebruiken alle regio’s het landelijke crisismanagementsysteem LCMS voor de onderlinge
informatie-uitwisseling. Voor de aansturing van de voertuigen en de operationele
informatievoorziening in het veld gebruiken VNOG en Gelderland-Midden voor de
natuurbrandbestrijding daarnaast nog een mobiel systeem op de voertuigen en in het CoPI. Deze
systemen zijn nog niet geharmoniseerd.
7
Sinds maart 2014 draait er een pilot in Gelderland-Midden met de mobiele versie van LCMS. Dit
systeem is binnenkort voor alle regio’s beschikbaar. De aanbeveling is om dit systeem te introduceren
bij alle regio’s met een groot natuurbrand risico en landelijk nog te ontwikkelen ‘bijstand potentieel’.
De moeilijke toegankelijkheid van het terrein heeft geleid tot vastzittende brandweervoertuigen.
Brandweereenheden zijn gedreven om de brand in het beginstadium aan te pakken. De alternatieve
tactiek is het opwachten op een begaanbaar pad benedenwinds en een stoplijn te maken. Dit betekent
dat de brand nog een grote afstand zou moeten afleggen en zich enorm zou kunnen verspreiden. Bij
moeilijk toegankelijk gebied is dit een heel lastig dilemma. Bij dit incident is er meerdere keren voor
gekozen toch te proberen de brand te stoppen en het terrein in te gaan, ondanks de slechte
toegankelijkheid. Uit de evaluatie is gebleken dat deze werkwijze onder genoemde omstandigheden
hoge risico’s voor het personeel oplevert. Ook is de kans groot dat materiaal beschadigd wordt of
verloren gaat.
De aanbeveling is om met name voor dit soort specifieke terreinen aanvalsplannen te maken met
alternatieve inzettactieken en doelgerichte bluswatervoorzieningen. Landelijk, in Gelderland-Midden
en VNOG zijn projecten gestart om andere inzettechnieken, zoals compartimentering en
tegenbranden te ontwikkelen. Ook defensie kan hierin met blusheli’s veel betekenen.
De brand op de eerste Paasdag had een buitenproportionele omvang, met een benodigde
brandweerinzet die zelden voorkomt. Dat deze brand in relatief korte tijd tot staan is gebracht binnen
het park en dat er geen persoonlijk letsel is opgetreden, mag als bijzonder worden bestempeld. Met
de aanbevelingen in dit rapport wordt grotendeels aangesloten bij de vele ontwikkelingen op het
gebied van natuurbrandbestrijding die landelijk en regionaal reeds in gang zijn gezet: LCMS mobiel,
het natuurbrandverspreidingsmodel, nieuwe bestrijdingstactieken als tegenbranden en
doorontwikkeling van het gebruik van stoplijnen. Als deze ontwikkelingen voortvarend ter hand worden
genomen, is Brandweer Nederland daarmee op de goede weg.
8
0. Voorwoord
Op 20 april en 21 april 2014 vond één van de grootste natuurbranden uit de Nederlandse
geschiedenis plaats. Bij dit GRIP2-incident in Nationaal Park de Hoge Veluwe zijn op Eerste Paasdag
en Tweede Paasdag zo’n 1000 functionarissen ingezet om de brand en de effecten ervan te
bestrijden. Gelukkig heeft dit incident niet geleid tot menselijk leed. Er is wel sprake van schade aan
de natuur en economische schade.
Continue verbeteren en leren
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) evalueert al jarenlang GRIPincidenten. In 2004 is een methodiek ontwikkeld en bestuurlijk vastgesteld voor het systematisch
evalueren van incidenten. Uitgangspunt van deze methodiek is dat evalueren één van de belangrijkste
onderdelen is van een kwaliteitstraject. Met behulp van evaluatie is het mogelijk enerzijds een incident
af te sluiten en anderzijds is incidentevaluatie één van de middelen voor een verbeter- en
vernieuwingstraject. Het doel van de evaluatiesystematiek is dan ook het verbeteren van de kwaliteit
van de bestrijding van calamiteiten, zware ongevallen, rampen en crises. Niet alleen intern worden de
diensten en het bestuur in staat gesteld te leren van de verbeterpunten, maar ook is het mogelijk
onderling van elkaar te leren.
In voorliggend rapport wordt verslag gedaan van de multidisciplinaire evaluatie naar aanleiding van de
natuurbrand in Nationaal Park Hoge Veluwe op 20 en 21 april 2014. In deze multidisciplinaire
evaluatie is ook de monodisciplinaire evaluatie brandweer opgenomen vanwege de aard van het
incident. Een bijzonderheid bij dit incident was de interregionale samenwerking. Alle bijstand
leverende regio’s en alle andere externe partijen is gevraagd om input te leveren. Vanwege de
substantiële bijdrage bij de start en het verdere verloop van het incident door Veiligheidsregio Noorden Oost-Gelderland (VNOG) is deze regio vertegenwoordigd in het evaluatieteam.
De evaluatie heeft betrekking op de periode van de eerste melding tot de afschaling naar GRIP0 op
21 april.
Naast de gebruikelijke evaluatiemethoden (documentenanalyse van individuele evaluatieverslagen en
andere relevante documenten en de monodisciplinaire en multidisciplinaire evaluatiebijeenkomsten)
zijn ook interviews gehouden met het management van Park de Hoge Veluwe, het Kröller-Müller
Museum (KMM), het LOCC (Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum) en met de unit
Luchtvaartpolitie.
Leeswijzer
Het rapport is opgebouwd uit acht hoofdstukken.
In de hoofdstukken 1 tot en met 4 worden feitelijkheden weergegeven. In het eerste hoofdstuk wordt
een algemeen beeld gegeven van het globale verloop van het incident. In hoofdstuk 2 en 3 zijn
respectievelijk de objectgegevens en ingezette personeel en eenheden opgenomen. Vervolgens wordt
in hoofdstuk 4 het verloop van het incident weergegeven op basis van alle onderdelen van de
veiligheidsketen.
De analyse en beoordeling van de feiten is weergegeven in het verslag van de evaluatieleider
(hoofdstuk 5). In dit hoofdstuk vormen de kritische factoren ‘melding, alarmering en opschaling’,
‘leiding en coördinatie’ en ‘communicatie en informatie’ de rode draad. In hoofdstuk 6 is naar
aanleiding van een gesprek tussen betrokken bestuurder en opdrachtgever een bestuurlijk verslag
opgenomen. Tot slot worden in hoofdstuk 7 conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. In de
bijlagen zijn relevante stukken toegevoegd, te weten: overzichten brandverloop, Twitter berichten, een
lijst met gebruikte afkortingen en de bedankbrieven van de burgemeester van de gemeente Ede en de
directie van Park de Hoge Veluwe.
Tot slot wil ik alle ingezette functionarissen bedanken. Zonder al hun hulp was deze grote operatie niet
geslaagd. Ik ben vol lof over ieders inzet op Eerste en Tweede Paasdag.
Paul Joosten
Voorzitter veiligheidsdirectie
9
10
1. Algemeen
Datum
Locatie
Gemeente
Aard incident
Omschrijving
Belangrijke meldingen
en tijdstippen
20 april 2014
Nationaal Park Hoge Veluwe
Ede
Natuurbrand
In de ochtend van Eerste Paasdag ontstaat een natuurbrand aan de
oostkant van het Park, aan de rand van het Deelense Veld. De
bestrijding van de brand wordt bemoeilijkt door de harde wind en het op
meerdere locaties onbegaanbare terrein. Brandweer Gelderland-Midden
en Noord- en Oost-Gelderland (waar de eerste melding van de brand
binnenkomt) krijgen bij de brandbestrijding steun van Utrecht, Twente,
IJsselland, Limburg-Noord, Brabant-Noord, Midden- en West-Brabant en
Brabant-Zuidoost. Twee helikopters van Defensie blussen vanuit de
lucht de onbegaanbare gebieden. Voor de watervoorziening wordt
gebruik gemaakt van een tweetal loonwerkers.
Nationaal Park Hoge Veluwe wordt ontruimd en afgesloten voor publiek.
Het Kröller-Müller Museum wordt ontruimd en het kunstnoodplan voor de
kunstcollectie wordt in werking gesteld. De politie sluit de Arnhemseweg
(N310) af.
Er vallen geen slachtoffers.
Om 20.45 uur wordt het sein brand meester gegeven. De inzetduur tot
het sein brand meester bedraagt ruim 12 uur. De brandweer blijft
gedurende de nacht aanwezig in verband met inspectie en
nabluswerkzaamheden. In totaal woedt de brand op ongeveer 527
hectare. Hiervan raakt circa 350 hectare daadwerkelijk beschadigd.
08:41 uur
Eerste melding komt binnen bij Meldkamer Oost
Nederland (MON)
08:42 uur
Alarmering post Hoenderloo (VNOG) door MON
08:43 uur
Alarmering post Arnhem-Noord (VGGM) door MON
09:27 uur
VNOG kondigt GRIP1 af
10:35 uur
Besluit CoPI om ingang Hoenderloo van het park te
sluiten
10.55 uur
Besluit CoPI om gehele Park inclusief Kröller-Müller
Museum (KMM) te sluiten.
13:00 uur
Wind is gedraaid van ONO naar O en windkracht
neemt toe van 6 naar 9 m/s, met uitschieters naar 14
m/s.
13:00 uur
Gelderland-Midden kondigt GRIP2 af
14.00 uur
Besluit directie KMM tot ontruiming van de
kunstcollectie in museum.
18.05 uur
Eerste drop blushelikopter
20:40 uur
Sein brand meester
20:45 uur
Afschaling naar GRIP1
11:00 uur
Afschaling naar GRIP0 (21-04-13)
11
Meteo
Waarnemingen (Deelen) 20-04-14
Bron: Meteo Consult
Tijd
Weertype
Temp. 1,5
m (°C)
Windrichting
10m
WindMax.
Neersnelheid
windstoot slagduur
10m (m/s) 10m (m/s) (min/u)
Relatieve
vochtigheid (%)
7:00 Vrijwel onbewolkt
9,8
ONO
4
9
0
84
8:00 Geheel bewolkt
10,8
ONO
6
10
0
81
9:00 Licht bewolkt
11,9
ONO
5
8
0
77
10:00 Zwaar bewolkt
14
ONO
6
9
0
71
65
11:00 Onbewolkt
15,6
ONO
6
9
0
12:00 Vrijwel onbewolkt
18,7
ONO
6
11
0
58
13:00 Onbewolkt
19,8
O
9
14
0
47
14:00 Vrijwel onbewolkt
20,8
O
9
15
0
43
15:00 Licht bewolkt
20,6
O
10
16
0
44
16:00 Vrijwel onbewolkt
20,8
O
9
15
0
47
17:00 Licht bewolkt
19,7
O
8
16
0
48
18:00 Vrijwel onbewolkt
20,1
O
7
13
0
45
42
19:00 Onbewolkt
19,5
O
7
12
0
20:00 Vrijwel onbewolkt
18,3
O
5
16
0
46
21:00 Vrijwel onbewolkt
16,8
O
4
7
0
51
22:00 Onbewolkt
14,9
ONO
4
7
0
56
23:00 Onbewolkt
15
ONO
4
8
0
61
Windsnelheid 10m (m/s)
12
10
8
6
4
2
0
Droogte-index
20 april 2014
Meetpost
Veluwe*:
Status:
Ajax:
Oscar:
Klu:
39
Groen
N.V.T.
N.V.T.
N.V.T.
Groen bij index <35
Licht groen bij index >35 en <45
Geel bij index >45 en <55
Oranje bij index >55 en <75
Rood bij index >75
*Gemiddelde van de operationele meetstations ASK, Park Hoge Veluwe, Nieuw Millingen
en Deelen
12
2. Objectgegevens
Adres
Delenseweg (meldingslocatie)
Omschrijving object
Het Nationale Park De Hoge Veluwe is het grootste aaneengesloten actief
beheerde natuurgebied in particulier bezit in Nederland. Het bestaat uit
5.400 hectare bos, heide, vennen en stuifzand. Er is een grote diversiteit
aan planten- en diersoorten. Samen met het Jachthuis Sint Hubertus, het
bezoekerscentrum / Museonder, het Kröller-Müller Museum en de
beeldentuin vormt het Park een unieke en internationaal befaamde
combinatie van natuur, kunst en architectuur.
Het park kent drie ingangen voor het publiek:
 Koningsweg 17, Schaarsbergen
 Houtkampweg 13, Hoenderloo
 Houtkampweg 9, Otterlo
De brand woedt in een veld met gemengde begroeiing met pijpenstrootje
(molinia caerulea) en heide (calluna vulgaris). Het gebied is voor een deel
drassig. Ook verbranden solitaire bomen en plukken bos.
Bij de brand raken vooral de kleinere fauna betrokken zoals insecten,
reptielen en amfibieën. Een deel heeft geen vluchtplek kunnen zoeken.
Incidentgeschiedenis
Zeer grote natuurbranden Nationaal Park Hoge Veluwe
16 juli 2003
9 juli 2006
Type brand
Ontstaan
Oppervlakte
verbrand gebied
Zeer grote brand
Zeer grote brand
Deelense Veld
Deelense Veld
30 ha
40 ha
13
14
3. Personeel en eenheden
Meldkamer
Dienstdoend hoofd meldkamer*
Calamiteiten coördinator
Centralisten brandweer
Centralisten politie
Centralisten ambulance
*Niet in MON
Veld
Multidisciplinair
Commandohaakarmbak
Brandweer
9 pelotons brandweer VNOG en VGGM
9 pelotons brandweerbijstand
5 tankwagens
4 waterbakken
5 Meetploegen
Natuurbrandbestrijdingscontainer
Verbindingscommandowagen
Fire Bucket Operation
Team Brandonderzoek VNOG
Geneeskundig
1 ambulance
Politie
Surveillance-eenheden
1 Politiehelikopter (2x gekomen)
Defensie
2 Blushelikopters
1 Shovel
1 Brandstofwagen
1 Bergingstank
CoPI
Groenen
3 Loonwerkers met waterwagens
Leider CoPI
Staffunctionaris brandweer
Officier van Dienst politie
Officier van Dienst geneeskundig
Officier van Dienst bevolkingszorg*
CoPI-voorlichter
Informatiemanager
Plotter
Liaison Defensie*
Liaison Park Hoge Veluwe
*niet in CoPI VNOG
ROT
RACC
Leider ROT
Sectie informatie
Sectie politie
Sectie brandweer (inclusief AGS)
Sectie GHOR
Sectie bevolkingszorg
Sectie crisiscommunicatie
Sectie logistiek
Defensie
I&A
Hoofd regionaal actiecentrum communicatie
Medewerkers regionaal actiecentrum communicatie
15
16
4. Veiligheidsketen
Pro-actie
De nationale risicobeoordeling (NRB) is onderdeel van de analysefase van de Strategie Nationale
Veiligheid. In deze fase worden dreigingen geïnventariseerd, geanalyseerd en geformuleerd in de vorm
van (één of meerdere) scenario’s. De scenariostudie onbeheersbare natuurbrand en grootschalige
evacuatie is één van deze scenario’s. Deze natuurbrand op eerste Paasdag, gelet op de
weersomstandigheden ten tijde van het incident en de omstandigheden van het terrein, vertoont
overeenkomsten met de omschrijving van een onbeheersbare brand, zoals deze is opgenomen in de
Nationale Risicobeoordeling
Het Risicoprofiel (2010) van Gelderland-Midden geeft inzicht in de voor de regio specifieke
veiligheidsrisico’s en in de wijze waarop deze zich ten opzichte van elkaar verhouden qua impact en
waarschijnlijkheid. In het risicoprofiel zijn een 19-tal scenario’s onderscheiden. Het incident op 20 april
2014 valt onder het thema natuurlijke omgeving, bij ramptype natuurbranden.
In het risicoprofiel zijn de volgende twee mogelijkheden als maatgevend beschouwd:
- Worst case: 40-400 km2, 4-40 dodelijke slachtoffers, 4-40 gewonden, > 4000 getroffenen, < 200
miljoen euro schade,
- Reëel: 4-40 km2, 1 dodelijk slachtoffer, 2-4 gewonden, > 400 getroffenen, < 2 miljoen euro
schade,
Scenario
Worst case
Reëel
Waarschijnlijkheid
Mogelijk
Waarschijnlijk
Impact
Catastrofaal gevolg
Ernstig gevolg
Preventie
Preventieve
maatregelen
Risico-Index Natuurbranden (RIN)
Landelijke methodiek waarmee een aantal factoren (parameters), zoals
type begroeiing, aanwezigheid dagrecreanten, aanwezigheid
bluswater, ontvluchtingroutes, kwaliteit/ kwantiteit ontsluiting worden
gemeten, met als resultaat een overzicht van verhoogde
risicogebieden. De kans op het ontstaan van brand is in de RIN,
conform landelijke methodiek, buiten beschouwing gelaten.
RIN Park de Hoge Veluwe
Legenda
GEEN RISICO
170-249
BEPERKT RISICO
250-300
MIDDELMATIG RISICO
301-400
HOOG RISICO
401-500
ZEER HOOG RISICO
501 >
Verbrand gebied
17
Omliggende objecten/
omgeving
Het betreft natuurgebied; veld met gemengde begroeiing met
pijpenstrootje en heide. Het gebied is voor een deel drassig, waardoor
het slecht toegankelijk is voor tankautospuiten. Aan de noordoost kant
van het park ligt het dorp Hoenderloo, aan de noordwest kant het dorp
Otterlo. Aan de zuidzijde van het gebied ligt vliegveld Deelen. In de
bosrand aan de noordelijke kant ligt het Kröller-Müller museum. In het
noorden van het park ligt het Jachthuis Sint Hubertus.
Preparatie
Opleiding / oefening
Voor functionarissen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding
en crisisbeheersing van Gelderland-Midden gelden opleidings- en
oefeneisen. Deze zijn vastgelegd in het Beleidsplan multidisciplinair
opleiden, trainen en oefenen (MOTO) 2012-2015.
Jaarlijks worden stafoefeningen natuurbrand gehouden en vinden vier
grote praktijkoefeningen plaats.
In 2011 heeft de cyclus ROT-oefeningen in het teken van natuurbrand
gestaan.
Planvorming
-
Droogte-index
Multidisciplinair coördinatieplan Natuurbrand en ontruimen /
evacueren recreatiegebieden (maart 2012)
Handreiking optreden natuurbrand regionale procedure Brandweer
Gelderland-Midden
Kaarten natuurbrandbestrijding Veluwe
Interregionale operationele regeling; inzet blushelikopter KLU
Op de Veluwe is een aantal meetpunten geïnstalleerd. Deze
meetpunten leveren gegevens op waarmee een droogte-index wordt
bepaald. Deze index is een maat ter ondersteuning van besluitvorming
omtrent het instellen van luchtbewaking, het afkondigen van
beperkingen met betrekking tot stoken en dergelijke en de verhoging
van de paraatheid van de brandweer.
Op basis van de droogte-index vindt berichtgeving richting inwoners
van de Veluwe, recreanten, ondernemers verblijfsrecreatie en
natuurbeheerders plaats.
Overige preparatieve
maatregelen
Het gehele natuurgebied op de Veluwe is in kaart gebracht waarbij
onder meer de berijdbare paden, de bluswatervoorziening en de
toegankelijkheid van het terrein zijn aangegeven.
Repressie
Melding, alarmering en opschaling
Op 20 april 8:41 uur ontvangt Meldkamer Oost-Nederland (MON) een melding van een passant naar
aanleiding van een heidebrand op de Delenseweg. De passant meldt daarbij dat het in het park KröllerMüller zou zijn aan de kant van Hoenderloo met een behoorlijke lengte. De centralist van de MON maakt
een melding aan op basis van Delenseweg in Hoenderloo. Om 8:42 uur stuurt de MON het voertuig van
Hoenderloo mondeling naar de Delenseweg. Om 8:43 uur alarmeert de MON rechtstreeks post ArnhemNoord en waarschuwt telefonisch de meldkamer van Gelderland-Midden. In Gelderland-Midden zijn nog
geen meldingen binnen gekomen. In dit gesprek wordt aangegeven dat het grondgebied GelderlandMidden betreft en wordt afgesproken dat het voertuig van Arnhem onder regie blijft van de meldkamer
Gelderland-Midden en het voertuig van Hoenderloo onder regie blijft van de MON.
De MON verandert om 8:54 uur het incidentadres naar de Kazerne Hoenderloo om een inzet voorstel te
krijgen. Om 8.55 uur wordt door de eerste bevelvoerder ter plaatse opgeschaald naar zeer grote brand en
wordt een extra peloton aangevraagd. De MON alarmeert voor een compagniesinzet (2 pelotons) in
VNOG en conform Kazerne Volgorde Tabel (KVT) worden tankautospuiten gealarmeerd. (in totaal nu 5x
VNOG en 3x VGGM)
18
De officier van dienst brandweer (OvD-B) VNOG schaalt om 09.20 uur op naar een tweede compagnie. In
overleg tussen de MON en de hoofdofficier van dienst brandweer (HOvD) van VNOG wordt afgesproken
dat één peloton uit VNOG en één peloton vanuit VGGM komt. Om 09.24 uur en 09.27 uur worden beide
pelotons gealarmeerd.
Om 9.27 uur schaalt de HOvD van VNOG aanrijdend op naar GRIP1. Er wordt een commando plaats
incident (CoPI) geformeerd waarbij de HOvD West van Gelderland-Midden als staffunctionaris brandweer
in het CoPI ingezet wordt.
Om 10.43 uur wordt conform KVT VNOG het vijfde peloton gealarmeerd.
Om 12.33 uur wordt i.v.m. aantrekkende wind en het oplaaien van brandhaarden een zesde peloton
gealarmeerd, bestaande uit voertuigen van Infanterie Schietkamp en Barneveld. Gevolgd om 12.47 uur
door alarmering van het zevende peloton, afkomstig uit Gelderland-Midden.
Rond het middaguur is de blushelikopter gealarmeerd1.
In het COPI wordt afgesproken dat wanneer het vuur de Heiweg oversteekt, GRIP2 in Gelderland-Midden
afgekondigd wordt. Er wordt dan een CoPI Gelderland-Midden ingericht en Gelderland-Midden neemt de
leiding over de inzet over. Vanwege het niet houden van de stoplijn op de Heiweg wordt om 13.00 uur
GRIP2 afgekondigd.
Vanwege de sterk uitbreidende brand worden om 13.12 uur en 13.27 uur een achtste en negende peloton
gealarmeerd, waaronder voertuigen van het Artillerie Schietkamp van Defensie.
Omdat de brand nog steeds uitbreidt, worden om 13.36 uur twee compagnieën bijstand aangevraagd via
het LOCC. Hierop wordt een peloton uit Twente, een peloton uit Utrecht en twee pelotons uit BrabantNoord gealarmeerd. Tevens wordt de natuurbrandbestrijdingscontainer uit Twente gealarmeerd. Dit is
een gespecialiseerde natuurbrandbestrijdingseenheid met specifiek materiaal.
Om 15.05 uur worden vijf pelotons bijstand aangevraagd voor de aflossing. Deze komen uit LimburgNoord, Brabant-Zuidoost en Midden- en West-Brabant. Doordat rond 21.00 uur het vuur onder controle is,
wordt uiteindelijk één peloton van Midden en West Brabant daadwerkelijk als aflossing in de nacht
ingezet. De andere vier pelotons keren zonder ingezet te zijn terug.
Om 15.30 uur worden loonwerkers gealarmeerd via alarmeringscomputer Communicator voor de
waterwinning.
Vijf minuten nadat het sein brand meester (20.40 uur) wordt gegeven schaalt Gelderland-Midden af naar
GRIP1. Op 21 april wordt om 11.00 uur afgeschaald naar GRIP0.
Brandbestrijding
Inzet
Bij aankomst van de eerste bevelvoerder treft hij een vuurfront van 400 á 500 meter aan met een
oostenwind dat het vuur de hei op blaast. Het vuurfront ontwikkelt zich snel. De bevelvoerder geeft
daarop door aan de meldkamer ‘zeer grote brand en verzoekt om een extra peloton. In overleg met de
OvD-B worden de eerste eenheden via de beide flanken naar de kop van de brand gestuurd. De
rechterflank en de kop van de brand zijn via een pad goed bereikbaar. De linkerflank is lastiger, vanwege
het feit dat daar geen doorlopend pad loopt. Door de harde wind heeft de OvD-B het idee dat er te weinig
slagkracht is en vraagt hij twee extra pelotons aan.
Na aankomst van de tweede flankcommandant wordt in samenspraak een verdeling van flanken
gemaakt. De OvD-B 100 neemt de rechterflank, noordzijde van het incident, voor zijn rekening en de
OvD-B 200 de linkerflank, zuidzijde.
De rechterflank en de kop van de brand lijken rond 10.15 uur onder controle. De linkerflank, zuidzijde van
het incident, is moeilijk begaanbaar. Het gebied is drassig. Verschillende voertuigen rijden zich hier vast.
De inzet op de flank blijft hier achter omdat voertuigen hun collega’s te hulp schieten. Aan deze zijde is
nog een drietal brandhaarden.
Ook de beelden vanuit de politieheli geven rond 11.00 uur aanleiding te denken dat de brand onder
controle is. De HOvD VNOG geeft aan eerst nog een controle in het veld uit te willen voeren, voordat
brand meester gegeven wordt.
1
Gedurende de ochtend is veelvuldig contact tussen de MON en het LOCC over de inzet van de blushelikopter. Uiteindelijk
heeft het LOCC op 20 april geen formele opdracht gekregen voor het inzetten van de helikopter. Op basis van de frequente
contacten was wel duidelijk dat de inzet van de blushelikopter gewenst is en is deze door het LOCC bij Defensie aangevraagd.
19
Naarmate de tijd vordert, wordt de situatie door de aantrekkende wind slechter. De wind draait van ONO
naar Oost en neemt toe van 6 m/s naar 9 m/s. Op beide flanken laait het vuur weer op. Rond half één ’s
middags slaat het vuur aan de zuidkant over de Heiweg heen.
Aan de rechterzijde wordt geprobeerd een stoplijn bij het verharde fietspad te maken. De brand waait
over de stoplijn heen. Er vindt uitbreiding van de brand plaats in het bosgebied. Een kwetsbaar
natuurgebied richting museum Kröller-Müller wordt bedreigd.
In het CoPI van 14.45 uur wordt de volgende prioritering vastgesteld: (zie ook bijlage A, kaart 6)
1. Afschermen Kröller-Müller museum
2. Stoplijn Wildbaanweg
3. Zuidflank
Er wordt ingezet om uitbreiding in het bos richting Kröller-Müller te voorkomen. Door deze inzet wordt het
vuur gestopt. Op de Wildbaanweg wordt met een drietal pelotons een stoplijn gecreëerd en wordt het vuur
gestopt.
Aan de linkerflank staat een aantal voertuigen vast en deze worden bedreigd. Hierop wordt een peloton
van de rechterflank naar de linkerflank gedirigeerd. Deze voertuigen komen ook in het terrein vast te
zitten en moeten door een trekker losgetrokken worden. Er zijn op tijd eenheden ter plaatse om de
dreiging af te wenden.
De uitbreiding aan de linkerflank wordt bij het onbegaanbare terrein overgelaten aan de blushelikopters.
De blushelikopters voeren vanaf 18.05 uur een aantal2 vluchten uit met als gevolg dat de brand daar
wordt beheerst. De uitbreiding aan de zuidzijde van de linkerflank wordt gestopt door de inzet van
brandweerpelotons.
Crisismanagementsysteem
De crisismanagementsystemen in de veiligheidsregio’s in Nederland zijn geharmoniseerd. Er wordt
gebruik gemaakt van één landelijk crisismanagementsysteem LCMS. De mobiele systemen, die onder
andere voor natuurbrandbestrijding gebruikt worden, zijn nog niet geharmoniseerd. Vanaf 1 maart jl.
bestaat er een mobiele versie in LCMS, die nog geïmplementeerd moet worden. Gelderland-Midden
gebruikt als pilot deze mobiele versie en heeft hiervoor voertuigen aangepast. Andere regio’s hebben
deze versie nog niet en gebruiken nog andere systemen of gebruiken nog geen mobiele versie.
Met systemen die in omloop zijn, is op een kaart te zien waar de eenheden zich bevinden en kan op basis
daarvan ook richting gegeven worden aan de inzet.
Beschadigingen aan voertuigen
Door het moeilijk begaanbare terrein loopt een aantal voertuigen schade op. Doordat een aantal
voertuigen vast komt te zitten en op de as zakken, veroorzaakt de hete uitlaat onder de auto bij een
drietal voertuigen een brandje onder de auto. Hierdoor branden de luchtleidingen onder de auto door. Als
gevolg hiervan slaan de kleppen van de tank automatisch dicht. Daardoor kan men geen water meer op
de straal krijgen om het brandje te kunnen blussen. Dit leidt tot schade aan de betreffende voertuigen.
Bij het creëren van een stoplijn raakt één vastzittend voertuig beschadigd. De bemanning verlaat het
voertuig ongedeerd.
Inzet politieheli
Rond 9.30 uur wordt bij de Landelijke Eenheid van de politie een aanvraag gedaan voor het ter
beschikking stellen van een politiehelikopter. Op deze manier kan een beeld verkregen worden van de
omvang van de brand. Zowel ’s morgens als ’s middags is een politiehelikopter aanwezig die beelden
maakt. Deze beelden worden doorgezet naar het CoPI en de meldkamers. Tevens gaan tweemaal
brandweermensen mee met de helikopter om een inschatting van het incident te maken.
Waarnemen en meten
In verband met rook in benedenwinds gebied (Otterlo op ongeveer 4 kilometer) wordt het meetplan
opgestart. Vanaf camping De Wije Werelt komen meldingen binnen over de rook. Meetploegen meten op
koolmonoxide en voeren visuele waarnemingen uit naar de rook in de omgeving Otterlo en op de N310
richting Schaarsbergen, ’s Heeren Loo, Koningsjacht en Papendal. Er is geen verhoogde concentratie
koolmonoxide gemeten. In het dorp Otterlo en op de campings in Otterlo is sprake van lichte rook. Op de
N310 is sprake van zware rook. Verder zijn er geen meldingen in de omgeving.
2
In totaal is 11 keer een waterdrop uitgevoerd door 2 helikopters.
20
Logistiek
Algemeen
Direct bij het alarmeren van extra bluseenheden wordt ook voorzien in logistieke verzorging. In eerste
instantie voor bluswater en later ook voor brandstof en eten en drinken. Er worden drie logistieke punten
gerealiseerd aan de noordkant van het incident. Ook vindt aanvulling van ademlucht plaats.
’s Middags richt men aan de zuidkant (Wildbaanweg / Reemsterweg) van het incident logistiek punt 4 in
voor bluswater, brandstof, ademlucht en eten en drinken. Op deze manier hoeven voertuigen niet over de
Wildbaan te rijden voor logistiek. Aan de sectie Logistiek van het ROT wordt om eten en drinken voor 200
personen gevraagd. Ook wordt om reserve ademluchtflessen en diesel verzocht voor logistiek punt vier.
Voor logistiek punt vier wordt een coördinator ingezet die op locatie het logistieke punt organiseert en
coördineert.
’s Middags wordt aan de staffunctionaris logistiek van GM een liaison van VNOG gekoppeld, zodat er een
directe link qua verbindingen is tussen de logistieke punten van VNOG en de staffunctionaris logistiek.
Via de sectie logistiek ROT worden warme maaltijden voor 500 personen besteld waarbij men verzoekt
om voor 225 personen een ruimte te regelen op het militair luchtvaartterrein MLT Deelen aan de zuidkant
van het incident. Dit wordt uiteindelijk de Oosterkantine bij de Oranje kazerne. Voor logistiek punt 1
worden 225 maaltijden en voor het CoPI 50 maaltijden besteld. Tevens wordt de sectie logistiek gevraagd
om de verlichtingscontainer te regelen voor verlichting bij alle logistieke punten en het CoPI. Dit wordt
uitgevoerd vóór het donker wordt.
Er wordt voor 100 personen logistiek besteld gedurende de nacht (eten, drinken, diesel). Vanaf 21.00 uur
worden de logistieke punten 1 en 3 gesloten.
Bluswatervoorziening
Bij de logistieke punten worden 3 Water Inname Punten (WIP’s) in gebruik genomen aan de noordkant
van het incident:
- Logistiek punt 1: Waterbak + Motorspuitaanhanger (MSA)+ brandkraan, hier is onbeperkt
bluswater voorhanden
- Logistiek punt 2: Waterbak + 2x tankwagen van Gelderland-Midden (Ede en Kootwijkerbroek)
- Logistiek punt 3: Bunker met 50m3 water
Voor het vierde logistieke punt wordt afgestemd welke route geschikt is voor grote voertuigen van MLT
Deelen naar het logistieke punt . Hierna rukken de waterbakken van Huissen en Wageningen uit naar
logistiek punt vier. Tevens wordt een watertransportsysteem (WTS 2500) gealarmeerd waarbij de pomp
bij de bronpomp op MLT Deelen moet komen en het verdeelstuk bij het logistieke punt om de bakken te
voeden.
Om de tijd te overbruggen voordat het WTS operationeel is, worden agrariërs ingezet om de waterbakken
te vullen. De agrariërs hebben het water, bestemd voor logistiek punt, vier doorgereden naar een ander
logistiek punt. Hierop worden de voertuigen uit Brabant-Noord gebruikt om de waterbakken te vullen en
om te pendelen tussen de bronpomp op MLT Deelen en de waterbakken tot het WTS gereed is.
Inzet loonwerkers / agrariërs met watertanks
’s Middags worden de loonwerkers / agrariërs van het betreffende gebied via de Communicator
gealarmeerd. Hierop worden twee agrariërs met in totaal drie gierwagens tot ’s avonds 21.00 uur ingezet
om te pendelen tussen de WIP’s en de plaatsen waar zij water innemen.
Publieke zorg
Vanwege het mooie weer en het paasweekend zijn er veel toeristen op de nabijgelegen campings. Ook
zijn er veel recreanten in het park te verwachten. Om 10.35 uur wordt in het CoPI besloten de parkingang
in Hoenderloo te sluiten. Twintig minuten later besluit het CoPI het gehele park voor publiek af te sluiten.
De BHV-organisatie van het park coördineert de ontruiming en zorgt ervoor dat alle bezoekers het park
verlaten.
Het Kröller-Müller museum besluit om 11.11 uur het museum te ontruimen. Om 11.35 uur is dat door het
eigen personeel geëffectueerd. Omstreeks 13.45 uur besluiten de ‘oude’ en ‘nieuwe’ leiders CoPI
gezamenlijk om het museum te adviseren de kunst in veiligheid te brengen omdat niet gegarandeerd kan
worden dat de brand het museum niet gaat bereiken. Om 14.00 uur besluit het crisisteam van het
museum, voordat het advies van het CoPI hen bereikt, het kunstnoodplan in werking te stellen en de
eigen BHV-organisatie de kunst te laten ontruimen.
21
Door de aanpak is het publiek niet in onveilige situaties gekomen en zijn er geen slachtoffers te
betreuren. De burgemeester van Ede is op de hoogte gebracht van het incident en is ter plaatse gegaan
om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de inzet van de hulpverleners.
Het ROT bereidt een scenario voor eventuele ontruiming van Otterlo voor. Daarbij is speciale aandacht
voor de campings en zorginstellingen.
Mobiliteit
De politie zorgt voor de verkeersafhandeling en sluit de Delenseweg (Hoenderloo (vanaf 09:30 uur)) tot
kruispunt Koningsweg/Deelenseweg (Arnhem (vanaf ongeveer 10:15 uur)) aan beide zijden) af. Verder
wordt de kruising richting ingang Hoge Veluwe in Hoenderloo (gedeeltelijk) afgesloten. Alleen aan de
hulpverleningsdiensten wordt toegang verleend.
De N310 wordt in de middag afgesloten van de bebouwde kom van Otterlo tot aan de kruising met de
Koningsweg. Het verkeersbeeld is rustig. In de eerste uren zijn de afzettingen in het Park niet adequaat
genoeg geweest.
Communicatie
VNOG start het proces communicatie. Vanaf 09.00 uur communiceert VNOG via Twitter op het Twitter
account @VNOGregio. In totaal stuurt de CoPI-voorlichter van VNOG elf tweets (exclusief retweets). De
voorlichter van VGGM assisteert de CoPI-voorlichter van VNOG in het CoPI in de GRIP1-situatie. Vanaf
de opschaling naar GRIP2 en de overdracht van de operationele leiding van het incident van Noord- en
Oost- Gelderland naar Gelderland-Midden wordt ook het proces communicatie als zodanig overgedragen.
Vanaf deze overdracht retweet de voorlichter van VNOG alleen nog de berichten van de CoPI-voorlichter
van Gelderland-Midden en van het crisisaccount @crisisGM van Gelderland-Midden. Tot de komst van
een tweede voorlichter van VGGM bij het plaats incident ondersteunen twee VNOG-voorlichters de CoPIvoorlichter van Gelderland-Midden.
De CoPI-voorlichter van Gelderland-Midden stuurt op 20 april in totaal elf tweets en op 21 april 8 tweets
via @brandweerGM. De tweets hebben voornamelijk betrekking op informatievoorziening.
Behalve het versturen van tweets houden de CoPI-voorlichters en de collega voorlichters zich bezig met
het begeleiden en te woord staan van de media.
Het RACC (regionaal actiecentrum crisiscommunicatie) wordt actief na opschaling naar GRIP2. Het
actiecentrum bestaat uit een hoofd, twee medewerkers publiekstelefoon, een medewerker perstelefoon,
een twitteraar en een LCMS-ondersteuner.
Het RACC opent een publieksnummer (14.15 uur) en een persnummer (14.33 uur). Het actiecentrum
twittert via @crisisGM. In totaal worden door het RACC en het ROT 39 tweets verzonden via dit account
(exclusief retweets). De tweets hebben vooral betrekking op informatievoorziening.
In het ROT is de sectie crisiscommunicatie actief. De sectie bestaat uit een crisiscoördinator, operationeel
voorlichter en een LCMS-ondersteuner. De sectie twittert via het account @crisisGM.
Er is contact met het NCC over eventuele inzet van dit nationale centrum. Dit blijkt niet nodig omdat de
regio het incident qua communicatie zelf aan kan. Er vindt continue afstemming plaats tussen het RACC,
de sectie crisiscommunicatie ROT en de voorlichter binnen het CoPI.
Op de plaats van het incident zijn de burgemeester van de gemeente Ede en zijn communicatieadviseur
aanwezig. De burgemeester staat de pers te woord en twittert via zijn persoonlijke account over het
incident.
Na afschaling naar GRIP1 wordt het publieksnummer rond 21.30 uur overgezet naar de gemeente Ede.
De pers wordt niet meer naar het persnummer van het RACC verwezen maar naar het piketnummer van
de operationele voorlichters van VGGM.
Op 21 april is de CoPI-voorlichter opnieuw ter plaatse in het CoPI en vanaf 6:00 uur beschikbaar voor live
radio-interviews met NOS, opvang van mediacontacten en het te woord staan van de media. Tevens
twittert de CoPI-voorlichter over het laatste verloop van het incident via @brandweerGM.
22
Verbindingen
De grootschalige inzet van hulpdiensten (meer dan 150 brandweer-, GHOR- en politievoertuigen en een
nog groter aantal C2000 randapparaten) levert een grote belasting van het C2000 netwerk. Rond het
gebied van de brand staan een drietal C2000-sites. De mast aan de Delenseweg in Hoenderloo heeft
tijdens de brand de meeste gesprekken afgehandeld. Er is sprake van een piek van ruim 1000
gesprekken tussen 15.00 – 16.00 uur. Daarnaast zijn ruim 100 gespreksgroepen gebruikt.
De grote hoeveelheid communicatie op de plaats van de brand leidt in de meldkamer Gelderland-Midden
tussen 11.00 en 19.00 uur een aantal maal tot een busy (de gebruiker komt in een wachtrij). Door
ingrijpen van de meldkamer is het systeem in de lucht gebleven.
Nazorg
Brandonderzoek
Het team brandonderzoek van VNOG doet tijdens en na het incident onderzoek naar mogelijke oorzaken
van de natuurbrand. In dit onderzoek worden geen aanwijzingen gevonden die wijzen op opzet. De brand
wordt geclassificeerd als oorzaak onbekend. Daarnaast geeft het brandonderzoek inzicht in het verloop
en de verspreiding van de brand (zie bijlage A).
Park de Hoge Veluwe en Kröller-Müller museum
Op 20 april wordt om 20.30 uur, in overleg met de burgemeester van Ede, in het CoPI besloten dat het
park en daarmee dus ook het museum Tweede Paasdag open kan gaan. Het park en het museum
besluiten om ook daadwerkelijk de volgende dag open te gaan en communiceren dit. Het Park informeert
bezoekers over de maatregelen die nog van kracht zijn. Het museum hangt Tweede Paasdag ’s morgens
vroeg de kunstcollectie weer zo veel mogelijk terug.
Bezoek minister Veiligheid en Justitie
Op woensdag 23 april brengt minister Opstelten van Veiligheid en Justitie een bezoek aan Park De Hoge
Veluwe. De minister bekijkt de schade die als gevolg van de brand is ontstaan. Ook praat hij met de
hulpverleners die bij de bestrijding van de brand betrokken waren. Daarna staat hij de pers te woord.
Minister Opstelten spreekt zijn waardering uit voor het optreden van de hulpverleners. Daarnaast geeft hij
het Park de Hoge Veluwe en het Kröller-Müller museum complimenten voor het feit dat beiden Tweede
Paasdag alweer open konden gaan.
Nazorg brandweerpersoneel
Op eerste Paasdag moet de bemanning van de tankautospuit Lunteren het voertuig met spoed verlaten,
omdat zij in de baan van het vuur vast zitten. Dit leidt ertoe dat het voertuig zwaar beschadigd raakt. Er
hebben zich geen persoonlijke fysieke ongevallen voorgedaan. Op de dag zelf en in de dagen na het
incident is extra aandacht vanuit het bedrijfsopvangteam voor de bemanning.
Nablussing
In deze rapportage worden de acties tot afschaling naar GRIP 0 op maandag 21 april geëvalueerd. De
nablussing, die tot in de middag van de 21e april duurt, valt buiten het kader van deze evaluatie. Vanaf de
afschaling naar GRIP 0 blussen 4 tankautospuiten met een flankcommandant de weer oplaaiende
brandhaarden af. Ook in de dagen hierna komt de brandweer nog een aantal malen terug om oplaaiende
brandhaarden te blussen.
Communicatie
In de dagen na het incident is er nationale en internationale media aandacht voor deze natuurbrand. Dit
leidt tot een aantal artikelen in verschillende media.
23
24
5. Verslag evaluatieleider
Op verzoek van de evaluatieleider hebben ingezette functionarissen schriftelijk verslag gedaan van de
ondernomen acties. Naar aanleiding van deze individuele evaluaties, interviews en
evaluatiebijeenkomsten op 16 en 18 juni 2014 is de evaluatieleider tot deze samenvatting van het verloop
en de effectiviteit van de operationele inzet gekomen.
Op 20 en 21 april is de grootste natuurbrand sinds 1976 bestreden op de Veluwe, waarbij 350 hectare
natuurgebied is verbrand. Brandweerkorpsen van de regio’s Gelderland-Midden en VNOG hebben samen
de brand bestreden met hulp van pelotons uit zes andere regio’s en Defensie. Daarbij is in eerste
instantie een stoplijn gecreëerd die rond 11.00 uur effectief is gebleken; hierdoor leek de brand onder
controle. De wind trok tussen 12.00 uur en 13.00 uur aan van 6 naar 9 m/s met maximale windstoten van
14 m/s en draaide van ONO naar Oost. Er laaide een veel heviger brand op, die tenslotte om 18.00 uur
tot staan kon worden gebracht. GRIP 2 werd afgekondigd om ontruiming van benedenwinds gelegen
objecten voor te bereiden. Door de brandontwikkeling in ZW richting was dit scenario in de loop van de
middag niet meer reëel. Het beeld van de brand kwam volop in de media en er werd intensief
samengewerkt tussen de regio’s en Nationaal Park Hoge Veluwe om de communicatie te verzorgen.
Minister Opstelten toonde zich achteraf vol lof over de inzet van de hulpverleners en over de bestrijding
van de brand.
Een brand van deze omvang komt gelukkig bijna nooit voor. De brand biedt een goede casus om lering te
trekken uit zeer grootschalig optreden. Gekeken wordt op welke onderdelen verbeteringen mogelijk zijn.
Hiertoe worden aanbevelingen opgesteld.
Melding, alarmering en opschaling
Onder opschaling wordt verstaan het proces van veranderen van het functioneren van de parate en
gemeentelijke diensten vanuit de dagelijkse situatie (de basiszorg) naar één (regionale
rampenbestrijdings)organisatievorm. Dit houdt niet alleen het vergroten van de operationele
‘slagkracht’ in, maar ook dat de operationele leiding overgaat naar een hoger niveau.
De GRIP-regeling Gelderland-Midden stelt dat de bevoegdheid tot opschalen ligt bij de betreffende
burgemeester en dat hij deze voor de uitvoering heeft gemandateerd aan de operationeel
leidinggevenden van Gelderland-Midden. De operationele leiding in Gelderland-Midden is bevoegd tot
opschalen naar het naastliggende niveau. Aan de bevoegdheid tot opschalen zijn ook taken en
verantwoordelijkheden verbonden.
Vanaf de eerste melding was het volgens de centralist van de MON in Apeldoorn duidelijk dat het incident
plaats vond op het grondgebied van Gelderland-Midden. Hoewel dit nadrukkelijk besproken is tussen de
brandweercentralisten van beide regio’s, hebben beiden toch afgesproken dat Apeldoorn ging
coördineren in de opschaling. De HOvD VNOG maakte om 9:27 uur GRIP 1 voor VNOG. De leider CoPI
uit VNOG is aan de slag gegaan omwille van de snelle opschaling en het risico voor de vele bezoekers.
De HOvD Gelderland-Midden heeft ter plaatse overlegd om dit zo te houden om het proces van
opschaling in deze kritieke fase niet te frustreren.
Wat zijn de consequenties van deze afwijking van de afgesproken structuur? Het is duidelijk dat snel
opgeschaald moest worden met eenheden. Doordat de opschaling niet vanuit meldkamer GelderlandMidden werd georganiseerd, werd in Gelderland-Midden het multidisciplinaire coördinatieplan
natuurbrand niet opgestart. Hierdoor werden de stafstructuur en de verbindingsstructuur niet mee
gealarmeerd. Tenslotte moest bij het doorschalen naar GRIP2 de gehele operationele hoofdstructuur
naar Gelderland-Midden worden omgezet op het meest hectische moment van de brand. Het opstarten
van een ROT dient te gebeuren in de regio waar het incident plaatsvindt, omdat dit ROT gekoppeld is aan
de gebiedskennis, procedures en bestuurlijke lijnen. De rest van de middag heeft de coördinatiestructuur
hinder ondervonden van de overdracht in operationele leiding.
Het is lastig om een reeds ingezette lijn af te breken, omdat dit op korte termijn afbreuk zou geven aan de
inzet. De verwachting van het CoPI was dat om 11.00 uur de brand onder controle zou zijn, zodat het
team de klus af kon maken. Het bleek tussen 12.00 uur en 13.00 uur anders te gaan. Alhoewel de
aanpak pragmatisch werd opgepakt, werden de gevolgen van het niet overgaan naar de juiste
operationele leiding met het verloop van het incident en de verdere opschaling steeds groter. De
conclusie is dat het beter is om gelijk bij de eerste alarmering te besluiten om de afgesproken structuur te
volgen.
25
Er is geen bestuurlijk overleg geweest met de op de incidentlocatie aanwezige burgemeester van Ede
over opschaling naar GRIP2. De burgemeester is wel aanwezig geweest in het CoPI-overleg waarbij het
plan+ is besproken: indien de stoplijn niet gehouden wordt, wordt opgeschaald naar GRIP2.
Met de tevens op de incidentlocatie aanwezige operationeel leider heeft de leider ROT gesproken over de
mogelijke ontruiming naar Otterlo en de daarmee samenhangende opschaling naar GRIP3. Dit mogelijke
scenario heeft de operationeel leider ook met de burgemeester besproken. Door de brandontwikkeling in
ZW richting was dit scenario in de loop van de middag niet meer reëel waardoor opschaling naar GRIP3
niet nodig was.
Bijstand
De omvang van de brand maakte bijstand noodzakelijk op verschillende terreinen. Deze grote
bijstandsoperatie maakte deze inzet daardoor ook bijzonder.
Er is bijstand gevraagd aan Defensie voor het inzetten van de blushelikopter. Hiervoor is ook het Fire
Bucket Operations team (FBO) gealarmeerd. Rond het middaguur is de blushelikopter gealarmeerd. ’s
Morgens was er contact met Defensie via het LOCC om de mogelijkheden voor te verkennen. Doordat de
blushelikopter niet geconsigneerd is, had Defensie nog 4 tot 6 uur nodig voordat zij daadwerkelijk konden
optreden. Hierbij trad door technische mankementen extra vertraging op. Een snellere inzet na het
verzoek tot bijstand had tot een eerdere inzet in het gebied geleid waardoor de brand mogelijk sneller
onder controle was geweest en een minder groot gebied afgebrand was. Uiteindelijk werd om 18.05 uur
het eerste water vanuit de helikopters gedropt. De eerste drop was door het gebruik van markers en
goede communicatie tussen de grond en de vliegers precies op de goede plek. Het effect was groot. Het
vuur liep erop dood. Gevolg was dat het inzetgebied al snel onder controle was. Daarnaast zijn van de
DNOM Defensie een shovel, een brandstofwagen en een bergingstank ingezet.
Er is brandweerbijstand aangevraagd via het LOCC. Rond half twee zijn vier extra pelotons en de
natuurbrandbestrijdingscontainer (NBBC) vanuit Twente / IJsselland aangevraagd voor de
brandbestrijding. Vanwege een op eigen initiatief gedane vooralarmering vanuit het LOCC konden deze
eenheden snel naar Gelderland-Midden vertrekken. De eenheden werden opgevangen en succesvol
ingezet. Het team van de NBBC is te voet ingezet in benedenwinds, moeilijk bereikbaar gebied. Ook
brandweereenheden vanuit Defensie (ISK en ASK) zijn ingezet. De bijstandsverlenende eenheden
hebben hard gewerkt en hebben de inzet als positief ervaren. Gelderland-Midden heeft deze geboden
bijstand ook als zeer positief ervaren.
Rond 15.00 uur is bij het LOCC bijstand aangevraagd van vijf brandweerpelotons ter aflossing van reeds
aanwezige eenheden om 20.00 uur. De pelotons zijn naar uitgangsstelling Papendal gestuurd en de
leidinggevenden van de pelotons werden verzocht zich te melden bij het CoPI. Op deze uitgangsstelling
was geen coördinator uitgangsstelling vanuit Gelderland-Midden aanwezig. Deze had ter plaatse meer
duidelijkheid kunnen geven over het terrein en de te gebruiken verbindingen.
Bij aankomst van de pelotons rond 19.00 uur bleek dat inzet niet meer nodig was. De natuurbrand was
zover onder controle, dat verdere opschaling en vervanging afgeschaald kon worden. Dit is aan de
bijstandsverlenende eenheden uitgelegd. Eén peloton bijstand is ’s nachts ingezet ter aflossing. Ondanks
het feit dat eenheden niet meer ingezet zijn, is de realistische pelotonsverplaatsing ook als positief
ervaren.
De samenwerking met het LOCC, de bijstandsverlenende regio’s en Defensie is goed verlopen en door
alle partijen als prettig ervaren.
Leiding en coördinatie
Het kritische proces leiding en coördinatie is essentieel voor het functioneren van de hoofdstructuur,
omdat hiermee alle andere rampbestrijdings- en kritische processen worden aangestuurd.
Brandweerinzet
De eerste brandweereenheid (Hoenderloo) die ter plaatse kwam, constateerde een vuurfront van
ongeveer 400 meter en schaalde op basis daarvan direct en adequaat op met een peloton. De tactiek van
de eerste inzet was erop gericht om de brand van achteruit het crash-hek aan de Delenseweg, waar de
brand nabij is ontstaan, te omsingelen en op de kop aan te pakken (bijlage A, kaart 1). Hoewel de eerste
eenheden uit verschillende brandweerregio’s kwamen, was dit een gezamenlijke tactiek en werd de brand
dus vanuit de flanken benaderd. Er werd een rechter (noord) en een linkerflank(zuid) bepaald (gezien met
de wind in de rug).
26
Al snel kwamen voertuigen vast te zitten op beide flanken in de pogingen om de kop van de brand te
bereiken. Dit gebeurde ondanks de plaatselijke bekendheid en ondanks dat dit gebied op de
natuurbrandkaart werd aangeduid als onbegaanbaar en drassig. Brandweereenheden zijn gemotiveerd
om de brand aan te pakken en dan is het lastig om een brand verderop in het terrein op te wachten.
Achteraf gaven bevelvoerders aan dat je best een heel eind kunt komen als je maar voor de
brandweerauto loopt. Door het hoge gras was heel slecht te zien hoe drassig en onregelmatig de
ondergrond was. In dit geval bleek dit niet afdoende te zijn.
De overweging van de eerste OvD-B was om toch te proberen de brand in dit stadium aan te pakken. De
alternatieve tactiek, namelijk: het opwachten op een begaanbaar pad benedenwinds en een stoplijn
maken, zou betekenen dat de brand nog een enorme afstand moest afleggen en zich enorm zou
verspreiden. Bevelvoerders kwamen zelf tot de conclusie, en later ook de OVD-B, dat er door het
vastzitten van voertuigen op de flank niets overbleef dan maar om te rijden over paden en op de Heiweg
een stoplijn te creëren. Rond een uur of elf bereikte de brand deze stoplijn en is de brand daar ook
succesvol staande gehouden door de brandweervoertuigen die in linie stonden opgesteld op de Heiweg
(bijlage A, kaart 2 en 3). Beelden uit de politieheli laten zien dat er dan op de Noord- en Zuidflank nog een
paar “hotspots” overbleven. Het CoPI wilde ‘brand meester’ geven maar de hoofdofficier in het veld ging
eerst nog een verkenningsronde maken. Door de grootte van dit gebied duurde dit lang (ongeveer 1,5
uur).
Tussen 12.00 en 13.00 uur trok de wind aan en draaide van oostnoordoost naar oost (meetgegevens
Deelen) en in het veld nog wel verder richting zuidoost. De hotspots op de zuidflank breidden door een
grote hoeveelheid brandbaar gewas uit tot een felle brand. Het vuurfont raasde op de
brandweervoertuigen af die in linie stonden op de zuidkant van de Heiweg. Door de harde wind bleef de
rook laag. Vlamtongen van enige meters hoog sloegen daardoor meters over en het front verplaatste zich
snel. Rond een uur of één sloegen de vlammen onder en tussen de brandweervoertuigen op de Heiweg
door, die door de dichte rook en het aanstormende vuur weinig konden uitrichten. De brand was over de
stoplijn en ging vervolgens het open heideveld in. Ook in de rechterflank (noord) kwamen hotspots tot
leven, meer in de staart van de oorspronkelijke noordflank, die door de draaiende wind een eigen front
gingen vormen richting het bos (bijlage A, kaart 5). De hoofdofficier in het veld meldde het CoPI het
alarmerende bericht dat het vuur de stoplijn over was en het bos in ging. Dit leidde tot de opschaling naar
GRIP 2.
In de periode die volgde (middag) liep de brand door richting westzuidwest (WZW). De brand liep op de
noordflank dood in het bos door gebrek aan brandstof in de ondergroei. Op de zuidflank was veel meer
brandstof in het veld en moesten eenheden letterlijk vechten om uitbreiding in zuidelijke richting te
voorkomen. Ook is dit redelijk onbegaanbaar terrein, waarvoor de inzet van blushelikopters werd
ingeroepen. De tactiek die door de hoofdofficier in het veld en het CoPI werd bepaald, was een nieuwe
stoplijn op de Wildbaanweg en het instellen van een flank West op de kop van de brand. Bij een poging
om de brand eerder te stoppen op het fietspad (bijlage A, kaart 5) raakte het voertuig van Lunteren
beschadigd en verliet de bemanning het voertuig; de brand verplaatste zich op dat moment wel met een
snelheid van 500 meter per half uur3, zodat men deze poging moest staken. De sturing van de eenheden
in het veld was lastig. Voertuigen konden slecht contact krijgen met hun leidinggevende en gingen
daardoor soms zelf initiatieven nemen. Hierdoor was de verdeling van de capaciteit niet meer optimaal.
Op de noordflank keek men werkeloos naar de rook op de zuidflank en op de zuidflank werd gevochten
tegen de uitbreiding van het vuur waarbij sommige voertuigen zich vast reden en eenheden de inzet
moesten staken en zich overhaast moesten terugtrekken. Uiteindelijk heeft de actie op de zuidflank er
succesvol toe geleid dat het front bij het naderen van de Wildbaanweg zo smal is geworden dat de
eenheden op de stoplijn (flank west) dit vuurfront hebben kunnen tegenhouden op de Wildbaanweg,
mede geholpen door de afzwakkende wind (bijlage A, kaart 7).
De aflossing in de avond verliep onduidelijk voor een aantal eenheden, maar dat kwam ook omdat de
brand meer was afgenomen dan tijdens het aflosplan was voorzien. Voor de nacht is besloten om terug te
schalen naar één peloton (Midden- en West-Brabant). Het bewaken en deels blussen van de brand was
hiermee goed te doen. De inzet op maandag 21 april bestond uit het nablussen van kleine smeulbrandjes
in de humuslaag die op sommige plaatsen oplaaiden. Om 17.00 uur is de brandweer huiswaarts gegaan
en is het terrein overgedragen aan de natuurbeheerder van Park De Hoge Veluwe.
3 Ter plaatse zijn mogelijk hogere windsnelheden aangetroffen dan de officiële windsnelheden die geregistreerd zijn bij het
weerstation Deelen.
27
CoPI
Door de eerdergenoemde opschaling is er een CoPI vanuit VNOG opgestart ter plaatse van de
parkingang Hoenderloo. Dit CoPI is vervolgens met het besluit van 13.00 uur om op te schalen naar
GRIP 2 overgegaan in een CoPI Gelderland-Midden dat na 14.00 uur operationeel werd.
Het eerste CoPI heeft constructief vergaderd en er was een goede samenwerking in het team. Er zijn in
het CoPI ook adequate besluiten genomen over het afsluiten en ontruimen van het park; de ontruiming
van bezoekers en kunstcollectie van het Kröller-Müller Museum en de overdracht en aflossing van het
CoPI. Scenario denken kwam aan bod in het derde CoPI, waarbij werd besloten dat bij overschrijden van
de stoplijn GRIP2 zou worden gemaakt en dat bij draaiende wind Kröller-Müller zou worden ontruimd.
Daarentegen was het CoPI veel minder in staat om effectief sturing te geven aan de veldinzet en had
men geen goed beeld van de gevaren waaraan de eenheden op de stoplijn werden blootgesteld. De inzet
in het veld en het CoPI verliepen in zekere mate onafhankelijk van elkaar wat betreft de inzet. Toch is ook
het CoPI eindverantwoordelijk voor deze inzet.
Voor het CoPI van Gelderland-Midden in de middag gold dit laatste ook. Tot het eind van de middag was
er geen goed beeld van de inzet in het veld en was men druk doende om structuur te creëren. Dit werd
versterkt door de eerder genoemde overgang van operationele hoofdstructuur. Hierdoor stonden de
coördinatiesystemen (verbindingen) er niet en ook omdat het ene na het andere peloton in het veld
afgelost werd.
Pas bij de gestructureerde pelotonsgewijze aflossing kon weer georganiseerd opgetreden worden.
Hier ligt ook het belangrijkste verbeterpunt van deze inzet. Uit de evaluatiebijeenkomsten monodisciplinair
brandweer en multidisciplinair is geconstateerd dat er één landelijk eenduidig crisismanagementsysteem
moet worden toegepast voor de inzet van eenheden bij natuurbrandbestrijding. Het ligt hierbij voor de
hand om hiervoor de mobiele versie van LCMS te gebruiken.
ROT
Na opschaling naar GRIP2 werd het ROT van Gelderland-Midden actief. De eerste uren dat het ROT
actief was, had het team geen volledig beeld van de omvang van het incident. Hoewel het ROT geen
compleet beeld had, zijn veel belangrijke zaken in gang gezet. De aanvragen voor brandweerbijstand; in
eerste instantie vier pelotons en de NBBC, later nog eens vijf pelotons voor de aflossing. De logistiek voor
zowel het veld als voor de staven, inclusief de aflossingen zijn georganiseerd. Vanuit het ROT is de
coördinatie op de communicatie geregeld in samenwerking met het RACC. Daarnaast heeft het ROT
klachten uit de omgeving gemonitord en het meetplan aangestuurd. Ook heeft er een inventarisatie van
de kwetsbare objecten in en rondom het incidentterrein plaatsgevonden. Tenslotte heeft het ROT de
voorbereiding van een mogelijke ontruiming van Otterlo ter hand genomen. In het ROT is goed
samengewerkt.
Logistiek
Deze brand heeft één van de grootste logistieke brandweeroperaties van de afgelopen jaren
teweeggebracht. Uiteindelijk zijn 18 brandweerpelotons met benodigde ondersteuning ingezet en zijn
ruim 1000 personen tijdens de gehele natuurbrand ingezet. Tijdens de inzet zijn een viertal logistieke
punten ingericht. Vanwege de omvang van de inzet, verbindingen en de operationele overdracht was het
voor logistiek erg lastig precies te weten welke eenheden zich waar bevinden. Wel bleek gelukkig dat de
zelfredzaamheid van eenheden om aan middelen te komen zeer groot was. Wellicht kan in de logistieke
plannen hier meer rekening mee gehouden worden.
Natuurbrandverspreidingsmodel
Vanaf de opschaling naar GRIP1 is het natuurbrandverspreidingsmodel in het CoPI gebruikt. Er is in het
begin een eerste berekening gemaakt aan de hand van globale meteogegevens. Deze meteogegevens
werden vervolgens ieder half uur op papier aangereikt, inclusief de verwachting van de komende uren.
Hiermee is het model steeds aangepast. Informatie vanuit het natuurbrandverspreidingsmodel werd
serieus genomen en er werd naar gehandeld. De berekening van het verspreidingsmodel stond centraal
voor het bepalen van de aanpak van de brand, met name de verspreiding in de richting van het museum
en het dorp Otterlo was daarbij een aandachtspunt. Het verspreidingsmodel heeft goede bijdrage
geleverd aan de beeld- en besluitvorming.
28
Communicatie en informatie
Onder informatiemanagement wordt verstaan het totaal aan activiteiten om de juiste (operationele)
informatie tijdig op de juiste plaats te krijgen, kortom het verzamelen, analyseren, filteren en doorleiden
van de (operationele) informatie.
Crisismanagementsysteem
Om de bestrijding van een ramp of crisis te ondersteunen wordt door veiligheidsregio’s gebruik gemaakt
van netcentrisch werken en een bijbehorend crisismanagementsysteem. Voorheen waren er
verschillende systemen. Sinds 2014 wordt één landelijk systeem gebruikt. Ten tijde van de natuurbrand
bevond VNOG zich in de implementatiefase van dit crisismanagementsysteem terwijl Gelderland-Midden
het systeem al wel geïmplementeerd had. De crisisorganisatie VNOG gebruikt nu nog een regionaal
crisismanagementsysteem; CCS-x (tekst) en CCS-m (geografisch). Door het gebruik van verschillende
crisismanagementsystemen is door de MON een activiteit gestart in LCMS vanuit de regio IJsselland die
ook aangesloten is bij de MON. Ook al moesten de andere partijen nog even zoeken (IJsselland was niet
de regio die ze verwachtten bij natuurbrand), ook al was de werkwijze nog niet uitgedacht en was
informatie soms nog niet gerubriceerd, door deze effectieve improvisatie kon informatie van de
meldkamer en van het CoPI VNOG gedeeld worden met Gelderland-Midden en het LOCC.
Aandachtspunt voor Gelderland-Midden is het uitnodigen van betrokken regio’s in LCMS.
Gelderland-Midden gebruikt sinds kort op de voertuigen voor de natuurbrandbestrijding LCMS mobiel,
een onderdeel van het landelijke LCMS. Dit is een pilot waarbij het systeem ten tijde van het incident
recentelijk in gebruik was genomen en nog niet geïntegreerd was in LCMS 2014 versie1. Andere regio’s
gebruiken dit systeem nu nog niet. VNOG heeft ’s morgens de brandlocatie, de uitbreidingshoek en de
water innamepunten en aanvoerroute geplot in CCS-M. Dit is bij de overdracht van het commando
overgezet in LCMS. Doordat LCMS mobiel recentelijk in gebruik genomen was, was het onduidelijk voor
het CoPI van Gelderland-Midden in welk systeem gewerkt moest worden en koos men LCMS mobiel.
LCMS mobiel was echter niet toegankelijk voor de meldkamer, het ROT en de rest van de
crisisorganisatie (inclusief LOCC). Hierdoor kon het beeld van het CoPI en daarmee ook de gemaakte
plot van het incident, niet netcentrisch gedeeld worden met de andere teams. De beeldvorming bij de
andere teams verliep hierdoor moeizamer.
Behalve enkele problemen met ad-hoc routers (geen systeemprobleem) heeft LCMS mobiel goed
gewerkt. Deze technische problemen zijn inmiddels opgelost door het plaatsen van nieuwe hardware en
software. Ter plaatse is LCMS mobiel gebruikt voor navigatie en GPS-posities. De opdrachtenmodule is
niet gebruikt.
De tekortkomingen als gevolg van implementatietrajecten tonen aan dat het werken met één systeem
nodig is. Geconcludeerd kan worden dat de regio’s qua informatiemanagement de goede weg zijn
ingeslagen.
Crisiscommunicatie
Op het gebied van crisiscommunicatie is ontzettend goed samengewerkt door beide regio’s. Na de start
door VNOG is vanaf GRIP2 het proces crisiscommunicatie in goede samenwerking overgenomen door
Gelderland-Midden. Ook voor het proces crisiscommunicatie was het beter geweest als van begin af aan
de opschaling en operationele leiding vanuit de regio was geweest waartoe het grondgebied behoort. Nu
kostte het enige moeite voor de operationele voorlichters om de woordvoering in alle facetten over te
zetten, maar dit heeft geen nadelig effect gehad op het uiteindelijke product, te weten een heldere
informatievoorziening. Behalve de samenwerking tussen de regio’s, verliep de samenwerking met de
betrokken communicatieprofessional van Park De Hoge Veluwe ook goed. Het is belangrijk het
onderscheid te maken tussen communicatie over het incident en communicatie over zaken die
gerelateerd zijn aan bedrijfsvoering van het park.
De afstemming van de communicatie na het incident is een verbeterpunt. Via allerlei kanalen werden
verschillende collega’s door verschillende media benaderd. Ondanks dat sommigen de pers(vragen) zelf
beantwoordden en deze niet doorzetten naar team communicatie van VGGM, heeft dit niet tot problemen
of onduidelijkheid geleid.
29
C2000-verbindingen
De grootschalige inzet van hulpdiensten heeft een grote belasting van het C2000-netwerk opgeleverd. In
de natuurbrandprocedures van VNOG en GM zijn afspraken gemaakt over het aantal te gebruiken
gespreksgroepen. Ondanks deze afspraken is een veelvoud aan gespreksgroepen gebruikt tijdens deze
inzet. Uiteindelijk zijn ruim 100 gespreksgroepen gebruikt.
Dit is veroorzaakt doordat de gebruikers, naast de verbindingen op het incidentterrein, óók
gespreksgroepen voor onderling verkeer naar andere eenheden, de kazerne en/of de
incidentgespreksgroepen van het eigen verzorgingsgebied uitgeluisterd of gebruikt hebben. Door
interventie van de meldkamer is het aantal gespreksgroepen afgenomen, waardoor geen problemen
ontstaan zijn. De grote hoeveelheid communicatie op de plaats van de brand heeft in de meldkamer
Gelderland-Midden tussen 11.00 en 19.00 uur een aantal maal tot een ‘busy’ geleid (gebruiker komt in
een wachtrij). Dat werd als storend ervaren, maar heeft geen ernstige problemen in de aansturing
veroorzaakt.
Een ander issue was dat het verbindingsplan met bijstandskanalen gebaseerd is op het werken met twee
flanken en logistiek. Voor een brand van deze omvang en het gebruik van meer dan twee flanken was
een groter aantal bijstandskanalen nodig. Het verbindingsplan zal nog een keer interregionaal bezien
moeten worden met het oog op een eventuele volgende grootschalige inzet met bijstand.
Politiehelikopter
Tijdens de inzet op 20 april is de politiehelikopter twee keer aanwezig geweest om beelden te maken van
de omvang van de brand. In beide gevallen zijn brandweermensen mee geweest. De meerwaarde van
brandweermensen in de lucht is groot; zij kunnen het totaal beeld van de omvang van de brand vertalen
naar de benodigde brandweerinzet, zwaartepunten, etc. Op een grondstation is het in de dynamische
fase van de brand in het algemeen lastiger een beeld te vormen over de omvang van de brand (lengte
vuurfront) en waar in het terrein de brand zich bevindt. Ook zijn de opnames van de politiehelikopter een
belangrijke informatiebron voor de reconstructie van het brandverloop.
30
6. Bestuurlijk verslag
Opgemaakt door de burgemeester van de gemeente Ede, de heer Van der Knaap.
In verband met de evaluatie van de natuurbrand op Eerste Paasdag op de Hoge Veluwe wil ik een korte
reactie geven namens het bestuur van de gemeente Ede.
Ten eerste willen wij dankzeggen voor de grote inzet van in totaal 1.000 personen vanuit VGGM en
omliggende veiligheidsregio’s. Er is keihard gewerkt, in soms hachelijke situaties. Daar hebben we
diep respect voor. Daarbij past ook een speciaal woord van dank voor de inzet van Defensie, die op
Eerste Paasdag, terwijl er geen piket was (code lichtgroen), toch binnen enkele uren volledige
helikopterbemanningen (en niet te vergeten: vliegveldpersoneel) op de been kreeg, die zeer succesvol
de brand vanuit de lucht hebben bestreden. Grote klasse!
Ten tweede willen wij de deelnemende partijen complimenteren voor de samenwerking. Hierbij denken
we onder andere aan de VNOG, het LOCC, het Museum Kröller-Müller en Nationaal Park De Hoge
Veluwe. Daarbij willen we benadrukken dat we onder de indruk zijn van de zeer adequate ontruiming van
het park, waar op dat moment ca. 5.000 bezoekers aanwezig waren, door het eigen personeel van het
park en het museum.
Ik zou graag willen pleiten voor de introductie van één informatie- en commandosysteem voor
bosbranden op de Veluwe. Voor natuurbranden in de toekomst zou dit van grote meerwaarde zijn.
Ook zie ik dat nog verbeteringen mogelijk zijn op het gebied van inzettechnieken. Wellicht dat (nog)
betere samenwerking met de verschillende terreinbeheerders nog tot andere inzettactieken kunnen leiden
bij de toekomstige inzet bij natuurbranden. Daarbij valt te denken aan ‘gecontroleerd’ laten (uit)branden
en zo nodig nog op een cruciale plek opvangen van de brand.
31
32
7. Conclusies en aanbevelingen
Op 20 april 2014 vond een bijzonder incident plaats. Bijzonder vanwege:
- de grootte van het incident
- de hoeveelheid betrokken hulpverleners en hulpverleningsorganisaties
- de samenwerking met en ontruiming van het park en het museum
- de enorme bijstands- en logistieke operatie die uit dit incident voortkwam.
Dit incident is een leerzame casus, vooral omdat het een zeer grootschalig optreden betrof. Gekeken is op welke
onderdelen verbeteringen mogelijk zijn. Hiervoor zijn in dit hoofdstuk aanbevelingen opgesteld.
Datum
gereed
Conclusie
Aanbeveling
Uitvoerder
Beide veiligheidsregio’s hanteren op onderdelen
eigen werkwijzen ten aanzien van
natuurbrandbestrijding.
Ontwikkel een gezamenlijke
manier van optreden en
overweeg één operationeel
inzetplan voor de gehele
Veluwe te maken.
VGGM
VNOG
2015
De centralisten van de MON en GelderlandMidden hebben bewust de opschaling en de
coördinatie van dit incident bij de MON
neergelegd. Terwijl bekend was dat het incident
op het grondgebied van Gelderland-Midden was.
De operationele leiding van Gelderland-Midden
is hierdoor niet gelijk gealarmeerd. Dit heeft bij
de verdere opschaling en het doorschalen naar
GRIP 2 tot problemen geleid toen de
operationele leiding moest worden omgezet naar
Gelderland-Midden.
Vestig bij de meldkamers en
operationele hoofdstructuur
de aandacht op de procedure
dat bij interregionale inzet de
operationele leiding en
opschaling door de regio
wordt geleid waar het incident
plaatsvindt en borg de
alarmering van deze
operationele leiding.
- Meldkamer GM
- MON
- VGGM
- VNOG
z.s.m.
Inzettactiek met natte stoplijnen is gebruikt, met
goede en minder goede effecten. Er is
onvoldoende inzicht en ervaring in de
maatregelen en de effecten om deze tactiek
goed toe te passen.
Breng de kwaliteit van het
inzetten van stoplijnen op
voldoende niveau als
alternatief voor het offensief
blussen in toegankelijk
terrein.
Landelijke
Stuurgroep
Natuurbrand van
Brandweer
Nederland / IFV
De inzet van de blushelikopter heeft na
alarmering ruim een halve dag geduurd.
Vanwege de droogte-index ‘groen’ was het
personeel voor de blusheli niet geconsigneerd.
Bekijk of de
consignatieregeling
aangepast moet worden.
Brandweer
Nederland, VNOG
en Defensie
Op de uitgangsstelling was geen coördinator
aanwezig om de bijstandsverlenende eenheden
op te vangen en te begeleiden.
Overweeg een coördinator
UGS in te zetten bij
grootschalige
bijstandsoperaties.
VGGM
Door de drive van de brandweereenheden om
brand te blussen is men het terrein in gegaan.
Een kleine twintigtal brandweervoertuigen heeft
zich vastgereden in het drassige gebied. Op de
natuurbrandkaart is dit gebied aangeduid als
onbegaanbaar en drassig.
Betreed geen onbegaanbaar
en drassig gebied bij
natuurbrandbestrijding en
ontwikkel alternatieve
inzettactieken voor
onbegaanbare terreinen.
VGGM
VNOG
Landelijke
Stuurgroep
Natuurbrand
IFV
De inzet in het veld en het CoPI verliepen in
zekere mate onafhankelijk van elkaar. Het CoPI
was minder in staat om effectief sturing te geven
aan de veldinzet. Het CoPI had geen goed beeld
van de gevaren waaraan de eenheden werden
bloot gesteld.
Pas één landelijk eenduidig
crisismanagementsysteem
toe voor de inzet van
eenheden bij
natuurbrandbestrijding. Het
ligt hierbij voor de hand om
hiervoor de mobiele versie
van LCMS te gebruiken.
Brandweer
Nederland
2015
33
Dit werd veroorzaakt doordat op dat moment (en
nog steeds) verschillende systemen gebruikt
werden voor het in beeld brengen en aansturen
van eenheden bij natuurbrandbestrijding en
doordat de bronbestrijding bijzonder complex en
massaal was.
Overweeg om bij grote
complexe inzetten een extra
CoH bak met ondersteuning
voor monodisciplinaire
brandweerprocessen in te
zetten ter ondersteuning van
de taakcommandant
brandweer.
VGGM
VNOG
Grootschalige inzet heeft een grote belasting
van het C2000-netwerk opgeleverd. Dit werd
vooral veroorzaakt door het feit dat de
gebruikers, naast de verbindingen op het
incidentterrein, óók gespreksgroepen voor
onderling verkeer naar andere eenheden, de
kazerne en/of de incidentgespreksgroepen van
het eigen verzorgingsgebied uitgeluisterd of
gebruikt hebben.
Implementeer de
aanbevelingen vanuit het
project Portogewoon.
Brandweer
Politie
Ambulance
Het verbindingsplan met gebruik van drie
bijstandskanalen bleek onvoldoende toegerust
voor het werken met meer dan twee flanken en
een grootschalige inzet met veel bijstand.
Heroverweeg interregionaal
het verbindingsplan voor
bijstand bij grootschalige
natuurbrand.
VGGM
VNOG
Landelijke
stuurgroep
Natuurbrand
2015
Vanwege de omvang van de inzet, de
verbindingen en de operationele overdracht was
het voor de logistiek erg lastig precies te weten
welke eenheden zich waar bevonden. Wel bleek
dat de zelfredzaamheid van eenheden om aan
middelen te komen zeer groot was.
Houd in de logistieke plannen
meer rekening met de
zelfredzaamheid van
eenheden.
VGGM
2015
Beide keren dat de politiehelikopter tijdens het
incident gevlogen heeft, is iemand van de
brandweer mee geweest. De meerwaarde
hiervan is de vertaling tussen het beeld van de
omvang van de brand en de benodigde
brandweerinzet, zwaartepunten, etc.
Neem de inzet van de
politiehelikopter en de
voorwaarden waaronder dit
kan, op in een procedure.
VGGM
2015
34
8. Bijlagen
A. Overzichten brandverloop (Team brandonderzoek VNOG)
Legenda:
Windrichting
Branduitbreiding
Vuurfront
Aangetast gebied
Kaart 1. 09:00 – 10:00 uur
Kaart 2. 10:00 – 11:00 uur
35
Kaart 3. 11:00 – 1200 uur
Kaart 4. 12:00 – 13:00 uur
36
Kaart 5. 13:00 – 14:00 uur
Kaart 6. 14:00 – 15:00 uur
37
Kaart 7. 16:00 – 18:00 uur
Legenda:
Windrichting
Vuurfront
Aangetast gebied
Stoplijn door brandweer
Stoplijn door inzet blushelikopters
38
B. Twitter
Twitterberichten van @brandweerGM
@brandweerGM is het officiële Twitter account van de operationele voorlichting van VGGM
De meest recente berichten staan bovenaan.
21 april
brandweerGM@brandweerGM21 apr.(10:40 uur)
#ParkHogeVeluwe. Nu ook officieel afgeschaald naar Grip 0. @brandweerGM bedankt alle
betrokkenen voor hun steun en bijdragen. ^twexit AS
brandweerGM@brandweerGM21 apr.(10:40 uur)
#ParkHogeVeluwe en ook de regio's: Midden-West Brabant, Brabant Zuid-Oost en GelderlandMidden.2/2
brandweerGM@brandweerGM21 apr.(10:40 uur)
#ParkHogeVeluwe. De volgende veiligheidsregio's hebben bijgedragen: IJsselland, Utrecht, Twente,
Noord-Oost Gelderland, Limburg-Noord 1/2
brandweerGM@brandweerGM21 apr.(10:05 uur)
@judith1188 persvragen voor de operationele voorlichter naar 088-3556110.
brandweerGM@brandweerGM21 apr.(09:59 uur)
#ParkHogeVeluwe brandweer is bezig met afrondende bluswerkzaamheden. ^AS
brandweerGM@brandweerGM21 apr.(09:25 uur)
#ParkHogeVeluwe. Alle wegen rondom het park zijn inmiddels open. ^AS
brandweerGM@brandweerGM21 apr. (07:36 uur)
#parkhogeveluwe Delenseweg is nu nog afgesloten, maar gaat om 08.00 uur weer open, zodat Park
De Hoge Veluwe weer bereikbaar is. ^AS
brandweerGM@brandweerGM21 apr. (07:33 uur)
#parkhogeveluwe. Nog 4 blusvoertuigen actief vanochtend voor nabluswerkzaamheden. Rest
hulpdiensten afgeschaald. ^AS
20 april
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(19:18 uur)
De politie laat weten dat er geen aanwijzingen zijn voor brandstichting op de #Veluwe bij
#Hoenderloo. ^jm
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(19:08 uur)
Tweede #helicopter van #Defensie is ingezet bij #natuurbrand op de #Veluwe. 527 ha is verwoest
door het vuur. ^jm
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(18:42 uur)
Bij #natuurbrand #Hoenderloo heeft brw GM 1 voertuig verloren door brand. Deze zat vast bij
bluswerkzaamheden op Deeler veld.^jm
brandweerGM@brandweerGM20 apr. (14:30 uur)
#Hoenderloo #natuurbrand in Gelderland-Midden. Woordvoering door GM ondersteunt voor VNOG.
Volg de ons via @crisisGM.
brandweerGM@brandweerGM20 apr. (14:19 uur)
#Hogeveluwe #natuurbrand #Hoenderloo volg @crisisgm.
39
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(13:52 uur)
#hogeveluwe #hoenderloo. Burgemeesters Ede en Apeldoorn zijn ter plaatse in Hoenderloo en laten
zich informeren.^AS copi
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(13:37 uur)
#Hogeveluwe #hoenderloo. Als u niet perse in Hoenderloo moet zijn, blijf dan aub uit de buurt.
Hulpdiensten grootschalig aanwezig.^AS
brandweerGM@brandweerGM20 apr. (13:19 uur)
#hogeveluwe #hoenderloo. Blusheli's aangevraagd voor ondersteuning voor niet begaanbaar terrein.
^AS
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(13:16 uur)
#hogeveluwe #hoenderloo. Kroller Moller voor publiek ontruimd. Brand breidt uit. Meer eenheden
worden ingezet.^AS
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(13:05 uur)
#natuurbrand #Deelense veld bij Hoenderloo. #Grip 2 ivm uitbreiding, brand nog niet onder controle.
^AS
brandweerGM@brandweerGM20 apr.(12:03 uur)
#Park Hoge Veluwe is voor alle publiek afgesloten ivm brand op hei in #Hoenderlo.
Twitterberichten van @CrisisGM
@crisisGM is het officiële Twitter account van VGGM bij crisis vanaf GRIP 2
20 april
crisisGM@crisisGM20 apr. (22:20 uur)
In verband met afschaling naar GRIP 1 gaat eventuele communicatie over de natuurbrand vanaf dit
moment via @brandweerGM. Twexit^AS
crisisGM@crisisGM20 apr.(22:17 uurr)
Aanvulling op vorig bericht. Voor persvragen over het operationele optreden van de hulpdiensten bel
088-3556110, perspiket Gelderland-Midden
crisisGM@crisisGM20 apr. (21:31 uur)
Publieks- en persnummer vanaf 22.00u niet meer actief. Indien nodig kunt u met vragen bellen met de
gemeente Ede op nummer (0318) 68 01 20.
crisisGM@crisisGM20 apr.(20:53 uur)
Sein #brandmeester is gegeven voor #natuurbrand #Veluwe. Controle van brandweer blijft komende
nacht. ^jm
crisisGM@crisisGM20 apr.(20:21 uur)
#Natuurbrand #Veluwe onder controle de N310, Otterlo-Arnhem is weer vrijgegeven. Komende nacht
blijft brandweer paraat in het veld.^jm
crisisGM@crisisGM20 apr.(20:07 uur)
#ParkHogeVeluwe is na #natuurbrand morgen open, ook @krollermuller is open. Ingang
#Schaarsbergen en zuiden van park blijven dicht.^jm
crisisGM@crisisGM20 apr. (20:00 uur)
#Natuurbrand #Veluwe onder controle. Vannacht blijven ongeveer 50 brandweerlieden actief voor
inspectie en nablussen. 527 ha is verwoest.jm
crisisGM@crisisGM20 apr. (19:47 uur)
#Natuurbrand #Veluwe bij #Hoenderloo lijkt onder controle. Ploegen blijven wel de nacht actief voor
controle en nablussen.
40
crisisGM@crisisGM20 apr.(19:21 uur)
De politie laat weten dat er geen aanwijzingen zijn voor brandstichting op de #Veluwe bij
#Hoenderloo.^jm
crisisGM@crisisGM20 apr.(18:51 uur)
Bij #natuurbrand op de Veluwe is 527 hectare verwoest. Honderden brwlieden zijn actief brand te
bestrijden die sinds vanochtend woedt. ^jm
crisisGM@crisisGM20 apr.(18:48 uur)
Brandweerauto in #natuurbrand op #Deeler veld is nog wel inzetbaar bij de grote brand op de Veluwe.
Is wel zwaar beschadigd door brand. ^jm
crisisGM@crisisGM20 apr.(18:45 uur)
RT Bij #brand #hogeveluwe #Hoenderloo heeft brwGM 1 voertuig verloren door brand. Deze zat vast
bij bluswerkzaamheden op Deeler veld.^jm
crisisGM@crisisGM20 apr.(17:59 uur)
Helicopter van #Defensie helpt #natuurbrand te bestrijden op de #Veluwe. Ruim 300 brwlieden actief.
pic.twitter.com/ut91RF3qy6
crisisGM@crisisGM20 apr. (17:51 uur)
RT@CvanderKnaap Daar gaat eerste Chinook. Steun vanDefensie die brandweer goed kan
gebruiken. pic.twitter.com/NdKjmGramC #hogeveluwe #Hoenderloo
crisisGM@crisisGM20 apr.(17:41 uur)
RT@CvanderKnaap Al vele hectares natuurgebied verbrand. Brand nog niet meester. Hulpverleners
doen hun uiterste best. pic.twitter.com/evfgzovf0p
41
crisisGM@crisisGM20 apr.(17:09 uur)
Mankracht vanuit Twente ingezet om met rugzakken water brand op zeer moeilijk bereikbare plekken
te bestrijden #hogeveluwe #Hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(16:27 uur)
Bijna 300 brandweerlieden zijn actief in de bestrijding van deze brand #hogeveluwe #hoenderloo
^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(16:26 uur)
Er is bijstand gevraagd van brandweerkorpsen uit Brabant en Limburg voor assistentie en aflossing
#hogeveluwe #Hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(16:24 uur)
Vanuit Twente is zojuist een peleton gearriveerd met 4 bemande tankautospuiten #hogeveluwe
#Hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(16:21 uur)
Op dit moment zijn er ruim 200 man actief in het veld #hogeveluwe #Hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr. (16:20 uur)
De roetdeeltjes zijn vergelijkbaar met de roetdeeltjes die vrijkomen bij barbecue of open haard
#hogeveluwe #Hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(16:18 uur)
Het kan zijn dat u roetdeeltjes aantreft. Is dit het geval dan kunt u deze met een sopje verwijderen
#hogeveluwe #Hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr. (16:17 uur)
Rook is altijd schadelijk. Advies: houdt ramen en deuren gesloten en blijf uit de rook. #hogeveluwe
#Hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(16:16 uur)
De brand is beperkt tot het park vooralsnog geen ontruimingen van nabijgelegen campings of dorpen
#hogeveluwe #hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr. (16:11 uur)
RT @CvanderKnaap Druk overleg over bestrijding brand Hoge Veluwe. pic.twitter.com/BUwwcM2dOK
#hogeveluwe #hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr. (15:49 uur)
De Arnhemseweg N310 van #Otterlo naar #arnhem , is preventief afgesloten #hogeveluwe
#hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:39 uur)
Op dit moment is ruim 350 ha heide en bos verbrand #hogeveluwe #hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:35 uur)
42
In benedenwinds gebied zijn meetploegen actief #hogeveluwe #hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:30 uur)
@thijsaardema Dat zou kunnen, maar hoeft niet #hogeveluwe #hoenderloo. ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:19 uur)
De Arnhemseweg N310 van #Otterlo naar #Arnhem wordt afgesloten #hogeveluwe #hoenderloo
^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:18 uur)
De wind is inmiddels gedraaid naar het zuidwesten #hogeveluwe #hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:17 uur)
Brand is nog niet onder controle maar blijft beperkt tot park @HogeVeluwe #hogeveluwe #hoenderloo
^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:03 uur)
#hogeveluwe #hoenderloo rook is altijd schadelijk. Advies: houdt ramen en deuren gesloten en blijf uit
de rook. ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(15:02 uur)
@ldvtjuh De N224 is nog open.
crisisGM@crisisGM20 apr.(14:57 uur)
Op dit moment is al ruim 200 ha heidegebied door de brand getroffen #hogeveluwe #hoenderloo
^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(14:54 uur)
Ook blushelicopter wordt ingezet om de heidebrand te bestrijden #hogeveluwe #hoenderlo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(14:31 uur)
Voor persvragen heidebrand is het nummer 026-3775458 bereikbaar #hogeveluwe #hoenderloo.
^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(14:16 uur)
Als u niet in de regio Hoenderloo moet zijn, blijf dan aub uit de buurt. Hulpdiensten grootschalig
aanwezig #Hogeveluwe #hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(14:13 uur)
Er is een informatienummer geopend naar aanleiding van de brand #hogeveluwe #hoenderloo,
telefoonnummer is 026-377 5460 ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(14:11 uur)
Er zijn ruim 200 medewerkers actief die druk bezig zijn om de brand te bestrijden #hogeveluwe
#hoenderloo ^RACC
crisisGM@crisisGM20 apr.(14:10 uur
Tientallen blusvoertuigen zijn ingezet om brand te bestrijden #hogeveluwe #hoenderloo ^RACC
43
Twitterberichten van @VNOGregio
@VNOGregio is het officiële Twitter account van VNOG
20 april
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (12:29 uur)
Politieheli ingezet bij natuurbrand #Hoenderloo /Delen voor verkenning. Sommige delen van het veld
moeilijk bereikbaar ivm drassige grond
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (12:23 uur)
Natuurbrand #Hoenderloo /Delen wordt door brandweer gestopt bij bosrand, blijft voorlopig beperkt tot
gras, beetje hei en struiken
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (10:48 uur)
#Hoenderloo, park hoofdingang Hoenderloo is afgesloten. Publiek wordt geadviseerd om thuis te
blijven.
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (10:12 uur)
#Hoenderloo, op dit moment al ruim 10ha natuur verwoest.
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (10:08 uur)
Bij natuurbrand #Hoenderloo ook veel logistiek materieel om waterwinning te organiseren. totaal
inmiddels >130 brandweermensen ingezet
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (10:03 uur)
Flinke natuurbrand nabij #Hoenderloo betreft vooral heide en gras. In totaal nu ca 16 blusvoertuigen
en uit Gld Midden en VNOG ingezet
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (09:20 uur)
#Hoendeloo, voorlichter gaat ter plaatse.
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (09:19 uur)
#Hoenderloo, brand heeft een oppervlakte van enkele honderden meters. Brandweer is drum met de
bestrijding van de brand.
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (09:16 uur)
#Hoenderloo, beide regio's leveren materieel.
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (09:15 uur)
#Hoenderloo, brand bevind zich op de grens van de veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland en
Gelderland Midden.
VNOGregio@VNOGregio · 20 apr. (09:00 uur)
#Hoenderloo, heidebrand, inzet van 1 compagnie Nationaal park de Hoge Veluwe.
44
C. Lijst met gebruikte afkortingen
AGS
Adviseur Gevaarlijke Stoffen
CACO
Calamiteitencoördinator
CCS
Command en Control System
COH
Commando Haakarmbak
CoPI
Commando Plaats Incident
DNOM
Defensie Natuurbrand Ondersteuningsmodule
FBO
Fire Bucket Operation
GHOR
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio
GM
Gelderland-Midden
GMS
Geïntegreerd Meldkamer Systeem
GPS
Global Positioning System
GRIP
Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdingsprocedure
HOvD
Hoofdofficier van Dienst
I&A
ICT en Automatisering
KMM
Kröller-Müller Museum
KVT
Kazerne Volgordetabel
LCMS
Landelijk Crisismanagementsysteem
LOCC
Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum
MLT
Militair Luchtvaartterrein
MON
Meldkamer Oost Nederland
MOTO
Multidisciplinair Opleiden, Trainen en Oefenen
MSA
Motorspuitaanhanger
NCC
Nationaal Coördinatiecentrum
OvD-B
Officier van Dienst - Brandweer
RACC
Regionaal Actiecentrum Crisiscommunicatie
ROT
Regionaal Operationeel Team
TBO
Team Brandonderzoek
VGGM
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
VNOG
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland
WIP
Water Innamepunt
WTS
Watertranssportsysteem
45
D. Bedankbrief burgemeester gemeente Ede
46
E. Bedankbrief directie Park de Hoge Veluwe
47
48
49