jaarverslag - Wonen Limburg

JAARVERSLAG 2013
WONEN
LIMBURG
IN BEWEGING
JAARVERSLAG 2013
WONEN
LIMBURG
IN BEWEGING
INHOUDSOPGAVE
1.
WONEN LIMBURG IN BEWEGING
2.
ACTIVITEITEN 2013
2.1 Onze opgave in vastgoed
2.1.1 Ons bezit per 31 december 2013
2.1.2 Wat deden we aan nieuwbouw?
2.1.3Leegstand
2.1.4Mutatiegraad
2.1.5 Onderhoud en energieprojecten
2.1.6Woonruimteverdeling
2.2 Ons huurbeleid
2.3 Onze opgave in niet-vastgoed en
speerpunten in 2013
2.3.1 Duurzaamheid
2.3.2 Leefbaarheid
2.3.3 Wonen-leren-werken
2.3.4 Wonen-zorg-welzijn
2.3.5 Woonurgenten
3. 3.1
3.2
3.3
3.4 3.5 ORGANISATIE
Dit is onze organisatie
En dit zijn de familie- en nevenstructuren
Dochter- en zusterondernemingen
Medewerkers
Risicomanagement
4.
FINANCIEEL VERSLAG
4.1 Betrouwbaar financieel beleid
4.2 Investeren of uitgeven?
4.2.1 Marktwaarde is hoger dan beleidswaarde
4.2.2 Bewust minder verdienen
4.2.3 Geld lenen en huizen verkopen
4.3 Financiële continuïteit gegarandeerd door …
4.3.1 … het bewaken van de geldstroom
4.3.2 … het bewaken van het jaarresultaat
4.3.3 … het bewaken van de solvabiliteit
4.3.4 … het bewaken van de renterisico’s
4.4Beleggingen
4.5 Over onze rentabiliteitspositie
4.6 Het CFV beoordeelt
4.7 Wat staat ons te wachten?
4.8 Financieel gezond
4.9Kerngetallenoverzicht
4
6
6
6
8
12
13
13
13
13
14
14
15
16
17
18
20
20
20
21
23
23
25
25
25
25
27
28
28
28
32
33
34
35
35
35
35
36
37
5. JAARREKENING 2013
EN OVERIGE GEGEVENS
5.1 Jaarrekening 2013
5.1.1 Balans per 31 december 2013 (na resultaat
bestemming)
5.1.2 Winst- en verliesrekening over 2013
5.1.3 Kasstroomoverzicht (indirecte methode)
5.1.4Toelichting op de balans en winsten verliesrekening
5.1.5 Toelichting op de balans
5.1.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening
5.1.7 Overige toelichting en ondertekening van de jaarrekening
5.2 Overige gegevens 2013
5.2.1 Overige gegevens
5.2.2 Controle verklaring van de onafhankelijke
accountant
38
6. VERANTWOORD BESTUREN
6.1 Bestuur
6.2 Raad van Commissarissen
6.3 Gezamenlijk Overleg
Huurdersorganisaties (GOH)
6.4Geschillencommissie
6.5Ondernemingsraad
88
88
90
94
Bijlage 1: Persoonlijke gegevens Bestuur en
Raad van Commissarissen
Bijlage 2: H
oofd- en nevenfuncties Bestuur en
Raad van Commissarissen
98
38
38
41
42
43
51
75
82
84
84
86
94
95
100
1.
WONEN LIMBURG
IN BEWEGING
Zowel vanuit economisch, demografisch als politiek
perspectief was 2013 een bewogen jaar. Alhoewel de
eerste prille signalen van mogelijk economisch herstel
zich eind 2013 voorzichtig aandienden, trok de
aanhoudende recessie ook in 2013 haar sporen fors door.
Een stevige groei van de werkloosheid, een sterk
bezuinigende overheid en een zwaar stagnerende
woningbouwproductie waren belangrijke getuigen van
dat proces. Demografisch gezien maken steeds grotere
delen van onze provincie de omslag van groei naar krimp
door. Voor die gebieden geldt het devies: anticipeer,
voordat we achter de feiten aanlopen. Transformatie
en herbestemming van bestaand vastgoed én het
organiseren van langere zelfstandigheid in de eigen
woning winnen hier als thema’s sterk aan belang.
En aan Haagse politieke belangstelling was ook in 2013
geen gebrek. De verhuurdersheffing werd definitief
door de Eerste Kamer vastgesteld. Daarmee levert de
corporatiesector komende jaren een behoorlijke bijdrage
aan het op orde brengen van de staatsfinanciën. Voor
Wonen Limburg betreft het, inclusief de saneringsheffing,
een jaarlijkse afdracht van ruim 17 miljoen euro. Verder
startte de parlementaire enquêtecommissie haar
onderzoek naar het functioneren van de corporatiesector,
werden fundamentele stelselwijzigingen rondom de
organisatie van wonen en zorg wettelijk verankerd en
last but not least legde minister Blok de laatste hand aan
de afronding van de herziening van de woningwet.
Het functioneren van de sector ligt overduidelijk nog
steeds onder een scherp vergrootglas.
In deze turbulente omgeving heeft Wonen Limburg
afgelopen jaar haar in 2012 ingezette strategische
koers consequent uitgebouwd. Een koers gericht op
het bieden van een ‘welkom thuis’ voor onze huurders
en onze medewerkers. Een koers waarin de mens
centraal staat en we ons vastgoed als middel inzetten.
En een koers waarin samenwerking, zelfredzaamheid en
professionaliteit leidende principes zijn.
4
VAN TRADITIONEEL OPDRACHTGEVERSCHAP
NAAR INTENSIEVE SAMENWERKING
Zo herijkten we in 2013 onze positie in de bouwkolom
en maakten we een bewuste keuze voor vergaande
ketensamenwerking, te beginnen met ons niet-planmatig
onderhoud. Daarbij hebben we de traditionele
opdrachtgever-opdrachtnemer relatie met 260
onderhoudsbedrijven losgelaten en werken we nu met
nog maar acht bedrijven intensief samen. In het verlengde
daarvan zijn we bovendien de landelijke samenwerking
van 6 corporaties en 4 bouwbedrijven in het project de
Stroomversnelling aangegaan. Onder de paraplu van
dit programma willen we middels de ontwikkeling en
grootschalige toepassing van innovatieve en financieel
haalbare renovatieconcepten ook in de bestaande
woningvoorraad versneld komen tot energieneutrale
woningen. Dit mede gericht op de naar de toekomst
steeds hardere noodzaak tot beheersing
van de woonlasten van onze huurders.
BEWONERS AAN ZET
In de snel veranderende maatschappelijke context waarin
een verschuiving plaatsvindt van verzorgingsstaat naar
een participatiesamenleving, nodigden we huurders uit
om samen de handschoen op te pakken. Of het nu gaat
om de eerste stappen op weg naar een wijkonderneming
in de wijk Fatima in Weert, de inzet van voormalige
garageboxen voor startende ondernemers in Venray,
of Go4it!, een project waarbinnen kansarme jongeren
uit onze aandachtswijken dankzij eigen inzet nieuwe
toekomstperspectieven wordt geboden… In al deze
voorbeelden ondersteunen we de initiatieven van
(groepen) mensen die zelf de regie naar een betere
toekomst willen pakken.
1. WONEN LIMBURG IN BEWEGING
SAMENWERKING MET DE ZORG
Parallel daaraan bereiden we ons ten behoeve van onze
zorgbehoevende huurders voor op de nieuwe toekomst
in het Nederlandse zorglandschap. Waar vanuit de
traditionele zorgsector het geluid van scheiden van wonen
en zorg klinkt, zal naar de toekomst toe de combinatie van
wonen en zorg versneld binnen onze huizen georganiseerd
moeten worden. Dat vraagt om investeren in zorggeschikt
vastgoed. Maar ook om het herzien van onze relatie met
de zorgverlenende partijen. Als eerste opmaat legden we
hiertoe in 2013 met enkele zorgpartijen de basis voor een
duurzame strategische samenwerking vast.
ZICHTBARE MIJLPALEN
Binnen de eigen organisatie zetten we afgelopen jaar
grote stappen om het in 2012 gekozen organisatiemodel
verder te versterken. De verhuizing van alle backoffice
activiteiten naar ons nieuwe Wonen Limburg Huis in de
voormalige Baco-fabriek in Roermond vormde in 2013
een belangrijke en voor iedereen zichtbare mijlpaal
in deze ontwikkeling. Evenals de nieuwe start in een
nieuwe jas die bijna al onze regionale buurtwinkels dit
jaar maakten, inclusief de opening van onze nieuwe
buurtwinkel in Sittard-Geleen. We stapten over op een
voor de interne organisatie belangrijk nieuw primair
automatiseringsssysteem en we introduceerden een
vooruitstrevend duurzaam mobiliteitsbeleid voor
onze medewerkers.
Al met al veel dynamische ontwikkelingen. Ontwikkelingen
waarlangs Wonen Limburg, ondanks een op dit moment
lastig omgevingsklimaat, zich voorbereidt op een nieuw
toekomstperspectief. Een perspectief waarin de mens
centraal staat, waarin we nieuwe maatschappelijke
coalities zullen aangaan en waarin de discussie rond de
maatschappelijke legitimiteit van de corporatie op basis
van eigen kracht én maatschappelijke verankering wordt
gevoerd. Een mooie uitdaging voor de komende jaren.
DANKJEWEL
Tot slot een woord van dank aan de medewerkers van
Wonen Limburg. Ondanks de roerige periode was hun
inzet, enthousiasme en betrokkenheid groot. Daar zijn
we trots op.
Wim Hazeu en Ger Peeters
Bestuurders Wonen Limburg
Met deze stevige vervolgstappen groeit onze organisatie
naar een robuustheid en professionaliteit, die ons in
staat stellen efficiënter te werken en daar waar nodig
collega’s de helpende hand te bieden. Mede vanuit dit
laatste perspectief eindigden we het jaar vol trots met
de aankoop van een kleine 1000 woningen binnen ons
werkgebied van collega-corporatie Mooiland en met een
voorgenomen fusiebesluit met Woningstichting Urmond.
EEN MOOIE DYNAMIEK
Er bewoog echter meer in 2013. We lieten ons visiteren
met een nette voldoende als eindresultaat. We sloten
met diverse gemeenten nieuwe prestatieafspraken af.
We anticipeerden op de verzwaarde rijksregelgeving voor
wat betreft het beheer van onze derivatenportefeuille en
we stelden ons nieuwe duurzaamheidsbeleid vast.
Ook zochten we weer met al onze medewerkers actief
onze huurders op met onze reizende theatervoorstelling,
de Wonen Limburg tour, de Gezellige Zondag en de
Dag van de Duurzaamheid waarbij we bij 4.000
huurders aanbelden.
5
1. WONEN LIMBURG IN BEWEGING
2.
ACTIVITEITEN 2013
2.1 ONZE OPGAVE IN VASTGOED
Een thuis vraagt om een fijn en betaalbaar huis en een
prettige leefomgeving. Ons vastgoed is een middel om
maatschappelijke doelen te verwezenlijken. Het moet
aansluiten bij wat de (toekomstige) huurder wenst.
Dat zijn: acceptabele woonlasten, een huis waarin
men zich thuis voelt in een buurt die daar bij past.
Of misschien wel de overstap naar een eigen huis,
zodat men zich meer onafhankelijk voelt.
Om onze woningvoorraad op peil te houden, investeren
we in nieuwbouw en in onderhoud, waarbij we ook
belang hechten aan het verbeteren van de energetische
prestaties van onze woningen. We richten ons op
verschillende doelgroepen: ouderen, gezinnen,
tijdelijke huisvestingsvragers, maar ook bijzondere
aandachtsgroepen zoals zorgbehoevenden of dak- en
thuislozen. Voor iedere groep maken we duidelijke keuzes
en gaan we voor passende huisvesting.
Om elke doelgroep te kunnen bedienen, streven we naar
een goede mix van type woningen en huurprijzen.
Ook ontwikkelen we slimme, nieuwe woonconcepten voor
specifieke doelgroepen. We werken hierbij steeds nauwer
samen met innovatieve marktpartijen. Zo zijn we in 2013
een traject gestart voor de selectie van 2 ketenpartners
die samen met ons de innovatie in onze ontwikkelingen
kunnen maximaliseren. Op deze manier creëren we
meerwaarde op het gebied van kwaliteit van product
en dienstverlening, geld en tijd. Begin 2014 leidt dit tot
een definitieve partnerkeuze.
van de kosten. Hierbij kijken we ook kritisch naar het
efficiënt inrichten van de bijbehorende processen.
2.1.1 ONS BEZIT PER 31 DECEMBER 2013
Eind 2013 kochten we 956 huizen van collega-corporatie
Mooiland. We zien het als onze maatschappelijke
verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk sociaal
woningbezit dat afgestoten dreigt te worden, beschikbaar
te houden voor de sociale huisvesting. De woningen
van Mooiland sluiten naadloos aan op ons werkgebied.
Daardoor breiden we ons bezit op evenwichtige en
regionaal goed verdeelde manier uit. Daarnaast zorgt
deze verhoogde dekkingsgraad in Limburg ervoor dat wij
efficiënter kunnen werken en dus de kosten per eenheid
kunnen verlagen.
Ook namen we één grondpositie van Mooiland over.
Het perceel ligt in de gemeente Maastricht aan de
Bergerstraat/Burgemeester Cortenstraat en is
6945 m2 groot.
In de tabel op de volgende pagina ziet u een overzicht
van ons woningbezit op 31 december 2013.
Ook in het niet-planmatig onderhoud zijn we in 2013
anders gaan samenwerken. We reduceerden ons
leveranciersaantal van 260 tot 8. Hiervoor hebben wij een
open en uitnodigende selectieprocedure gevolgd, waarbij
we de bouwsector ook nadrukkelijk uitdaagden om de
onderlinge samenwerking te verstevigen. Samen met de
8 partners werken we nu aan het nog verder verbeteren
van onze dienstverlening met als doel het optimaliseren
van klanttevredenheid en kwaliteit, en het minimaliseren
6
2. ACTIVITEITEN IN 2013
WONINGEN
AANTALLEN
Appartement
9.559
Begeleid wonen
Chalet
Duplexwoning
Eengezinswoning
Maisonnette
Seniorenwoning
661
12
398
10.093
141
3.319
Verzorgingscentrum
289
Woonzorgwoning
431
Totaal
OVERIGE
Bedrijfsruimte/winkel/kantoor
Bergruimte
24.903
AANTALLEN
123
17
Garage/overdekte parkeerplaats
1.020
Parkeerplaats/overig
1.448
Kinderdagverblijf/peuterspeelzaal
4
Logeerkamer
2
Ontmoetingscentrum
Praktijk
50
1
Standplaats woonwagen
93
Woonwagen
45
Wijkgebouw
1
Totaal
BEZIT PER 31 DECEMBER 2013
Totaal
7
2.804
AANTAL
27.707
2. ACTIVITEITEN IN 2013
2.1.2 WAT DEDEN WE AAN NIEUWBOUW?
alle buurtwinkels. We hebben al onze buurtwinkels,
zowel huur als eigendom, verbouwd en ingericht
volgens de nieuwe huisstijl.
OPGELEVERDE PROJECTEN
In 2013 leverden we in totaal 32 projecten op:
613 verhuureenheden, inclusief 162 parkeerplaatsen.
Eén project betreft herbestemming van bestaand
vastgoed (Wonen Limburg Huis inclusief buurtwinkel
Roermond) en één project betreft een renovatie
(Aambosveld in Heerlen). De aan onze woningvoorraad
toegevoegde wooneenheden en andersoortig onroerend
goed, vallen allemaal binnen het statutair vastgestelde
werkgebied van Wonen Limburg. Tot de opgeleverde
eenheden behoren ook het Wonen Limburg Huis en
OPGELEVERD IN 2013
APPAR-
GROND-
MAAT- COMMER-
TEMENT GEBONDEN SCHAPPELIJK
ONROEREND
CIËLE
ZORG PARKEERPSYCHO-
PLAATS
RUIMTE GERIATRISCH
GOED
VGO nr
Naam
Locatie
Soort
10001A
Het Heem
Baarlo
appartementen
Het Heem
Baarlo
parkeerplaatsen
Cranendonck-
Budel
appartementen
Budel
PG plaatsen
10020A
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Huur/
Koop
40
huur
12
28
huur
huur
laan
Cranendonck-
3
huur
24 units
laan
10048A
Heidepark
Heerlen
woningen
16
huur
10055A
Kuilveld
Horst
woningen
1
huur
10066A
BRIM 4
Someren
woningen
12
huur
10067A
Eggendreef
Someren
woningen
9
huur
10068A
Dagpauwoog
Someren
woningen
17
huur
10078A
Van Haren
Venray
appartementen
42
huur
Horst
appartementen
12
huur
Roermond
kantoor
Buurtwinkel
Roermond
commerciële ruimte
Weltersweide/
Horst
woningen
terrein
10088H
Hof te Berkel,
fase 1
11028A
Wonen Limburg
1
Huis
11057A
1
8
huur
Hegelsom
12012H
Buurtwinkel
Venray
commerciële ruimte
1
12013A
Buurtwinkel
Horst
commerciële ruimte
1
12014H
Buurtwinkel
Heerlen
commerciële ruimte
1
12015H
Buurtwinkel
Weert
commerciële ruimte
1
12016H
Buurtwinkel
Sittard
commerciële ruimte
1
12017H
aankoop Keulse
Roermond
woningen
7
huur
Poort
aankoop
Broekhuizen- woningen
woningen
vorst
appartementen
12027A
Akkerweg
Venray
appartementen
12030A
ICT Forward
Horst
commerciële ruimte
12022A
8
4
5
huur
11
huur
huur
1
2. ACTIVITEITEN IN 2013
1
13003H
Buurtwinkel
Panningen
commerciële ruimte
13014A
Aambosveld,
Heerlen
appartementen
16
huur
Hoofdstraat
Maasbracht
appartementen
12
huur
Hoofdstraat
Maasbracht
ontmoetingsruimte
Hendriklaan
Roermond
appartementen
Hendriklaan
Roermond
parkeerplaatsen
Klooster
Heerlen
PG plaatsen
fase 3
7 DAEL OH
7 HENDR OH
7 KLOOS OH
Minervaplein
Linne
woningen
Minervaplein
Linne
parkeerplaatsen
Oudeakkerstraat
Weert
appartementen
Oudeakkerstraat
Weert
commercieel
Oudeakkerstraat
Weert
parkeerplaatsen
Sittarderweg
Heerlen
appartementen
Sittarderweg
Heerlen
woningen
Stationskwartier
Weert
appartementen
Stationskwartier
Weert
parkeerplaatsen
7 VELT 2BG OH
Parc Veld blok 2
Venray
dagbesteding
7 VELT 2V OH
Parc Veld blok 2
Venray
appartementen
7 OUDA OH
7 PATRO OH
7 STATION OH
huur
huur
29
huur
3
huur
20 units
Grasbroekerweg
7 MILI OH
1
25
613
Totaal
5
huur
18
huur
19
huur
4
huur
26
huur
18
huur
6
huur
77
huur
77
huur
1
huur
40
huur
344
86
APPAR-
GROND-
2
13
6
162
PROJECTEN IN UITVOERING
Aan het einde van het jaar 2013 hadden we 16
projecten in uitvoering met in totaal 605 eenheden,
inclusief 107 parkeerplaatsen. Eén project betreft
een transformatie van kantoor naar woningen
(voormalig kantoor Wonen Roer & Maas).
Meerdere projecten zijn combiprojecten met
onroerend goed in verschillende segmenten.
IN UITVOERING IN 2013
MAAT- COMMER-
TEMENT GEBONDEN SCHAPPELIJK
ONROEREND
CIËLE
ZORG PARKEERPSYCHO-
PLAATS
RUIMTE GERIATRISCH
GOED
VGO nr
Naam
Locatie
Soort
Aantal
10026A
Ringovenpark
Panningen
(zorg)
94
Blok H, I en J
Ringovenpark
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Huur/
Koop
huur
appartementen
Panningen
kinderopvang
2
huur
Panningen
school
1
huur
Panningen
dagbesteding
Sevenum
appartementen
30
huur
Nuth
appartementen
14
huur
Blok H, I en J
Ringovenpark
Blok H, I en J
Ringovenpark
huur
2
Blok H, I en J
10026A
Past.
Vullinghsplein
ECN
9
2. ACTIVITEITEN IN 2013
Horst
woningen
Weert
diverse
Molenbeek
Sittard
appartementen
Molenbeek
Sittard
parkeerplaatsen
Verbouwing pand
Roermond
appartementen
12
De Afhang,
10
huur
fase2
12007H
Scootmobiel-
1
huur
ruimte Geertenhof
12009A
12011A
80
huur
80
2
huur
huur
WR&M
12028A
Westeringlaan
Maasbree
appartementen
23
huur
13015A
De Adelaar
Venray
appartementen
18
huur
Venray
woningen
Venray
parkeerplaatsen
Montfort
appartementen
Montfort
dagbesteding
Montfort
medisch centrum
Venray
divers
(aan de Heuvel)
De Adelaar
21
huur
(aan de Heuvel)
De Adelaar
18
huur
(aan de Heuvel)
13017A
Wozoco de
26
huur
Wiejerd
Wozoco de
1
huur
Wiejerd
Wozoco de
1
huur
Wiejerd
13018A
MFC Brukske
6
huur
maatschappelijk
divers
2
MFC Brukske
Venray
7 AMST OH
Parallelstraat
Amstenrade
appartementen
9
7 HUS OH
Hushoven
Weert
appartementen
81
Hushoven
Weert
PG plaatsen
Blitterswijck
Venray
appartementen
Blitterswijck
Venray
woningen
6
huur
H3 PEPER
Peperstraat
Sevenum
woningen
18
huur
H4 ADKR
Aan de Kreppel
Heythuysen
woningen
12
huur
Aan de Kreppel
Heythuysen
appartementen
Aan de Kreppel
Heythuysen
3 kavels
Aan de Kreppel
Heythuysen
koopwoningen
Aan de Kreppel
Heythuysen
parkeerplaatsen
huur
commercieel
huur
huur
3
huur
31 units
7 WILI OH A
Totaal
605
10
huur
9
huur
koop
4
koop
9
406
71
12
6
3
107
PROJECTEN IN VOORBEREIDING
In 2013 had Wonen Limburg 42 projecten in de
voorbereidingsfase of haalbaarheidsfase. In totaal
betreft het hier 1.175 eenheden, inclusief
245 parkeerplaatsen. Voor twee projecten betreft het
een transformatieproject (HTS in Heerlen en het kantoor
in Weert). Drie projecten zijn renovatieprojecten.
Het gaat hier om de projecten Kiosk in Venray,
Berkele Heem in Horst en Eygelshoven (locatie 12).
10
2. ACTIVITEITEN IN 2013
huur
IN VOORBEREIDING IN 2013
APPAR-
GROND-
MAAT- COMMER-
TEMENT GEBONDEN SCHAPPELIJK
ONROEREND
CIËLE
ZORG PARKEERPSYCHO-
PLAATS
RUIMTE GERIATRISCH
GOED
VGO nr
Naam
Locatie
Soort
10035H
RKONS
Landgraaf
PG plaatsen
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Huur/
Koop
3
huur
21 units
10064H
10078H
20
Zuidsingel
Venray
woningen
Zuidsingel
Venray
appartementen
36
huur
Van Haren
Venray
appartementen
42
huur
Horst
appartementen
17
huur
Horst
appartementen
37
huur
Horst
woningen
16
huur
Weert
woningen
8
huur
Venray
appartementen
Roermond
PG plaatsen
huur
terrein
10081R
Gebr. Van
Doornelaan
10088H
Hof te Berkel,
fase 2
Hof te Berkel,
fase 2
11002H
Vrouwehof,
fase 3
11038A
De Berkelaar,
52
52
huur
fase 2
11051H
Katoenen Dorp
huur
3
24 units
11055H
Transformatie
Roermond
appartementen
22
18
huur
Donderberg
11056H
Kloosterstraat
Weert
appartementen
12002H
Het Hof
Baarlo
woningen
12003H
La Cour Bleue
Weert
appartementen
La Cour Bleue
Weert
parkeerplaatsen
Sloop
Eygelshoven
woningen
Venray
appartementen
12005R
huur
20
huur
31
huur
31
-1
huur
huur
Brandstraat
12006H
Torentjes de
72
huur
Kiosk
12018H
St Anna
Venray
NNB
12026H
Vondersestraat
Horst
woningen
12029H
HTS Heerlen
Heerlen
appartementen
HTS Heerlen
Heerlen
HTS oud
1
huur
HTS Heerlen
Heerlen
HTS nieuw
5
huur
Van Berkele
Horst
appartementen
13006H
huur
8
huur
29
huur
19
huur
Heem
13007H
Ola Kala
Horst
woningen
2
huur
13008H
Flierefluit
Venray
woningen
22
huur
13009H
app. Winkel-
Venray
appartementen
22
huur
centrum Brukske
13010H
Topaas
Heerlen
woningen
6
huur
13011H
Ringovenpark
Panningen
woningen
7
huur
13012H
Woonurgenten
Meterik
appartementen
24
huur
Weert
appartementen
10
huur
Schadijkerweg
13013H
Verbouwing
kantoor Weert
11
2. ACTIVITEITEN IN 2013
13019A
Politiebureau
Herkenbosch appartementen
12
huur
7 EYGEL 12
Locatie 12
Eygelshoven
appartementen
8
huur
7 EYGEL 10
Locatie 10
Eygelshoven
appartementen
23
7 EYGEL 8
Locatie 8
Eygelshoven
woningen
7 EYGEL 7
Locatie 7
Eygelshoven
7 EYGEL 5
Locatie 5
Eygelshoven
7 STEG OH
Stegelenhof
Oirsbeek
appartementen
26
huur
H2 TORE
Op den Toren
Nuth
renovatie
40
huur
H5 LEUNZ
Leunen Zuid
Venray
woningen
20
huur
H6 HOFS
Ter Hofstadlaan
Someren
woningen
15
huur
Someren
appartementen
Someren
3 kavels
Someren
PG plaatsen
huur
10
huur
woningen
4
huur
woningen
10
huur
woningen
Ter Hofstadlaan
18
huur
appartementen
Ter Hofstadlaan
koop
kavels
Ter Hofstadlaan
2
huur
12 units
PG
Ter Hofstadlaan
Someren
koopwoningen
Weert
sociale huur-
8
koop
PG
6 HORN 2
Hornehoof,
50
huur
60
huur
appartementen
fase 2 huur
Weert
appartementen
Weert
PG plaatsen
Weert
parkeerplaatsen
CP Leende
Leende
bredeschool
1
huur
CP Leende
Leende
multifunctionele
1
huur
Hornehoof,
fase 2 huur
Hornehoof,
huur
5
huur
fase 2 PG
H6 LEEN
Hornehoof,
huur
157
fase 2 parkeren
huur
huur
accomodatie
CP Leende
Leende
woningen
CP Leende
Leende
appartementen
CP Leende
Leende
commerciële
29
huur
12
huur
2
koop
ruimte
H6 MEURS
Johanna van
Weert
woningen
28
huur
Meursstraat
1175
Totaal
680
232
2
8
13
240
2.1.3 LEEGSTAND
PERCENTAGE LEEGSTAND 2013
12
REGIO
1E KW. (%)
2E KW. (%)
3E KW. (%)
4E KW. (%)
Noord
1,33
1,30
1,31
0,85
Midden
3,18
2,80
1,53
2,86
Zuid
3,06
3,06
2,21
2,30
Totaal WL
2,34
2,17
1,54
1,89
2. ACTIVITEITEN IN 2013
2.1.4 MUTATIEGRAAD
WOONRUIMTEVERDELING WONEN LIMBURG 2013
De gemiddelde mutatiegraad bedroeg in 2013 8,68%.
MODELLEN
AANTAL
Aanbodmodel
1.164
47
858
34
Direct te huur
217
9
Lotingmodel
186
7
Optiemodel
76
3
2.501
100
2.1.5 ONDERHOUD EN ENERGIEPROJECTEN
Bemiddelingsmodel
Met het onderhouden van huizen en gebouwen willen
we zorgen voor goede en betaalbare huizen waarin onze
huurder zich thuis voelt. Elk jaar wordt een derde van ons
bezit geïnspecteerd waarbij we bekijken of de woning nog
voldoet aan onze kwaliteitseisen. Hierbij staan gezond en
veilig wonen voorop.
In 2013 hebben we 43 complexen met ruim 700
woningen energetisch aangepakt met als doel om onze
woningvoorraad duurzamer te maken maar vooral om de
woonlasten van de huurder betaalbaar te houden. Deze
huizen zijn gemiddeld gestegen met drie energielabels tot
een gemiddelde van een B-label.
In 2013 gaven wij het volgende uit aan onderhoud en
energetische maatregelen:
LASTEN ONDERHOUD (€)
Alle modellen
%
2.2 ONS HUURBELEID
In 2013 heeft de minister het voornemen bekendgemaakt
om corporaties in de gelegenheid te stellen om naast een
inflatievolgend huurbeleid van 2,5 % huurverhoging een
extra inkomensafhankelijke huurverhoging toe te passen.
De gedifferentieerde inkomensafhankelijke huurverhoging
is door de minister in de volgende categorieën ingedeeld:
2013
2012
21.949.825
24.738.679
INKOMENSAFHANKELIJKE HUURVERHOGING 2013
Planmatig onderhoud, lasten van
HUISHOUDEN MET INKOMEN </> (€)
renovaties en markttechnische ingrepen
Kosten niet-planmatig onderhoud
6.823.551
6.876.268
28.773.376
31.614.947
EXTRA HUURVERHOGING %
<33.614
Totaal
1,5
>33.614 <43.000
2
>
43.000
4
2.1.6 WOONRUIMTEVERDELING
Vanaf maart 2011 bieden we onze huur- en koopwoningen
gezamenlijk met 6 Limburgse woningcorporaties aan via
de website thuisinlimburg.nl. Thuis in Limburg is één
centraal woonmarketingmodel voor woningzoekenden
in de hele provincie Limburg met één centrale website.
Een combinatie van de verschillende aanbiedingsmodellen
(loting-, aanbod-, direct te huur-, optie- en bemiddelingsmodel) maakt het mogelijk om tegemoet te komen
aan verschillende woningzoekenden: snelle zoekers,
spoedzoekers en kritische zoekers.
In 2013 verhuurden we 2.501 woningen via Thuis in
Limburg, verdeeld over de diverse modules:
13
Wonen Limburg heeft na overleg met en advies van het
Gezamenlijk Overleg Huurdersorganisaties (GOH) besloten
om af te zien van de inkomensafhankelijke huurverhoging
en over te gaan tot 4% standaard huurverhoging voor
het gehele bezit. Uitzonderingen zoals slooppanden,
contractuele afspraken of Huurvast- en Eigen
Huurwoningcontracten zijn daarbij uitgesloten.
Hierbij is een aantal zaken meegenomen:
MAXIMAAL REDELIJKE HUUR
De maximale huurprijzen worden jaarlijks aangepast met
het inflatiecijfer. De netto huur mag door de huurverhoging
niet hoger worden dan de maximale huurgrens, bepaald
door het woningwaarderingsstelsel (WWS). Huren die
boven de maximaal redelijke huur dreigen uit te stijgen,
topt Wonen Limburg af op de maximaal redelijke huur.
2. ACTIVITEITEN IN 2013
OVERSCHRIJDING LIBERALISATIEGRENS
De liberalisatiegrens lag per 1-1-2013 op € 681,02.
Hierbij geldt de regel dat een huis als geliberaliseerd wordt
gezien als deze vanaf 1 juli 1994 al een huurprijs
had die boven de toen geldende grens van liberalisatie zat.
Huizen die door de maatregel van de huurverhoging de
liberalisatiegrens overschrijden, blijven in de gereguleerde
voorraad. Dit worden dus geen geliberaliseerde woningen.
Verder geldt hier dat het recht op huurtoeslag blijft bestaan
indien de huurder vóór 1 juli 2013 ook al huurtoeslag
ontving. Dit kan dus ook in de laagste inkomenscategorie
gebeuren, omdat de maximale huurgrens slechts met
inflatie (2,5%) wordt verhoogd en wij alle huurders met
4% huurverhoging (basisverhoging) belasten.
LOSLATEN STREEFHUURGRENS
Bij huizen waarvan de huidige netto huur of de netto
huur na huurverhoging hoger ligt dan de streefhuur,
heeft Wonen Limburg voor de huurverhoging 2013 de
streefhuurgrens voor 1 jaar losgelaten. In gevallen waarin
de nieuwe netto huurprijs na huurverhoging de streefhuur
overstijgt, zal de netto huurprijs toch verhoogd worden
met 4%.
HUURVERHOGING GELIBERALISEERDE HUIZEN
De geliberaliseerde huizen hebben in 2013 eveneens een
huurverhoging gekregen van 4,0%.
ONZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN
Wonen Limburg bezit ook onzelfstandige woonruimten,
zoals eenheden in verzorgingshuizen en standplaatsen,
woonwagens, garages, parkeerplaatsen, e.d.. Er zijn
contracten waarin een afspraak is gemaakt over de
procentuele jaarlijkse huurverhoging. Maar er zijn ook
eenheden waarbij we dit niet hebben. Ook voor deze
eenheden hebben we in 2013 een huurverhoging van
4% gehanteerd.
SLOOPHUIZEN
Voor een aantal huizen geldt dat er geen huurverhoging
is doorgevoerd voor 2013. Dit zijn huizen waar een
sloopbesluit is genomen, de sloop richting huurders is
gecommuniceerd en het sociaal plan is goedgekeurd.
NIEUWBOUW
De regel rondom de huurverhoging bij nieuwbouw is
aangepast. Eerder was het uitgangspunt dat wanneer
het huurcontract na 1 juli van het voorgaande jaar was
ingegaan, er geen huurverhoging kon worden toegepast
per 1 juli van het huidige jaar. Nu is deze regel losgelaten
en kan de huurverhoging worden doorgevoerd ongeacht
de ingangsdatum van het huurcontract. Wij hebben echter
besloten om de huurverhoging alleen door te voeren
bij contracten die zijn ingegaan vÓÓr 1 januari van het
14
desbetreffende kalenderjaar. Dit omdat de huurprijzen van
nieuwe huizen vaak al zijn aangepast
aan de geldende huurtoeslaggrenzen.
2.3 ONZE OPGAVE IN NIET-VASTGOED EN
SPEERPUNTEN IN 2013
Wonen Limburg wil er zeker van zijn dat we op de juiste
manier investeren in goede huisvesting maar zeker ook
in leefbare wijken en buurten. Daar wonen immers de
mensen die wij een thuis bieden.
Voor onze inspanningen creëren we draagvlak. Alleen op
die manier komen we tot beleid dat optimaal inspeelt op
wensen en behoeften in de samenleving. We zijn daarom
op diverse manieren in gesprek met onze huurders en
belanghebbenden. Zowel offline als online, aansluitend
bij de doelgroep.
Wonen Limburg maakt werk van maatschappelijk
rendement. Dit betekent dat we onze activiteiten richten
op effecten als veiligheid, ontmoetingsmogelijkheden voor
bewoners en zelfstandigheid van huurders. Om die reden
heeft Wonen Limburg een aantal speerpunten van beleid
benoemd die extra aandacht en inzet krijgen.
Deze speerpunten zijn in alfabetische volgorde:
Duurzaamheid, Leefbaarheid, Wonen-leren-werken,
Wonen-zorg-welzijn en Woonurgente groepen. Hieronder
beschrijven we kort wat we in 2013 op de verschillende
speerpunten hebben ontwikkeld.
2.3.1 DUURZAAMHEID
Het thema Duurzaamheid stond in 2013 in het teken van
bewustwording, zowel richting onze huurders als onze
medewerkers. Bewust worden van het feit dat je zelf
veel kunt doen om woonlasten te verlagen en energie
te besparen door bijvoorbeeld je gedrag aan te passen.
Daar valt nog veel winst op te boeken.
WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013?
Dit heeft zich geuit in de volgende activiteiten: warme
truiendag in februari, dag van de duurzaamheid in oktober
en het klimaatstraatfeest dat loopt van november 2013
tot maart 2014. Er is bewust gekozen om aan te sluiten bij
landelijke initiatieven om herkenbaarheid op te roepen.
Op de dag van de duurzaamheid, 10 oktober, sloten we
onze kantoren en belden onze medewerkers aan bij 4.000
huurders met makkelijk toepasbare energietips.
2. ACTIVITEITEN IN 2013
Verder hebben we het afgelopen jaar, samen met het
speerpunt Wonen-leren-werken, twee energiecoaches
aangetrokken voor het geven van energieadviezen bij de
huurders thuis. Daarnaast ondersteunden we een aantal
projecten rondom energieteams in de provincie.
Het jaar 2013 was ook het jaar van de Duurzaamheidsvisie die we samen met het e-GOH opstelden. Het e-GOH
is een afvaardiging van het Gezamenlijk Overleg
Huurdersorganisaties die zich bezighoudt met energie.
De visie is gericht op de 3 P’s: People-Profit-Planet.
Concreet zijn de projectfiches voor de jaren 2014-2018
omschreven met acties, verantwoordelijkheden, budget
en doorlooptijd. Op de dag van de duurzaamheid is deze
gepresenteerd en overhandigd aan gedeputeerde
Bert Kersten.
Op provinciaal en landelijk niveau participeerden
we actief in de projecten Zonnig-Limburg en de
Stroomversnelling. Twee innovatieve projecten die gericht
zijn op het reduceren, dan wel minimaliseren van de
woonlasten. Door middel van het project Zonnig-Limburg
kozen 161 huurders voor zonnepanelen op hun dak.
Medegefinancierd door de Provincie Limburg en
Wonen Limburg, wekken zij nu deels hun eigen energie
op. Met het project de Stroomversnelling willen we ‘nul op
de meter’ realiseren. Bewoners betalen de kosten die ze
nu aan energie kwijt zijn voortaan aan ons. Wij renoveren
voor dat bedrag hun huis tot een energieneutraal,
comfortabel huis, zonder extra kosten. In Melick werd in
2013 het eerste proto-type opgeleverd. Voor 2014 staan
172 huizen gepland om energieneutraal
te renoveren.
VOORUITBLIK NAAR 2014
Vanaf 2014 en verder worden de projecten zoals deze
omschreven staan in de Duurzaamheidsvisie uitgerold.
Voor onze 5 strategische thema’s zijn activiteiten
benoemd die variëren van onze ambitie om duurzaamste
corporatie van Zuid-Nederland te worden tot een
menukaart voor duurzame renovatie. Alles met het oog
op een duurzame relatie, met een bewuste huurder in
een duurzaam huis.
Wij geloven in de kracht van bewoners. Zij zijn het grootste
kapitaal om een wijk (beter) te laten functioneren. Wonen
Limburg levert op innovatieve en transparante wijze een
waardevolle bijdrage aan de leefbaarheid in wijken en
kernen in nauwe samenwerking met de bewoners en onze
belanghebbenden. Bewoners en partners weten wat ze
van ons mogen verwachten. Bewoners krijgen de ruimte
en worden gestimuleerd en gefaciliteerd om een bijdrage
te leveren aan hun woonomgeving. Zodat ze trots zijn op
de plek waar ze wonen!
WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013?
In 2013 introduceerde Wonen Limburg het
bewonersbudget, financiën om initiatieven van een
langdurig karakter te ondersteunen die aansluiten bij
maatschappelijke behoeftes en effect hebben op een
groter schaalniveau (wijk- en buurtniveau). Initiatieven
waarbij bewoners zelf het voortouw nemen, krachten
bundelen en de handen uit de mouwen steken.
Bewoners steviger betrekken bij beleidsvorming is op
de kaart gezet binnen Wonen Limburg. Er zijn in 2013
methoden ontwikkeld om bewoners te betrekken bij
het opstellen van beleid. Maar ook op operationeel
niveau ontwikkelden we participatiemethodieken.
We organiseerden dit jaar twee bijeenkomsten
in het kader van integrale aanpak: de Workshop
Ketensamenwerking in Venray en de Werkconferentie
Sociaal Veilige Wijken te Weert. Beide bijeenkomsten
stonden in het teken van sociale veiligheid.
We constateren dat de samenwerking met partners in de
wijk effectiever ingezet wordt. Bijvoorbeeld in de wijken
Brukske en Donderberg levert dit mooie resultaten op.
Zeker in deze roerige tijden hebben we een stevig fundament
nodig waarmee we onze leefbaarheidsinvesteringen
kunnen verantwoorden. Daarom werden in 2013 alle 182
wijken en buurten waar Wonen Limburg vastgoed heeft,
geprioriteerd en vervolgens is gestart met het in beeld
brengen van de leefbaarheidsopgave. Die nemen we op
in de wijkvisies. Bij leefbaarheidsinvesteringen groter
dan € 25.000 werd, samen met partners en bewoners,
bepaald wat de investering aan maatschappelijke
meerwaarde moet opleveren voor de wijk.
2.3.2 LEEFBAARHEID
Wonen Limburg wil huurders meer bieden dan een
kwalitatief goede woning. Daarom zetten we sterk in op
een leefbare omgeving. Huurders die zich thuis voelen in
hun buurt, daar gaat het om. We prikkelen en verleiden
bewoners om hun eigen kracht en talent in te zetten om
de leefbaarheid van de buurt te verbeteren.
15
2. ACTIVITEITEN IN 2013
Een greep uit onze overige resultaten:
2.3.3 WONEN-LEREN-WERKEN
•
Wijkonderneming Fatima: samen met de wijkraad,
bewoners en partners in de wijk is gestart met het
oprichten van een wijkonderneming om zo een plek
te realiseren voor ontmoeting en participatie.
Een plek om vraag en aanbod bij elkaar te brengen
en om samenwerking tussen partijen en bewoners
te organiseren.
•
MFC Leunen: het project bestaat uit het realiseren van
een multifunctioneel centrum waar wijkbewoners en
verenigingen gebruik van gaan maken. De bedoeling
is om vele activiteiten te organiseren waardoor
ouderen in Leunen de mogelijkheid hebben om
langer zelfstandig te blijven wonen in Leunen. Het
projectplan en het voorafgaande onderzoek is geheel
door vrijwilligers uit Leunen opgesteld en uitgevoerd.
Limburg heeft te maken met een paradox op het gebied
van de kennis- en arbeidsmarkt. Aan de ene kant
heeft de provincie Limburg een oplopend tekort aan
voldoende goede c.q. passende arbeidskrachten in
kansrijke en sterke sectoren. Aan de andere kant heeft
zij te maken met veel en langdurige werkeloosheid.
Daarnaast kenmerkt Limburg zich door relatief veel
laagopgeleide inwoners. Deze ontwikkeling bedreigt het
functioneren van de Limburgse kennis- en arbeidsmarkt
en de economie en heeft daarmee direct effect op de
leefbaarheid in wijken en buurten. Dit omdat de sociaal
economische status van mensen kan worden afgeleid uit
een drietal indicatoren: inkomen, opleiding en beroep.
•
Stichting Multi Koken & Bewegen: bewoners van de
wijk Donderberg richten gezamenlijk met partners een
wijkonderneming, inclusief wijkrestaurant op. Deze plek
biedt ruimte voor ontmoeting en brengt vraag
en aanbod op het gebied van zorg, gezond koken en
bewegen bij elkaar.
•
Ruilwinkel Aurora: eind november 2013 is een
ruilwinkel geopend in Heerlen die volledig door een
huurder wordt gerund. Het doel is om dumping van
spullen in het appartementengebouw tegen te gaan en
tegelijkertijd iets te kunnen doen voor mensen met
een kleine beurs.
SPONSORING
In 2013 hebben wij voor een bedrag van € 24.344,72 aan
sponsoring gedaan. Wat sponsorden we zoal? Diverse
straat-, buurt- en wijkfeesten, seniorenvervoer, Dag van
de Ouderen, deelname van een Wonen Limburgteam aan
de Alpe d’Huzes, Cultura Nova, Dag van de Architectuur,
het project Zonneklaar en Vrienden van Daelzicht
(zorgpartner).
VOORUITBLIK NAAR 2014
We constateren een aantal ontwikkelingen en discussies
in de maatschappij die leefbaarheid raken. De politiek
stelt de rol van corporaties op het gebied van leefbaarheid
ter discussie. Wij vinden het belangrijk initiatieven van
bewoners die de leefbaarheid versterken te ondersteunen.
Zo maken we met elkaar de samenleving een stukje beter.
16
Wonen Limburg wil haar bijdrage leveren aan de
samenleving. Wij staan midden in de maatschappij en
zien het nog altijd als onze kerntaak om mensen te
huisvesten die dat niet goed zelf kunnen. Tegelijkertijd
willen we er ook voor zorgen dat de groep mensen die
ons écht nodig heeft steeds kleiner wordt. Om die reden
stimuleert Wonen Limburg mensen om zélf een bijdrage
te leveren aan betere leefomstandigheden.
Vanuit het speerpunt Wonen-leren-werken stimuleren wij,
in samenwerking met onze ketenpartners, mensen om te
komen tot een betere kwalificatie. Zodat dit een opstap
is naar deelname aan de arbeids-, kennis- en woonmarkt.
Dit alles om bij te dragen aan het bevorderen van de
economie en (daarmee) aan de opwaardering van wijken.
Het principe van wederkerigheid staat hierbij centraal.
Wij stelden in 2012 de volgende doelstelling vast:
Wonen Limburg laat 375 mensen binnen een periode
van drie jaar een kwalificatieverbetering doormaken.
Deze doelstelling geldt voor een periode van drie jaar,
met ingang van 1 januari 2013. Vanwege de opstart
van het speerpunt gaan we daarbij uit van het volgende
groeimodel:
GROEIMODEL
JAAR
PERSONEN
1e jaar – 2013
100
2e jaar – 2014
125
3e jaar – 2015
150
Totaal periode 3 jaar
375
2. ACTIVITEITEN IN 2013
WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013?
Voor 2013 had Wonen Limburg als doelstelling om
100 mensen een kwalificatieverbetering te laten
doormaken. Deze doelstelling is behaald met onder
andere de volgende geslaagde projecten:
die kunnen bijdragen aan de structurele verbetering
van wijken en buurten waarmee we de zelfredzaamheid
van bewoners vergroten. Hierbij gaat het om concrete
projecten.
2.3.4WONEN-ZORG-WELZIJN
•
•
•
•
•
•
•
Go4It! (Weert, Roermond, Venray en Heerlen): met dit
project bieden we kansarme jongeren een opstap naar
stage, opleiding of betaalde baan. In 2013 begeleidden
we tenminste 40 jongeren.
ToDo! (Venray): bewoners uit de gemeente Venray
in de leeftijdscategorie van 18 tot 35 jaar bieden we
een opstap tot zelfstandig ondernemerschap. In 2013
maakten 10 personen deze stap. Vanwege de
moeilijke economische tijd is dit project eind 2013
gestopt. De initiatieven en inspanningen van onze
kansmakelaars voor deze doelgroep gaan gewoon door.
Begeleid en beschermd wonen voor jongeren
(Horst aan de Maas en Weert): kansarme jongeren in
de leeftijd van 18-27 jaar begeleidden we met zelfstandig
wonen, opleiding en werk. In 2013 kregen 10 jongeren
huisvesting en begeleiding.
Maatschappelijk Activeringscentrum (Horst aan de
Maas): langdurig werklozen re-integreren in de
maatschappij. In 2013 re-integreerden 5 werklozen.
WIZKIDS als onderdeel van het Sociaal Activerings
Programma in Brukske (Venray): kinderen van
groep 4 t/m groep 8 krijgen in kleine groepjes hulp
van vrijwilligers bij taal en rekenen. In 2013 waren ca.
45 kinderen en ca. 17 vrijwilligers betrokken.
Daarnaast zijn er vanuit het WijkOntwikkelingsPlan
Donderberg (Roermond) in 2013 ca. 70 personen
actief begeleid naar onder andere opleiding,
(vrijwilligers)werk en stageplekken.
Wonen Limburg laat voorbeeldgedrag zien door
de actieve inzet van onder andere stagiaires,
Wajongers, leerling bouwplaats en deelname aan
de landelijke Prokkeldag. In 2013 zijn hier ca.
30 personen bij betrokken. Wonen Limburg
organiseerde in samenwerking met haar partners
het symposium Jeugdwerkloosheid, waarmee
we deze problematiek nadrukkelijker onder de
aandacht brachten.
VOORUITBLIK NAAR 2014
Een nieuwe ontwikkeling in 2014 die de Wonen-lerenwerken doelstelling ondersteunt, is het opnemen van
Social Return als onderdeel van de gunningscriteria
in ons aanbestedingsbeleid. We zoeken daarbij
verbinding met SW-bedrijven, UWV, gemeenten en
onderwijsinstellingen om mensen met een afstand tot de
onderwijs- of arbeidsmarkt een kans te bieden op een
kwalificatieverbetering. Daarnaast zoeken we naar nieuwe
ontwikkelingen binnen bestaande projecten en contacten
17
Het thema Wonen-zorg-welzijn was nog nooit zo actueel.
Externe oorzaken die hieraan ten grondslag liggen zijn
onder andere de (dubbele) vergrijzing en zorgkosten
die almaar hoger worden. Op de huidige voet verder
gaan is op de lange termijn niet houdbaar. De overheid
neemt maatregelen om goede zorg ook in de toekomst
betaalbaar te houden. Denk daarbij aan de afbouw van de
AWBZ naar Langdurig Intensieve Zorg door overheveling
naar gemeenten, overheveling naar zorgverzekeringswet
en de afbouw van zorgzwaartepakketten door het
toepassen van scheiden van wonen en zorg. Deze
maatregelen gaan gepaard met flinke bezuinigingen
die Wonen Limburg en onze huurders direct raken.
We spelen in op veranderende huurderswensen en
benutten de mogelijkheden die nieuwe kennis en
technologieën bieden. Samen met onze partners
ontwikkelen we vastgoed en dienstverleningsconcepten
die inspelen op de veranderende klantbehoefte.
WAT HEBBEN WE IN 2013 BEREIKT?
Begin 2013 presenteerden we het uitvoeringsprogramma
‘De keten sluiten’ in samenwerking met Theater Kleinkunst
in Grubbenvorst. In dit document staan concrete
activiteiten benoemd voor 2013 en 2014.
Overige resultaten:
• Met acht zorgpartners is toegewerkt naar een
strategische samenwerkingsovereenkomst. Dit heeft
geresulteerd in ondertekening van overeenkomsten
met Daelzicht en Proteion in november van 2013.
In dit convenant staan onder andere concrete
projecten benoemd die we samen gaan oppakken.
Ook bieden we de mogelijkheid om bij elkaar in de
keuken te kijken.
• Toegankelijkheid is door middel van Woonkeur
toegevoegd aan ons programma van eisen voor
nieuwbouw.
• Ons gehele woningbezit is geïnventariseerd. In deze
inventarisatie was toegankelijkheid een belangrijke
pijler. De resultaten zullen input zijn voor de
vastgoedsturing.
• Er is interne kennisdeling georganiseerd op het gebied
van zorgvastgoed.
2. ACTIVITEITEN IN 2013
•
•
•
•
•
•
Medewerkers woonservice, wijk- en complexbeheerders
en leefbaarheidsmedewerkers hebben een training
gevolgd die gericht was op het signaleren van
zorgproblematiek achter de voordeur.
Studenten van Zuyd Hogeschool presenteerden de
resultaten van hun onderzoek naar de mogelijkheid
tot langer zelfstandig wonen in Eygelshoven. Dit
onderzoek heeft plaatsgevonden onder de noemer
minor ‘Growing Older’. Eind 2013 is een nieuwe
minor uitgeschreven.
In Montfort wordt het zorg- en welzijnsklimaat in
kaart gebracht.
Vanuit de opleiding Toegepaste Gerontologie van
Fontys Hogeschool is er onderzoek gedaan naar de
woonwensen en de doorstroom van senioren in Peel
en Maas.
Het tweede bewonerspanel van dit jaar ging over
het thema wonen-zorg-welzijn. Naar aanleiding van
dit panel is het symposium “de bewoner onderneemt”
georganiseerd en hebben we een focusgroep ingezet.
De focusgroep heeft ons een goed beeld gegeven
van de wensen van 55plussers voor wat betreft
zelfstandig wonen.
Ook in onze wijken en buurten hebben activiteiten
plaatsgevonden vanuit het speerpunt. In de gemeente
Leudal is een langste eettafel georganiseerd tijdens
de Week van de Eenzaamheid. In Eygelshoven wordt
een beweegtuin ontwikkeld in samenwerking met
bewoners van de Laethof. In Peel en Maas is
meegewerkt aan een experiment van platform 31
om mensen met dementie handvatten te geven om
langer thuis te wonen. In dezelfde gemeente hebben
we meegewerkt aan de projecten “langer thuis in
eigen huis” en het “domoticahuis”.
VOORUITBLIK NAAR 2014
De focus zal in 2014 verschuiven van kennis, onderzoek
en beleid naar concrete resultaten op gebied van
vastgoed, samenwerking en producten en diensten.
De nadruk zal komen te liggen op het anticiperen op de
vergrijzing en de gevolgen van overheidsbeleid zoals het
scheiden van wonen en zorg en de extramuralisatie.
Dit betekent iets voor de toekomstige vraag naar geschikte
woningen, waar zorg geleverd kan worden en dus voor
onze vastgoedsturing. Maar dat betekent ook iets voor
de leefbaarheid van onze wijken en buurten. We richten
ons op huurders met zorgvragen die langer zelfstandig
blijven wonen. Hiervoor gaan we nog intensiever de
samenwerking zoeken met huurders, gemeenten, zorg- en
welzijnsinstellingen. Samen ontwikkelen we producten en
diensten en stimuleren we ontmoeting en participatie.
18
2.3.5 WOONURGENTEN
We zien een behoorlijke vraag naar tijdelijke huisvesting,
vaak als opmaat naar een regulier huis. De wachttijden
op de huurwoningmarkt zijn in sommige gemeenten nog
lang en een woning kopen is niet voor iedereen direct
weggelegd. Een tijdelijk huis kan dan uitkomst bieden.
Bijvoorbeeld voor jongeren die na hun studie terugkeren
uit de randstad en weer in hun ouderlijk dorp willen
wonen. Voor mensen in scheiding, voor arbeidsmigranten
of voor mensen die hun huis verkocht hebben, maar nog
geen nieuw huis hebben.
Ook aan deze behoefte willen we voldoen. Reguliere
nieuwbouw is hierbij echter geen optie, gezien de te
verwachten krimp over 10 tot 15 jaar. Daarom zoeken we
naar nieuwe concepten en kijken we waar we bestaand
leegstaand vastgoed kunnen transformeren.
WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013?
In 2013 ging een interne werkgroep aan de slag
met het uitrollen van de beleidsnotitie “Huisvesting
woonurgente groepen”. Een van de onderdelen van
het uitvoeringsprogramma betreft het opzetten van
een regionaal bemiddelingspunt waar de vraag naar
tijdelijke huisvesting optimaal kan worden gematcht
met het aanbod. In 2013 is hiervoor een stuurgroep
en een projectgroep met een vertegenwoordiging
vanuit diverse partijen uit de driehoek werkgevers –
overheid – huisvesters opgericht. Ook Wonen Limburg
neemt aan beide groepen deel. Het concept van het
bemiddelingspunt is inmiddels uitgewerkt in een
algemeen programma van eisen.
Uiteraard is ook huisvesting een onderdeel van het
uitvoeringsprogramma. Wonen Limburg verhuurde in
2013 62 woningen aan woningzoekenden afkomstig uit
Midden-en Oost-Europa. Aankoop en transformatie van
leegstaand vastgoed is één van de mogelijkheden om
woonurgenten op een goede manier te huisvesten.
In Grubbenvorst kochten we twee naast elkaar gelegen
woningen aan die via arbeidsbemiddelaar Covebo
worden verhuurd aan 16 arbeidsmigranten. Allen hebben
een eigen kamer. Keuken en sanitaire voorzieningen
worden gedeeld. En in Broekhuizenvorst kochten we
9 nieuwbouwwoningen speciaal voor woonurgenten.
2. ACTIVITEITEN IN 2013
Naast aankoop en transformatie van bestaand vastgoed,
kijken we ook naar mogelijkheden voor tijdelijke
nieuwbouw. In samenwerking met Neptunus en de
gemeente Peel en Maas is de ontwikkeling van Irenehof in
Panningen inmiddels in een ver gevorderd stadium. Hier
worden in totaal 20 tijdelijke appartementen gerealiseerd
voor woonurgente groepen. Naar verwachting kunnen
deze woningen voor de zomer van 2014 worden bewoond.
Voor een locatie in Meterik hebben we een conceptuele
aanbesteding gedaan. We vroegen partijen een product
aan te bieden dat in de toekomst eenvoudig te
transformeren is naar levensloopbestendige woningen.
En natuurlijk hebben we ook in 2013 weer ingezet op
versterking van de samenwerking met andere partijen
en het creëren van meer draagvlak voor dit speerpunt.
Zo nemen we deel aan onderzoeken, zijn we op landelijk,
provinciaal en gemeentelijk niveau actief door samen
te werken met overheden, presentaties te geven en de
dialoog te voeren en namen we deel aan een project via
Platform 31.
VOORUITBLIK NAAR 2014
In 2014 wordt het concept voor het
woonbemiddelingspunt breder uitgezet met het doel
een breder draagvlak te creëren en alvast aansluiting
van aanbieders van huisvesting en potentiële zoekers
te organiseren. Verder willen we aan de slag met de
transformatie van het voormalige politiebureau in
Herkenbosch voor de realisatie van 12 eenheden voor
woonurgenten. En onderzoeken we of het haalbaar is om
ons voormalig kantoorpand in Weert te transformeren
naar appartementen.
19
2. ACTIVITEITEN IN 2013
3.
ORGANISATIE
3.1 DIT IS ONZE ORGANISATIE
RAAD VAN COMMISSARISSEN
BESTUUR
Innovatie Kennis & Strategie
Compliance & Risk
Bestuurssecretariaat
Stuurlijn Mens & Maatschappij
Stuurlijn Vastgoed
Stuurlijn Bedrijfsondersteuning
3.2 EN DIT ZIJN DE FAMILIE- EN NEVENSTRUCTUREN
STICHTING WONEN LIMBURG
CV THUIS IN LIMBURG
WL BEHEER DEELNEMINGEN BV
VOF CENTRUMPLAN LEENDE
20
WL BELEGGINGEN BV
WL HOLDING BV
WL ENERGIE BV
WL PROJECTONTWIKKELING BV
KRANEVELD BV
WL PARTICIPATIES BV
LEIGRAAF MIDDEN-LIMBURG BV
ROPRO III BV
VOF LOVERBOSCH
3. ORGANISATIE
3.3 DOCHTER- EN ZUSTERONDERNEMINGEN
De Stichting Wonen Limburg is verbonden met diverse
dochter- en zusterondernemingen. Die staan in het
schema hieronder:
BELANG
EIGEN VERMOGEN (€)
JAARRESULTAAT (€)
VERSTREKTE LENINGEN (€)
(direct of indirect)
31-12-2013
2013
31-12-2013
NAAM
Wonen Limburg Holding BV
100%
-3.010.470
-494.847
6.822.909
Wonen Limburg Participaties BV
100%
-3.794.533
-454.256
6.702.034
Wonen Limburg Projectontwikkeling BV
100%
1.001.845
9.996
-
Wonen Limburg Energie BV
100%
-44.737
-40.934
4.023.495
Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV
100%
-796.548
-6.132
-
Wonen Limburg Beleggingen BV
100%
6.796
-1.217
-
ROPRO III BV
50%
-834.364
-19.463
905.263
Kraneveld BV
50%
-264.455
3.011
1.935.938
VOF Loverbosch
50%
-253
1
1.609.150
Leigraaf Midden-Limburg BV
25%
-2.238.496
-213.124
4.651.833
VOF Centrumplan Leende
33%
2.000.744
17.816
1.842.864
Woningstichting Weert
0%
-814.234
39.440
904.617
Stichting Kantex
0%
189.060
52.569
-
WONEN LIMBURG HOLDING BV
WONEN LIMBURG ENERGIE BV
Het doel van deze vennootschap is het:
Het doel van deze vennootschap is het ontwikkelen en
realiseren van producten en het verlenen van diensten.
Ook dit gebeurt in het belang van de volkshuisvesting
in de ruimste zin van het woord.
•verwerven, administreren en beheren van aandelen
in de rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen;
•uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden rechten;
•exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van
registergoederen;
• beleggen in roerende en onroerende zaken;
•beleggen van vermogen in het belang van de
volkshuisvesting binnen het werkgebied van
Wonen Limburg.
WONEN LIMBURG PROJECTONTWIKKELING BV
WONEN LIMBURG BEHEER DEELNEMINGEN BV
Het doel van deze vennootschap is het:
•optreden als beherend vennoot;
•oprichten en verwerven van, deelnemen in,
samenwerken met en besturen en financieren van
andere ondernemingen die werken in het belang
van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied.
Het doel van deze vennootschap is:
WONEN LIMBURG PARTICIPATIES BV
•het ontwikkelen van bouwprojecten en
bestemmingsplannen;
•het realiseren van deze bouwprojecten;
•de verwerving, exploitatie of vervreemding van
registergoederen;
•het uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de
feitelijke realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn;
•het leveren van management.
Het doel van deze vennootschap is het oprichten en
verwerven van, deelnemen in, samenwerken met en het
besturen en financieren van andere ondernemingen.
Deze andere ondernemingen zijn: commanditaire
vennootschappen, vennootschappen onder firma en
andere rechtspersonen die werken in het belang van de
volkshuisvesting binnen ons werkgebied.
Dit alles in het belang van de volkshuisvesting binnen
het werkgebied van Wonen Limburg.
21
3. ORGANISATIE
WONEN LIMBURG BELEGGINGEN BV
LEIGRAAF MIDDEN-LIMBURG BV (25% DEELNEMING)
Het doel van deze vennootschap is het:
Het doel van deze vennootschap is het:
•verwerven, administreren en beheren van aandelen in
rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen;
•uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden
rechten;
•exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van
registergoederen;
•het beleggen in roerende en onroerende zaken en het
beleggen van vermogen.
•ontwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen;
•realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten;
•uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de
realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn;
• het leveren van projectmanagement;
•bemiddelen bij aan- en verkoop van registergoederen;
•verwerven, handelen in en exploiteren plus financieren
en vervreemden van registergoederen.
Ook hier geldt dat alles in het belang gebeurt van de
volkshuisvesting binnen ons werkgebied.
ROPRO III BV (50% DEELNEMING)
Het doel van deze vennootschap is het:
•ontwikkelen van bouwprojecten en
bestemmingsplannen;
• realiseren van deze bouwprojecten;
•verwerven, exploiteren of vervreemden van
registergoederen;
•uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de
realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn;
•leveren van management.
VOF LOVERBOSCH (50% DEELNEMING)
Het doel van deze vennootschap is: het gezamenlijk en
voor gemeenschappelijke rekening en risico ontwikkelen,
realiseren, en verkopen van koopwoningen op 2 percelen
aan de Koestraat te Asten.
VOF CENTRUMPLAN LEENDE (33% DEELNEMING)
Het doel van deze vennootschap is het:
• ontwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen;
• realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten;
•verkrijgen, opleveren, vervreemden, beheren,
bezwaren, exploiteren, huren, verhuren, uitgeven in
erfrecht/opstal en splitsen in appartementsrechten
van onroerende zaken.
KRANEVELD BV (50% DEELNEMING)
In 1995 is de besloten vennootschap Kraneveld BV
opgericht. Wij nemen hierin deel voor 50%. De andere
50% is van Haegens Beheer BV. Het doel van Kraneveld
BV is het verwerven en ontwikkelen van gronden voor
woningbouw. We kunnen hiermee veiligstellen dat we
ook in het nieuwe uitbreidingsgebied van Horst woningen
voor de doelgroep kunnen realiseren. Op 6 september
2013 is onze partner in Kraneveld BV, te weten
Horstinvest BV, door de rechtbank failliet verklaard.
Op basis van een juridische en fiscale analyse die volgend
op het faillissement heeft plaatsgevonden, heeft Wonen
Limburg besloten om het vastgoed in Kraneveld BV over
te nemen, waarna de betreffende besloten vennootschap
geliquideerd zal worden. Een en ander wordt in 2014
formeel afgerond.
22
THUIS IN LIMBURG
In 2010 is de Thuis in Limburg CV opgericht. Dit betreft
een entiteit waarin 6 Limburgse woningcorporaties
deelnemen met als doel het aanbieden van een
overzichtelijke website waarop het woningaanbod
in Limburg is opgenomen. Op de website worden
huurwoningen, koopwoningen, parkeerplaatsen en
garages aangeboden.
3. ORGANISATIE
3.4 MEDEWERKERS
In onderstaand overzicht ziet u hoe onze
medewerkersverdeling was in 2013:
MEDEWERKERSVERDELING PER 31 DECEMBER 2013
Full-time equilvalents (fte’s) excl. oproepkrachten en gedetacheerden
251
Aantal medewerkers
284
Percentage parttimers
37%
Percentage vrouwen
49%
Percentage mannen
51%
Aantal indiensttreders 2013
12
Aantal uitdiensttreders 2013
15
Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 20 - 35 jaar
58
Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 35 - 50 jaar
132
Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 50 - 65 jaar
89
Gemiddelde leeftijd Wonen Limburg in jaren
45
2,4%
Verzuim 2013
TALENT NAAR DE TOP
Begin 2013 ondertekende Wonen Limburg de Charter
Talent naar de Top. Hiermee wordt een hogere instroom,
doorstroom en behoud van vrouwelijk talent in
topfuncties beoogd. Wonen Limburg heeft de Charter
ondertekend omdat zij diversiteit, dus ook een evenredige
vertegenwoordiging van vrouwen in de top belangrijk
vindt. In 2013 hadden we 38% vrouwen in de top (bestuur
en directieteam) en 33% in de subtop (managementlaag
onder directieteam).
23
3.5 RISICOMANAGEMENT
Om onze strategische doelstellingen vanuit de
maatschappelijke opgave die er ligt, te bereiken, sturen
we op het realiseren van prestaties. En managen we de
risico’s, die onze prestaties zouden kunnen beïnvloeden.
Risicomanagement en prestatiemanagement zijn met
elkaar verbonden, het een staat niet los van het ander.
Graag leggen we uit hoe we risico’s managen en blijven
beheersen. Daarbij zijn we vanuit governance verplicht
aan te tonen op welke manier we onze risico’s beheersen.
Wonen Limburg kent diverse interne beheersingsinstrumenten om onze doelstellingen te realiseren.
Hieronder gaan we in op onze beheersingsinstrumenten
en de manier waarop we onze risico’s beheersen.
3. ORGANISATIE
PRESTATIEMANAGEMENT, DE ENE ZIJDE VAN DE MEDAILLE
Om te meten of we onze voorgenomen doelstellingen en
dus onze prestaties realiseren, maken we gebruik van
geautomatiseerde periodieke managementinformatie.
Zowel maandelijks als per tertiaal monitoren we de
realisatie van onze Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s).
De KPI’s die wij benoemd hebben, zijn afgeleiden van
onze strategische doelstellingen. Alle activiteiten die
wij uitvoeren hebben een relatie met deze strategische
doelstellingen. Aan de hand van de tertiaal rapportage
informeren we tevens de Raad van Commissarissen over
de realisatie van onze doelstellingen.
Binnen Wonen Limburg onderscheiden we instrumenten
die betrekking hebben op de ‘harde kant’ én instrumenten
voor de ‘zachte kant’. Met de harde kant bedoelen we de
organisatiestructuur, methoden en technieken, taken/
bevoegdheden/verantwoordelijkheden, processen,
procedures, rapporten en systemen. Onder de zachte
kant verstaan we het gedrag van de medewerkers,
cultuur, voorbeeldgedrag van de top, competenties,
loyaliteit, betrokkenheid en integriteit. Beiden zijn van
belang om de doelstellingen en prestaties te realiseren.
Voor Wonen Limburg ligt de nadruk op het doorontwikkelen van de ‘zachte kant’. Het is immers vrij
gemakkelijk om een aantal instrumenten te ontwikkelen
en te gebruiken. Het gaat juist om de toepassing van
deze instrumenten door de medewerkers. Dit heeft
betrekking op houding en gedrag. Maar ook het leren
van elkaar en het elkaar aanspreken, blijkt in de praktijk
moeilijker dan gedacht. Met een doorlopend management
ontwikkeltraject en het onderling bespreekbaar maken
van issues besteden we aandacht aan de ‘zachte kant’.
Daarnaast kent Wonen Limburg de volgende
beheersingsinstrumenten: procesbeschrijvingen, audits
en het toepassen van risicomanagement. Vanwege
de overstap van het bedrijfssysteem NCCW naar SAP
worden de procesbeschrijvingen in 2014 geactualiseerd.
RISICOMANAGEMENT, DE ANDERE ZIJDE VAN DE MEDAILLE
Ondernemen is risico’s nemen, ook voor corporaties.
De positie in de (veranderende) markt, de maatschappelijke
doelstellingen, de druk vanuit de overheid en de negatieve
financiële vooruitzichten maken risicomanagement voor
woningcorporaties een bijzonder aandachtspunt.
diverse directie- en managementbijeenkomsten en
worden regelmatig intern workshops verzorgd om de
kennis te behouden en te borgen. Jaarlijks verbeteren we
de benoemde risico’s, prestaties en beheersmaatregelen.
Met ingang van 2014 worden risico’s aan prestaties
gekoppeld en benoemen we per risico de beheersmaatregelen die nodig zijn om de prestatie te realiseren
en het risico te minimaliseren. Risicomanagement maakt
integraal onderdeel uit van de Planning & Control cyclus.
Risicomanagement is bij Wonen Limburg ingebed op
strategisch, tactisch en operationeel niveau.
We hebben niet alleen oog voor ‘het voorkomen
van schade’; het gaat om het bereiken van onze
doelstellingen. Hierbij hebben we ook aandacht
voor risicogebieden als innovatie, projecten,
productontwikkelingen en bijvoorbeeld samenwerking.
In 2014 blijven we ons risicomanagement verder
professionaliseren door het organiseren van workshops
en het gesprek aan te gaan over risico’s. Maar ook door
de actualiteit te blijven volgen en op basis daarvan te
toetsen of scenario’s impact hebben op de koers die
wij voor ogen hebben.
EN VERDER ...
Verder stonden ook deze punten in 2013 op de agenda. We:
•
•
•
•
…voerden alle geplande audits, follow-up metingen
en deelwaarnemingen uit. De resultaten van de
audits bespreken we met alle verantwoordelijken.
Na de uitgevoerde audits vragen we aan de
procesverantwoordelijke om acties te benoemen naar
aanleiding van de gemaakte bevindingen, deze zijn
tevens de input voor de follow-up meting;
…pasten procuratieregelingen aan omdat het beleid
gewijzigd werd;
…benoemden actiepunten naar aanleiding van de
afgeronde en uitgevoerde visitatie. Deze actiepunten stemmen we af met onze belanghebbenden;
…stelden voorafgaand aan het begrotingsproces een
kadernota op. Daarin benoemen we alle uitgangspunten
en kaders voor de begroting 2014-2018.
Wonen Limburg zet ieder jaar stappen in het
doorontwikkelen van risicomanagement.
Zo is vormgegeven aan risicomanagement op het
gebied van treasury en projecten. Tevens maakt
risicomanagement onderdeel uit van de Planning &
Control producten, is het onderwerp van gesprek in
24
3. ORGANISATIE
4.
FINANCIEEL
VERSLAG
4.1 BETROUWBAAR FINANCIEEL BELEID
Om maatschappelijke prestaties te kunnen blijven
waarmaken, is een betrouwbaar financieel beleid nodig.
Drie vragen zijn belangrijk om dat beleid te kunnen
beoordelen:
1.
2.
3.
Hoe zetten we onze financiële middelen in?
Hoe zorgen we ervoor dat we financieel gezond blijven?
Kunnen we méér met ons vermogen doen zonder dat we te grote risico’s nemen?
Deze drie vragen beantwoorden we in dit hoofdstuk.
En we willen zorgen voor leefbare buurten en wijken.
We hebben een maatschappelijk beleid en dat heeft tot
gevolg dat onze woningen veel minder opleveren dan de
marktwaarde bedraagt. We noemen die lagere waarde de
beleidswaarde. De beleidswaarde van ons woningbezit
bedroeg eind 2013 ongeveer € 1.751 miljoen. Het verschil
tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt
dus € 294 miljoen. Dat is het bedrag dat we verwachten
niet te ontvangen, omdat we een maatschappelijk beleid
voeren. De waarde van de woningen is niet hetzelfde als
ons vermogen. We hebben namelijk veel geld geleend om
de woningen te kunnen bouwen. Verderop in dit hoofdstuk
geven we een overzicht.
4.2 INVESTEREN OF UITGEVEN?
In dit jaarverslag geven we een overzicht van onze
activiteiten. Die activiteiten vinden we nodig om onze
maatschappelijke doelen te bereiken. Daarvoor zetten we
gericht geld in. Het is belangrijk daarbij een onderscheid
te maken tussen onze investeringen en onze uitgaven.
Het verschil is dat investeringen geld kosten, maar ook
inkomsten opleveren. Bijvoorbeeld de bouw van een
huurwoning kost geld, maar levert ook huur op.
Bij uitgaven is dat niet het geval. Maar de overeenkomst
is dat zowel investeringen als uitgaven maatschappelijk
nuttig kunnen zijn.
4.2.1 MARKTWAARDE IS HOGER DAN
BELEIDSWAARDE
We beschikken over een groot vermogen. Dat vermogen
staat niet op de bank, maar is geïnvesteerd, voornamelijk
in huurwoningen. De marktwaarde van ons bezit, inclusief
de aankoop van de woningen van Mooiland, bedroeg eind
2013 ongeveer € 2.044 miljoen. Door al ons vastgoed
te verkopen, zouden we in theorie deze marktwaarde
kunnen omzetten in geld. Na aflossing van onze leningen
zou er dan € 1.236 miljoen aan geld overblijven. Dat is
veel geld. Maar wij zijn niet van plan de marktwaarde
te realiseren. We willen de woningen niet allemaal
verkopen, omdat we de huren betaalbaar willen houden.
25
4. FINANCIEEL VERSLAG
BELEIDSWAARDE
We kiezen er dus voor om niet de marktwaarde te
realiseren, maar een lagere waarde die is gebaseerd
op ons beleid. We noemen dat de beleidswaarde. Wij
hanteren voor de beleidswaarde de volgende parameters:
BELEIDSWAARDE
3,50%
Verwachte jaarlijkse huurstijging op lange termijn gemiddeld
Jaarlijkse variabele lastenstijging gemiddeld
2,0%
Stijging van de onderhoudslasten op basis van de meerjarenonderhoudsbegroting m.i.v. 2021
3,0%
5,25%
Disconteringsvoet
Minimaal: 15 jaar
Verwachte resterende levensduur van de betreffende activa
Maximaal: 50 jaar
De hoogte van de beleidswaarde wordt niet alleen door
ons beleid bepaald, maar ook door de regelgeving van
de overheid. Als we de beleidswaarde vergelijken met de
marktwaarde, zien we dat de marktwaarde hoger ligt:
MARKTWAARDE/BELEIDSWAARDE
2.500
2000
1.500
1.000
500
0
2004
2005
Marktwaarde
26
2006
2007
2008 2009
2010
2011
2012
2013
Beleidswaarde
4. FINANCIEEL VERSLAG
IPD CORPORATIE VASTGOEDINDEX (MARKTWAARDE)
Al vanaf het eerste uur nemen wij deel aan de IPD
Corporatie Vastgoedindex, afgekort de IPD. Deze
landelijke benchmark meet de prestaties van Wonen
Limburg als investeerder en als beheerder. De IPD geeft
inzicht in het financiële rendement op ons vastgoed,
gesplitst naar direct rendement (saldo van inkomsten en
uitgaven) en indirect rendement (de waardegroei van het
vastgoed). Bovendien vergelijkt de IPD onze prestaties
met die van de andere deelnemers.
2013
2013
2013
2012
2012
2012
TOTAAL
DIRECT
INDIRECT
TOTAAL
DIRECT
INDIRECT
IPD/aeDex
0,9
3,9
-3,0
-0,6
3,4
-4,0
Wonen Limburg
-1,8
4,2
-6,0
2,0
3,4
-1,4
JAAR
RENDEMENT
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het rendement van de
corporaties die aan de IPD/aeDex deelnemen in 2013
0,9% bedroeg (Wonen Limburg -1,8%). Dit rendement
heeft betrekking op het gedeelte “standing investments”
van de portefeuille. Het rendement uit de dagelijkse
bedrijfsvoering bleef met 3,9% (Wonen Limburg 4,2%)
op peil. Wij hebben rendement op het geïnvesteerde
vermogen nodig om onze activiteiten op het gebied van
betaalbaarheid, leefbaarheid alsook de verbetering en
vernieuwing van wijken en buurten te kunnen blijven betalen.
In paragraaf 4.9 Kengetallenoverzicht wordt een
IPD/aeDex rendement weergegeven gebaseerd op
alle vergelijkbare objecten. Deze hebben betrekking
op alle vastgoedobjecten inclusief grondobjecten met
bouwbestemming in bezit van Wonen Limburg.
Vooral het onderhoud is een grote kostenpost: 22%
van de inkomsten gaven we uit aan onderhoud. Van de
inkomsten uit verhuur resteert uiteindelijk na aftrek van
bovenstaande kosten een resultaat van € 79,6 miljoen.
Ten opzichte van de marktwaarde van de woningen
betekent dat een rendement van 4,0% voor het totale bezit
van Wonen Limburg. Dit lage rendement wordt voor een
groot deel veroorzaakt door ons maatschappelijke beleid.
Het resultaat van € 79,6 miljoen wordt aangewend om,
buiten de bovengenoemde woninggerelateerde kosten,
de betalingen van onder andere de rentelasten,
de onrendabele investeringen, de rijksheffingen en de
vennootschapsbelasting te doen.
29%
4.2.2 BEWUST MINDER VERDIENEN
Het belangrijkste resultaat van de grote investeringen is
dat we daardoor in staat zijn om 25.000 goede, betaalbare
woningen te verhuren. Dat dit financiële consequenties
heeft, blijkt uit het volgende overzicht uit de IPD cijfers
2013 (= marktwaarde). Deze cijfers sluiten niet exact aan
met de jaarrekening maar met de cijfers die gebruikt zijn
ten behoeve van de IPD. De inkomsten bestaan uit huur
(€ 135,4 miljoen) en overige opbrengsten (€ 0,2 miljoen).
Van deze € 135,6 miljoen aan inkomsten gaven we in 2013
€ 56,0 miljoen uit aan kosten. De verdeling van de kosten
is te zien in de grafiek.
27
14%
52%
5%
VERDELING TOTALE KOSTEN (X € 1.000.000,-)
Onderhoud (29,4)
Verzekering/belasting (7,6)
Beheer (16,2)
Overig (2,8)
4. FINANCIEEL VERSLAG
4.2.3 GELD LENEN EN HUIZEN VERKOPEN
4.3.1
Omdat ons vermogen niet zomaar op een bankrekening
staat, moeten we bij nieuwe investeringen zorgen dat we
aan de financiële middelen komen. Er zijn ruwweg twee
manieren. We kunnen geld lenen en we kunnen bestaande
woningen verkopen.
Wij bewaken onze liquiditeit zorgvuldig. Dit doen we door
de inkomende en uitgaande kasstromen te begroten en
vervolgens voortdurend te bewaken of er bijstellingen
nodig zijn. We onderscheiden daarbij:
Financiële instellingen zijn bereid om geld aan ons te lenen.
Het WSW staat voor een groot gedeelte van deze leningen
garant. Hierdoor kunnen wij goedkopere leningen
aantrekken. De waarde van ons bezit geldt voor het
WSW als onderpand op de leningen en de gemeenten en
het Rijk staan in de achtervang op deze leningen. De WOZwaarde van het onderpand is leidend voor het maximale
bedrag dat Wonen Limburg kan lenen. Het plafond is
50% van de WOZ-waarde. Voor Wonen Limburg bedraagt
deze verhouding momenteel circa 25%, er is dus
voldoende ruimte.
… HET BEWAKEN VAN DE GELDSTROOM
• kasstromen uit operationele activiteiten;
• kasstromen uit investeringsactiviteiten;
• kasstromen uit financieringsactiviteiten.
Het grootste deel van de afwijking ten opzichte van de
begroting wordt veroorzaakt door het niet realiseren van
geplande investeringskasstromen. De fluctuaties in de
kasstromen uit nieuwbouw en verkopen vangen we op
door de kasstromen uit treasury activiteiten, met name de
aan te trekken financieringen, aan te passen en tijdelijke
overtollige middelen bij banken uit te zetten.
4.3 FINANCIËLE CONTINUÏTEIT
GEGARANDEERD DOOR …
Dat we er om maatschappelijke redenen voor kiezen om
niet het hoogste rendement te realiseren, brengt extra
risico met zich mee. Het vraagt om een solide financieel
beleid. We moeten zorgen dat onze financiële continuïteit
is gegarandeerd. De financiële continuïteit garanderen
wij door voortdurend de volgende punten te bewaken:
• de ontwikkeling van de geldstroom (liquiditeit);
• de ontwikkeling van het jaarresultaat;
• de ontwikkeling van onze vermogenspositie
(solvabiliteit);
• de ontwikkeling van de renterisico’s.
KASSTROOMOVERZICHT
(x € 1.000,-)
BEGROTING
JAARREKENING
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
76.342
11.661
64.385
47.976
59.551
64.870
72.801
81.377
100.807
-81.559
-53.318
-99.413
-140.172
-76.156
-101.162
-57.942
-45.002
-35.770
26.655
17.478
28.062
108.181
16.605
36.292
-13.014
-31.981
-59.636
21.438
-24.179
-6.966
15.985
0
0
1.845
4.394
5.401
Kasstroom uit
operationele activiteiten
Kasstroom uit
investeringsactiviteiten
Kasstroom uit
financieringsactiviteiten
Toename/afname
liquide middelen
28
4. FINANCIEEL VERSLAG
VERKOOP VAN HUURWONINGEN
Een deel van de vernieuwing van onze voorraad betalen
we uit de verkoop van huurwoningen. Voor de komende
jaren verwachten we 150 woningen per jaar uit ons
bestaande bezit te verkopen. In 2013 hebben we
104 woningen verkocht.
VERKOOP VAN HUURWONINGEN
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
2005
2006
Werkelijk
29
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Begroot
4. FINANCIEEL VERSLAG
ONRENDABELE INVESTERINGEN
Omdat het de bedoeling is dat het verkopen van
bestaande huurwoningen minimaal voldoende opbrengt
om alle tekorten te dekken, moeten we deze ontwikkeling
nauwgezet volgen. Dit doen we door maandelijks de
opbrengsten af te zetten tegen de investeringsbudgetten.
De opbrengsten worden ingezet bij:
• onze investeringen in het bestaand bezit
(renovaties en herstructureringen);
• onze investeringen in nieuwbouwhuurwoningen;
• onze investeringen in eventuele aankopen van huurwoningen.
Als het verkopen van huurwoningen méér opbrengt, is dat
gunstig omdat we dan minder hoeven te lenen en daardoor
in de toekomst minder rentelasten hoeven te dragen.
Hieronder laten we zien welk gedeelte van onze
investeringen naar verwachting onrendabel zal zijn.
ONRENDABELE INVESTERINGEN (PERCENTAGE VAN TOTALE INVESTERINGEN)
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
2005
2006
Werkelijk
30
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Begroot
4. FINANCIEEL VERSLAG
WERKKAPITAAL
Voor de ontwikkeling van de liquiditeit op de korte termijn
letten we op het werkkapitaal en de verhouding tussen de
vlottende activa en kortlopende schulden (de current ratio).
Het werkkapitaal zijn de inkomsten die we binnen 1 jaar
verwachten te ontvangen, min de uitgaven die we binnen
1 jaar moeten doen. De verhouding tussen die twee heet
de current ratio.
Zo ontwikkelt ons werkkapitaal zich:
(x € 1.000,-)
BEGROTING
JAARREKENING
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Vlottende activa
90.433
76.431
45.661
73.177
33.527
34.098
35.463
40.161
45.847
Kort lopende schulden
31.081
67.530
83.793
110.048
85.315
86.245
86.400
86.432
85.845
Werkkapitaal
59.352
8.901
-38.132
-36.871
-51.788
-52.147
-50.937
-46.271
-39.998
Current ratio
2,91
1,13
0,54
0,66
0,39
0,40
0,41
0,46
0,53
PER 31-12 VAN JAAR
De prognose van onze current ratio tot 2018 laat zien dat
er vanaf het jaar 2012 een korte termijn liquiditeitsbehoefte
ontstaat. Deze korte liquiditeitsbehoefte worden
gefinancierd met het aantrekken van kasgeldleningen
en aangaan van een faciliteit met een bank.
31
4. FINANCIEEL VERSLAG
4.3.2 … HET BEWAKEN VAN HET JAARRESULTAAT
Het boekjaar 2013 sloten we af met een positief resultaat
van € 8,5 miljoen. In de begroting hielden we rekening
met een negatief resultaat van € 14,9 miljoen. Dit positief
verschil van € 23,4 miljoen komt door:
(x € 1.000.000,-)
VERSCHIL TUSSEN DE BEGROTING EN DE REALISATIE
Meer huuropbrengsten
0,3
Minder opbrengsten bij de verkopen van huur- en koopwoningen door lager aantal verkopen
-3,9
Meer geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
-0,2
Meer overige bedrijfsopbrengsten; teruggaaf in het kader van de pro rata regeling en ontvangst van
1,5
een compensatieverplichting
Lagere afschrijvingskosten
0,6
Minder onderhoud aan woningen; lagere uitgaven planmatig onderhoud dan begroot
9,2
Uitgaven Saneringssteun en Verhuurdersheffing
-4,3
Meer overige exploitatielasten
1,1
Minder besluiten investeringsvoorstellen en afwijking tussen werkelijke genomen besluiten en begroot
4,6
Waardeveranderingen vastgoed als gevolg van RJ645
22,8
Meer overige bedrijfslasten
-1,4
Waardeverandering financiele vaste activa en effecten
-5,8
Meer door te belasten rentelasten aan projecten
0,2
Belastingen; aanpassing actieve belastinglatenties (verkoopportefeuille en leningportefeuille)
-0,7
Deelnemingen
-0,6
Totaal verschil in begroot en gerealiseerd resultaat
23,4
32
4. FINANCIEEL VERSLAG
4.3.3
… HET BEWAKEN VAN DE SOLVABILITEIT
De solvabiliteit geeft aan welk deel van onze bezittingen
is gefinancierd met eigen vermogen en welk deel met
vreemd vermogen. Cruciaal bij de financiële beoordeling
zijn de waarderingsgrondslagen van onze woningen
en het andere vastgoed (de materiële vaste activa).
Vanaf 2012 zijn we overgestapt naar een waardering op
bedrijfswaarde voor ons maatschappelijk vastgoed en een
waardering op basis van marktwaarde (in verhuurde staat)
van ons commercieel vastgoed.
BELEIDS- EN MARKTWAARDE
Op basis van deze waarderingsgrondslag geeft de
vermogenspositie van onze balans het volgende beeld:
(x € 1.000,-)
Eigen vermogen
Voorzieningen en egalisatierekening
31-12-2013
31-12-2012
1.002.599
915.911
6.722
12.572
Vreemd vermogen op lange termijn
765.572
657.390
Vreemd vermogen op korte termijn
110.048
83.793
1.884.941
1.669.666
Totaal vermogen
Op basis van onze verhoudingen per 31 december 2013
bedraagt de solvabiliteit 53,2%. Dit is de verhouding
tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen.
DE FINANCIËLE FACILITEIT
Om daarnaast nieuwe woningen te kunnen bouwen
of kopen moeten wij, net zoals de meeste particuliere
huiseigenaren, leningen afsluiten. Deze financieringen
trekken wij aan op de geld- en kapitaalmarkt. Hierbij is
een goede solvabiliteit belangrijk om onze toegang tot
de geld- en kapitaalmarkt te kunnen garanderen.
Nieuw vreemd vermogen kunnen we tot op bepaalde
hoogte aantrekken met garantie of borgstelling van het
Waarborgfonds Sociale Woningbouw, kortweg het WSW.
Wij staan sinds 1993 ingeschreven als deelnemer.
Vanaf medio 2007 beoordeelt het WSW ons volgens
‘Het nieuwe financieren’. Dit houdt in dat bij bepaling
van de borgingswaarde van een corporatie het WSW in
eerste instantie uitgaat van de verdiencapaciteit van de
corporatie op basis van kasstromen. Uit de toekomstige
operationele kasstromen moet voldoende geld komen
om de financieringslasten te kunnen dragen. In tweede
instantie kijkt het WSW naar de WOZ-waarde van het bezit,
waarbij we maximaal 50% hiervan mogen financieren.
33
4. FINANCIEEL VERSLAG
Aan de hand van deze toets stelde het WSW in augustus
2013 vast dat wij per die datum nog € 208 miljoen
onder garantie mogen lenen. Ieder jaar bekijkt het WSW
dit opnieuw. Per 22 mei 2014 mogen we nog € 168
miljoen lenen. Dit is voldoende voor onze resterende
financieringsbehoefte tot en met eind 2015. In juni 2014
zal het WSW weer een nieuwe beoordeling maken voor de
periode 2014-2016 op basis van de begroting 2014.
4.3.4
… HET BEWAKEN VAN DE RENTERISICO’S
DE LENINGENPORTEFEUILLE
In 2013 hebben we € 96,3 miljoen aan nieuwe leningen
aangetrokken en een leningportefeuille van € 57,0 miljoen
overgenomen. Hiertegenover staat dat we voor
€ 43,1 miljoen hebben afgelost.
De leningenportefeuille per 31 december specificeren
we als volgt:
31-12-2013
Aantal leningen
Bedrag aan leningen (x € 1.000,-)
Gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille
31-12-2012
252
234
808.055
697.900
3,73%
3,90%
De gemiddelde rentevoet in 2013 is 3,73%. Hiermee is
deze lager dan de gemiddelde rentevoet in 2012. In 2013
is er in totaal € 29,8 miljoen aan rente betaald.
DE RENTERISICO’S
Het WSW schrijft voor dat er een maximaal renterisico
mag zijn van 15%. Het WSW kijkt hiervoor naar de
renteconversies en aflossingen uitgedrukt in een
percentage van de omvang van de leningen in portefeuille
aan het einde van het jaar. In de komende 5 jaren voldoet
Wonen Limburg aan deze norm.
Het bedrijfseconomische renterisico geeft aan hoeveel
renterisico er is als nieuwe financieringen worden
meegerekend. Rekening houdend met renteconversies
die al zijn afgesloten bedraagt het bedrijfseconomische
renterisico in 2014 nog 6,04%.
34
4. FINANCIEEL VERSLAG
AFLOSSINGSFICTIE
De exploitatiekasstroom uit de begroting is voldoende om
de rente en de normatieve aflossing van 2% te voldoen.
In ons financieel beleid streven we naar een operationele
kasstroom (inclusief rente en aflossingsfictie van 2%)
groter dan nul over de totale prognoseperiode van 5
jaar. Voor de periode 2014 tot en met 2018 voldoen we
hier ruimschoots aan en komen we uit op een gemiddeld
overschot van € 28,8 mln.
4.4 BELEGGINGEN
Het CFV doet risicogericht onderzoek op een zestal
toezichtterreinen die van invloed zijn op de financiële
continuïteit. De terreinen zijn: kwaliteit financiële
informatie, behoud maatschappelijk gebonden vermogen,
financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en
draagkracht vermogen.
De hiervoor beschreven beoordeling heeft het CFV geen
aanleiding gegeven tot het doen van interventies.
4.7 WAT STAAT ONS TE WACHTEN?
De beleggingsportefeuille ultimo 2013 bestaat uit
participaties in het WoonInvesteringsFonds (WIF).
De lening aan het Wooninvesteringsfonds betreft een
achtergestelde lening met een onbepaalde looptijd.
Gelet op de vermogenspositie bij het WIF bestaat twijfel
over de aflossing van de achtergestelde lening. Wonen
Limburg heeft derhalve in 2013 een voorziening gevormd
ter grootte van € 5,8 miljoen.
GEVOLGEN KABINETSMAATREGELEN
In het in 2013 gesloten woonakkoord zijn diverse maatregelen
opgenomen die ook Stichting Wonen Limburg treffen.
Deze maatregelen betreffen onder meer:
•
de Wet verhuurderheffing. Deze wet geldt voor alle
verhuurders met meer dan 10 huurwoningen in de
gereguleerde sector. De heffing loopt naar verwachting
op naar € 1,7 miljard in 2017;
•
een door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV)
opgelegde heffing voor saneringssteun. Voor 2013 was
dit € 5.188 miljoen (op basis van het aantal VHE’s:
€ 225 per zelfstandige eenheid en € 115 per
onzelfstandige eenheid). Het CFV heeft reeds
aangegeven dat rekening gehouden moet worden met
een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en
met 2018 van respectievelijk 3%, 3%, 2%, 1% en 1% van
de jaarlijkse huursom.
4.5 OVER ONZE RENTABILITEITSPOSITIE
Voor de bepaling van de rentabiliteitspositie zijn
van belang:
(x € 1.000,-)
Eigen vermogen
Jaarresultaat
Rentelasten vreemd vermogen
Totaal vermogen
2013
2012
1.002.599
915.911
8.494
1.313
29.779
28.081
1.884.941
1.669.666
De post rentelasten vreemd vermogen is gestegen
doordat er voor een hoger bedrag leningen zijn afgesloten;
de gemiddelde rente is echter gedaald naar 3,73%
(was 3,90%). Het jaarresultaat uitgedrukt in een
percentage van het eigen vermogen bedroeg in 2013
0,9% tegen 0,1% in 2012. De rentabiliteit van het totale
vermogen bedroeg in 2013 0,5%. Dit was 0,1% in 2012.
De verwachte financiële gevolgen voor Stichting
Wonen Limburg bedragen:
JAAR
VERHUURDERSHEFFING (€) SANERINGSSTEUN (€)
2014
12.286.000
4.338.000
2015
14.349.000
4.599.000
2016
15.508.000
3.235.000
2017
16.620.000
1.704.000
2018
1.774.000
4.6 HET CFV BEOORDEELT
Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, kortweg
het CFV, houdt namens het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties toezicht op het financiële
reilen en zeilen van woningcorporaties.
35
Stichting Wonen Limburg heeft de gevolgen van het
kabinetsbeleid doorgerekend in haar kasstroomprognoses.
De conclusie van Stichting Wonen Limburg naar aanleiding
van deze berekeningen luidt dat zij aan de verwachte
heffingen zal kunnen blijven voldoen. Dit laat onverlet
dat in het licht van de gewenste beheersing van de
woonlasten een verdere reductie van de beheerskosten
een prioritaire opgave voor Wonen Limburg vormt.
4. FINANCIEEL VERSLAG
DERIVATEN
Wonen Limburg gebruikt derivaten om toekomstig
renterisico af te dekken. De marktwaarde van deze
derivaten is afhankelijk van de rentestand en schommelt
dus dagelijks. Omdat de rente nu lager is dan op het
moment van afsluiten van de derivaten hebben de
derivaten een negatieve marktwaarde. Een onderdeel van
derivaatcontracten houdt in dat Wonen Limburg, indien de
marktwaarde een bepaalde threshold overschrijdt,
geld moet storten bij de derivaatbanken als zekerheid.
Dit geld blijft echter van Wonen Limburg. Een rentedaling
kan dus een liquiditeitsrisico voor Wonen Limburg vormen.
Om hieraan te voldoen heeft Wonen Limburg een extra
faciliteit van het WSW in gebruik die alleen bestemd
is voor margin calls. Hiermee heeft Wonen Limburg
voldoende ruimte om aan een 1% en 2% rentedaling te
voldoen. Dit is ook een vereiste vanuit het CFV. Per 22 mei
2014 heeft Wonen Limburg € 11,6 miljoen aan onderpand
gestort bij verschillende derivaatbanken.
BELASTINGZAKEN
Horizontaal Toezicht (samenwerken vanuit vertrouwen)
Bij Horizontaal Toezicht gaat het om wederzijds
vertrouwen tussen Wonen Limburg en de Belastingdienst,
het scherper naar elkaar aangeven wat ieders
verantwoordelijkheden en mogelijkheden zijn om het
recht te handhaven en het vastleggen en naleven van
wederzijdse afspraken. Horizontaal Toezicht staat of
valt met het gegeven dat Wonen Limburg, dan wel onze
adviseur, nu of in ieder geval in de nabije toekomst
de belastingprocessen in voldoende mate beheerst.
Het convenant voor Horizontaal Toezicht is door het
bestuur, de RvC en de Belastingdienst op 26 november
2009 ondertekend. Kern van het convenant is dat de
samenwerking gebaseerd is op wederzijds vertrouwen,
begrip en transparantie. Dit gaat verder dan het voldoen
aan fiscale wet- en regelgeving.
Wonen Limburg heeft ultimo 2013 twee actieve belastinglatenties gevormd. Eén actieve belastinglatentie heeft
betrekking op de verkoopportefeuille over de jaren 2014
tot en met 2018 en de andere actieve belastinglatentie
heeft betrekking op de leningportefeuille welke een gevolg
is van de afspraken uit de ondertekende VSO2.
De afname van de actieve belastinglatentie bedraagt in
totaal € 0,7 miljoen en is ten laste van het resultaat uit
gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen geboekt.
De actieve belastinglatentie voor de verkopen bedraagt
voor het jaar 2013 € 7,1 miljoen en voor de leningportefeuille € 1,3 miljoen. De actieve belastinglatentie
is in de jaarrekening 2013 opgenomen onder de post
‘financiële vaste activa’.
Acute belastingdruk
Wonen Limburg heeft in de aangiften vennootschapsbelasting over de jaren 2008 tot en met 2011
een herbestedingsreserve gevormd, als gevolg waarvan
het belastbaar bedrag in deze periode nihil is. Vanaf
het jaar 2012 bestaat als gevolg van een wetswijziging
niet langer de mogelijkheid tot het vormen van een
herbestedingsreserve.
Wonen Limburg heeft op basis van de huidige feiten en
omstandigheden mogelijkheden om de komende jaren
geen acute vennootschapsbelasting te betalen. Op basis
van de mogelijkheden om de toekomstige fiscale winst te
verlagen moet Wonen Limburg een weloverwogen keuze
maken, die gezien de wensen en uitgangspunten zal leiden
tot een (fiscaal) optimum.
4.8 FINANCIEEL GEZOND
We hebben laten zien hoe we ons vermogen inzetten en
hoe we ervoor zorgen dat we financieel gezond blijven.
Maar ook lieten we zien dat we verwachten dat de
financiële positie de komende jaren niet beter wordt.
Actieve belastinglatentie
Een voorziening voor latente belastingvorderingen treffen
we indien er verschillen bestaan tussen de commerciële en
de fiscale waardering van balansposten. De berekeningen
van de latente belastingvorderingen geschiedt tegen de op
het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven
of tegen de in de komende jaren geldende tarieven, voor zover
reeds bij wet is vastgesteld. Deze wordt vervolgens
contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de
bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. Voor Wonen Limburg betekent
dit dat er met een netto rente van 3,94% wordt gerekend.
36
4. FINANCIEEL VERSLAG
4.9 KENGETALLENOVERZICHT
OMSCHRIJVING (WERKELIJK)
JAAR
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
24.903
22.652
22.384
22.146
22.751
23.081
22.985
Vastgoed Woningen
Totaal woningen
Overig vastgoed
543
548
530
537
540
558
556
2.261
2.490
2.283
1.964
1.403
1.285
1.148
Solvabiliteit eigen vermogen
53,2%*
54,90%*
23,90%
26,40%
26,50%
25,10%
23,90%
Rentabiliteit eigen vermogen
0,85%*
0,14%*
-12,00%
4,30%
6,40%
11,90%
5,90%
Rentabiliteit totaal vermogen
0,45%*
0,08%*
-0,70%
3,50%
4,80%
6,10%
4,70%
Marktwaarde gemiddeld per woning
82
101
102
105
100
103
109
Beleidswaarde gemiddeld per woning
70
68
68
66
65
54
51
Totaal rendement
-3,5
-0,7
-2,7
2,2
1,6
-0,5
3,8%
Direct rendement
4,0
2,7
2,7
2,8
2,8
2,4
2,3%
Indirect rendement
-7,2
-3,7
-5,3
-0,6
-1,2
-2,9
1,5%
1.149
1.396
1.581
1.397
1.452
1.672
1.627
21,30%
24,91%
29,10%
26,30%
28,10%
34,10%
33,80%
1.355
1.498
1.632
1.358
1.278
1.234
1.125
Garages
Overige verhuureenheden
Financieel
(Bedragen x € 1.000,-)
Aedex (alle vergelijkbare objecten)
Onderhoud
Gemiddeld bedrag per woning
Onderhoud in % van huuropbrengsten
Beheernorm
Gemiddeld bedrag per verhuureenheid
Het gemiddeld bedrag van 2013 is gebaseerd op interne berekening.
Overig
Totale huurachterstand in % van huur december
0,82%
0,68%
0,60%
0,50%
0,60%
0,50%
0,60%
Mutatiegraad (exclusief verkopen)
8,68 %
8,46%
8,20%
7,50%
7,50%
9,00%
8,80%
Huurderving in % van de jaarhuur
2,02%
2,17%
1,80%
2,10%
1,40%
1,20%
1,20%
10,1
11,12
10,63
10,73
10,65
9,85
9,63
Formatieplaatsen per 1000 woningen
*In 2012 is een stelselwijziging doorgevoerd (implementatie nieuwe RJ 645).
Deze stelselwijziging heeft geleid tot een grote waardestijging van het
vastgoed, welke in het eigen vermogen als een herwaarderings reserve tot
uiting komt. Dit heeft tot gevolg dat een berekende solvabiliteit en ook de
rentabiliteiten niet vergelijkbaar zijn met voorgaande jaren.
37
4. FINANCIEEL VERSLAG
5.
JAARREKENING 2013
EN OVERIGE GEGEVENS
5.1 JAARREKENING 2013
5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (NA RESULTAATBESTEMMING)
(x € 1.000,-)
ACTIVA
31-12-2013
31-12-2012
VASTE ACTIVA
1
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
1.1Computersoftware
2
MATERIËLE VASTE ACTIVA
2.1 Sociaal vastgoed in exploitatie
2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
2.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
3
VASTGOEDBELEGGINGEN
3.1
Commercieel vastgoed in exploitatie
5.658
1.371
5.658
1.371
1.609.772
1.425.507
6.274
45.061
20.922
7.700
1.636.968
1.478.268
125.706
94.169
3.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
6.819
3.988
3.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
3.258
5.609
135.783
103.766
4
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
4.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen
4.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen
4.3 Andere deelnemingen
4.4 Latente belastingvordering(en)
4.5 Leningen u/g
4.6 Te vorderen BWS-subsidies
4.7 Overige vorderingen
SOM DER VASTE ACTIVA
38
7
8
5.746
5.086
312
403
8.519
9.174
787
7.020
2
503
17.982
18.406
33.355
40.600
1.811.764
1.624.005
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
VLOTTENDE ACTIVA
31-12-2013
31-12-2012
5VOORRADEN
15.507
8.127
4.056
4.562
19.563
12.689
3.730
3.499
7.1Huurdebiteuren
2.146
1.446
7.2
Vorderingen op groepsmaatschappijen
5.243
2.782
7.3
Overige vorderingen
7.4
Overlopende activa
5.1
Vastgoed bestemd voor verkoop
5.2
Grondposities bestemd voor verkoop
6
ONDERHANDEN PROJECTEN
7
VORDERINGEN
8
LIQUIDE MIDDELEN
SOM DER VLOTTENDE ACTIVA
TOTAAL
39
244
480
3.404
1.903
11.037
6.611
38.847
22.862
73.177
45.661
1.884.941
1.669.666
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
PASSIVA
31-12-2013
31-12-2012
994.105
914.599
9
EIGEN VERMOGEN
Overige reserves
Resultaat boekjaar
8.494
1.313
9.1
Algemene reserve
1.002.599
915.911
5.879
10.354
10VOORZIENINGEN
10.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
10.2 Voorziening reorganisatiekosten
240
642
10.3 Overige voorzieningen
603
1.576
6.722
12.572
761.350
653.089
11
LANGLOPENDE SCHULDEN
11.1 Schulden/leningen kredietinstellingen
4.222
4.301
765.572
657.390
12.1 Schulden aan kredietinstellingen
66.705
44.811
12.2 Schulden aan leveranciers
11.665
15.945
11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
12
KORTLOPENDE SCHULDEN
12.3 Schulden aan groepsmaatschappijen
12.4 Belastingen en premies sociale verzekering
12.5 Overige schulden
12.6 Overlopende passiva
TOTAAL
40
6
465
9.679
5.766
1.097
1.100
20.896
15.706
110.048
83.793
1.884.941
1.669.666
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
5.1.2 WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2013
(x € 1.000,-)
JAARREKENING
JAARREKENING
2013
2012
135.080
126.922
6.628
6.543
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
13Huuropbrengsten
14
Opbrengsten servicecontracten
15Overheidsbijdragen
16
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
17
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
18
Overige bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
0
1
11.062
7.578
3.732
2.717
2.549
2.243
159.051
146.004
31.488
31.040
BEDRIJFSLASTEN
19
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
20
Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
21
Lonen en salarissen
22
Sociale lasten
23Pensioenlasten
24Onderhoudslasten
267
7.207
13.043
12.438
1.882
1.860
2.456
2.361
28.774
31.615
25Leefbaarheid
2.050
587
26
Lasten servicecontracten
6.654
6.568
27
Overige bedrijfslasten
Som der bedrijfslasten
BEDRIJFSRESULTAAT
28
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
29
Waardeveranderingen van financiële vaste activa, van effecten en van verplichtingen
30
Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
31
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
32
Rentelasten en soortgelijke kosten
Som der financiële baten en lasten
31.880
27.029
118.494
120.705
40.557
25.299
879
-2.204
-5.770
-511
217
483
3.764
4.367
-29.779
-28.081
-31.568
-23.742
9.868
-647
33
Belastingenresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
-655
2.215
34
Resultaat deelnemingen
-719
-255
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
8.494
1.313
JAARRESULTAAT NA BELASTINGEN
8.494
1.313
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN
41
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT (INDIRECTE METHODE)
(x € 1.000,-)
2013
2012
40.557
25.299
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen
31.488
31.040
Mutatie voorzieningen
-5.850
-10.239
- mutatie operationele vorderingen
-4.633
14.728
- mutatie voorraden
-6.873
5.741
-232
2.988
Verandering in werkkapitaal
- mutatie onderhanden projecten
- mutatie operationele schulden
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest
Betaalde interest
Opbrengst en waardeverandering financiële vaste activa
Betaalde winstbelasting
Resultaat op deelnemingen
Kasstroom uit operationele activiteiten
25.767
16.214
14.029
39.671
80.224
85.771
3.970
4.714
-29.291
-28.032
-5.553
-28
-655
2.215
-719
-255
47.976
64.385
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-145.214
-96.652
Desinvesteringen in materiële vaste activa
5.588
973
Investeringen in vastgoedbeleggingen
-7.791
-3.631
Investeringen in financiële vaste activa
7.245
-102
-140.172
-99.413
Investeringen in materiële vaste activa
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit langlopende schulden
151.343
60.563
Aflossingen langlopende schulden
-43.162
-32.501
108.181
28.062
Afname cq. toename geldmiddelen
15.985
-6.966
Saldo liquide middelen 1 januari
22.862
29.828
Saldo liquide middelen 31 december
38.847
22.862
Mutatie geldmiddelen
15.985
-6.966
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
42
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
5.1.4 TOELICHTING OP DE BALANS EN WINSTEN VERLIESREKENING
ALGEMEEN
Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode
1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.
Alle bedragen luiden in euro’s, tenzij anders vermeld.
CONSOLIDATIE
Stichting Wonen Limburg staat aan het hoofd van de groep
welke bestaat uit Wonen Limburg Beleggingen B.V.,
Wonen Limburg Holding B.V., Wonen Limburg Energie B.V.,
Wonen Limburg Beheer Deelnemingen B.V., Wonen
Limburg Projectontwikkeling B.V. en Wonen Limburg
Participaties B.V. Daarnaast heeft Stichting Wonen Limburg
een bestuurlijke verbinding met Woningstichting Weert en
Stichting Kantex. Op grond van art. 2:406,
lid 1 BW rust op het groepshoofd, Stichting Wonen Limburg,
een consolidatieplicht. Aangezien de gezamenlijke
betekenis van de dochtermaatschappijen en de
bestuurlijke verbindingen in financiële zin ultimo 2013
slechts zeer beperkt van invloed is op het inzicht dat de
jaarrekening dient te geven in het vermogen en resultaat,
maakt Stichting Wonen Limburg gebruik van de consolidatievrijstelling op grond van art.2:407 lid 1 sub a BW.
De dochtermaatschappijen en bestuurlijke verbindingen
hebben geen personeel in dienst, hebben slechts geringe
activiteiten in het verslagjaar en het financieel belang
van zowel het balanstotaal, het resultaat als de
onderliggende individuele posten is in verhouding tot
het geheel te verwaarlozen.
43
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN DE
ACTIVA EN PASSIVA
Grondslag waardering als bedrijfsmiddel en waardering
tegen actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde:
1
Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd
tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde.
De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante
waarde van de geprognosticeerde kasstromen van
de kasstroomgenererende eenheid uit hoofde van
toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige
exploitatielasten over de geschatte resterende
looptijd van de investering. De indeling naar
kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op
complexniveau. Stichting Wonen Limburg kiest voor
deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden
aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering
en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing.
De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de
voorgenomen bestemming van de complexen.
De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere
termijn voor verhuur worden aangehouden.
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
1.1COMPUTERSOFTWARE
Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op
het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing
met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse
afschrijvingen bedragen een vast percentage van de
bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de
balans is gespecificeerd. De economische levensduur en
de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk
boekjaar opnieuw beoordeeld.
Uitgaven die worden gemaakt voor de productie
van identificeerbare en unieke softwareproducten
van Stichting Wonen Limburg worden geactiveerd.
Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa
worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er
economische voordelen zullen worden behaald en de
kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.
Uitgaven samenhangend met onderhoud van
softwareprogramma’s en uitgaven van onderzoek
worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
2
MATERIËLE VASTE ACTIVA
2.1 SOCIAAL VASTGOED IN EXPLOITATIE
Grondslag sociaal vastgoed in exploitatie geclassificeerd
als bedrijfsmiddel:
Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een
huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk
vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per
1 juli door de minister voor Wonen en Rijksdienst wordt
vastgesteld. Ultimo 2013 bedraagt deze grens € 681,02
(2012: € 664,66).
Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed
dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties,
waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele
instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de
bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de
Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande
de staatssteun voor toegelaten instellingen.
Stichting Wonen Limburg kwalificeert het sociaal
vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Stichting
Wonen Limburg een beleid heeft dat gericht is op
het realiseren van de volkshuisvestelijke taken.
Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal.
44
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke
en onderbouwde veronderstellingen die de beste
schatting van de directie weergeven van de economische
omstandigheden die van toepassing zullen zijn
gedurende de resterende levensduur van het actief.
De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2013 intern
geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een
periode van vijf jaar, behoudens de verwachte kosten
van groot onderhoud en overige contracten met een
werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van
planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de
meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli
per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan
van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor
inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde
lastenniveaus.
Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten nainvesteringen) die leiden tot een waardeverhoging van
het actief, worden geactiveerd.
Periodiek groot onderhoud wordt indien toegestaan
geactiveerd. De lasten van onderhoud, niet zijnde
periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie,
onderscheiden zich van activeerbare kosten door het
feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van
het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten
laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze
zich voordoen.
Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde.
De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten
grond en opstal. Over het aandeel van de grond wordt
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd
op de geschatte economische levensduur en worden
berekend op basis van een vast percentage. Er wordt
afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming.
Ingenomen grondposities worden onder deze post
verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende
kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat
ontwikkelactiviteiten zijn gestart.
De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in
exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het
eigen vermogen verwerkt in een herwaarderingsreserve.
De hierop volgende jaarlijkse waardeveranderingen
worden als volgt in de jaarrekening verwerkt:
Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van
de complexen.
•Een waardevermindering van een complex onder
het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten
gunste van de herwaarderingsreserve gebracht.
Uitzondering betreft het geval wanneer voor een
complex in het verleden een afwaardering ten laste
van het resultaat is gebracht. In die situatie worden
waardevermeerderingen van ditzelfde complex als
positief resultaat in de winst-en-verliesrekening
verwerkt, voor zover dit een terugname betreft
van deze eerdere waardevermindering. Hierbij
dient opgemerkt te worden dat de terugneming
nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald
zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder
waardeverminderingsverlies voor het complex zou
zijn verantwoord.
•Een waardevermindering van een complex onder
het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste
van het resultaat gebracht. Indien echter een
herwaarderingsreserve voor dit complex gevormd is,
wordt de waardevermindering direct ten laste van de
herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat
met betrekking tot het desbetreffende complex in de
herwaarderingsreserve is opgenomen.
2.2VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR
EIGEN EXPLOITATIE
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
betreft complexen in aanbouw ten behoeve van
toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in
aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en
toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van
voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek
van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt
rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde
rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet
over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende
zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken,
wordt de interestvoet van deze specifieke financiering
gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering
hoger is dan de waarde van de onroerende zaken
in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil
gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde
van de balans opgenomen.
45
2.3ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN DIENSTE VAN
DE EXPLOITATIE
De onroerende en roerende zaken ten dienste van
de exploitatie worden gewaardeerd basis van de
verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve
afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere
waardeverminderingen. De afschrijvingen worden
gebaseerd op de geschatte economische levensduur
en worden berekend op basis van een vast percentage
van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het
moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet
afgeschreven.
3VASTGOEDBELEGGINGEN
3.1 COMMERCIEEL VASTGOED IN EXPLOITATIE
Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie
met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens,
het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk
vastgoed) en het overige commercieel vastgoed.
Grondslag classificatie als vastgoedbelegging en
waardering tegen marktwaarde:
Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt
gewaardeerd op basis van marktwaarde. De actuele
waarde wordt vastgesteld volgens de Aedex. Winsten of
verliezen, ontstaan door een wijziging in de Aedex van het
commercieel vastgoed, worden verantwoord in de winsten-verliesrekening over de periode waarin de wijziging
zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde
waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast
wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten
laste van de overige reserves, een herwaarderingsreserve
gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het
ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele
waarde en de historische kostprijs.
3.2ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER
VOORWAARDEN
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn
gekwalificeerd als een financieringstransactie worden
gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op de
bedrijfswaarde.
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
3.3VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR
EIGEN EXPLOITATIE
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
als vastgoedbelegging betreft complexen in aanbouw
ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie als
commercieel vastgoed.
De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen
verkrijgingsprijs en indien van toepassing verminderd met
bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsprijs
bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het
werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en
directievoering en toegerekende rente tijdens de bouw
onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit
hoofde van te dekken stichtingskosten.
De geactiveerde rente aan de huurwoningen wordt
berekend tegen de gemiddelde rentevoet over
het totale vreemde vermogen (4,5%) en te hanteren
rentepercentage aan de ingenomen grondposities 6,2%.
De bijzondere waardevermindering wordt bepaald
door het verschil tussen de realiseerbare waarde
(taxatiewaarde van het object of discounted cash flow
(DCF) van exploitatiekasstromen) en de stichtingskosten.
Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de
waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt
de onroerende zaak op nihil gewaardeerd
en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans
opgenomen.
Ingenomen grondposities worden onder deze post
verwerkt tegen verkrijgingsprijs, bijkomende kosten
en indien van toepassing verminderd met bijzondere
waardeverminderingen.
4
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
4.1 DEELNEMINGEN IN GROEPSMAATSCHAPPIJEN
Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin
invloed van betekenis op het zakelijke en financiële
beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de
nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil.
Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis
van de grondslagen van Stichting Wonen Limburg.
Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde
worden op nihil gewaardeerd. Wanneer Stichting Wonen
Limburg geheel of ten dele instaat voor schulden van de
desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke
verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot
betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een
voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van
46
deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op
vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte
voorzieningen voor oninbaarheid.
4.2 VORDERINGEN OP GROEPSMAATSCHAPPIJEN
De vorderingen op groepsmaatschappijen worden bij
eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde
en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde
kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,
onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
4.3 ANDERE DEELNEMINGEN
Andere deelnemingen waarin geen invloed van betekenis
op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend,
worden gewaardeerd op nettovermogenswaarde.
4.4 LATENTE BELASTINGVORDERINGEN
Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit
hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale
balanswaarderingen wordt een actieve belastinglatentie
getroffen ter grootte van de som van deze verschillen
vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief.
Op deze latentie wordt gecorrigeerd de in de toekomst te
verrekenen belastingbedragen uit hoofde van beschikbare
voorwaartse verliescompensatie, voor zover aannemelijk
is dat de toekomstige winsten toereikend zijn voor de
verrekening. Indien de verwachting is dat de latentie
binnen een jaar gerealiseerd wordt, wordt deze onder de
overlopende activa opgenomen. Indien verwachting is dat
realisatie langer dan één jaar gaat duren wordt de latentie
onder de financiële vaste activa opgenomen.
De actieve belastinglatentie voor verkoop bestemd bezit
heeft betrekking op de verschillen tussen de commerciële
waarde van de vaste activa in exploitatie en de fiscale
waarde per ultimo boekjaar. De actieve belastinglatentie
is gebaseerd op het geldend vennootschapsbelastingtarief en wordt contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend
vennootschapsbelastingtarief.
4.5 LENINGEN U/G
De verstrekte leningen (leningen u/g) worden bij
eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde
en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde
kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,
onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
4.6 TE VORDEREN BWS-SUBSIDIES
De onder de financiële vaste activa opgenomen vordering
uit hoofde van binnen het Besluit Woning gebonden
Subsidies (BWS) toegezegde bedragen (contante waarde
van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen.
De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de
disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van
de subsidie maximaal 30 jaar.
4.7 OVERIGE VORDERINGEN
De overige financiële vaste activa worden bij eerste
verwerking opgenomen tegen de reële waarde en
vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde
kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,
onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
Deze voorzieningen worden bepaald op basis van
individuele beoordeling van de vorderingen.
8
LIQUIDE MIDDELEN
De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden
en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf
maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn
opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen
onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn
gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen
niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de
waardering rekening gehouden.
5VOORRADEN
10VOORZIENINGEN
5.1 VASTGOED BESTEMD VOOR VERKOOP
Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de woningen,
waarvan het huurcontract is beëindigd en te koop
worden aangeboden. Vastgoed bestemd voor verkoop
wordt gewaardeerd tegen de te verwachte nettoopbrengstwaarde. Deze netto-opbrengstwaarde wordt
bepaald door individuele beoordeling van de voorraden.
De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een
verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken
kosten voor voltooiing en verkoop.
5.2 GRONDPOSITIES BESTEMD VOOR VERKOOP
De grondposities beschikbaar voor verkoop worden
gewaardeerd tegen de historische kostprijs danwel de
lagere taxatiewaarde indien de bestemming van deze
grond dat rechtvaardigd.
5.3 OVERIGE VOORRADEN
De voorraad onderhoudsmaterialen waarderen we tegen
laatst betaalde inkoopprijzen.
6
ONDERHANDEN PROJECTEN
De onderhanden projecten waarderen we tegen de
vervaardigingsprijs. Deze prijs verminderen we met
verliezen op de balansdatum die we al kunnen voorzien.
De vervaardigingsprijs omvat de betaalde bouwtermijnen
en de overige kosten die we rechtstreeks aan de
vervaardiging kunnen toerekenen. Hieronder valt ook
een opslag voor indirecte kosten. De al gefactureerde
termijnen brengen we in mindering op de onderhanden
werken. Reeds gemaakte uitgaven ten opzichte van de
prognose voor zover de koopwoningen zijn verkocht.
10.1VOORZIENING ONRENDABELE INVESTERINGEN EN
HERSTRUCTURERINGEN
In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare
verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen
verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern
geformaliseerd en extern gecommuniceerd”.
Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de
woningcorporatie zijn gedaan richting huurders,
gemeenten en overige stakeholders aangaande
verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen
en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke
verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces
van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling
en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is
sprake indien de formalisering van de verplichting heeft
plaatsgevonden. De voorziening wordt gevormd bij het
nemen van het bestuursbesluit.
De reeds gedane betalingen worden tot maximaal de
hoogte van de voorziening ten laste van deze voorziening
gebracht. Indien er meer betaald is dan voorzien,
wordt het meerdere geactiveerd onder de vastgoed in
ontwikkeling.
10.2 VOORZIENING REORGANISATIEKOSTEN
De reorganisatievoorziening heeft betrekking op kosten
in verband met de reorganisatie van activiteiten en
wordt gevormd indien voor Stichting Wonen Limburg een
feitelijke verplichting is ontstaan. De voorziening wordt
tegen nominale waarde gewaardeerd.
7VORDERINGEN
10.3 OVERIGE VOORZIENINGEN
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen
tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd
tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en
geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale
waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het
risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht.
Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen
gewaardeerd tegen de nominale/contante waarde van
de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de
betreffende verplichtingen af te wikkelen.
47
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
11
LANGLOPENDE SCHULDEN
11.1 SCHULDEN/LENINGEN KREDIETINSTELLINGEN
De aangetrokken leningen van overheid en
kredietinstellingen zijn gewaardeerd tegen de nominale
waarde verminderd met aflossingen op basis van het
annuïteiten-, het lineaire-, fixe- dan wel dynamisch
kostprijssysteem. Het kortlopend deel van de leningen,
de aflossingsverplichting voor het komend jaar, is onder
de kortlopende schulden verantwoord.
Stichting Wonen Limburg maakt gebruik van derivaten
om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de
verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Wonen
Limburg met betrekking tot deze derivaten (hedgeinstrumenten) kostprijshedge-accounting toe.
De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de
nominale waarde.
11.2VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN ONROERENDE
ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN
De terugkoopverplichting van onroerende zaken verkocht
onder voorwaarden wordt gewaardeerd tegen de waarde
van het gedeelte van het economisch eigendom op het
moment van verkoop. Conform de verkoopovereenkomst
heeft Stichting Wonen Limburg echter een terugkoopverplichting met betrekking tot deze woningen.
levering van de goederen en diensten.
De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken
en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis
van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats.
Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder
de lasten servicecontracten.
15OVERHEIDSBIJDRAGEN
Overheidsbijdragen betreffen de op grond van
overheidsregelingen berekende jaarlijkse bijdragen in de
exploitatietekorten van nieuw gebouwde en gerenoveerde
complexen.
16NETTO VERKOOPRESULTAAT
VASTGOEDPORTEFEUILLE
De post netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst
minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de
vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten
worden verantwoord op het moment van levering
(passeren transportakte). Mogelijke verliezen op
nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra
deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde
van de onderhanden projecten worden als opbrengsten
verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de
verrichte prestaties op balansdatum.
17GEACTIVEERDE PRODUCTIE TEN BEHOEVE VAN HET
EIGEN BEDRIJF
12
KORTLOPENDE SCHULDEN
De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking
opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is
dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens
gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke
gelijk kan zijn aan de nominale waarde.
GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET
RESULTAAT
Het gaat om toegerekende kosten van het eigen
werkapparaat aan de investeringen in (im)materiële
vaste activa.
18
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Hieronder verantwoorden we voornamelijk de kosten
van administratieve handelingen die we doorberekenen
aan derden.
19AFSCHRIJVINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA EN
13HUUROPBRENGSTEN
De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege
gebonden aan een maximum. In 2013 stelde de minister
een inkomensafhankelijke huurverhoging voor.
Wonen Limburg besloot hier echter geen gebruik van
te maken en hanteerde een huurverhoging van 4% voor
het gehele bezit. De opbrengsten uit hoofde van huur
worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van
opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het
huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt.
14
OPBRENGSTEN SERVICECONTRACTEN
Opbrengsten servicecontracten betreffen
overeengekomen bijdragen van huurders en worden
aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van
48
VASTGOEDPORTEFEUILLE
De afschrijvingen (im)materiële vaste activa en
vastgoedportefeuille worden gebaseerd op de
verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden
plaats volgens de lineaire methode op basis van de
geschatte economische levensduur. Afschrijving van
het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt.
De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie
worden gebaseerd op de bedrijfswaarde. Binnen de
afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie
worden componenten onderkend met een verschillende
levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de
opstal worden er geen afzonderlijke component erkend.
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
Van een afzonderlijke component is sprake indien deze
component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde
van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg
van een afwijkende levensduur van de component ten
opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de
situatie dat geen component zou zijn onderkend.
28NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN
20OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN
29WAARDEVERANDERINGEN VAN FINANCIËLE VASTE
VAN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA EN
VASTGOEDPORTEFEUILLE
De overige waardeveranderingen worden gevormd door
de waardevermindering die is ontstaan door gedurende
het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke
verplichtingen met betrekking tot investeringen in
nieuwbouw en herstructurering.
VASTGOEDPORTEFEUILLE
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen
vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke
verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde
van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar.
ACTIVA, VAN EFFECTEN EN VAN VERPLICHTINGEN
Waardering van effecten geschiedt tegen markt(beurs)
waarde per balansdatum. De uit de mutaties in deze
waarde voortvloeiende waardeveranderingen worden
onder deze post verantwoord.
30OPBRENGSTEN VAN VORDERINGEN DIE TOT DE
VASTE ACTIVA BEHOREN EN VAN EFFECTEN
21-22 LONEN, SALARISSEN EN SOCIALE LASTEN
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond
van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan
werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de
daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar
hebben plaatsgevonden door de werknemers.
23PENSIOENLASTEN
Voor de grondslagen wordt verwezen naar de toelichting
pensioenlasten.
Hiermee bedoelen we:
•de ontvangen rente van langlopend uitgezette gelden;
•de bijgeschreven rente op langlopende belegde
geldmiddelen;
•de toegerekende rente aan activa voor de exploitatie.
31-32 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt,
rekening houdend met de effectieve rentevoet van de
betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de
rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde
transactiekosten op de ontvangen leningen.
24ONDERHOUDSLASTEN
Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het
verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud
verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de
daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar
hebben plaatsgevonden.
25LEEFBAARHEID
Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke
ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken
bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de
daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar
hebben plaatsgevonden.
26
Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende
activa gedurende de periode van vervaardiging van
een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt
om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken.
De te activeren rente wordt berekend op basis van de
verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging
opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van
leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het
actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en
periode van vervaardiging.
LASTEN SERVICECONTRACTEN
De gemaakte servicekosten voor huurders worden
verantwoord onder de lasten servicecontracten in het
verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben.
27
OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het
verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
49
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
33BELASTINGEN
De belasting over het resultaat wordt berekend over het
resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening,
rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele
verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet
opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van nietaftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden
met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van
wijzigingen in het te hanteren belastingtarief
Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties
integraal onder de vigerende belastingwetgeving.
Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes
en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008
door de belastingdienst opgezegd. Stichting Wonen
Limburg heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend.
GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET
KASSTROOMOVERZICHT
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens
de indirecte methode. De geldmiddelen in het
kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en
vlottende effecten.
Het kasstroomoverzicht wordt ingedeeld in
drie verschillende activiteitencategorieën:
•
•
•
kasstromen uit operationele activiteiten;
kasstromen uit investeringsactiviteiten en;
kasstromen uit financieringsactiviteiten.
Voor een goed inzicht worden de brutokasstromen
opgenomen. Dit houdt in dat de ontvangsten en uitgaven
afzonderlijk worden vermeld en dus niet worden
gesaldeerd. Deze worden per groep van transacties en
gebeurtenissen afzonderlijk weergegeven.
Stichting Wonen Limburg heeft op basis van de
uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie
ultimo 2013 en het fiscale resultaat 2013 bepaald.
Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1
en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de
werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken
van de in de jaarrekening opgenomen schatting.
34 RESULTAAT DEELNEMINGEN
Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van
betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële
beleid, wordt opgenomen het aan de woningcorporatie
toekomende aandeel in het resultaat van deze
deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van
de bij Stichting Wonen Limburg geldende grondslagen
voor waardering en resultaatbepaling.
50
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
(x € 1.000,-)
VASTE ACTIVA
1
31-12-2013
31-12-2012
5.658
1.371
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
1.1 Computersoftware
Een overzicht van de immateriële vaste activa is hierna opgenomen:
computersoftware
Boekwaarde per 1 januari
1.371
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
0
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen
1.371
Boekwaarde per 1 januari
Mutaties
4.302
Investeringen
0
Desinvesteringen
-15
Afschrijvingen
0
Overige waardeveranderingen en terugneming daarvan
4.287
Boekwaarde per 31 december
5.673
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
0
Cumulatieve herwaarderingen
-15
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen
5.658
Boekwaarde per 31 december
Afschrijvingspercentage
2
MATERIËLE VASTE ACTIVA
2.1
Sociaal vastgoed in exploitatie
20%
Woningen en woongebouwen in exploitatie
1.592.369
1.402.819
Onroerende goederen niet zijnde woningen
17.403
22.688
1.609.772
1.425.507
6.274
45.061
16.897
3.694
3.132
3.613
893
393
2.2
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
2.3
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
Kantoorgebouw
Inventaris
Vervoermiddelen
7.700
20.922
TOTAAL MATERIËLE VASTE ACTIVA
51
1.636.968
1.478.268
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
HET VERLOOP IS ALS VOLGT:
SOCIAAL
VASTGOED IN
ONROERENDE EN
VASTGOED
ONTWIKKELING
ROERENDE ZAKEN TEN
IN EXPLOITATIE
BESTEMD VOOR EIGEN
DIENSTE VAN DE
EXPLOITATIE
EXPLOITATIE
1.117.940
85.303
18.548
615.321
0
-3.016
-296.026
-50.596
-7.832
1.437.235
34.707
7.700
Boekwaarde per 1 januari
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
Cumulatieve herwaarderingen
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen
Boekwaarde 1 januari
Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
Herrubricering naar VOV / Voorraad Niet verkochte woningen
BOEKWAARDE
0
10.354
0
-11.728
0
0
1.425.507
45.061
7.700
Mutaties
Investeringen
14.492
67.286
1.247
Overboeking projecten tegen aanschafwaarde
92.349
-105.305
12.955
Desinvesteringen
-3.201
245
-2.618
1.486
1.997
Afschrijvingen
-52.773
-1.469
Aankopen
64.303
Afschrijving desinvestering
Overboeking niet-DAEB naar DAEB
6.873
Overboeking DAEB naar niet-DAEB
-26.897
24.180
Overboeking onrendabele investeringen nieuwbouw
Herwaarderingen
Overige waardeveranderingen en terugneming daarvan
98.242
-11
-13.320
1.110
Desinvesteringen waardeverandering
-7.399
Onrendabele investeringen nieuwbouw
194.863
-34.313
13.222
1.265.860
47.530
30.132
713.563
0
-1.906
Boekwaarde per 31 december
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
Cumulatieve herwaarderingen
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen
Boekwaarde 31 december
Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
Herrubricering naar VOV / Voorraad Niet verkochte woningen
-347.325
-47.135
-7.304
1.632.098
395
20.922
0
5.879
0
-22.326
0
0
1.609.772
6.274
20.922
BOEKWAARDE
52
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
INVESTERINGEN
AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN
Het bij ‘onroerende zaken in exploitatie’ vermelde
bedrag betreft voornamelijk investeringen tegen een
huurverhoging en levensduurverlengende ingrepen.
De afschrijvingen zijn bepaald op basis van de levensduur:
ONROERENDE ZAKEN IN EXPLOITATIE
LINEAIR
DESINVESTERINGEN
Het bedrag aan desinvesteringen, vermeld bij de
onroerende zaken in exploitatie, heeft in hoofdzaak
betrekking op de verkoop van 104 woningen en de sloop
van 8 woningen.
Grond
n.v.t.
Opstal
50 jaar
Stichting Wonen Limburg heeft haar verkoopbeleid
verankerd in een verkoopplan 2013 t/m 2021.
Per ultimo 2013 zijn ruim 5.800 woningen behorende
tot de onroerende zaken in exploitatie geclassificeerd
voor de verkoop. Hiervan worden naar verwachting
150 woningen op korte termijn (< 1 jaar) verkocht en
1.050 woningen tot en met 2021. De boekwaarde van
deze 150 woningen bedraagt circa € 2,7 miljoen.
De verwachte opbrengstwaarde bedraagt circa
€ 17,1 miljoen.
ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN
LINEAIR
DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE
30 jaar
Kantoorgebouw
Inventaris
5 jaar
Automatiseringsapparatuur
5 jaar
Vervoermiddelen
5 jaar
AFSCHRIJVINGEN
Op alle bestaande en nieuwe activa in exploitatie wordt
met ingang van boekjaar 2010 afgeschreven op basis van
een lineaire afschrijving.
53
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
ZEKERHEDEN
Voor de als zekerheid voor leningen verbonden materiële
vaste activa wordt verwezen naar de toelichting op de
langlopende schulden.
VERZEKERINGEN
De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn
verzekerd tegen het risico van brand- en
stormschade. De verzekerde som bedraagt op de
balansdatum circa € 1,94 miljard.
De onroerende en roerende zaken ten dienste van de
exploitatie zijn tegen de meest gebruikelijke voorwaarden
en risico’s verzekerd. Onderverzekering is op basis van de
polisvoorwaarden en afspraken uitgesloten.
Bij de bedrijfswaardeberekeningen zijn de volgende
uitgangspunten gehanteerd:
UITGANGSPUNTEN BEDRIJFSWAARDEBEREKENINGEN
2013
inflatie + 1.5%
Verwachte jaarlijkse huurstijging
5 jaar
Inrekenen huurharmonisatie
Jaarlijkse stijging onderhoudskosten
Inrekenen verkoop- en sloopplannen
Jaarlijkse stijging exploitatielasten
t/m 2020: 0%
2021 e.v.: 3%
5 jaar
vanaf 2015: 2%
Minimale levensduur
15 jaar
Maximale levensduur
50 jaar
Disconteringsvoet
Moment van discontering
De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn in
het kader van de onroerendgoedbelasting gewaardeerd
op € 3,106 miljard.
Het sociale vastgoed waarderen wij tegen de
bedrijfswaarde. De input voor deze bedrijfswaarde vormt
het uitgangspunt van de vastgestelde begroting 20142018. In de verantwoorde bedrijfswaardeberekening
rekenen wij derhalve de verhuurdersheffing in tot
en met 2017, hetgeen aansluit bij het vastgestelde
kabinetsbesluit. Daarnaast worden huuropbrengsten
voor de gehele looptijd inflatievolgend +1,5% ingerekend.
Dit is conform ons interne beleid, zoals begroot, en dus
volgens een bestendige gedragslijn ingerekend. Voor wat
betreft de verhuurdersheffing en de inkomensafhankelijke
huurverhoging is afgeweken van de uitgangspunten die
het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) hiervoor
hanteert en hetgeen hieromtrent in de praktijkhandleiding
voor het toepassen van Richtlijn 645 is vastgelegd.
54
5.25%
Medio numerando
Wonen Limburg past het kabinetsbesluit waarin is bepaald
dat de verhuurderheffing tot 2017 wordt opgelegd, toe.
Indien de verhuurdersheffing over de gehele looptijd
wordt ingerekend, heeft dit een negatief effect op
de bedrijfswaarde van € 180 miljoen, hetgeen een
resultaatimpact heeft van € 31 miljoen negatief.
Indien de inkomensafhankelijke huurverhoging wordt
doorgerekend tot en met 2017 en volgende jaren een
inflatievolgend beleid wordt ingerekend, heeft dit een
negatief effect op de bedrijfswaarde van € 201 miljoen,
hetgeen het resultaat met € 53 miljoen drukt. In aanvulling
op de effecten op het resultaat vanuit de bedrijfswaarde,
is uit hoofde van verliescompensatie geen vordering voor
vennootschapsbelasting opgenomen. De te verrekenen
verliezen zijn berekend op € 245 miljoen hetgeen een
positief effect heeft op het resultaat van € 61 miljoen.
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
ACTUELE WAARDE
De waarde van de onroerende zaken in exploitatie
gebaseerd op bedrijfswaarde bedraagt per ultimo
2013 € 1.617 miljoen (2012: € 1.429 miljoen).
Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante
waarde van de netto-omzet oftewel het saldo tussen
toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en
afschrijving), zoals deze is opgenomen in de toelichting
op de jaarrekening.
Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de
mutatie in de bedrijfswaarde zoals bedoeld in alinea
214 van Richtlijn 645 voor het sociaal vastgoed
(incl. onroerende zaken verkocht onder voorwaarden).
(x € 1.000,-)
TOELICHTING MUTATIE BEDRIJFSWAARDE
Gecorrigeerde bedrijfswaarde 2013
1.616.591
Gecorrigeerde bedrijfswaarde 2012
1.429.495
187.096
Mutatie in gecorrigeerde bedrijfswaarde gedurende verslagjaar
DEZE MUTATIE WORDT VEROORZAAKT DOOR DE VOLGENDE EFFECTEN:
A. Jaarresultaat
19.803
Effect contante waarde en restant levensduur
19.803
B. Gevolgen van aanpassingen van beleidsparameters en uitgangspunten
213.698
In de huurprijscomponent
In de onderhoudslasten
95.792
In de bedrijfskosten, belastingen en verzekeringen en overige baten en lasten
-21.829
0
In de vermogenskostenvoet
162
In de mutatiegraad
22.802
In de levensduur
2.954
In het verkoopbeleid
-7.041
In het sloopbeleid
-209.146
In de restwaarde van de grond
-3.813
In de personeelskosten
-50.400
In de verhuurdersheffing
0
In de inflatie
43.179
C. Gevolgen voor de mutaties in het bezit
Nieuwbouw
57.634
Aankoop
70.573
2.120
Transformatie 2012-2013 en overig weggevallen vhe’s
797
Gesloopt bezit
3.054
Verkocht bezit
-17.344
Mutaties sociaal/commercieel
7.280
Mutaties woningwaarderingen
124.114
MUTATIE BEDRIJFSWAARDE VERSLAGJAAR T.O.V. BEDRIJFSWAARDE ULTIMO VOORGAAND VERSLAGJAAR
55
187.096
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
3VASTGOEDBELEGGINGEN
3.1
31-12-2013
31-12-2012
Commercieel vastgoed in exploitatie
Woningen en woongebouwen in exploitatie
99.270
60.158
Onroerende goederen niet zijnde woningen
26.436
34.011
125.706
94.169
3.988
3.603
-49
-179
0
91
3.2
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Stand per 1 januari
Woningen teruggekocht onder voorwaarden
Woningen verkocht onder voorwaarden
Mutatie herwaardering
2.880
473
Stand per 31 december
6.819
3.988
3.258
5.609
ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN
Per ultimo boekjaar heeft Stichting Wonen Limburg
67 woningen verkocht onder voorwaarden (per ultimo 2012
69 woningen). Indien deze woningen aan Stichting Wonen
Limburg ter verkoop worden aangeboden, heeft zij hiertoe
een terugkoopplicht tot maximaal de koopprijs die voor
deze woning is betaald. De terugkoopplicht met betrekking
tot deze woningen staat op de balans verantwoord onder
het lang vreemd vermogen “verplichting onroerende
zaken verkocht onder voorwaarden”.
3.3Vastgoedbeleggingen in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Het verloop is als volgt:
COMMERCIEEL
VASTGOED IN
VASTGOED
ONTWIKKELING BESTEMD
IN EXPLOITATIE
VOOR EIGEN EXPLOITATIE
103.307
5.609
Boekwaarde per 1 januari
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
Cumulatieve herwaarderingen
Boekwaarde
Herrubricering naar VOV/Voorraad niet-verkochte woningen
Boekwaarde
-8.646
0
94.661
5.609
-492
0
94.169
5.609
10.142
-10.142
Mutaties
7.791
Investeringen
Overboeking projecten tegen aanschafwaarde
Overboeking niet-DAEB naar DAEB
-6.873
Overboeking DAEB naar niet-DAEB
26.897
Herwaarderingen
56
879
31.045
-2.351
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
Boekwaarde per 31 december
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
Onrendabele investeringen op basis van cumulatieve herwaarderingen
Boekwaarde
Herrubricering naar VOV/Voorraad niet-verkochte woningen
Boekwaarde
MARKTWAARDE WAARDERING (AEDEX)
112.957
3.258
12.749
0
125.706
3.258
0
0
125.706
3.258
2013
2012
Algemene uitgangspunten
1,91%
2,51%
15 jaar
15 jaar
Prijsinflatie
2,16%
2,13%
Looninflatie
2,03%
2,13%
Risicovrije disconteringvoet
Exploitatietermijn
Bouwkosten
Moment van discontering
2,97%
3,00%
eind 2013
eind 2012
335
340
0,67%
0,67%
1,5% - 4%
3% - 4%
1,0%
1,0%
Woningen
Huurprijzen, markthuren ultimo jaar per woning meegenomen
Leegwaarde worden jaarlijks vastgesteld per woning
Onderhoudskosten worden op basis van vex-type per woning meegenomen
Belastingen worden per gemeente op basis vex boekje opgenomen
Verzekeringen worden op basis werkelijke kosten Wonen Limburg opgenomen
Norm beheerskosten per woning
Opslag disconteringsvoet wordt per object jaarlijks vastgesteld
Verwachte gemiddelde vrije verkoopwaardestijging
Exit yield wordt per object jaarlijks vastgesteld
Bedrijfsonroerend goed (BOG)
Huurprijzen, markthuren ultimo jaar per contract meegenomen
Beheerskosten, percentage van de markthuurwaarde
Looptijden van de contracten
Onderhoudskosten, belastingen en verzekering bedragen per m2 opgenomen
Exit yield wordt per contract jaarlijks vastgesteld
Opslag disconteringsvoet wordt per contract jaarlijks vastgesteld
Parkeergelegenheden
Huurverhoging en markthuurwaardestijging
Vrije verkoopwaardestijging
Norm onderhoud voor garage
Norm beheerskosten
Exit yield
1,0%
1,0%
114,76
114,76
45,27
45,27
7,0%
7,0%
Opslag disconteringsvoet wordt per object jaarlijks vastgesteld
De waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie
gebaseerd op bedrijfswaarde bedraagt per ultimo 2013
€ 159 miljoen (2012: € 138 miljoen).
57
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
4
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
31-12-2013
31-12-2012
Deelnemingen
De post deelnemingen bestaat per 31 december uit de volgende posten:
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Vorderingen op groepsmaatschappijen
Andere deelnemingen
4.1
7
8
5.746
5.086
312
403
6.065
5.497
DEELNEMINGEN IN GROEPSMAATSCHAPPIJEN
De post betreft de volgende deelnemingen:
ZETEL
AANDEEL IN HET
NETTOVERMOGENS-
VERKRIJGINGSPRIJS
GEPLAATSTE
WAARDE PER
DEELNEMING
KAPITAAL
31-12-2013
Horst aan de Maas
50%
0
18
Wonen Limburg Holding B.V.
Roermond
100%
0
18
Wonen Limburg Beleggingen B.V.
Roermond
100%
8
18
WONEN LIMBURG
WONEN LIMBURG
KRANEVELD
BELEGGINGEN B.V.
HOLDING B.V.
B.V.
-1
-495
-132
7
-495
-132
495
132
0
0
Kraneveld B.V.
Het verloop van deze post is als volgt:
Stand per 1 januari
8
Verworven deelneming
Aandeel resultaat deelneming
Aanpassing tot nettovermogenswaarde
STAND PER 31 DECEMBER
7
De deelnemingen Wonen Limburg Holding B.V.
en Kraneveld B.V. hebben een negatieve
nettovermogenswaarde. Om het financiële risico hiervan
bij Stichting Wonen Limburg tot uitdrukking te brengen
is de negatieve vermogenswaarde verrekend met de
vordering uit hoofde van de leningen die Stichting
Wonen Limburg op deze deelnemingen heeft.
58
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
4.2
VORDERINGEN OP GROEPSMAATSCHAPPIJEN
WONINGSTICHTING
LENING U/G STICHTING
WEERT
KANTEX
LENING U/G WONEN
LIMBURG
HOLDING B.V.
Het verloop van deze post is als volgt:
Stand per 1 januari
0
961
4.125
Rente
0
0
133
1.843
0
50
0
-56
0
-814
0
-495
STAND PER 31 DECEMBER
1.029
905
3.813
4.3
ZETEL
% INGELEGD
AANDEEL IN
KAPITAAL
KAPITAAL PER
Verstrekte leningen
Aflossingen
Voorziening negatieve nettovermogenswaarde deelneming
ANDERE DEELNEMINGEN
31-12-2013
De post betreft de volgende deelnemingen:
Coöperatieve Vereniging “Thuis in Limburg” U.A.
Het verloop van deze post is als volgt:
Stand per 1 januari
Verworven deelneming
Heerlen
0
312
CV Thuis in Limburg
403
0
Aandeel resultaat deelneming
-91
STAND PER 31 DECEMBER
312
59
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
4.4
LATENTE BELASTINGVORDERING(EN)
31-12-2013
31-12-2012
9.174
6.959
-655
2.215
8.519
9.174
7.561
5.016
-386
2.545
7.175
7.561
Fiscale waarde onroerend goed per 31 december
80.956
79.808
Commerciële waarde onroerend goed per 31 december
48.779
45.901
Verschil
32.177
33.907
28.700
30.244
7.175
7.561
1.613
1.943
-269
-330
1.344
1.613
Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,94%
5.376
6.452
Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,0%
1.344
1.613
Stand per 1 januari
0
0
Mutatie boekjaar
0
0
Stand per 31 december
0
0
Stand per 1 januari
Mutatie boekjaar
ACTIEVE BELASTINGLATENTIE 31 DECEMBER
Specificatie actieve belastinglatentie voor verkoop bestemd bezit:
Stand per 1 januari
Mutatie boekjaar
Stand per 31 december
De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van
het voor verkoop bestemd bezit.
Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,94%
gerekend met een verwacht gemiddeld verkoopmoment
Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,0%.
Specificatie actieve belastinglatentie leningen:
Stand per 1 januari
Mutatie boekjaar
Stand per 31 december
De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van de leningportefeuille.
Specificatie actieve belastinglatentie bij voorwaartse verliescompensatie:
60
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
4.5
LENINGEN U/G
Lening u/g Wooninvesteringsfonds
31-12-2013
31-12-2012
0
5.832
Lening u/g Medisch Centrum Pantaleon
658
688
Lening u/g Gemeente Maasgouw
129
500
787
7.020
LENING U/G
LENING U/G
LENING U/G
WOONINVESTERINGSFONDS
MEDISCH CENTRUM PANTALEON
Het verloop is als volgt:
GEMEENTE
MAASGOUW
5.832
Stand per 1 januari
688
500
30
-371
658
129
Mutaties:
Dotaties
-5.832
Verstrekkingen/uitzettingen
Aflossingen/onttrekkingen
Bijschrijving rente /indexering
STAND PER 31 DECEMBER
0
Gezien de aard van de posten is het niet mogelijk in te
schatten welk gedeelte komend verslagjaar vervalt.
LENING U/G WOONINVESTERINGSFONDS
De lening aan het Wooninvesteringsfonds betreft een
achtergestelde lening met een onbepaalde looptijd.
Omdat het WIF niet voldoet aan alle bankconvenanten,
moet op de bankfinanciering extra worden afgelost. Gelet op de onzekerheid omtrent het aflossen van de
achtergestelde leningen is voor de totale vordering een
voorziening gevormd.
LENING U/G MEDISCH CENTRUM PANTALEON
De lening betreft de inrichtingskosten die over een
periode van 20 jaar op de huurder worden verhaald via de
huurprijs. Bij eerdere huuropzegging zal verrekening van
de restwaarde van de inrichting plaatsvinden door middel
van betaling ineens of verrekening in de huur.
LENING U/G GEMEENTE MAASGOUW
Betreft de financiering van de aankopen van gronden die
de gemeente Maasgouw heeft aangekocht ter realisering
van een gezamenlijk project in het kerkdorp Maasbracht.
De lening is te allen tijde opeisbaar en aflosbaar met
inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes
maanden. In 2013 is door de gemeente Maasgouw € 371
duizend afgelost. In 2014 wordt de lening geheel afgelost.
61
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
4.6
TE VORDEREN BWS-SUBSIDIES
Stand per 1 januari
31-12-2013
31-12-2012
503
749
20
28
Mutaties in het boekjaar:
Rente
Afkoop
-300
0
Ontvangen bijdragen
-221
-274
-501
-246
2
503
STAND PER 31 DECEMBER
Het in het komend verslagjaar beschikbaar te stellen deel
van de te vorderen BWS-subsidies bedraagt € 898,-.
(x € 1.000,-)
4.7
OVERIGE VORDERINGEN
Kortingsregeling “Kopen dichterbij”
Het verloop is als volgt:
Stand per 1 januari
31-12-2013
31-12-2012
17.982
18.406
17.982
18.406
KORTINGSREGELING
KORTINGSREGELING
“KOPEN DICHTERBIJ”
“KOPEN DICHTERBIJ”
18.406
19.782
0
89
Mutaties:
Verstrekkingen/uitzettingen
-424
-276
Bijschrijving rente/indexering
-1.156
-1.189
Ontrekking voorziening afwaardering
1.156
0
17.982
18.406
Aflossingen/onttrekkingen
STAND PER 31 DECEMBER
KORTINGSREGELING “KOPEN DICHTERBIJ”
In 2007 heeft Wonen Limburg de koopvariant “Kopen
dichterbij” geïntroduceerd en eind 2011 is deze regeling
beëindigd. Hiermee werd de doelgroep tot een bepaald
bruto jaarinkomen de gelegenheid geboden om een
woning met korting te kopen. In verband met de zekerheid
omtrent het terugbetalen van de korting werd een tweede
hypotheek ten gunste van Wonen Limburg gevestigd.
De verleende korting wordt terugbetaald bij verkoop
van de woning of voorafgaand aan de doorverkoop.
62
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
VLOTTENDE ACTIVA 31-12-2013
31-12-2012
15.507
8.127
5VOORRADEN
5.1
Vastgoed bestemd voor verkoop
Vervaardigingsprijs
Af: Voorziening voor verwachte verliezen
5.2
0
15.507
8.127
13.300
12.539
-9.244
-7.977
4.056
4.562
3.730
3.499
Grondposities bestemd voor verkoop
Vervaardigingsprijs
Af: Voorziening voor verwachte verliezen
6
0
ONDERHANDEN PROJECTEN
Onderhanden projecten in opdracht van derden
Totaal gedeclareerde termijnen
Gepresenteerd onder de kortlopende schulden
0
0
3.730
3.499
0
0
3.730
3.499
7VORDERINGEN
7.1Huurdebiteuren
Te vorderen huren, herstel- en vervolgingskosten:
Te vorderen huren zittende huurders
1.236
991
Te vorderen huren vertrokken huurders
1.996
1.612
-1.086
-1.157
2.146
1.446
Af: voorziening wegens mogelijke oninbaarheid
De van “zittende” huurders te vorderen huren zijn
naar maand van ontstaan en aantal huurders als volgt
te specificeren:
AANTAL HUURDERS
AANTAL HUURDERS
BEDRAG ACHTERSTAND
BEDRAG ACHTERSTAND
31-12-2013
31-12-2012
31-12-2013
31-12-2012
1.195
741
964
227
298
363
216
361
48
151
56
403
1.541
1.255
1.236
991
Achterstand
tot en met 1 maand
2 t/m 3 maanden
4 maanden en meer
63
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
De van “zittende” huurders te vorderen huren ultimo
boekjaar bedragen 0,82% (ultimo vorig boekjaar: 0,68%)
van de bruto jaarhuur, zijnde 12 maal huur over december
2013. De voorziening wegens mogelijke oninbaarheid
geeft het volgende verloop te zien:
(x € 1.000,-)
Voorziening per 1 januari
31/12/2013
31/12/2012
1.157
912
27
41
-479
-307
Af: vrijval wegens
- ontvangen posten
- afgeboekte posten
Bij: dotatie voorziening dubieuze debiteuren
Voorziening per 31 december
7.2
381
511
1.086
1.157
Vorderingen op groepsmaatschappijen
94
93
Wonen Limburg Energie B.V.
4.023
1.562
Kraneveld B.V.
1.120
1.120
Wonen Limburg Participaties B.V.
Stichting Kantex
6
7
5.243
2.782
Op de vordering Kraneveld B.V. is een voorziening voor
de negatieve netto vermogenswaarde van de deelneming
op Kraneveld B.V. opgenomen ter waarde van
€ 264.455 (vorig boekjaar € 132.790).
64
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
31/12/2013
7.3
Overige vorderingen
Nieuwbouw koopwoningen (vervallen gefactureerde termijnen)
Overige posten
7.4
31/12/2012
34
52
210
428
244
480
Overlopende activa Vooruit betaalde verzekeringspremie
455
0
Nog te ontvangen verkoop woningen
849
240
1.284
0
Nog te ontvangen Pro Rata 2013
Nog te ontvangen rente
198
405
Overige posten
627
1.258
3.404
1.903
8
LIQUIDE MIDDELEN Direct opvraagbaar
Rekening courant banken
22.045
362
Overige bank/spaartegoeden
16.800
22.500
Kas
2
0
Kruisposten
0
0
38.847
22.862
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van
Stichting Wonen Limburg.
65
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
9
EIGEN VERMOGEN
31-12-2013
31-12-2012
915.911
735.311
In de statuten zijn geen passages ten aanzien van de bestemming van het eigen
vermogen opgenomen.
9.1
Algemene reserve
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt weer te geven:
Beginstand eigen vermogen volgens de jaarrekening
Realisatie herwaardering
-22.769
-10.134
Mutatie herwaarderingsreserve Sociaal Vastgoed
94.493
191.200
473
Mutatie herwaarderingsreserve VOV
-2.252
Mutatie herwaarderingsreserve voor verkoop bestemde woningen
6.470
Resultaat boekjaar
8.494
1.313
1.002.598
915.911
191.850
191.906
22.769
10.134
5.015
1.617
Eigen vermogen volgens jaarrekening
Het aandeel van de rechtspersoon in het eigen vermogen is onder te verdelen in
gerealiseerd vermogen en niet gerealiseerd vermogen.
Het verloop van het gerealiseerde eigen vermogen is als volgt:
Boekwaarde per 1 januari
Realisatie door afschrijving
Realisatie uit hoofde van verkoop
0
580
-33.275
-12.387
186.359
191.850
HERWAARDE-
HERWAARDE-
HERWAARDE-
RINGSRESERVE
RINGSRESERVE
RINGSRESERVE
SOCIAAL
COMMERCIEEL
VASTGOED
VASTGOED IN
VASTGOED IN
BESTEMD VOOR
EXPLOITATIE
EXPLOITATIE
VERKOOP
Boekwaarde per 1 januari
698.787
18.842
6.432
Realisatie door afschrijving
-24.729
0
-211
-5.015
-435
Realisatie uit hoofde van sloop
Overige mutaties
BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER
Het verloop van het niet-gerealiseerde eigen vermogen is als volgt:
Realisatie uit hoofde van verkoop
0
0
Toename uit hoofde van stijging van de bedrijfswaarde
147.233
0
1.005
Afname uit hoofde van daling van de bedrijfswaarde
Realisatie uit hoofde van sloop
-44.750
0
-397
Herclasificaties/herkwalificaties
-4.963
0
9
Overige mutaties
-2.378
20.745
6.064
764.185
39.152
12.902
BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER
66
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
10VOORZIENINGEN
31-12-2013
31-12-2012
10.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
Het verloop van deze post is als volgt:
Saldo per 1 januari
10.354
19.719
bij: dotatie/vrijval in het boekjaar
12.099
20.163
af: onttrekking in het boekjaar
-16.574
-29.528
SALDO PER 31 DECEMBER
5.879
10.354
642
1.540
10.2 Voorziening reorganisatiekosten
Het verloop van deze post is als volgt:
Saldo per 1 januari
bij: dotatie/vrijval in het boekjaar
34
249
af: onttrekking in het boekjaar
-436
-1.192
SALDO PER 31 DECEMBER
240
642
31-12-2013
31-12-2012
Wonen Limburg heeft over boekjaar 2013 een verplichting
tot het betalen van de zogenaamde crisisheffing voor
medewerkers met een loon hoger dan € 150.000.
Deze crisisheffing over boekjaar 2013 bedraagt (voor de
bestuurder G.G.M.P. Peeters) € 235,24.
10.3 Overige voorzieningen
Verplichting WS Weert
Loopbaanontwikkelingsbudget
0
876
237
253
0
90
Uitgestelde beloningen
366
357
SALDO PER 31 DECEMBER
603
1.576
Keent
De overige voorzieningen hebben een langlopend karakter
Het verloop is als volgt:
Stand per 1 januari
VOORZIENING
LOOPBAANONTWIK-
WS WEERT
KELINGSBUDGET
KEENT
UITGESTELDE
867
253
13
-10
24
-62
-29
-80
-15
237
0
366
BELONINGEN
90
357
Mutaties:
dotaties
onttrekkingen
afgeboekt van de vordering
STAND PER 31 DECEMBER
67
-814
0
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
REORGANISATIEVOORZIENING
VOORZIENING KEENT
In verband met de organisatieverandering zijn
toekomstige kosten voorzien die geen tegenprestatie
meer genereren voor Wonen Limburg. Hierbij valt te
denken aan doorlopende salariskosten van medewerkers
die vrijgesteld zijn van werk en doorlopende (huur)kosten
van (gedeeltelijk) leegstaande kantoorpanden.
Deze kosten houden geen verband met het continueren
van de reguliere bedrijfsactiviteiten.
In 2001 is een samenwerkingsovereenkomst tussen de
gemeente Weert en het samenwerkingsverband BALANS
gesloten waarin BALANS een financiële bijdrage levert
aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijk Keent.
Eind 2013 is besloten om de voorziening vrij te laten
vallen omdat verwachte uitgaves voor de buurt Keent in
de begroting 2014 zijn opgenomen.
WS WEERT
Met ingang van 2007 is het vormen van een voorziening
van uitgestelde beloningen verplicht. In deze voorziening
zijn de in de toekomst te verwachten uit te keren jubileumuitkeringen opgenomen. De hoogte van de voorziening is
gebaseerd op grond van de CAO-bepalingen. De voorziening is contant gemaakt tegen 4%.
VOORZIENING UITGESTELDE BELONINGEN
Wonen Limburg huurt het kantoorpand te Weert van
Woningstichting Weert. Evenals de andere kantoorpanden
is dit pand getaxeerd en is de geschatte opbrengstwaarde
lager dan de boekwaarde. Een afwaardering in de jaarrekening van WS Weert leidt tot een negatief vermogen
van circa € 814 duizend. In 2013 is de externe lening
van WS Weert door Wonen Limburg afgelost. Hierdoor
is een vordering ontstaan op WS Weert. De vordering is
verantwoord onder “Vorderingen op groepsmaatschappijen”.
LOOPBAANONTWIKKELINGSBUDGET
Op grond van de CAO-bepalingen heeft een werknemer
die op 1 januari 2010 in dienst is recht op een loopbaanontwikkelingsbudget van maximaal € 4.500,- al naar
gelang dienstverband en arbeidsduur, voor de periode
1 januari 2010 tot en met 31 december 2014. De hoogte
van de voorziening is gesteld op 40% van het toegekende
budget aan werknemers jonger dan 55 jaar minus de
daadwerkelijk opgenomen bedragen.
(x € 1.000,-)
11
LANGLOPENDE SCHULDEN
31-12-2013
31-12-2012
11.1 Schulden/leningen kredietinstellingen
Het verloop van deze post is als volgt:
653.089
624.900
Bij: nieuwe leningen
96.300
73.000
Bij: overname leningen Mooiland
57.016
Boekwaarde per 1 januari
Af: aflossingen
-43.162
-32.501
-1.893
-12.310
Boekwaarde per 31 december
761.350
653.089
WAARVAN LANGER DAN 5 JAAR
620.721
509.660
Af: mutaties aflossingsverplichting
68
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
RENTE- EN KASSTROOMRISICO
Hierna is de leningportefeuille uitgesplitst naar
rentepercentage en naar resterende looptijd.
(x € 1.000,-)
RENTE-PERCENTAGE
€
Roll over
RESTERENDE LOOPTIJD
€
< 1 jaar (kortlopend)
46.705
0% - 1%
84.300
1% - 2%
3.158
van 5 tot 10 jaar
91.460
2% - 3%
9.420
van 10 tot 15 jaar
40.453
3% - 4%
268.293
van 15 tot 20 jaar
105.360
4% - 5%
400.280
> 20 jaar
383.448
5% - 6%
34.763
0
7.841
0
>6%
van 1 tot 5 jaar
140.629
RENTEVOET EN AFLOSSINGSSYSTEEM
RENTE-INSTRUMENTEN
De gemiddelde rentevoet van de leningen bedraagt circa
3,73% (2012: circa 3,91%). De leningen worden ineens
afgelost (fixe-leningen) of op basis van het lineaire-,
annuïteiten- danwel het dynamisch kostprijshuursysteem.
Van het totaal der langlopende schulden vervalt een
bedrag van circa € 46,7 miljoen in het volgend boekjaar.
Wonen Limburg heeft derivaten (renteswaps) afgesloten
met een nominaal bedrag van € 122 miljoen ultimo 2013.
Uit hoofde van het swapcontract betaalt Wonen Limburg
een vaste rente en ontvangt een variabele rente.
De swapcontracten zijn/worden gekoppeld aan rollover
leningen met eenzelfde bedrag. Aangezien er sprake is
van een afgedekte contractpositie wordt de swap tegen
kostprijs, zijnde nihil, gewaardeerd. De swaps die reeds
zijn gestart dekt exact de variabele rentekasstromen uit
hoofde van een rollover lening met gelijke hoofdsom.
De totale hedge-relatie zorgt ervoor dat Wonen Limburg
per saldo een vaste rente betaalt. Per 31-12-2013 heeft
de renteswapportefeuille een negatieve marktwaarde van
€ 22,9 miljoen. In 2013 zijn voor € 27 miljoen renteswaps
gestart met een onderliggende lening. Ter afdekking van
toekomstige renterisico’s zullen nog voor € 55 miljoen
swaps starten welke al aangetrokken zijn. De swaps
hebben een startdatum in de periode 2014-2020.
Deze swaps zijn bedoeld om in de toekomst variabel
rentende leningen af te dekken.
BORGSTELLING
Borgstelling van de leningen heeft tot een bedrag van
€ 846 miljoen plaatsgevonden door het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw (WSW). De leningen met een
variabele hoofdsom zijn hierbij volledig, € 84 miljoen,
meegenomen terwijl 20% van de maxiamele hoofdsom,
€ 16,6 miljoen, daadwerkelijk is opgenomen. Voor
het restant van de portefeuille is door de gemeenten
garantie verstrekt. Conform de deelnemersvoorwaarden
van het WSW mogen de onderliggende complexen niet
hypothecair worden bezwaard.
(x € 1.000,-)
11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Saldo per 1 januari
31-12-2013
31-12-2012
4.301
4.428
Mutatie aandeel woningen verkocht onder voorwaarden
-35
0
Woningen teruggekocht onder voorwaarden in het boekjaar
-44
-215
0
88
4.222
4.301
Woningen verkocht onder voorwaarden in het boekjaar
SALDO PER 31 DECEMBER
69
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
Per ultimo boekjaar heeft Stichting Wonen Limburg
66 woningen verkocht onder voorwaarden (per ultimo
2012 67 woningen). Indien deze woningen aan Stichting
Wonen Limburg ter verkoop worden aangeboden,
heeft zij hiertoe een terugkoopplicht tot maximaal de
koopprijs wat voor deze woning is betaald. De waarde
met betrekking tot deze woningen staat op de balans
verantwoord onder vastgoedbeleggingen “onroerende
zaken verkocht onder voorwaarden”.
(x € 1.000,-)
12
KORTLOPENDE SCHULDEN
31-12-2013
31-12-2012
12.1 Schulden aan kredietintellingen
Kasgeldleningen
20.000
0
Kortlopend deel van de langlopende schulden
46.705
44.811
66.705
44.811
11.665
15.945
6
0
Ultimo 2013 hebben we kredietfaciliteiten bij ING en Rabobank voor een totaal bedrag van € 31,5 miljoen.
12.2 Schulden aan leveranciers
Schulden aan leveranciers
12.3 Schulden aan groepsmaatschappijen
Rekening courant Wonen Limburg Energie B.V.
Rekening courant Woningstichting Weert
0
465
6
465
Over de rekening-courant wordt een marktconforme rente vergoed.
12.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen
Loonheffing en premies sociale verzekeringen
Omzetbelasing
Sociale lasten
533
572
8.948
4.996
198
198
9.679
5.766
1.051
1.012
12.5 Overige schulden
Te verrekenen leveringen en diensten
Overige posten
46
88
1.097
1.100
12.276
11.788
12.6 Overlopende passiva
Niet-vervallen rente
Disagio Leningen Mooiland
5.099
0
Vooruitontvangen huur
1.223
1.115
8
820
MVROM vooruitontvangen huurtoeslag
Overige
70
2.290
1.983
20.896
15.706
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE RECHTEN EN
VERPLICHTINGEN
FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Wonen Limburg maakt gebruik van derivaten om het
rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking,
waardering en resultaatbepaling, past Wonen Limburg
met betrekking tot deze derivaten (hedgeinstrumenten)
kostprijshedge-accounting toe. Derivaten waarbij op het
moment van afsluiten van het instrument niet exact te
bepalen is welk mogelijk verlies geleden kan worden (open
eind derivaten), zijn niet toegestaan. De marktwaarde van
de derivaten, gebaseerd op de opgave van de banken, is
ultimo 2013 € 22,9 miljoen negatief. Ultimo 2012 bedroeg
de marktwaarde € 35,3 miljoen negatief.
De afgesloten derivaten zijn ultimo 2013 als volgt verdeeld
in boekwaarde, nominale waarde en marktwaarde.
(x € 1.000.000,-)
BOEKWAARDE
NOMINAAL
MARKTWAARDE
Interest rate swaps
0
122
-22,9
Overig
0
0
0
Totaal
0
122
-22.9
De resterende looptijden van de derivaten zijn als volgt.
(x € 1.000.000,-)
TUSSEN
TUSSEN
TUSSEN
TOT 1 JAAR
1 - 5 JAAR
5 - 10 JAAR
10 - 20 JAAR
> 20 JAAR
Interest rate swaps
0
15
0
0
107
Overig
0
0
0
0
0
Totaal
0
15
0
0
107
De derivaten starten nominaal als volgt in tijd.
(x € 1.000.000,-)
TUSSEN
TUSSEN
REEDS LOPEND
BINNEN1 JAAR
1 -2 JAAR
2 - 5 JAAR
> 5 JAAR
5
67
12
18
20
Overig
0
0
0
0
0
Totaal
67
12
18
20
5
Interest rate swaps
Van de derivaten die in de toekomst starten, heeft
€ 55,0 miljoen betrekking op nog aan te trekken leningen
voor de herfinanciering van aflopende leningen.
71
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
HEDGE DOCUMENTATIE
MARKTRISICO
DOELSTELLINGEN RISICOBEHEER
Wonen Limburg heeft geen effecten en loopt uit
dien hoofde geen risico’s ten aanzien van de
waardering hiervan.
In het treasurystatuut van Wonen Limburg staan de
kaders benoemd omtrent het beheersen van risico’s.
De financiële instrumenten voldoen aan de kaders
genoemd in het treasurystatuut. In het vigerende statuut
is het gebruik van de afschermende rente-instrumenten
toegestaan ter beheersing van het renterisico op zekere
kasstromen. Het aangaan van rente-instrumenten mag
alleen worden overeengekomen met kredietwaardige
partijen met een rating van minimaal “very strong”.
Tevens voldoen de financiële instrumenten aan de
richtlijnen van het WSW.
VALUTARISICO
Wonen Limburg is alleen werkzaam in Nederland en
loopt geen valutarisico.
PRIJSRISICO
Wonen Limburg heeft geen effecten en loopt uit
dien hoofde geen risico’s ten aanzien van de
waardering hiervan.
RENTERISICO
HEDGE STRATEGIE
Risico van wijzigingen in de rentevoet afdekken
met derivaten.
TYPE HEDGE
Kostprijshedge-accounting op basis van individuele
leningen. Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op
basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van
de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken
zijn terug te vinden in de originele contracten.
AFGEDEKTE POSITIE
Wonen Limburg dekt de variabiliteit in kasstromen
voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen
gerelateerd aan huidige en toekomstige leningen af.
Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van
de afgesloten respectievelijk af te sluiten leningen per
dag afgedekt. Deze kasstromen worden naar kalanderjaar
gegroepeerd.
HEDGE INSTRUMENTEN
Wonen Limburg maakt gebruik van rentederivaten om de
variabiliteit van toekomstige kasstromen gerelateerd aan
rentebetalingen van huidige en toekomstige leningen af
te dekken. Wonen Limburg maakt gebruik van Interest
Rate Swaps (IRS). Hierbij ontvangt Wonen Limburg een
variabele rente van de tegenpartij en betaalt Wonen
Limburg een vaste rente.
ACCOUNTING
Het hedging instrument en de hedged items onderliggend
aan de af te dekken rentebetalingen worden tegen
kostprijs op de balans opgenomen en gewaardeerd.
Hedge ineffectiviteit wordt in de winst-en verliesrekening
verwerkt.
72
Wonen Limburg loopt renterisico over de rentedragende
vorderingen (met name onder financiële vaste activa)
en rentedragende langlopende en kortlopende
schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele
renteafspraken loopt de woningcorporatie risico ten
aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking
tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Wonen
Limburg risico’s over de marktwaarde. Met betrekking
tot vorderingen worden geen financiële derivaten met
betrekking tot renterisico afgesloten. Met betrekking tot
bepaalde vastrentende schulden heeft Wonen Limburg
renteswaps afgesloten, zodat zij variabele rente ontvangt
en vaste rente betaalt.
KREDIETRISICO
Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen
niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen.
Door het spreiden van transacties over verschillende
financiële instellingen wordt getracht dit risico te
beperken. Verder dienen de financiële instellingen te
voldoen aan enkele kredietwaardigheidseisen (rating).
Dit is opgenomen in het treasurystatuut. Besloten is te
kiezen voor wederzijdse verrekening van marktwaarden
om het tegenpartijrisico bij het gebruik van derivaten te
beperken. Met drie derivaatbanken is een tweezijdige
afspraak gemaakt om indien de marktwaarde van
derivaten een bepaalde grenswaarde bereikt, tijdelijk een
margin te storten of te ontvangen. Op 31 december 2013
is er geen margin gestort of ontvangen. De hoogte van het
kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag
aan te betalen rente op de derivaten en de eventueel te
storten margin door de financiële instellingen.
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
LIQUIDITEITSRISICO
TREASURY ORGANISATIE
Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende
middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen
te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen
van Wonen Limburg en haar tegenpartijen, ongeacht of
dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Wonen
Limburg heeft op verschillende manieren gewaarborgd
dat zij altijd aan haar verplichtingen kan voldoen.
Naast het aantrekken van langlopende leningen, zijn
kasgeld- en rekening-courant faciliteiten beschikbaar.
In enkele derivaatcontracten worden breakclauses
genoemd welke individueel moeten worden beoordeeld.
Conform de beleidsregels van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdt Wonen
Limburg een liquiditeitsbuffer aan die groot genoeg
is om de uit de derivatenportefeuille voortvloeiende
liquiditeitsverplichtingen ten gevolge van een daling van
de vaste rente in de markt met 2% te kunnen voldoen.
In 2013 is een roll over faciliteit ter hoogte van
€ 84 miljoen aangetrokken. Hiermee voldoet Wonen
Limburg aan de stresstest derivaten van het CFV.
Wonen Limburg heeft haar organisatie op een
adequate wijze ingericht voor het beheer van
haar derivatenportefeuille. Uitgangspunt bij de
organisatorische inrichting van de treasuryfunctie
is een formele functiescheiding welke is vastgelegd in
het treasurystatuut. De derivatenportefeuille wordt
met behulp van rekenmodellen continu gemonitord
en periodiek besproken in bijeenkomsten van de
treasurycommissie. Hierbij is doorlopend aandacht voor
de marktwaarde van de portefeuille en de liquiditeitsbuffer
in relatie tot het liquiditeitsrisico.
TOEZICHTBELEMMERENDE BEPALINGEN DERIVATEN
Wonen Limburg beschikt per 31 december 2013 bij
BNP Paribas en Citibank over financiële derivaten met
clausules die de uitoefening van het toezicht op Wonen
Limburg kunnen belemmeren. Overeenkomstig de
beleidsregels van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties is een plan van aanpak opgesteld
om de derivatenportefeuille voor wat betreft deze
financiële derivaten met voornoemde clausules binnen
een redelijkerwijs haalbaar te achten termijn af te bouwen.
Het plan van aanpak is gepresenteerd aan het CFV en er
wordt inmiddels uitvoering aan gegeven.
Ultimo 2013 heeft Wonen Limburg de volgende
bankgaranties afgegeven:
BANKGARANTIES(€)
B ankgarantie ten gunste van Gemeente Sittard
75.000
Bankgarantie ten gunste van Gemeente Helden
250.000
Bankgarantie ten gunste van Gemeente Maasgouw
348.600
B ankgarantie ten gunste van Gemeente Roermond
218.750
73
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN
EN NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA
A
VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN
E
KRANEVELD BV
•Obligo aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw
uit hoofde van een door het Fonds geborgde lening,
die opeisbaar wordt indien blijkt dat het aan het
Fonds betaalde disagio niet voldoende is om de
aanspraken op het fonds te dekken. Ultimo van het
jaar bedraagt het obligo € 32.555.000.
•Verplichtingen uit de Wet Ketenaansprakelijkheid,
voor de betaling van premies op grond van
werknemers- en volksverzekeringen en van
loon- en omzetbelasting bij uitbesteding van
werk respectievelijk inlenen van arbeidskrachten
(zijn er aanwijzingen dat de corporatie zal worden
aangesproken dan dient voor dit risico een
voorziening te worden getroffen).
Stichting Wonen Limburg heeft per 20-4-1995 een
overeenkomst gesloten met Haegens Beheer BV tot
de verkoop en levering van diverse bouwpercelen.
Hiervoor heeft de Stichting Wonen Limburg en
Haegens Beheer BV per 25 oktober 1995 de
besloten vennootschap Kraneveld opgericht.
Levering zal plaatsvinden op een nader te bepalen
datum. Ultimo 2013 bedraagt de waarde van deze
bouwpercelen € 504.000. In verband met het
faillissement van Haegens Beheer BV in 2013 vindt
vooralsnog geen levering van bouwpercelen plaats
aan Kraneveld BV.
BPM-VERPLICHTINGEN
In het kader van projecten zijn er ultimo het boekjaar
verplichtingen aangegaan tot een bedrag van
€ 35.153.704,64.
Stichting Wonen Limburg staat met ingang van
1 januari 2008 aan het hoofd van de fiscale eenheid
voor de vennootschapsbelasting waarin verder
zijn opgenomen Wonen Limburg Beleggingen
BV, Wonen Limburg Holding BV, Wonen Limburg
Beheer Deelnemingen BV, Wonen Limburg
Energie BV, Wonen Limburg Participaties BV.
Deze neemt de over het resultaat af te dragen
vennootschapsbelasting voor de gehele fiscale
eenheid voor haar rekening. Er vindt geen
verrekening plaats met de andere deelnemers
van de fiscale eenheid. Op grond van het feit dat
Stichting Wonen Limburg deel uit maakt van de
fiscale eenheid is zij hoofdaansprakelijk voor de
belastingschuld van de fiscale eenheid.
D
GAFGESLOTEN LENINGSOVEREENKOMSTEN MET
•Eventuele leaseovereenkomsten.
•Eventuele verkopen ontwikkelingsrechten/
bouwgronden.
•Eventuele financieringstransacties (reeds afgesloten
geldleningen etc.).
•Eventuele relaties met nevenstructuur (borgstelling,
bankgaranties etc.).
C
AANGEGANE VERPLICHTINGEN PROJECTEN
VOF “LOVERBOSCH”
FFISCALITEIT
UITGESTELDE STORTING
In het kader van de overeenkomst met VOF
“Loverbosch” heeft Wonen Limburg de verplichting
om de gronden die zij in haar bezit heeft te leveren
voor de gezamenlijke realisatie en ontwikkeling van
dit project. De samenwerkende partner heeft zich
middels een concerngarantie mede garant gesteld
voor eventuele toekomstige waardeveranderingen.
De waarde van de gronden bedraagt € 1,6 miljoen.
74
In 2013 zijn geen leningen afgesloten met
uitgestelde stortingsdata.
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
5.1.6 TOELICHTING OP DE WINST- EN VERLIESREKENING
(x € 1.000,-)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
2013
2012
133.625
125.951
13HUUROPBRENGSTEN
Huuropbrengsten vastgoed in exploitatie
Woningen en woongebouwen
Onroerende zaken, niet zijnde woningen
4.234
3.793
137.859
129.744
-2.779
-2.822
135.080
126.922
Af: huurderving:
Wegens leegstand/ oninbaar
Subtotaal huuropbrengsten vastgoed in exploitatie
De nettohuur-opbrengst ten opzichte van het vorig boekjaar is gestegen als gevolg van:
a. de jaarlijkse huurverhogingen per 1 juli (voor 2013 4% voor woningen)
3.815
b. het in exploitatie nemen van nieuwe of aangekochte woningen en woongebouwen
4.016
118
c. huurverhoging als gevolg van aanleg centrale verwarming en verbetering van woningen
50
d. huurvast
680
e. huurharmonisatie
f. verkoop woningen
-464
g. sloop
-133
33
h. overig
8.115
De huurderving bedraagt 2,02% (vorig boekjaar: 2,17%) van de netto jaarhuur.
14
OPBRENGSTEN SERVICECONTRACTEN
Leveringen en diensten
6.749
6.581
Huurdersonderhoud e.d.
1.196
1.112
-251
-100
7.694
7.593
Te verrekenen met huurders
-1.066
-1.050
Totaal opbrengsten servicecontracten
6.628
6.543
0
1
Af: vergoedingsderving wegens leegstand
De vergoedingen zijn gebaseerd op de geraamde c.q. werkelijke kosten en worden jaarlijks,
indien noodzakelijk, aangepast.
De vergoedingsderving bedraagt 3,17% (vorig boekjaar 1,30%) van de vergoeding.
15OVERHEIDSBIJDRAGEN Bijdragen van de gemeente in de exploitatietekorten van
woningaanpassing mindervaliden:
75
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
16
2013
2012
13.113
11.839
NETTO VERKOOPRESULTAAT VASTGOEDPORTEFEUILLE
Vastgoed in exploitatie
Opbrengst verkopen bestaand bezit
-587
-465
Af: boekwaarde o.b.v. bedrijfswaarde
-6.914
-10.514
Verkoopresultaat bestaand bezit o.b.v. bedrijfswaarde
5.612
860
Vrijval herwaarderingsreserve a.g.v. verkopen
5.205
8.495
10.817
9.355
0
-1.189
10.817
8.166
-1
-185
0
-318
Af: directe toerekende kosten
Verkoopresultaat bestaand bezit
Waardevermindering “kopen dichterbij”
Totaal verkoopresultaat onroerende zaken bestaand bezit
Verkoopopbrengsten vanuit projecten
Mutatie onderhandenwerk
Grondposities
Resultaat verkoop MVA in ontwikkeling
246
-84
Totaal verkoopresultaat projecten
245
-588
11.062
7.578
Vastgoedontwikkeling
2.219
2.555
ERP
1.513
162
3.732
2.717
Totaal nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille
17
GEACTIVEERDE PRODUCTIE TEN BEHOEVE VAN HET EIGEN BEDRIJF
Toegerekend aan (im)materiële vaste activa:
18
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Vergoedingen voor algemeen beheer en administratie
BTW 2012, 2011, 2010 resp. BTW 2005 t/m 2009
Overige baten
76
548
502
1.284
1.111
717
630
2.549
2.243
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
BEDRIJFSLASTEN
19
2013
2012
AFSCHRIJVINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVAEN VASTGOEDPORTEFEUILLE
Onroerende zaken in exploitatie o.b.v. bedrijfswaarde
52.773
39.820
Vrijval herwaarderingsreserve t.g.v. afschrijvingen
-22.769
-10.134
Subtotaal afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie
30.004
29.686
1.484
1.354
31.488
31.040
Onroerende en roerende overige zaken ten dienste van de exploitatie
Totaal afschrijvingen op (im)materiële activa en vastgoedportefeuille
20OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA
EN VASTGOEDPORTEFEUILLE
Afwaardering naar (duurzaam) lagere bedrijfswaarde (bestaand)
22.801
268
Teruggenomen afwaarderingen voorgaande jaren
-49.451
-16.572
Overige waardeveranderingen onroerende zaken in exploitatie
-26.650
-16.286
Dotatie/vrijval voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
12.099
20.163
Overige waardeveranderingen onroerende zaken t.d.v. exploitatie
0
-76
7.393
1.944
19.492
22.031
7.425
1.462
267
7.207
Grondwaarden, projectkosten en haalbaarheidsonderzoeken
Overige waardeveranderingen onroerende zaken in ontwikkeling
Mutatie voorziening afwaardering grondwaarden
77
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
21
LONEN EN SALARISSEN
Salarissen
Ontvangen ziekengeld
2013
2012
13.143
12.606
-100
-168
13.043
12.438
Werknemers: Ultimo 2013 had de corporatie 284
(vorig boekjaar 268) werknemers in dienst. Het aantal
herleid op full-time basis bedraagt ultimo boekjaar 251,9
(vorig boekjaar 251,8). Gemiddeld genomen had de
corporatie in 2013 289 (vorig boekjaar 293) werknemers
in dienst. Het aantal herleid op full-time basis bedraagt
gemiddeld boekjaar 244,19 (vorig boekjaar 252,85).
Bezoldiging van bestuurders: De bezoldiging van de
bestuurders over het boekjaar 2013 bedroeg € 384.166.
(x € 1.000,-)
22
2013
2012
1.882
1.860
2.456
2.361
SOCIALE LASTEN
Sociale lasten (excl. pensioenlasten)
23PENSIOENLASTEN
Pensioenlasten
PENSIOENREGELING VAN DE STICHTING PENSIOENFONDS
VOOR DE WONINGCORPORATIES (SPW)
•De pensioenregeling van SPW is een toegezegdepensioenregeling.
•De werkgever heeft in het geval van een tekort
bij SPW geen verplichting tot het voldoen van
aanvullende bijdragen anders dan hogere
toekomstige premies.
•De pensioenregeling is zodoende verwerkt
als toegezegde-bijdrage regeling en alleen de
verschuldigde premies tot en met het einde van het
boekjaar zijn in de jaarrekening verwerkt.
•Ultimo 2013 bedraagt de geschatte dekkingsgraad
van het SPW 114%.
78
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
24
ONDERHOUDSLASTEN 2013
2012
Kosten niet planmatig onderhoud
6.824
6.876
Kosten planmatig onderhoud
21.950
24.739
Totaal onderhoudslasten
28.774
31.615
De onderhoudskosten voor het vastgoed in exploitatie zijn te verdelen in:
21.950
24.739
Mutatieonderhoud
1.611
1.890
Klachtenonderhoud
5.213
4.986
28.774
31.615
2.050
587
Overige goederen, leveringen en diensten
5.462
5.438
Huuronderhoud e.d.
1.192
1.130
6.654
6.568
6.905
6.670
Verzekeringen
635
563
Dotatie/Vrijval voorziening huurdebiteuren
381
511
Gas, water, elektra leegstand
226
140
5.188
400
Planmatig onderhoud
25LEEFBAARHEID
Leefbaarheid
26
LASTEN SERVICECONTRACTEN
Totaal lasten servicecontracten
27
OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
Directe bedrijfskosten
Belastingen
Saneringssteun
Verhuurdersheffing
Dotatie voorziening WS Weert
Dotatie reorganisatievoorziening
Overige lasten
415
0
0
76
34
294
1.287
1.471
15.071
10.125
458
651
Huisvestingskosten
Huur kantoorgebouwen
88
203
Gas, water en elektra
230
229
Schoonmaakkosten
246
311
22
32
Onderhoud kantoorgebouwen en werkplaatsen
Belasting en verzekeringen
Overige huisvestingskosten
295
179
1.339
1.605
Kosten beleidsorganen
Presentie- en vacatiegelden Raad van Commissarissen
Kosten participatie
Overige bestuurskosten
95
84
155
228
35
54
285
366
De bezoldiging van de commissarissen bedroeg € 94.669.
79
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
2013
2012
2.538
3.324
824
875
1.073
567
50
3
Overige personeelskosten
Kosten uitzendkrachten en inleenkrachten
Reiskostenvergoeding
Opleidingskosten
Wervingskosten
Personeelsvergoedingen
Overige personeelskosten
45
34
297
399
4.827
5.202
Algemene kosten
Kosten vervoermiddelen
Kosten automatisering
Bankkosten
Kantoorartikelen en drukwerk
389
288
2.551
2.485
96
105
77
140
Huur fotokopieer-/printapparatuur
117
186
Porti en telefoon
740
654
84
132
Kantinekosten
230
151
Contributies en abonnementen
331
311
Kosten externe controle
172
127
Externe dienstverlening
2.368
1.935
781
1.252
Advertentiekosten
Promotie en voorlichting
Overige algemene kosten
TOTAAL OVERIGE BEDRIJFSLASTEN
2.422
1.965
10.358
9.731
31.880
27.029
100.000
91.154
Honorarium accountant (in euro’s)
1. Onderzoek jaarrekening
87.259
32.219
3. Andere niet controle diensten
334.942
60.659
Totale honoraria accountant
522.201
184.032
2. Advieskosten fiscaal terrein
In 2013 heeft Deloitte in opdracht van Wonen Limburg een aantal extra
werkzaamheden verricht. De stijging van de niet-controle diensten wordt
hoofdzakelijk veroorzaakt door de werkzaamheden bij de processen
ketensamenwerking € 131 duizend, conversie Aetrium € 62 duizend,
Due dilligence € 42 duizend, risicomanagement € 39 duizend, advies in
kader van aankoop vastgoedtransactie Mooiland € 29 duizend en overige
€ 32 duizend.
28NIET GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEUILLE
Waardevermeerdering commercieel vastgoed in exploitatie
Waardevermindering commercieel vastgoed in exploitatie
Waardeverandering vastgoed bestemd voor verkoop
TOTAAL NIET-GEREALISEERDE WAARDERVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE
80
13.619
7.472
-12.727
-9.629
892
-2.157
-13
-47
879
-2.204
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
2013
2012
29WAARDEVERANDERINGEN VAN FINANCIËLE VASTE ACTIVA,
VAN EFFECTEN EN VAN VERPLICHTINGEN
Waardeveranderingen van financiële vaste activa
-5.770
-511
Totaal waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten
-5.770
-511
157
322
20
28
De waardeverandering van financiële vaste activa is gevolg van een getroffen
voorziening ad. € 5.832 op de totale vordering van het WIF en de vrijval van de
gevormde voorziening Woningstichting Weert ad. € 62 duizend. 30OPBRENGSTEN VAN VORDERINGEN DIE TOT DE VASTE ACTIVA BEHOREN
EN VAN EFFECTEN
Renteopbrengsten leningen
Renteopbrengsten BWS-subsidie
Rente Wonen Limburg Holding B.V.
Totaal opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
31
Rente spaar- en beleggingsrekeningen
Geactiveerde rente onroerende zaken in ontwikkeling
Overige rentebaten
0
2
126
433
3.630
3.409
8
523
3.764
4.367
-29.490
-27.977
RENTELASTEN EN SOORTGELIJKE KOSTEN
Rente leningen overheid en kredietinstellingen
Overig
Totaal rentelasten en soortgelijke kosten
33
133
483
ANDERE RENTEBATEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN
Rente rekening-courant banken
32
40
217
-289
-104
-29.779
-28.081
BELASTINGENRESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING
0
0
Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. woningverkopen
-386
2.545
Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. waarderingsverschil leningen
-269
-330
0
0
-655
2.215
Vennootschapsbelasting 2013 en 2012
Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. voorwaartse verliescompensatie
Door de waarderingsverschillen tussen de fiscale en
commerciële activa van het vastgoed en tussen de
commerciële en fiscale waarde van de leningen onstaat er
een actieve belastinglatentie. Het toepasbare tarief voor
de acute vennootschapsbelasting is 25%.
Wonen Limburg maakte tot en met het boekjaar 2011
gebruik van de ANBI status. Hierdoor kunnen fiscale
resultaten over de periode 2008 tot en met 2011
worden afgeroomd en worden toegevoegd aan de
zogenoemde herbestedingsreserve. Er was dan ook geen
vennootschapsbelasting verschuldigd. Vanaf 1 januari
2012 vervalt de ANBI status. Op basis van de fiscale
meerjarenprognose bestaat de mogelijkheid om alsnog
81
de fiscale winsten te drukken door te opteren voor de
methode van afwaarderen van het bezit op basis van de
WOZ-waarde. Indien voor deze methode in de aangifte
2012 wordt gekozen is over een periode van 2008 tot
en met 2012 ongeveer € 245 miljoen beschikbaar voor de
verliesverrekening waardoor er momenteel een latente
vordering op de Belastingdienst bestaat van ongeveer
€ 61 miljoen. De vordering is niet opgenomen daar deze
nog onzeker is.
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
(x € 1.000,-)
34
RESULTAAT DEELNEMINGEN
2013
2012
-1
-1
Resultaat deelneming Wonen Limburg Holding B.V.
-495
-130
Resultaat deelneming Kraneveld B.V.
-132
-45
Resultaat deelneming Wonen Limburg Beleggingen B.V.
Resultaat deelneming Cooperatieve Vereniging “Thuis in Limburg” U.A.
-91
-79
-719
-255
5.1.7 OVERIGE TOELICHTING EN ONDERTEKENING
VAN DE JAARREKENING
WET NORMERING TOPINKOMENS (WNT)
Op 1 januari 2013 is de Wet Normering
Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
(WNT) in werking getreden. De WNT stelt een maximum
aan de bezoldiging van bestuurders en hoogste
leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector
en bevat regels over het openbaar maken van de
bezoldiging. Woningcorporaties vallen in het strengste
regime. Daarbij mag de beloning van de bestuurders
en hoogste leidinggevenden niet uitstijgen boven een
maximum bezoldigingsnorm. De ontslagvergoeding wordt
gemaximeerd op € 75.000.
Op 4 februari 2014 is tevens de Aanpassingswet WNT
aangenomen door de Tweede Kamer en hierbij tot
Wet verheven en in werking getreden. De maximum
bezoldigingsnorm bij een voltijdsdienstverband bedraagt
in 2013 voor functionarissen bij woningcorporaties ten
hoogste € 228.599. Op 29 november 2013 heeft minister
Blok de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen
toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 vastgesteld
(WNT-staffel). Deze regeling gaat in per 1 januari 2014.
82
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
Op grond van het voorgaande kwalificeren de volgende
personen als topfunctionaris van Stichting Wonen Limburg:
BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN EN GEWEZEN TOPFUNCTIONARISSEN (BEDRAGEN VOOR DE RVC-LEDEN ZIJN EXCLUSIEF BTW)
NAAM
DUUR DIENSTVERBAND
FUNCTIE
BELONING (€)
BELASTBARE KOSTEN
PENSIOENAFDRACHT (€)
VERGOEDINGEN (€)
(VOORZIENINGEN
BETAALBAAR OP TERMIJN)
W.N. Hazeu
Bestuurder
tot 15-01-2015
150.644
34.368
G.G.M.P. Peeters
Bestuurder
tot 15-01-2015
163.262
35.892
G.C.P. Dijk
Lid van RvC
tot 01-07-2013
5.075
Voorzitter RvC
vanaf 01-07-2013
1.310
tot 01-07-2017
6.850
B.J. Krouwel
Voorzitter RvC
tot 01-07-2013
6.750
P.J.L. Verbugt
Vice voorzitter RvC
tot 31-08-2013
6.909
95
J.T. Coppus
Lid RvC
tot 01-07-2015
10.150
245
H. Doedel
Lid RvC
tot 01-07-2017
10.150
357
T.J. Houbiers
Lid RvC
tot 01-07-2015
10.150
768
H.J.A. Schroën
Lid RvC
tot 01-07-2013
5.075
407
I.M. Koopmans
Lid RvC
tot 01-07-2017
4.806
P.H.M. Smeets
Lid RvC
tot 01-07-2017
4.806
2.596
In 2013 hebben geen beëindigingsuitkeringen plaatsgevonden.
ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING
De jaarrekening is opgemaakt d.d. 24 juni 2014.
De jaarrekening is vastgesteld in de vergadering van de
Raad van Commissarissen van 24 juni 2014.
Bestuur
Raad van Commissarissen
G.G.M.P. Peeters
W.N. Hazeu
J.T. Coppus
T.J. Houbiers
I.M. Koopmans
P.H.M. Smeets
83
H. Doedel
G.C.P. Dijk
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
5.2 OVERIGE GEGEVENS 2013
5.2.1 OVERIGE GEGEVENS
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE
ACCOUNTANT
Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen
verklaring.
STATUTAIRE WINSTBESTEMMING
In de statuten van Wonen Limburg is geen regeling
opgenomen omtrent de winstbestemming.
RESULTAATBESTEMMING 2012
De jaarrekening 2012 is vastgesteld in de vergadering van
de Raad van Commissarissen gehouden op 20 juni 2013.
De vergadering heeft de bestemming van het resultaat
vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel.
VOORSTEL RESULTAATBESTEMMING 2013
De raad van bestuur stelt vast dat het resultaat van het
lopend boekjaar wordt toegevoegd/onttrokken aan de
overige reserves. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening
verwerkt ten gunste respectievelijk ten laste van de
overige reserves.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
Kabinetsbeleid
In het in 2013 gesloten woonakkoord zijn diverse
maatregelen opgenomen die ook Stichting Wonen Limburg
treffen. Deze maatregelen betreffen onder meer:
•de Wet verhuurderheffing. Deze wet geldt voor
alle verhuurders met meer dan 10 huurwoningen
in de gereguleerde sector. De heffing loopt naar
verwachting op naar € 1,7 miljard in 2017;
•een door het Centraal Fonds Volkshuisvesting
(CFV) opgelegde heffing voor saneringssteun, voor
2013 was € 5.188 miljoen (op basis van het aantal
VHE’s: € 225 per zelfstandige eenheid en € 115
per onzelfstandige eenheid). Het CFV heeft reeds
aangegeven dat rekening gehouden moet worden
met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014
tot en met 2018 van respectievelijk 3%, 3%, 2%, 1% en
1% van de jaarlijkse huursom.
84
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
De verwachte financiële gevolgen voor Stichting
Wonen Limburg bedragen:
JAAR
VERHUURDERSHEFFING (€)
SANERINGSSTEUN (€)
2014
12.286.000
4.338.000
2015
14.349.000
4.599.000
2016
15.508.000
3.235.000
2017
16.620.000
1.704.000
2018
1.774.000
Stichting Wonen Limburg heeft de gevolgen van het
kabinetsbeleid doorgerekend in haar kasstroomprognoses.
Hiervoor verwijzen wij volledigheidshalve ook naar ons
jaarverslag, hoofdstuk 4. De conclusie van Stichting
Wonen Limburg naar aanleiding van deze berekeningen
luidt dat zij aan de verwachte heffingen zal kunnen blijven
voldoen. Dit laat onverlet dat in het licht van de gewenste
beheersing van de woonlasten een verdere reductie van
de beheerskosten een prioritaire opgave voor Wonen
Limburg vormt.
Fusie met Woningstichting Urmond
Wonen Limburg heeft de intentie om met Woningstichting
Urmond te fuseren. Inmiddels zijn de interne onderzoeken
afgerond (due diligence) en gaven de beide Raden van
Commissarissen groen licht voor de fusie. Om het besluit
te bekrachtigen is door de bestuurders op 5 februari het
fusiedocument getekend. Nu is het aan het Ministerie van
Binnenlandse Zaken om haar fiat te geven. Het Ministerie
zal hiervoor ook te rade gaan bij het CFV. Het WSW heeft
inmiddels haar goedkeuring gegeven. Als alles volgens
planning verloopt, is de verwachting op 1 augustus 2014
de fusie bij de notaris vast te kunnen leggen. Op verzoek
van Woningstichting Urmond is een fusietraject opgestart.
Aanleiding hiervoor is het waarborgen van het voortbestaan
en een aansluiting te vinden bij een sterke organisatie.
85
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
5.2.2 CONTROLE VERKLARING VAN DE
ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan de Raad van Commissarissen van Stichting Wonen
Limburg te Roermond.
VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING
Wij hebben de, in hoofdstuk 5.1 van het jaarverslag 2013
opgenomen, jaarrekening 2013 van Stichting Wonen
Limburg te Roermond gecontroleerd. Deze jaarrekening
bestaat uit de balans per 31 december 2013, de winsten verliesrekening over 2013, het kasstroomoverzicht
2013 en de toelichting op de jaarrekening 2013,
waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde
grondslagen voor financiële verslaggeving en andere
toelichtingen.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET BESTUUR
Het bestuur van de toegelaten instelling is
verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening
die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te
geven in overeenstemming met het in Nederland geldende
artikel 26, eerste lid van het Besluit beheer socialehuursector (Bbsh), richtlijn 645 van de Raad voor de
Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en
semipublieke sector WNT, alsmede voor het opstellen van
het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland
geldende artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn
645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opmaken
van de jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van
financiële rechtmatigheid zoals opgenomen in het
Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT.
Het bestuur van de toegelaten instelling is voorts
verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als
het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening
en de naleving van die WNT-eisen van financiële
rechtmatigheid mogelijk te maken zonder afwijkingen van
materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel
over de jaarrekening op basis van onze controle.
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming
met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse
controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek
A van bijlage III bij het Bbsh en de Beleidsregels
toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT.
Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende
ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig
plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid
86
wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van
materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden
ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen
en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde
werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant
toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het
inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking
van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de
accountant de interne beheersing in aanmerking die
relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor
het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving
van de WNT-eisen financiële rechtmatigheid, gericht op
het opzetten van controlewerkzaamheden die passend
zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen
hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking
te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing
van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens
het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte
grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte
WNT-eisen van financiële rechtmatigheid en van de
redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten
instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie
van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
controle-informatie voldoende en geschikt is om een
onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
OORDEEL
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw
beeld van de grootte en de samenstelling van het
vermogen van Stichting Wonen Limburg per 31 december
2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming
met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn
645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de
Beleidsregels toepassing WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening 2013
in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet
aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid,
zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de
Beleidsregels toepassing WNT.
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
BENADRUKKING VAN DE TOELICHTING OP DE
BEDRIJFSWAARDE IN DE JAARREKENING
Wij vestigen de aandacht op pagina 55 van de toelichting
van de jaarrekening, waarin is uiteengezet dat Stichting
Wonen Limburg bij het bepalen van de bedrijfswaarde
voor wat betreft de verhuurdersheffing en de
inkomensafhankelijke huurverhoging is afgeweken
van de uitgangspunten die het Waarborgfonds Sociale
Woningbouw (WSW) hiervoor hanteert en hetgeen
hieromtrent in de praktijkhandleiding voor het toepassen
van Richtlijn 645 is vastgelegd. Deze situatie doet geen
afbreuk aan ons oordeel.
VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE BIJ OF KRACHTENS
DE WET GESTELDE EISEN
Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat
betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij
dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding
van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat
kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing
zijnde bepalingen van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1
onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde
gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat
het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen,
verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel
391 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Maastricht Airport, 30 juni 2014
Deloitte Accountants B.V.
Was getekend:
L.M.M.H. Banser RA RC EMFC
87
5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS
6.
VERANTWOORD
BESTUREN
6.1 BESTUUR
Wonen Limburg maakte onder leiding van de bestuurders,
Wim Hazeu en Ger Peeters, eind 2012 een aanzet voor
een geheel nieuw strategisch plan, hetgeen geresulteerd
heeft in het Strategisch Plan 2013-2017. Hierin is
beschreven dat Wonen Limburg zich ontwikkelt van een
vastgoedgestuurde organisatie naar een vraaggestuurde
organisatie. Daarin staat de mens centraal. We zien ons
vastgoed als een middel om maatschappelijke doelen
te bereiken. Het blijvend huisvesten van de primaire
doelgroep en het leefbaar houden van wijken en
dorpen worden door Wonen Limburg als belangrijkste
overkoepelende opgaven gezien.
De essentie van ons handelen is kort en krachtig samen
te vatten: ‘Mensen een thuis bieden’. Ieder mens heeft
recht op een thuis. Met onze bijdrage aan de leefomgeving
kunnen we een verschil maken in een mensenleven.
Door samenwerking vergroten we de zelfredzaamheid van
mensen in onze maatschappij. Zo creëren we met elkaar,
voor iedereen een thuis.
Het begrip ‘thuis’ vullen we op 3 manieren in:
THUIS IN MIJN HUIS
Onze huurders voelen zich thuis in hun eigen huis.
Een passende en betaalbare woning waarin ruimte is voor
rust en ontspanning. Een eigen plek waar je jezelf kunt
zijn en die je kunt vormgeven zoals jij dat graag wilt.
THUIS IN MIJN BUURT
Niet alleen het huis, maar ook de woonomgeving bepaalt
of je je thuis voelt. Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld
veiligheid en sociale contacten. Wonen Limburg stimuleert
ontmoeting en samenwerking tussen buurtbewoners.
Dat bereiken we onder andere door het inzetten van
bewonersbudgetten en het oprichten of ondersteunen
van zogenaamde coöperaties. Hiermee worden groepen
bedoeld die vanuit een gedeeld belang samenwerken.
88
Dit doen zij door zichzelf te organiseren.
Ook maatschappelijke organisaties kunnen deel
uitmaken van een coöperatie. Voldoende invloed
en zeggenschap van de deelnemende partijen leidt
ertoe dat er besluitvorming ontstaat in het belang
van de gemeenschap.
THUIS BIJ WONEN LIMBURG
Dat thuisgevoel geldt natuurlijk ook voor het thuis
van Wonen Limburg, ons Wonen Limburg Huis, onze
buurtwinkels en onze medewerkers in de wijken en
buurten. Iedereen is van harte welkom en we maken van
onze dagelijkse dienstverlening iets bijzonders. Of het
nu gaat om de sleuteloverdracht van de huurwoning,
het oplossen van klachten of het meedenken met
huurders over zaken die hen bezighouden.
Om onze essentie te kunnen waarmaken hebben we
vijf thema’s benoemd, allemaal verbonden aan de
‘thuisgedachte’. De vijf strategische thema’s vormen
het uitgangspunt voor de verdere uitwerking in
doelstellingen en activiteiten. Hieronder leest u wat onze
vijf strategische thema’s zijn en wat we op deze gebieden
in 2013 zoal bereikten. In hoofdstuk 1 vertelden we wat
uitgebreider over hoe we in 2013 invulling gaven aan onze
strategische koers.
De strategische thema’s zijn:
THEMA 1 VAN BUITEN NAAR BINNEN
Wonen Limburg pakt haar maatschappelijke opgave op.
We kennen en begrijpen onze omgeving. We weten wat
er speelt. Dat vereist een proactieve houding. Wij zoeken
steeds de verbinding met externe partijen om ons netwerk
te verbreden en te versterken.
6. VERANTWOORD BESTUREN
Wat we in 2013 zoal bereikten:
• we bezochten ruim 30 wijken met ons mobiele
buurthuis via onze Wonen Limburg Tour;
• we belden op de dag van de duurzaamheid aan bij zo’n
4.000 huurders voor een praatje;
• we maakten met diverse gemeenten weer nieuwe
prestatieafspraken;
• we legden de basis voor een duurzame strategische
samenwerking met enkele zorgpartijen wat
resulteerde in een convenant met twee partijen;
• we hielden een lezersonderzoek voor ons magazine
“In de buurt van…”.
THEMA 2 VASTGOED ALS MIDDEL
Prettig wonen begint bij een goede, betaalbare woning.
Maar we zien het niet als een doel op zich. Ons
vastgoed is een middel om maatschappelijke doelen
te verwezenlijken. Het moet aansluiten bij wat de
(toekomstige) huurder wenst.
Wat we in 2013 zoal bereikten:
•
•
•
•
•
we zetten actieve marketing om de leegstand terug te
dringen, vooral voor wat betreft de duurdere huur;
we kochten 956 huizen van Mooiland over zodat deze
huizen beschikbaar blijven in de sociale huisvesting;
we bouwden 430 nieuwe huizen en diverse
psychogeriatrische woonvoorzieningen;
we pakten ruim 700 huizen energetisch aan;
we brachten onze leveranciers voor niet-planmatig
onderhoud terug van 260 naar acht.
THEMA 3 DE SAMENLEVING BETER
Dit thema richt zich op het vooruit helpen van huurders
in het gebied waar ze wonen, niet op de individuele
huurder. Samen met de belanghebbende partijen in het
maatschappelijk speelveld investeren we in activiteiten
die bijdragen aan belangrijke maatschappelijke effecten
zoals elkaar ontmoeten, leren, werken en ontspannen.
THEMA 4 ONZE HUURDER TEVREDEN
Wonen Limburg staat dicht bij haar huurders. We spannen
ons in om hun wensen en behoeften te kennen.
Uitsluitend contacten bij standaardmomenten vinden
we niet genoeg. We doen dit vooral door in gesprek te
gaan, mensen actief op te zoeken. We streven naar een
vergaande vorm van huurdersparticipatie. Daarbij zoeken
we naar zogenaamde huurderstalenten: mensen die graag
met Wonen Limburg meedenken.
Wat we in 2013 zoal bereikten:
• we betrokken huurders bij ons beleid met behulp
van klantenpanels en gesprekken met leden van de
huurdersorganisaties;
• we wisten de gemiddelde wachttijd van ons
WoonAdviesteam te verkorten tot één minuut en
tien seconden;
• we behaalden een gemiddelde score van een 7,5 bij
de meting van het KWH op de onderdelen klantcontact,
verhuizen, klachten behandelen en onderhoud.
Daarmee behouden we ook voor 2014 weer ons
KWH-label.
THEMA 5 ZAKELIJK EN PROFESSIONEEL
Onze organisatie staat als een huis. Tegelijkertijd zijn we
werkzaam in een dynamische sector en staat de wereld
om ons heen niet stil. We hebben continu te maken met
veranderingen, dus ook onze organisatie heeft periodiek
onderhoud nodig.
Wat we in 2013 zoal bereikten:
•
•
•
we brachten onze beheerkostennorm terug
van € 1.498 naar €1.355 per verhuureenheid;
onze managers volgden een management
development programma;
we implementeerden een nieuw primair
systeem (SAP).
Wat we in 2013 zoal bereikten:
In 2013 hadden we veel aandacht voor onze
speerpunten Duurzaamheid, Leefbaarheid, Wonen-zorgwelzijn, Wonen-leren-werken en Woonurgente groepen.
In paragraaf 2.3 leest u wat we op deze aandachtsgebieden gerealiseerd hebben.
89
6. VERANTWOORD BESTUREN
6.2 RAAD VAN COMMISSARISSEN
De Raad toetst of onze inzet maatschappelijk
verantwoord is. Aan de hand van het:
DE RAAD HEEFT 3 FUNCTIES
De Raad is toezichthouder, raadgever/belangenbehartiger
en werkgever tegelijk. Wie er in 2013 in de Raad zaten,
leest u in bijlage 1. Voor de Raad is het Strategisch Plan
2013-2017 een belangrijk toetsingskader. Hierin staat
op welke prioriteiten wij ons richten. En wat de opgaven
en activiteiten zijn die wij voor de komende jaren willen
ontplooien. Om zo onze huurders goed, betaalbaar en
prettig te laten wonen. En dan hebben we het niet alleen
over het huis zelf, maar ook over de woonomgeving.
DE RAAD GEEFT AANWIJZINGEN
De Raad kijkt of het bestuur haar taken goed uitvoert.
Hij geeft ook aanwijzingen als dat nodig is. We hanteren
een organisatiemodel waarbij we de taken en bevoegdheden van het bestuur en de Raad hebben vastgelegd.
Het model sluit aan op de richtlijnen van de
Governance Code.
DE RAAD HOUDT EEN OOGJE IN HET ZEIL
Leden van de Raad voerden enkele malen overleg met
huurdersorganisaties en de Ondernemingsraad.
•
•
•
Strategisch Plan;
portfolio- en voorraadbeleid
(‘Sturen op onze Vastgoedopgave’);
beleid voor beheer en dienstverlening.
Een goed financieel beleid is van groot belang om ook in
de toekomst het maatschappelijk doel (maatschappelijk
rendement) te kunnen realiseren. We moeten voor een
lange termijn garanderen dat we genoeg financiële
middelen hebben. Daarom hanteert de Raad normen
voor het rendement voor de onderscheiden segmenten.
Daarbij maakt hij een onderscheid tussen doelgroep
en niet-doelgroep (DAEB en niet-DAEB) en tussen
nieuwbouw en vervanging.
DE RAAD VERGADERT
In 2013 kwam de Raad zeven keer bij elkaar in een van
tevoren geplande bijeenkomst. Hij sprak één keer met
de Ondernemingsraad. Leden van de Raad voerden
tweemaal overleg met de huurdersorganisatie.
DE RAAD HEEFT COMMISSIES
DE RAAD NEEMT BELANGRIJKE BESLUITEN
De Raad stelt de kaders vast voor investeringen
in projecten. Hierbij gaat het om:
•nieuwbouw;
•herstructurering;
•renovatie.
In het kader van delegatie van bevoegdheden is het
bestuur gemandateerd binnen gestelde grenzen
(investeringen hoger dan 1 miljoen euro die niet
zijn opgenomen in de begroting, worden vooraf
ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd) en met
inachtneming van te stellen rendementseisen,
investeringen te fiatteren. De investeringen worden
gerapporteerd via de tertiaalrapportages. Projecten die
niet binnen het mandaat vielen werden binnen de Raad
besproken. In het verslagjaar werd bijzondere aandacht
geschonken aan:
•
•
•
•
•
•
90
het project Kerkstraat in Broekhuizenvorst;
het project Centrumplan Leende;
het monitoren van het organisatieveranderingsproces;
het BACO-project als nieuwe centrale huisvesting voor
Wonen Limburg zelf;
de aankoop van een deel van de bestaande
vastgoedportefeuille van Stichting Mooiland;
de voorgenomen fusie met Woningstichting Urmond.
De Raad heeft twee commissies. De Remuneratieen selectiecommissie komt met voorstellen aan de Raad
over de benoeming, vergoeding en arbeidsvoorwaarden
van bestuurders en commissarissen en voert
functioneringsgesprekken. Daarnaast fungeert de
Auditcommissie. Die rapporteert aan de Raad over
haar bevindingen op het gebied van onder meer:
•financiën;
•treasury;
• het interne beheerssysteem.
Beide commissies zijn niet bevoegd om besluiten
te nemen.
De Remuneratie- en selectiecommissie vergaderde
in 2013 vier keer.
De Auditcommissie kwam vijf keer bij elkaar in 2013.
Voor elke vergadering maakt de commissie een agenda
en een verslag. De Raad bespreekt het verslag. Als dat
nodig is, adviseert de Auditcommissie. In 2013 boog de
Auditcommissie zich onder meer over deze onderwerpen:
•
•
•
kwartaalrapportages c.q. tertiaalrapportages;
Strategisch Plan 2013-2017 en de begroting 2014;
het volgen van het “transformatieresultaat”:
verkopen van bestaand bezit en de realisatie van
nieuwe projecten;
6. VERANTWOORD BESTUREN
•
•
•
•
•
•
•
onderzoek financiële risico’s projecten en grondposities;
jaarrekening, het jaarverslag en het
accountantsverslag over 2012;
managementletter voor 2013 en de follow up daarvan;
toetsing van de toepassing van de Governance Code;
huisvesting nieuw hoofdkantoor;
treasury jaarplan;
de ontwikkeling van de (rente)derivatenportefeuille.
Tot slot evalueerde de Auditcommissie in positieve
zin het functioneren van de accountant, waarop door
de Raad besloten werd de controlerelatie in 2013 te
continueren. In 2014 zal wederom de door de Governance
Code voorgeschreven periodieke evaluatie van de
accountantsrelatie plaatsvinden.
DE RAAD IS SAMENGESTELD OP BASIS VAN
DESKUNDIGHEID EN ACHTERGROND
De omvang, samenstelling en activiteiten van de Raad
zijn gekoppeld aan de deskundigheid en achtergrond van
de leden. Een (her)benoeming van een lid van de Raad
gebeurt op basis van een actuele profielschets.
(integer ondernemen) hebben gehandeld, ongegrond.
DE RAAD BESLIST
De Raad nam in 2013 onder andere een besluit over:
•
•
•
•
•
het jaarverslag en de jaarrekening 2012,
inclusief haar deelnemingen;
de nieuwbouw en met name de herstructurering,
voor zover dit niet is gemandateerd aan het bestuur;
de herwaardering van projecten;
het portfoliobeleid;
de continuering van de accountantsrelatie in 2013.
Daarnaast wijdde de Raad aparte aandacht aan:
•
•
•
het treasury-jaarplan, inclusief de daarin opgenomen
derivatenportefeuille, en stelde vast dat een en
ander past in het daarvoor binnen Wonen Limburg
geformuleerde financierings- en renterisicobeleid;
het risicomanagement en de ontwikkeling daarvan
in het kader van een verdere professionalisering van
de bedrijfsvoering;
de implementatie van bedrijfssoftware van SAP.
Dit zijn de aandachtsgebieden van elk Raadslid:
DE RAAD KRIJGT INFORMATIE
•
•
•
•
externe verantwoording: de heer Krouwel tot aan zijn
aftreden, vervolgens opgevolgd door de heer Dijk;
huurdersorganisaties: mevrouw Houbiers en mevrouw
Verbugt tot aan haar aftreden, vervolgens opgevolgd
door de heer Smeets;
Ondernemingsraad: mevrouw Doedel en de heer
Schroën tot aan zijn aftreden, vervolgens opgevolgd
door de heer Dijk;
financiële bedrijfsvoering: de heer Coppus en de heer
Dijk tot aan zijn benoeming als voorzitter van de Raad,
vervolgens opgevolgd door mevrouw Koopmans.
GERECHTELIJKE PROCEDURE
Eind 2008 is ontslag verleend aan een commissaris.
Het ontslag heeft aanleiding gegeven tot een gerechtelijke
procedure waarbij enerzijds op formele gronden Wonen
Limburg in het ongelijk is gesteld en anderzijds door de
rechter is bepaald dat voor de ontslagen commissaris
geen terugkeer in de Raad is weggelegd. Wonen Limburg
is tegen het eerste deel van de rechterlijke uitspraak in
hoger beroep gegaan, waarbij de Raad zich tevens heeft
opengesteld voor een door de rechter voorgestelde
mediation om tot een minnelijke afronding van deze zaak
te komen. Partijen hebben daarin echter geen vergelijk
weten te bereiken. In april 2013 heeft het Hof Den Bosch
eindarrest gewezen, waarbij het Hof het vonnis heeft
bekrachtigd. In oktober 2013 verklaarde de AedesCodecommissie de klacht dat Wonen Limburg en haar RVC in
dezen in strijd met artikel 5 van de AedesCode
91
De Raad is afhankelijk van goede en betrouwbare
informatie om te kunnen functioneren. De Raad krijgt veel
informatie van het bestuur en de externe accountant.
Daarnaast zijn ook de volgende organisaties c.q. gremia
belangrijke bronnen van informatie voor de RvC:
• het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting;
• het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK);
• de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties
(VTW);
• de Woonbond;
•gemeenten;
• de pers;
•huurdersorganisaties;
• de Ondernemingsraad (onder andere Jaarverslag
Ondernemingsraad 2012);
• de medewerkers en het management van
Wonen Limburg.
De Raad heeft speciale aandacht voor informatie op het
gebied van:
•financiën;
• de werkorganisatie en de inrichting van de ICT;
•volkshuisvesting;
•maatschappij.
6. VERANTWOORD BESTUREN
De leden van de Raad kiezen zelf aan welke onderdelen
zij meedoen van het opleidingsplan of het cursusaanbod
van onder andere de Vereniging Toezichthouders
Woningcorporaties (VTW).
PERIODIEK VISITATIE-ONDERZOEK
De Raad en het bestuur hebben in 2012 opdracht
gegeven voor het uitvoeren van een maatschappelijke
visitatie op basis van de in de Stichting Visitatie
Woningcorporaties ondergebrachte 4.0 methodiek.
Het visitatie-onderzoek, uitgevoerd door het bureau
Ecorys, liep van september 2012 tot maart 2013.
Het visitatie-onderzoek spitste zich toe op een
vijftal onderdelen:
•
•
•
•
•
presteren naar ambities; (score 6,6, ruim voldoende)
presteren naar opgaven; (score 7, ruim voldoende)
presteren volgens belanghebbenden; (score 7,7
ruim voldoende)
presteren naar vermogen; (score 6,5, ruim voldoende)
presteren ten aanzien van governance. (score 6,6
ruim voldoende)
Het geïntegreerde eindoordeel van de visitatie-commissie
leidde tot een score van 6,9, waarbij men concludeerde
dat er met relatief kleine verbeteringen veel resultaat kan
worden geboekt. De commissie heeft te kennen gegeven
er vertrouwen in te hebben dat Wonen Limburg in staat
is de komende tijd invulling te geven aan de verdere
verbetering van de interne organisatie, het organiseren
van maatschappelijke betrokkenheid en het gezamenlijk
met de belanghebbenden invulling geven aan de
belangrijkste opgaven in het werkgebied.
ONZE RAAD FUNCTIONEERT ZO
De Raad beoordeelt zichzelf …
De Raad evalueerde ook in 2013 haar eigen functioneren
en de relatie met het bestuur. Naast deze zelfevaluatie
is er nadrukkelijk aandacht voor bijvoorbeeld mogelijke
samenloop van belangen ten aanzien van de individuele
commissarissen. De Raad vindt dat de leden ten opzichte
van elkaar en het bestuur onafhankelijk moeten zijn.
En dat besluiten onafhankelijk tot stand komen volgens
de criteria van de Governance Code. De Raad is van
mening dat er noch bij zijn leden, noch bij het bestuur in
2013 sprake was van samenlopende belangen.
Met het oog op het aftreden van drie commissarissen
in de loop van 2013 en de werving van twee nieuwe
commissarissen, zijn begin 2013 de reeds aanwezige
competenties binnen de Raad geïnventariseerd en
vervolgens de profielen voor de nieuw aan te trekken
leden besproken en vastgesteld. De werving van twee
nieuwe commissarissen is voor de zomer van 2013
afgerond en de nieuwe commissarissen, de heer
Smeets en mevrouw Koopmans, zijn per 1 juli 2013
benoemd.
Een permanent punt van aandacht blijft: opleiding,
kennis en het kunnen krijgen van transparante informatie
om goed overwogen besluiten te kunnen nemen. Ook de
dynamische ontwikkelingen in de volkshuisvesting blijven
aandacht vragen. Individuele commissarissen volgden
onder meer externe workshops ter verdieping van
actuele thema’s.
DE RAAD HEEFT OOK EEN ROL ALS WERKGEVER
De Raad beoordeelde het functioneren van haar
bestuurders over 2013. Najaar 2012 werd het
beloningsadviesbureau Hay Consultants ingeschakeld
om een herijking te doen op basis van de geldende
beloningscodes voor corporatiebestuurders en toezichthouders. De conclusie van dit onderzoek was
dat voor de inschaling van de bestuurders aanpassing
in de rede lag. De beoogde salarisaanpassing voor
beide bestuurders kon eind 2012 evenwel niet worden
geëffectueerd vanwege een door minister Blok ingestelde
beloningsregeling voor woningcorporaties. Met de
VTW (Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties)
en de NVBW (Nederlandse Vereniging Bestuurders
Woningcorporaties) heeft Wonen Limburg zich als partij
gesteld in een gerechtelijke procedure tegen deze
ministeriële regeling. De uitspraak van de rechtbank op
30 oktober 2013 in de gerechtelijke procedure heeft de
staffel uit de ministeriële regeling onrechtmatig en buiten
toepassing verklaard.
De bijstelling van de honorering van beide bestuurders
in 2013 heeft over de periode 2012-2013 in 2 stappen
plaatsgevonden naar het nieuwe niveau. De honorering
van beide bestuurders past binnen de geldende wet- en
regelgeving voor 2013.
Tot slot geldt binnen de Raad de afspraak dat de leden
het aan de hele Raad laten weten als ze een nieuwe
nevenfunctie willen vervullen. De Raad bekijkt dan of
de nevenfunctie niet leidt tot belangenverstrengeling.
92
6. VERANTWOORD BESTUREN
… onze maatschappelijke verantwoordelijkheid
OPBOUW VAN DE BELONING HUIDIGE BESTUURDERS
COMPONENTEN
2013
2013
(G. PEETERS)
(W. HAZEU)
163.262
150.644
35.892
34.368
199.154
185.012
Bruto loon
Pensioenafdracht (voorzieningen
betaalbaar op termijn)
Totaal
DE RAAD KRIJGT EEN VERGOEDING
Alle leden van de Raad kregen in 2013 een vaste
vergoeding. Het eerder genoemde beloningsonderzoek
Van Hay Consultants concludeerde dat honorering van
de Wonen Limburg-commissarissen plaatsvond volgens
de geldende VTW-honoreringscode. Gedurende 2013
vonden binnen de Raad twee herbenoemingen plaats,
waarop het overgangsrecht van de nieuwe ministeriële
honoreringsregeling van toepassing is. In bijlage 1 leest u
welke vergoeding voor iedere commissaris over het jaar
2013 van toepassing was.
De onderneming heeft een maatschappelijke status.
Dat geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid. In
de vergadering van 25 januari 2007 besloot de Raad om
de Governance Code Woningcorporaties ook bij Wonen
Limburg in te voeren. U vindt de code en de daarop
gebaseerde reglementen – inclusief integriteitscodeop onze website wonenlimburg.nl.
ONZE WAARDERING
De Raad voert haar toezichthoudende rol achter de
schermen uit. We vinden het belangrijk om over onze
taken verantwoording af te leggen. Vooral vanwege de
eis van onafhankelijkheid en het maatschappelijk belang
van ons werk. We waarderen de resultaten die Wonen
Limburg ook in 2013 weer bereikte. We waarderen alle
medewerkers en bedanken hen voor hun inzet in 2013!’
De Raad van Commissarissen
van Wonen Limburg
DE RAAD HEEFT SPECIALE AANDACHT VOOR …
… mensen met extra zorg
1.
Wij zijn er in eerste instantie voor mensen die niet
zelfstandig aan woonruimte kunnen komen. We willen
90 procent van onze betaalbare woningen verhuren
aan onze primaire doelgroep. Dat doel haalden we
in 2013. Maar we willen ons niet beperken tot het
aanbieden van woonruimte. Afhankelijk van de situatie
ondersteunen we graag maatschappelijke organisaties
met voor hen betaalbare huisvesting.
2.
Ook zijn we bereid om maatschappelijke taken op
ons te nemen in buurten en dorpen. Zoals onze
bijdrage aan het Masterplan Brukske-Venray en
het Wijkontwikkelingsplan Donderberg te Roermond,
initiatieven voor huisvesting van woonurgenten en de
realisatie van diverse gebouwen met seniorenwoningen.
3.
Projecten in het kader van zorg en wonen zijn
tegenwoordig een belangrijke opgave. Dit komt door de
vergrijzingstrend in Limburg. En de wens van ouderen
om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.
De Raad beoordeelt de voortgang van de
volkshuisvestelijke opgaven op grond van kwartaalen voortgangsrapportages.
93
6. VERANTWOORD BESTUREN
6.3 GEZAMENLIJK OVERLEG
HUURDERSORGANISATIES (GOH)
Het jaar 2013 was een jaar waarin veel nieuwe
beleidsvoornemens door Wonen Limburg werden
voorgesteld en ter advies aan het GOH zijn voorgelegd.
Als gevolg van de ontwikkelingen op de huurmarkt
en de reorganisatie binnen Wonen Limburg werd op
meerdere vlakken aanspraak gemaakt op de rol van het
GOH, was het GOH betrokken bij de voorbereiding van
de beleidsvoornemens en had men vooraf invloed op
de definitieve voorstellen. Enkele goede voorbeelden
daarvan zijn het Sociaal plan Renovatie, Sloop en
Herstructurering, Huurbeleid 2013, prestatieafspraken en
het beleid Niet Planmatig Onderhoud en Nieuwbouw.
In een aantal gevallen duurde het overleg langer dan
gewenst zoals bij het VvE-beleid, het mutatiebeleid,
de voortgang van de energieprojecten en het afsluiten
van een nieuwe Samenwerkingsovereenkomst.
ONDERSTEUNING BIJ KLACHTEN
Een aantal werkgroepen bleef ook in 2013 hun
adviserende en ondersteunende rol houden bij
beleidszaken. Het betreft de werkgroepen: huurbeleid,
servicekosten, communicatie, serviceabonnement
onderhoud, leefbaarheid en langlopende klachten.
Klachten die verder gingen dan het bekende kraanleertje
namen in aantal toe. De communicatie met Wonen
Limburg verliep voor een aantal huurders stroef en de
afhandeling duurde wel eens te lang. Hierdoor zagen de
Huurdersorganisaties zich genoodzaakt om meer dan in
het verleden huurders te ondersteunen bij de gang naar
de Huurcommissie dan wel de Geschillencommissie.
MOOILAND EN URMOND
Aan het eind van het jaar heeft het GOH positief
geadviseerd op het voorstel tot fusie met
woningcorporatie Urmond en de aankoop van woningen
van Mooiland. Over de diverse voorwaarden die in deze
adviezen zijn genoemd vond overleg met Wonen Limburg
plaats voordat de fusie en aankoop definitief waren.
VRIJWILLIGERSVERGOEDING
In 2013 is gebleken dat de toenemende activiteiten en
de centrale ligging van het kantoor van Wonen Limburg
hebben bijgedragen aan lange reistijden en een
toenemend tijdsbeslag van de leden van het GOH.
Voor meerdere leden van het GOH is de vrijwilligersvergoeding hierdoor niet meer toereikend gebleken.
94
VOORUITBLIK
Geconcludeerd kan worden dat 2013 een hectisch jaar is
geweest waarin veel inzet en tijd werd gevraagd van het
GOH, bemenst door vrijwilligers. Er zal energie moeten
worden gestoken in betere en snellere overlegvormen om
een goed resultaat te krijgen.
Begin 2014 zal daarom in samenwerking met de
Woonbond een plan worden gemaakt op welke wijze
het GOH als wettelijke gesprekspartner met plezier
haar volwaardige plaats kan blijven innemen.
6.4 GESCHILLENCOMMISSIE
De overheid verplicht woningcorporaties tot het instellen
van een geschillencommissie, waar huurders en
woningzoekenden terechtkunnen met hun klachten.
Zo’n geschillencommissie kan zowel plaatselijk als
regionaal worden ingesteld. In Noord- en Midden-Limburg
is een onafhankelijke regionale geschillencommissie
in het leven geroepen, waarbij Wonen Limburg is
aangesloten. Bij deze commissie kunnen huurders en
woningzoekenden een klacht indienen die kan gaan over
het (nalaten van) handelen van medewerkers van Wonen
Limburg of andere personen die namens Wonen Limburg
optreden. Bijvoorbeeld als er niet wordt gereageerd op
een verzoek van een huurder of woningzoekende of als
men vindt dat bepaalde afspraken niet zijn nagekomen.
Over het beleid van Wonen Limburg kan men niet bij de
geschillencommissie terecht, daarvoor moet men zich
wenden tot de directie van Wonen Limburg. Wel kan er
een klacht ingediend worden als men van mening is dat
Wonen Limburg haar beleid niet zorgvuldig uitvoert.
Andere zaken waarvoor huurders niet bij de
geschillencommissie terecht kunnen, zijn onder andere
huurverhogingen, hiervoor bestaat een huurcommissie
(huurcommissie.nl), en zaken die al aan de rechter
zijn voorgelegd.
DE PROCEDURE
De klacht kan alleen schriftelijk bij de geschillencommissie
ingediend worden, bij voorkeur door middel van een
daartoe bestemd formulier. Exemplaren hiervan zijn
verkrijgbaar bij Wonen Limburg en zijn tevens te vinden
op wonenlimburg.nl.
Uiterlijk binnen 2 weken nadat de klacht is binnengekomen,
ontvangt men hiervan een bevestiging van de
geschillencommissie. Daarbij wordt ook aangegeven of de
commissie de klacht zelf in behandeling heeft genomen
of de klacht heeft doorverwezen naar Wonen Limburg.
De geschillencommissie bericht de indiener over het
moment waarop de klacht wordt behandeld. Hierbij wordt
6. VERANTWOORD BESTUREN
het principe van hoor en wederhoor toegepast. Dit houdt
in dat de indiener wordt uitgenodigd de behandeling bij te
wonen en de gelegenheid krijgt de klacht toe te lichten.
De geschillencommissie streeft ernaar de klacht binnen
twee maanden af te handelen. Vervolgens brengt zij
uiterlijk binnen drie weken een bindend advies uit
aan Wonen Limburg. Hiervan ontvangt de indiener
tegelijkertijd een kopie.
De onafhankelijke geschillencommissie bestaat uit drie
leden:
•
•
•
een voorzitter, afkomstig uit de rechterlijke macht;
een lid afkomstig uit kringen van woningcorporaties
(niet werkzaam bij een van de aangesloten corporaties);
een lid afkomstig uit kringen van de huurders.
De werkwijze van de geschillencommissie ligt vast in een
reglement. Hiervan kan de huurder of woningzoekende
een exemplaar verkrijgen bij Wonen Limburg.
Lieke Weling
lid regieteam/OR
Susanne Scheepers
lid regieteam/OR
Sjuul van Pol
lid regieteam/OR
Jos Trienes
lid regieteam/OR
Marcel Aspers
lid regieteam/OR
Mark Bastiaans
lid regieteam/OR van 1 juni tot en met 31 oktober 2013
Roel Smeets
lid regieteam/OR van 1 juni tot en met 31 augustus 2013
ONDERSTEUNING ONDERNEMINGSRAAD
AANTAL KLACHTEN IN 2013
In 2013 werden 16 klachten over Wonen Limburg bij
de geschillencommissie ingediend. Daarvan zijn er vier
gegrond verklaard, acht alsnog door ons opgelost,
drie nog in behandeling en één naar ons terugverwezen
omdat de klacht nog niet eerder bij ons was ingediend.
Peter Winteraeken ambtelijk secretaris OR
6.5 ONDERNEMINGSRAAD
LEDEN VAN DE ONDERNEMINGSRAAD
Van 1 januari tot 1 juni 2013:
Jack Blok voorzitter, lid regieteam/nieuwe medezeggenschap
Susan Geomini secretaris, lid regieteam/nieuwe medezeggenschap
René de Weijer
lid regieteam/nieuwe medezeggenschap
Jack Walraven
lid regieteam/nieuwe medezeggenschap
Vanaf 1 juni 2013:
Barbara Notten voorzitter, lid regieteam/OR
Germa Cordewener
vicevoorzitter, lid regieteam/OR
95
6. VERANTWOORD BESTUREN
2013: NIEUWE MEDEZEGGENSCHAP PROMINENT OP DE
BELANGRIJKSTE BESLUITEN, ADVIEZEN EN INSTEMMING
KAART GEZET!
IN 2013
Het jaar 2013 gaat de boeken in als het jaar waar vele
organisatieontwikkelingen binnen Wonen Limburg
definitief gerealiseerd werden. Denk aan de verhuizing
naar het nieuwe Wonen Limburg Huis en de opening van
de nieuwe buurtwinkels. Het ‘eigen regiemodel’ bij
verzuimbegeleiding werd geïntroduceerd. Het ‘nieuwe
werken’ deed zijn intrede. Als sluitstuk van de eerste pilot
in het kader van de nieuwe medezeggenschap trad het
nieuwe (groene) mobiliteitsbeleid per 1 juli 2013 in
werking. De tweede pilot in het kader van de nieuwe
medezeggenschap nam een aanvang: het participerend
en ontwikkelgericht Medewerkers Tevredenheidsonderzoek.
De ondernemingsraad c.q. het regieteam bracht in 2013
op een aantal voorgenomen besluiten advies uit aan het
bestuur. Deze hadden betrekking op:
Het jaar 2013 is ook het jaar waarin voortborduurd werd
op eerste ervaringen met nieuwe medezeggenschapscontouren. Contouren die een aanvang namen onder de
vorige ondernemingsraad. Vooruit lopend op de geplande
verkiezingen voor een nieuwe ondernemingsraad
(mei 2013) werd het onderwerp ‘medezeggenschap’ breed
onder de aandacht gebracht binnen Wonen Limburg.
Een ‘enthousiasmeringstraject medezeggenschap’ werd
opgestart tijdens de periode februari – mei 2013. Door
middel van diverse promotionele activiteiten werden
medewerkers enthousiast gemaakt en betrokken bij
medezeggenschap. Een groot aantal medewerkers nam
deel aan ‘focusgroepen medezeggenschap’ waarin zij
hun mening konden geven over de huidige en gewenste
vorm van medezeggenschap. Als apotheose werd op 25
april 2013 een heuse miniconferentie ‘Medezeggenschap’
gehouden. Een vijftigtal medewerkers en het bestuur
gingen onder deskundige begeleiding de uitdaging aan om
een passende vorm van medezeggenschap voor Wonen
Limburg met elkaar te ontdekken. Met als uitkomst dat de
ingeslagen weg door de vorige ondernemingsraad door
alle betrokkenen werd omarmd: de ondernemingsraad
die de procesrol vervult en de inhoud van het advies
overlaat aan medewerkers die zitting kunnen nemen in
zogenaamde project- en werkgroepen. Al deze aandacht
leidde ertoe dat in eerste instantie zeven en na de
verkiezingen maar liefst negen medewerkers de uitdaging
aan wilden gaan. Zij stelden zich kandidaat voor de
nieuwe ondernemingsraad. Een mooi resultaat, zeker
lettend op het feit dat veel organisaties moeite hebben
met het invullen van een ondernemingsraad.
96
• wijziging stuurlijn vastgoed;
• voorgenomen fusie met Woningstichting Urmond;
• aankoop gedeelte vastgoedportefeuille stichting
Mooiland.
Verder stemde de ondernemingsraad c.q. het regieteam/
OR in 2013 in met een aantal voorgenomen besluiten van
het bestuur. Deze hadden betrekking op:
• gewijzigd verzuimreglement;
• tweede pilotproject nieuwe medezeggenschap:
nieuw participatief en ontwikkelgericht Medewerkers
Tevredenheidsonderzoek (MTO);
• plan van aanpak (concept) participerend MTO;
• Risico Inventarisatie en Evaluatie Wonen Limburg,
gebruikmakend van de branche RI&E voor
woningcorporaties;
• evaluatie openingstijden buurtwinkels; voorstel tot
intrekking avondopenstelling buurtwinkel Roermond.
Daarnaast is in 2013 een begin gemaakt met de
behandeling van instemmingsaanvragen die een langere
doorlooptijd hebben en waarvan een definitieve afronding
in 2014 gepland staat. Het gaat hier om de volgende
onderwerpen:
• het geactualiseerde personeelshandboek;
• het definitieve plan van aanpak participerend MTO
en het uitvoeringsplan.
Tot slot is de ondernemingsraad c.q. het regieteam
geïnformeerd over de volgende onderwerpen:
• begroting 2014;
•ketensamenwerking;
•stroomversnelling;
• ERP/SAP project;
•organisatie-ontwikkeling.
6. VERANTWOORD BESTUREN
VERGADERMOMENTEN IN 2013
De ondernemingsraad c.q. het regieteam/OR vergaderde
in 2013 driewekelijks, met eens per twee maanden een
overlegvergadering met het bestuur. Halfjaarlijks blikt de
ondernemingsraad c.q. het regieteam/OR samen met
het bestuur tijdens een zogenaamde ‘algemene gang
van zaken bespreking’ terug en vooruit op belangrijke
organisatieontwikkelingen. Daarnaast vond er ook een
halfjaarlijks overleg en een kennismaking plaats met een
delegatie vanuit de Raad van Commissarissen en de nieuwe
OR-leden. Een delegatie van de ondernemingsraad is
aangesloten als toehoorder bij het reguliere vakbondsoverleg met het bestuur. En tot slot vindt regelmatig op
informele basis overleg plaats tussen het bestuur en
voorzitter en vicevoorzitter van het regieteam/OR.
Daarnaast heeft de ondernemingsraad c.q. het
regieteam/OR zich ook in 2013 in voorkomende gevallen
laten ondersteunen door een externe adviseur.
werken binnen de medezeggenschap. De nieuwe
medezeggenschapsvorm is een organisch model dat
volop in ontwikkeling blijft, waarbij alle medewerkers van
Wonen Limburg betrokken zijn.
Kortom niet over medezeggenschap praten maar direct
ervaren! ‘Medezeggenschap moet je voelen en proeven’,
dat is het idee.
VERGADERMOMENTEN 2013
OR
16
OR + bestuur
8
OR + Raad van Commissarissen
2
OR + bestuur + vakbondsorganisaties
2
OR + extern adviseur
6
VOORUITBLIK 2014
De nieuwe ondernemingsraad die per 1 juni 2013 aan de
slag ging onder de naam regieteam/OR heeft zich ten
doel gesteld om de nieuwe medezeggenschapsvorm de
komende jaren verder te ontwikkelen en te optimaliseren.
Dit laatste in goede samenspraak met de medewerkers
van Wonen Limburg. Daartoe heeft het regieteam/OR de
volgende missie en visie opgesteld:
Missie:
‘samen-werken’ aan ons tweede thuis!
Visie:
‘wij stimuleren en regisseren de medezeggenschap in
onze organisatie’.
Het regieteam/OR legt alle te behandelen onderwerpen
langs deze missie en visie-meetlat. Waar mogelijk zal
participatieve medezeggenschap - in goede samenspraak
met het bestuur - worden vormgegeven. Het regieteam/
OR is voornemens om de eerste helft van 2014 te
benutten om de nieuwe medezeggenschapsstructuur
bekend te maken in de organisatie. Het doel is dat
de nieuwe structuur staat per 1 juni 2014 en dat
medewerkers bekend zijn met de nieuwe manier van
97
6. VERANTWOORD BESTUREN
BIJLAGE 1: PERSOONLIJKE GEGEVENS BESTUUR EN
RAAD VAN COMMISSARISSEN
LEDEN VAN DE RAAD VAN
M/V
FUNCTIE
GEB.DATUM
BENOEMD
HERBENOEMBAAR?
VAN – TOT
COMMISSARISSEN
LID
LID AUDIT-
REMUNERATIE
COMMISSIE
COMMISSIE
B.J. Krouwel
P.J.L. Verbugt
M
V
Voorzitter
Vice-voorzitter
28-12-1946
21-02-1957
Voorzitter
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Voorzitter
Voorzitter
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Voorzitter
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
01.02.09
Treedt af
01.07.13
op eigen verzoek
01.09.05
01.09.13
H. Doedel
V
Lid
30-12-1956
01.02.09
01.07.17
va. 01.07.13
Vice-voorzitter
G.C.P. Dijk
M
Lid
29-06-1949
01.02.09
Nee
01.07.17
va. 01.07.13
Voorzitter
H.J.A. Schroën
M
Lid
13-02-1972
01.07.05
01.07.13
J.T. Coppus
M
Lid
11-10-1967
01.07.11
01.07.15
va. 01.07.13
T.J. Houbiers
V
Lid
11-10-1960
01.07.11
01.07.15
P.H.M. Smeets
M
Lid
31-01-1959
01.07.13
01.07.17
I.M. Koopmans
V
Lid
24-07-1967
01.07.13
01.07.17
98
BIJLAGE 1
LEDEN VAN DE RAAD VAN
HONORERING (€)
COMMISSARISSEN
ONKOSTEN
TOTAAL (€)
VERGOEDING (€)
B.J. Krouwel (deels 2013)
6.750
2.596
9.346
P.J.L. Verbugt (deels 2013)
6.909
95
7.004
H. Doedel (geheel 2013)
10.150
357
10.507
G.C.P. Dijk (geheel 2013)
11.925
1.310
13.235
H.J.A. Schroën (deels 2013)
5.075
407
5.482
Tj.J. Houbiers (geheel 2013)
10.150
768
10.918
J.T. Coppus (geheel 2013)
10.150
245
10.395
I.M. Koopmans (deels 2013)
4.806
-
4.806
P.H.M. Smeets (deels 2013)
4.806
-
4.806
70.721
5.778
76.499
Totaal
Onkostenvergoeding betreft met name reiskosten en dienstkilometers.
BESTUUR
Naam
Peeters
Voornaam
Ger
Voorletters
G.G.M.P.
Geslacht man
Geboortedatum
10.10.1956
Benoeming
17 januari 2011
Hoofdfunctie
bestuurder Wonen Limburg
Naam
Hazeu
Voornaam
Wim
Voorletters
W.N.
Geslacht
man
Geboortedatum
20.02.1969
Benoeming
17 januari 2011
Hoofdfunctie
bestuurder Wonen Limburg
99
BIJLAGE 1
BIJLAGE 2: HOOFD- EN NEVENFUNCTIES BESTUUR
EN RAAD VAN COMMISSARISSEN
RAAD VAN BESTUUR
De heer G.G.M.P. Peeters
Nevenfuncties:
•
•
•
lid Strategische Adviesraad NHTV te Breda;
voorzitter Stichting Aster Nielsen te Tilburg;
lid Raad van Toezicht Effenaar te Eindhoven.
Organen waarin het bestuur de corporatie
vertegenwoordigt/deelnemingen Wonen Limburg:
• Deelnemersraad WSW;
• bestuur Thuis in Limburg;
• De Vernieuwde Stad (DVS);
• Wooninvesteringsfonds (WIF);
• lid dagelijks bestuur Platform Ketensamenwerking Zuid;
• lid Regieraad Bouw Limburg.
De heer W.N. Hazeu
Nevenfuncties:
•
•
•
voorzitter van het bestuur van Stichting Ithaka
te Maastricht;
voorzitter van Stichting Werkplaats Kringloop Zuid
in Maastricht;
lid van het bestuur van Stichting Studium Generale
in Maastricht.
Organen waarin het bestuur de corporatie
vertegenwoordigt:
•
•
•
•
•
•
lid van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur
van Aedes;
lid van het bestuur van Thuis in Limburg (TIL);
voorzitter van het Regionaal Overleg
Woningcorporaties Parkstad Limburg (ROW);
lid van de vereniging De Stroomversnelling;
De Vernieuwde Stad (DVS);
Platform Limburgse Woningcorporaties (PLW).
RAAD VAN COMMISSARISSEN
De heer B.J. Krouwel
(voorzitter tot 1 juli 2013)
•
•
100
voorzitter Productschap Pluimvee en Eieren
in Zoetermeer;
voorzitter Fonds voor Pluimveebelangen
in Zoetermeer;
• voorzitter Raad van Toezicht Stichting de Reehorst
in Driebergen;
• voorzitter Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg
in Voorthuizen (beëindigd m.i.v. 01-02-2013);
• voorzitter Stichting Fair Produce Nederland
in Den Bosch (beëindigd m.i.v. 01-10-2013);
• lid Raad van Commissarissen NV
Werklandschapsontwikkelingsmaatschappij
Klavertje 4 in Venlo;
• lid Raad van Commissarissen Unica Groep B.V.
in Hoevelaken;
• lid van de Informele Raad van Advies van RebelEnergy
BV in Rotterdam;
• lid van de Strategische Advies Raad van TNO Energy
in Utrecht;
• lid van de Taskforce Voedselvertrouwen in Den Haag;
• lid van de Regiegroep Verduurzaming Veehouderij en
Agroketens in Den Haag.
Hiernaast verzorgt de heer Krouwel nog regelmatig
workshops en masterclasses en houdt hij voordrachten
over de onderwerpen Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen en verandermanagement voor profit en nonprofit organisaties en managementopleidingen.
Mevrouw H. Doedel
Directeur Waterleidingmaatschappij Limburg
•
•
•
•
•
•
vicevoorzitter Vewin;
voorzitter AvA Aqualab Zuid;
voorzitter Raad van Commissarissen Reststoffenunie;
lid Raad van Toezicht Mutsaersstichting;
lid bestuur Aqua4All;
lid bestuur RIWA Maas.
De heer G.C.P. Dijk
Directeur – grootaandeelhouder Dijk Holding BV en Dijk BV
• vicevoorzitter Raad van Toezicht MAASTRO Clinic
(Academisch Radio Therapeutisch Centrum
(Maastricht);
• vicevoorzitter Raad van Toezicht stichting
Cancer Foundation;
• vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek
Zuid (Eindhoven);
• voorzitter stichting Jumping Indoor Maastricht;
• bestuur stichting Memorial Center Akkers
van Margraten;
• voorzitter stichting Ondersteuningsfonds
Petrus & Paulus;
• bestuur stichting Steunfonds St. Joseph;
• bestuur VvE Ooftmengerdreef en VvE
Ooftmengerdreef/Koperslagersdreef.
BIJLAGE 2
De heer J.T. Coppus
De heer P.H.M. Smeets (namens huurdersorganisaties)
CFO Christiaens Group
Directeur Bureau Bouwconflict
•
•
•
•
•
•
•
•
adviseur bij Buiting Advies B.V. te Dieren;
lid jury Pax Christi College (scholengemeenschap voor
VMBO/HAVO/VWO) te Druten inzake de beoordeling
van profielwerkstukken.
De heer H.J.A. Schroën
Directeur faculteit Bèta Sciences and Technology
Zuyd Hogeschool
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
voorzitter stuurgroep “De Wijk van Morgen”;
voorzitter stuurgroep Toekomstbestendig
Techniekonderwijs Parkstad;
managing director a.i. RiBuilT;
voorzitter Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte;
lid Sectoriaal Advies College Hoger Technisch en
Natuurwetenschappelijk Onderwijs;
lid Regieraad Bouw Limburg;
penningmeester Stichting Building Integrated High
Tech Systems;
penningmeester Stichting Powerteam;
bestuurslid Chemelot Innovation and Learning Labs;
adviseur kerkbestuur O.L. Vrouw van Altijddurende
Bijstand, Kerkrade-Heilust;
penningmeester Oudervereniging basisschool
D’r Durpel;
lid van het comité van aanbeveling ‘Maastricht
Nederland-Rusland vriendschapsjaar 2013’.
oprichter en voorzitter Stichting Klantgericht Bouwen;
arbiter bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw,
de stichting Arbitrage Instituut Bouwkunst en het
Nederlands Arbitrage Instituut;
aandeelhouder van Hillen en Roosen te Amsterdam;
voorzitter Raad van Commissarissen bij Thermoflor BV
in Heerlen;
lid Dispute Review Board Bouw Atrium ziekenhuis
in Heerlen;
lid Dispute Review Board Renovatie hoofdkantoor ASR
in Utrecht.
Mevrouw I.M. Koopmans
Officier van justitie Functioneel Parket in Den Bosch
• voorzitter Reglementencommissie van de Nederlandse
Bowling Federatie;
• lid van de Wetenschappelijke Commissie van de
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak;
• lid van de Raad van Commissarissen van Woonbedrijf
te Eindhoven;
• lid van de Raad van Toezicht van de Conrisq Groep
te Zetten;
• lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Lunet
te Eindhoven;
• lid van de Raad van Toezicht van Ziekenhuis Bernhoven.
Mevrouw T.J. Houbiers (namens huurdersorganisaties)
Commercieel manager BAM Utiliteitsbouw te Maastricht
Mevrouw P.J.L. Verbugt (namens huurdersorganisaties
beëindigd m.i.v. 01-09-2013)
Directeur MKB-Limburg
• voorzitter Tuinbranche Nederland te Zeist;
• bestuurslid Rabobank Pensioenfonds te Utrecht;
• voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank
Peel en Maas te Helden-Panningen;
• lid Raad van Toezicht Zorgcentrum La Providence,
Grubbenvorst;
• voorzitter Regionaal Platform Criminaliteitspreventie
Limburg.
101
BIJLAGE 2
A
Postbus 1254
6040 KG Roermond
T
0800 - 1881
E
[email protected]
W
wonenlimburg.nl
De bezoekadressen van onze
buurtwinkels in Venray, Horst,
Panningen, Weert, Roermond,
Sittard en Heerlen vindt u op
onze website.
Volg ons op twitter:
@wonenlimburg