JAARVERSLAG 2013 WONEN LIMBURG IN BEWEGING JAARVERSLAG 2013 WONEN LIMBURG IN BEWEGING INHOUDSOPGAVE 1. WONEN LIMBURG IN BEWEGING 2. ACTIVITEITEN 2013 2.1 Onze opgave in vastgoed 2.1.1 Ons bezit per 31 december 2013 2.1.2 Wat deden we aan nieuwbouw? 2.1.3Leegstand 2.1.4Mutatiegraad 2.1.5 Onderhoud en energieprojecten 2.1.6Woonruimteverdeling 2.2 Ons huurbeleid 2.3 Onze opgave in niet-vastgoed en speerpunten in 2013 2.3.1 Duurzaamheid 2.3.2 Leefbaarheid 2.3.3 Wonen-leren-werken 2.3.4 Wonen-zorg-welzijn 2.3.5 Woonurgenten 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 ORGANISATIE Dit is onze organisatie En dit zijn de familie- en nevenstructuren Dochter- en zusterondernemingen Medewerkers Risicomanagement 4. FINANCIEEL VERSLAG 4.1 Betrouwbaar financieel beleid 4.2 Investeren of uitgeven? 4.2.1 Marktwaarde is hoger dan beleidswaarde 4.2.2 Bewust minder verdienen 4.2.3 Geld lenen en huizen verkopen 4.3 Financiële continuïteit gegarandeerd door … 4.3.1 … het bewaken van de geldstroom 4.3.2 … het bewaken van het jaarresultaat 4.3.3 … het bewaken van de solvabiliteit 4.3.4 … het bewaken van de renterisico’s 4.4Beleggingen 4.5 Over onze rentabiliteitspositie 4.6 Het CFV beoordeelt 4.7 Wat staat ons te wachten? 4.8 Financieel gezond 4.9Kerngetallenoverzicht 4 6 6 6 8 12 13 13 13 13 14 14 15 16 17 18 20 20 20 21 23 23 25 25 25 25 27 28 28 28 32 33 34 35 35 35 35 36 37 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.1 Jaarrekening 2013 5.1.1 Balans per 31 december 2013 (na resultaat bestemming) 5.1.2 Winst- en verliesrekening over 2013 5.1.3 Kasstroomoverzicht (indirecte methode) 5.1.4Toelichting op de balans en winsten verliesrekening 5.1.5 Toelichting op de balans 5.1.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening 5.1.7 Overige toelichting en ondertekening van de jaarrekening 5.2 Overige gegevens 2013 5.2.1 Overige gegevens 5.2.2 Controle verklaring van de onafhankelijke accountant 38 6. VERANTWOORD BESTUREN 6.1 Bestuur 6.2 Raad van Commissarissen 6.3 Gezamenlijk Overleg Huurdersorganisaties (GOH) 6.4Geschillencommissie 6.5Ondernemingsraad 88 88 90 94 Bijlage 1: Persoonlijke gegevens Bestuur en Raad van Commissarissen Bijlage 2: H oofd- en nevenfuncties Bestuur en Raad van Commissarissen 98 38 38 41 42 43 51 75 82 84 84 86 94 95 100 1. WONEN LIMBURG IN BEWEGING Zowel vanuit economisch, demografisch als politiek perspectief was 2013 een bewogen jaar. Alhoewel de eerste prille signalen van mogelijk economisch herstel zich eind 2013 voorzichtig aandienden, trok de aanhoudende recessie ook in 2013 haar sporen fors door. Een stevige groei van de werkloosheid, een sterk bezuinigende overheid en een zwaar stagnerende woningbouwproductie waren belangrijke getuigen van dat proces. Demografisch gezien maken steeds grotere delen van onze provincie de omslag van groei naar krimp door. Voor die gebieden geldt het devies: anticipeer, voordat we achter de feiten aanlopen. Transformatie en herbestemming van bestaand vastgoed én het organiseren van langere zelfstandigheid in de eigen woning winnen hier als thema’s sterk aan belang. En aan Haagse politieke belangstelling was ook in 2013 geen gebrek. De verhuurdersheffing werd definitief door de Eerste Kamer vastgesteld. Daarmee levert de corporatiesector komende jaren een behoorlijke bijdrage aan het op orde brengen van de staatsfinanciën. Voor Wonen Limburg betreft het, inclusief de saneringsheffing, een jaarlijkse afdracht van ruim 17 miljoen euro. Verder startte de parlementaire enquêtecommissie haar onderzoek naar het functioneren van de corporatiesector, werden fundamentele stelselwijzigingen rondom de organisatie van wonen en zorg wettelijk verankerd en last but not least legde minister Blok de laatste hand aan de afronding van de herziening van de woningwet. Het functioneren van de sector ligt overduidelijk nog steeds onder een scherp vergrootglas. In deze turbulente omgeving heeft Wonen Limburg afgelopen jaar haar in 2012 ingezette strategische koers consequent uitgebouwd. Een koers gericht op het bieden van een ‘welkom thuis’ voor onze huurders en onze medewerkers. Een koers waarin de mens centraal staat en we ons vastgoed als middel inzetten. En een koers waarin samenwerking, zelfredzaamheid en professionaliteit leidende principes zijn. 4 VAN TRADITIONEEL OPDRACHTGEVERSCHAP NAAR INTENSIEVE SAMENWERKING Zo herijkten we in 2013 onze positie in de bouwkolom en maakten we een bewuste keuze voor vergaande ketensamenwerking, te beginnen met ons niet-planmatig onderhoud. Daarbij hebben we de traditionele opdrachtgever-opdrachtnemer relatie met 260 onderhoudsbedrijven losgelaten en werken we nu met nog maar acht bedrijven intensief samen. In het verlengde daarvan zijn we bovendien de landelijke samenwerking van 6 corporaties en 4 bouwbedrijven in het project de Stroomversnelling aangegaan. Onder de paraplu van dit programma willen we middels de ontwikkeling en grootschalige toepassing van innovatieve en financieel haalbare renovatieconcepten ook in de bestaande woningvoorraad versneld komen tot energieneutrale woningen. Dit mede gericht op de naar de toekomst steeds hardere noodzaak tot beheersing van de woonlasten van onze huurders. BEWONERS AAN ZET In de snel veranderende maatschappelijke context waarin een verschuiving plaatsvindt van verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving, nodigden we huurders uit om samen de handschoen op te pakken. Of het nu gaat om de eerste stappen op weg naar een wijkonderneming in de wijk Fatima in Weert, de inzet van voormalige garageboxen voor startende ondernemers in Venray, of Go4it!, een project waarbinnen kansarme jongeren uit onze aandachtswijken dankzij eigen inzet nieuwe toekomstperspectieven wordt geboden… In al deze voorbeelden ondersteunen we de initiatieven van (groepen) mensen die zelf de regie naar een betere toekomst willen pakken. 1. WONEN LIMBURG IN BEWEGING SAMENWERKING MET DE ZORG Parallel daaraan bereiden we ons ten behoeve van onze zorgbehoevende huurders voor op de nieuwe toekomst in het Nederlandse zorglandschap. Waar vanuit de traditionele zorgsector het geluid van scheiden van wonen en zorg klinkt, zal naar de toekomst toe de combinatie van wonen en zorg versneld binnen onze huizen georganiseerd moeten worden. Dat vraagt om investeren in zorggeschikt vastgoed. Maar ook om het herzien van onze relatie met de zorgverlenende partijen. Als eerste opmaat legden we hiertoe in 2013 met enkele zorgpartijen de basis voor een duurzame strategische samenwerking vast. ZICHTBARE MIJLPALEN Binnen de eigen organisatie zetten we afgelopen jaar grote stappen om het in 2012 gekozen organisatiemodel verder te versterken. De verhuizing van alle backoffice activiteiten naar ons nieuwe Wonen Limburg Huis in de voormalige Baco-fabriek in Roermond vormde in 2013 een belangrijke en voor iedereen zichtbare mijlpaal in deze ontwikkeling. Evenals de nieuwe start in een nieuwe jas die bijna al onze regionale buurtwinkels dit jaar maakten, inclusief de opening van onze nieuwe buurtwinkel in Sittard-Geleen. We stapten over op een voor de interne organisatie belangrijk nieuw primair automatiseringsssysteem en we introduceerden een vooruitstrevend duurzaam mobiliteitsbeleid voor onze medewerkers. Al met al veel dynamische ontwikkelingen. Ontwikkelingen waarlangs Wonen Limburg, ondanks een op dit moment lastig omgevingsklimaat, zich voorbereidt op een nieuw toekomstperspectief. Een perspectief waarin de mens centraal staat, waarin we nieuwe maatschappelijke coalities zullen aangaan en waarin de discussie rond de maatschappelijke legitimiteit van de corporatie op basis van eigen kracht én maatschappelijke verankering wordt gevoerd. Een mooie uitdaging voor de komende jaren. DANKJEWEL Tot slot een woord van dank aan de medewerkers van Wonen Limburg. Ondanks de roerige periode was hun inzet, enthousiasme en betrokkenheid groot. Daar zijn we trots op. Wim Hazeu en Ger Peeters Bestuurders Wonen Limburg Met deze stevige vervolgstappen groeit onze organisatie naar een robuustheid en professionaliteit, die ons in staat stellen efficiënter te werken en daar waar nodig collega’s de helpende hand te bieden. Mede vanuit dit laatste perspectief eindigden we het jaar vol trots met de aankoop van een kleine 1000 woningen binnen ons werkgebied van collega-corporatie Mooiland en met een voorgenomen fusiebesluit met Woningstichting Urmond. EEN MOOIE DYNAMIEK Er bewoog echter meer in 2013. We lieten ons visiteren met een nette voldoende als eindresultaat. We sloten met diverse gemeenten nieuwe prestatieafspraken af. We anticipeerden op de verzwaarde rijksregelgeving voor wat betreft het beheer van onze derivatenportefeuille en we stelden ons nieuwe duurzaamheidsbeleid vast. Ook zochten we weer met al onze medewerkers actief onze huurders op met onze reizende theatervoorstelling, de Wonen Limburg tour, de Gezellige Zondag en de Dag van de Duurzaamheid waarbij we bij 4.000 huurders aanbelden. 5 1. WONEN LIMBURG IN BEWEGING 2. ACTIVITEITEN 2013 2.1 ONZE OPGAVE IN VASTGOED Een thuis vraagt om een fijn en betaalbaar huis en een prettige leefomgeving. Ons vastgoed is een middel om maatschappelijke doelen te verwezenlijken. Het moet aansluiten bij wat de (toekomstige) huurder wenst. Dat zijn: acceptabele woonlasten, een huis waarin men zich thuis voelt in een buurt die daar bij past. Of misschien wel de overstap naar een eigen huis, zodat men zich meer onafhankelijk voelt. Om onze woningvoorraad op peil te houden, investeren we in nieuwbouw en in onderhoud, waarbij we ook belang hechten aan het verbeteren van de energetische prestaties van onze woningen. We richten ons op verschillende doelgroepen: ouderen, gezinnen, tijdelijke huisvestingsvragers, maar ook bijzondere aandachtsgroepen zoals zorgbehoevenden of dak- en thuislozen. Voor iedere groep maken we duidelijke keuzes en gaan we voor passende huisvesting. Om elke doelgroep te kunnen bedienen, streven we naar een goede mix van type woningen en huurprijzen. Ook ontwikkelen we slimme, nieuwe woonconcepten voor specifieke doelgroepen. We werken hierbij steeds nauwer samen met innovatieve marktpartijen. Zo zijn we in 2013 een traject gestart voor de selectie van 2 ketenpartners die samen met ons de innovatie in onze ontwikkelingen kunnen maximaliseren. Op deze manier creëren we meerwaarde op het gebied van kwaliteit van product en dienstverlening, geld en tijd. Begin 2014 leidt dit tot een definitieve partnerkeuze. van de kosten. Hierbij kijken we ook kritisch naar het efficiënt inrichten van de bijbehorende processen. 2.1.1 ONS BEZIT PER 31 DECEMBER 2013 Eind 2013 kochten we 956 huizen van collega-corporatie Mooiland. We zien het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk sociaal woningbezit dat afgestoten dreigt te worden, beschikbaar te houden voor de sociale huisvesting. De woningen van Mooiland sluiten naadloos aan op ons werkgebied. Daardoor breiden we ons bezit op evenwichtige en regionaal goed verdeelde manier uit. Daarnaast zorgt deze verhoogde dekkingsgraad in Limburg ervoor dat wij efficiënter kunnen werken en dus de kosten per eenheid kunnen verlagen. Ook namen we één grondpositie van Mooiland over. Het perceel ligt in de gemeente Maastricht aan de Bergerstraat/Burgemeester Cortenstraat en is 6945 m2 groot. In de tabel op de volgende pagina ziet u een overzicht van ons woningbezit op 31 december 2013. Ook in het niet-planmatig onderhoud zijn we in 2013 anders gaan samenwerken. We reduceerden ons leveranciersaantal van 260 tot 8. Hiervoor hebben wij een open en uitnodigende selectieprocedure gevolgd, waarbij we de bouwsector ook nadrukkelijk uitdaagden om de onderlinge samenwerking te verstevigen. Samen met de 8 partners werken we nu aan het nog verder verbeteren van onze dienstverlening met als doel het optimaliseren van klanttevredenheid en kwaliteit, en het minimaliseren 6 2. ACTIVITEITEN IN 2013 WONINGEN AANTALLEN Appartement 9.559 Begeleid wonen Chalet Duplexwoning Eengezinswoning Maisonnette Seniorenwoning 661 12 398 10.093 141 3.319 Verzorgingscentrum 289 Woonzorgwoning 431 Totaal OVERIGE Bedrijfsruimte/winkel/kantoor Bergruimte 24.903 AANTALLEN 123 17 Garage/overdekte parkeerplaats 1.020 Parkeerplaats/overig 1.448 Kinderdagverblijf/peuterspeelzaal 4 Logeerkamer 2 Ontmoetingscentrum Praktijk 50 1 Standplaats woonwagen 93 Woonwagen 45 Wijkgebouw 1 Totaal BEZIT PER 31 DECEMBER 2013 Totaal 7 2.804 AANTAL 27.707 2. ACTIVITEITEN IN 2013 2.1.2 WAT DEDEN WE AAN NIEUWBOUW? alle buurtwinkels. We hebben al onze buurtwinkels, zowel huur als eigendom, verbouwd en ingericht volgens de nieuwe huisstijl. OPGELEVERDE PROJECTEN In 2013 leverden we in totaal 32 projecten op: 613 verhuureenheden, inclusief 162 parkeerplaatsen. Eén project betreft herbestemming van bestaand vastgoed (Wonen Limburg Huis inclusief buurtwinkel Roermond) en één project betreft een renovatie (Aambosveld in Heerlen). De aan onze woningvoorraad toegevoegde wooneenheden en andersoortig onroerend goed, vallen allemaal binnen het statutair vastgestelde werkgebied van Wonen Limburg. Tot de opgeleverde eenheden behoren ook het Wonen Limburg Huis en OPGELEVERD IN 2013 APPAR- GROND- MAAT- COMMER- TEMENT GEBONDEN SCHAPPELIJK ONROEREND CIËLE ZORG PARKEERPSYCHO- PLAATS RUIMTE GERIATRISCH GOED VGO nr Naam Locatie Soort 10001A Het Heem Baarlo appartementen Het Heem Baarlo parkeerplaatsen Cranendonck- Budel appartementen Budel PG plaatsen 10020A Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Huur/ Koop 40 huur 12 28 huur huur laan Cranendonck- 3 huur 24 units laan 10048A Heidepark Heerlen woningen 16 huur 10055A Kuilveld Horst woningen 1 huur 10066A BRIM 4 Someren woningen 12 huur 10067A Eggendreef Someren woningen 9 huur 10068A Dagpauwoog Someren woningen 17 huur 10078A Van Haren Venray appartementen 42 huur Horst appartementen 12 huur Roermond kantoor Buurtwinkel Roermond commerciële ruimte Weltersweide/ Horst woningen terrein 10088H Hof te Berkel, fase 1 11028A Wonen Limburg 1 Huis 11057A 1 8 huur Hegelsom 12012H Buurtwinkel Venray commerciële ruimte 1 12013A Buurtwinkel Horst commerciële ruimte 1 12014H Buurtwinkel Heerlen commerciële ruimte 1 12015H Buurtwinkel Weert commerciële ruimte 1 12016H Buurtwinkel Sittard commerciële ruimte 1 12017H aankoop Keulse Roermond woningen 7 huur Poort aankoop Broekhuizen- woningen woningen vorst appartementen 12027A Akkerweg Venray appartementen 12030A ICT Forward Horst commerciële ruimte 12022A 8 4 5 huur 11 huur huur 1 2. ACTIVITEITEN IN 2013 1 13003H Buurtwinkel Panningen commerciële ruimte 13014A Aambosveld, Heerlen appartementen 16 huur Hoofdstraat Maasbracht appartementen 12 huur Hoofdstraat Maasbracht ontmoetingsruimte Hendriklaan Roermond appartementen Hendriklaan Roermond parkeerplaatsen Klooster Heerlen PG plaatsen fase 3 7 DAEL OH 7 HENDR OH 7 KLOOS OH Minervaplein Linne woningen Minervaplein Linne parkeerplaatsen Oudeakkerstraat Weert appartementen Oudeakkerstraat Weert commercieel Oudeakkerstraat Weert parkeerplaatsen Sittarderweg Heerlen appartementen Sittarderweg Heerlen woningen Stationskwartier Weert appartementen Stationskwartier Weert parkeerplaatsen 7 VELT 2BG OH Parc Veld blok 2 Venray dagbesteding 7 VELT 2V OH Parc Veld blok 2 Venray appartementen 7 OUDA OH 7 PATRO OH 7 STATION OH huur huur 29 huur 3 huur 20 units Grasbroekerweg 7 MILI OH 1 25 613 Totaal 5 huur 18 huur 19 huur 4 huur 26 huur 18 huur 6 huur 77 huur 77 huur 1 huur 40 huur 344 86 APPAR- GROND- 2 13 6 162 PROJECTEN IN UITVOERING Aan het einde van het jaar 2013 hadden we 16 projecten in uitvoering met in totaal 605 eenheden, inclusief 107 parkeerplaatsen. Eén project betreft een transformatie van kantoor naar woningen (voormalig kantoor Wonen Roer & Maas). Meerdere projecten zijn combiprojecten met onroerend goed in verschillende segmenten. IN UITVOERING IN 2013 MAAT- COMMER- TEMENT GEBONDEN SCHAPPELIJK ONROEREND CIËLE ZORG PARKEERPSYCHO- PLAATS RUIMTE GERIATRISCH GOED VGO nr Naam Locatie Soort Aantal 10026A Ringovenpark Panningen (zorg) 94 Blok H, I en J Ringovenpark Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Huur/ Koop huur appartementen Panningen kinderopvang 2 huur Panningen school 1 huur Panningen dagbesteding Sevenum appartementen 30 huur Nuth appartementen 14 huur Blok H, I en J Ringovenpark Blok H, I en J Ringovenpark huur 2 Blok H, I en J 10026A Past. Vullinghsplein ECN 9 2. ACTIVITEITEN IN 2013 Horst woningen Weert diverse Molenbeek Sittard appartementen Molenbeek Sittard parkeerplaatsen Verbouwing pand Roermond appartementen 12 De Afhang, 10 huur fase2 12007H Scootmobiel- 1 huur ruimte Geertenhof 12009A 12011A 80 huur 80 2 huur huur WR&M 12028A Westeringlaan Maasbree appartementen 23 huur 13015A De Adelaar Venray appartementen 18 huur Venray woningen Venray parkeerplaatsen Montfort appartementen Montfort dagbesteding Montfort medisch centrum Venray divers (aan de Heuvel) De Adelaar 21 huur (aan de Heuvel) De Adelaar 18 huur (aan de Heuvel) 13017A Wozoco de 26 huur Wiejerd Wozoco de 1 huur Wiejerd Wozoco de 1 huur Wiejerd 13018A MFC Brukske 6 huur maatschappelijk divers 2 MFC Brukske Venray 7 AMST OH Parallelstraat Amstenrade appartementen 9 7 HUS OH Hushoven Weert appartementen 81 Hushoven Weert PG plaatsen Blitterswijck Venray appartementen Blitterswijck Venray woningen 6 huur H3 PEPER Peperstraat Sevenum woningen 18 huur H4 ADKR Aan de Kreppel Heythuysen woningen 12 huur Aan de Kreppel Heythuysen appartementen Aan de Kreppel Heythuysen 3 kavels Aan de Kreppel Heythuysen koopwoningen Aan de Kreppel Heythuysen parkeerplaatsen huur commercieel huur huur 3 huur 31 units 7 WILI OH A Totaal 605 10 huur 9 huur koop 4 koop 9 406 71 12 6 3 107 PROJECTEN IN VOORBEREIDING In 2013 had Wonen Limburg 42 projecten in de voorbereidingsfase of haalbaarheidsfase. In totaal betreft het hier 1.175 eenheden, inclusief 245 parkeerplaatsen. Voor twee projecten betreft het een transformatieproject (HTS in Heerlen en het kantoor in Weert). Drie projecten zijn renovatieprojecten. Het gaat hier om de projecten Kiosk in Venray, Berkele Heem in Horst en Eygelshoven (locatie 12). 10 2. ACTIVITEITEN IN 2013 huur IN VOORBEREIDING IN 2013 APPAR- GROND- MAAT- COMMER- TEMENT GEBONDEN SCHAPPELIJK ONROEREND CIËLE ZORG PARKEERPSYCHO- PLAATS RUIMTE GERIATRISCH GOED VGO nr Naam Locatie Soort 10035H RKONS Landgraaf PG plaatsen Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Huur/ Koop 3 huur 21 units 10064H 10078H 20 Zuidsingel Venray woningen Zuidsingel Venray appartementen 36 huur Van Haren Venray appartementen 42 huur Horst appartementen 17 huur Horst appartementen 37 huur Horst woningen 16 huur Weert woningen 8 huur Venray appartementen Roermond PG plaatsen huur terrein 10081R Gebr. Van Doornelaan 10088H Hof te Berkel, fase 2 Hof te Berkel, fase 2 11002H Vrouwehof, fase 3 11038A De Berkelaar, 52 52 huur fase 2 11051H Katoenen Dorp huur 3 24 units 11055H Transformatie Roermond appartementen 22 18 huur Donderberg 11056H Kloosterstraat Weert appartementen 12002H Het Hof Baarlo woningen 12003H La Cour Bleue Weert appartementen La Cour Bleue Weert parkeerplaatsen Sloop Eygelshoven woningen Venray appartementen 12005R huur 20 huur 31 huur 31 -1 huur huur Brandstraat 12006H Torentjes de 72 huur Kiosk 12018H St Anna Venray NNB 12026H Vondersestraat Horst woningen 12029H HTS Heerlen Heerlen appartementen HTS Heerlen Heerlen HTS oud 1 huur HTS Heerlen Heerlen HTS nieuw 5 huur Van Berkele Horst appartementen 13006H huur 8 huur 29 huur 19 huur Heem 13007H Ola Kala Horst woningen 2 huur 13008H Flierefluit Venray woningen 22 huur 13009H app. Winkel- Venray appartementen 22 huur centrum Brukske 13010H Topaas Heerlen woningen 6 huur 13011H Ringovenpark Panningen woningen 7 huur 13012H Woonurgenten Meterik appartementen 24 huur Weert appartementen 10 huur Schadijkerweg 13013H Verbouwing kantoor Weert 11 2. ACTIVITEITEN IN 2013 13019A Politiebureau Herkenbosch appartementen 12 huur 7 EYGEL 12 Locatie 12 Eygelshoven appartementen 8 huur 7 EYGEL 10 Locatie 10 Eygelshoven appartementen 23 7 EYGEL 8 Locatie 8 Eygelshoven woningen 7 EYGEL 7 Locatie 7 Eygelshoven 7 EYGEL 5 Locatie 5 Eygelshoven 7 STEG OH Stegelenhof Oirsbeek appartementen 26 huur H2 TORE Op den Toren Nuth renovatie 40 huur H5 LEUNZ Leunen Zuid Venray woningen 20 huur H6 HOFS Ter Hofstadlaan Someren woningen 15 huur Someren appartementen Someren 3 kavels Someren PG plaatsen huur 10 huur woningen 4 huur woningen 10 huur woningen Ter Hofstadlaan 18 huur appartementen Ter Hofstadlaan koop kavels Ter Hofstadlaan 2 huur 12 units PG Ter Hofstadlaan Someren koopwoningen Weert sociale huur- 8 koop PG 6 HORN 2 Hornehoof, 50 huur 60 huur appartementen fase 2 huur Weert appartementen Weert PG plaatsen Weert parkeerplaatsen CP Leende Leende bredeschool 1 huur CP Leende Leende multifunctionele 1 huur Hornehoof, fase 2 huur Hornehoof, huur 5 huur fase 2 PG H6 LEEN Hornehoof, huur 157 fase 2 parkeren huur huur accomodatie CP Leende Leende woningen CP Leende Leende appartementen CP Leende Leende commerciële 29 huur 12 huur 2 koop ruimte H6 MEURS Johanna van Weert woningen 28 huur Meursstraat 1175 Totaal 680 232 2 8 13 240 2.1.3 LEEGSTAND PERCENTAGE LEEGSTAND 2013 12 REGIO 1E KW. (%) 2E KW. (%) 3E KW. (%) 4E KW. (%) Noord 1,33 1,30 1,31 0,85 Midden 3,18 2,80 1,53 2,86 Zuid 3,06 3,06 2,21 2,30 Totaal WL 2,34 2,17 1,54 1,89 2. ACTIVITEITEN IN 2013 2.1.4 MUTATIEGRAAD WOONRUIMTEVERDELING WONEN LIMBURG 2013 De gemiddelde mutatiegraad bedroeg in 2013 8,68%. MODELLEN AANTAL Aanbodmodel 1.164 47 858 34 Direct te huur 217 9 Lotingmodel 186 7 Optiemodel 76 3 2.501 100 2.1.5 ONDERHOUD EN ENERGIEPROJECTEN Bemiddelingsmodel Met het onderhouden van huizen en gebouwen willen we zorgen voor goede en betaalbare huizen waarin onze huurder zich thuis voelt. Elk jaar wordt een derde van ons bezit geïnspecteerd waarbij we bekijken of de woning nog voldoet aan onze kwaliteitseisen. Hierbij staan gezond en veilig wonen voorop. In 2013 hebben we 43 complexen met ruim 700 woningen energetisch aangepakt met als doel om onze woningvoorraad duurzamer te maken maar vooral om de woonlasten van de huurder betaalbaar te houden. Deze huizen zijn gemiddeld gestegen met drie energielabels tot een gemiddelde van een B-label. In 2013 gaven wij het volgende uit aan onderhoud en energetische maatregelen: LASTEN ONDERHOUD (€) Alle modellen % 2.2 ONS HUURBELEID In 2013 heeft de minister het voornemen bekendgemaakt om corporaties in de gelegenheid te stellen om naast een inflatievolgend huurbeleid van 2,5 % huurverhoging een extra inkomensafhankelijke huurverhoging toe te passen. De gedifferentieerde inkomensafhankelijke huurverhoging is door de minister in de volgende categorieën ingedeeld: 2013 2012 21.949.825 24.738.679 INKOMENSAFHANKELIJKE HUURVERHOGING 2013 Planmatig onderhoud, lasten van HUISHOUDEN MET INKOMEN </> (€) renovaties en markttechnische ingrepen Kosten niet-planmatig onderhoud 6.823.551 6.876.268 28.773.376 31.614.947 EXTRA HUURVERHOGING % <33.614 Totaal 1,5 >33.614 <43.000 2 > 43.000 4 2.1.6 WOONRUIMTEVERDELING Vanaf maart 2011 bieden we onze huur- en koopwoningen gezamenlijk met 6 Limburgse woningcorporaties aan via de website thuisinlimburg.nl. Thuis in Limburg is één centraal woonmarketingmodel voor woningzoekenden in de hele provincie Limburg met één centrale website. Een combinatie van de verschillende aanbiedingsmodellen (loting-, aanbod-, direct te huur-, optie- en bemiddelingsmodel) maakt het mogelijk om tegemoet te komen aan verschillende woningzoekenden: snelle zoekers, spoedzoekers en kritische zoekers. In 2013 verhuurden we 2.501 woningen via Thuis in Limburg, verdeeld over de diverse modules: 13 Wonen Limburg heeft na overleg met en advies van het Gezamenlijk Overleg Huurdersorganisaties (GOH) besloten om af te zien van de inkomensafhankelijke huurverhoging en over te gaan tot 4% standaard huurverhoging voor het gehele bezit. Uitzonderingen zoals slooppanden, contractuele afspraken of Huurvast- en Eigen Huurwoningcontracten zijn daarbij uitgesloten. Hierbij is een aantal zaken meegenomen: MAXIMAAL REDELIJKE HUUR De maximale huurprijzen worden jaarlijks aangepast met het inflatiecijfer. De netto huur mag door de huurverhoging niet hoger worden dan de maximale huurgrens, bepaald door het woningwaarderingsstelsel (WWS). Huren die boven de maximaal redelijke huur dreigen uit te stijgen, topt Wonen Limburg af op de maximaal redelijke huur. 2. ACTIVITEITEN IN 2013 OVERSCHRIJDING LIBERALISATIEGRENS De liberalisatiegrens lag per 1-1-2013 op € 681,02. Hierbij geldt de regel dat een huis als geliberaliseerd wordt gezien als deze vanaf 1 juli 1994 al een huurprijs had die boven de toen geldende grens van liberalisatie zat. Huizen die door de maatregel van de huurverhoging de liberalisatiegrens overschrijden, blijven in de gereguleerde voorraad. Dit worden dus geen geliberaliseerde woningen. Verder geldt hier dat het recht op huurtoeslag blijft bestaan indien de huurder vóór 1 juli 2013 ook al huurtoeslag ontving. Dit kan dus ook in de laagste inkomenscategorie gebeuren, omdat de maximale huurgrens slechts met inflatie (2,5%) wordt verhoogd en wij alle huurders met 4% huurverhoging (basisverhoging) belasten. LOSLATEN STREEFHUURGRENS Bij huizen waarvan de huidige netto huur of de netto huur na huurverhoging hoger ligt dan de streefhuur, heeft Wonen Limburg voor de huurverhoging 2013 de streefhuurgrens voor 1 jaar losgelaten. In gevallen waarin de nieuwe netto huurprijs na huurverhoging de streefhuur overstijgt, zal de netto huurprijs toch verhoogd worden met 4%. HUURVERHOGING GELIBERALISEERDE HUIZEN De geliberaliseerde huizen hebben in 2013 eveneens een huurverhoging gekregen van 4,0%. ONZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN Wonen Limburg bezit ook onzelfstandige woonruimten, zoals eenheden in verzorgingshuizen en standplaatsen, woonwagens, garages, parkeerplaatsen, e.d.. Er zijn contracten waarin een afspraak is gemaakt over de procentuele jaarlijkse huurverhoging. Maar er zijn ook eenheden waarbij we dit niet hebben. Ook voor deze eenheden hebben we in 2013 een huurverhoging van 4% gehanteerd. SLOOPHUIZEN Voor een aantal huizen geldt dat er geen huurverhoging is doorgevoerd voor 2013. Dit zijn huizen waar een sloopbesluit is genomen, de sloop richting huurders is gecommuniceerd en het sociaal plan is goedgekeurd. NIEUWBOUW De regel rondom de huurverhoging bij nieuwbouw is aangepast. Eerder was het uitgangspunt dat wanneer het huurcontract na 1 juli van het voorgaande jaar was ingegaan, er geen huurverhoging kon worden toegepast per 1 juli van het huidige jaar. Nu is deze regel losgelaten en kan de huurverhoging worden doorgevoerd ongeacht de ingangsdatum van het huurcontract. Wij hebben echter besloten om de huurverhoging alleen door te voeren bij contracten die zijn ingegaan vÓÓr 1 januari van het 14 desbetreffende kalenderjaar. Dit omdat de huurprijzen van nieuwe huizen vaak al zijn aangepast aan de geldende huurtoeslaggrenzen. 2.3 ONZE OPGAVE IN NIET-VASTGOED EN SPEERPUNTEN IN 2013 Wonen Limburg wil er zeker van zijn dat we op de juiste manier investeren in goede huisvesting maar zeker ook in leefbare wijken en buurten. Daar wonen immers de mensen die wij een thuis bieden. Voor onze inspanningen creëren we draagvlak. Alleen op die manier komen we tot beleid dat optimaal inspeelt op wensen en behoeften in de samenleving. We zijn daarom op diverse manieren in gesprek met onze huurders en belanghebbenden. Zowel offline als online, aansluitend bij de doelgroep. Wonen Limburg maakt werk van maatschappelijk rendement. Dit betekent dat we onze activiteiten richten op effecten als veiligheid, ontmoetingsmogelijkheden voor bewoners en zelfstandigheid van huurders. Om die reden heeft Wonen Limburg een aantal speerpunten van beleid benoemd die extra aandacht en inzet krijgen. Deze speerpunten zijn in alfabetische volgorde: Duurzaamheid, Leefbaarheid, Wonen-leren-werken, Wonen-zorg-welzijn en Woonurgente groepen. Hieronder beschrijven we kort wat we in 2013 op de verschillende speerpunten hebben ontwikkeld. 2.3.1 DUURZAAMHEID Het thema Duurzaamheid stond in 2013 in het teken van bewustwording, zowel richting onze huurders als onze medewerkers. Bewust worden van het feit dat je zelf veel kunt doen om woonlasten te verlagen en energie te besparen door bijvoorbeeld je gedrag aan te passen. Daar valt nog veel winst op te boeken. WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013? Dit heeft zich geuit in de volgende activiteiten: warme truiendag in februari, dag van de duurzaamheid in oktober en het klimaatstraatfeest dat loopt van november 2013 tot maart 2014. Er is bewust gekozen om aan te sluiten bij landelijke initiatieven om herkenbaarheid op te roepen. Op de dag van de duurzaamheid, 10 oktober, sloten we onze kantoren en belden onze medewerkers aan bij 4.000 huurders met makkelijk toepasbare energietips. 2. ACTIVITEITEN IN 2013 Verder hebben we het afgelopen jaar, samen met het speerpunt Wonen-leren-werken, twee energiecoaches aangetrokken voor het geven van energieadviezen bij de huurders thuis. Daarnaast ondersteunden we een aantal projecten rondom energieteams in de provincie. Het jaar 2013 was ook het jaar van de Duurzaamheidsvisie die we samen met het e-GOH opstelden. Het e-GOH is een afvaardiging van het Gezamenlijk Overleg Huurdersorganisaties die zich bezighoudt met energie. De visie is gericht op de 3 P’s: People-Profit-Planet. Concreet zijn de projectfiches voor de jaren 2014-2018 omschreven met acties, verantwoordelijkheden, budget en doorlooptijd. Op de dag van de duurzaamheid is deze gepresenteerd en overhandigd aan gedeputeerde Bert Kersten. Op provinciaal en landelijk niveau participeerden we actief in de projecten Zonnig-Limburg en de Stroomversnelling. Twee innovatieve projecten die gericht zijn op het reduceren, dan wel minimaliseren van de woonlasten. Door middel van het project Zonnig-Limburg kozen 161 huurders voor zonnepanelen op hun dak. Medegefinancierd door de Provincie Limburg en Wonen Limburg, wekken zij nu deels hun eigen energie op. Met het project de Stroomversnelling willen we ‘nul op de meter’ realiseren. Bewoners betalen de kosten die ze nu aan energie kwijt zijn voortaan aan ons. Wij renoveren voor dat bedrag hun huis tot een energieneutraal, comfortabel huis, zonder extra kosten. In Melick werd in 2013 het eerste proto-type opgeleverd. Voor 2014 staan 172 huizen gepland om energieneutraal te renoveren. VOORUITBLIK NAAR 2014 Vanaf 2014 en verder worden de projecten zoals deze omschreven staan in de Duurzaamheidsvisie uitgerold. Voor onze 5 strategische thema’s zijn activiteiten benoemd die variëren van onze ambitie om duurzaamste corporatie van Zuid-Nederland te worden tot een menukaart voor duurzame renovatie. Alles met het oog op een duurzame relatie, met een bewuste huurder in een duurzaam huis. Wij geloven in de kracht van bewoners. Zij zijn het grootste kapitaal om een wijk (beter) te laten functioneren. Wonen Limburg levert op innovatieve en transparante wijze een waardevolle bijdrage aan de leefbaarheid in wijken en kernen in nauwe samenwerking met de bewoners en onze belanghebbenden. Bewoners en partners weten wat ze van ons mogen verwachten. Bewoners krijgen de ruimte en worden gestimuleerd en gefaciliteerd om een bijdrage te leveren aan hun woonomgeving. Zodat ze trots zijn op de plek waar ze wonen! WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013? In 2013 introduceerde Wonen Limburg het bewonersbudget, financiën om initiatieven van een langdurig karakter te ondersteunen die aansluiten bij maatschappelijke behoeftes en effect hebben op een groter schaalniveau (wijk- en buurtniveau). Initiatieven waarbij bewoners zelf het voortouw nemen, krachten bundelen en de handen uit de mouwen steken. Bewoners steviger betrekken bij beleidsvorming is op de kaart gezet binnen Wonen Limburg. Er zijn in 2013 methoden ontwikkeld om bewoners te betrekken bij het opstellen van beleid. Maar ook op operationeel niveau ontwikkelden we participatiemethodieken. We organiseerden dit jaar twee bijeenkomsten in het kader van integrale aanpak: de Workshop Ketensamenwerking in Venray en de Werkconferentie Sociaal Veilige Wijken te Weert. Beide bijeenkomsten stonden in het teken van sociale veiligheid. We constateren dat de samenwerking met partners in de wijk effectiever ingezet wordt. Bijvoorbeeld in de wijken Brukske en Donderberg levert dit mooie resultaten op. Zeker in deze roerige tijden hebben we een stevig fundament nodig waarmee we onze leefbaarheidsinvesteringen kunnen verantwoorden. Daarom werden in 2013 alle 182 wijken en buurten waar Wonen Limburg vastgoed heeft, geprioriteerd en vervolgens is gestart met het in beeld brengen van de leefbaarheidsopgave. Die nemen we op in de wijkvisies. Bij leefbaarheidsinvesteringen groter dan € 25.000 werd, samen met partners en bewoners, bepaald wat de investering aan maatschappelijke meerwaarde moet opleveren voor de wijk. 2.3.2 LEEFBAARHEID Wonen Limburg wil huurders meer bieden dan een kwalitatief goede woning. Daarom zetten we sterk in op een leefbare omgeving. Huurders die zich thuis voelen in hun buurt, daar gaat het om. We prikkelen en verleiden bewoners om hun eigen kracht en talent in te zetten om de leefbaarheid van de buurt te verbeteren. 15 2. ACTIVITEITEN IN 2013 Een greep uit onze overige resultaten: 2.3.3 WONEN-LEREN-WERKEN • Wijkonderneming Fatima: samen met de wijkraad, bewoners en partners in de wijk is gestart met het oprichten van een wijkonderneming om zo een plek te realiseren voor ontmoeting en participatie. Een plek om vraag en aanbod bij elkaar te brengen en om samenwerking tussen partijen en bewoners te organiseren. • MFC Leunen: het project bestaat uit het realiseren van een multifunctioneel centrum waar wijkbewoners en verenigingen gebruik van gaan maken. De bedoeling is om vele activiteiten te organiseren waardoor ouderen in Leunen de mogelijkheid hebben om langer zelfstandig te blijven wonen in Leunen. Het projectplan en het voorafgaande onderzoek is geheel door vrijwilligers uit Leunen opgesteld en uitgevoerd. Limburg heeft te maken met een paradox op het gebied van de kennis- en arbeidsmarkt. Aan de ene kant heeft de provincie Limburg een oplopend tekort aan voldoende goede c.q. passende arbeidskrachten in kansrijke en sterke sectoren. Aan de andere kant heeft zij te maken met veel en langdurige werkeloosheid. Daarnaast kenmerkt Limburg zich door relatief veel laagopgeleide inwoners. Deze ontwikkeling bedreigt het functioneren van de Limburgse kennis- en arbeidsmarkt en de economie en heeft daarmee direct effect op de leefbaarheid in wijken en buurten. Dit omdat de sociaal economische status van mensen kan worden afgeleid uit een drietal indicatoren: inkomen, opleiding en beroep. • Stichting Multi Koken & Bewegen: bewoners van de wijk Donderberg richten gezamenlijk met partners een wijkonderneming, inclusief wijkrestaurant op. Deze plek biedt ruimte voor ontmoeting en brengt vraag en aanbod op het gebied van zorg, gezond koken en bewegen bij elkaar. • Ruilwinkel Aurora: eind november 2013 is een ruilwinkel geopend in Heerlen die volledig door een huurder wordt gerund. Het doel is om dumping van spullen in het appartementengebouw tegen te gaan en tegelijkertijd iets te kunnen doen voor mensen met een kleine beurs. SPONSORING In 2013 hebben wij voor een bedrag van € 24.344,72 aan sponsoring gedaan. Wat sponsorden we zoal? Diverse straat-, buurt- en wijkfeesten, seniorenvervoer, Dag van de Ouderen, deelname van een Wonen Limburgteam aan de Alpe d’Huzes, Cultura Nova, Dag van de Architectuur, het project Zonneklaar en Vrienden van Daelzicht (zorgpartner). VOORUITBLIK NAAR 2014 We constateren een aantal ontwikkelingen en discussies in de maatschappij die leefbaarheid raken. De politiek stelt de rol van corporaties op het gebied van leefbaarheid ter discussie. Wij vinden het belangrijk initiatieven van bewoners die de leefbaarheid versterken te ondersteunen. Zo maken we met elkaar de samenleving een stukje beter. 16 Wonen Limburg wil haar bijdrage leveren aan de samenleving. Wij staan midden in de maatschappij en zien het nog altijd als onze kerntaak om mensen te huisvesten die dat niet goed zelf kunnen. Tegelijkertijd willen we er ook voor zorgen dat de groep mensen die ons écht nodig heeft steeds kleiner wordt. Om die reden stimuleert Wonen Limburg mensen om zélf een bijdrage te leveren aan betere leefomstandigheden. Vanuit het speerpunt Wonen-leren-werken stimuleren wij, in samenwerking met onze ketenpartners, mensen om te komen tot een betere kwalificatie. Zodat dit een opstap is naar deelname aan de arbeids-, kennis- en woonmarkt. Dit alles om bij te dragen aan het bevorderen van de economie en (daarmee) aan de opwaardering van wijken. Het principe van wederkerigheid staat hierbij centraal. Wij stelden in 2012 de volgende doelstelling vast: Wonen Limburg laat 375 mensen binnen een periode van drie jaar een kwalificatieverbetering doormaken. Deze doelstelling geldt voor een periode van drie jaar, met ingang van 1 januari 2013. Vanwege de opstart van het speerpunt gaan we daarbij uit van het volgende groeimodel: GROEIMODEL JAAR PERSONEN 1e jaar – 2013 100 2e jaar – 2014 125 3e jaar – 2015 150 Totaal periode 3 jaar 375 2. ACTIVITEITEN IN 2013 WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013? Voor 2013 had Wonen Limburg als doelstelling om 100 mensen een kwalificatieverbetering te laten doormaken. Deze doelstelling is behaald met onder andere de volgende geslaagde projecten: die kunnen bijdragen aan de structurele verbetering van wijken en buurten waarmee we de zelfredzaamheid van bewoners vergroten. Hierbij gaat het om concrete projecten. 2.3.4WONEN-ZORG-WELZIJN • • • • • • • Go4It! (Weert, Roermond, Venray en Heerlen): met dit project bieden we kansarme jongeren een opstap naar stage, opleiding of betaalde baan. In 2013 begeleidden we tenminste 40 jongeren. ToDo! (Venray): bewoners uit de gemeente Venray in de leeftijdscategorie van 18 tot 35 jaar bieden we een opstap tot zelfstandig ondernemerschap. In 2013 maakten 10 personen deze stap. Vanwege de moeilijke economische tijd is dit project eind 2013 gestopt. De initiatieven en inspanningen van onze kansmakelaars voor deze doelgroep gaan gewoon door. Begeleid en beschermd wonen voor jongeren (Horst aan de Maas en Weert): kansarme jongeren in de leeftijd van 18-27 jaar begeleidden we met zelfstandig wonen, opleiding en werk. In 2013 kregen 10 jongeren huisvesting en begeleiding. Maatschappelijk Activeringscentrum (Horst aan de Maas): langdurig werklozen re-integreren in de maatschappij. In 2013 re-integreerden 5 werklozen. WIZKIDS als onderdeel van het Sociaal Activerings Programma in Brukske (Venray): kinderen van groep 4 t/m groep 8 krijgen in kleine groepjes hulp van vrijwilligers bij taal en rekenen. In 2013 waren ca. 45 kinderen en ca. 17 vrijwilligers betrokken. Daarnaast zijn er vanuit het WijkOntwikkelingsPlan Donderberg (Roermond) in 2013 ca. 70 personen actief begeleid naar onder andere opleiding, (vrijwilligers)werk en stageplekken. Wonen Limburg laat voorbeeldgedrag zien door de actieve inzet van onder andere stagiaires, Wajongers, leerling bouwplaats en deelname aan de landelijke Prokkeldag. In 2013 zijn hier ca. 30 personen bij betrokken. Wonen Limburg organiseerde in samenwerking met haar partners het symposium Jeugdwerkloosheid, waarmee we deze problematiek nadrukkelijker onder de aandacht brachten. VOORUITBLIK NAAR 2014 Een nieuwe ontwikkeling in 2014 die de Wonen-lerenwerken doelstelling ondersteunt, is het opnemen van Social Return als onderdeel van de gunningscriteria in ons aanbestedingsbeleid. We zoeken daarbij verbinding met SW-bedrijven, UWV, gemeenten en onderwijsinstellingen om mensen met een afstand tot de onderwijs- of arbeidsmarkt een kans te bieden op een kwalificatieverbetering. Daarnaast zoeken we naar nieuwe ontwikkelingen binnen bestaande projecten en contacten 17 Het thema Wonen-zorg-welzijn was nog nooit zo actueel. Externe oorzaken die hieraan ten grondslag liggen zijn onder andere de (dubbele) vergrijzing en zorgkosten die almaar hoger worden. Op de huidige voet verder gaan is op de lange termijn niet houdbaar. De overheid neemt maatregelen om goede zorg ook in de toekomst betaalbaar te houden. Denk daarbij aan de afbouw van de AWBZ naar Langdurig Intensieve Zorg door overheveling naar gemeenten, overheveling naar zorgverzekeringswet en de afbouw van zorgzwaartepakketten door het toepassen van scheiden van wonen en zorg. Deze maatregelen gaan gepaard met flinke bezuinigingen die Wonen Limburg en onze huurders direct raken. We spelen in op veranderende huurderswensen en benutten de mogelijkheden die nieuwe kennis en technologieën bieden. Samen met onze partners ontwikkelen we vastgoed en dienstverleningsconcepten die inspelen op de veranderende klantbehoefte. WAT HEBBEN WE IN 2013 BEREIKT? Begin 2013 presenteerden we het uitvoeringsprogramma ‘De keten sluiten’ in samenwerking met Theater Kleinkunst in Grubbenvorst. In dit document staan concrete activiteiten benoemd voor 2013 en 2014. Overige resultaten: • Met acht zorgpartners is toegewerkt naar een strategische samenwerkingsovereenkomst. Dit heeft geresulteerd in ondertekening van overeenkomsten met Daelzicht en Proteion in november van 2013. In dit convenant staan onder andere concrete projecten benoemd die we samen gaan oppakken. Ook bieden we de mogelijkheid om bij elkaar in de keuken te kijken. • Toegankelijkheid is door middel van Woonkeur toegevoegd aan ons programma van eisen voor nieuwbouw. • Ons gehele woningbezit is geïnventariseerd. In deze inventarisatie was toegankelijkheid een belangrijke pijler. De resultaten zullen input zijn voor de vastgoedsturing. • Er is interne kennisdeling georganiseerd op het gebied van zorgvastgoed. 2. ACTIVITEITEN IN 2013 • • • • • • Medewerkers woonservice, wijk- en complexbeheerders en leefbaarheidsmedewerkers hebben een training gevolgd die gericht was op het signaleren van zorgproblematiek achter de voordeur. Studenten van Zuyd Hogeschool presenteerden de resultaten van hun onderzoek naar de mogelijkheid tot langer zelfstandig wonen in Eygelshoven. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden onder de noemer minor ‘Growing Older’. Eind 2013 is een nieuwe minor uitgeschreven. In Montfort wordt het zorg- en welzijnsklimaat in kaart gebracht. Vanuit de opleiding Toegepaste Gerontologie van Fontys Hogeschool is er onderzoek gedaan naar de woonwensen en de doorstroom van senioren in Peel en Maas. Het tweede bewonerspanel van dit jaar ging over het thema wonen-zorg-welzijn. Naar aanleiding van dit panel is het symposium “de bewoner onderneemt” georganiseerd en hebben we een focusgroep ingezet. De focusgroep heeft ons een goed beeld gegeven van de wensen van 55plussers voor wat betreft zelfstandig wonen. Ook in onze wijken en buurten hebben activiteiten plaatsgevonden vanuit het speerpunt. In de gemeente Leudal is een langste eettafel georganiseerd tijdens de Week van de Eenzaamheid. In Eygelshoven wordt een beweegtuin ontwikkeld in samenwerking met bewoners van de Laethof. In Peel en Maas is meegewerkt aan een experiment van platform 31 om mensen met dementie handvatten te geven om langer thuis te wonen. In dezelfde gemeente hebben we meegewerkt aan de projecten “langer thuis in eigen huis” en het “domoticahuis”. VOORUITBLIK NAAR 2014 De focus zal in 2014 verschuiven van kennis, onderzoek en beleid naar concrete resultaten op gebied van vastgoed, samenwerking en producten en diensten. De nadruk zal komen te liggen op het anticiperen op de vergrijzing en de gevolgen van overheidsbeleid zoals het scheiden van wonen en zorg en de extramuralisatie. Dit betekent iets voor de toekomstige vraag naar geschikte woningen, waar zorg geleverd kan worden en dus voor onze vastgoedsturing. Maar dat betekent ook iets voor de leefbaarheid van onze wijken en buurten. We richten ons op huurders met zorgvragen die langer zelfstandig blijven wonen. Hiervoor gaan we nog intensiever de samenwerking zoeken met huurders, gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen. Samen ontwikkelen we producten en diensten en stimuleren we ontmoeting en participatie. 18 2.3.5 WOONURGENTEN We zien een behoorlijke vraag naar tijdelijke huisvesting, vaak als opmaat naar een regulier huis. De wachttijden op de huurwoningmarkt zijn in sommige gemeenten nog lang en een woning kopen is niet voor iedereen direct weggelegd. Een tijdelijk huis kan dan uitkomst bieden. Bijvoorbeeld voor jongeren die na hun studie terugkeren uit de randstad en weer in hun ouderlijk dorp willen wonen. Voor mensen in scheiding, voor arbeidsmigranten of voor mensen die hun huis verkocht hebben, maar nog geen nieuw huis hebben. Ook aan deze behoefte willen we voldoen. Reguliere nieuwbouw is hierbij echter geen optie, gezien de te verwachten krimp over 10 tot 15 jaar. Daarom zoeken we naar nieuwe concepten en kijken we waar we bestaand leegstaand vastgoed kunnen transformeren. WAT HEBBEN WE BEREIKT IN 2013? In 2013 ging een interne werkgroep aan de slag met het uitrollen van de beleidsnotitie “Huisvesting woonurgente groepen”. Een van de onderdelen van het uitvoeringsprogramma betreft het opzetten van een regionaal bemiddelingspunt waar de vraag naar tijdelijke huisvesting optimaal kan worden gematcht met het aanbod. In 2013 is hiervoor een stuurgroep en een projectgroep met een vertegenwoordiging vanuit diverse partijen uit de driehoek werkgevers – overheid – huisvesters opgericht. Ook Wonen Limburg neemt aan beide groepen deel. Het concept van het bemiddelingspunt is inmiddels uitgewerkt in een algemeen programma van eisen. Uiteraard is ook huisvesting een onderdeel van het uitvoeringsprogramma. Wonen Limburg verhuurde in 2013 62 woningen aan woningzoekenden afkomstig uit Midden-en Oost-Europa. Aankoop en transformatie van leegstaand vastgoed is één van de mogelijkheden om woonurgenten op een goede manier te huisvesten. In Grubbenvorst kochten we twee naast elkaar gelegen woningen aan die via arbeidsbemiddelaar Covebo worden verhuurd aan 16 arbeidsmigranten. Allen hebben een eigen kamer. Keuken en sanitaire voorzieningen worden gedeeld. En in Broekhuizenvorst kochten we 9 nieuwbouwwoningen speciaal voor woonurgenten. 2. ACTIVITEITEN IN 2013 Naast aankoop en transformatie van bestaand vastgoed, kijken we ook naar mogelijkheden voor tijdelijke nieuwbouw. In samenwerking met Neptunus en de gemeente Peel en Maas is de ontwikkeling van Irenehof in Panningen inmiddels in een ver gevorderd stadium. Hier worden in totaal 20 tijdelijke appartementen gerealiseerd voor woonurgente groepen. Naar verwachting kunnen deze woningen voor de zomer van 2014 worden bewoond. Voor een locatie in Meterik hebben we een conceptuele aanbesteding gedaan. We vroegen partijen een product aan te bieden dat in de toekomst eenvoudig te transformeren is naar levensloopbestendige woningen. En natuurlijk hebben we ook in 2013 weer ingezet op versterking van de samenwerking met andere partijen en het creëren van meer draagvlak voor dit speerpunt. Zo nemen we deel aan onderzoeken, zijn we op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau actief door samen te werken met overheden, presentaties te geven en de dialoog te voeren en namen we deel aan een project via Platform 31. VOORUITBLIK NAAR 2014 In 2014 wordt het concept voor het woonbemiddelingspunt breder uitgezet met het doel een breder draagvlak te creëren en alvast aansluiting van aanbieders van huisvesting en potentiële zoekers te organiseren. Verder willen we aan de slag met de transformatie van het voormalige politiebureau in Herkenbosch voor de realisatie van 12 eenheden voor woonurgenten. En onderzoeken we of het haalbaar is om ons voormalig kantoorpand in Weert te transformeren naar appartementen. 19 2. ACTIVITEITEN IN 2013 3. ORGANISATIE 3.1 DIT IS ONZE ORGANISATIE RAAD VAN COMMISSARISSEN BESTUUR Innovatie Kennis & Strategie Compliance & Risk Bestuurssecretariaat Stuurlijn Mens & Maatschappij Stuurlijn Vastgoed Stuurlijn Bedrijfsondersteuning 3.2 EN DIT ZIJN DE FAMILIE- EN NEVENSTRUCTUREN STICHTING WONEN LIMBURG CV THUIS IN LIMBURG WL BEHEER DEELNEMINGEN BV VOF CENTRUMPLAN LEENDE 20 WL BELEGGINGEN BV WL HOLDING BV WL ENERGIE BV WL PROJECTONTWIKKELING BV KRANEVELD BV WL PARTICIPATIES BV LEIGRAAF MIDDEN-LIMBURG BV ROPRO III BV VOF LOVERBOSCH 3. ORGANISATIE 3.3 DOCHTER- EN ZUSTERONDERNEMINGEN De Stichting Wonen Limburg is verbonden met diverse dochter- en zusterondernemingen. Die staan in het schema hieronder: BELANG EIGEN VERMOGEN (€) JAARRESULTAAT (€) VERSTREKTE LENINGEN (€) (direct of indirect) 31-12-2013 2013 31-12-2013 NAAM Wonen Limburg Holding BV 100% -3.010.470 -494.847 6.822.909 Wonen Limburg Participaties BV 100% -3.794.533 -454.256 6.702.034 Wonen Limburg Projectontwikkeling BV 100% 1.001.845 9.996 - Wonen Limburg Energie BV 100% -44.737 -40.934 4.023.495 Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV 100% -796.548 -6.132 - Wonen Limburg Beleggingen BV 100% 6.796 -1.217 - ROPRO III BV 50% -834.364 -19.463 905.263 Kraneveld BV 50% -264.455 3.011 1.935.938 VOF Loverbosch 50% -253 1 1.609.150 Leigraaf Midden-Limburg BV 25% -2.238.496 -213.124 4.651.833 VOF Centrumplan Leende 33% 2.000.744 17.816 1.842.864 Woningstichting Weert 0% -814.234 39.440 904.617 Stichting Kantex 0% 189.060 52.569 - WONEN LIMBURG HOLDING BV WONEN LIMBURG ENERGIE BV Het doel van deze vennootschap is het: Het doel van deze vennootschap is het ontwikkelen en realiseren van producten en het verlenen van diensten. Ook dit gebeurt in het belang van de volkshuisvesting in de ruimste zin van het woord. •verwerven, administreren en beheren van aandelen in de rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen; •uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden rechten; •exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van registergoederen; • beleggen in roerende en onroerende zaken; •beleggen van vermogen in het belang van de volkshuisvesting binnen het werkgebied van Wonen Limburg. WONEN LIMBURG PROJECTONTWIKKELING BV WONEN LIMBURG BEHEER DEELNEMINGEN BV Het doel van deze vennootschap is het: •optreden als beherend vennoot; •oprichten en verwerven van, deelnemen in, samenwerken met en besturen en financieren van andere ondernemingen die werken in het belang van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied. Het doel van deze vennootschap is: WONEN LIMBURG PARTICIPATIES BV •het ontwikkelen van bouwprojecten en bestemmingsplannen; •het realiseren van deze bouwprojecten; •de verwerving, exploitatie of vervreemding van registergoederen; •het uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de feitelijke realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; •het leveren van management. Het doel van deze vennootschap is het oprichten en verwerven van, deelnemen in, samenwerken met en het besturen en financieren van andere ondernemingen. Deze andere ondernemingen zijn: commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en andere rechtspersonen die werken in het belang van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied. Dit alles in het belang van de volkshuisvesting binnen het werkgebied van Wonen Limburg. 21 3. ORGANISATIE WONEN LIMBURG BELEGGINGEN BV LEIGRAAF MIDDEN-LIMBURG BV (25% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is het: Het doel van deze vennootschap is het: •verwerven, administreren en beheren van aandelen in rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen; •uitoefenen van alle aan die aandelen verbonden rechten; •exploiteren, ontwikkelen, aan- en verkopen van registergoederen; •het beleggen in roerende en onroerende zaken en het beleggen van vermogen. •ontwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen; •realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten; •uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; • het leveren van projectmanagement; •bemiddelen bij aan- en verkoop van registergoederen; •verwerven, handelen in en exploiteren plus financieren en vervreemden van registergoederen. Ook hier geldt dat alles in het belang gebeurt van de volkshuisvesting binnen ons werkgebied. ROPRO III BV (50% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is het: •ontwikkelen van bouwprojecten en bestemmingsplannen; • realiseren van deze bouwprojecten; •verwerven, exploiteren of vervreemden van registergoederen; •uitvoeren van alle werkzaamheden die voor de realisatie van bestemmingsplannen nodig zijn; •leveren van management. VOF LOVERBOSCH (50% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is: het gezamenlijk en voor gemeenschappelijke rekening en risico ontwikkelen, realiseren, en verkopen van koopwoningen op 2 percelen aan de Koestraat te Asten. VOF CENTRUMPLAN LEENDE (33% DEELNEMING) Het doel van deze vennootschap is het: • ontwikkelen en realiseren van bestemmingsplannen; • realiseren van de daarin gelegen bouwprojecten; •verkrijgen, opleveren, vervreemden, beheren, bezwaren, exploiteren, huren, verhuren, uitgeven in erfrecht/opstal en splitsen in appartementsrechten van onroerende zaken. KRANEVELD BV (50% DEELNEMING) In 1995 is de besloten vennootschap Kraneveld BV opgericht. Wij nemen hierin deel voor 50%. De andere 50% is van Haegens Beheer BV. Het doel van Kraneveld BV is het verwerven en ontwikkelen van gronden voor woningbouw. We kunnen hiermee veiligstellen dat we ook in het nieuwe uitbreidingsgebied van Horst woningen voor de doelgroep kunnen realiseren. Op 6 september 2013 is onze partner in Kraneveld BV, te weten Horstinvest BV, door de rechtbank failliet verklaard. Op basis van een juridische en fiscale analyse die volgend op het faillissement heeft plaatsgevonden, heeft Wonen Limburg besloten om het vastgoed in Kraneveld BV over te nemen, waarna de betreffende besloten vennootschap geliquideerd zal worden. Een en ander wordt in 2014 formeel afgerond. 22 THUIS IN LIMBURG In 2010 is de Thuis in Limburg CV opgericht. Dit betreft een entiteit waarin 6 Limburgse woningcorporaties deelnemen met als doel het aanbieden van een overzichtelijke website waarop het woningaanbod in Limburg is opgenomen. Op de website worden huurwoningen, koopwoningen, parkeerplaatsen en garages aangeboden. 3. ORGANISATIE 3.4 MEDEWERKERS In onderstaand overzicht ziet u hoe onze medewerkersverdeling was in 2013: MEDEWERKERSVERDELING PER 31 DECEMBER 2013 Full-time equilvalents (fte’s) excl. oproepkrachten en gedetacheerden 251 Aantal medewerkers 284 Percentage parttimers 37% Percentage vrouwen 49% Percentage mannen 51% Aantal indiensttreders 2013 12 Aantal uitdiensttreders 2013 15 Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 20 - 35 jaar 58 Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 35 - 50 jaar 132 Aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 50 - 65 jaar 89 Gemiddelde leeftijd Wonen Limburg in jaren 45 2,4% Verzuim 2013 TALENT NAAR DE TOP Begin 2013 ondertekende Wonen Limburg de Charter Talent naar de Top. Hiermee wordt een hogere instroom, doorstroom en behoud van vrouwelijk talent in topfuncties beoogd. Wonen Limburg heeft de Charter ondertekend omdat zij diversiteit, dus ook een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de top belangrijk vindt. In 2013 hadden we 38% vrouwen in de top (bestuur en directieteam) en 33% in de subtop (managementlaag onder directieteam). 23 3.5 RISICOMANAGEMENT Om onze strategische doelstellingen vanuit de maatschappelijke opgave die er ligt, te bereiken, sturen we op het realiseren van prestaties. En managen we de risico’s, die onze prestaties zouden kunnen beïnvloeden. Risicomanagement en prestatiemanagement zijn met elkaar verbonden, het een staat niet los van het ander. Graag leggen we uit hoe we risico’s managen en blijven beheersen. Daarbij zijn we vanuit governance verplicht aan te tonen op welke manier we onze risico’s beheersen. Wonen Limburg kent diverse interne beheersingsinstrumenten om onze doelstellingen te realiseren. Hieronder gaan we in op onze beheersingsinstrumenten en de manier waarop we onze risico’s beheersen. 3. ORGANISATIE PRESTATIEMANAGEMENT, DE ENE ZIJDE VAN DE MEDAILLE Om te meten of we onze voorgenomen doelstellingen en dus onze prestaties realiseren, maken we gebruik van geautomatiseerde periodieke managementinformatie. Zowel maandelijks als per tertiaal monitoren we de realisatie van onze Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s). De KPI’s die wij benoemd hebben, zijn afgeleiden van onze strategische doelstellingen. Alle activiteiten die wij uitvoeren hebben een relatie met deze strategische doelstellingen. Aan de hand van de tertiaal rapportage informeren we tevens de Raad van Commissarissen over de realisatie van onze doelstellingen. Binnen Wonen Limburg onderscheiden we instrumenten die betrekking hebben op de ‘harde kant’ én instrumenten voor de ‘zachte kant’. Met de harde kant bedoelen we de organisatiestructuur, methoden en technieken, taken/ bevoegdheden/verantwoordelijkheden, processen, procedures, rapporten en systemen. Onder de zachte kant verstaan we het gedrag van de medewerkers, cultuur, voorbeeldgedrag van de top, competenties, loyaliteit, betrokkenheid en integriteit. Beiden zijn van belang om de doelstellingen en prestaties te realiseren. Voor Wonen Limburg ligt de nadruk op het doorontwikkelen van de ‘zachte kant’. Het is immers vrij gemakkelijk om een aantal instrumenten te ontwikkelen en te gebruiken. Het gaat juist om de toepassing van deze instrumenten door de medewerkers. Dit heeft betrekking op houding en gedrag. Maar ook het leren van elkaar en het elkaar aanspreken, blijkt in de praktijk moeilijker dan gedacht. Met een doorlopend management ontwikkeltraject en het onderling bespreekbaar maken van issues besteden we aandacht aan de ‘zachte kant’. Daarnaast kent Wonen Limburg de volgende beheersingsinstrumenten: procesbeschrijvingen, audits en het toepassen van risicomanagement. Vanwege de overstap van het bedrijfssysteem NCCW naar SAP worden de procesbeschrijvingen in 2014 geactualiseerd. RISICOMANAGEMENT, DE ANDERE ZIJDE VAN DE MEDAILLE Ondernemen is risico’s nemen, ook voor corporaties. De positie in de (veranderende) markt, de maatschappelijke doelstellingen, de druk vanuit de overheid en de negatieve financiële vooruitzichten maken risicomanagement voor woningcorporaties een bijzonder aandachtspunt. diverse directie- en managementbijeenkomsten en worden regelmatig intern workshops verzorgd om de kennis te behouden en te borgen. Jaarlijks verbeteren we de benoemde risico’s, prestaties en beheersmaatregelen. Met ingang van 2014 worden risico’s aan prestaties gekoppeld en benoemen we per risico de beheersmaatregelen die nodig zijn om de prestatie te realiseren en het risico te minimaliseren. Risicomanagement maakt integraal onderdeel uit van de Planning & Control cyclus. Risicomanagement is bij Wonen Limburg ingebed op strategisch, tactisch en operationeel niveau. We hebben niet alleen oog voor ‘het voorkomen van schade’; het gaat om het bereiken van onze doelstellingen. Hierbij hebben we ook aandacht voor risicogebieden als innovatie, projecten, productontwikkelingen en bijvoorbeeld samenwerking. In 2014 blijven we ons risicomanagement verder professionaliseren door het organiseren van workshops en het gesprek aan te gaan over risico’s. Maar ook door de actualiteit te blijven volgen en op basis daarvan te toetsen of scenario’s impact hebben op de koers die wij voor ogen hebben. EN VERDER ... Verder stonden ook deze punten in 2013 op de agenda. We: • • • • …voerden alle geplande audits, follow-up metingen en deelwaarnemingen uit. De resultaten van de audits bespreken we met alle verantwoordelijken. Na de uitgevoerde audits vragen we aan de procesverantwoordelijke om acties te benoemen naar aanleiding van de gemaakte bevindingen, deze zijn tevens de input voor de follow-up meting; …pasten procuratieregelingen aan omdat het beleid gewijzigd werd; …benoemden actiepunten naar aanleiding van de afgeronde en uitgevoerde visitatie. Deze actiepunten stemmen we af met onze belanghebbenden; …stelden voorafgaand aan het begrotingsproces een kadernota op. Daarin benoemen we alle uitgangspunten en kaders voor de begroting 2014-2018. Wonen Limburg zet ieder jaar stappen in het doorontwikkelen van risicomanagement. Zo is vormgegeven aan risicomanagement op het gebied van treasury en projecten. Tevens maakt risicomanagement onderdeel uit van de Planning & Control producten, is het onderwerp van gesprek in 24 3. ORGANISATIE 4. FINANCIEEL VERSLAG 4.1 BETROUWBAAR FINANCIEEL BELEID Om maatschappelijke prestaties te kunnen blijven waarmaken, is een betrouwbaar financieel beleid nodig. Drie vragen zijn belangrijk om dat beleid te kunnen beoordelen: 1. 2. 3. Hoe zetten we onze financiële middelen in? Hoe zorgen we ervoor dat we financieel gezond blijven? Kunnen we méér met ons vermogen doen zonder dat we te grote risico’s nemen? Deze drie vragen beantwoorden we in dit hoofdstuk. En we willen zorgen voor leefbare buurten en wijken. We hebben een maatschappelijk beleid en dat heeft tot gevolg dat onze woningen veel minder opleveren dan de marktwaarde bedraagt. We noemen die lagere waarde de beleidswaarde. De beleidswaarde van ons woningbezit bedroeg eind 2013 ongeveer € 1.751 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt dus € 294 miljoen. Dat is het bedrag dat we verwachten niet te ontvangen, omdat we een maatschappelijk beleid voeren. De waarde van de woningen is niet hetzelfde als ons vermogen. We hebben namelijk veel geld geleend om de woningen te kunnen bouwen. Verderop in dit hoofdstuk geven we een overzicht. 4.2 INVESTEREN OF UITGEVEN? In dit jaarverslag geven we een overzicht van onze activiteiten. Die activiteiten vinden we nodig om onze maatschappelijke doelen te bereiken. Daarvoor zetten we gericht geld in. Het is belangrijk daarbij een onderscheid te maken tussen onze investeringen en onze uitgaven. Het verschil is dat investeringen geld kosten, maar ook inkomsten opleveren. Bijvoorbeeld de bouw van een huurwoning kost geld, maar levert ook huur op. Bij uitgaven is dat niet het geval. Maar de overeenkomst is dat zowel investeringen als uitgaven maatschappelijk nuttig kunnen zijn. 4.2.1 MARKTWAARDE IS HOGER DAN BELEIDSWAARDE We beschikken over een groot vermogen. Dat vermogen staat niet op de bank, maar is geïnvesteerd, voornamelijk in huurwoningen. De marktwaarde van ons bezit, inclusief de aankoop van de woningen van Mooiland, bedroeg eind 2013 ongeveer € 2.044 miljoen. Door al ons vastgoed te verkopen, zouden we in theorie deze marktwaarde kunnen omzetten in geld. Na aflossing van onze leningen zou er dan € 1.236 miljoen aan geld overblijven. Dat is veel geld. Maar wij zijn niet van plan de marktwaarde te realiseren. We willen de woningen niet allemaal verkopen, omdat we de huren betaalbaar willen houden. 25 4. FINANCIEEL VERSLAG BELEIDSWAARDE We kiezen er dus voor om niet de marktwaarde te realiseren, maar een lagere waarde die is gebaseerd op ons beleid. We noemen dat de beleidswaarde. Wij hanteren voor de beleidswaarde de volgende parameters: BELEIDSWAARDE 3,50% Verwachte jaarlijkse huurstijging op lange termijn gemiddeld Jaarlijkse variabele lastenstijging gemiddeld 2,0% Stijging van de onderhoudslasten op basis van de meerjarenonderhoudsbegroting m.i.v. 2021 3,0% 5,25% Disconteringsvoet Minimaal: 15 jaar Verwachte resterende levensduur van de betreffende activa Maximaal: 50 jaar De hoogte van de beleidswaarde wordt niet alleen door ons beleid bepaald, maar ook door de regelgeving van de overheid. Als we de beleidswaarde vergelijken met de marktwaarde, zien we dat de marktwaarde hoger ligt: MARKTWAARDE/BELEIDSWAARDE 2.500 2000 1.500 1.000 500 0 2004 2005 Marktwaarde 26 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Beleidswaarde 4. FINANCIEEL VERSLAG IPD CORPORATIE VASTGOEDINDEX (MARKTWAARDE) Al vanaf het eerste uur nemen wij deel aan de IPD Corporatie Vastgoedindex, afgekort de IPD. Deze landelijke benchmark meet de prestaties van Wonen Limburg als investeerder en als beheerder. De IPD geeft inzicht in het financiële rendement op ons vastgoed, gesplitst naar direct rendement (saldo van inkomsten en uitgaven) en indirect rendement (de waardegroei van het vastgoed). Bovendien vergelijkt de IPD onze prestaties met die van de andere deelnemers. 2013 2013 2013 2012 2012 2012 TOTAAL DIRECT INDIRECT TOTAAL DIRECT INDIRECT IPD/aeDex 0,9 3,9 -3,0 -0,6 3,4 -4,0 Wonen Limburg -1,8 4,2 -6,0 2,0 3,4 -1,4 JAAR RENDEMENT Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het rendement van de corporaties die aan de IPD/aeDex deelnemen in 2013 0,9% bedroeg (Wonen Limburg -1,8%). Dit rendement heeft betrekking op het gedeelte “standing investments” van de portefeuille. Het rendement uit de dagelijkse bedrijfsvoering bleef met 3,9% (Wonen Limburg 4,2%) op peil. Wij hebben rendement op het geïnvesteerde vermogen nodig om onze activiteiten op het gebied van betaalbaarheid, leefbaarheid alsook de verbetering en vernieuwing van wijken en buurten te kunnen blijven betalen. In paragraaf 4.9 Kengetallenoverzicht wordt een IPD/aeDex rendement weergegeven gebaseerd op alle vergelijkbare objecten. Deze hebben betrekking op alle vastgoedobjecten inclusief grondobjecten met bouwbestemming in bezit van Wonen Limburg. Vooral het onderhoud is een grote kostenpost: 22% van de inkomsten gaven we uit aan onderhoud. Van de inkomsten uit verhuur resteert uiteindelijk na aftrek van bovenstaande kosten een resultaat van € 79,6 miljoen. Ten opzichte van de marktwaarde van de woningen betekent dat een rendement van 4,0% voor het totale bezit van Wonen Limburg. Dit lage rendement wordt voor een groot deel veroorzaakt door ons maatschappelijke beleid. Het resultaat van € 79,6 miljoen wordt aangewend om, buiten de bovengenoemde woninggerelateerde kosten, de betalingen van onder andere de rentelasten, de onrendabele investeringen, de rijksheffingen en de vennootschapsbelasting te doen. 29% 4.2.2 BEWUST MINDER VERDIENEN Het belangrijkste resultaat van de grote investeringen is dat we daardoor in staat zijn om 25.000 goede, betaalbare woningen te verhuren. Dat dit financiële consequenties heeft, blijkt uit het volgende overzicht uit de IPD cijfers 2013 (= marktwaarde). Deze cijfers sluiten niet exact aan met de jaarrekening maar met de cijfers die gebruikt zijn ten behoeve van de IPD. De inkomsten bestaan uit huur (€ 135,4 miljoen) en overige opbrengsten (€ 0,2 miljoen). Van deze € 135,6 miljoen aan inkomsten gaven we in 2013 € 56,0 miljoen uit aan kosten. De verdeling van de kosten is te zien in de grafiek. 27 14% 52% 5% VERDELING TOTALE KOSTEN (X € 1.000.000,-) Onderhoud (29,4) Verzekering/belasting (7,6) Beheer (16,2) Overig (2,8) 4. FINANCIEEL VERSLAG 4.2.3 GELD LENEN EN HUIZEN VERKOPEN 4.3.1 Omdat ons vermogen niet zomaar op een bankrekening staat, moeten we bij nieuwe investeringen zorgen dat we aan de financiële middelen komen. Er zijn ruwweg twee manieren. We kunnen geld lenen en we kunnen bestaande woningen verkopen. Wij bewaken onze liquiditeit zorgvuldig. Dit doen we door de inkomende en uitgaande kasstromen te begroten en vervolgens voortdurend te bewaken of er bijstellingen nodig zijn. We onderscheiden daarbij: Financiële instellingen zijn bereid om geld aan ons te lenen. Het WSW staat voor een groot gedeelte van deze leningen garant. Hierdoor kunnen wij goedkopere leningen aantrekken. De waarde van ons bezit geldt voor het WSW als onderpand op de leningen en de gemeenten en het Rijk staan in de achtervang op deze leningen. De WOZwaarde van het onderpand is leidend voor het maximale bedrag dat Wonen Limburg kan lenen. Het plafond is 50% van de WOZ-waarde. Voor Wonen Limburg bedraagt deze verhouding momenteel circa 25%, er is dus voldoende ruimte. … HET BEWAKEN VAN DE GELDSTROOM • kasstromen uit operationele activiteiten; • kasstromen uit investeringsactiviteiten; • kasstromen uit financieringsactiviteiten. Het grootste deel van de afwijking ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door het niet realiseren van geplande investeringskasstromen. De fluctuaties in de kasstromen uit nieuwbouw en verkopen vangen we op door de kasstromen uit treasury activiteiten, met name de aan te trekken financieringen, aan te passen en tijdelijke overtollige middelen bij banken uit te zetten. 4.3 FINANCIËLE CONTINUÏTEIT GEGARANDEERD DOOR … Dat we er om maatschappelijke redenen voor kiezen om niet het hoogste rendement te realiseren, brengt extra risico met zich mee. Het vraagt om een solide financieel beleid. We moeten zorgen dat onze financiële continuïteit is gegarandeerd. De financiële continuïteit garanderen wij door voortdurend de volgende punten te bewaken: • de ontwikkeling van de geldstroom (liquiditeit); • de ontwikkeling van het jaarresultaat; • de ontwikkeling van onze vermogenspositie (solvabiliteit); • de ontwikkeling van de renterisico’s. KASSTROOMOVERZICHT (x € 1.000,-) BEGROTING JAARREKENING 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 76.342 11.661 64.385 47.976 59.551 64.870 72.801 81.377 100.807 -81.559 -53.318 -99.413 -140.172 -76.156 -101.162 -57.942 -45.002 -35.770 26.655 17.478 28.062 108.181 16.605 36.292 -13.014 -31.981 -59.636 21.438 -24.179 -6.966 15.985 0 0 1.845 4.394 5.401 Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Toename/afname liquide middelen 28 4. FINANCIEEL VERSLAG VERKOOP VAN HUURWONINGEN Een deel van de vernieuwing van onze voorraad betalen we uit de verkoop van huurwoningen. Voor de komende jaren verwachten we 150 woningen per jaar uit ons bestaande bezit te verkopen. In 2013 hebben we 104 woningen verkocht. VERKOOP VAN HUURWONINGEN 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2005 2006 Werkelijk 29 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Begroot 4. FINANCIEEL VERSLAG ONRENDABELE INVESTERINGEN Omdat het de bedoeling is dat het verkopen van bestaande huurwoningen minimaal voldoende opbrengt om alle tekorten te dekken, moeten we deze ontwikkeling nauwgezet volgen. Dit doen we door maandelijks de opbrengsten af te zetten tegen de investeringsbudgetten. De opbrengsten worden ingezet bij: • onze investeringen in het bestaand bezit (renovaties en herstructureringen); • onze investeringen in nieuwbouwhuurwoningen; • onze investeringen in eventuele aankopen van huurwoningen. Als het verkopen van huurwoningen méér opbrengt, is dat gunstig omdat we dan minder hoeven te lenen en daardoor in de toekomst minder rentelasten hoeven te dragen. Hieronder laten we zien welk gedeelte van onze investeringen naar verwachting onrendabel zal zijn. ONRENDABELE INVESTERINGEN (PERCENTAGE VAN TOTALE INVESTERINGEN) 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2005 2006 Werkelijk 30 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Begroot 4. FINANCIEEL VERSLAG WERKKAPITAAL Voor de ontwikkeling van de liquiditeit op de korte termijn letten we op het werkkapitaal en de verhouding tussen de vlottende activa en kortlopende schulden (de current ratio). Het werkkapitaal zijn de inkomsten die we binnen 1 jaar verwachten te ontvangen, min de uitgaven die we binnen 1 jaar moeten doen. De verhouding tussen die twee heet de current ratio. Zo ontwikkelt ons werkkapitaal zich: (x € 1.000,-) BEGROTING JAARREKENING 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Vlottende activa 90.433 76.431 45.661 73.177 33.527 34.098 35.463 40.161 45.847 Kort lopende schulden 31.081 67.530 83.793 110.048 85.315 86.245 86.400 86.432 85.845 Werkkapitaal 59.352 8.901 -38.132 -36.871 -51.788 -52.147 -50.937 -46.271 -39.998 Current ratio 2,91 1,13 0,54 0,66 0,39 0,40 0,41 0,46 0,53 PER 31-12 VAN JAAR De prognose van onze current ratio tot 2018 laat zien dat er vanaf het jaar 2012 een korte termijn liquiditeitsbehoefte ontstaat. Deze korte liquiditeitsbehoefte worden gefinancierd met het aantrekken van kasgeldleningen en aangaan van een faciliteit met een bank. 31 4. FINANCIEEL VERSLAG 4.3.2 … HET BEWAKEN VAN HET JAARRESULTAAT Het boekjaar 2013 sloten we af met een positief resultaat van € 8,5 miljoen. In de begroting hielden we rekening met een negatief resultaat van € 14,9 miljoen. Dit positief verschil van € 23,4 miljoen komt door: (x € 1.000.000,-) VERSCHIL TUSSEN DE BEGROTING EN DE REALISATIE Meer huuropbrengsten 0,3 Minder opbrengsten bij de verkopen van huur- en koopwoningen door lager aantal verkopen -3,9 Meer geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf -0,2 Meer overige bedrijfsopbrengsten; teruggaaf in het kader van de pro rata regeling en ontvangst van 1,5 een compensatieverplichting Lagere afschrijvingskosten 0,6 Minder onderhoud aan woningen; lagere uitgaven planmatig onderhoud dan begroot 9,2 Uitgaven Saneringssteun en Verhuurdersheffing -4,3 Meer overige exploitatielasten 1,1 Minder besluiten investeringsvoorstellen en afwijking tussen werkelijke genomen besluiten en begroot 4,6 Waardeveranderingen vastgoed als gevolg van RJ645 22,8 Meer overige bedrijfslasten -1,4 Waardeverandering financiele vaste activa en effecten -5,8 Meer door te belasten rentelasten aan projecten 0,2 Belastingen; aanpassing actieve belastinglatenties (verkoopportefeuille en leningportefeuille) -0,7 Deelnemingen -0,6 Totaal verschil in begroot en gerealiseerd resultaat 23,4 32 4. FINANCIEEL VERSLAG 4.3.3 … HET BEWAKEN VAN DE SOLVABILITEIT De solvabiliteit geeft aan welk deel van onze bezittingen is gefinancierd met eigen vermogen en welk deel met vreemd vermogen. Cruciaal bij de financiële beoordeling zijn de waarderingsgrondslagen van onze woningen en het andere vastgoed (de materiële vaste activa). Vanaf 2012 zijn we overgestapt naar een waardering op bedrijfswaarde voor ons maatschappelijk vastgoed en een waardering op basis van marktwaarde (in verhuurde staat) van ons commercieel vastgoed. BELEIDS- EN MARKTWAARDE Op basis van deze waarderingsgrondslag geeft de vermogenspositie van onze balans het volgende beeld: (x € 1.000,-) Eigen vermogen Voorzieningen en egalisatierekening 31-12-2013 31-12-2012 1.002.599 915.911 6.722 12.572 Vreemd vermogen op lange termijn 765.572 657.390 Vreemd vermogen op korte termijn 110.048 83.793 1.884.941 1.669.666 Totaal vermogen Op basis van onze verhoudingen per 31 december 2013 bedraagt de solvabiliteit 53,2%. Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. DE FINANCIËLE FACILITEIT Om daarnaast nieuwe woningen te kunnen bouwen of kopen moeten wij, net zoals de meeste particuliere huiseigenaren, leningen afsluiten. Deze financieringen trekken wij aan op de geld- en kapitaalmarkt. Hierbij is een goede solvabiliteit belangrijk om onze toegang tot de geld- en kapitaalmarkt te kunnen garanderen. Nieuw vreemd vermogen kunnen we tot op bepaalde hoogte aantrekken met garantie of borgstelling van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, kortweg het WSW. Wij staan sinds 1993 ingeschreven als deelnemer. Vanaf medio 2007 beoordeelt het WSW ons volgens ‘Het nieuwe financieren’. Dit houdt in dat bij bepaling van de borgingswaarde van een corporatie het WSW in eerste instantie uitgaat van de verdiencapaciteit van de corporatie op basis van kasstromen. Uit de toekomstige operationele kasstromen moet voldoende geld komen om de financieringslasten te kunnen dragen. In tweede instantie kijkt het WSW naar de WOZ-waarde van het bezit, waarbij we maximaal 50% hiervan mogen financieren. 33 4. FINANCIEEL VERSLAG Aan de hand van deze toets stelde het WSW in augustus 2013 vast dat wij per die datum nog € 208 miljoen onder garantie mogen lenen. Ieder jaar bekijkt het WSW dit opnieuw. Per 22 mei 2014 mogen we nog € 168 miljoen lenen. Dit is voldoende voor onze resterende financieringsbehoefte tot en met eind 2015. In juni 2014 zal het WSW weer een nieuwe beoordeling maken voor de periode 2014-2016 op basis van de begroting 2014. 4.3.4 … HET BEWAKEN VAN DE RENTERISICO’S DE LENINGENPORTEFEUILLE In 2013 hebben we € 96,3 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken en een leningportefeuille van € 57,0 miljoen overgenomen. Hiertegenover staat dat we voor € 43,1 miljoen hebben afgelost. De leningenportefeuille per 31 december specificeren we als volgt: 31-12-2013 Aantal leningen Bedrag aan leningen (x € 1.000,-) Gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille 31-12-2012 252 234 808.055 697.900 3,73% 3,90% De gemiddelde rentevoet in 2013 is 3,73%. Hiermee is deze lager dan de gemiddelde rentevoet in 2012. In 2013 is er in totaal € 29,8 miljoen aan rente betaald. DE RENTERISICO’S Het WSW schrijft voor dat er een maximaal renterisico mag zijn van 15%. Het WSW kijkt hiervoor naar de renteconversies en aflossingen uitgedrukt in een percentage van de omvang van de leningen in portefeuille aan het einde van het jaar. In de komende 5 jaren voldoet Wonen Limburg aan deze norm. Het bedrijfseconomische renterisico geeft aan hoeveel renterisico er is als nieuwe financieringen worden meegerekend. Rekening houdend met renteconversies die al zijn afgesloten bedraagt het bedrijfseconomische renterisico in 2014 nog 6,04%. 34 4. FINANCIEEL VERSLAG AFLOSSINGSFICTIE De exploitatiekasstroom uit de begroting is voldoende om de rente en de normatieve aflossing van 2% te voldoen. In ons financieel beleid streven we naar een operationele kasstroom (inclusief rente en aflossingsfictie van 2%) groter dan nul over de totale prognoseperiode van 5 jaar. Voor de periode 2014 tot en met 2018 voldoen we hier ruimschoots aan en komen we uit op een gemiddeld overschot van € 28,8 mln. 4.4 BELEGGINGEN Het CFV doet risicogericht onderzoek op een zestal toezichtterreinen die van invloed zijn op de financiële continuïteit. De terreinen zijn: kwaliteit financiële informatie, behoud maatschappelijk gebonden vermogen, financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en draagkracht vermogen. De hiervoor beschreven beoordeling heeft het CFV geen aanleiding gegeven tot het doen van interventies. 4.7 WAT STAAT ONS TE WACHTEN? De beleggingsportefeuille ultimo 2013 bestaat uit participaties in het WoonInvesteringsFonds (WIF). De lening aan het Wooninvesteringsfonds betreft een achtergestelde lening met een onbepaalde looptijd. Gelet op de vermogenspositie bij het WIF bestaat twijfel over de aflossing van de achtergestelde lening. Wonen Limburg heeft derhalve in 2013 een voorziening gevormd ter grootte van € 5,8 miljoen. GEVOLGEN KABINETSMAATREGELEN In het in 2013 gesloten woonakkoord zijn diverse maatregelen opgenomen die ook Stichting Wonen Limburg treffen. Deze maatregelen betreffen onder meer: • de Wet verhuurderheffing. Deze wet geldt voor alle verhuurders met meer dan 10 huurwoningen in de gereguleerde sector. De heffing loopt naar verwachting op naar € 1,7 miljard in 2017; • een door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) opgelegde heffing voor saneringssteun. Voor 2013 was dit € 5.188 miljoen (op basis van het aantal VHE’s: € 225 per zelfstandige eenheid en € 115 per onzelfstandige eenheid). Het CFV heeft reeds aangegeven dat rekening gehouden moet worden met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en met 2018 van respectievelijk 3%, 3%, 2%, 1% en 1% van de jaarlijkse huursom. 4.5 OVER ONZE RENTABILITEITSPOSITIE Voor de bepaling van de rentabiliteitspositie zijn van belang: (x € 1.000,-) Eigen vermogen Jaarresultaat Rentelasten vreemd vermogen Totaal vermogen 2013 2012 1.002.599 915.911 8.494 1.313 29.779 28.081 1.884.941 1.669.666 De post rentelasten vreemd vermogen is gestegen doordat er voor een hoger bedrag leningen zijn afgesloten; de gemiddelde rente is echter gedaald naar 3,73% (was 3,90%). Het jaarresultaat uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen bedroeg in 2013 0,9% tegen 0,1% in 2012. De rentabiliteit van het totale vermogen bedroeg in 2013 0,5%. Dit was 0,1% in 2012. De verwachte financiële gevolgen voor Stichting Wonen Limburg bedragen: JAAR VERHUURDERSHEFFING (€) SANERINGSSTEUN (€) 2014 12.286.000 4.338.000 2015 14.349.000 4.599.000 2016 15.508.000 3.235.000 2017 16.620.000 1.704.000 2018 1.774.000 4.6 HET CFV BEOORDEELT Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, kortweg het CFV, houdt namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toezicht op het financiële reilen en zeilen van woningcorporaties. 35 Stichting Wonen Limburg heeft de gevolgen van het kabinetsbeleid doorgerekend in haar kasstroomprognoses. De conclusie van Stichting Wonen Limburg naar aanleiding van deze berekeningen luidt dat zij aan de verwachte heffingen zal kunnen blijven voldoen. Dit laat onverlet dat in het licht van de gewenste beheersing van de woonlasten een verdere reductie van de beheerskosten een prioritaire opgave voor Wonen Limburg vormt. 4. FINANCIEEL VERSLAG DERIVATEN Wonen Limburg gebruikt derivaten om toekomstig renterisico af te dekken. De marktwaarde van deze derivaten is afhankelijk van de rentestand en schommelt dus dagelijks. Omdat de rente nu lager is dan op het moment van afsluiten van de derivaten hebben de derivaten een negatieve marktwaarde. Een onderdeel van derivaatcontracten houdt in dat Wonen Limburg, indien de marktwaarde een bepaalde threshold overschrijdt, geld moet storten bij de derivaatbanken als zekerheid. Dit geld blijft echter van Wonen Limburg. Een rentedaling kan dus een liquiditeitsrisico voor Wonen Limburg vormen. Om hieraan te voldoen heeft Wonen Limburg een extra faciliteit van het WSW in gebruik die alleen bestemd is voor margin calls. Hiermee heeft Wonen Limburg voldoende ruimte om aan een 1% en 2% rentedaling te voldoen. Dit is ook een vereiste vanuit het CFV. Per 22 mei 2014 heeft Wonen Limburg € 11,6 miljoen aan onderpand gestort bij verschillende derivaatbanken. BELASTINGZAKEN Horizontaal Toezicht (samenwerken vanuit vertrouwen) Bij Horizontaal Toezicht gaat het om wederzijds vertrouwen tussen Wonen Limburg en de Belastingdienst, het scherper naar elkaar aangeven wat ieders verantwoordelijkheden en mogelijkheden zijn om het recht te handhaven en het vastleggen en naleven van wederzijdse afspraken. Horizontaal Toezicht staat of valt met het gegeven dat Wonen Limburg, dan wel onze adviseur, nu of in ieder geval in de nabije toekomst de belastingprocessen in voldoende mate beheerst. Het convenant voor Horizontaal Toezicht is door het bestuur, de RvC en de Belastingdienst op 26 november 2009 ondertekend. Kern van het convenant is dat de samenwerking gebaseerd is op wederzijds vertrouwen, begrip en transparantie. Dit gaat verder dan het voldoen aan fiscale wet- en regelgeving. Wonen Limburg heeft ultimo 2013 twee actieve belastinglatenties gevormd. Eén actieve belastinglatentie heeft betrekking op de verkoopportefeuille over de jaren 2014 tot en met 2018 en de andere actieve belastinglatentie heeft betrekking op de leningportefeuille welke een gevolg is van de afspraken uit de ondertekende VSO2. De afname van de actieve belastinglatentie bedraagt in totaal € 0,7 miljoen en is ten laste van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen geboekt. De actieve belastinglatentie voor de verkopen bedraagt voor het jaar 2013 € 7,1 miljoen en voor de leningportefeuille € 1,3 miljoen. De actieve belastinglatentie is in de jaarrekening 2013 opgenomen onder de post ‘financiële vaste activa’. Acute belastingdruk Wonen Limburg heeft in de aangiften vennootschapsbelasting over de jaren 2008 tot en met 2011 een herbestedingsreserve gevormd, als gevolg waarvan het belastbaar bedrag in deze periode nihil is. Vanaf het jaar 2012 bestaat als gevolg van een wetswijziging niet langer de mogelijkheid tot het vormen van een herbestedingsreserve. Wonen Limburg heeft op basis van de huidige feiten en omstandigheden mogelijkheden om de komende jaren geen acute vennootschapsbelasting te betalen. Op basis van de mogelijkheden om de toekomstige fiscale winst te verlagen moet Wonen Limburg een weloverwogen keuze maken, die gezien de wensen en uitgangspunten zal leiden tot een (fiscaal) optimum. 4.8 FINANCIEEL GEZOND We hebben laten zien hoe we ons vermogen inzetten en hoe we ervoor zorgen dat we financieel gezond blijven. Maar ook lieten we zien dat we verwachten dat de financiële positie de komende jaren niet beter wordt. Actieve belastinglatentie Een voorziening voor latente belastingvorderingen treffen we indien er verschillen bestaan tussen de commerciële en de fiscale waardering van balansposten. De berekeningen van de latente belastingvorderingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in de komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet is vastgesteld. Deze wordt vervolgens contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. Voor Wonen Limburg betekent dit dat er met een netto rente van 3,94% wordt gerekend. 36 4. FINANCIEEL VERSLAG 4.9 KENGETALLENOVERZICHT OMSCHRIJVING (WERKELIJK) JAAR 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 24.903 22.652 22.384 22.146 22.751 23.081 22.985 Vastgoed Woningen Totaal woningen Overig vastgoed 543 548 530 537 540 558 556 2.261 2.490 2.283 1.964 1.403 1.285 1.148 Solvabiliteit eigen vermogen 53,2%* 54,90%* 23,90% 26,40% 26,50% 25,10% 23,90% Rentabiliteit eigen vermogen 0,85%* 0,14%* -12,00% 4,30% 6,40% 11,90% 5,90% Rentabiliteit totaal vermogen 0,45%* 0,08%* -0,70% 3,50% 4,80% 6,10% 4,70% Marktwaarde gemiddeld per woning 82 101 102 105 100 103 109 Beleidswaarde gemiddeld per woning 70 68 68 66 65 54 51 Totaal rendement -3,5 -0,7 -2,7 2,2 1,6 -0,5 3,8% Direct rendement 4,0 2,7 2,7 2,8 2,8 2,4 2,3% Indirect rendement -7,2 -3,7 -5,3 -0,6 -1,2 -2,9 1,5% 1.149 1.396 1.581 1.397 1.452 1.672 1.627 21,30% 24,91% 29,10% 26,30% 28,10% 34,10% 33,80% 1.355 1.498 1.632 1.358 1.278 1.234 1.125 Garages Overige verhuureenheden Financieel (Bedragen x € 1.000,-) Aedex (alle vergelijkbare objecten) Onderhoud Gemiddeld bedrag per woning Onderhoud in % van huuropbrengsten Beheernorm Gemiddeld bedrag per verhuureenheid Het gemiddeld bedrag van 2013 is gebaseerd op interne berekening. Overig Totale huurachterstand in % van huur december 0,82% 0,68% 0,60% 0,50% 0,60% 0,50% 0,60% Mutatiegraad (exclusief verkopen) 8,68 % 8,46% 8,20% 7,50% 7,50% 9,00% 8,80% Huurderving in % van de jaarhuur 2,02% 2,17% 1,80% 2,10% 1,40% 1,20% 1,20% 10,1 11,12 10,63 10,73 10,65 9,85 9,63 Formatieplaatsen per 1000 woningen *In 2012 is een stelselwijziging doorgevoerd (implementatie nieuwe RJ 645). Deze stelselwijziging heeft geleid tot een grote waardestijging van het vastgoed, welke in het eigen vermogen als een herwaarderings reserve tot uiting komt. Dit heeft tot gevolg dat een berekende solvabiliteit en ook de rentabiliteiten niet vergelijkbaar zijn met voorgaande jaren. 37 4. FINANCIEEL VERSLAG 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.1 JAARREKENING 2013 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (NA RESULTAATBESTEMMING) (x € 1.000,-) ACTIVA 31-12-2013 31-12-2012 VASTE ACTIVA 1 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 1.1Computersoftware 2 MATERIËLE VASTE ACTIVA 2.1 Sociaal vastgoed in exploitatie 2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 3 VASTGOEDBELEGGINGEN 3.1 Commercieel vastgoed in exploitatie 5.658 1.371 5.658 1.371 1.609.772 1.425.507 6.274 45.061 20.922 7.700 1.636.968 1.478.268 125.706 94.169 3.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 6.819 3.988 3.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 3.258 5.609 135.783 103.766 4 FINANCIËLE VASTE ACTIVA 4.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen 4.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen 4.3 Andere deelnemingen 4.4 Latente belastingvordering(en) 4.5 Leningen u/g 4.6 Te vorderen BWS-subsidies 4.7 Overige vorderingen SOM DER VASTE ACTIVA 38 7 8 5.746 5.086 312 403 8.519 9.174 787 7.020 2 503 17.982 18.406 33.355 40.600 1.811.764 1.624.005 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) VLOTTENDE ACTIVA 31-12-2013 31-12-2012 5VOORRADEN 15.507 8.127 4.056 4.562 19.563 12.689 3.730 3.499 7.1Huurdebiteuren 2.146 1.446 7.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen 5.243 2.782 7.3 Overige vorderingen 7.4 Overlopende activa 5.1 Vastgoed bestemd voor verkoop 5.2 Grondposities bestemd voor verkoop 6 ONDERHANDEN PROJECTEN 7 VORDERINGEN 8 LIQUIDE MIDDELEN SOM DER VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL 39 244 480 3.404 1.903 11.037 6.611 38.847 22.862 73.177 45.661 1.884.941 1.669.666 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) PASSIVA 31-12-2013 31-12-2012 994.105 914.599 9 EIGEN VERMOGEN Overige reserves Resultaat boekjaar 8.494 1.313 9.1 Algemene reserve 1.002.599 915.911 5.879 10.354 10VOORZIENINGEN 10.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 10.2 Voorziening reorganisatiekosten 240 642 10.3 Overige voorzieningen 603 1.576 6.722 12.572 761.350 653.089 11 LANGLOPENDE SCHULDEN 11.1 Schulden/leningen kredietinstellingen 4.222 4.301 765.572 657.390 12.1 Schulden aan kredietinstellingen 66.705 44.811 12.2 Schulden aan leveranciers 11.665 15.945 11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 12 KORTLOPENDE SCHULDEN 12.3 Schulden aan groepsmaatschappijen 12.4 Belastingen en premies sociale verzekering 12.5 Overige schulden 12.6 Overlopende passiva TOTAAL 40 6 465 9.679 5.766 1.097 1.100 20.896 15.706 110.048 83.793 1.884.941 1.669.666 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.1.2 WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2013 (x € 1.000,-) JAARREKENING JAARREKENING 2013 2012 135.080 126.922 6.628 6.543 BEDRIJFSOPBRENGSTEN 13Huuropbrengsten 14 Opbrengsten servicecontracten 15Overheidsbijdragen 16 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 17 Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf 18 Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten 0 1 11.062 7.578 3.732 2.717 2.549 2.243 159.051 146.004 31.488 31.040 BEDRIJFSLASTEN 19 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 20 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 21 Lonen en salarissen 22 Sociale lasten 23Pensioenlasten 24Onderhoudslasten 267 7.207 13.043 12.438 1.882 1.860 2.456 2.361 28.774 31.615 25Leefbaarheid 2.050 587 26 Lasten servicecontracten 6.654 6.568 27 Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT 28 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 29 Waardeveranderingen van financiële vaste activa, van effecten en van verplichtingen 30 Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 31 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 32 Rentelasten en soortgelijke kosten Som der financiële baten en lasten 31.880 27.029 118.494 120.705 40.557 25.299 879 -2.204 -5.770 -511 217 483 3.764 4.367 -29.779 -28.081 -31.568 -23.742 9.868 -647 33 Belastingenresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening -655 2.215 34 Resultaat deelnemingen -719 -255 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN 8.494 1.313 JAARRESULTAAT NA BELASTINGEN 8.494 1.313 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN 41 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT (INDIRECTE METHODE) (x € 1.000,-) 2013 2012 40.557 25.299 Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen 31.488 31.040 Mutatie voorzieningen -5.850 -10.239 - mutatie operationele vorderingen -4.633 14.728 - mutatie voorraden -6.873 5.741 -232 2.988 Verandering in werkkapitaal - mutatie onderhanden projecten - mutatie operationele schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Opbrengst en waardeverandering financiële vaste activa Betaalde winstbelasting Resultaat op deelnemingen Kasstroom uit operationele activiteiten 25.767 16.214 14.029 39.671 80.224 85.771 3.970 4.714 -29.291 -28.032 -5.553 -28 -655 2.215 -719 -255 47.976 64.385 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -145.214 -96.652 Desinvesteringen in materiële vaste activa 5.588 973 Investeringen in vastgoedbeleggingen -7.791 -3.631 Investeringen in financiële vaste activa 7.245 -102 -140.172 -99.413 Investeringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden 151.343 60.563 Aflossingen langlopende schulden -43.162 -32.501 108.181 28.062 Afname cq. toename geldmiddelen 15.985 -6.966 Saldo liquide middelen 1 januari 22.862 29.828 Saldo liquide middelen 31 december 38.847 22.862 Mutatie geldmiddelen 15.985 -6.966 Kasstroom uit financieringsactiviteiten 42 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.1.4 TOELICHTING OP DE BALANS EN WINSTEN VERLIESREKENING ALGEMEEN Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Alle bedragen luiden in euro’s, tenzij anders vermeld. CONSOLIDATIE Stichting Wonen Limburg staat aan het hoofd van de groep welke bestaat uit Wonen Limburg Beleggingen B.V., Wonen Limburg Holding B.V., Wonen Limburg Energie B.V., Wonen Limburg Beheer Deelnemingen B.V., Wonen Limburg Projectontwikkeling B.V. en Wonen Limburg Participaties B.V. Daarnaast heeft Stichting Wonen Limburg een bestuurlijke verbinding met Woningstichting Weert en Stichting Kantex. Op grond van art. 2:406, lid 1 BW rust op het groepshoofd, Stichting Wonen Limburg, een consolidatieplicht. Aangezien de gezamenlijke betekenis van de dochtermaatschappijen en de bestuurlijke verbindingen in financiële zin ultimo 2013 slechts zeer beperkt van invloed is op het inzicht dat de jaarrekening dient te geven in het vermogen en resultaat, maakt Stichting Wonen Limburg gebruik van de consolidatievrijstelling op grond van art.2:407 lid 1 sub a BW. De dochtermaatschappijen en bestuurlijke verbindingen hebben geen personeel in dienst, hebben slechts geringe activiteiten in het verslagjaar en het financieel belang van zowel het balanstotaal, het resultaat als de onderliggende individuele posten is in verhouding tot het geheel te verwaarlozen. 43 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN DE ACTIVA EN PASSIVA Grondslag waardering als bedrijfsmiddel en waardering tegen actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde: 1 Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op complexniveau. Stichting Wonen Limburg kiest voor deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de complexen. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 1.1COMPUTERSOFTWARE Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten van Stichting Wonen Limburg worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma’s en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. 2 MATERIËLE VASTE ACTIVA 2.1 SOCIAAL VASTGOED IN EXPLOITATIE Grondslag sociaal vastgoed in exploitatie geclassificeerd als bedrijfsmiddel: Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de minister voor Wonen en Rijksdienst wordt vastgesteld. Ultimo 2013 bedraagt deze grens € 681,02 (2012: € 664,66). Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Stichting Wonen Limburg kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Stichting Wonen Limburg een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal. 44 De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2013 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van vijf jaar, behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten nainvesteringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief, worden geactiveerd. Periodiek groot onderhoud wordt indien toegestaan geactiveerd. De lasten van onderhoud, niet zijnde periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten grond en opstal. Over het aandeel van de grond wordt 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in een herwaarderingsreserve. De hierop volgende jaarlijkse waardeveranderingen worden als volgt in de jaarrekening verwerkt: Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen. •Een waardevermindering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de herwaarderingsreserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer voor een complex in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde complex als positief resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het complex zou zijn verantwoord. •Een waardevermindering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter een herwaarderingsreserve voor dit complex gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende complex in de herwaarderingsreserve is opgenomen. 2.2VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR EIGEN EXPLOITATIE Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. 45 2.3ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. 3VASTGOEDBELEGGINGEN 3.1 COMMERCIEEL VASTGOED IN EXPLOITATIE Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Grondslag classificatie als vastgoedbelegging en waardering tegen marktwaarde: Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op basis van marktwaarde. De actuele waarde wordt vastgesteld volgens de Aedex. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de Aedex van het commercieel vastgoed, worden verantwoord in de winsten-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten laste van de overige reserves, een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. 3.2ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie worden gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op de bedrijfswaarde. 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 3.3VASTGOED IN ONTWIKKELING BESTEMD VOOR EIGEN EXPLOITATIE Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie als commercieel vastgoed. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsprijs bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering en toegerekende rente tijdens de bouw onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. De geactiveerde rente aan de huurwoningen wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen (4,5%) en te hanteren rentepercentage aan de ingenomen grondposities 6,2%. De bijzondere waardevermindering wordt bepaald door het verschil tussen de realiseerbare waarde (taxatiewaarde van het object of discounted cash flow (DCF) van exploitatiekasstromen) en de stichtingskosten. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs, bijkomende kosten en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. 4 FINANCIËLE VASTE ACTIVA 4.1 DEELNEMINGEN IN GROEPSMAATSCHAPPIJEN Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Stichting Wonen Limburg. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer Stichting Wonen Limburg geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van 46 deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. 4.2 VORDERINGEN OP GROEPSMAATSCHAPPIJEN De vorderingen op groepsmaatschappijen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. 4.3 ANDERE DEELNEMINGEN Andere deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op nettovermogenswaarde. 4.4 LATENTE BELASTINGVORDERINGEN Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een actieve belastinglatentie getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. Op deze latentie wordt gecorrigeerd de in de toekomst te verrekenen belastingbedragen uit hoofde van beschikbare voorwaartse verliescompensatie, voor zover aannemelijk is dat de toekomstige winsten toereikend zijn voor de verrekening. Indien de verwachting is dat de latentie binnen een jaar gerealiseerd wordt, wordt deze onder de overlopende activa opgenomen. Indien verwachting is dat realisatie langer dan één jaar gaat duren wordt de latentie onder de financiële vaste activa opgenomen. De actieve belastinglatentie voor verkoop bestemd bezit heeft betrekking op de verschillen tussen de commerciële waarde van de vaste activa in exploitatie en de fiscale waarde per ultimo boekjaar. De actieve belastinglatentie is gebaseerd op het geldend vennootschapsbelastingtarief en wordt contant gemaakt tegen de disconteringsvoet voor de bedrijfswaardeberekening minus het geldend vennootschapsbelastingtarief. 4.5 LENINGEN U/G De verstrekte leningen (leningen u/g) worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. 4.6 TE VORDEREN BWS-SUBSIDIES De onder de financiële vaste activa opgenomen vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woning gebonden Subsidies (BWS) toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van de subsidie maximaal 30 jaar. 4.7 OVERIGE VORDERINGEN De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. 8 LIQUIDE MIDDELEN De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. 5VOORRADEN 10VOORZIENINGEN 5.1 VASTGOED BESTEMD VOOR VERKOOP Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de woningen, waarvan het huurcontract is beëindigd en te koop worden aangeboden. Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen de te verwachte nettoopbrengstwaarde. Deze netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. 5.2 GRONDPOSITIES BESTEMD VOOR VERKOOP De grondposities beschikbaar voor verkoop worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs danwel de lagere taxatiewaarde indien de bestemming van deze grond dat rechtvaardigd. 5.3 OVERIGE VOORRADEN De voorraad onderhoudsmaterialen waarderen we tegen laatst betaalde inkoopprijzen. 6 ONDERHANDEN PROJECTEN De onderhanden projecten waarderen we tegen de vervaardigingsprijs. Deze prijs verminderen we met verliezen op de balansdatum die we al kunnen voorzien. De vervaardigingsprijs omvat de betaalde bouwtermijnen en de overige kosten die we rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen toerekenen. Hieronder valt ook een opslag voor indirecte kosten. De al gefactureerde termijnen brengen we in mindering op de onderhanden werken. Reeds gemaakte uitgaven ten opzichte van de prognose voor zover de koopwoningen zijn verkocht. 10.1VOORZIENING ONRENDABELE INVESTERINGEN EN HERSTRUCTURERINGEN In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting heeft plaatsgevonden. De voorziening wordt gevormd bij het nemen van het bestuursbesluit. De reeds gedane betalingen worden tot maximaal de hoogte van de voorziening ten laste van deze voorziening gebracht. Indien er meer betaald is dan voorzien, wordt het meerdere geactiveerd onder de vastgoed in ontwikkeling. 10.2 VOORZIENING REORGANISATIEKOSTEN De reorganisatievoorziening heeft betrekking op kosten in verband met de reorganisatie van activiteiten en wordt gevormd indien voor Stichting Wonen Limburg een feitelijke verplichting is ontstaan. De voorziening wordt tegen nominale waarde gewaardeerd. 7VORDERINGEN 10.3 OVERIGE VOORZIENINGEN De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale/contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen. 47 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 11 LANGLOPENDE SCHULDEN 11.1 SCHULDEN/LENINGEN KREDIETINSTELLINGEN De aangetrokken leningen van overheid en kredietinstellingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met aflossingen op basis van het annuïteiten-, het lineaire-, fixe- dan wel dynamisch kostprijssysteem. Het kortlopend deel van de leningen, de aflossingsverplichting voor het komend jaar, is onder de kortlopende schulden verantwoord. Stichting Wonen Limburg maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Wonen Limburg met betrekking tot deze derivaten (hedgeinstrumenten) kostprijshedge-accounting toe. De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. 11.2VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN De terugkoopverplichting van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden wordt gewaardeerd tegen de waarde van het gedeelte van het economisch eigendom op het moment van verkoop. Conform de verkoopovereenkomst heeft Stichting Wonen Limburg echter een terugkoopverplichting met betrekking tot deze woningen. levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. 15OVERHEIDSBIJDRAGEN Overheidsbijdragen betreffen de op grond van overheidsregelingen berekende jaarlijkse bijdragen in de exploitatietekorten van nieuw gebouwde en gerenoveerde complexen. 16NETTO VERKOOPRESULTAAT VASTGOEDPORTEFEUILLE De post netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. 17GEACTIVEERDE PRODUCTIE TEN BEHOEVE VAN HET EIGEN BEDRIJF 12 KORTLOPENDE SCHULDEN De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT Het gaat om toegerekende kosten van het eigen werkapparaat aan de investeringen in (im)materiële vaste activa. 18 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Hieronder verantwoorden we voornamelijk de kosten van administratieve handelingen die we doorberekenen aan derden. 19AFSCHRIJVINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA EN 13HUUROPBRENGSTEN De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. In 2013 stelde de minister een inkomensafhankelijke huurverhoging voor. Wonen Limburg besloot hier echter geen gebruik van te maken en hanteerde een huurverhoging van 4% voor het gehele bezit. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. 14 OPBRENGSTEN SERVICECONTRACTEN Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van 48 VASTGOEDPORTEFEUILLE De afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de bedrijfswaarde. Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden er geen afzonderlijke component erkend. 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. 28NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN 20OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN 29WAARDEVERANDERINGEN VAN FINANCIËLE VASTE VAN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA EN VASTGOEDPORTEFEUILLE De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. VASTGOEDPORTEFEUILLE Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar. ACTIVA, VAN EFFECTEN EN VAN VERPLICHTINGEN Waardering van effecten geschiedt tegen markt(beurs) waarde per balansdatum. De uit de mutaties in deze waarde voortvloeiende waardeveranderingen worden onder deze post verantwoord. 30OPBRENGSTEN VAN VORDERINGEN DIE TOT DE VASTE ACTIVA BEHOREN EN VAN EFFECTEN 21-22 LONEN, SALARISSEN EN SOCIALE LASTEN Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 23PENSIOENLASTEN Voor de grondslagen wordt verwezen naar de toelichting pensioenlasten. Hiermee bedoelen we: •de ontvangen rente van langlopend uitgezette gelden; •de bijgeschreven rente op langlopende belegde geldmiddelen; •de toegerekende rente aan activa voor de exploitatie. 31-32 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. 24ONDERHOUDSLASTEN Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 25LEEFBAARHEID Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 26 Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. LASTEN SERVICECONTRACTEN De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben. 27 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 49 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 33BELASTINGEN De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van nietaftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Stichting Wonen Limburg heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Het kasstroomoverzicht wordt ingedeeld in drie verschillende activiteitencategorieën: • • • kasstromen uit operationele activiteiten; kasstromen uit investeringsactiviteiten en; kasstromen uit financieringsactiviteiten. Voor een goed inzicht worden de brutokasstromen opgenomen. Dit houdt in dat de ontvangsten en uitgaven afzonderlijk worden vermeld en dus niet worden gesaldeerd. Deze worden per groep van transacties en gebeurtenissen afzonderlijk weergegeven. Stichting Wonen Limburg heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2013 en het fiscale resultaat 2013 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. 34 RESULTAAT DEELNEMINGEN Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt opgenomen het aan de woningcorporatie toekomende aandeel in het resultaat van deze deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij Stichting Wonen Limburg geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. 50 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS (x € 1.000,-) VASTE ACTIVA 1 31-12-2013 31-12-2012 5.658 1.371 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 1.1 Computersoftware Een overzicht van de immateriële vaste activa is hierna opgenomen: computersoftware Boekwaarde per 1 januari 1.371 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 0 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen 1.371 Boekwaarde per 1 januari Mutaties 4.302 Investeringen 0 Desinvesteringen -15 Afschrijvingen 0 Overige waardeveranderingen en terugneming daarvan 4.287 Boekwaarde per 31 december 5.673 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs 0 Cumulatieve herwaarderingen -15 Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen 5.658 Boekwaarde per 31 december Afschrijvingspercentage 2 MATERIËLE VASTE ACTIVA 2.1 Sociaal vastgoed in exploitatie 20% Woningen en woongebouwen in exploitatie 1.592.369 1.402.819 Onroerende goederen niet zijnde woningen 17.403 22.688 1.609.772 1.425.507 6.274 45.061 16.897 3.694 3.132 3.613 893 393 2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Kantoorgebouw Inventaris Vervoermiddelen 7.700 20.922 TOTAAL MATERIËLE VASTE ACTIVA 51 1.636.968 1.478.268 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) HET VERLOOP IS ALS VOLGT: SOCIAAL VASTGOED IN ONROERENDE EN VASTGOED ONTWIKKELING ROERENDE ZAKEN TEN IN EXPLOITATIE BESTEMD VOOR EIGEN DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE EXPLOITATIE 1.117.940 85.303 18.548 615.321 0 -3.016 -296.026 -50.596 -7.832 1.437.235 34.707 7.700 Boekwaarde per 1 januari Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 1 januari Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Herrubricering naar VOV / Voorraad Niet verkochte woningen BOEKWAARDE 0 10.354 0 -11.728 0 0 1.425.507 45.061 7.700 Mutaties Investeringen 14.492 67.286 1.247 Overboeking projecten tegen aanschafwaarde 92.349 -105.305 12.955 Desinvesteringen -3.201 245 -2.618 1.486 1.997 Afschrijvingen -52.773 -1.469 Aankopen 64.303 Afschrijving desinvestering Overboeking niet-DAEB naar DAEB 6.873 Overboeking DAEB naar niet-DAEB -26.897 24.180 Overboeking onrendabele investeringen nieuwbouw Herwaarderingen Overige waardeveranderingen en terugneming daarvan 98.242 -11 -13.320 1.110 Desinvesteringen waardeverandering -7.399 Onrendabele investeringen nieuwbouw 194.863 -34.313 13.222 1.265.860 47.530 30.132 713.563 0 -1.906 Boekwaarde per 31 december Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde 31 december Naar voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Herrubricering naar VOV / Voorraad Niet verkochte woningen -347.325 -47.135 -7.304 1.632.098 395 20.922 0 5.879 0 -22.326 0 0 1.609.772 6.274 20.922 BOEKWAARDE 52 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS INVESTERINGEN AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN Het bij ‘onroerende zaken in exploitatie’ vermelde bedrag betreft voornamelijk investeringen tegen een huurverhoging en levensduurverlengende ingrepen. De afschrijvingen zijn bepaald op basis van de levensduur: ONROERENDE ZAKEN IN EXPLOITATIE LINEAIR DESINVESTERINGEN Het bedrag aan desinvesteringen, vermeld bij de onroerende zaken in exploitatie, heeft in hoofdzaak betrekking op de verkoop van 104 woningen en de sloop van 8 woningen. Grond n.v.t. Opstal 50 jaar Stichting Wonen Limburg heeft haar verkoopbeleid verankerd in een verkoopplan 2013 t/m 2021. Per ultimo 2013 zijn ruim 5.800 woningen behorende tot de onroerende zaken in exploitatie geclassificeerd voor de verkoop. Hiervan worden naar verwachting 150 woningen op korte termijn (< 1 jaar) verkocht en 1.050 woningen tot en met 2021. De boekwaarde van deze 150 woningen bedraagt circa € 2,7 miljoen. De verwachte opbrengstwaarde bedraagt circa € 17,1 miljoen. ONROERENDE EN ROERENDE ZAKEN TEN LINEAIR DIENSTE VAN DE EXPLOITATIE 30 jaar Kantoorgebouw Inventaris 5 jaar Automatiseringsapparatuur 5 jaar Vervoermiddelen 5 jaar AFSCHRIJVINGEN Op alle bestaande en nieuwe activa in exploitatie wordt met ingang van boekjaar 2010 afgeschreven op basis van een lineaire afschrijving. 53 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS ZEKERHEDEN Voor de als zekerheid voor leningen verbonden materiële vaste activa wordt verwezen naar de toelichting op de langlopende schulden. VERZEKERINGEN De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn verzekerd tegen het risico van brand- en stormschade. De verzekerde som bedraagt op de balansdatum circa € 1,94 miljard. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn tegen de meest gebruikelijke voorwaarden en risico’s verzekerd. Onderverzekering is op basis van de polisvoorwaarden en afspraken uitgesloten. Bij de bedrijfswaardeberekeningen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: UITGANGSPUNTEN BEDRIJFSWAARDEBEREKENINGEN 2013 inflatie + 1.5% Verwachte jaarlijkse huurstijging 5 jaar Inrekenen huurharmonisatie Jaarlijkse stijging onderhoudskosten Inrekenen verkoop- en sloopplannen Jaarlijkse stijging exploitatielasten t/m 2020: 0% 2021 e.v.: 3% 5 jaar vanaf 2015: 2% Minimale levensduur 15 jaar Maximale levensduur 50 jaar Disconteringsvoet Moment van discontering De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn in het kader van de onroerendgoedbelasting gewaardeerd op € 3,106 miljard. Het sociale vastgoed waarderen wij tegen de bedrijfswaarde. De input voor deze bedrijfswaarde vormt het uitgangspunt van de vastgestelde begroting 20142018. In de verantwoorde bedrijfswaardeberekening rekenen wij derhalve de verhuurdersheffing in tot en met 2017, hetgeen aansluit bij het vastgestelde kabinetsbesluit. Daarnaast worden huuropbrengsten voor de gehele looptijd inflatievolgend +1,5% ingerekend. Dit is conform ons interne beleid, zoals begroot, en dus volgens een bestendige gedragslijn ingerekend. Voor wat betreft de verhuurdersheffing en de inkomensafhankelijke huurverhoging is afgeweken van de uitgangspunten die het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) hiervoor hanteert en hetgeen hieromtrent in de praktijkhandleiding voor het toepassen van Richtlijn 645 is vastgelegd. 54 5.25% Medio numerando Wonen Limburg past het kabinetsbesluit waarin is bepaald dat de verhuurderheffing tot 2017 wordt opgelegd, toe. Indien de verhuurdersheffing over de gehele looptijd wordt ingerekend, heeft dit een negatief effect op de bedrijfswaarde van € 180 miljoen, hetgeen een resultaatimpact heeft van € 31 miljoen negatief. Indien de inkomensafhankelijke huurverhoging wordt doorgerekend tot en met 2017 en volgende jaren een inflatievolgend beleid wordt ingerekend, heeft dit een negatief effect op de bedrijfswaarde van € 201 miljoen, hetgeen het resultaat met € 53 miljoen drukt. In aanvulling op de effecten op het resultaat vanuit de bedrijfswaarde, is uit hoofde van verliescompensatie geen vordering voor vennootschapsbelasting opgenomen. De te verrekenen verliezen zijn berekend op € 245 miljoen hetgeen een positief effect heeft op het resultaat van € 61 miljoen. 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS ACTUELE WAARDE De waarde van de onroerende zaken in exploitatie gebaseerd op bedrijfswaarde bedraagt per ultimo 2013 € 1.617 miljoen (2012: € 1.429 miljoen). Onder bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de netto-omzet oftewel het saldo tussen toekomstige opbrengsten en kosten (exclusief rente en afschrijving), zoals deze is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de mutatie in de bedrijfswaarde zoals bedoeld in alinea 214 van Richtlijn 645 voor het sociaal vastgoed (incl. onroerende zaken verkocht onder voorwaarden). (x € 1.000,-) TOELICHTING MUTATIE BEDRIJFSWAARDE Gecorrigeerde bedrijfswaarde 2013 1.616.591 Gecorrigeerde bedrijfswaarde 2012 1.429.495 187.096 Mutatie in gecorrigeerde bedrijfswaarde gedurende verslagjaar DEZE MUTATIE WORDT VEROORZAAKT DOOR DE VOLGENDE EFFECTEN: A. Jaarresultaat 19.803 Effect contante waarde en restant levensduur 19.803 B. Gevolgen van aanpassingen van beleidsparameters en uitgangspunten 213.698 In de huurprijscomponent In de onderhoudslasten 95.792 In de bedrijfskosten, belastingen en verzekeringen en overige baten en lasten -21.829 0 In de vermogenskostenvoet 162 In de mutatiegraad 22.802 In de levensduur 2.954 In het verkoopbeleid -7.041 In het sloopbeleid -209.146 In de restwaarde van de grond -3.813 In de personeelskosten -50.400 In de verhuurdersheffing 0 In de inflatie 43.179 C. Gevolgen voor de mutaties in het bezit Nieuwbouw 57.634 Aankoop 70.573 2.120 Transformatie 2012-2013 en overig weggevallen vhe’s 797 Gesloopt bezit 3.054 Verkocht bezit -17.344 Mutaties sociaal/commercieel 7.280 Mutaties woningwaarderingen 124.114 MUTATIE BEDRIJFSWAARDE VERSLAGJAAR T.O.V. BEDRIJFSWAARDE ULTIMO VOORGAAND VERSLAGJAAR 55 187.096 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 3VASTGOEDBELEGGINGEN 3.1 31-12-2013 31-12-2012 Commercieel vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen in exploitatie 99.270 60.158 Onroerende goederen niet zijnde woningen 26.436 34.011 125.706 94.169 3.988 3.603 -49 -179 0 91 3.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Stand per 1 januari Woningen teruggekocht onder voorwaarden Woningen verkocht onder voorwaarden Mutatie herwaardering 2.880 473 Stand per 31 december 6.819 3.988 3.258 5.609 ONROERENDE ZAKEN VERKOCHT ONDER VOORWAARDEN Per ultimo boekjaar heeft Stichting Wonen Limburg 67 woningen verkocht onder voorwaarden (per ultimo 2012 69 woningen). Indien deze woningen aan Stichting Wonen Limburg ter verkoop worden aangeboden, heeft zij hiertoe een terugkoopplicht tot maximaal de koopprijs die voor deze woning is betaald. De terugkoopplicht met betrekking tot deze woningen staat op de balans verantwoord onder het lang vreemd vermogen “verplichting onroerende zaken verkocht onder voorwaarden”. 3.3Vastgoedbeleggingen in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Het verloop is als volgt: COMMERCIEEL VASTGOED IN VASTGOED ONTWIKKELING BESTEMD IN EXPLOITATIE VOOR EIGEN EXPLOITATIE 103.307 5.609 Boekwaarde per 1 januari Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve herwaarderingen Boekwaarde Herrubricering naar VOV/Voorraad niet-verkochte woningen Boekwaarde -8.646 0 94.661 5.609 -492 0 94.169 5.609 10.142 -10.142 Mutaties 7.791 Investeringen Overboeking projecten tegen aanschafwaarde Overboeking niet-DAEB naar DAEB -6.873 Overboeking DAEB naar niet-DAEB 26.897 Herwaarderingen 56 879 31.045 -2.351 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS Boekwaarde per 31 december Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Onrendabele investeringen op basis van cumulatieve herwaarderingen Boekwaarde Herrubricering naar VOV/Voorraad niet-verkochte woningen Boekwaarde MARKTWAARDE WAARDERING (AEDEX) 112.957 3.258 12.749 0 125.706 3.258 0 0 125.706 3.258 2013 2012 Algemene uitgangspunten 1,91% 2,51% 15 jaar 15 jaar Prijsinflatie 2,16% 2,13% Looninflatie 2,03% 2,13% Risicovrije disconteringvoet Exploitatietermijn Bouwkosten Moment van discontering 2,97% 3,00% eind 2013 eind 2012 335 340 0,67% 0,67% 1,5% - 4% 3% - 4% 1,0% 1,0% Woningen Huurprijzen, markthuren ultimo jaar per woning meegenomen Leegwaarde worden jaarlijks vastgesteld per woning Onderhoudskosten worden op basis van vex-type per woning meegenomen Belastingen worden per gemeente op basis vex boekje opgenomen Verzekeringen worden op basis werkelijke kosten Wonen Limburg opgenomen Norm beheerskosten per woning Opslag disconteringsvoet wordt per object jaarlijks vastgesteld Verwachte gemiddelde vrije verkoopwaardestijging Exit yield wordt per object jaarlijks vastgesteld Bedrijfsonroerend goed (BOG) Huurprijzen, markthuren ultimo jaar per contract meegenomen Beheerskosten, percentage van de markthuurwaarde Looptijden van de contracten Onderhoudskosten, belastingen en verzekering bedragen per m2 opgenomen Exit yield wordt per contract jaarlijks vastgesteld Opslag disconteringsvoet wordt per contract jaarlijks vastgesteld Parkeergelegenheden Huurverhoging en markthuurwaardestijging Vrije verkoopwaardestijging Norm onderhoud voor garage Norm beheerskosten Exit yield 1,0% 1,0% 114,76 114,76 45,27 45,27 7,0% 7,0% Opslag disconteringsvoet wordt per object jaarlijks vastgesteld De waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie gebaseerd op bedrijfswaarde bedraagt per ultimo 2013 € 159 miljoen (2012: € 138 miljoen). 57 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 4 FINANCIËLE VASTE ACTIVA 31-12-2013 31-12-2012 Deelnemingen De post deelnemingen bestaat per 31 december uit de volgende posten: Deelnemingen in groepsmaatschappijen Vorderingen op groepsmaatschappijen Andere deelnemingen 4.1 7 8 5.746 5.086 312 403 6.065 5.497 DEELNEMINGEN IN GROEPSMAATSCHAPPIJEN De post betreft de volgende deelnemingen: ZETEL AANDEEL IN HET NETTOVERMOGENS- VERKRIJGINGSPRIJS GEPLAATSTE WAARDE PER DEELNEMING KAPITAAL 31-12-2013 Horst aan de Maas 50% 0 18 Wonen Limburg Holding B.V. Roermond 100% 0 18 Wonen Limburg Beleggingen B.V. Roermond 100% 8 18 WONEN LIMBURG WONEN LIMBURG KRANEVELD BELEGGINGEN B.V. HOLDING B.V. B.V. -1 -495 -132 7 -495 -132 495 132 0 0 Kraneveld B.V. Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari 8 Verworven deelneming Aandeel resultaat deelneming Aanpassing tot nettovermogenswaarde STAND PER 31 DECEMBER 7 De deelnemingen Wonen Limburg Holding B.V. en Kraneveld B.V. hebben een negatieve nettovermogenswaarde. Om het financiële risico hiervan bij Stichting Wonen Limburg tot uitdrukking te brengen is de negatieve vermogenswaarde verrekend met de vordering uit hoofde van de leningen die Stichting Wonen Limburg op deze deelnemingen heeft. 58 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 4.2 VORDERINGEN OP GROEPSMAATSCHAPPIJEN WONINGSTICHTING LENING U/G STICHTING WEERT KANTEX LENING U/G WONEN LIMBURG HOLDING B.V. Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari 0 961 4.125 Rente 0 0 133 1.843 0 50 0 -56 0 -814 0 -495 STAND PER 31 DECEMBER 1.029 905 3.813 4.3 ZETEL % INGELEGD AANDEEL IN KAPITAAL KAPITAAL PER Verstrekte leningen Aflossingen Voorziening negatieve nettovermogenswaarde deelneming ANDERE DEELNEMINGEN 31-12-2013 De post betreft de volgende deelnemingen: Coöperatieve Vereniging “Thuis in Limburg” U.A. Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari Verworven deelneming Heerlen 0 312 CV Thuis in Limburg 403 0 Aandeel resultaat deelneming -91 STAND PER 31 DECEMBER 312 59 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 4.4 LATENTE BELASTINGVORDERING(EN) 31-12-2013 31-12-2012 9.174 6.959 -655 2.215 8.519 9.174 7.561 5.016 -386 2.545 7.175 7.561 Fiscale waarde onroerend goed per 31 december 80.956 79.808 Commerciële waarde onroerend goed per 31 december 48.779 45.901 Verschil 32.177 33.907 28.700 30.244 7.175 7.561 1.613 1.943 -269 -330 1.344 1.613 Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,94% 5.376 6.452 Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,0% 1.344 1.613 Stand per 1 januari 0 0 Mutatie boekjaar 0 0 Stand per 31 december 0 0 Stand per 1 januari Mutatie boekjaar ACTIEVE BELASTINGLATENTIE 31 DECEMBER Specificatie actieve belastinglatentie voor verkoop bestemd bezit: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van het voor verkoop bestemd bezit. Contante waarde verschil uitgaande van een netto-disconteringsvoet van 3,94% gerekend met een verwacht gemiddeld verkoopmoment Latentie gebaseerd op huidig vennootschapsbelastingtarief van 25,0%. Specificatie actieve belastinglatentie leningen: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december De latentie is gebaseerd op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van de leningportefeuille. Specificatie actieve belastinglatentie bij voorwaartse verliescompensatie: 60 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 4.5 LENINGEN U/G Lening u/g Wooninvesteringsfonds 31-12-2013 31-12-2012 0 5.832 Lening u/g Medisch Centrum Pantaleon 658 688 Lening u/g Gemeente Maasgouw 129 500 787 7.020 LENING U/G LENING U/G LENING U/G WOONINVESTERINGSFONDS MEDISCH CENTRUM PANTALEON Het verloop is als volgt: GEMEENTE MAASGOUW 5.832 Stand per 1 januari 688 500 30 -371 658 129 Mutaties: Dotaties -5.832 Verstrekkingen/uitzettingen Aflossingen/onttrekkingen Bijschrijving rente /indexering STAND PER 31 DECEMBER 0 Gezien de aard van de posten is het niet mogelijk in te schatten welk gedeelte komend verslagjaar vervalt. LENING U/G WOONINVESTERINGSFONDS De lening aan het Wooninvesteringsfonds betreft een achtergestelde lening met een onbepaalde looptijd. Omdat het WIF niet voldoet aan alle bankconvenanten, moet op de bankfinanciering extra worden afgelost. Gelet op de onzekerheid omtrent het aflossen van de achtergestelde leningen is voor de totale vordering een voorziening gevormd. LENING U/G MEDISCH CENTRUM PANTALEON De lening betreft de inrichtingskosten die over een periode van 20 jaar op de huurder worden verhaald via de huurprijs. Bij eerdere huuropzegging zal verrekening van de restwaarde van de inrichting plaatsvinden door middel van betaling ineens of verrekening in de huur. LENING U/G GEMEENTE MAASGOUW Betreft de financiering van de aankopen van gronden die de gemeente Maasgouw heeft aangekocht ter realisering van een gezamenlijk project in het kerkdorp Maasbracht. De lening is te allen tijde opeisbaar en aflosbaar met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes maanden. In 2013 is door de gemeente Maasgouw € 371 duizend afgelost. In 2014 wordt de lening geheel afgelost. 61 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 4.6 TE VORDEREN BWS-SUBSIDIES Stand per 1 januari 31-12-2013 31-12-2012 503 749 20 28 Mutaties in het boekjaar: Rente Afkoop -300 0 Ontvangen bijdragen -221 -274 -501 -246 2 503 STAND PER 31 DECEMBER Het in het komend verslagjaar beschikbaar te stellen deel van de te vorderen BWS-subsidies bedraagt € 898,-. (x € 1.000,-) 4.7 OVERIGE VORDERINGEN Kortingsregeling “Kopen dichterbij” Het verloop is als volgt: Stand per 1 januari 31-12-2013 31-12-2012 17.982 18.406 17.982 18.406 KORTINGSREGELING KORTINGSREGELING “KOPEN DICHTERBIJ” “KOPEN DICHTERBIJ” 18.406 19.782 0 89 Mutaties: Verstrekkingen/uitzettingen -424 -276 Bijschrijving rente/indexering -1.156 -1.189 Ontrekking voorziening afwaardering 1.156 0 17.982 18.406 Aflossingen/onttrekkingen STAND PER 31 DECEMBER KORTINGSREGELING “KOPEN DICHTERBIJ” In 2007 heeft Wonen Limburg de koopvariant “Kopen dichterbij” geïntroduceerd en eind 2011 is deze regeling beëindigd. Hiermee werd de doelgroep tot een bepaald bruto jaarinkomen de gelegenheid geboden om een woning met korting te kopen. In verband met de zekerheid omtrent het terugbetalen van de korting werd een tweede hypotheek ten gunste van Wonen Limburg gevestigd. De verleende korting wordt terugbetaald bij verkoop van de woning of voorafgaand aan de doorverkoop. 62 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) VLOTTENDE ACTIVA 31-12-2013 31-12-2012 15.507 8.127 5VOORRADEN 5.1 Vastgoed bestemd voor verkoop Vervaardigingsprijs Af: Voorziening voor verwachte verliezen 5.2 0 15.507 8.127 13.300 12.539 -9.244 -7.977 4.056 4.562 3.730 3.499 Grondposities bestemd voor verkoop Vervaardigingsprijs Af: Voorziening voor verwachte verliezen 6 0 ONDERHANDEN PROJECTEN Onderhanden projecten in opdracht van derden Totaal gedeclareerde termijnen Gepresenteerd onder de kortlopende schulden 0 0 3.730 3.499 0 0 3.730 3.499 7VORDERINGEN 7.1Huurdebiteuren Te vorderen huren, herstel- en vervolgingskosten: Te vorderen huren zittende huurders 1.236 991 Te vorderen huren vertrokken huurders 1.996 1.612 -1.086 -1.157 2.146 1.446 Af: voorziening wegens mogelijke oninbaarheid De van “zittende” huurders te vorderen huren zijn naar maand van ontstaan en aantal huurders als volgt te specificeren: AANTAL HUURDERS AANTAL HUURDERS BEDRAG ACHTERSTAND BEDRAG ACHTERSTAND 31-12-2013 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2012 1.195 741 964 227 298 363 216 361 48 151 56 403 1.541 1.255 1.236 991 Achterstand tot en met 1 maand 2 t/m 3 maanden 4 maanden en meer 63 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS De van “zittende” huurders te vorderen huren ultimo boekjaar bedragen 0,82% (ultimo vorig boekjaar: 0,68%) van de bruto jaarhuur, zijnde 12 maal huur over december 2013. De voorziening wegens mogelijke oninbaarheid geeft het volgende verloop te zien: (x € 1.000,-) Voorziening per 1 januari 31/12/2013 31/12/2012 1.157 912 27 41 -479 -307 Af: vrijval wegens - ontvangen posten - afgeboekte posten Bij: dotatie voorziening dubieuze debiteuren Voorziening per 31 december 7.2 381 511 1.086 1.157 Vorderingen op groepsmaatschappijen 94 93 Wonen Limburg Energie B.V. 4.023 1.562 Kraneveld B.V. 1.120 1.120 Wonen Limburg Participaties B.V. Stichting Kantex 6 7 5.243 2.782 Op de vordering Kraneveld B.V. is een voorziening voor de negatieve netto vermogenswaarde van de deelneming op Kraneveld B.V. opgenomen ter waarde van € 264.455 (vorig boekjaar € 132.790). 64 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 31/12/2013 7.3 Overige vorderingen Nieuwbouw koopwoningen (vervallen gefactureerde termijnen) Overige posten 7.4 31/12/2012 34 52 210 428 244 480 Overlopende activa Vooruit betaalde verzekeringspremie 455 0 Nog te ontvangen verkoop woningen 849 240 1.284 0 Nog te ontvangen Pro Rata 2013 Nog te ontvangen rente 198 405 Overige posten 627 1.258 3.404 1.903 8 LIQUIDE MIDDELEN Direct opvraagbaar Rekening courant banken 22.045 362 Overige bank/spaartegoeden 16.800 22.500 Kas 2 0 Kruisposten 0 0 38.847 22.862 De liquide middelen staan ter vrije beschikking van Stichting Wonen Limburg. 65 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 9 EIGEN VERMOGEN 31-12-2013 31-12-2012 915.911 735.311 In de statuten zijn geen passages ten aanzien van de bestemming van het eigen vermogen opgenomen. 9.1 Algemene reserve Het verloop van het eigen vermogen is als volgt weer te geven: Beginstand eigen vermogen volgens de jaarrekening Realisatie herwaardering -22.769 -10.134 Mutatie herwaarderingsreserve Sociaal Vastgoed 94.493 191.200 473 Mutatie herwaarderingsreserve VOV -2.252 Mutatie herwaarderingsreserve voor verkoop bestemde woningen 6.470 Resultaat boekjaar 8.494 1.313 1.002.598 915.911 191.850 191.906 22.769 10.134 5.015 1.617 Eigen vermogen volgens jaarrekening Het aandeel van de rechtspersoon in het eigen vermogen is onder te verdelen in gerealiseerd vermogen en niet gerealiseerd vermogen. Het verloop van het gerealiseerde eigen vermogen is als volgt: Boekwaarde per 1 januari Realisatie door afschrijving Realisatie uit hoofde van verkoop 0 580 -33.275 -12.387 186.359 191.850 HERWAARDE- HERWAARDE- HERWAARDE- RINGSRESERVE RINGSRESERVE RINGSRESERVE SOCIAAL COMMERCIEEL VASTGOED VASTGOED IN VASTGOED IN BESTEMD VOOR EXPLOITATIE EXPLOITATIE VERKOOP Boekwaarde per 1 januari 698.787 18.842 6.432 Realisatie door afschrijving -24.729 0 -211 -5.015 -435 Realisatie uit hoofde van sloop Overige mutaties BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER Het verloop van het niet-gerealiseerde eigen vermogen is als volgt: Realisatie uit hoofde van verkoop 0 0 Toename uit hoofde van stijging van de bedrijfswaarde 147.233 0 1.005 Afname uit hoofde van daling van de bedrijfswaarde Realisatie uit hoofde van sloop -44.750 0 -397 Herclasificaties/herkwalificaties -4.963 0 9 Overige mutaties -2.378 20.745 6.064 764.185 39.152 12.902 BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 66 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 10VOORZIENINGEN 31-12-2013 31-12-2012 10.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Het verloop van deze post is als volgt: Saldo per 1 januari 10.354 19.719 bij: dotatie/vrijval in het boekjaar 12.099 20.163 af: onttrekking in het boekjaar -16.574 -29.528 SALDO PER 31 DECEMBER 5.879 10.354 642 1.540 10.2 Voorziening reorganisatiekosten Het verloop van deze post is als volgt: Saldo per 1 januari bij: dotatie/vrijval in het boekjaar 34 249 af: onttrekking in het boekjaar -436 -1.192 SALDO PER 31 DECEMBER 240 642 31-12-2013 31-12-2012 Wonen Limburg heeft over boekjaar 2013 een verplichting tot het betalen van de zogenaamde crisisheffing voor medewerkers met een loon hoger dan € 150.000. Deze crisisheffing over boekjaar 2013 bedraagt (voor de bestuurder G.G.M.P. Peeters) € 235,24. 10.3 Overige voorzieningen Verplichting WS Weert Loopbaanontwikkelingsbudget 0 876 237 253 0 90 Uitgestelde beloningen 366 357 SALDO PER 31 DECEMBER 603 1.576 Keent De overige voorzieningen hebben een langlopend karakter Het verloop is als volgt: Stand per 1 januari VOORZIENING LOOPBAANONTWIK- WS WEERT KELINGSBUDGET KEENT UITGESTELDE 867 253 13 -10 24 -62 -29 -80 -15 237 0 366 BELONINGEN 90 357 Mutaties: dotaties onttrekkingen afgeboekt van de vordering STAND PER 31 DECEMBER 67 -814 0 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS REORGANISATIEVOORZIENING VOORZIENING KEENT In verband met de organisatieverandering zijn toekomstige kosten voorzien die geen tegenprestatie meer genereren voor Wonen Limburg. Hierbij valt te denken aan doorlopende salariskosten van medewerkers die vrijgesteld zijn van werk en doorlopende (huur)kosten van (gedeeltelijk) leegstaande kantoorpanden. Deze kosten houden geen verband met het continueren van de reguliere bedrijfsactiviteiten. In 2001 is een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Weert en het samenwerkingsverband BALANS gesloten waarin BALANS een financiële bijdrage levert aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijk Keent. Eind 2013 is besloten om de voorziening vrij te laten vallen omdat verwachte uitgaves voor de buurt Keent in de begroting 2014 zijn opgenomen. WS WEERT Met ingang van 2007 is het vormen van een voorziening van uitgestelde beloningen verplicht. In deze voorziening zijn de in de toekomst te verwachten uit te keren jubileumuitkeringen opgenomen. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op grond van de CAO-bepalingen. De voorziening is contant gemaakt tegen 4%. VOORZIENING UITGESTELDE BELONINGEN Wonen Limburg huurt het kantoorpand te Weert van Woningstichting Weert. Evenals de andere kantoorpanden is dit pand getaxeerd en is de geschatte opbrengstwaarde lager dan de boekwaarde. Een afwaardering in de jaarrekening van WS Weert leidt tot een negatief vermogen van circa € 814 duizend. In 2013 is de externe lening van WS Weert door Wonen Limburg afgelost. Hierdoor is een vordering ontstaan op WS Weert. De vordering is verantwoord onder “Vorderingen op groepsmaatschappijen”. LOOPBAANONTWIKKELINGSBUDGET Op grond van de CAO-bepalingen heeft een werknemer die op 1 januari 2010 in dienst is recht op een loopbaanontwikkelingsbudget van maximaal € 4.500,- al naar gelang dienstverband en arbeidsduur, voor de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014. De hoogte van de voorziening is gesteld op 40% van het toegekende budget aan werknemers jonger dan 55 jaar minus de daadwerkelijk opgenomen bedragen. (x € 1.000,-) 11 LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2013 31-12-2012 11.1 Schulden/leningen kredietinstellingen Het verloop van deze post is als volgt: 653.089 624.900 Bij: nieuwe leningen 96.300 73.000 Bij: overname leningen Mooiland 57.016 Boekwaarde per 1 januari Af: aflossingen -43.162 -32.501 -1.893 -12.310 Boekwaarde per 31 december 761.350 653.089 WAARVAN LANGER DAN 5 JAAR 620.721 509.660 Af: mutaties aflossingsverplichting 68 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS RENTE- EN KASSTROOMRISICO Hierna is de leningportefeuille uitgesplitst naar rentepercentage en naar resterende looptijd. (x € 1.000,-) RENTE-PERCENTAGE € Roll over RESTERENDE LOOPTIJD € < 1 jaar (kortlopend) 46.705 0% - 1% 84.300 1% - 2% 3.158 van 5 tot 10 jaar 91.460 2% - 3% 9.420 van 10 tot 15 jaar 40.453 3% - 4% 268.293 van 15 tot 20 jaar 105.360 4% - 5% 400.280 > 20 jaar 383.448 5% - 6% 34.763 0 7.841 0 >6% van 1 tot 5 jaar 140.629 RENTEVOET EN AFLOSSINGSSYSTEEM RENTE-INSTRUMENTEN De gemiddelde rentevoet van de leningen bedraagt circa 3,73% (2012: circa 3,91%). De leningen worden ineens afgelost (fixe-leningen) of op basis van het lineaire-, annuïteiten- danwel het dynamisch kostprijshuursysteem. Van het totaal der langlopende schulden vervalt een bedrag van circa € 46,7 miljoen in het volgend boekjaar. Wonen Limburg heeft derivaten (renteswaps) afgesloten met een nominaal bedrag van € 122 miljoen ultimo 2013. Uit hoofde van het swapcontract betaalt Wonen Limburg een vaste rente en ontvangt een variabele rente. De swapcontracten zijn/worden gekoppeld aan rollover leningen met eenzelfde bedrag. Aangezien er sprake is van een afgedekte contractpositie wordt de swap tegen kostprijs, zijnde nihil, gewaardeerd. De swaps die reeds zijn gestart dekt exact de variabele rentekasstromen uit hoofde van een rollover lening met gelijke hoofdsom. De totale hedge-relatie zorgt ervoor dat Wonen Limburg per saldo een vaste rente betaalt. Per 31-12-2013 heeft de renteswapportefeuille een negatieve marktwaarde van € 22,9 miljoen. In 2013 zijn voor € 27 miljoen renteswaps gestart met een onderliggende lening. Ter afdekking van toekomstige renterisico’s zullen nog voor € 55 miljoen swaps starten welke al aangetrokken zijn. De swaps hebben een startdatum in de periode 2014-2020. Deze swaps zijn bedoeld om in de toekomst variabel rentende leningen af te dekken. BORGSTELLING Borgstelling van de leningen heeft tot een bedrag van € 846 miljoen plaatsgevonden door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De leningen met een variabele hoofdsom zijn hierbij volledig, € 84 miljoen, meegenomen terwijl 20% van de maxiamele hoofdsom, € 16,6 miljoen, daadwerkelijk is opgenomen. Voor het restant van de portefeuille is door de gemeenten garantie verstrekt. Conform de deelnemersvoorwaarden van het WSW mogen de onderliggende complexen niet hypothecair worden bezwaard. (x € 1.000,-) 11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Saldo per 1 januari 31-12-2013 31-12-2012 4.301 4.428 Mutatie aandeel woningen verkocht onder voorwaarden -35 0 Woningen teruggekocht onder voorwaarden in het boekjaar -44 -215 0 88 4.222 4.301 Woningen verkocht onder voorwaarden in het boekjaar SALDO PER 31 DECEMBER 69 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS Per ultimo boekjaar heeft Stichting Wonen Limburg 66 woningen verkocht onder voorwaarden (per ultimo 2012 67 woningen). Indien deze woningen aan Stichting Wonen Limburg ter verkoop worden aangeboden, heeft zij hiertoe een terugkoopplicht tot maximaal de koopprijs wat voor deze woning is betaald. De waarde met betrekking tot deze woningen staat op de balans verantwoord onder vastgoedbeleggingen “onroerende zaken verkocht onder voorwaarden”. (x € 1.000,-) 12 KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2013 31-12-2012 12.1 Schulden aan kredietintellingen Kasgeldleningen 20.000 0 Kortlopend deel van de langlopende schulden 46.705 44.811 66.705 44.811 11.665 15.945 6 0 Ultimo 2013 hebben we kredietfaciliteiten bij ING en Rabobank voor een totaal bedrag van € 31,5 miljoen. 12.2 Schulden aan leveranciers Schulden aan leveranciers 12.3 Schulden aan groepsmaatschappijen Rekening courant Wonen Limburg Energie B.V. Rekening courant Woningstichting Weert 0 465 6 465 Over de rekening-courant wordt een marktconforme rente vergoed. 12.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffing en premies sociale verzekeringen Omzetbelasing Sociale lasten 533 572 8.948 4.996 198 198 9.679 5.766 1.051 1.012 12.5 Overige schulden Te verrekenen leveringen en diensten Overige posten 46 88 1.097 1.100 12.276 11.788 12.6 Overlopende passiva Niet-vervallen rente Disagio Leningen Mooiland 5.099 0 Vooruitontvangen huur 1.223 1.115 8 820 MVROM vooruitontvangen huurtoeslag Overige 70 2.290 1.983 20.896 15.706 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Wonen Limburg maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Wonen Limburg met betrekking tot deze derivaten (hedgeinstrumenten) kostprijshedge-accounting toe. Derivaten waarbij op het moment van afsluiten van het instrument niet exact te bepalen is welk mogelijk verlies geleden kan worden (open eind derivaten), zijn niet toegestaan. De marktwaarde van de derivaten, gebaseerd op de opgave van de banken, is ultimo 2013 € 22,9 miljoen negatief. Ultimo 2012 bedroeg de marktwaarde € 35,3 miljoen negatief. De afgesloten derivaten zijn ultimo 2013 als volgt verdeeld in boekwaarde, nominale waarde en marktwaarde. (x € 1.000.000,-) BOEKWAARDE NOMINAAL MARKTWAARDE Interest rate swaps 0 122 -22,9 Overig 0 0 0 Totaal 0 122 -22.9 De resterende looptijden van de derivaten zijn als volgt. (x € 1.000.000,-) TUSSEN TUSSEN TUSSEN TOT 1 JAAR 1 - 5 JAAR 5 - 10 JAAR 10 - 20 JAAR > 20 JAAR Interest rate swaps 0 15 0 0 107 Overig 0 0 0 0 0 Totaal 0 15 0 0 107 De derivaten starten nominaal als volgt in tijd. (x € 1.000.000,-) TUSSEN TUSSEN REEDS LOPEND BINNEN1 JAAR 1 -2 JAAR 2 - 5 JAAR > 5 JAAR 5 67 12 18 20 Overig 0 0 0 0 0 Totaal 67 12 18 20 5 Interest rate swaps Van de derivaten die in de toekomst starten, heeft € 55,0 miljoen betrekking op nog aan te trekken leningen voor de herfinanciering van aflopende leningen. 71 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS HEDGE DOCUMENTATIE MARKTRISICO DOELSTELLINGEN RISICOBEHEER Wonen Limburg heeft geen effecten en loopt uit dien hoofde geen risico’s ten aanzien van de waardering hiervan. In het treasurystatuut van Wonen Limburg staan de kaders benoemd omtrent het beheersen van risico’s. De financiële instrumenten voldoen aan de kaders genoemd in het treasurystatuut. In het vigerende statuut is het gebruik van de afschermende rente-instrumenten toegestaan ter beheersing van het renterisico op zekere kasstromen. Het aangaan van rente-instrumenten mag alleen worden overeengekomen met kredietwaardige partijen met een rating van minimaal “very strong”. Tevens voldoen de financiële instrumenten aan de richtlijnen van het WSW. VALUTARISICO Wonen Limburg is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico. PRIJSRISICO Wonen Limburg heeft geen effecten en loopt uit dien hoofde geen risico’s ten aanzien van de waardering hiervan. RENTERISICO HEDGE STRATEGIE Risico van wijzigingen in de rentevoet afdekken met derivaten. TYPE HEDGE Kostprijshedge-accounting op basis van individuele leningen. Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken zijn terug te vinden in de originele contracten. AFGEDEKTE POSITIE Wonen Limburg dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige en toekomstige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten respectievelijk af te sluiten leningen per dag afgedekt. Deze kasstromen worden naar kalanderjaar gegroepeerd. HEDGE INSTRUMENTEN Wonen Limburg maakt gebruik van rentederivaten om de variabiliteit van toekomstige kasstromen gerelateerd aan rentebetalingen van huidige en toekomstige leningen af te dekken. Wonen Limburg maakt gebruik van Interest Rate Swaps (IRS). Hierbij ontvangt Wonen Limburg een variabele rente van de tegenpartij en betaalt Wonen Limburg een vaste rente. ACCOUNTING Het hedging instrument en de hedged items onderliggend aan de af te dekken rentebetalingen worden tegen kostprijs op de balans opgenomen en gewaardeerd. Hedge ineffectiviteit wordt in de winst-en verliesrekening verwerkt. 72 Wonen Limburg loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de woningcorporatie risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Wonen Limburg risico’s over de marktwaarde. Met betrekking tot vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico afgesloten. Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden heeft Wonen Limburg renteswaps afgesloten, zodat zij variabele rente ontvangt en vaste rente betaalt. KREDIETRISICO Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan enkele kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het treasurystatuut. Besloten is te kiezen voor wederzijdse verrekening van marktwaarden om het tegenpartijrisico bij het gebruik van derivaten te beperken. Met drie derivaatbanken is een tweezijdige afspraak gemaakt om indien de marktwaarde van derivaten een bepaalde grenswaarde bereikt, tijdelijk een margin te storten of te ontvangen. Op 31 december 2013 is er geen margin gestort of ontvangen. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te betalen rente op de derivaten en de eventueel te storten margin door de financiële instellingen. 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS LIQUIDITEITSRISICO TREASURY ORGANISATIE Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Wonen Limburg en haar tegenpartijen, ongeacht of dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Wonen Limburg heeft op verschillende manieren gewaarborgd dat zij altijd aan haar verplichtingen kan voldoen. Naast het aantrekken van langlopende leningen, zijn kasgeld- en rekening-courant faciliteiten beschikbaar. In enkele derivaatcontracten worden breakclauses genoemd welke individueel moeten worden beoordeeld. Conform de beleidsregels van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdt Wonen Limburg een liquiditeitsbuffer aan die groot genoeg is om de uit de derivatenportefeuille voortvloeiende liquiditeitsverplichtingen ten gevolge van een daling van de vaste rente in de markt met 2% te kunnen voldoen. In 2013 is een roll over faciliteit ter hoogte van € 84 miljoen aangetrokken. Hiermee voldoet Wonen Limburg aan de stresstest derivaten van het CFV. Wonen Limburg heeft haar organisatie op een adequate wijze ingericht voor het beheer van haar derivatenportefeuille. Uitgangspunt bij de organisatorische inrichting van de treasuryfunctie is een formele functiescheiding welke is vastgelegd in het treasurystatuut. De derivatenportefeuille wordt met behulp van rekenmodellen continu gemonitord en periodiek besproken in bijeenkomsten van de treasurycommissie. Hierbij is doorlopend aandacht voor de marktwaarde van de portefeuille en de liquiditeitsbuffer in relatie tot het liquiditeitsrisico. TOEZICHTBELEMMERENDE BEPALINGEN DERIVATEN Wonen Limburg beschikt per 31 december 2013 bij BNP Paribas en Citibank over financiële derivaten met clausules die de uitoefening van het toezicht op Wonen Limburg kunnen belemmeren. Overeenkomstig de beleidsregels van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een plan van aanpak opgesteld om de derivatenportefeuille voor wat betreft deze financiële derivaten met voornoemde clausules binnen een redelijkerwijs haalbaar te achten termijn af te bouwen. Het plan van aanpak is gepresenteerd aan het CFV en er wordt inmiddels uitvoering aan gegeven. Ultimo 2013 heeft Wonen Limburg de volgende bankgaranties afgegeven: BANKGARANTIES(€) B ankgarantie ten gunste van Gemeente Sittard 75.000 Bankgarantie ten gunste van Gemeente Helden 250.000 Bankgarantie ten gunste van Gemeente Maasgouw 348.600 B ankgarantie ten gunste van Gemeente Roermond 218.750 73 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN EN NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA A VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN E KRANEVELD BV •Obligo aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw uit hoofde van een door het Fonds geborgde lening, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het aan het Fonds betaalde disagio niet voldoende is om de aanspraken op het fonds te dekken. Ultimo van het jaar bedraagt het obligo € 32.555.000. •Verplichtingen uit de Wet Ketenaansprakelijkheid, voor de betaling van premies op grond van werknemers- en volksverzekeringen en van loon- en omzetbelasting bij uitbesteding van werk respectievelijk inlenen van arbeidskrachten (zijn er aanwijzingen dat de corporatie zal worden aangesproken dan dient voor dit risico een voorziening te worden getroffen). Stichting Wonen Limburg heeft per 20-4-1995 een overeenkomst gesloten met Haegens Beheer BV tot de verkoop en levering van diverse bouwpercelen. Hiervoor heeft de Stichting Wonen Limburg en Haegens Beheer BV per 25 oktober 1995 de besloten vennootschap Kraneveld opgericht. Levering zal plaatsvinden op een nader te bepalen datum. Ultimo 2013 bedraagt de waarde van deze bouwpercelen € 504.000. In verband met het faillissement van Haegens Beheer BV in 2013 vindt vooralsnog geen levering van bouwpercelen plaats aan Kraneveld BV. BPM-VERPLICHTINGEN In het kader van projecten zijn er ultimo het boekjaar verplichtingen aangegaan tot een bedrag van € 35.153.704,64. Stichting Wonen Limburg staat met ingang van 1 januari 2008 aan het hoofd van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting waarin verder zijn opgenomen Wonen Limburg Beleggingen BV, Wonen Limburg Holding BV, Wonen Limburg Beheer Deelnemingen BV, Wonen Limburg Energie BV, Wonen Limburg Participaties BV. Deze neemt de over het resultaat af te dragen vennootschapsbelasting voor de gehele fiscale eenheid voor haar rekening. Er vindt geen verrekening plaats met de andere deelnemers van de fiscale eenheid. Op grond van het feit dat Stichting Wonen Limburg deel uit maakt van de fiscale eenheid is zij hoofdaansprakelijk voor de belastingschuld van de fiscale eenheid. D GAFGESLOTEN LENINGSOVEREENKOMSTEN MET •Eventuele leaseovereenkomsten. •Eventuele verkopen ontwikkelingsrechten/ bouwgronden. •Eventuele financieringstransacties (reeds afgesloten geldleningen etc.). •Eventuele relaties met nevenstructuur (borgstelling, bankgaranties etc.). C AANGEGANE VERPLICHTINGEN PROJECTEN VOF “LOVERBOSCH” FFISCALITEIT UITGESTELDE STORTING In het kader van de overeenkomst met VOF “Loverbosch” heeft Wonen Limburg de verplichting om de gronden die zij in haar bezit heeft te leveren voor de gezamenlijke realisatie en ontwikkeling van dit project. De samenwerkende partner heeft zich middels een concerngarantie mede garant gesteld voor eventuele toekomstige waardeveranderingen. De waarde van de gronden bedraagt € 1,6 miljoen. 74 In 2013 zijn geen leningen afgesloten met uitgestelde stortingsdata. 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.1.6 TOELICHTING OP DE WINST- EN VERLIESREKENING (x € 1.000,-) BEDRIJFSOPBRENGSTEN 2013 2012 133.625 125.951 13HUUROPBRENGSTEN Huuropbrengsten vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen Onroerende zaken, niet zijnde woningen 4.234 3.793 137.859 129.744 -2.779 -2.822 135.080 126.922 Af: huurderving: Wegens leegstand/ oninbaar Subtotaal huuropbrengsten vastgoed in exploitatie De nettohuur-opbrengst ten opzichte van het vorig boekjaar is gestegen als gevolg van: a. de jaarlijkse huurverhogingen per 1 juli (voor 2013 4% voor woningen) 3.815 b. het in exploitatie nemen van nieuwe of aangekochte woningen en woongebouwen 4.016 118 c. huurverhoging als gevolg van aanleg centrale verwarming en verbetering van woningen 50 d. huurvast 680 e. huurharmonisatie f. verkoop woningen -464 g. sloop -133 33 h. overig 8.115 De huurderving bedraagt 2,02% (vorig boekjaar: 2,17%) van de netto jaarhuur. 14 OPBRENGSTEN SERVICECONTRACTEN Leveringen en diensten 6.749 6.581 Huurdersonderhoud e.d. 1.196 1.112 -251 -100 7.694 7.593 Te verrekenen met huurders -1.066 -1.050 Totaal opbrengsten servicecontracten 6.628 6.543 0 1 Af: vergoedingsderving wegens leegstand De vergoedingen zijn gebaseerd op de geraamde c.q. werkelijke kosten en worden jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast. De vergoedingsderving bedraagt 3,17% (vorig boekjaar 1,30%) van de vergoeding. 15OVERHEIDSBIJDRAGEN Bijdragen van de gemeente in de exploitatietekorten van woningaanpassing mindervaliden: 75 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 16 2013 2012 13.113 11.839 NETTO VERKOOPRESULTAAT VASTGOEDPORTEFEUILLE Vastgoed in exploitatie Opbrengst verkopen bestaand bezit -587 -465 Af: boekwaarde o.b.v. bedrijfswaarde -6.914 -10.514 Verkoopresultaat bestaand bezit o.b.v. bedrijfswaarde 5.612 860 Vrijval herwaarderingsreserve a.g.v. verkopen 5.205 8.495 10.817 9.355 0 -1.189 10.817 8.166 -1 -185 0 -318 Af: directe toerekende kosten Verkoopresultaat bestaand bezit Waardevermindering “kopen dichterbij” Totaal verkoopresultaat onroerende zaken bestaand bezit Verkoopopbrengsten vanuit projecten Mutatie onderhandenwerk Grondposities Resultaat verkoop MVA in ontwikkeling 246 -84 Totaal verkoopresultaat projecten 245 -588 11.062 7.578 Vastgoedontwikkeling 2.219 2.555 ERP 1.513 162 3.732 2.717 Totaal nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille 17 GEACTIVEERDE PRODUCTIE TEN BEHOEVE VAN HET EIGEN BEDRIJF Toegerekend aan (im)materiële vaste activa: 18 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Vergoedingen voor algemeen beheer en administratie BTW 2012, 2011, 2010 resp. BTW 2005 t/m 2009 Overige baten 76 548 502 1.284 1.111 717 630 2.549 2.243 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) BEDRIJFSLASTEN 19 2013 2012 AFSCHRIJVINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVAEN VASTGOEDPORTEFEUILLE Onroerende zaken in exploitatie o.b.v. bedrijfswaarde 52.773 39.820 Vrijval herwaarderingsreserve t.g.v. afschrijvingen -22.769 -10.134 Subtotaal afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie 30.004 29.686 1.484 1.354 31.488 31.040 Onroerende en roerende overige zaken ten dienste van de exploitatie Totaal afschrijvingen op (im)materiële activa en vastgoedportefeuille 20OVERIGE WAARDEVERANDERINGEN (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA EN VASTGOEDPORTEFEUILLE Afwaardering naar (duurzaam) lagere bedrijfswaarde (bestaand) 22.801 268 Teruggenomen afwaarderingen voorgaande jaren -49.451 -16.572 Overige waardeveranderingen onroerende zaken in exploitatie -26.650 -16.286 Dotatie/vrijval voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw 12.099 20.163 Overige waardeveranderingen onroerende zaken t.d.v. exploitatie 0 -76 7.393 1.944 19.492 22.031 7.425 1.462 267 7.207 Grondwaarden, projectkosten en haalbaarheidsonderzoeken Overige waardeveranderingen onroerende zaken in ontwikkeling Mutatie voorziening afwaardering grondwaarden 77 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 21 LONEN EN SALARISSEN Salarissen Ontvangen ziekengeld 2013 2012 13.143 12.606 -100 -168 13.043 12.438 Werknemers: Ultimo 2013 had de corporatie 284 (vorig boekjaar 268) werknemers in dienst. Het aantal herleid op full-time basis bedraagt ultimo boekjaar 251,9 (vorig boekjaar 251,8). Gemiddeld genomen had de corporatie in 2013 289 (vorig boekjaar 293) werknemers in dienst. Het aantal herleid op full-time basis bedraagt gemiddeld boekjaar 244,19 (vorig boekjaar 252,85). Bezoldiging van bestuurders: De bezoldiging van de bestuurders over het boekjaar 2013 bedroeg € 384.166. (x € 1.000,-) 22 2013 2012 1.882 1.860 2.456 2.361 SOCIALE LASTEN Sociale lasten (excl. pensioenlasten) 23PENSIOENLASTEN Pensioenlasten PENSIOENREGELING VAN DE STICHTING PENSIOENFONDS VOOR DE WONINGCORPORATIES (SPW) •De pensioenregeling van SPW is een toegezegdepensioenregeling. •De werkgever heeft in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. •De pensioenregeling is zodoende verwerkt als toegezegde-bijdrage regeling en alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar zijn in de jaarrekening verwerkt. •Ultimo 2013 bedraagt de geschatte dekkingsgraad van het SPW 114%. 78 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 24 ONDERHOUDSLASTEN 2013 2012 Kosten niet planmatig onderhoud 6.824 6.876 Kosten planmatig onderhoud 21.950 24.739 Totaal onderhoudslasten 28.774 31.615 De onderhoudskosten voor het vastgoed in exploitatie zijn te verdelen in: 21.950 24.739 Mutatieonderhoud 1.611 1.890 Klachtenonderhoud 5.213 4.986 28.774 31.615 2.050 587 Overige goederen, leveringen en diensten 5.462 5.438 Huuronderhoud e.d. 1.192 1.130 6.654 6.568 6.905 6.670 Verzekeringen 635 563 Dotatie/Vrijval voorziening huurdebiteuren 381 511 Gas, water, elektra leegstand 226 140 5.188 400 Planmatig onderhoud 25LEEFBAARHEID Leefbaarheid 26 LASTEN SERVICECONTRACTEN Totaal lasten servicecontracten 27 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN Directe bedrijfskosten Belastingen Saneringssteun Verhuurdersheffing Dotatie voorziening WS Weert Dotatie reorganisatievoorziening Overige lasten 415 0 0 76 34 294 1.287 1.471 15.071 10.125 458 651 Huisvestingskosten Huur kantoorgebouwen 88 203 Gas, water en elektra 230 229 Schoonmaakkosten 246 311 22 32 Onderhoud kantoorgebouwen en werkplaatsen Belasting en verzekeringen Overige huisvestingskosten 295 179 1.339 1.605 Kosten beleidsorganen Presentie- en vacatiegelden Raad van Commissarissen Kosten participatie Overige bestuurskosten 95 84 155 228 35 54 285 366 De bezoldiging van de commissarissen bedroeg € 94.669. 79 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 2013 2012 2.538 3.324 824 875 1.073 567 50 3 Overige personeelskosten Kosten uitzendkrachten en inleenkrachten Reiskostenvergoeding Opleidingskosten Wervingskosten Personeelsvergoedingen Overige personeelskosten 45 34 297 399 4.827 5.202 Algemene kosten Kosten vervoermiddelen Kosten automatisering Bankkosten Kantoorartikelen en drukwerk 389 288 2.551 2.485 96 105 77 140 Huur fotokopieer-/printapparatuur 117 186 Porti en telefoon 740 654 84 132 Kantinekosten 230 151 Contributies en abonnementen 331 311 Kosten externe controle 172 127 Externe dienstverlening 2.368 1.935 781 1.252 Advertentiekosten Promotie en voorlichting Overige algemene kosten TOTAAL OVERIGE BEDRIJFSLASTEN 2.422 1.965 10.358 9.731 31.880 27.029 100.000 91.154 Honorarium accountant (in euro’s) 1. Onderzoek jaarrekening 87.259 32.219 3. Andere niet controle diensten 334.942 60.659 Totale honoraria accountant 522.201 184.032 2. Advieskosten fiscaal terrein In 2013 heeft Deloitte in opdracht van Wonen Limburg een aantal extra werkzaamheden verricht. De stijging van de niet-controle diensten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de werkzaamheden bij de processen ketensamenwerking € 131 duizend, conversie Aetrium € 62 duizend, Due dilligence € 42 duizend, risicomanagement € 39 duizend, advies in kader van aankoop vastgoedtransactie Mooiland € 29 duizend en overige € 32 duizend. 28NIET GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEUILLE Waardevermeerdering commercieel vastgoed in exploitatie Waardevermindering commercieel vastgoed in exploitatie Waardeverandering vastgoed bestemd voor verkoop TOTAAL NIET-GEREALISEERDE WAARDERVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE 80 13.619 7.472 -12.727 -9.629 892 -2.157 -13 -47 879 -2.204 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 2013 2012 29WAARDEVERANDERINGEN VAN FINANCIËLE VASTE ACTIVA, VAN EFFECTEN EN VAN VERPLICHTINGEN Waardeveranderingen van financiële vaste activa -5.770 -511 Totaal waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten -5.770 -511 157 322 20 28 De waardeverandering van financiële vaste activa is gevolg van een getroffen voorziening ad. € 5.832 op de totale vordering van het WIF en de vrijval van de gevormde voorziening Woningstichting Weert ad. € 62 duizend. 30OPBRENGSTEN VAN VORDERINGEN DIE TOT DE VASTE ACTIVA BEHOREN EN VAN EFFECTEN Renteopbrengsten leningen Renteopbrengsten BWS-subsidie Rente Wonen Limburg Holding B.V. Totaal opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 31 Rente spaar- en beleggingsrekeningen Geactiveerde rente onroerende zaken in ontwikkeling Overige rentebaten 0 2 126 433 3.630 3.409 8 523 3.764 4.367 -29.490 -27.977 RENTELASTEN EN SOORTGELIJKE KOSTEN Rente leningen overheid en kredietinstellingen Overig Totaal rentelasten en soortgelijke kosten 33 133 483 ANDERE RENTEBATEN EN SOORTGELIJKE OPBRENGSTEN Rente rekening-courant banken 32 40 217 -289 -104 -29.779 -28.081 BELASTINGENRESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING 0 0 Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. woningverkopen -386 2.545 Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. waarderingsverschil leningen -269 -330 0 0 -655 2.215 Vennootschapsbelasting 2013 en 2012 Mutatie actieve belastinglatentie a.g.v. voorwaartse verliescompensatie Door de waarderingsverschillen tussen de fiscale en commerciële activa van het vastgoed en tussen de commerciële en fiscale waarde van de leningen onstaat er een actieve belastinglatentie. Het toepasbare tarief voor de acute vennootschapsbelasting is 25%. Wonen Limburg maakte tot en met het boekjaar 2011 gebruik van de ANBI status. Hierdoor kunnen fiscale resultaten over de periode 2008 tot en met 2011 worden afgeroomd en worden toegevoegd aan de zogenoemde herbestedingsreserve. Er was dan ook geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Vanaf 1 januari 2012 vervalt de ANBI status. Op basis van de fiscale meerjarenprognose bestaat de mogelijkheid om alsnog 81 de fiscale winsten te drukken door te opteren voor de methode van afwaarderen van het bezit op basis van de WOZ-waarde. Indien voor deze methode in de aangifte 2012 wordt gekozen is over een periode van 2008 tot en met 2012 ongeveer € 245 miljoen beschikbaar voor de verliesverrekening waardoor er momenteel een latente vordering op de Belastingdienst bestaat van ongeveer € 61 miljoen. De vordering is niet opgenomen daar deze nog onzeker is. 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS (x € 1.000,-) 34 RESULTAAT DEELNEMINGEN 2013 2012 -1 -1 Resultaat deelneming Wonen Limburg Holding B.V. -495 -130 Resultaat deelneming Kraneveld B.V. -132 -45 Resultaat deelneming Wonen Limburg Beleggingen B.V. Resultaat deelneming Cooperatieve Vereniging “Thuis in Limburg” U.A. -91 -79 -719 -255 5.1.7 OVERIGE TOELICHTING EN ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING WET NORMERING TOPINKOMENS (WNT) Op 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van bestuurders en hoogste leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector en bevat regels over het openbaar maken van de bezoldiging. Woningcorporaties vallen in het strengste regime. Daarbij mag de beloning van de bestuurders en hoogste leidinggevenden niet uitstijgen boven een maximum bezoldigingsnorm. De ontslagvergoeding wordt gemaximeerd op € 75.000. Op 4 februari 2014 is tevens de Aanpassingswet WNT aangenomen door de Tweede Kamer en hierbij tot Wet verheven en in werking getreden. De maximum bezoldigingsnorm bij een voltijdsdienstverband bedraagt in 2013 voor functionarissen bij woningcorporaties ten hoogste € 228.599. Op 29 november 2013 heeft minister Blok de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 vastgesteld (WNT-staffel). Deze regeling gaat in per 1 januari 2014. 82 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS Op grond van het voorgaande kwalificeren de volgende personen als topfunctionaris van Stichting Wonen Limburg: BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN EN GEWEZEN TOPFUNCTIONARISSEN (BEDRAGEN VOOR DE RVC-LEDEN ZIJN EXCLUSIEF BTW) NAAM DUUR DIENSTVERBAND FUNCTIE BELONING (€) BELASTBARE KOSTEN PENSIOENAFDRACHT (€) VERGOEDINGEN (€) (VOORZIENINGEN BETAALBAAR OP TERMIJN) W.N. Hazeu Bestuurder tot 15-01-2015 150.644 34.368 G.G.M.P. Peeters Bestuurder tot 15-01-2015 163.262 35.892 G.C.P. Dijk Lid van RvC tot 01-07-2013 5.075 Voorzitter RvC vanaf 01-07-2013 1.310 tot 01-07-2017 6.850 B.J. Krouwel Voorzitter RvC tot 01-07-2013 6.750 P.J.L. Verbugt Vice voorzitter RvC tot 31-08-2013 6.909 95 J.T. Coppus Lid RvC tot 01-07-2015 10.150 245 H. Doedel Lid RvC tot 01-07-2017 10.150 357 T.J. Houbiers Lid RvC tot 01-07-2015 10.150 768 H.J.A. Schroën Lid RvC tot 01-07-2013 5.075 407 I.M. Koopmans Lid RvC tot 01-07-2017 4.806 P.H.M. Smeets Lid RvC tot 01-07-2017 4.806 2.596 In 2013 hebben geen beëindigingsuitkeringen plaatsgevonden. ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING De jaarrekening is opgemaakt d.d. 24 juni 2014. De jaarrekening is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen van 24 juni 2014. Bestuur Raad van Commissarissen G.G.M.P. Peeters W.N. Hazeu J.T. Coppus T.J. Houbiers I.M. Koopmans P.H.M. Smeets 83 H. Doedel G.C.P. Dijk 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.2 OVERIGE GEGEVENS 2013 5.2.1 OVERIGE GEGEVENS CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring. STATUTAIRE WINSTBESTEMMING In de statuten van Wonen Limburg is geen regeling opgenomen omtrent de winstbestemming. RESULTAATBESTEMMING 2012 De jaarrekening 2012 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 20 juni 2013. De vergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel. VOORSTEL RESULTAATBESTEMMING 2013 De raad van bestuur stelt vast dat het resultaat van het lopend boekjaar wordt toegevoegd/onttrokken aan de overige reserves. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt ten gunste respectievelijk ten laste van de overige reserves. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Kabinetsbeleid In het in 2013 gesloten woonakkoord zijn diverse maatregelen opgenomen die ook Stichting Wonen Limburg treffen. Deze maatregelen betreffen onder meer: •de Wet verhuurderheffing. Deze wet geldt voor alle verhuurders met meer dan 10 huurwoningen in de gereguleerde sector. De heffing loopt naar verwachting op naar € 1,7 miljard in 2017; •een door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) opgelegde heffing voor saneringssteun, voor 2013 was € 5.188 miljoen (op basis van het aantal VHE’s: € 225 per zelfstandige eenheid en € 115 per onzelfstandige eenheid). Het CFV heeft reeds aangegeven dat rekening gehouden moet worden met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en met 2018 van respectievelijk 3%, 3%, 2%, 1% en 1% van de jaarlijkse huursom. 84 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS De verwachte financiële gevolgen voor Stichting Wonen Limburg bedragen: JAAR VERHUURDERSHEFFING (€) SANERINGSSTEUN (€) 2014 12.286.000 4.338.000 2015 14.349.000 4.599.000 2016 15.508.000 3.235.000 2017 16.620.000 1.704.000 2018 1.774.000 Stichting Wonen Limburg heeft de gevolgen van het kabinetsbeleid doorgerekend in haar kasstroomprognoses. Hiervoor verwijzen wij volledigheidshalve ook naar ons jaarverslag, hoofdstuk 4. De conclusie van Stichting Wonen Limburg naar aanleiding van deze berekeningen luidt dat zij aan de verwachte heffingen zal kunnen blijven voldoen. Dit laat onverlet dat in het licht van de gewenste beheersing van de woonlasten een verdere reductie van de beheerskosten een prioritaire opgave voor Wonen Limburg vormt. Fusie met Woningstichting Urmond Wonen Limburg heeft de intentie om met Woningstichting Urmond te fuseren. Inmiddels zijn de interne onderzoeken afgerond (due diligence) en gaven de beide Raden van Commissarissen groen licht voor de fusie. Om het besluit te bekrachtigen is door de bestuurders op 5 februari het fusiedocument getekend. Nu is het aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken om haar fiat te geven. Het Ministerie zal hiervoor ook te rade gaan bij het CFV. Het WSW heeft inmiddels haar goedkeuring gegeven. Als alles volgens planning verloopt, is de verwachting op 1 augustus 2014 de fusie bij de notaris vast te kunnen leggen. Op verzoek van Woningstichting Urmond is een fusietraject opgestart. Aanleiding hiervoor is het waarborgen van het voortbestaan en een aansluiting te vinden bij een sterke organisatie. 85 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 5.2.2 CONTROLE VERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Commissarissen van Stichting Wonen Limburg te Roermond. VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de, in hoofdstuk 5.1 van het jaarverslag 2013 opgenomen, jaarrekening 2013 van Stichting Wonen Limburg te Roermond gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013, de winsten verliesrekening over 2013, het kasstroomoverzicht 2013 en de toelichting op de jaarrekening 2013, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET BESTUUR Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met het in Nederland geldende artikel 26, eerste lid van het Besluit beheer socialehuursector (Bbsh), richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector WNT, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Het bestuur van de toegelaten instelling is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die WNT-eisen van financiële rechtmatigheid mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Bbsh en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid 86 wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de WNT-eisen financiële rechtmatigheid, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte WNT-eisen van financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. OORDEEL Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Wonen Limburg per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS BENADRUKKING VAN DE TOELICHTING OP DE BEDRIJFSWAARDE IN DE JAARREKENING Wij vestigen de aandacht op pagina 55 van de toelichting van de jaarrekening, waarin is uiteengezet dat Stichting Wonen Limburg bij het bepalen van de bedrijfswaarde voor wat betreft de verhuurdersheffing en de inkomensafhankelijke huurverhoging is afgeweken van de uitgangspunten die het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) hiervoor hanteert en hetgeen hieromtrent in de praktijkhandleiding voor het toepassen van Richtlijn 645 is vastgelegd. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE BIJ OF KRACHTENS DE WET GESTELDE EISEN Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Maastricht Airport, 30 juni 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: L.M.M.H. Banser RA RC EMFC 87 5. JAARREKENING 2013 EN OVERIGE GEGEVENS 6. VERANTWOORD BESTUREN 6.1 BESTUUR Wonen Limburg maakte onder leiding van de bestuurders, Wim Hazeu en Ger Peeters, eind 2012 een aanzet voor een geheel nieuw strategisch plan, hetgeen geresulteerd heeft in het Strategisch Plan 2013-2017. Hierin is beschreven dat Wonen Limburg zich ontwikkelt van een vastgoedgestuurde organisatie naar een vraaggestuurde organisatie. Daarin staat de mens centraal. We zien ons vastgoed als een middel om maatschappelijke doelen te bereiken. Het blijvend huisvesten van de primaire doelgroep en het leefbaar houden van wijken en dorpen worden door Wonen Limburg als belangrijkste overkoepelende opgaven gezien. De essentie van ons handelen is kort en krachtig samen te vatten: ‘Mensen een thuis bieden’. Ieder mens heeft recht op een thuis. Met onze bijdrage aan de leefomgeving kunnen we een verschil maken in een mensenleven. Door samenwerking vergroten we de zelfredzaamheid van mensen in onze maatschappij. Zo creëren we met elkaar, voor iedereen een thuis. Het begrip ‘thuis’ vullen we op 3 manieren in: THUIS IN MIJN HUIS Onze huurders voelen zich thuis in hun eigen huis. Een passende en betaalbare woning waarin ruimte is voor rust en ontspanning. Een eigen plek waar je jezelf kunt zijn en die je kunt vormgeven zoals jij dat graag wilt. THUIS IN MIJN BUURT Niet alleen het huis, maar ook de woonomgeving bepaalt of je je thuis voelt. Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld veiligheid en sociale contacten. Wonen Limburg stimuleert ontmoeting en samenwerking tussen buurtbewoners. Dat bereiken we onder andere door het inzetten van bewonersbudgetten en het oprichten of ondersteunen van zogenaamde coöperaties. Hiermee worden groepen bedoeld die vanuit een gedeeld belang samenwerken. 88 Dit doen zij door zichzelf te organiseren. Ook maatschappelijke organisaties kunnen deel uitmaken van een coöperatie. Voldoende invloed en zeggenschap van de deelnemende partijen leidt ertoe dat er besluitvorming ontstaat in het belang van de gemeenschap. THUIS BIJ WONEN LIMBURG Dat thuisgevoel geldt natuurlijk ook voor het thuis van Wonen Limburg, ons Wonen Limburg Huis, onze buurtwinkels en onze medewerkers in de wijken en buurten. Iedereen is van harte welkom en we maken van onze dagelijkse dienstverlening iets bijzonders. Of het nu gaat om de sleuteloverdracht van de huurwoning, het oplossen van klachten of het meedenken met huurders over zaken die hen bezighouden. Om onze essentie te kunnen waarmaken hebben we vijf thema’s benoemd, allemaal verbonden aan de ‘thuisgedachte’. De vijf strategische thema’s vormen het uitgangspunt voor de verdere uitwerking in doelstellingen en activiteiten. Hieronder leest u wat onze vijf strategische thema’s zijn en wat we op deze gebieden in 2013 zoal bereikten. In hoofdstuk 1 vertelden we wat uitgebreider over hoe we in 2013 invulling gaven aan onze strategische koers. De strategische thema’s zijn: THEMA 1 VAN BUITEN NAAR BINNEN Wonen Limburg pakt haar maatschappelijke opgave op. We kennen en begrijpen onze omgeving. We weten wat er speelt. Dat vereist een proactieve houding. Wij zoeken steeds de verbinding met externe partijen om ons netwerk te verbreden en te versterken. 6. VERANTWOORD BESTUREN Wat we in 2013 zoal bereikten: • we bezochten ruim 30 wijken met ons mobiele buurthuis via onze Wonen Limburg Tour; • we belden op de dag van de duurzaamheid aan bij zo’n 4.000 huurders voor een praatje; • we maakten met diverse gemeenten weer nieuwe prestatieafspraken; • we legden de basis voor een duurzame strategische samenwerking met enkele zorgpartijen wat resulteerde in een convenant met twee partijen; • we hielden een lezersonderzoek voor ons magazine “In de buurt van…”. THEMA 2 VASTGOED ALS MIDDEL Prettig wonen begint bij een goede, betaalbare woning. Maar we zien het niet als een doel op zich. Ons vastgoed is een middel om maatschappelijke doelen te verwezenlijken. Het moet aansluiten bij wat de (toekomstige) huurder wenst. Wat we in 2013 zoal bereikten: • • • • • we zetten actieve marketing om de leegstand terug te dringen, vooral voor wat betreft de duurdere huur; we kochten 956 huizen van Mooiland over zodat deze huizen beschikbaar blijven in de sociale huisvesting; we bouwden 430 nieuwe huizen en diverse psychogeriatrische woonvoorzieningen; we pakten ruim 700 huizen energetisch aan; we brachten onze leveranciers voor niet-planmatig onderhoud terug van 260 naar acht. THEMA 3 DE SAMENLEVING BETER Dit thema richt zich op het vooruit helpen van huurders in het gebied waar ze wonen, niet op de individuele huurder. Samen met de belanghebbende partijen in het maatschappelijk speelveld investeren we in activiteiten die bijdragen aan belangrijke maatschappelijke effecten zoals elkaar ontmoeten, leren, werken en ontspannen. THEMA 4 ONZE HUURDER TEVREDEN Wonen Limburg staat dicht bij haar huurders. We spannen ons in om hun wensen en behoeften te kennen. Uitsluitend contacten bij standaardmomenten vinden we niet genoeg. We doen dit vooral door in gesprek te gaan, mensen actief op te zoeken. We streven naar een vergaande vorm van huurdersparticipatie. Daarbij zoeken we naar zogenaamde huurderstalenten: mensen die graag met Wonen Limburg meedenken. Wat we in 2013 zoal bereikten: • we betrokken huurders bij ons beleid met behulp van klantenpanels en gesprekken met leden van de huurdersorganisaties; • we wisten de gemiddelde wachttijd van ons WoonAdviesteam te verkorten tot één minuut en tien seconden; • we behaalden een gemiddelde score van een 7,5 bij de meting van het KWH op de onderdelen klantcontact, verhuizen, klachten behandelen en onderhoud. Daarmee behouden we ook voor 2014 weer ons KWH-label. THEMA 5 ZAKELIJK EN PROFESSIONEEL Onze organisatie staat als een huis. Tegelijkertijd zijn we werkzaam in een dynamische sector en staat de wereld om ons heen niet stil. We hebben continu te maken met veranderingen, dus ook onze organisatie heeft periodiek onderhoud nodig. Wat we in 2013 zoal bereikten: • • • we brachten onze beheerkostennorm terug van € 1.498 naar €1.355 per verhuureenheid; onze managers volgden een management development programma; we implementeerden een nieuw primair systeem (SAP). Wat we in 2013 zoal bereikten: In 2013 hadden we veel aandacht voor onze speerpunten Duurzaamheid, Leefbaarheid, Wonen-zorgwelzijn, Wonen-leren-werken en Woonurgente groepen. In paragraaf 2.3 leest u wat we op deze aandachtsgebieden gerealiseerd hebben. 89 6. VERANTWOORD BESTUREN 6.2 RAAD VAN COMMISSARISSEN De Raad toetst of onze inzet maatschappelijk verantwoord is. Aan de hand van het: DE RAAD HEEFT 3 FUNCTIES De Raad is toezichthouder, raadgever/belangenbehartiger en werkgever tegelijk. Wie er in 2013 in de Raad zaten, leest u in bijlage 1. Voor de Raad is het Strategisch Plan 2013-2017 een belangrijk toetsingskader. Hierin staat op welke prioriteiten wij ons richten. En wat de opgaven en activiteiten zijn die wij voor de komende jaren willen ontplooien. Om zo onze huurders goed, betaalbaar en prettig te laten wonen. En dan hebben we het niet alleen over het huis zelf, maar ook over de woonomgeving. DE RAAD GEEFT AANWIJZINGEN De Raad kijkt of het bestuur haar taken goed uitvoert. Hij geeft ook aanwijzingen als dat nodig is. We hanteren een organisatiemodel waarbij we de taken en bevoegdheden van het bestuur en de Raad hebben vastgelegd. Het model sluit aan op de richtlijnen van de Governance Code. DE RAAD HOUDT EEN OOGJE IN HET ZEIL Leden van de Raad voerden enkele malen overleg met huurdersorganisaties en de Ondernemingsraad. • • • Strategisch Plan; portfolio- en voorraadbeleid (‘Sturen op onze Vastgoedopgave’); beleid voor beheer en dienstverlening. Een goed financieel beleid is van groot belang om ook in de toekomst het maatschappelijk doel (maatschappelijk rendement) te kunnen realiseren. We moeten voor een lange termijn garanderen dat we genoeg financiële middelen hebben. Daarom hanteert de Raad normen voor het rendement voor de onderscheiden segmenten. Daarbij maakt hij een onderscheid tussen doelgroep en niet-doelgroep (DAEB en niet-DAEB) en tussen nieuwbouw en vervanging. DE RAAD VERGADERT In 2013 kwam de Raad zeven keer bij elkaar in een van tevoren geplande bijeenkomst. Hij sprak één keer met de Ondernemingsraad. Leden van de Raad voerden tweemaal overleg met de huurdersorganisatie. DE RAAD HEEFT COMMISSIES DE RAAD NEEMT BELANGRIJKE BESLUITEN De Raad stelt de kaders vast voor investeringen in projecten. Hierbij gaat het om: •nieuwbouw; •herstructurering; •renovatie. In het kader van delegatie van bevoegdheden is het bestuur gemandateerd binnen gestelde grenzen (investeringen hoger dan 1 miljoen euro die niet zijn opgenomen in de begroting, worden vooraf ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd) en met inachtneming van te stellen rendementseisen, investeringen te fiatteren. De investeringen worden gerapporteerd via de tertiaalrapportages. Projecten die niet binnen het mandaat vielen werden binnen de Raad besproken. In het verslagjaar werd bijzondere aandacht geschonken aan: • • • • • • 90 het project Kerkstraat in Broekhuizenvorst; het project Centrumplan Leende; het monitoren van het organisatieveranderingsproces; het BACO-project als nieuwe centrale huisvesting voor Wonen Limburg zelf; de aankoop van een deel van de bestaande vastgoedportefeuille van Stichting Mooiland; de voorgenomen fusie met Woningstichting Urmond. De Raad heeft twee commissies. De Remuneratieen selectiecommissie komt met voorstellen aan de Raad over de benoeming, vergoeding en arbeidsvoorwaarden van bestuurders en commissarissen en voert functioneringsgesprekken. Daarnaast fungeert de Auditcommissie. Die rapporteert aan de Raad over haar bevindingen op het gebied van onder meer: •financiën; •treasury; • het interne beheerssysteem. Beide commissies zijn niet bevoegd om besluiten te nemen. De Remuneratie- en selectiecommissie vergaderde in 2013 vier keer. De Auditcommissie kwam vijf keer bij elkaar in 2013. Voor elke vergadering maakt de commissie een agenda en een verslag. De Raad bespreekt het verslag. Als dat nodig is, adviseert de Auditcommissie. In 2013 boog de Auditcommissie zich onder meer over deze onderwerpen: • • • kwartaalrapportages c.q. tertiaalrapportages; Strategisch Plan 2013-2017 en de begroting 2014; het volgen van het “transformatieresultaat”: verkopen van bestaand bezit en de realisatie van nieuwe projecten; 6. VERANTWOORD BESTUREN • • • • • • • onderzoek financiële risico’s projecten en grondposities; jaarrekening, het jaarverslag en het accountantsverslag over 2012; managementletter voor 2013 en de follow up daarvan; toetsing van de toepassing van de Governance Code; huisvesting nieuw hoofdkantoor; treasury jaarplan; de ontwikkeling van de (rente)derivatenportefeuille. Tot slot evalueerde de Auditcommissie in positieve zin het functioneren van de accountant, waarop door de Raad besloten werd de controlerelatie in 2013 te continueren. In 2014 zal wederom de door de Governance Code voorgeschreven periodieke evaluatie van de accountantsrelatie plaatsvinden. DE RAAD IS SAMENGESTELD OP BASIS VAN DESKUNDIGHEID EN ACHTERGROND De omvang, samenstelling en activiteiten van de Raad zijn gekoppeld aan de deskundigheid en achtergrond van de leden. Een (her)benoeming van een lid van de Raad gebeurt op basis van een actuele profielschets. (integer ondernemen) hebben gehandeld, ongegrond. DE RAAD BESLIST De Raad nam in 2013 onder andere een besluit over: • • • • • het jaarverslag en de jaarrekening 2012, inclusief haar deelnemingen; de nieuwbouw en met name de herstructurering, voor zover dit niet is gemandateerd aan het bestuur; de herwaardering van projecten; het portfoliobeleid; de continuering van de accountantsrelatie in 2013. Daarnaast wijdde de Raad aparte aandacht aan: • • • het treasury-jaarplan, inclusief de daarin opgenomen derivatenportefeuille, en stelde vast dat een en ander past in het daarvoor binnen Wonen Limburg geformuleerde financierings- en renterisicobeleid; het risicomanagement en de ontwikkeling daarvan in het kader van een verdere professionalisering van de bedrijfsvoering; de implementatie van bedrijfssoftware van SAP. Dit zijn de aandachtsgebieden van elk Raadslid: DE RAAD KRIJGT INFORMATIE • • • • externe verantwoording: de heer Krouwel tot aan zijn aftreden, vervolgens opgevolgd door de heer Dijk; huurdersorganisaties: mevrouw Houbiers en mevrouw Verbugt tot aan haar aftreden, vervolgens opgevolgd door de heer Smeets; Ondernemingsraad: mevrouw Doedel en de heer Schroën tot aan zijn aftreden, vervolgens opgevolgd door de heer Dijk; financiële bedrijfsvoering: de heer Coppus en de heer Dijk tot aan zijn benoeming als voorzitter van de Raad, vervolgens opgevolgd door mevrouw Koopmans. GERECHTELIJKE PROCEDURE Eind 2008 is ontslag verleend aan een commissaris. Het ontslag heeft aanleiding gegeven tot een gerechtelijke procedure waarbij enerzijds op formele gronden Wonen Limburg in het ongelijk is gesteld en anderzijds door de rechter is bepaald dat voor de ontslagen commissaris geen terugkeer in de Raad is weggelegd. Wonen Limburg is tegen het eerste deel van de rechterlijke uitspraak in hoger beroep gegaan, waarbij de Raad zich tevens heeft opengesteld voor een door de rechter voorgestelde mediation om tot een minnelijke afronding van deze zaak te komen. Partijen hebben daarin echter geen vergelijk weten te bereiken. In april 2013 heeft het Hof Den Bosch eindarrest gewezen, waarbij het Hof het vonnis heeft bekrachtigd. In oktober 2013 verklaarde de AedesCodecommissie de klacht dat Wonen Limburg en haar RVC in dezen in strijd met artikel 5 van de AedesCode 91 De Raad is afhankelijk van goede en betrouwbare informatie om te kunnen functioneren. De Raad krijgt veel informatie van het bestuur en de externe accountant. Daarnaast zijn ook de volgende organisaties c.q. gremia belangrijke bronnen van informatie voor de RvC: • het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting; • het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK); • de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties (VTW); • de Woonbond; •gemeenten; • de pers; •huurdersorganisaties; • de Ondernemingsraad (onder andere Jaarverslag Ondernemingsraad 2012); • de medewerkers en het management van Wonen Limburg. De Raad heeft speciale aandacht voor informatie op het gebied van: •financiën; • de werkorganisatie en de inrichting van de ICT; •volkshuisvesting; •maatschappij. 6. VERANTWOORD BESTUREN De leden van de Raad kiezen zelf aan welke onderdelen zij meedoen van het opleidingsplan of het cursusaanbod van onder andere de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW). PERIODIEK VISITATIE-ONDERZOEK De Raad en het bestuur hebben in 2012 opdracht gegeven voor het uitvoeren van een maatschappelijke visitatie op basis van de in de Stichting Visitatie Woningcorporaties ondergebrachte 4.0 methodiek. Het visitatie-onderzoek, uitgevoerd door het bureau Ecorys, liep van september 2012 tot maart 2013. Het visitatie-onderzoek spitste zich toe op een vijftal onderdelen: • • • • • presteren naar ambities; (score 6,6, ruim voldoende) presteren naar opgaven; (score 7, ruim voldoende) presteren volgens belanghebbenden; (score 7,7 ruim voldoende) presteren naar vermogen; (score 6,5, ruim voldoende) presteren ten aanzien van governance. (score 6,6 ruim voldoende) Het geïntegreerde eindoordeel van de visitatie-commissie leidde tot een score van 6,9, waarbij men concludeerde dat er met relatief kleine verbeteringen veel resultaat kan worden geboekt. De commissie heeft te kennen gegeven er vertrouwen in te hebben dat Wonen Limburg in staat is de komende tijd invulling te geven aan de verdere verbetering van de interne organisatie, het organiseren van maatschappelijke betrokkenheid en het gezamenlijk met de belanghebbenden invulling geven aan de belangrijkste opgaven in het werkgebied. ONZE RAAD FUNCTIONEERT ZO De Raad beoordeelt zichzelf … De Raad evalueerde ook in 2013 haar eigen functioneren en de relatie met het bestuur. Naast deze zelfevaluatie is er nadrukkelijk aandacht voor bijvoorbeeld mogelijke samenloop van belangen ten aanzien van de individuele commissarissen. De Raad vindt dat de leden ten opzichte van elkaar en het bestuur onafhankelijk moeten zijn. En dat besluiten onafhankelijk tot stand komen volgens de criteria van de Governance Code. De Raad is van mening dat er noch bij zijn leden, noch bij het bestuur in 2013 sprake was van samenlopende belangen. Met het oog op het aftreden van drie commissarissen in de loop van 2013 en de werving van twee nieuwe commissarissen, zijn begin 2013 de reeds aanwezige competenties binnen de Raad geïnventariseerd en vervolgens de profielen voor de nieuw aan te trekken leden besproken en vastgesteld. De werving van twee nieuwe commissarissen is voor de zomer van 2013 afgerond en de nieuwe commissarissen, de heer Smeets en mevrouw Koopmans, zijn per 1 juli 2013 benoemd. Een permanent punt van aandacht blijft: opleiding, kennis en het kunnen krijgen van transparante informatie om goed overwogen besluiten te kunnen nemen. Ook de dynamische ontwikkelingen in de volkshuisvesting blijven aandacht vragen. Individuele commissarissen volgden onder meer externe workshops ter verdieping van actuele thema’s. DE RAAD HEEFT OOK EEN ROL ALS WERKGEVER De Raad beoordeelde het functioneren van haar bestuurders over 2013. Najaar 2012 werd het beloningsadviesbureau Hay Consultants ingeschakeld om een herijking te doen op basis van de geldende beloningscodes voor corporatiebestuurders en toezichthouders. De conclusie van dit onderzoek was dat voor de inschaling van de bestuurders aanpassing in de rede lag. De beoogde salarisaanpassing voor beide bestuurders kon eind 2012 evenwel niet worden geëffectueerd vanwege een door minister Blok ingestelde beloningsregeling voor woningcorporaties. Met de VTW (Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties) en de NVBW (Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties) heeft Wonen Limburg zich als partij gesteld in een gerechtelijke procedure tegen deze ministeriële regeling. De uitspraak van de rechtbank op 30 oktober 2013 in de gerechtelijke procedure heeft de staffel uit de ministeriële regeling onrechtmatig en buiten toepassing verklaard. De bijstelling van de honorering van beide bestuurders in 2013 heeft over de periode 2012-2013 in 2 stappen plaatsgevonden naar het nieuwe niveau. De honorering van beide bestuurders past binnen de geldende wet- en regelgeving voor 2013. Tot slot geldt binnen de Raad de afspraak dat de leden het aan de hele Raad laten weten als ze een nieuwe nevenfunctie willen vervullen. De Raad bekijkt dan of de nevenfunctie niet leidt tot belangenverstrengeling. 92 6. VERANTWOORD BESTUREN … onze maatschappelijke verantwoordelijkheid OPBOUW VAN DE BELONING HUIDIGE BESTUURDERS COMPONENTEN 2013 2013 (G. PEETERS) (W. HAZEU) 163.262 150.644 35.892 34.368 199.154 185.012 Bruto loon Pensioenafdracht (voorzieningen betaalbaar op termijn) Totaal DE RAAD KRIJGT EEN VERGOEDING Alle leden van de Raad kregen in 2013 een vaste vergoeding. Het eerder genoemde beloningsonderzoek Van Hay Consultants concludeerde dat honorering van de Wonen Limburg-commissarissen plaatsvond volgens de geldende VTW-honoreringscode. Gedurende 2013 vonden binnen de Raad twee herbenoemingen plaats, waarop het overgangsrecht van de nieuwe ministeriële honoreringsregeling van toepassing is. In bijlage 1 leest u welke vergoeding voor iedere commissaris over het jaar 2013 van toepassing was. De onderneming heeft een maatschappelijke status. Dat geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid. In de vergadering van 25 januari 2007 besloot de Raad om de Governance Code Woningcorporaties ook bij Wonen Limburg in te voeren. U vindt de code en de daarop gebaseerde reglementen – inclusief integriteitscodeop onze website wonenlimburg.nl. ONZE WAARDERING De Raad voert haar toezichthoudende rol achter de schermen uit. We vinden het belangrijk om over onze taken verantwoording af te leggen. Vooral vanwege de eis van onafhankelijkheid en het maatschappelijk belang van ons werk. We waarderen de resultaten die Wonen Limburg ook in 2013 weer bereikte. We waarderen alle medewerkers en bedanken hen voor hun inzet in 2013!’ De Raad van Commissarissen van Wonen Limburg DE RAAD HEEFT SPECIALE AANDACHT VOOR … … mensen met extra zorg 1. Wij zijn er in eerste instantie voor mensen die niet zelfstandig aan woonruimte kunnen komen. We willen 90 procent van onze betaalbare woningen verhuren aan onze primaire doelgroep. Dat doel haalden we in 2013. Maar we willen ons niet beperken tot het aanbieden van woonruimte. Afhankelijk van de situatie ondersteunen we graag maatschappelijke organisaties met voor hen betaalbare huisvesting. 2. Ook zijn we bereid om maatschappelijke taken op ons te nemen in buurten en dorpen. Zoals onze bijdrage aan het Masterplan Brukske-Venray en het Wijkontwikkelingsplan Donderberg te Roermond, initiatieven voor huisvesting van woonurgenten en de realisatie van diverse gebouwen met seniorenwoningen. 3. Projecten in het kader van zorg en wonen zijn tegenwoordig een belangrijke opgave. Dit komt door de vergrijzingstrend in Limburg. En de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. De Raad beoordeelt de voortgang van de volkshuisvestelijke opgaven op grond van kwartaalen voortgangsrapportages. 93 6. VERANTWOORD BESTUREN 6.3 GEZAMENLIJK OVERLEG HUURDERSORGANISATIES (GOH) Het jaar 2013 was een jaar waarin veel nieuwe beleidsvoornemens door Wonen Limburg werden voorgesteld en ter advies aan het GOH zijn voorgelegd. Als gevolg van de ontwikkelingen op de huurmarkt en de reorganisatie binnen Wonen Limburg werd op meerdere vlakken aanspraak gemaakt op de rol van het GOH, was het GOH betrokken bij de voorbereiding van de beleidsvoornemens en had men vooraf invloed op de definitieve voorstellen. Enkele goede voorbeelden daarvan zijn het Sociaal plan Renovatie, Sloop en Herstructurering, Huurbeleid 2013, prestatieafspraken en het beleid Niet Planmatig Onderhoud en Nieuwbouw. In een aantal gevallen duurde het overleg langer dan gewenst zoals bij het VvE-beleid, het mutatiebeleid, de voortgang van de energieprojecten en het afsluiten van een nieuwe Samenwerkingsovereenkomst. ONDERSTEUNING BIJ KLACHTEN Een aantal werkgroepen bleef ook in 2013 hun adviserende en ondersteunende rol houden bij beleidszaken. Het betreft de werkgroepen: huurbeleid, servicekosten, communicatie, serviceabonnement onderhoud, leefbaarheid en langlopende klachten. Klachten die verder gingen dan het bekende kraanleertje namen in aantal toe. De communicatie met Wonen Limburg verliep voor een aantal huurders stroef en de afhandeling duurde wel eens te lang. Hierdoor zagen de Huurdersorganisaties zich genoodzaakt om meer dan in het verleden huurders te ondersteunen bij de gang naar de Huurcommissie dan wel de Geschillencommissie. MOOILAND EN URMOND Aan het eind van het jaar heeft het GOH positief geadviseerd op het voorstel tot fusie met woningcorporatie Urmond en de aankoop van woningen van Mooiland. Over de diverse voorwaarden die in deze adviezen zijn genoemd vond overleg met Wonen Limburg plaats voordat de fusie en aankoop definitief waren. VRIJWILLIGERSVERGOEDING In 2013 is gebleken dat de toenemende activiteiten en de centrale ligging van het kantoor van Wonen Limburg hebben bijgedragen aan lange reistijden en een toenemend tijdsbeslag van de leden van het GOH. Voor meerdere leden van het GOH is de vrijwilligersvergoeding hierdoor niet meer toereikend gebleken. 94 VOORUITBLIK Geconcludeerd kan worden dat 2013 een hectisch jaar is geweest waarin veel inzet en tijd werd gevraagd van het GOH, bemenst door vrijwilligers. Er zal energie moeten worden gestoken in betere en snellere overlegvormen om een goed resultaat te krijgen. Begin 2014 zal daarom in samenwerking met de Woonbond een plan worden gemaakt op welke wijze het GOH als wettelijke gesprekspartner met plezier haar volwaardige plaats kan blijven innemen. 6.4 GESCHILLENCOMMISSIE De overheid verplicht woningcorporaties tot het instellen van een geschillencommissie, waar huurders en woningzoekenden terechtkunnen met hun klachten. Zo’n geschillencommissie kan zowel plaatselijk als regionaal worden ingesteld. In Noord- en Midden-Limburg is een onafhankelijke regionale geschillencommissie in het leven geroepen, waarbij Wonen Limburg is aangesloten. Bij deze commissie kunnen huurders en woningzoekenden een klacht indienen die kan gaan over het (nalaten van) handelen van medewerkers van Wonen Limburg of andere personen die namens Wonen Limburg optreden. Bijvoorbeeld als er niet wordt gereageerd op een verzoek van een huurder of woningzoekende of als men vindt dat bepaalde afspraken niet zijn nagekomen. Over het beleid van Wonen Limburg kan men niet bij de geschillencommissie terecht, daarvoor moet men zich wenden tot de directie van Wonen Limburg. Wel kan er een klacht ingediend worden als men van mening is dat Wonen Limburg haar beleid niet zorgvuldig uitvoert. Andere zaken waarvoor huurders niet bij de geschillencommissie terecht kunnen, zijn onder andere huurverhogingen, hiervoor bestaat een huurcommissie (huurcommissie.nl), en zaken die al aan de rechter zijn voorgelegd. DE PROCEDURE De klacht kan alleen schriftelijk bij de geschillencommissie ingediend worden, bij voorkeur door middel van een daartoe bestemd formulier. Exemplaren hiervan zijn verkrijgbaar bij Wonen Limburg en zijn tevens te vinden op wonenlimburg.nl. Uiterlijk binnen 2 weken nadat de klacht is binnengekomen, ontvangt men hiervan een bevestiging van de geschillencommissie. Daarbij wordt ook aangegeven of de commissie de klacht zelf in behandeling heeft genomen of de klacht heeft doorverwezen naar Wonen Limburg. De geschillencommissie bericht de indiener over het moment waarop de klacht wordt behandeld. Hierbij wordt 6. VERANTWOORD BESTUREN het principe van hoor en wederhoor toegepast. Dit houdt in dat de indiener wordt uitgenodigd de behandeling bij te wonen en de gelegenheid krijgt de klacht toe te lichten. De geschillencommissie streeft ernaar de klacht binnen twee maanden af te handelen. Vervolgens brengt zij uiterlijk binnen drie weken een bindend advies uit aan Wonen Limburg. Hiervan ontvangt de indiener tegelijkertijd een kopie. De onafhankelijke geschillencommissie bestaat uit drie leden: • • • een voorzitter, afkomstig uit de rechterlijke macht; een lid afkomstig uit kringen van woningcorporaties (niet werkzaam bij een van de aangesloten corporaties); een lid afkomstig uit kringen van de huurders. De werkwijze van de geschillencommissie ligt vast in een reglement. Hiervan kan de huurder of woningzoekende een exemplaar verkrijgen bij Wonen Limburg. Lieke Weling lid regieteam/OR Susanne Scheepers lid regieteam/OR Sjuul van Pol lid regieteam/OR Jos Trienes lid regieteam/OR Marcel Aspers lid regieteam/OR Mark Bastiaans lid regieteam/OR van 1 juni tot en met 31 oktober 2013 Roel Smeets lid regieteam/OR van 1 juni tot en met 31 augustus 2013 ONDERSTEUNING ONDERNEMINGSRAAD AANTAL KLACHTEN IN 2013 In 2013 werden 16 klachten over Wonen Limburg bij de geschillencommissie ingediend. Daarvan zijn er vier gegrond verklaard, acht alsnog door ons opgelost, drie nog in behandeling en één naar ons terugverwezen omdat de klacht nog niet eerder bij ons was ingediend. Peter Winteraeken ambtelijk secretaris OR 6.5 ONDERNEMINGSRAAD LEDEN VAN DE ONDERNEMINGSRAAD Van 1 januari tot 1 juni 2013: Jack Blok voorzitter, lid regieteam/nieuwe medezeggenschap Susan Geomini secretaris, lid regieteam/nieuwe medezeggenschap René de Weijer lid regieteam/nieuwe medezeggenschap Jack Walraven lid regieteam/nieuwe medezeggenschap Vanaf 1 juni 2013: Barbara Notten voorzitter, lid regieteam/OR Germa Cordewener vicevoorzitter, lid regieteam/OR 95 6. VERANTWOORD BESTUREN 2013: NIEUWE MEDEZEGGENSCHAP PROMINENT OP DE BELANGRIJKSTE BESLUITEN, ADVIEZEN EN INSTEMMING KAART GEZET! IN 2013 Het jaar 2013 gaat de boeken in als het jaar waar vele organisatieontwikkelingen binnen Wonen Limburg definitief gerealiseerd werden. Denk aan de verhuizing naar het nieuwe Wonen Limburg Huis en de opening van de nieuwe buurtwinkels. Het ‘eigen regiemodel’ bij verzuimbegeleiding werd geïntroduceerd. Het ‘nieuwe werken’ deed zijn intrede. Als sluitstuk van de eerste pilot in het kader van de nieuwe medezeggenschap trad het nieuwe (groene) mobiliteitsbeleid per 1 juli 2013 in werking. De tweede pilot in het kader van de nieuwe medezeggenschap nam een aanvang: het participerend en ontwikkelgericht Medewerkers Tevredenheidsonderzoek. De ondernemingsraad c.q. het regieteam bracht in 2013 op een aantal voorgenomen besluiten advies uit aan het bestuur. Deze hadden betrekking op: Het jaar 2013 is ook het jaar waarin voortborduurd werd op eerste ervaringen met nieuwe medezeggenschapscontouren. Contouren die een aanvang namen onder de vorige ondernemingsraad. Vooruit lopend op de geplande verkiezingen voor een nieuwe ondernemingsraad (mei 2013) werd het onderwerp ‘medezeggenschap’ breed onder de aandacht gebracht binnen Wonen Limburg. Een ‘enthousiasmeringstraject medezeggenschap’ werd opgestart tijdens de periode februari – mei 2013. Door middel van diverse promotionele activiteiten werden medewerkers enthousiast gemaakt en betrokken bij medezeggenschap. Een groot aantal medewerkers nam deel aan ‘focusgroepen medezeggenschap’ waarin zij hun mening konden geven over de huidige en gewenste vorm van medezeggenschap. Als apotheose werd op 25 april 2013 een heuse miniconferentie ‘Medezeggenschap’ gehouden. Een vijftigtal medewerkers en het bestuur gingen onder deskundige begeleiding de uitdaging aan om een passende vorm van medezeggenschap voor Wonen Limburg met elkaar te ontdekken. Met als uitkomst dat de ingeslagen weg door de vorige ondernemingsraad door alle betrokkenen werd omarmd: de ondernemingsraad die de procesrol vervult en de inhoud van het advies overlaat aan medewerkers die zitting kunnen nemen in zogenaamde project- en werkgroepen. Al deze aandacht leidde ertoe dat in eerste instantie zeven en na de verkiezingen maar liefst negen medewerkers de uitdaging aan wilden gaan. Zij stelden zich kandidaat voor de nieuwe ondernemingsraad. Een mooi resultaat, zeker lettend op het feit dat veel organisaties moeite hebben met het invullen van een ondernemingsraad. 96 • wijziging stuurlijn vastgoed; • voorgenomen fusie met Woningstichting Urmond; • aankoop gedeelte vastgoedportefeuille stichting Mooiland. Verder stemde de ondernemingsraad c.q. het regieteam/ OR in 2013 in met een aantal voorgenomen besluiten van het bestuur. Deze hadden betrekking op: • gewijzigd verzuimreglement; • tweede pilotproject nieuwe medezeggenschap: nieuw participatief en ontwikkelgericht Medewerkers Tevredenheidsonderzoek (MTO); • plan van aanpak (concept) participerend MTO; • Risico Inventarisatie en Evaluatie Wonen Limburg, gebruikmakend van de branche RI&E voor woningcorporaties; • evaluatie openingstijden buurtwinkels; voorstel tot intrekking avondopenstelling buurtwinkel Roermond. Daarnaast is in 2013 een begin gemaakt met de behandeling van instemmingsaanvragen die een langere doorlooptijd hebben en waarvan een definitieve afronding in 2014 gepland staat. Het gaat hier om de volgende onderwerpen: • het geactualiseerde personeelshandboek; • het definitieve plan van aanpak participerend MTO en het uitvoeringsplan. Tot slot is de ondernemingsraad c.q. het regieteam geïnformeerd over de volgende onderwerpen: • begroting 2014; •ketensamenwerking; •stroomversnelling; • ERP/SAP project; •organisatie-ontwikkeling. 6. VERANTWOORD BESTUREN VERGADERMOMENTEN IN 2013 De ondernemingsraad c.q. het regieteam/OR vergaderde in 2013 driewekelijks, met eens per twee maanden een overlegvergadering met het bestuur. Halfjaarlijks blikt de ondernemingsraad c.q. het regieteam/OR samen met het bestuur tijdens een zogenaamde ‘algemene gang van zaken bespreking’ terug en vooruit op belangrijke organisatieontwikkelingen. Daarnaast vond er ook een halfjaarlijks overleg en een kennismaking plaats met een delegatie vanuit de Raad van Commissarissen en de nieuwe OR-leden. Een delegatie van de ondernemingsraad is aangesloten als toehoorder bij het reguliere vakbondsoverleg met het bestuur. En tot slot vindt regelmatig op informele basis overleg plaats tussen het bestuur en voorzitter en vicevoorzitter van het regieteam/OR. Daarnaast heeft de ondernemingsraad c.q. het regieteam/OR zich ook in 2013 in voorkomende gevallen laten ondersteunen door een externe adviseur. werken binnen de medezeggenschap. De nieuwe medezeggenschapsvorm is een organisch model dat volop in ontwikkeling blijft, waarbij alle medewerkers van Wonen Limburg betrokken zijn. Kortom niet over medezeggenschap praten maar direct ervaren! ‘Medezeggenschap moet je voelen en proeven’, dat is het idee. VERGADERMOMENTEN 2013 OR 16 OR + bestuur 8 OR + Raad van Commissarissen 2 OR + bestuur + vakbondsorganisaties 2 OR + extern adviseur 6 VOORUITBLIK 2014 De nieuwe ondernemingsraad die per 1 juni 2013 aan de slag ging onder de naam regieteam/OR heeft zich ten doel gesteld om de nieuwe medezeggenschapsvorm de komende jaren verder te ontwikkelen en te optimaliseren. Dit laatste in goede samenspraak met de medewerkers van Wonen Limburg. Daartoe heeft het regieteam/OR de volgende missie en visie opgesteld: Missie: ‘samen-werken’ aan ons tweede thuis! Visie: ‘wij stimuleren en regisseren de medezeggenschap in onze organisatie’. Het regieteam/OR legt alle te behandelen onderwerpen langs deze missie en visie-meetlat. Waar mogelijk zal participatieve medezeggenschap - in goede samenspraak met het bestuur - worden vormgegeven. Het regieteam/ OR is voornemens om de eerste helft van 2014 te benutten om de nieuwe medezeggenschapsstructuur bekend te maken in de organisatie. Het doel is dat de nieuwe structuur staat per 1 juni 2014 en dat medewerkers bekend zijn met de nieuwe manier van 97 6. VERANTWOORD BESTUREN BIJLAGE 1: PERSOONLIJKE GEGEVENS BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN LEDEN VAN DE RAAD VAN M/V FUNCTIE GEB.DATUM BENOEMD HERBENOEMBAAR? VAN – TOT COMMISSARISSEN LID LID AUDIT- REMUNERATIE COMMISSIE COMMISSIE B.J. Krouwel P.J.L. Verbugt M V Voorzitter Vice-voorzitter 28-12-1946 21-02-1957 Voorzitter Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Voorzitter Voorzitter Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Voorzitter Ja Nee Nee Ja Nee Nee Ja Nee Ja 01.02.09 Treedt af 01.07.13 op eigen verzoek 01.09.05 01.09.13 H. Doedel V Lid 30-12-1956 01.02.09 01.07.17 va. 01.07.13 Vice-voorzitter G.C.P. Dijk M Lid 29-06-1949 01.02.09 Nee 01.07.17 va. 01.07.13 Voorzitter H.J.A. Schroën M Lid 13-02-1972 01.07.05 01.07.13 J.T. Coppus M Lid 11-10-1967 01.07.11 01.07.15 va. 01.07.13 T.J. Houbiers V Lid 11-10-1960 01.07.11 01.07.15 P.H.M. Smeets M Lid 31-01-1959 01.07.13 01.07.17 I.M. Koopmans V Lid 24-07-1967 01.07.13 01.07.17 98 BIJLAGE 1 LEDEN VAN DE RAAD VAN HONORERING (€) COMMISSARISSEN ONKOSTEN TOTAAL (€) VERGOEDING (€) B.J. Krouwel (deels 2013) 6.750 2.596 9.346 P.J.L. Verbugt (deels 2013) 6.909 95 7.004 H. Doedel (geheel 2013) 10.150 357 10.507 G.C.P. Dijk (geheel 2013) 11.925 1.310 13.235 H.J.A. Schroën (deels 2013) 5.075 407 5.482 Tj.J. Houbiers (geheel 2013) 10.150 768 10.918 J.T. Coppus (geheel 2013) 10.150 245 10.395 I.M. Koopmans (deels 2013) 4.806 - 4.806 P.H.M. Smeets (deels 2013) 4.806 - 4.806 70.721 5.778 76.499 Totaal Onkostenvergoeding betreft met name reiskosten en dienstkilometers. BESTUUR Naam Peeters Voornaam Ger Voorletters G.G.M.P. Geslacht man Geboortedatum 10.10.1956 Benoeming 17 januari 2011 Hoofdfunctie bestuurder Wonen Limburg Naam Hazeu Voornaam Wim Voorletters W.N. Geslacht man Geboortedatum 20.02.1969 Benoeming 17 januari 2011 Hoofdfunctie bestuurder Wonen Limburg 99 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2: HOOFD- EN NEVENFUNCTIES BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN RAAD VAN BESTUUR De heer G.G.M.P. Peeters Nevenfuncties: • • • lid Strategische Adviesraad NHTV te Breda; voorzitter Stichting Aster Nielsen te Tilburg; lid Raad van Toezicht Effenaar te Eindhoven. Organen waarin het bestuur de corporatie vertegenwoordigt/deelnemingen Wonen Limburg: • Deelnemersraad WSW; • bestuur Thuis in Limburg; • De Vernieuwde Stad (DVS); • Wooninvesteringsfonds (WIF); • lid dagelijks bestuur Platform Ketensamenwerking Zuid; • lid Regieraad Bouw Limburg. De heer W.N. Hazeu Nevenfuncties: • • • voorzitter van het bestuur van Stichting Ithaka te Maastricht; voorzitter van Stichting Werkplaats Kringloop Zuid in Maastricht; lid van het bestuur van Stichting Studium Generale in Maastricht. Organen waarin het bestuur de corporatie vertegenwoordigt: • • • • • • lid van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur van Aedes; lid van het bestuur van Thuis in Limburg (TIL); voorzitter van het Regionaal Overleg Woningcorporaties Parkstad Limburg (ROW); lid van de vereniging De Stroomversnelling; De Vernieuwde Stad (DVS); Platform Limburgse Woningcorporaties (PLW). RAAD VAN COMMISSARISSEN De heer B.J. Krouwel (voorzitter tot 1 juli 2013) • • 100 voorzitter Productschap Pluimvee en Eieren in Zoetermeer; voorzitter Fonds voor Pluimveebelangen in Zoetermeer; • voorzitter Raad van Toezicht Stichting de Reehorst in Driebergen; • voorzitter Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg in Voorthuizen (beëindigd m.i.v. 01-02-2013); • voorzitter Stichting Fair Produce Nederland in Den Bosch (beëindigd m.i.v. 01-10-2013); • lid Raad van Commissarissen NV Werklandschapsontwikkelingsmaatschappij Klavertje 4 in Venlo; • lid Raad van Commissarissen Unica Groep B.V. in Hoevelaken; • lid van de Informele Raad van Advies van RebelEnergy BV in Rotterdam; • lid van de Strategische Advies Raad van TNO Energy in Utrecht; • lid van de Taskforce Voedselvertrouwen in Den Haag; • lid van de Regiegroep Verduurzaming Veehouderij en Agroketens in Den Haag. Hiernaast verzorgt de heer Krouwel nog regelmatig workshops en masterclasses en houdt hij voordrachten over de onderwerpen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en verandermanagement voor profit en nonprofit organisaties en managementopleidingen. Mevrouw H. Doedel Directeur Waterleidingmaatschappij Limburg • • • • • • vicevoorzitter Vewin; voorzitter AvA Aqualab Zuid; voorzitter Raad van Commissarissen Reststoffenunie; lid Raad van Toezicht Mutsaersstichting; lid bestuur Aqua4All; lid bestuur RIWA Maas. De heer G.C.P. Dijk Directeur – grootaandeelhouder Dijk Holding BV en Dijk BV • vicevoorzitter Raad van Toezicht MAASTRO Clinic (Academisch Radio Therapeutisch Centrum (Maastricht); • vicevoorzitter Raad van Toezicht stichting Cancer Foundation; • vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Zuid (Eindhoven); • voorzitter stichting Jumping Indoor Maastricht; • bestuur stichting Memorial Center Akkers van Margraten; • voorzitter stichting Ondersteuningsfonds Petrus & Paulus; • bestuur stichting Steunfonds St. Joseph; • bestuur VvE Ooftmengerdreef en VvE Ooftmengerdreef/Koperslagersdreef. BIJLAGE 2 De heer J.T. Coppus De heer P.H.M. Smeets (namens huurdersorganisaties) CFO Christiaens Group Directeur Bureau Bouwconflict • • • • • • • • adviseur bij Buiting Advies B.V. te Dieren; lid jury Pax Christi College (scholengemeenschap voor VMBO/HAVO/VWO) te Druten inzake de beoordeling van profielwerkstukken. De heer H.J.A. Schroën Directeur faculteit Bèta Sciences and Technology Zuyd Hogeschool • • • • • • • • • • • • voorzitter stuurgroep “De Wijk van Morgen”; voorzitter stuurgroep Toekomstbestendig Techniekonderwijs Parkstad; managing director a.i. RiBuilT; voorzitter Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte; lid Sectoriaal Advies College Hoger Technisch en Natuurwetenschappelijk Onderwijs; lid Regieraad Bouw Limburg; penningmeester Stichting Building Integrated High Tech Systems; penningmeester Stichting Powerteam; bestuurslid Chemelot Innovation and Learning Labs; adviseur kerkbestuur O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, Kerkrade-Heilust; penningmeester Oudervereniging basisschool D’r Durpel; lid van het comité van aanbeveling ‘Maastricht Nederland-Rusland vriendschapsjaar 2013’. oprichter en voorzitter Stichting Klantgericht Bouwen; arbiter bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, de stichting Arbitrage Instituut Bouwkunst en het Nederlands Arbitrage Instituut; aandeelhouder van Hillen en Roosen te Amsterdam; voorzitter Raad van Commissarissen bij Thermoflor BV in Heerlen; lid Dispute Review Board Bouw Atrium ziekenhuis in Heerlen; lid Dispute Review Board Renovatie hoofdkantoor ASR in Utrecht. Mevrouw I.M. Koopmans Officier van justitie Functioneel Parket in Den Bosch • voorzitter Reglementencommissie van de Nederlandse Bowling Federatie; • lid van de Wetenschappelijke Commissie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak; • lid van de Raad van Commissarissen van Woonbedrijf te Eindhoven; • lid van de Raad van Toezicht van de Conrisq Groep te Zetten; • lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Lunet te Eindhoven; • lid van de Raad van Toezicht van Ziekenhuis Bernhoven. Mevrouw T.J. Houbiers (namens huurdersorganisaties) Commercieel manager BAM Utiliteitsbouw te Maastricht Mevrouw P.J.L. Verbugt (namens huurdersorganisaties beëindigd m.i.v. 01-09-2013) Directeur MKB-Limburg • voorzitter Tuinbranche Nederland te Zeist; • bestuurslid Rabobank Pensioenfonds te Utrecht; • voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Peel en Maas te Helden-Panningen; • lid Raad van Toezicht Zorgcentrum La Providence, Grubbenvorst; • voorzitter Regionaal Platform Criminaliteitspreventie Limburg. 101 BIJLAGE 2 A Postbus 1254 6040 KG Roermond T 0800 - 1881 E [email protected] W wonenlimburg.nl De bezoekadressen van onze buurtwinkels in Venray, Horst, Panningen, Weert, Roermond, Sittard en Heerlen vindt u op onze website. Volg ons op twitter: @wonenlimburg
© Copyright 2024 ExpyDoc