klik hier om te downloaden

BSC - 03 oktober 2014
Wat is er nieuw
in het BSC?
Centrum of Museum? Of beide?
De Peyo-Ruimte
Het Pieter de Poortere-auditorium
De tentoonstelling Beeldig Brussel
Het Stripmuseum op ®Google Street View
De internationale ontwikkeling van het BSC
en Caunes-Minervois
Centrum of Museum?
Of beide?
Niet alle taxichauffeurs in Brussel kennen het BSC, maar ze weten allemaal wel waar het
Stripmuseum ligt!
In 1989 leek de inhuldiging van een Museum van het stripverhaal in de ogen van velen misschien wel
een soort begrafenis van hun geliefkoosde kunst, zozeer was het imago van musea in de jaren 80 nog
dat van eerbiedwaardige instituten met een 19e-eeuwse dynamiek. Met andere woorden: de
directeur van een dergelijke instelling werd conservator genoemd, omdat hij zich tevredenstelde...
met conserveren, zonder ooit uit zijn comfortzone te treden om niet-ingewijden op te sporen en te
verleiden. Maar dat is verleden tijd.
Nu, gehoor gevend aan de vox populi, heeft het Belgisch Stripcentrum beslist in zijn officiële
benaming plaats te ruimen voor de mooie term ‘Museum’. Voortaan staan BSC en Stripmuseum
broederlijk naast elkaar zonder elkaar te overschaduwen. Wanneer we het hebben over de culturele
onderneming spreken we van het BSC, wanneer het gaat over de culturele activiteiten van deze
structuur spreken we over het Museum!
Als lid van de ICOM (The International Council of Museums - De Internationale Raad van Musea)
herkent het BSC zich perfect in de definitie van ‘Museum’ die hierin gegeven wordt.
Een museum is een permanente instelling zonder winstoogmerk dat ten dienste staat van de
maatschappij en haar ontwikkeling. Het staat open voor het publiek, verwerft, bewaart,
bestudeert en exposeert het materiële en immateriële erfgoed van de mens en zijn leefmilieu, en
ontsluit dit erfgoed door voor studie-, opvoedings- en ontspanningsdoeleinden.
(…)
Personen of instellingen (met inbegrip van hun personeelsleden) die handel drijven (aankopen of
verkopen met winstoogmerk) in cultuurgoederen, met inbegrip van kunstvoorwerpen en
natuurlijke en wetenschappelijke specimen, kunnen geen lid worden van de ICOM. (ICOM)
In dezelfde lijn laat het BSC ook zijn historisch logo mee evolueren. De realisatie hiervan werd
toevertrouwd aan zijn favoriete graficus, Pierre Saysouk.
De briefing was eenvoudig: geen revolutie, een eenvoudig ontwerp dat van ver leesbaar is, modern
maar verstaanbaar. Het zal na 3 oktober 2014 geleidelijk aan in gebruik worden genomen.
Vanaf 3 oktober 2014
De Peyo-Ruimte
een tentoonstelling voor klein en groot
De Peyo-Ruimte, die op 3 oktober 2014 wordt ingehuldigd in een gedeelte van het voormalige
Uitstalraam van de Verbeelding, is een nieuwe permanente tentoonstelling in het kader van de 25e
verjaardag van het Stripmuseum. De tentoonstelling werd uitgewerkt door de ploeg van het BSC, in
nauwe samenwerking met de Grote Smurf en zijn vertegenwoordigers in Mensenland (IMPS).
Ze werd ontworpen op de maat van klein en groot.
De aandacht van de bezoeker die op de verdieping van het Museum aankomt wordt onmiddellijk
getrokken door de 100 Smurfenportretten – 100, omdat ze allemaal verschillend zijn – op een paneel
van meer dan 20 m² boven de permanente tentoonstelling die aan hun bedenker is gewijd. Dit grote
beeld draagt bij aan het ‘evenwicht van de volumes’ rond de lichtput, aangezien het dezelfde
afmetingen heeft als het Kasteel Molensloot dat aan de overkant uit de Hergé-Ruimte oprijst.
De bezoekers van het Stripmuseum, uit welk deel van de wereld ze ook komen, worden dus
onmiddellijk geconfronteerd met de twee beroemdste van alle ooit in België gecreëerde grafische
werelden.
De nieuwe permanente tentoonstelling is rijk aan informatie en minder bekende documenten over
deze reus van het stripverhaal en bevat ook een zeer realistisch smurfendorp in 3D. En er is zeker ook
gedacht aan de jongsten, die zelf in een heus Smurfenhuis mogen binnenlopen en met hun vriendjes
uitgebreid kunnen spelen en lachen.
Een coproductie BSC- IMPS.
Peyo, of het overweldigende succes van een verhalenverteller
Peyo (Pierre Culliford, 1928-1992) is waarschijnlijk de beroemdste Belgische tekenaar op onze planeet, ook al
was hij eerst niet de meest begaafde tekenaar van zijn generatie. Hij was minder virtuoos dan Franquin en
Morris, zijn collega's op studio CBA in 1945, maar hij bleek over buitengewoon talent als verhalenverteller te
beschikken.
Na een bescheiden debuut met de schildknaap Johan in het dagblad ‘La Dernière Heure’ en het katje Poesie in
het dagblad ‘Le Soir’ publiceert hij in 1952 voor het eerst in het magazine Robbedoes, waarvoor hij de in de
middeleeuwen gesitueerde reeks ‘Johan en Pirrewiet’ creëert. In die serie blijkt zijn talent als scenarist en een
tekenstijl die zeer efficiënt zou worden, en opvallend door de grote helderheid.
In 1958 creëert hij daarna, in een episode van Johan en Pirrewiet, een stam van kleine blauwe wezentjes die hij
Smurfen noemt. Ze zijn heel schattig en geestig en de Robbedoes-lezers sluiten hen onmiddellijk in hun hart.
Met de hulp van Yvan Delporte, zijn hoofdredacteur, gaat Peyo aan de slag met eigen verhalen over de
Smurfen. Al heel snel moet hij zich omringen met medewerkers om te kunnen voldoen aan de vraag van het
publiek. De machine is niet meer te stoppen: er worden 3D-beeldjes van de Smurfen gecreëerd, er komen
tekenfilms, en ook de reclamewereld en de merchandising leggen beslag op de personages.
In Hollywood laat het dochtertje van een directeur van de televisiezender CBS haar Smurfenknuffel niet meer
los: dat luidt het begin in van de verovering van de planeet door tekenfilms van de Hanna-Barbera-studio's,
onder supervisie van Peyo die er zijn gezondheid bij inschiet. Na zijn overlijden gaat de ploeg door met het
waanzinnige avontuur en boekt het ene succes na het andere in de merchandising, de filmwereld en - uiteraard
- het stripverhaal.
JC De La Royère, curator.
Vanaf 3 oktober 2014
Het Pieter De Poortere-auditorium
Boerke, van strip tot tekenfilm
Vele jaren lang al verschijnen de woordeloze gags van Boerke in magazines die regelmatig
samenwerken met zijn bedenker, Pieter De Poortere. En tegenwoordig is hij ook op het scherm te
zien, met korte tekenfilmavonturen die ook in het Belgisch Stripmuseum te ontdekken zijn.
Ter hoogte van het onthaal van het museum, halfweg tussen de tentoonstellingen ‘De uitvinding van
het stripverhaal’ en ‘De kunst van het stripverhaal’ bevindt zich het kleine auditorium waar enkel
animatiefilms geprojecteerd worden. Dit auditorium had nog geen naam.
Bij het binnenkomen verneem je als bezoeker al onmiddellijk dat het Winsor McCay was die in het
begin van de 20e eeuw een grote stap voorwaarts maakte in de evolutie van de tekenfilm met zijn
werk ‘Gertie the Dinosaur’. Een eeuw later is de tekenfilm nog steeds een mooie afgeleide vorm van
het stripverhaal. Wanneer die strip bestaat uit een reeks gags zonder woorden uit de fantasie van
Pieter De Poortere is het resultaat verbazend efficiënt.
Het hele auditorium is nu het domein van Boerke geworden. Het zwijgzame boerke, een creatie van
Pieter De Poortere, is hier de heer des huizes. In het salon van zijn boerderij ontvangt Boerke jong en
oud en laat iedereen meegenieten van zijn tekenfilmavonturen.
De bezoeker komt in deze zaal in de trendy, cosy rural ambiance van Boerke terecht, hij kan er een
selectie van stripgags bewonderen die aan kroonlijsten opgehangen zijn en... kennismaken met
nieuwe tekenfilms met bijzonder geslaagde 3D-effecten van deze reeks, waarvan het internationale
succes maar blijft groeien.
Pieter de Poortere, verteller zonder woorden.
Als je aan een kind van zeven jaar vraagt wat het later wil worden krijg je gegarandeerd de gekste antwoorden.
En toch zijn er kinderen die hun onbereikbare droom waarmaken. Zoals Pieter De Poortere (geboren in 1976).
Pieter was een zeer geduldige jongen die nooit tijd, noch tekenpapier tekortkwam. Hij volgde het voorbeeld
van zijn vader en maakte zijn eerst krabbels voordat hij naar de academie ging. Daarna ging hij studeren aan
Sint-Lucas, bij Ferry en Ever Meulen, meesters in het stripverhaal, waar hij de kneepjes van het vak leerde. De
Poortere had nooit kunnen vermoeden dat zijn eindwerk, de humoristische strip ‘Boerke’, zo'n succes zou
worden.
Boerke is ontegensprekelijk een van de meest originele en meest inventieve Belgische stripreeksen van de
jongste jaren. En nu er ook een tekenfilmversie van is, is onze held helemaal klaar voor nog meer internationaal
succes.
Willem de Graeve, BSC.
Tot 1 maart 2015
Beeldig Brussel
25 jaar beelden van Brussel in stripverhalen
‘Beeldig Brussel’ is een heerlijke wandeling doorheen de Brusselse wijken aan de hand van werk
van stripauteurs die in de loop van de jongste 25 jaar het Brussel van hun tijd hebben geïllustreerd.
Meer dan 130 originele illustraties, met daarnaast talrijke vergrotingen, maken het mogelijk te
volgen hoe de auteurs zich in de loop der tijd meer zijn gaan interesseren voor de bewoners dan
voor decors en monumenten. Van Frank Pé en Jean-Claude Servais tot Judith Van Istendael en Max
de Radiguès, de hedendaagse strip is een verrijking voor de wereld van verbeelding die de stad
oproept.
Hoewel de oorsprong van Brussel teruggaat tot het eerste millennium van onze tijd is de huidige
bestuursvorm van deze entiteit van 19 gemeenten die men het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
noemt nog maar 25 jaar oud. En exact diezelfde leeftijd heeft ook het Belgisch Stripcentrum. Dit
toeval is dus een uitstekende reden om aan Brussel een tentoonstelling van stripverhalen te wijden.
Werk waarin Brussel aan bod kwam is lange tijd maar met mondjesmaat voorgekomen. De helden uit
de verhalen vertrokken op avontuur naar New York, Parijs of Amsterdam… Brussel was slechts een
doorgangsplaats. Gedurende lange tijd waren het naast de beroemde Grote Markt de hotels in het
stadscentrum die je het meest te zien kreeg. En toen, precies 25 jaar geleden, schoot alles in een
stroomversnelling.
Terwijl een aantal helden uit de vorige generatie eindelijk Brusselse avonturen beleefden – Michel
Vaillant, Rik Ringers, …– in het fabuleuze decor van het Ilot Sacré, zagen andere personages het
levenslicht. Zij stonden dichter bij de ambities, de dromen, de angst en het gedrag van de jeugd aan
het eind van de 20e eeuw. In ‘De nacht van de kat’ bijvoorbeeld, de derde aflevering van de Ragebolreeks (Frank Pé en Bom, prepublicatie in het magazine Robbedoes in 1989), vertelt het verhaal niets
anders dan de zoektocht naar een kat die eropuit getrokken is. Ragebol is een dromerige jonge kerel
die achter het station Luxemburg woont, waar het Europees Parlement wordt opgetrokken. Het
album komt tot stand in de bistro, op straat, en het geeft een beeld van nachtelijke ontmoetingen in
een echte stad. Zowel de lezers als de critici kunnen zich erin vinden. De tekenaar was een van de
eersten die het echte leven van de mensen van de stad observeerde door hen recht in de ogen te
kijken.
Het spreekt vanzelf dat door deze expositie te wijden aan werk dat gecreëerd is tussen 1989 en 2014
en het te kaderen in het hedendaagse Brussel, het genie van François Schuiten niet aan bod zal
komen, noch dat van auteurs die zich over de stad gebogen hebben in de 19e of de 24e eeuw... Het
gaat in dit geval enkel om het huidige Brussel. Er zijn meer dan 40 tekenaars vertegenwoordigd, aan
de hand van een fantastische selectie van originele platen – waarvan sommige nog onuitgegeven.
Door hun kunstvorm laten deze artiesten die alle genres van het hedendaagse stripverhaal omvatten,
van Sokal, Hulet, Dupré en Servais tot Vanistendael, Goldsmith, De Radiguès en Mariën, de bezoekers
alle ingrediënten ontdekken waaruit de unieke persoonlijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest is samengesteld… Ze laten het beeld dat we kennen van de ‘Toeristische Gids’ voor wat het is
en schrijven de roman van de stad. In al zijn facetten.
Jean Auquier, Curator.
Met steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Met Google Maps
Het Stripmuseum
als eerste Belgische museum op Street View
Dankzij Google Maps en zijn tool ‘Street View’, krijgt het huwelijk van de art nouveau en de
Negende Kunst een nieuwe dimensie. Een dimensie die je met één muisklik bereikt!
Tegenwoordig is het mogelijk om vanuit je luie zetel tegelijkertijd het werk van Horta en dat van een
aantal stripauteurs te ontdekken. Die uitdaging aangaan, daar droomde het Belgisch Stripcentrum al
lang van. Beide kunstvormen kennen in het Stripmuseum al 25 jaar lang een bloeiende tijd. En nu
maakt Street View een verkenning van het gebouw in 360° mogelijk.
Sinds de opening voor het publiek in 1989 kwam het BSC duidelijk uit voor deze dubbele ambitie: de
liefhebbers van stripverhalen stimuleren om het subtiele evenwicht te ontdekken tussen ijzer, glas
en steen – een evenwicht dat de hele magie van de art nouveau bepaalt – en, uiteraard, de
liefhebbers van architectuur en schone kunsten de gelegenheid geven om het stripverhaal zijn juiste
plaats te geven in de wereld van de artistieke disciplines van vandaag.
Dankzij Street View, dat door Google gratis ter beschikking gesteld wordt van het Belgisch
Stripcentrum, kan de toekomstige bezoeker zich al een overtuigend beeld vormen van zijn volgende
ontdekking, ook al zijn niet alle ruimtes opgenomen in deze onlinebeelden: met name de tijdelijke
exposities moeten ter plaatse ontdekt worden!
Internationale ontwikkeling
Over drie jaar in Caunes-Minervois…
In 2014 is het BSC in contact gebracht met een plaats die rijk is aan culturele en toeristische
mogelijkheden in de Languedoc-Roussillon: Caunes-Minervois, op 20 km van Carcassonne, in het land
van de rode marmer en van de… Minervois.
In het centrum van dit historische dorpje staat een al even historische abdij die momenteel
gerestaureerd wordt. En ze is duidelijk te groot om er enkel de archeologische schatten in te
bewaren die lang geleden in de buurt verspreid geraakt zijn.
Het is de bedoeling van het gemeentebestuur om er een culturele bestemming aan te geven, een
plek voor families te creëren, waardoor meer bezoekers naar Caunes-Minervois gelokt zouden
kunnen worden.
De relatie die dit jaar ontstaan is tussen het BSC en Caunes-Minervois is nog lang niet toe aan de
inhuldiging van een nieuwe publiekstrekker rond het stripverhaal in Zuid-Frankrijk. Maar de wil om
samen te werken aan de ontplooiing van een aantrekkelijk cultureel kwaliteitsproject rond het
stripverhaal is reëel.
In het huidige stadium zal de bereidheid van beide partijen om samen te werken zich vertalen in een
eerste periode die bedoeld is om elkaar te leren kennen en de bevolking de mogelijkheden van een
dergelijk project te laten zien, op basis van een cultureel programma (vanaf 2015) in verband met het
stripverhaal.
Naast de noodzakelijke denkoefening voor de realisatie van permanente tentoonstellingen en een
bibliotheek in de voormalige abdij zal het BSC zijn nieuwe partners initiatiestages aanbieden, naast
lichte tentoonstellingen, stripanimaties en andere publieksactiviteiten.
Het BSC is verheugd dat het door de verantwoordelijken van het gemeentebestuur van CaunesMinervois uitgekozen werd. Het is ongetwijfeld het eerste Belgische museum dat voor een dergelijk
project gevraagd wordt en… de mogelijkheid heeft om zijn deel van de verantwoordelijkheid op te
nemen.
Jean Auquier, DG
Valérie Constant, projectverantwoordelijke.