Balans Binnenlandse Zaken Politie

Balans Binnenlandse Zaken
Politie
1. Een versterkte, gemoderniseerde en efficiëntere
politie die bovendien vaker aanwezig is op het terrein, én
een hervorming van de politiediensten
1.1. Een ambitieus Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015 «Samen waken over
een veilige en leefbare samenleving» met 10 prioriteiten in de strijd tegen
criminaliteit
Het Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015, één van de twee pijlers van het beleid tegen
criminaliteit voor vier jaar, werd door de Ministerraad van 1 maart 2012 goedgekeurd en
richt zich tot alle onderdelen van de politie. De zonale veiligheidsplannen moeten hier
rekening mee houden. Uit dit NVP zullen programma’s, actieplannen en diverse
onderzoeken volgen die zullen gevoerd worden op het terrein.
Het bepaalt met name 10 criminaliteitsfenomenen, prioritair behandeld in de periode
2012-2015:
-
de diefstallen gewapenderhand;
het geweld in de publieke ruimte, in het bijzonder op het openbaar vervoer en door
stadsbendes;
de drugs in het bijzonder de import en de export van cocaïne, de productie en de
smokkel van synthetische drugs en cannabis en de verkoop van drugs (‘dealen’);
de illegale vuurwapenzwendel;
het terrorisme;
het intrafamiliale geweld en het geweld tegen vrouwen;
de mensenhandel (de seksuele uitbuiting, de economische uitbuiting) en de
mensensmokkel;
de informaticacriminaliteit;
de fraude, in het bijzonder de sociale en fiscale fraude, alsook de fraude inzake
afvalbeheer;
de inbraken in woningen en andere gebouwen.
Voor elk van deze prioriteiten stond de minister erop, dat de strijd tegen intrafamiliaal
geweld en de strijd tegen geweld tegen vrouwen - in het bijzonder verkrachting - moeten
behouden blijven en nog versterkt moeten worden als prioriteit.
De strijd tegen illegale vuurwapens en de strijd tegen fraude zijn twee andere nieuwe
elementen.
1.2. Een operationeel actieplan in de strijd tegen de wapenhandel (met
schrapping van de lijst met vrij verkoopbare wapens en met een betere
identificatie van de bron of de oorsprong van de illegale wapens)
Het operationele actieplan tegen wapenhandel werd samen met de minister van Justitie
voorgesteld, twee maanden na de tragische gebeurtenis van Luik in december 2012. Dit
plan wil zich strenger richten op multirecidivisten (veelplegers) en op een effectievere
1
bestrijding van de nationale en internationale handel in wapens. Dit plan, dat werd
goedgekeurd door de Ministerraad van 1 maart 2012, maakt het met name mogelijk:
-
om beter de bron of de oorsprong van illegale wapens te identificeren;
de lijst met wapens in vrije verkoop te schrappen;
oud oorlogsmateriaal te neutraliseren;
de opleiding van politiebeambten te actualiseren dankzij de rondzendbrief GPI-48 bis
met betrekking tot de opleiding en de training in het beheersen van geweld.
1.3. Een ongeziene toename van het aantal politiemensen en een betere
beveiliging van het openbaar vervoer
1.3.1. Een ongeziene toename van het aantal politiemensen: 4300
rekruteringen op 3 jaar, hetzij 1.300 politiemensen méér dan de gemiddelden
tijdens vorige jaren, waarvan 400 voor het Brussels openbaar vervoer
• 1.400 aspirant-inspecteurs gerekruteerd per jaar in plaats van 1035
voor de geïntegreerde politie (federale en lokale politie) in 2012, 2013
en 2014
Vóór 2012 werden er maar 1.035 inspecteurs gerekruteerd per jaar. Sindsdien is dit
aantal gestegen tot 1.400 en zelfs tot 1.500 voor het jaar 2013. Om het hoofd te bieden
aan het massale vertrek aangekondigd in de komende jaren en het structurele tekort van
400 eenheden per jaar, heeft de Minister sinds 2012 een structurele verhoging verkregen
van het jaarlijkse quotum voor de aanwerving van 1.035 voltijdse equivalenten tot 1.400
voor de politiezones en de federale politie. Dat brengt de rekrutering voor de
geïntegreerde politie op een structureel gemiddelde van 1.400 per jaar, hetzij 1.300
politiemensen meer in 3 jaar in vergelijking met de vorige jaren.
•
400 federale politieambtenaren extra aangeworven in 2014, ter
versterking van de strijd tegen terrorisme, voor de speciale eenheden
en de cybercriminaliteit
Er zijn in deze legislatuur 4300 politieambtenaren aangeworven, dat is 400 à 500 meer
per jaar dan de voorgaande gemiddelden (daarvan zijn er 200 nieuw aangekomen
federale politieambtenaren in de jongste twee jaar – namelijk 100 voor de
spoorwegpolitie en 100 federale politie). De minister en de Commissaris-Generaal
hebben de gedetailleerde verdeling van de 400 nieuwe politieambtenaren voor de
federale politie in april 2014 voorgesteld. Ze worden onder meer aangesteld in de strijd
tegen het terrorisme en de strijd tegen cybercriminaliteit.
Concreet zullen de 445 nieuwe inspecteurs bij de federale politie aan de slag gaan in
2014, waardoor de volgende diensten kunnen versterkt worden:
- 157 politieagenten voor de Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie (bovenop de
50 personen aangeworven door middel van reaffectatie) en 45 gespecialiseerde
inspecteurs, d.w.z.:
•
116 voor de gedeconcentreerde onderzoeksdiensten (FGP) op het niveau
van de arrondissementen, waarvan :
2
- 72 meer voor de gerechtelijke politie van Brussel
aangesteld in de strijd tegen terrorisme en RCCU
(cybercriminaliteit)
- 38 voor FCCU (23 plus 15 gespecialiseerde onderzoekers) bovenop
de 5 gereaffecteerde, zijnde 43 extra voor FCCU
- 20 voor CGSU bovenop de 36 in opleiding voor de Speciale
Eenheden: de speciale eenheden zullen m.a.w. versterkt
worden tot 56 personen
30
andere
gespecialiseerde
criminaliteitsanalisten;
•
•
onderzoekers,
operationele
15 operatoren in de laboratoria van de technische en
wetenschappelijke politie
15 politieambtenaren voor onderzoek gelinkt aan
economische en financiële criminaliteit
- 157 politiemensen voor de algemene directie van de bestuurlijke politie (DGA), met de
volgende verdeelsleutel (bovenop de 32 gereaffecteerde):
•
•
•
•
•
10 voor de nieuwe Protection Unit die belast is met opdrachten van
«bescherming en beveiliging»
22 voor de luchthavenpolitie,
70 voor de wegpolitie,
16 voor de spoorwegpolitie,
39 voor de zeevaartpolitie.
- 70 politiemensen waaronder 36 voor de communicatiecentra (CIC) en 34 voor de
interventiekorpsen (CIK), die gecentraliseerd zullen worden bij de nieuwe DirecteurCoördinator en die steun bieden aan de lokale politiezones;
- 3 politiemensen voor
het CPDS (Centrum
politiemensen binnen
informatie, met name
informatiebeheer.
het Commissariaat-generaal, met name voor een versterking van
voor Politie- en Douanesamenwerking) van Doornik en 13
de nieuwe algemene directie van de hulpmiddelen en de
voor de versterkingen van de politiescholen en het politionele
Dankzij de prioriteit die werd gelegd op rekrutering, kreeg de geïntegreerde
politie in het algemeen 2000 eenheden extra tussen 2011 en 2014 (49.575 + de
400 rekruteringen in 2014, terwijl dat er 47.985 waren in 2011).
3
1.3.2. Specifieke maatregelen ter versterking van de veiligheid in het
openbaar vervoer en 400 extra politieambtenaren voor het openbaar vervoer in
Brussel
Naast maatregelen om het aantal politiemensen in het Brussels openbaar vervoer te
verhogen, werden verschillende andere maatregelen, aangekondigd in april 2012, in een
paar maanden tijd geconcretiseerd.
• Een onmiddellijke versterking, sinds april 2012, van de veiligheid in het
Brussels openbaar vervoer
Zoals beloofd in 2012 was er, in afwachting van een meer structurele oplossing, een
onmiddellijke versterking op het terrein van 100 extra politiemensen per dag en dat
binnen de twee maanden (70 daarvan waren onmiddellijk aanwezig na het overlijden van
de supervisor van de MIVB: 32 afkomstig van de zones, 22 van de spoorwegpolitie en 16
van de interventiekorpsen). Ook werden de middelen voor 2012 verhoogd, die het de
spoorwegpolitie en het CIK mogelijk maken aanvullende diensten uit te voeren, ‘s nachts,
tijdens het weekend en op feestdagen.
• 100 aanvullende politie-inspecteurs voor de spoorwegpolitie (stations
en metro)
Op een meer structurele manier werd het aantal spoorwegpolitieagenten in 2012
verhoogd met 100 politie-inspecteurs toegewezen aan Brussel. In juni 2012 werden 30
politie-inspecteurs aangeworven en in oktober 2012 zijn 70 andere in dienst getreden bij
de spoorwegpolitie. Vanaf oktober 2012 werden 100 personen gedetacheerd bij de
spoorwegpolitie in afwachting van het beëindigen van de opleiding van de aspiranten.
Vanaf juni 2013 kreeg de spoorwegpolitie vervolgens 100 extra politie-inspecteurs die
sindsdien hun opleiding hebben beëindigd. Dankzij deze versterking zal de dienst 312
politieambtenaren tellen.
• 64 extra politieambtenaren voor de federale reserve (FERES)
64 politieambtenaren zijn toegetreden tot de federale reserve om ook buiten
noodsituaties de veiligheid van het Brussels openbaar vervoer te garanderen. In
werkelijkheid komt het neer op een extra contingent van 50 politieambtenaren die hun
opleiding in juni 2013 hebben afgerond, plus 14 vroegere militairen.
Deze 64 extra politieambtenaren worden ingezet voor de beveiliging van het Brussels
openbaar vervoer buiten de dringende interventies. Daarnaast heeft de federale reserve
haar ondersteunende diensten in grote mate gewijd aan de veiligheid in stations en
metro’s: ze zijn vervijfvoudigd (5294 uren in plaats van 1073 voordien).
Voorts heeft de minister beslist om in het kader van de aanwerving van extra rekruten
voor de federale reserve, de ondersteuning door FERES aan de zones te verruimen. Voor
de ordehandhaving is de reserve niet langer enkel ‘s nachts en tijdens het weekend
beschikbaar, maar zeven dagen op zeven en 24 uur op 24 uur. Deze beslissing is
operationeel sinds 1 december 2013, volgens de nieuwe geldende formule (uitgebreide
ondersteuning).
• Uitzonderlijke aanwerving en opleiding van 250-aspirant-inspecteurs
voor de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Een eerste deel van die 250 nieuwe inspecteurs heeft de opleiding in oktober 2013
afgerond en de anderen zijn respectievelijk in november en december 2013 gevolgd.
Sindsdien zijn de 250 nieuwe inspecteurs aangekomen in de 6 Brusselse politiezones.
De verdeling tussen die 6 zones is de volgende:
4
-
Brussel-Elsene: 66 → wat overeenkomt met 17 teams van twee iedere dag
-
Brussel-West: 46 → 12 teams/dag
-
Brussel-Zuid: 46 → 12 teams/dag
-
Brussel-Noord: 46 → 12 teams/dag
-
Montgomery: 23 6 teams/dag
-
Marlow (Ukkel-WB-Oudergem): 23 → 6 teams/dag.
Dit betekent concreet dat er iedere dag 130 inspecteurs, verdeeld over 65 teams, op het
terrein zijn om de veiligheid in het openbaar vervoer te versterken. Dat komt met andere
woorden neer op 1.040 patrouille-uren per dag en 379.600 patrouille-uren op jaarbasis.
• Vrije en kosteloze toegang in real time voor de politiediensten tot de
beelden van de bewakingscamera’s van de infrastructuren van de
openbare vervoersmaatschappijen
De wet van 21 maart 2007 betreffende de installatie en het gebruik van
bewakingscamera's is aangepast om aan de federale en lokale politiediensten vrij en
gratis toegang te verlenen tot de beelden in real-time van de bewakingscamera’s van de
openbare vervoersmaatschappijen, met een tweeledig doel: om de effectiviteit van hun
administratieve politieopdrachten te versterken (om wanorde of verstoring van de
openbare orde te voorkomen en om de interventies te optimaliseren door de
ordeverstoorder sneller te lokaliseren), om de veiligheid te verhogen, maar ook om
strafrechtelijke onderzoeken op te lossen. Deze aanpassing vond plaats door middel van
de wet van 3 augustus 2012 die in het Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2012
gepubliceerd werd en van kracht is.
Een koninklijk besluit dat de voorwaarden en modaliteiten bepaalt van deze toegang,
maakt het mogelijk om overeenkomsten af te sluiten tussen de politiezones of de
spoorwegpolitie (SPC) en de openbare vervoersmaatschappijen, wat de veiligheid van het
openbaar vervoer zal versterken.
• Vrije toegang tot het openbaar vervoer voor de leden van de
politiediensten, in het kader van de uitoefening van hun functies
Om de zichtbare en voortdurende aanwezigheid van de politieagenten in het kader van
het openbaar vervoer te versterken werd aan de politiediensten toegangskaarten bezorgd
zodat ze zich vrij kunnen bewegen en toegang hebben tot de installaties nodig voor die
verbonden zijn met de uitoefening van hun politiefuncties.
1.4. Nieuwe investeringen alsook operationele budgetten en materieel
Ondanks de grote budgettaire inspanningen bij alle departementen (lineaire
verminderingen inzake werking, personeel en investering) bedroeg het budget van de
politie in 2011 1,750 miljard en 1,760 miljard in vastleggingen in 2014. We hebben dus
de instrumenten kunnen behouden dankzij een grote budgettaire strijd en we hebben
besparingen kunnen compenseren door nieuwe verworven middelen onder meer om het
personeel te vermeerderen.
De daling aan investeringen bedraagt slechts 7 miljoen tussen 2011 en 2014, wat
gecompenseerd wordt door 7 nieuwe miljoenen bekomen in de Ministerraad van begin
5
april. De werkingskredieten zijn verhoogd met 4 miljoen tussen 2011 en 2014 (of nog,
een overgang van 158 naar 162 miljoen)
De dotaties aan de zones zijn verhoogd van 689 tot 720 miljoen.
Deze maand hebben we ook volgende voordelen kunnen bekomen:
- 7 miljoen investeringen meer dan het voorziene budget van 2014.
Uit het bedrag van het Verkeersveiligheidsfonds voor het jaar 2013 is 17,331 afgehouden
voor de controlediensten voor wat betreft de veiligheid op de weg in 2014, of 7 miljoen
meer dan voorzien. De ministerraad van 4 april 2014 heeft dit koninklijk besluit
goedgekeurd.
Dit bedrag wordt aan de geïntegreerde politie toegekend om een reeks projecten te
ontwikkelen. Al deze projecten hebben als belangrijkste gemeenschappelijke doelstelling
de administratieve werklast van de politieagenten aanzienlijk te verminderen
om hun de mogelijkheid te bieden veel meer aanwezig te zijn op het terrein en de
verkeersveiligheid te vergroten.
Deze projecten kunnen worden samengevat als volgt:
-
-
De informaticaprojecten: bestaan erin de huidige computersystemen en de voortzetting
van de gestarte VVF-projecten 2009, 2010, 2011 en 2012 up-to-date te houden;
De projecten die gericht zijn op de kennis van de politieagenten: via het kennis- en
expertisecentrum en het internetplatform;
De
technologieprojecten
buiten
informaticaprojecten:
3
gewestelijke
verwerkingscentra (GVC), enz.;
De digitalisering van analoge fotorolletjes;
De aankoop van een verplaatsbaar camerasysteem dat dient te worden gebruikt voor
de controle van de verkeersstromen bij een evenement van beperkte duur;
Het nieuwe project, getiteld “InfoTARGET – Keeping our roads safer”, dat bestaat uit een
digitaal instrument dat gericht is op het gebruik en de koppeling van “slimme” vaste
en mobiele ANPR-camera’s tussen de verschillende politiediensten die belast zijn met
verkeerscontrole (diensten wegverkeer van de politiezones, federale verkeerspolitie, enz.).
Lancering van het project Crossborder Enforcement
Al deze projecten zullen dus een efficiëntere vaststelling van de verkeersinbreuken, een
snellere inning van de geldboetes en een steun bij de aankoop van gestandaardiseerd
materiaal mogelijk maken.
-Tijdens het begrotingsoverleg werd 10 miljoen aan voorziene besparingen
vrijgemaakt via de interdepartementale provisie; 20 miljoen gel werd ook
vrijgemaakt voor de politie, of in totaal 30 miljoen ten voordele van de politie.
- Op de Ministerraad van 10 oktober 2013 is 10 miljoen voorzien om de
cyberveiligheid te versterken, waarvan een belangrijk deel bestemd is voor de
politie.
6
1.5 Een nieuwe wet die het geheel van de informatie van de politie opnieuw
kadert en een beter beheer van de politionele gegevensbanken organiseert (de
wet tot wijziging van het artikel 44 van de wet op het politieambt)
Het wetsontwerp van de minister heeft geresulteerd in de wet van 18 maart 2014
betreffende het politionele informatiebeheer. Al meer dan 10 jaar boog een werkgroep
zich over deze uitgebreide hervorming van de politionele informatie en van de
gegevensbanken, die nog nooit resultaat had opgeleverd, ondanks verschillende
pogingen. Het gaat om een hervorming waar men al een tiental jaren op wacht
en die van groot belang is, want zij beoogt de efficiëntie en het beheer van de
informatie door de politie te verbeteren en de rechten van de burger beter te
beschermen.
De voornaamste aspecten van de hervorming zijn:
-
De precieze termijnen voor bewaring van de gegevens die zijn aangepast zowel aan
de vereisten van het politiewerk als aan de persoonlijke levenssfeer van de burger;
-
Een duidelijke structuur voor de gegevensbanken van de politie;
-
De evolutie van de strafprocedure waarmee rekening moet worden gehouden bij de
verwerking van de gegevens;
-
De informatie-uitwisseling tussen de politie en haar partners van de strafrechtelijke
inlichtingen- en veiligheidsketen;
-
De versterking van de interne (aanstelling van consulenten voor de veiligheid en
persoonlijke levenssfeer in de politiezones) en externe (overdracht van het controleorgaan van het politioneel informatiebeheer naar de Commissie voor de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer en dus naar het Parlement) controle.
1.6.
Stemming
over
het
belangrijk
ontwerp
van
wet
houdende
optimalisatiemaatregelen voor de politiediensten, die de tweede ronde vormt
van de hervorming van de politie: een modernere en efficiëntere politie met
minder chefs en structuren en meer personeel op het terrein om aan de
behoeften van de burgers tegemoet te komen + uitvoeringsbesluiten op het
nieuwe organigram van de politie
De wet houdende optimalisatiemaatregelen voor de politiediensten, gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad van 31 maart 2014, heeft als essentiële doelstellingen – via nieuwe
maatregelen en een vereenvoudigde, geoptimaliseerde en gedeconcentreerde
organisatie – de efficiëntie en de moderniteit van de politie, de capaciteit en de
operationele beschikbaarheid van de politiediensten en de kwaliteit van hun prestaties te
verhogen.
In enkele lijnen luiden deze doelstellingen als volgt:
• Een vereenvoudigde en modernere politie met meer slagkracht die ten
dienste staat van de bevolking
-
De doeltreffendheid van de federale politie verbeteren, door haar structuren te
vereenvoudigen, diensten samen te voegen, een aantal directies en mandaatfuncties
af te schaffen en de overhead (beheersfuncties) weg te werken.
-
Overgaan naar de grote provinciale arrondissementen
-
De coherentie en eenheid van het politiebeleid en -management en van de
strategische visie van de federale politie consolideren;
-
De steun aan de politiezones versterken;
-
De selectie, rekrutering en opleiding verbeteren;
7
-
De samenwerking en het overleg met de bestuurlijke en gerechtelijke overheden
verstevigen;
-
Diensten meer deconcentreren om nog beter ten dienste te staan van de burger,
de politiezones en de overheden.
In dat kader is de nieuwe organisatiestructuur vereenvoudigd zowel op het nationale
niveau als op het niveau van de arrondissementen, om rekening te houden met de
hervorming van het gerechtelijke landschap dat een vermindering impliceert van het
aantal gerechtelijke arrondissementen (12 in plaats van 27 voordien). De federale
politie past de nieuwe provinciale arrondissementen toe sedert 1 juni 2014 en de
organisatie op 1 oktober 2014.
•
Een politie die meer operationele politiemensen op het terrein brengt
De doelstellingen uit het « optimalisatieplan » hebben als voornaamste finaliteit het
creëren van schaalvoordelen, taken te verduidelijken en het beperken van het aantal
medewerkers dat in managementdiensten is tewerkgesteld, om op die manier het
aantal medewerkers op te drijven binnen de operationele diensten van bestuurlijke
politie (algemene reserve, wegpolitie, spoorweg-, luchthaven- en scheepvaartpolitie,
enz.) en gerechtelijke politie (terrorisme, ecofin en CDGEFID, speciale eenheden, enz.).
Het intensifiëren van de politieaanwezigheid op het terrein moet het mogelijk maken om
een gepaster antwoord te bieden op de vorderingen van de bevoegde bestuurlijke en
gerechtelijke overheden en vooral op de verwachtingen van de bevolking op het vlak
van veiligheid.
Bij de operatie zullen meerdere honderden posten geherinvesteerd worden in de
operationele diensten en in de arrondissementen.
Bovendien voorziet het optimalisatieplan van de federale politie in de oprichting van een
Dienst “Terrorisme, extremisme en gewelddadig radicalisme” binnen de nieuwe
centrale directie “Zware en georganiseerde criminaliteit” van de DGJ.
Voor meer details, zie het persbericht van 11 april 2014.
8
1.7. Benoeming van de nieuwe directeurs-coördinatoren en de nieuwe
algemeen directeur van de gerechtelijke politie
De minister van Justitie en van Binnenlandse Zaken hebben op 1 april de nieuwe
directeurs-coördinatoren en gerechtelijke directeurs benoemd.
De reorganisatie van de gedeconcentreerde directies van de federale politie is
doorgevoerd op basis van de territoriale opsplitsing/verdeling van de nieuwe
gerechtelijke arrondissementen.
In elk gerechtelijke arrondissement zijn een gerechtelijk directeur (DirJud) en een
directeur-coördinator (DirCo) behouden, die hun samenwerking gaan versterken.
De algemeen-directeur van de gerechtelijke politie is aangeduid, dat is de eerste
benoeming voor deze functie sinds 2010.
1.8. Een volledige hervorming van de werving, de selectie en de opleiding
Er werd een actieplan opgesteld, specifiek met betrekking tot de werving, selectie en
opleiding van de geïntegreerde politie. Zo worden de volgende zaken gepland: een
nieuwe strategie voor werving; een selectieproces dat versneld wordt voor de opleiding
(maximaal 6 maanden - in plaats van 9 maanden tot 12 maanden), een nieuw concept
inzake rekrutering dat beter gebaseerd is op de behoeften van de zones en de
politiediensten; een versterking van de algemene reserve; een toegenomen vermogen
om politieagenten in de zones aan te werven, een versterking van de middle managers
(hoofdinspecteurs), meer opleidingssessies en mobiliteitscycli, een verbeterde opleiding
afgestemd op het vereiste profiel; bundeling van loonkosten in geval van sociale
promotie.
De hervorming van deze wervingsprocedure heeft de aanwerving van politieagenten voor
de politiezones en politiediensten met een tekort mogelijk gemaakt, aangezien de
toegang tot opleiding prioritair is voor de aspirant-inspecteurs die zich engageren om te
gaan werken bij deze eenheden met een wervingsprobleem.
1.9. Een koninklijk besluit dat de categorieën van personen aanwijst die
bevoegd zijn om in real time de beelden te bekijken van de bewakingscamera’s
die in niet-besloten plaatsen geïnstalleerd zijn
Dit koninklijk besluit in uitvoering van artikel 5 van de wet van 21 maart 2007 tot
regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, wijst de categorieën
aan van personen die bevoegd zijn om in real time de beelden te bekijken van de
bewakingscamera’s in niet-besloten plaatsen. Onder toezicht van de politiediensten,
zullen politieagenten en het Calog-personeel de beelden in kwestie kunnen bekijken.
Deze categorieën van personen zullen een specifieke opleiding moeten volgen van 8 uur.
Dit koninklijk besluit heeft enkel effect in het kader van de « camera-wet ». Het betreft
camera’s waarvan het doel is, delicten vast te stellen of op te sporen, tegen personen of
goederen of overlast in de zin van artikel 135 van de nieuwe gemeentewet, of om de
openbare orde te handhaven.
Het doel is een duidelijk kader te creëren waarbinnen deze opdrachten op een coherente
en efficiënte manier kunnen worden uitgevoerd.
1.10. Duidelijke
politieagenten
engagementen
in
de
bestrijding
van
geweld
tegen
9
Samen met de minister van Justitie heeft Joëlle Milquet zich geëngageerd in de
bestrijding van geweld tegen politieagenten en is zij haar talrijke engagementen binnen
de bevoegdheden van Binnenlandse Zaken nagekomen. Het gaat om de volgende zaken :
-
Een specifieke opleiding in human resources management voor de human resourcesverantwoordelijken;
-
Een interne website met nodige en nuttige informatie;
-
Een nieuwe rondzendbrief voor het verlenen van juridische ondersteuning in geval
van niet-geldelijke schade en valse klachten;
-
Verschillende verbeteringen aan de statuten van politieagenten die het slachtoffer
zijn van gewelddaden;
-
Een "stress team" voor de politie en familieleden van de politieagent die slachtoffer is
geworden van geweld;
-
Het verzamelen van informatie bij de politieagenten die slachtoffer zijn geworden van
geweld;
-
De centrale registratie van geweld tegen politieagenten;
-
Een basis- en voortgezette opleiding met betrekking tot geweldbeheersing;
-
Kogelvrije vesten voor alle aspiranten;
-
De reserve (FERES) en de interventiecorpsen werden versterkt en zullen een betere
steun aan de zones kunnen bieden;
-
Rekening houden met de risicoanalyse voor de personeelsleden tijdens de
voorbereiding van de ordediensten – Ministeriële rondzendbrief OOP 41, ondertekend
door de minister op 31 maart 2014, betreffende de gecoördineerde algemene
richtlijnen van openbare orde om het referentiekader CP 4 inzake het genegotieerd
beheer van de publieke ruimte te operationaliseren (zie 1.12);
-
Een interventienummer, in plaats van de naam, om een politieagent te kunnen
identificeren.
1.11. De vrijwillige fusie van politiezones is opnieuw mogelijk
Ter herinnering, een wet van 2009 bood, tot 31 december 2010, de mogelijkheid om
politiezones samen te voegen op vrijwillige basis. Deze wet is nu opnieuw geactiveerd
door de deadline af te schaffen. Het doel van deze fusies is de capaciteit van het
politiepersoneel voor de betrokken zones en dus de efficiëntie van de het politiewerk te
verhogen ten bate van de bevolking. Ook schaalvoordelen zijn daarbij een na te streven
doel.
10
1.12. Een nieuwe rondzendbrief om de slachtoffers
overledenen te omringen en te eerbiedigen
en
naasten
van
Een gezamenlijke rondzendbrief van de minister van Justitie, de minister van
Binnenlandse Zaken en het College van procureurs-generaal is in werking getreden op
23 november 2012 en heeft tot doel een onnodig extra trauma voor familieleden van de
overledenen te vermijden. De rondzendbrief heeft betrekking op de dossiers die
betrekking hebben op de tussenkomst door de gerechtelijke overheden en is in het
bijzonder gericht op het respectvol omgaan met de overledene, de mededeling van zijn
overlijden, het waardig afscheid nemen en de schoonmaak van de plaats van de feiten.
1. 13. Een ministeriële omzendbrief met de algemene richtlijnen inzake
openbare orde
Deze omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 bevat de gecoördineerde algemene
richtlijnen van openbare orde om het referentiekader inzake het genegotieerd beheer van
de publieke ruimte te operationaliseren.
Deze interpretatieve omzendbrief heeft betrekking op de algemene bestuurlijke politie,
en meer bepaald op de aspecten die verband houden met evenementen van openbare
orde om de administratieve overheden en de politiediensten hun belangrijke
verantwoordelijkheden op dit vlak te helpen nemen. De omzendbrief herinnert aan en
becommentarieert de bestaande wetgeving inzake openbare orde, alsook het
referentiekader voor het genegotieerd beheer van de publieke ruimte. Ze stelt eveneens
een reeks aanbevelingen van Comité P voor om een gelijkwaardige en kwaliteitsvolle
dienstverlening aan alle burgers te verzekeren, alsook het veilige verloop van
evenementen, met naleving van de principes van een gemeenschapsgerichte politiezorg,
door geweldsescalatie zo veel mogelijk te voorkomen en door het gebruik van dwang en
geweld tot het strikt noodzakelijke te beperken.
1.14. Een nieuwe dwingende richtlijn Binnenlandse Zaken/Justitie MFO-7
betreffende het beheer van dynamische niet geplande gebeurtenissen waarvoor
een onmiddellijk en gecoördineerd politieoptreden wordt ingesteld
Het Comité P heeft een controleonderzoek gedaan over de coördinatie, de efficiëntie en
de doeltreffendheid van de politionele actie in crisissituaties, met daders van delicten die
zich zeer snel over een grote afstand verplaatsen en zo de grenzen van de politiezones,
gerechtelijke arrondissementen en zelfs de provincies overschrijden.
Om dit onderzoek af te sluiten, had Comité P aangeraden dat de federale politie de
nodige initiatieven zou nemen, in overleg met de Vaste Commissie van de Lokale Politie
(VCLP), om een procedure uit te werken voor de operationele bevelvoering en het
operationeel beheer om dergelijke crisissituaties het hoofd te bieden.
Het Coördinatiecomité van de geïntegreerde politie heeft ingestemd met deze nieuwe
dwingende richtlijn MFO-7, uitgevaardigd op basis van artikel 5, tweede lid 2, en van de
toepassing van de artikelen 7/1 en 7/2 van de wet op het politieambt. Deze richtlijn werd
zopas ondertekend door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en zal
binnenkort gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad.
11
1.15. Goedkeuring van de Wet diverse bepalingen voor Binnenlandse Zaken:
belangrijke verbeteringen voor de politie
De wet diverse bepalingen voor Binnenlandse Zaken werd gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 31 december 2013. Deze wettekst beoogt verschillende wijzigingen wat
de politie betreft, onder meer:
-
Het voorkomen, desgevallend sanctioneren, van het fenomeen van de “valse
politieambtenaren”;
-
De mogelijkheid van overdracht van bepaalde personeelsleden van de gemeentelijke
administraties naar het administratief en logistiek kader van de politiezones;
-
Verschillende wettelijke verbeteringen betreffende de politie.
1.16. De terugbetaling van het vakantiegeld
Tijdens het begrotingsconclaaf van april 2014 heeft de federale regering, op voorstel van
de minister van Binnenlandse Zaken, niet alleen beslist het vakantiegeld voor de federale
politie volledig terug te betalen (namelijk een bedrag van 14 miljoen euro), maar ook, ter
ondersteuning van de lokale politiezones, de kosten van het vakantiegeld ten laste van
de politiezones te financieren, namelijk een bedrag van 28,7 miljoen euro. Aangezien de
minister zich hiertoe had verbonden, is dit dus een belangrijke budgettaire oplossing die
kon worden gevonden en die door talrijke politieagenten werd verwacht.
1.17. Offensieve maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, ook met
betrekking tot de Belgische strijders in Syrië
• Versterking van het plan R en van de opsporing van radicalisme
-
De lokale Task Forces van het plan Radicalisme waarin de politie-, inlichtingen- en
veiligheidsdiensten zich bevinden, werden versterkt om de uitwisseling van
informatie te verzekeren.
-
De wettelijke basis voor de opvolging van radicale groeperingen door de bestuurlijke
politie werd verduidelijkt in de wet van 18 maart 2014 betreffende het politionele
informatiebeheer (zie hierboven).
-
De CoPPRa-opleidingen gingen van start: ze hebben tot doel, meer bepaald op basis
van een praktische handleiding, de lokale en federale politie de mogelijkheid te
bieden tijdens eerstelijnscontacten met de bevolking tekens van radicalisering op te
sporen en zo de informatiedoorstroming en het nemen van gepaste maatregelen te
verzekeren.
• Verbetering van de coördinatie tussen de diensten
-
Oprichting van een platform dat de politie-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten,
alsook OCAD, het Crisiscentrum en het federaal parket verenigt en dat wordt
voorgezeten door de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie
met maandelijkse vergaderingen.
-
Oprichting van de Task Force “Syrië”: de Task Force “Syrië”, opgericht op initiatief
van de minister van Binnenlandse Zaken, verenigt wekelijks vertegenwoordigers van
de federale politie en lokale politiezones, Staatsveiligheid, OCAD, het Crisiscentrum,
de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, de inlichtingendiensten van Defensie,
Buitenlandse Zaken, onder het voorzitterschap van de vertegenwoordigers van de
minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie.
12
-
De doelstelling is een optimale coördinatie en efficiëntie te verzekeren door middel
van:
•
•
•
-
de permanente uitwisseling van informatie tussen diensten;
beslissingen over de te nemen maatregelen, bovenop de opdracht van de
gerechtelijke overheden die bepaalde dossiers van dichtbij volgen: het
vertrek naar Syrië, de situatie ter plaatse, het contact met de families in
België en de terugkeer naar het land met een adequate opvolging en
begeleiding kwamen aan bod;
een concrete verdeling van de te vervullen taken.
Platform “Returnees”: dit platform vergadert regelmatig om het geval van elke
persoon die terugkeert van Syrië of andere oorlogsgebieden, te bespreken, en om te
beslissen welke (gerechtelijke, administratieve, enz.) maatregelen in dit verband
dienen te worden genomen.
2. EEN
MOBILISERING VAN DE INTERNATIONALE SAMENWERKING
VOOR DE
BELGISCHE INTERNE VEILIGHEID
2.1. Bestrijding van de grensoverschrijdende criminaliteit tussen België en
Frankrijk: versterking van de praktische samenwerking en nieuw FransBelgisch
akkoord
over
de
grensoverschrijdende
politieen
douanesamenwerking
Op 18 maart 2013 hebben de Belgische en de Franse minister van Binnenlandse Zaken
een nieuw bilateraal akkoord ondertekend in Doornik om te strijden tegen een reeks
criminele feiten (inbraak met geweld, mensenhandel, autodiefstal, drugshandel, enz.)
gepleegd door daders van over de grens. Dit herzien akkoord maakt deel uit van een
ruimer geheel dat een actieplan bevat met concrete en operationele maatregelen om de
grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden.
Concreet laat dit nieuw akkoord de volgende vooruitgang toe:
• Een verhoogde operationele capaciteit
-
De inzet van gemengde patrouilles met sterk verbeterde bevoegdheden (patrouilles
met zowel Franse als Belgische politieagenten);
-
Een echt aanhoudingsmandaat in geval van heterdaad;
-
Een betere grensoverschrijdende mobiliteit;
-
Overdracht van gedetineerden en illegalen;
-
Detacheringen van politieambtenaren;
-
Interventie van de dichtstbijzijnde patrouille in noodgevallen.
• Een betere gegevensuitwisseling
• Een uitbreiding van het territoriale toepassingsgebied van het akkoord
• Een
gecoördineerd
en
nummerplaatherkenning
versterkt
gebruik
van
automatische
Bovendien werden aanvullende maatregelen inzake de bestuurlijke politie genomen,
zoals de versterking door bijkomende politie-inspecteurs van het interventiekorps als
13
steun aan de grensgebieden, wekelijkse grootschalige politieacties ‘VILLARAM’ (acties
waarbij meerdere arrondissementen betrokken zijn), grensoverschrijdende politieacties
‘Villafront’ (acties met samenwerking tussen de Belgische en de Franse politie), enz. Er
worden ook aanvullende maatregelen genomen voor de gerechtelijke politie, zoals de
oprichting van een gemengde onderzoekscel, bestaande uit onderzoekers en analisten
van Doornik, Kortrijk en Ieper, onder het gezag van de federale procureur. De
samenwerking met de Franse gerechtelijke politie en de Franse politie werd ook
versterkt, net als de communicatie en de coördinatie tussen de verschillende diensten.
2.2. Ondertekening van een Benelux-actieplan dat de interne veiligheid in de
drie landen versterkt
Het actieplan “Senningen” dat over de jaren 2013 tot 2016 loopt, werd ondertekend op 6
juni 2013. Het legt de basis voor de structurele samenwerking tussen de drie landen op
het vlak van interne veiligheid en beoogt in het bijzonder om de veiligheid van de
burgers te versterken en te verbeteren. Dit plan bevat zo 16 doelstellingen die toelaten
om de wederzijdse bijstand en versterkte grensoverschrijdende politionele samenwerking
alsook samenwerking op het vlak van crisisbeheer uit te diepen.
2.3. Snelle en gezamenlijke reactie inzake het nieuwe beleid « coffeeshops »
van Nederland
De beperking van de toegang tot Nederlandse coffeeshops riskeerde om grote gevolgen
met zich mee te brengen voor België. Dit kon grotendeels beperkt worden dankzij
aangepaste en met Nederland overlegde politionele maatregelen.
2.4. Trilateraal actieplan met Nederland en Frankrijk inzake de criminaliteit, in
het bijzonder op het vlak van drugs
Dit actieplan, dat in februari 2014 geconcretiseerd werd, zal begin juni ondertekend
worden en beoogt praktische maatregelen zoals de « joint hit teams », de gerichte
controleoperaties en de gezamenlijke onderzoeksteams.
2.5. Ambitieuze standpunten voor de interne veiligheid van de Europese Unie
België was de drijvende kracht in de sleuteldossiers zoals het nieuwe Europees
Mechanisme voor civiele bescherming en de hervorming van de Schengen-ruimte. Nauwe
coördinatie met de Europese Coördinator voor de bestrijding van terrorisme en de
Europese Commissaris met het oog op de bestrijding van het fenomeen van Europeanen
die in Syrië gaan strijden, en de herziening van de Europese strategie voor de preventie
van radicalisme.
2.6. Versterking van de bilaterale samenwerking met sleutellanden
Bijvoorbeeld:
- Verenigde Staten: bekrachtiging van het akkoord inzake de politionele samenwerking,
bezoek aan Washington in april 2013, deelname van Amerikaanse ministers aan de
vergaderingen die door de minister van Binnenlandse Zaken georganiseerd werden over
het dossier ‘Syrië’, enz.
- Marokko: ondertekening van een politioneel samenwerkingsakkoord dat toelaat om
terrorisme en georganiseerde criminaliteit beter te bestrijden en van een protocolakkoord
over de technische bijstand.
- Turkije: bezoek aan Ankara in mei 2013 en ondertekening van een protocolakkoord
over de politionele samenwerking en de strijd tegen terrorisme.
2.7. Coördinatie van een eerst Europese en later internationale ministeriële
groep over Syrië
14
De minister heeft een groep opgericht met haar collega’s van 9 Europese landen die
betrokken zijn bij het fenomeen van de strijders in Syrië. Er werden twee vergaderingen
georganiseerd (7 juni en 7 oktober 2013) op dit niveau en later was er nog een
vergadering met ook nog de Verenigde Staten, Canada en Australië (4 december 2013).
De volgende ministeriële vergadering vond plaats op 8 mei en werd uitgebreid met
Marokko, Tunesië, Jordanië en Turkije.
2.8. Een herziening van het netwerk van verbindingsofficieren
Het koninklijk besluit van 3 april 2013 liet een herziening toe van het netwerk van
verbindingsofficieren, onder meer via de schrapping van bepaalde posten zoals Den
Haag, dat vervangen werd door een multilaterale samenwerking (Europol, gelegen in Den
Haag), en de oprichting van nieuwe posten die opportuun zijn in functie van de noden en
de evolutie van de criminaliteit (zoals Brazilië). Het doel is om de nodige opvolging van
bepaalde dossiers (zoals dat van de Belgische strijders in Syrië) te verzekeren en de
samenwerking met Justitie nog verder te optimaliseren (in geval van rogatoire
commissies bijvoorbeeld).
3.DE VOORUITGANG INZAKE VEILIGHEID EN PREVENTIE
3.1. Een versterking van de strijd tegen de diefstal van koperen kabels :
- 40,5% tussen 2013 en 2012
De minister heeft verschillende initiatieven genomen die in concrete controleacties van
de geïntegreerde politie werden omgezet en waarvan de resultaten hun impact op het
gebied van de strijd tegen de diefstal van koperen kabels bewezen hebben, zowel wat
preventie als wat afschrikking en repressie betreft.
In 2013 werden voor het volledig Belgisch spoornetwerk 810 kabeldiefstallen geteld,
tegenover 1362 in 2012. Deze belangrijke daling (- 40,5%) is het resultaat van
verschillende maatregelen die in het kader van het « Nationaal actieplan tegen
kabeldiefstallen» genomen werden: meer controles door de politie en de agenten van
Securail, steeds zwaardere veroordelingen en verschillende wetswijzigingen.
• Het einde van de contante betalingen
Na overleg met de sector en met de betrokken partners heeft de minister een
wetgevingsmaatregel genomen, opdat personen die actief zijn in de terugwinning, de
recyclage en de verkoop van oud ijzer of edele metalen de gerecycleerde, gebruikte of
als zodanig voorgestelde koperen kabels niet meer cash zouden kunnen betalen. Op die
manier kunnen verkopers geïdentificeerd en gevolgd worden.
Onder « koperen kabels » dient verstaan te worden elke levering die koperen kabels
bevat, van welke vorm of samenstelling ook, al dan niet versneden, samengeperst of
vermengd met andere materialen of objecten, met uitzondering van flexibele kabels die
deel uitmaken van apparaten.
Dit verbod werd opgenomen in het ontwerp van wet houdende dringende bepalingen
inzake fraudebestrijding, dat op 19 juli 2013 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd
werd.
• Een versterking van de politieacties in de strijd tegen metaaldiefstal
15
Aan metaaldiefstal wordt voortdurend aandacht besteed, en zowel de federale politie
(zoals de spoorwegpolitie) als de lokale politiezones leveren een aanzienlijk werk in de
strijd tegen dit fenomeen, en dat vooral in de meest getroffen arrondissementen. Er
hebben heel wat operaties op het terrein plaatsgevonden, en dit in samenwerking met
verschillende partners: de spoorwegpolitie, de Hondensteun, de Luchtsteun, de mobiele
ploegen (de gespecialiseerde interventiedienst, Securail en verschillende politiezones).
Bij de recyclers en de ophalers hebben ook talrijke controles plaatsgevonden.
3.2. Versterken van de veiligheid in Brussel, in het kader van de status van
internationale hoofdstad en een herfinanciering met 30 miljoen voor de
veiligheid in Brussel
Voor 2012 werd het beheer van dit dossier per luik gerealiseerd:
Luik 1 : de 7 koninklijk besluiten van de voorgaande jaren werden voortgezet. Ze
betreffen:
-
De steun aan het systeem Astrid ;
De toewijzing van een financiële bijdrage voor de Brusselse politiezones teneinde de
aanwerving te bevorderen en het huidige personeel te behouden ;
De toewijzing van een financiële bijdrage voor de Brusselse politiezones teneinde er
de toegang tot het basiskader van de politieagenten te bevorderen ;
De toewijzing van financiële steun om de investeringen te dekken inzake
infrastructuur en veiligheidsmaterieel in verband met de veiligheid in Brussel in het
kader van de organisatie van de Europese topconferenties ;
De toewijzing van een financiële bijdrage voor de Brusselse politiezones teneinde het
aanleren van talen door hun personeel te bevorderen ;
De toewijzing van financiële steun om de uren die zijn gepresteerd in het kader van
de Topconferenties te dekken ;
De overeenkomst EUROTOP
Luik 2 : de verdeling tussen de maatregelen tot beveiliging van het openbaar vervoer en
voor het nabijheids- en preventieplan en de intercommunale coördinatie. Dienaangaande
werden 3 koninklijk besluiten goedgekeurd :
- Een KB kent een dotatie van 1,266 miljoen toe aan de Geïntegreerde Politie ;
- Een ander KB kent aan de Brusselse politiezones een dotatie toe voor een
totaalbedrag van 2,7 miljoen ;
- Een derde KB kent aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een dotatie toe van
26,033 miljoen.
Voor 2013 werden de bijkomende 55 miljoen euro als volgt verdeeld:
•
Een dotatie van 22,249 miljoen euro ten voordele van de Brusselse
politiezones
Deze middelen, vastgesteld door het eerste ontwerp van koninklijk besluit, beantwoorden
aan essentiële behoeften en zullen in staat stellen:
-
-
de uitgaven te dekken die zijn verbonden aan de uren gepresteerd door de
personeelsleden van het operationeel kader van het politiekorps, teneinde de
veiligheid in het openbaar vervoer te garanderen ;
het communicatiesysteem ASTRID te ondersteunen ;
de toegang tot het basiskader van de politieagenten te bevorderen ;
de aanwerving van personeel en het behoud van personeel ter plaatse aan te
moedigen ;
de uren te betalen die zijn gepresteerd in het kader van de topconferenties ;
16
-
financiële steun te geven om de investeringen te dekken inzake infrastructuur
en veiligheidsmaterieel ;
het aanleren van talen door hun personeel te bevorderen ;
de ontwikkeling van een vrije toegang tot de camerabeelden in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest te bevorderen.
Een dotatie van 32,551 miljoen euro ten voordele van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest
Dit tweede koninklijk besluit ten voordele van het Brusselse Gewest heeft in staat
gesteld :
-
-
de uitgaven te dekken die zijn verbonden aan de preventie van criminaliteit in
het kader van de Europese Topconferenties en andere initiatieven verbonden
aan de internationale functie van de Stad Brussel en de gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;
de uitgaven te dekken die zijn verbonden aan de beveiliging van de MIVB,
alsook aan het preventie- en nabijheidsplan.
Het verschil tussen 2012 en 2013 is gelegen in het feit dat er wordt overgegaan van een
systeem van subsidies naar een systeem van dotaties. Dit heeft de Brusselse politiezones
in staat gesteld niet minder dan 1,1 miljoen te besparen.
17