Einsteinweg 5b, 2333 CC LEIDEN, Postbus 672, 2300 AR LEIDEN Telefoon 071 - 524 67 00, Telefax 071 - 524 67 77 Leiden, 12 juni 2014 Betreft: belangrijke risico-informatie: Benadrukken van de voorwaarden voor gebruik Procoralan/Corlentor (ivabradine) voor de symptomatische behandeling van chronische stabiele angina pectoris om potentieel gevaarlijke bradycardie te voorkomen, terwijl resultaten uit klinisch onderzoek geëvalueerd worden. Geachte heer / mevrouw, In overleg met het wetenschappelijke Comité voor geneesmiddelen voor humaan gebruik (CHMP) van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA), het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) wil Servier u informeren over belangrijke nieuwe risico-informatie voor Procoralan/Corlentor (ivabradine). Uit voorlopige resultaten van de SIGNIFY studie is een kleine, maar statistisch significante verhoging gevonden van het risico op de gecombineerde eindpunten cardiovasculaire mortaliteit en niet-fataal myocard infarct bij gebruik van ivabradine in vergelijking met placebo in een vooraf gespecificeerde subgroep van patiënten met symptomatische angina van CCS klasse II of meer. Uit de voorlopige gegevens blijkt dat ongunstige cardiovasculaire uitkomsten mogelijk vooral gerelateerd zijn aan de streefwaarde voor de hartslag van < 60 slagen per minuut. De uitkomsten van de SIGNIFY studie worden momenteel verder beoordeeld om de gevolgen voor het gebruik van ivabradine volledig te begrijpen. In de tussentijd, om potentieel ernstige bradycardie te voorkomen, worden zorgverleners nogmaals gewezen op het volgende: Samenvatting: • Voorlopige gegevens tonen aan dat de ongunstige cardiovasculaire eindpunten waargenomen in het SIGNIFY onderzoek mogelijk vooral gerelateerd zijn aan de streefwaarde voor de hartslag van < 60 slagen per minuut (spm). De behandeling moet worden gestaakt als de hartslag in rust te laag wordt of de symptomen van bradycardie voortduren. • De aanbevolen startdosis is 5 mg ivabradine tweemaal daags. De onderhoudsdosering dient niet hoger te zijn dan 7,5 mg tweemaal daags. • Indien de hartslag in rust blijft dalen of indien de patiënt verschijnselen vertoont van bradycardie, moet de dosering geleidelijk worden verlaagd, tot de laagst mogelijke dosering van 2,5 mg tweemaal daags. • De dosering mag alleen worden verhoogd na drie tot vier weken behandeling tot de maximale dosering van 7,5 mg tweemaal daags, wanneer de therapeutische respons bereikt met 5 mg tweemaal daags onvoldoende is en indien de dosis van 5 mg goed wordt verdragen. Het effect van een verhoging van de dosis op de hartslag moet zorgvuldig worden gecontroleerd. • Vermijd gelijktijdig gebruik van ivabradine met calciumantagonisten die de hartslag verlagen, zoals verapamil of diltiazem. • Tijdens de behandeling met ivabradine moeten patiënten zorgvuldig gecontroleerd worden op een te lage hartslag in rust of symptomen van bradycardie. De noodzaak tot continuering van de behandeling bij deze patiënten dient zo nodig opnieuw beoordeeld te worden. Verder worden zorgverleners nogmaals gewezen op het volgende: • Ivabradine is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van chronische stabiele angina pectoris bij volwassenen met een coronaire hartziekte die een normaal sinusritme hebben. Bankrekening 43.00.24.762 ABN-AMRO Amsterdam, BTW nummer NL8134.28.853B01 Handelsregister 28102258, IBAN: NL69ABNA0430024762, BIC: ABNANL2A • Ivabradine is geen startmedicatie maar is geïndiceerd voor gebruik: o o bij volwassenen die intolerant zijn of een contra-indicatie hebben voor bèta-blokkers of in combinatie met bèta-blokkers bij patiënten die met een optimale bètablokkerdosis onvoldoende onder controle zijn en bij wie de hartfrequentie > 60 spm bedraagt. Verdere informatie over de voorlopige resultaten van de SIGNIFY studie: De SIGNIFY studie werd uitgevoerd bij patiënten met een coronaire hartziekte zonder klinisch hartfalen. De gebruikte dosering was hoger dan de aanbevolen dosering in de ivabradine SmPC (in de SIGNIFY studie was de startdosering 7,5 mg tweemaal daags (5 mg 2 maal daags bij ouderen >75 jaar) en de onderhoudsdosering 10 mg tweemaal daags). In de gerandomiseerde groep (n=19.102) had ivabradine geen significant effect op het primaire samengestelde eindpunt (PCE) (cardiovasculaire mortaliteit of niet-fataal myocardinfarct (MI)): hazardratio 1,08, 95% BI [0,96-1,20], p=0,197 (jaarlijkse incidentie van 3,03% versus 2,82%). Vergelijkbare resultaten werden gezien voor cardiovasculaire mortaliteit (hazard-ratio 1,10, 95% BI [0,94-1,28], p=0,249, jaarlijkse incidentie van 1,49% versus 1,36%) en niet-fataal MI (hazard-ratio 1,04, 95% BI [0,90 -1,21 ], p=0,602, jaarlijkse incidentie van 1,63% versus 1,56%). Er werd geen toename in plotseling overlijden waargenomen, wat suggereert dat ivabradine geen ventriculair pro-aritmisch effect heeft. In de vooraf gespecificeerde subgroep van symptomatische angina patiënten (CCS klasse II of meer) (n=12049), werd een statistisch significante toename van het PCE waargenomen: hazard-ratio 1,18, 95 % BI [1,03-1,35], p=0,018 (jaarlijkse incidentie van 3,37% versus 2,86%). Vergelijkbare trends werden waargenomen in de componenten van het PCE, met een niet statistisch significant verschil in de behandelgroepen op cardiovasculair overlijden (hazard- ratio 1,16, 95% BI [0,97-1,40 ], p=0,105, jaarlijkse incidentie van 1,76% versus 1,51%) en niet-fataal MI (hazard-ratio 1,18, 95% BI [0,97-1,42], p=0,092, jaarlijkse incidentie van 1,72% versus 1,47%). In deze studie was de incidentie van bradycardie (symptomatisch en niet-symptomatisch) hoog bij ivabradine: 17.9% versus 2.1% in de placebogroep, en meer dan 30% van de patiënten in de ivabradine groep hadden minimaal eenmaal een rust hartslag onder de 50 spm. Uit de voorlopige analyse blijkt dat de ongunstige cardiovasculaire uitkomsten mogelijk gerelateerd zijn aan de streefwaarde voor de hartslag van onder de 60 slagen per minuut; echter de studieuitkomsten worden nader beoordeeld om de gevolgen voor het gebruik van ivabradine volledig te begrijpen. Oproep tot het melden van bijwerkingen Voor het snel onderkennen van bijwerkingen blijven spontane meldingen van groot belang. In Nederland kunt u vermoede bijwerkingen melden bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. U kunt daarvoor gebruik maken van het meldingsformulier dat u op internet kunt vinden (http://www.lareb.nl/). Bijwerkingen kunnen ook altijd gemeld worden bij de houder van een handelsvergunning van het product. Contact gegevens voor aanvullende informatie Indien u vragen heeft of meer informatie wenst met betrekking tot Procoralan/Corlentor, kunt u contact opnemen met mevr. M.S.W.Renkens, arts, rechtstreeks te bereiken via telefoonnummer 071-5246700, van Servier Nederland Farma B.V. Met vriendelijke groet, Namens Servier Nederland Farma B.V. Ph.Etorre General Manager
© Copyright 2024 ExpyDoc