Jaarplan 2014

Jaarplan 2014
Uitgegeven door
VeiligheidNL
Postbus 75169
1070 AD Amsterdam
september 2013
Jaarplan 2014
Rapport: 588
Archiefnummer: 1000.03
Intern rapport: [Vul het interne rapportnummer in]
Projectnummer: [Vul het projectnummer in]
Disclaimer
Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht
genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze
uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden.
Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding.
Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke
toestemming verkregen te zijn.
2
Jaarplan 2014
Inhoudsopgave
Hoofdstuk
1
Inleiding
4
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
Strategie en beleid VeiligheidNL in 2014
Onveiligheid is ongezond
Kennis met impact
Visie op veilig gedrag, bescherming en preventie
Ontwikkelingen in overheidsbeleid
Strategische speerpunten
Opdrachtgevers, samenwerkingspartners en marktpartijen
5
5
7
7
9
10
12
3
3.1
3.2
3.3
Unit Registraties
Inleiding
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie
Additioneel gefinancierde projecten 2014
14
14
15
17
4
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Programma Opgroeien & Ouder worden
Inleiding
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie Opgroeien
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie Ouder worden
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie CGL
Additioneel gefinancierde projecten 2014
18
18
20
22
24
27
5
5.1
5.2
5.3
Programma Werk en Vrije tijd
Inleiding
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie Programma W&Vt
Additioneel gefinancierde projecten 2014
28
28
31
34
6
6.1
6.2
Generieke thema’s
Inleiding
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie
35
35
35
Bijlage 1
Organogram
38
Bijlage 2
Overzicht van gegevensbronnen
39
Bijlage 3
Verklaring van afkortingen
40
3
Jaarplan 2014
1
Inleiding
Het voorliggende Jaarplan 2014 bevat een overzicht van activiteiten, resultaten en begroting van
VeiligheidNL in het beleidsjaar 2014. Dit jaarplan is tot stand gekomen in overleg met de directie
Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie en de directie Sport van het Ministerie van
VWS en na advisering van het Centrum Gezond Leven. Het vormt de basis voor de aanvraag
van de instellingssubsidie bij het ministerie van VWS en het uitgangspunt voor het beleidsjaar
2014.
Dit jaarplan sluit aan op het subsidiekader van de minister van VWS, bij het gezamenlijk
werkplan van de samenwerkende thema-instituten (LOT) en de samenwerking met het Centrum
Gezond Leven (CGL). Het is gebaseerd op het Strategisch Plan 2013-2016 van VeiligheidNL
zoals in april 2012 vastgesteld door de Raad van Toezicht. Na de probleemschets van letsels als
volksgezondheidsproblematiek (paragraaf 2.1) staan de missie, visie beschreven in paragraaf
2.2 en 2.3. In paragraaf 2.4 staan enkele belangrijke recente beleidsontwikkelingen beschreven
voor letselpreventie. De strategische speerpunten die uit bovenstaande volgen staan beschreven
in paragraaf 2.5 en onze belangrijkste relaties om onze maatschappelijke missie te
verwezenlijken in paragraaf 2.6.
2014 is het jaar waarin VeiligheidNL, na de bezuinigingen en het aflopen van grote
overheidsprogramma’s op gebied van letselpreventie in 2012 en 2013 (zoals de
leefstijlbezuinigingen, stopzetten van ZonMw leefstijlcampagnes, aflopen van het
intensiveringsprogramma Letselpreventie-II van VWS en het programma ‘Versterking
Gedragscommunicatie Arbeidsveiligheid’ voor SZW in 2013) de krimp in omzet hoopt te
consolideren en om te buigen naar een groei voor latere jaren.
In de hoofdstukken 3 tot en met 6 worden de inhoudelijke activiteiten en resultaten beschreven
van achtereenvolgens de Unit Registraties, het Programma Opgroeien & Ouder worden, het
Programma Werk & Vrije tijd en voor Generieke Thema’s. Daarbij is de inzet van VeiligheidNL
voor het CGL apart beschreven in paragraaf 6.4. Voor deze onderdelen worden de activiteiten en
resultaten beschreven en wordt een toelichting gegeven op externe kosten, zodat met deze
informatie de instellingssubsidie aangevraagd kan worden bij het ministerie van VWS. In de
bijlagen is het organogram, een overzicht van gegevensbronnen en een verklaring van
afkortingen te vinden.
4
Jaarplan 2014
2
Strategie en beleid VeiligheidNL in 2014
2.1
Onveiligheid is ongezond
Ongevallen
In 2011 overleden 3.534 mensen als gevolg van letsels door ongevallen, waarvan 2.816 ten
gevolge van een privéongeval1. Ongevallen leidden in 2011 tevens tot 3,3 miljoen slachtoffers die
medische behandeling nodig hebben, waaronder 150.000 ziekenhuisopnamen en 800.000
behandelingen op Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH) in ziekenhuizen. Net als bij de dodelijke
ongevallen geldt ook bij ziekenhuisopnamen en SEH-behandelingen dat privéongevallen
verantwoordelijk zijn voor verreweg de grootste groep slachtoffers. Daarnaast hebben ook veel
sportblessures medische behandeling nodig (1,6 miljoen in 2011)2.
De totale kosten van alle letsels door ongevallen bedroegen in 2011 € 5,8 miljard, waarvan
€ 2,5 miljard voor direct medische kosten en € 3,3 miljard voor arbeidsverzuim.
Opzettelijk toegebrachte letsels
Letsels door geweld en zelfbeschadiging / suïcide vormen een minder omvangrijk, maar
maatschappelijk gezien een ernstig probleem. In 2011 overleden 1.647 mensen door suïcide en
143 mensen door geweld. Als mensen de hand aan zichzelf slaan zijn de consequenties dus vaak
(zeer) ernstig, maar letsels door geweld van anderen komen vaker voor: in 2011 24.000 SEHbehandelingen (tegenover 16.000 voor zelf toegebrachte letsels).
Letsels in volksgezondheidsperspectief
Bovenstaande cijfers laten zien dat letsels in absolute zin een groot probleem vormen. Ook in
vergelijking met andere ziekten en aandoeningen staan letsels hoog in de rangordeningen. Zo
staan letsels als hoofdgroep op de gedeeld derde plek bij de doodsoorzaken (aantal verloren
levensjaren) en op de vierde plek voor wat betreft ziektelast (DALY’s). Op niveau van afzonderlijke
typen oorzaken horen letsels door privé-ongevallen bij de negen aandoeningen die de grootste
2
ziektelast veroorzaken ,3. Deze ziektelast is zo hoog, niet alleen omdat er veel ongevallen
gebeuren, maar ook omdat een deel van de slachtoffers levenslang te kampen heeft met de
gevolgen ervan.
Als we kijken naar verschillende leeftijdscategorieën, dan springen privé-ongevallen bij kinderen
tot 15 jaar eruit; deze leeftijdscategorie is veruit de belangrijkste veroorzaker van ziektelast 4. De
meeste winst in gezondheid van jeugd is dus te behalen door in te zetten op het voorkomen van
privé-ongevallen. Bij de leeftijdscategorie 15 tot 65 jaar valt op dat alle vier categorieën ongevallen
(privé, sport, verkeer, arbeid) in de top-10 van meest voorkomende nieuwe ziektegevallen
(incidentie) staan, met privé-ongevallen op de vierde plek5. Bij de 65-plussers staan privéongevallen op de vijfde plek qua incidentie. Een groot deel van deze ongevallen zijn valongevallen
en daarvan leidt een significant deel tot een heupfractuur; heupfracturen staan voor deze
leeftijdsgroep in de top-10 van aandoeningen met de meeste zorgkosten6.
1
2
3
4
5
6
Bij privéongevallen gaat het om letsel door ongevallen in of om huis, in de wijk, in openbare gebouwen of
tijdens vrijetijdsbesteding en andere ongevallen, voor zover het géén arbeids-, verkeersongeval of
sportblessure betreft.
Letsels: kerncijfers. VeiligheidNL, factsheet november 2012.
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/welke-ziekten-veroorzakende-grootste-ziektelast-in-daly-s/.
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/rangordening-van-ziektenen-aandoeningen-bij-0-tot-15-jarigen/.
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/rangordening-van-ziektenen-aandoeningen-bij-15-tot-65-jarigen/
http://www.nationaalkompas.nl/thema-s/ouderen/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoeningen/rangordening-van-ziekten-en-aandoeningen/
5
Jaarplan 2014
Psychosociale veiligheid
Naast de fysieke gevolgen van letsels, wordt steeds duidelijker dat ongevallen en geweld ook
belangrijke psychische gevolgen hebben die nog niet in bovengenoemde cijfers zijn
verdisconteerd. Het meest evident is dat bij geweldpleging – zo is het Post Traumatisch Stress
Syndroom (PTSS) inmiddels bij de politie erkend als beroepsziekte. Maar ook voor ongevallen is
duidelijk dat de psychische gevolgen in het kader van de volksgezondheid niet genegeerd kunnen
worden. Onderzoekers van het Erasmus MC hebben, met behulp van gegevens van LIS en het
Letsellastmodel, laten zien dat bij de ziektelast als gevolg van de fysieke letsels (gemeten in zgn.
ziektejaar equivalenten) zeker de helft nog eens erbij opgeteld moet worden als gevolg van PTSS7.
Onlangs heeft VeiligheidNL, in samenwerking met een aantal experts van het Erasmus MC, AMC
(afdelingen Psychiatrie en Kinder- en Jeugdpsychiatrie) de VU (Klinische Psychologie) beschreven
welke kennisleemtes er zijn op dit terrein, hoe deze gevuld zouden kunnen worden en hoe er
gezondheidswinst te behalen valt door preventie en vroegtijdige herkenning van psychische
8
letsels . Dit verschaft de basis om te komen tot een vroegtijdige aanpak op basis van
zelfmanagement en preventieve zorg, waardoor de GGZ-zorg voor PTSS verder teruggedrongen
kan worden.
Twee belangrijke bedreigingen van de psychosociale veiligheid van kinderen zijn
kindermishandeling en pesten. Bij kindermishandeling worden de volgende vijf vormen
onderscheiden:
 emotionele/ psychische mishandeling
 lichamelijke verwaarlozing
 lichamelijke mishandeling
 emotionele/ psychische verwaarlozing
 seksueel misbruik
De twee eerstgenoemde vormen komen het meeste voor. De meest recente schatting van het
vóórkomen van kindermishandeling in Nederland is dat 119.000 kinderen en jongeren tot 18 jaar
slachtoffer zijn van kindermishandeling, ofwel 34 op de 1.000 in deze leeftijdsgroep (Nationale
9
Prevalentiestudie Mishandeling 2010 ).
De schattingen van het aantal kinderen dat gepest wordt lopen uiteen, afhankelijk van de manier
10
van onderzoek en de definitie van pesten. Uit recent Nederlands onderzoek blijkt dat ruim 10
procent van de scholieren op de basisschool zegt regelmatig gepest te zijn, en 6 procent in het
vervolgonderwijs. Dit komt overeen met 2-3 kinderen per klas die regelmatig (meer dan 2 maal per
maand) worden gepest. De gevolgen van pesten kunnen ernstig en langdurig zijn. Kinderen die
herhaaldelijk en op verschillende manieren zijn gepest, hebben vaker last van sociale, emotionele
en fysieke problemen. Gepest worden kan leiden tot vermindering van zelfvertrouwen,
eenzaamheid en depressie. Ze hebben vaker last van fysieke klachten (hoofdpijn,
slaapproblemen, buikpijn, bedplassen en vermoeidheid) en verminderde schoolprestaties of
spijbelen. Slachtoffers vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan.
Kinderen die gepest worden krijgen later vaak te maken met depressies, een laag zelfvertrouwen
en hebben moeite om relaties te onderhouden. De gevolgen van pesten zijn vergelijkbaar met die
van kindermishandeling.
Sociale veiligheid in de sport is eveneens een belangrijk maatschappelijk probleem, waarbij er
geen duidelijke lijn te trekken is tussen opzettelijke en onopzettelijke letsels. Uit recent onderzoek
wordt geschat dat in 2012 270.000 sporters letsel hebben opgelopen door opzettelijke
11
overtredingen . Enkele zeer ernstige geweldsincidenten in de sport hebben uitgebreide media7
Haagsma et al. Injury Prevention (2010)
‘In psychische nood: de vergeten last na een letsel’ (2013). Whitepaper VeiligheidNL i.s.m. Erasmus MC,
AMC afdeling psychiatrie, AMC afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie en VU klinische psychologie.
9
Alink, L., IJzendoorn, R. van, Bakermans, M., e.a.(2011). 'Kindermishandeling in Nederland Anno 2010 : de
Tweede Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en Jeugdigen'. Leiden: Casimir
10
Dorsselaer, S. van, Looze, M. de,[et al (2010). 'Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in
Nederland : HBSC 2009'. Utrecht: Trimbos-instituut
11
Schoots, W., Collard, D., Vriend, I., (2013). ‘Fysiek en verbaal geweld in de sport, samenvatting resultaten
van het Nationaal Sport Onderzoek 2012’
8
6
Jaarplan 2014
aandacht gekregen (denk aan de doodgeschopte grensrechter bij amateurvoetbal), maar uit de
cijfers blijkt dat deze incidenten het topje van de ijsberg zijn: van alle letsels die Nederlanders
zeggen te hebben opgelopen door geweld (jaarlijks 220.000), wordt meer dan de helft (120.000)
12
opgelopen bij het sporten . Veel mensen worden jaarlijks geconfronteerd met lichamelijk en/of
11
verbaal geweld op en rond de sportvelden : van de 15 tot 80 jarigen zegt 7% opzettelijk fysiek
geweld te hebben gezien of meegemaakt bij het sporten en voor verbaal geweld is dat 10%.
2.2
Kennis met impact
VeiligheidNL is een onafhankelijk expertisecentrum. Wij staan voor het voorkómen van letsel door
ongevallen, geweld en psychische onbalans door het stimuleren van veilig gedrag in de woon-,
werk- en leefomgeving. De kracht van VeiligheidNL ligt in de koppeling tussen kennis en kunde.
Dat maakt ons uniek: wij zijn sterk in monitoring en onderzoek en passen die kennis toe in
interventies die werken.
Wij richten ons zowel op fysieke, psychische als sociale veiligheid. Onze interventies kunnen op
een specifieke context gericht zijn, bijvoorbeeld ongevallen in huis, op school, in het verkeer, de
zorg of op de werkplek. Maar ook op risicoverlaging voor een specifieke groep. Denk bijvoorbeeld
aan jonge kinderen, pubers, ouderen, werkenden of sporters. En we ondersteunen andere
professionals bij een preventieve aanpak door vroeg signalering van veiligheidsproblemen, zoals
bij geweldsincidenten en kindermishandeling.
Onze kerntaken zijn:
 vroegtijdige signalering;
 onderzoek naar letsels, veiligheid en gedrag;
 het stimuleren én faciliteren van veilig gedrag.
Wij werken vanuit de overtuiging dat een ongeluk niet altijd te vermijden is. Wie leeft, loopt
risico’s. Een samenleving zonder risico’s is een utopie, in de praktijk zou dit leiden tot
onacceptabele beknotting van de persoonlijke vrijheid. Onze rol is dat wij mensen duidelijk maken
wat ze zelf kunnen doen om ongevallen te voorkomen. We geven praktische tips om slimmer en
beter voorbereid met risico’s om te gaan. En dat leidt rechtstreeks tot veiliger gedrag, minder
leed, minder fysieke gebreken, minder psychosociale gevolgen en aantoonbaar minder zorg- en
verzuimkosten.
Missie
VeiligheidNL stimuleert veilig gedrag in de woon-, werk- en leefomgeving. Ons doel is het
voorkómen van letsels door ongevallen, geweld en psychische onbalans. Door mensen de regie
te geven over de veiligheid van henzelf en hun kwetsbare naasten. Zo helpen we persoonlijk leed
te vermijden en besparen we maatschappelijke kosten.
2.3
Visie op veilig gedrag, bescherming en preventie
Veilig gedrag kan niet los gezien worden van de context waarin we leven. Sterker nog: die context
is vaak het aangrijpingspunt om veilig gedrag te bevorderen. We onderscheiden daarin vier
niveaus: (1) maatschappij (land, populatie); (2) sociale omgeving (wijk, school, bedrijf, vereniging);
(3) naasten (familie, vrienden, collega’s, verzorgers); (4) individu (met verschillende rollen in de
sociale context, zoals burger, werknemer, sporter, …).
In figuur 2.1 staat een modelmatige representatie weergegeven van de samenhang tussen de
verschillende niveaus en veiligheid van het individu. Dit model is niet uitputtend, maar laat wel zien
waar aangrijpingspunten liggen om letsels te voorkomen. Het laat ook zien dat een mix van
wetgeving, toezicht en gedragsbeïnvloeding nodig is om tot veilig gedrag te komen.
12
Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2012, VeiligheidNL
7
Jaarplan 2014
Veiligheid is een combinatie van fysiek, psychisch en sociaal welbevinden. In het ecologisch model
van Figuur 2.1 komt de sociale context nadrukkelijk naar voren. De sociale norm, of peer-pressure,
is een sterke determinant van (on)veilig gedrag en kan allesbepalend zijn of een interventie
succesvol is. Denk bijvoorbeeld aan beweeggroepen voor allochtone ouderen om valongevallen te
voorkomen en de glijdende schaal tussen blessures en opzettelijk ruw spel bij sport. Of aan het
verschil in sociale (‘descriptieve’) normsetting tussen evenementen en uitgaansgebieden,
waardoor gewelddadig gedrag bij evenementen niet, maar in uitgaansgebieden wel ‘erbij hoort’. In
paragraaf 2.1 hebben we gezien dat letsels en psychische gevolgen sterk met elkaar
samenhangen (bijvoorbeeld PTSS). Maar ook bij determinanten zien we sterke relatie met het
psychisch domein: val-angst is een determinant van valongevallen bij ouderen, en kinderen die
13
valtraining hebben gekregen lopen minder letsels op én zijn tegelijk minder bang om te vallen .
Figuur 2.1. Ecologisch model van veilig leven
Bovenstaand ecologisch model geeft inzicht in de settings waar we op kunnen inzetten met
preventie: De actieve, participerende burger stellen we daarbij centraal. We sluiten in beleid aan
bij de decentralisatie door effectieve interventie-oplossingen te bieden voor gemeenten, regionale
organen en lokale zorgstructuren die dicht bij de burger te organiseren zijn (buurt, club, tuin, huis,
bedrijf, school en straat). We richten ons op netwerken van gelijkgestemden (wisdom of the
crowd, co creatie, sociale omgeving, sociale verbinding). Daar waar dat kan leggen we de
verbinding tussen onze preventieve aanpak met toezicht en handhaving door andere
ketenpartijen. Daarbij heeft onze preventiestrategie steeds een positieve insteek om aan te
sluiten bij intrinsieke motivatie en duurzame gedragsverandering (niet het waarschuwen voor
ongeluk, maar mensen in staat stellen veilig te leven). Verder zoeken we publiek-private
samenwerking op voor schaalvergroting (bereik), duurzame verankering en maatschappelijk
draagvlak.
Voor onze interventiestrategieën richten we ons op drie elementen: bescherming, fysieke
vaardigheden en psychosociale vaardigheden. Hoewel deze drie elementen bij alle leeftijden
belangrijk zijn, varieert het element dat de nadruk verdient met de leeftijd (schematisch afgebeeld
13
Nauta en Verhagen (2010). Eindrapport onderzoek ‘Vallen is ook een Sport’. EMGO+ Instituut.
8
Jaarplan 2014
in figuur 2.2). Bij de jongste kinderen en de oudste (meest kwetsbare) senioren is bescherming
hoofdzaak. Denk aan traphekjes, toezicht bij potentieel gevaarlijke situaties (kind op de commode /
bij water) aan de ene kant, en een woonverblijf zonder obstakels aan de andere kant. Voor de wat
oudere kinderen en de wat minder oudere senioren is ontwikkeling respectievelijk behoud van
fysieke vaardigheden essentieel. Denk aan zwemles of valtraining bij kinderen en fysiek actief
blijven bij ouderen. Dit beperkt zowel de kans op een ongeval als de ernst van het letsel mocht het
toch gebeuren. In de tussenliggende leeftijdsfase zijn psychosociale vaardigheden van belang om
mensen behoeden voor ernstige letsels. Die psychosociale vaardigheden zijn te onderscheiden in
interpersoonlijk (zelfsturing, zelfbewustzijn) en interpersoonlijk (relationeel, groep). Denk voor
letselpreventie aan een goede voorbereiding, verantwoord/bewust nemen van risico’s, aanleren
van veilig gewoontegedrag, elkaar aanspreken op onveilig gedrag, weerstaan van groepsdruk bij
het nemen van onverantwoorde risico’s.
Figuur 2.2 Elementen van letselpreventie en leeftijdsafhankelijke focus daarop.
2.4
Ontwikkelingen in overheidsbeleid
Veel beleidsontwikkelingen op gebied van gezondheid en veiligheid zijn gerelateerd aan
letselpreventie. Hieronder worden kort twee recente en voor letselpreventie belangrijke
ontwikkelingen toegelicht.
Nationaal Programma Preventie
Op voorstel van de minister en staatssecretaris van VWS heeft het Kabinet op 14 april 2013 de
14
agenda voor een Nationaal Programma Preventie (NPP) vastgesteld . Centraal daarin staat de
ambitie dat iedereen een goede kwaliteit van leven heeft, optimaal participeert en er op kan
vertrouwen dat risico’s van buiten minimaal zijn. De gezonde levensverwachting van
laagopgeleiden wil het Kabinet substantieel verbeteren. Daarbij zoekt met de verbinding met
andere sociale en economische doelen.
In het NPP ligt de focus op drie doelen:
 Preventie een prominente plek geven in de gezondheidszorg.
 Een forse push op gezondheidsbevordering door integrale aanpak in de volgende domeinen:
o Opvoeding en onderwijs voor de jeugd (i.s.m. OCW)
o Gezond werken (i.s.m. SZW)
o Wonen en leven in een gezonde wijk (i.s.m. I&M en EZ)
 Gezondheidsbescherming op peil en nieuwe bedreigingen het hoofd bieden
Het ministerie van VWS werkt dit op moment van schrijven in samenwerking met betrokken
partijen uit tot concrete doelstellingen, afspraken en acties. Belangrijk daarbij is dat gezondheid
14
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/04/12/kamerbrief-over-agendavoor-een-nationaal-programma-preventie.html
9
Jaarplan 2014
positief wordt gepositioneerd, in plaats van in de sfeer van wat er allemaal niet mag en kan. In dat
kader hebben ambassadeurs en rolmodellen een belangrijke plek en wordt ingezet op social
marketing om aan te sluiten bij de leefwereld van mensen en wat hen bezig houdt. Het NPP
streeft brede implementatie van effectieve interventies na, van denken naar doen. Gezien de
rijksbrede overheidsbezuinigingen zijn voor het NPP nauwelijks extra budgetten beschikbaar,
maar wordt gekeken naar een slimme verschuiving van middelen. Het NPP zal gemonitord
worden vanuit het vijfde onderzoeksprogramma voor preventie van ZonMw.
Letselpreventie doorgelicht
Op 14 mei 2013 heeft de staatssecretaris per brief de Tweede Kamer geïnformeerd over de
15
beleidsdoorlichting letselpreventie over de periode 2008-2012 . In de beleidsdoorlichting wordt
16
het volgende geconcludeerd :
 Nederland is een van de veiligste landen van de wereld, mede dankzij de inspanningen die
vanuit alle relevante domeinen afgelopen jaren is geschonken aan voorlichting en preventie
van letsels. Met name op gebied van kinderveiligheid 0-4 jaar is het aantal ernstige
ongevallen significant gedaald.
 Blijvende aandacht is nodig om op het huidige niveau te blijven.
 Niet voor alle domeinen en doelgroepen ontwikkelen de cijfers zich gunstig. Zo stijgt het
aantal ouderen dat op een SEH-afdeling van een ziekenhuis moet worden behandelt na een
val sterker dan verwacht mag worden op grond van de vergrijzing.
 Mede door de toename in ernstige valongevallen van ouderen zijn zowel de totale ziektelast
(uitgedrukt in DALY’s) als de medische kosten ten gevolge van letsels afgelopen jaren
toegenomen.
15
In zijn reactie op de beleidsdoorlichting stelt de staatssecretaris van VWS het volgende :
 Het ministerie van VWS continueert haar rol op gebied van letselpreventie, te weten
gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en coördinatie.
 Blijvende aandacht voor bevordering van veilig gedrag is nodig, omdat de doelgroepen zich
steeds vernieuwen (jonge ouders van kinderen, ouderen, etc.).
 Uitgangspunt is dat burgers verantwoordelijk zijn om zich te beschermen tegen risico’s die ze
zelf kunnen beperken.
 Monitoring van de letselproblematiek wordt gecontinueerd, onder andere om alert te kunnen
reageren op ontwikkelingen.
 Het huidige niveau van inzet op bevordering van veilig gedrag wordt gehandhaafd.
 De ingezette lijn om informatie dichter bij burgers en professionals te organiseren en beter te
laten aansluiten bij de leefwereld van burgers en lokale professionals wordt gecontinueerd.
 Verkend wordt of psychosociale gevolgen van ongevallen, zoals posttraumatische stress,
meegenomen kunnen worden bij de schattingen van gezondheidseffecten van letsels.
 Verkend wordt in hoeverre vanuit het ministerie van VWS valpreventie bij ouderen verder
versterkt zou kunnen worden.
 Het letselpreventiebeleid wordt aangesloten bij versterking van preventie in de zorg. Zowel
vanuit de ouderenzorg als vanuit het Nationaal Programma Preventie.
2.5
Strategische speerpunten
Mede gebaseerd op de informatie zoals beschreven in voorgaande paragrafen heeft VeiligheidNL
focus aangebracht door te kiezen voor een aantal strategische speerpunten. Per speerpunt is
daarbij een kernactiviteit benoemd, hieronder ‘vlaggenschepen’ genoemd. Bij de activiteiten van
VeiligheidNL staan deze speerpunten centraal in 2014. In hoofdstukken 4 en verder zijn de
activiteiten uitgewerkt die hiervoor ondernomen worden vanuit de instellingssubsidie van VWS in
2014.
15
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/05/14/kamerbrief-overbeleidsdoorlichting-letselpreventie-2008-2012.html
16
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/05/14/beleidsdoorlichtingletselpreventie-2008-2012.html
10
Jaarplan 2014
SEH-monitoring
Onze SEH-registratie verschaft onze uitgangspositie als expertisecentrum, zowel vanwege de
ongevalscijfers als voor het aanjagen van preventie vanuit de SEH’s – een setting in de
gezondheidszorg van waaruit veel winst te behalen is met preventie.
Vlaggenschip 1: regionalisering LIS inclusief pilot geweld in Amsterdam
Onze (landelijke) LIS-registratie (financiering VWS en I&M) ontwikkelen we door tot een
letselmonitor die ook regionaal in te zetten is voor letselpreventie. Dit doen we met aanvullende
financiering van VWS/VGP t/m 2015. Verkend wordt of zorgverzekeraars ziekenhuizen financieel
kunnen compenseren voor de registratielast (PPS). Een bijzonder onderdeel van de
regionalisering is de pilot aanpak geweld in Amsterdam, waarbij we t/m 2015 een SEH-registratie
voeren in alle 7 ziekenhuizen in de regio Amsterdam-Amstelland, om de gemeente en politie van
informatie te voorzien op basis waarvan ze preventieve acties kunnen ondernemen (financiering
ministerie V&J). Daarnaast zetten we in op het in kaart brengen van psychosociale gevolgen bij
letselslachtoffers, met het doel om een vroegtijdige signalering en interventie op de SEH te
ontwikkelen en implementeren.
Kinderveiligheid
Kinderveiligheid is het preventiedomein waarop we onbetwist zijn als nationaal kenniscentrum,
met onze directe voorlichting aan ouders van jonge kinderen, ons netwerk van consultatiebureaus
en onze effectieve schoolinterventies. Gekoppeld aan dit speerpunt doen wij een strategische
verkenning naar het stimuleren van fysieke vaardigheden bij kinderen tot
12 jaar. Een andere strategische verkenning voeren we uit naar de mogelijkheden om
schoolveiligheid voor V(MB)O en MBO verder te ontwikkelen, waarbij we in het vakonderwijs ook
kijken naar een koppeling met veilig werken.
Vlaggenschip 2: vernieuwen kinderveiligheidsvoorlichting
Onze basis kinderveiligheidsvoorlichting via veiligheid.nl en via voorlichting op consultatiebureaus
is geborgd in de instellingssubsidie. Vernieuwing in de methoden van voorlichting is nodig om
onze positie hierop te behouden. Aanvullende financiering t/m 2015 is verkregen (NVWA) om
kinderveiligheidsvoorlichting actief binnen bestaande online platforms voor ouders van jonge
kinderen te brengen. Daarnaast wordt de kinderveiligheidsvoorlichting via consultatiebureaus
vernieuwd, waarbij wordt onderzocht of er een interactieve getailorde component aan toegevoegd
kan worden. Verder is de Task Force Kinderveiligheid opgericht i.s.m. onder andere het
UMCU/Wilhelmina Kinderziekenhuis en het ErasmusMC waar private partijen zich aan kunnen
verbinden met sponsorships. Dorel (fabrikant van MaxiCosi) en het Verbond van Verzekeraars
hebben dat al gedaan. Deze Task Force agendeert kinderveiligheid door PR-acties en
signalerende onderzoeken.
Vlaggenschip 3: implementatie schoolveiligheid
Onze twee effectieve interventies in het basisonderwijs (de valtraining ‘vallen is ook een sport’ en
de anti-pestinterventie PRIMA) worden geïmplementeerd op een groot aantal basisscholen. Voor
het creëren van een veilige schoolomgeving zetten we in op verspreiding van onze aanpak voor
signalering kindermishandeling (Safe You Safe Me), en de Risicomonitor waarin arboveiligheid en
fysieke veiligheid zijn geïntegreerd. Voor de overheid (VWS en OCW) sluiten we aan bij het
speerpunt van een gezonde en veilige schoolomgeving (o.a. Vignet Gezonde School).
Veilig sporten
Afgelopen jaren hebben we met succes het sportblessurepreventiebeleid van VWS/Sport
uitgevoerd, resulterend in een centrale kennisplatformfunctie en aantal kwalitatief hoogstaande
effectieve interventies. Het zwaartepunt hierbij ligt in de implementatie en uitbreiding richting
werkgevers en sponsorships. Ontwikkeling van sportblessurepreventie specifiek voor de jeugd
wordt verkend. Van blessurepreventie kunnen we via fair play en onze expertise op
11
Jaarplan 2014
publiekscommunicatie voor preventie een bijdrage leveren aan sociale veiligheid in de sport
(bijdrage aan actieplan Veiliger Sport Klimaat).
Vlaggenschip 4: voorkomblessures
Voorkomblessures.nl, onze website met getailord blessurepreventieadvies voor sporters, vormt
de ruggegraat van onze sportblessurepreventie-voorlichting. De financiering hiervoor maakt deel
uit van onze instellingssubsidie. Onze strategie is erop gericht deze structurele activiteiten en
financiering van VWS/Sport te continueren, te versterken met additionele onderzoeksgelden,
fondenwerving en PPS. Door de effectieve interventies geschikt te maken voor werkgevers kan
de effectieve aanpak verder uitgebreid worden naar de werksetting.
Veilig werken
In de periode 2009-2013 heeft VeiligheidNL het meerjarenplan ‘Versterking gedragscommunicatie
arbeidsveiligheid’ uitgevoerd voor het ministerie van SZW. Dit heeft, naast een positie als landelijk
expertisecentrum op gebied van veilig gedrag in de werksetting, drie succesvolle interventies
opgeleverd (Alerta, Sjaak, Werkbuddies). Onze strategie richt zich op het verduurzamen van het
dienstenaanbod door dit tegen marktconforme tarieven aan te bieden aan bedrijven.
Vlaggenschip 5: gedragscommunicatie arbeidsveiligheid
Na afloop van de SZW-subsidie blijven we standaard diensten gebaseerd op de ontwikkelde
interventies betaald aanbieden. Daarbij onderzoeken we of dit gekoppeld kan worden aan
organisaties met een landelijk dekkend b2b aanbod op het gebied van arbeidsveiligheid (denk
aan arbodiensten). De concepten van de Sjaak (aanspreekcultuur) en Werkbuddies (koppelen
ervaring/vernieuwing) kunnen op maat doorontwikkeld en geïmplementeerd worden. Daarnaast
verkenning we de koppeling van veilig werken aan duurzame inzetbaarheid en preventie van
beroepsziekten.
Veilig ouder worden
Wij hebben afgelopen jaren vooral ingezet op valpreventie. Valongevallen bij ouderen is een groot
en sterk toenemend probleem. Zelfs als gecorrigeerd wordt voor de vergrijzing is de trend in
fatale valongevallen bij ouderen sterk stijgend (18% in vijf jaar). Het is dus een ernstig, maar
tegelijk weerbarstig probleem: het is multifactorieel en ouderen zijn lastig te motiveren om er zelf
mee aan de slag te gaan. In de Nederlandse praktijk is valpreventie sterk versnipperd en in de
praktijk van matige kwaliteit: interventies richten zich op niet-werkzame aspecten, het bereik is te
laag of het blijft bij incidentele acties. Onze centrale kennisnetwerkfunctie voor (lokale)
professionals willen we versterken op gebied van praktische implementatie van
veiligheidsinterventies voor ouderen, in het bijzonder voor valpreventie. Hierbij richten we ons als
expertisecentrum ook op zorginstellingen, verzekeraars en private partijen (ook bij inzet van
domotica / serious gaming). Daarnaast gaan we een strategische verkenning doen op het thema
zelfredzaamheid versus bescherming van kwetsbaren/ouderen.
Vlaggenschip 6: deskundigheidsbevordering en ondersteuning professionals
Professionals hebben behoefte aan kennis over een werkzame aanpak die goed toepasbaar is in
de praktijk. VeiligheidNL wil die rol sterker oppakken en met name richten op veiligheid van
thuiswonende kwetsbaren (ouderen of anderen met een beperking). Daartoe zetten we in op het
implementeren van onze valscreening en –analyse voor de praktijkondersteuners van huisartsen
en consultatiebureaus voor ouderen. Het is onze ambitie om dat netwerk net zo krachtig aan ons
te binden voor dit onderwerp als we dat hebben met consultatiebureaus voor kinderveiligheid.
2.6
Opdrachtgevers, samenwerkingspartners en marktpartijen
Zoals voorgaande paragraaf laat zien bestrijkt letselpreventie een breed terrein. Intersectorale en
interdisciplinaire samenwerking is cruciaal, maar ook de samenwerking tussen landelijk en lokaal
is een wezenlijk aspect van onze aanpak. VeiligheidNL werkt daarom samen met veel
verschillende partijen. Hieronder wordt een korte en niet uitputtende opsomming gegeven van
12
Jaarplan 2014
belangrijke partners in ons werk. In de hierna volgende hoofdstukken worden bij de verschillende
programma’s en activiteiten samenwerkingsrelaties expliciet genoemd.
Departementen en inspecties zijn belangrijke opdrachtgevers, samenwerkingspartners en
financiers; natuurlijk het ministerie van VWS (directies VGP en Sport als financiers van de
instellingssubsidie) en het daaraan gelieerde ZonMw (onderzoeksprogramma’s Sport en
Preventie), maar ook de NVWA (productveiligheid), ministerie van SZW (arbeidsveiligheid),
ministerie van I&M (verkeersveiligheid) en het ministerie van V&J (preventie van geweld).
Voor onze kennisbasis werken we samen met universiteiten en academisch medische centra
(Erasmus MC, AMC, VUmc, UMC Utrecht, Universiteit Maastricht), kenniscentra (RIVM, NJi,
NCJ, TNO, SWOV, Vilans, Mulier instituut, NIVEL, NIFV Nibra). Met andere partijen in het
publieke veld hebben we goede samenwerkingsrelaties om onze missie te verwezenlijken en een
integraal aanbod te leveren, onder andere met GGD'en en gemeenten, politie, consultatiebureaus
/ centra voor Jeugd en Gezin, thema-instituten op gebied van gezondheidsbevordering ( NISB,
Voedingscentrum en Trimbos-instituut), verkeersveiligheidorganisaties (Team Alert, Via.nl),
ziekenhuizen, zorgprofessionals in de eerste- en tweedelijnszorg (praktijkondersteuners,
kindertraumatologen, handchirurgen, SEH-artsen, sportartsen, oogartsen), Centrum voor School
en Veiligheid , stichting VVVS, NBS en Brandweer Nederland. VeiligheidNL werkt nauw samen
met het CGL en de daarin participerende preventie-instituten; voor het Vignet Gezonde School
werken we samen met GGD-Nederland en de overige in het Vignet participerende partners. Ook
werken we samen met koepels (NOC*NSF, NUSO, Actiz, VO-Raad,...), sportbonden (KNVB,
KNHB, KNWU,...), belangenorganisaties (ANBO, Unie KBO, Fietsersbond, ANWB, VVN,...). Op
internationaal terrein wordt samengewerkt met Europese zusterorganisaties binnen EuroSafe en
met de WHO.
VeiligheidNL werkt ook steeds meer samen met private partijen, zoals bedrijven (Philips,
Woonzorg Nederland, BOSCH, INTERSPORT, Perry Sport, GAMMA, softwareontwikkelaars,
metaalbedrijven, bouwbedrijven, fabrikanten en importeurs), brancheorganisaties (Actiz,
Metaalunie, Branche Organisatie Kinderopvang, FME), sociale partner organisaties (FCB, FNV,
CNV, VNO-NCW), reclamebureaus (vuurwerkcampagne) en verzekeraars (Achmea, VGZ,
Nationale Nederlanden). Voor individuele ondernemingen in het business-to-business segment
voeren we betaalde opdrachten uit. Wij richten ons hierbij met name op de branches: industrie,
bouw, zorg en kinderopvang. Daarnaast richten we ons op samenwerking en verwerving van
financiering bij maatschappelijke fondsen zoals Stichting Kinderpostzegels en private partners die
ons helpen om onze maatschappelijke missie te verwezenlijken (Dorel, Verbond van
Verzekeraars).
Samenwerking thema-instituten (LOT)
Thema-instituten werken als onderdeel van hun instellingssubsidie samen met RIVM/CGL; in
paragraaf 5.4 staat dat expliciet beschreven. Daarnaast werken de thema-instituten samen in LOTverband (Landelijk Overleg Thema-instituten, bestaande uit Rutgers WPF, Soa-Aids Nederland,
Trimbos-instituut, Voedingscentrum, NISB, Pharos en VeiligheidNL. Jaarlijks stellen de LOTinstituten een gezamenlijk werkplan op, als deel van hun instellingssubsidie. In 2014 zijn de
activiteiten geconcentreerd rondom de volgende onderwerpen:
 Publiekscommunicatie
 Gezondheidsbevordering jeugd
o via scholen
o via jeugdgezondheidszorg
De middelen voor deze gezamenlijke LOT-activiteiten zijn onderdeel van de instellingssubsidieaanvraag, vanuit het programma Opgroeien en ouder worden (hoofdstuk 5) en de Generieke
thema’s (hoofdstuk 7). Voor een beschrijving van de activiteiten en beoogde resultaten wordt
verwezen naar het gezamenlijke LOT-werkplan 2014.
13
Jaarplan 2014
3
Unit Registraties
3.1
Inleiding
De unit Registraties is verantwoordelijk voor het verzamelen en ontsluiten van letselinformatie. De
unit zorgt voor continuïteit van de beschikbare registratiebestanden. De verschillende registraties
en gegevensverzamelingen worden optimaal op elkaar afgestemd, zodat een integraal beeld van
de ongevalsproblematiek wordt verkregen. Deze letselinformatie levert de kennisbasis voor
agendasetting, prioritering, onderbouwing en evaluatie van letselpreventie.
De kennis wordt zowel generiek als op maat ontsloten voor interne en externe klanten, met name
professionals die direct of indirect werken aan letselpreventie. Zo wordt letselinformatie onder
meer opgeleverd aan het ministerie van VWS in de vorm van prestatie-indicatoren voor het beleid
(waaronder het aantal SEH-behandelingen voor privé- en sportletsels voor de VWS-begroting, het
aantal SEH-behandelingen voor zelf-toegebrachte letsels voor de jaarlijkse suïciderapportage aan
de Tweede Kamer, aantal sportblessures per 1.000 sporturen voor het blessurepreventiebeleid) ,
aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in de vorm van een dataset met SEHbehandelingen voor verkeersongevallen, aan de NVWA in de vorm van een databestand met
SEH-behandelingen voor ongevallen waar een product bij betrokken is (ProLIS). Daarnaast
worden op aanvraag analyses gedaan en gerapporteerd over specifieke letsels en letseloorzaken
voor professionals binnen en buiten VeiligheidNL en de media (gemiddeld per jaar 150
aanvragen).
De kern van de unit Registraties wordt gevormd door het Letsel Informatie Systeem, onze
doorlopende verzameling van SEH-informatie van een steekproef van ziekenhuizen in Nederland,
een belangrijke pijler van het letselpreventiebeleid in Nederland. In zijn reactie op de
beleidsdoorlichting letselpreventie 2008-2012 heeft de Staatssecretaris van VWS onlangs
15
aangegeven dat de rijksoverheid zorgt voor borging van de registratie van letsels . LIS voorziet
in die borging. De komende jaren wordt, met financiering van VWS, LIS ook geschikt gemaakt om
lokaal en regionaal voor letselpreventie in te kunnen zetten (‘regionalisering LIS’) Daarnaast
wordt vanuit de basissubsidie binnen de unit Registraties gewerkt aan continuïteit, kwaliteit en
optimaal gebruik van LIS, waarbij de focus ligt op relatiemanagement en datamanagement en analyse. Daarbij wordt voortgeborduurd op het aanhalen van de externe relaties ten aanzien van
LIS in 2013, waarbij draagvlak gecreëerd is voor de continuïteit en positionering van LIS in de
toekomst. Naast de ziekenhuizen werken we daarbij samen met beroepsverenigingen (NVSHA,
NVSHV), zorgverzekeraars (ZN) en andere stakeholders (zoals DHD en LNAZ). De
betrokkenheid van partijen wordt vergroot door het organiseren van bijeenkomsten van de
beleidscommissie en technische commissie LIS waarin stakeholders en belangrijke gebruikers
van LIS zijn vertegenwoordigd. Op analyse-technisch niveau moeten de bestanden, de
bewerkingen en de schattingen de komende jaren worden geconverteerd naar een nieuwe
systematiek, die aansluit bij de regionale verschillen in dataverzameling die met het
regionaliseringstraject gepaard gaan.
Een andere belangrijke ontwikkeling waar vanuit de unit aan meegewerkt wordt is de vorming van
een nationale Leefstijl Monitor (LSM) en de daarbij horende verdiepende module, in
samenwerking met RIVM/VTV, CBS en andere thema-instituten. VeiligheidNL is daarbij
verantwoordelijk voor de ongevallen-module. Het incorporeren van de bevolkingsenquête OBiN in
de LSM is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
Voor 2014 zijn er, naast de standaard registratie-activiteiten, het onderhouden van de kennisbasis
en de vernieuwingen binnen het LIS, twee specifieke speerpunten gedefinieerd:
 het opzetten van registratie/screening en preventieve interventies op SEH-afdelingen en
 in het kaart brengen van psychische gevolgen van letsels voor preventiedoeleinden.
14
Jaarplan 2014
Deze speerpunten sluiten nauw aan bij het beleid van VWS: door middel van screening en
preventieve interventies op SEH-afdelingen kan preventie ook daadwerkelijk een prominente plek
14
krijgen binnen de zorg en door middel van het onderzoeken van psychische gevolgen van
letsels kan de kennisleemte op dit terrein worden gevuld en een aanpak worden ontwikkeld om
8
onnodige gezondheidsschade te voorkomen . Uitgangspunt daarbij is dat het draait om het
terugdringen van psychische letsels. Door middel van screening en vroeg signalering zullen er
uiteindelijk minder mensen een beroep hoeven te doen op de zorg of zal de zorgzwaarte worden
verminderd.
In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de gegevensbronnen die in deze unit onderhouden en
ontsloten worden.
3.2
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie
Begroting
Instellingssubsidie VWS
Cofinanciering I&M
Totaal
Omzet
€
Uren* tarief
€
Externe kosten
€
1.153.460
988.800
164.660
92.230
1.245.690
92.230
988.800
256.890
Activiteiten
 Continuering van de diverse eigen dataverzamelingen (LIS, OBiN, krantenknipselregistratie).
 Koppeling en ontsluiting van aanvullende databestanden (waaronder CBS, IDB, LMR/LBZ).
 Behoud van huidige en werven van nieuwe LIS ziekenhuizen.
 Relatiemanagement bij LIS-ziekenhuizen, stakeholders en belanghebbenden met betrekking
tot continuïteit, verbeteringen en vernieuwingen binnen LIS.
 Ondersteuning bij en afronding van de activiteiten in kader van de ontwikkeling van de
Europese Injury Database in alle Europese lidstaten, die voldoet aan de Eurostat-richtlijnen.
 Onderhoud en beheer van het Letsellastmodel (LLM).
 Op maat en actueler/sneller ontsluiten van ongevalsgegevens intern en extern, door middel
van factsheets en infographics.
 Opstellen van een nieuwe werkwijze LIS-analyses in het kader van regionalisering LIS.
 Voor NVWA op maat ontsluiten van ProLIS en ongevalsgegevens productveiligheid.
 Onderhouden en verder uitbouwen van het netwerk rondom psychische gevolgen van letsels;
verkrijgen van meer inzicht in deze problematiek.
 In samenwerking met het Trimbos-instituut en het Partnership Vroegsignalering Alcohol
opzetten van vroegsignalering van alcoholmisbruik op de SEH bij minstens 4
(LIS)ziekenhuizen, alsmede het verwerven van additionele financiering voor implementatie en
evaluatie van een preventieve aanpak hiervan.
 Organiseren van bijeenkomsten van de beleidscommissie LIS, de Technische Commissie LIS,
de LIS terugkomdag voor medisch personeel en SEH-hoofden en overige netwerkactiviteiten
in het kader van LIS.
 In samenwerking met Dutch Hospital Data uitvoeren van onderzoek naar de betrouwbaarheid
van de trends in SEH-behandelingen en ziekenhuisopnamen als indicatoren van
letselincidentie.
Resultaten
 LIS databestand 2013, inclusief Letsellastmodel en meerjarenbestand.
 Oplevering van LIS-bestand-verkeersongevallen 2013 aan Rijkswaterstaat/DVS.
15
Jaarplan 2014
















OBiN databestand 2013, inclusief meerjarenbestand 2007-2013 en bijeenkomsten TC en BC
OBiN in 2014.
Definitief vastgestelde module ongevallen binnen de LSM-V (leefstijlmonitor-verdieping), t.b.v.
dataverzameling in 2015.
Oplevering actualisaties overige databestanden: LMR/LBZ, CBS.
Minimaal 16 deelnemende LIS ziekenhuizen leidend tot verzameling van tenminste 125.000
SEH-letselrecords in 2014.
Een goed onderhouden netwerk, bijeenkomsten van de Beleidscommissie en Technische
Commissie LIS en de LIS-terugkomdag waarin partners en stakeholders vertegenwoordigd
zijn.
IDB-databestand dat voldoet aan de Eurostatrichtlijnen.
Actueel Letsellastmodel (LLM).
Geactualiseerde ongevalscijfers intern in cijferfactsheets en extern via veiligheid.nl (o.a. via
infographics).
Een nieuwe methodiek van analyse van LIS-gegevens met regionale verschillen in
dataverzameling.
Rapportages van ongevalsanalyses aan interne en externe klanten zoals de NVWA.
150 analyses op aanvraag, waaronder voor nieuwsberichten en media.
Oplevering van rapportages met beleidsindicatoren op gebied van letsels in 2013 aan VWS,
waaronder SEH-behandelingen voor privé- en sportletsels voor VWS/VGP en
ziekenhuisopnamen en SEH-behandelingen voor zelf-toegebrachte letsels voor VWS/CZ.
Actueel ProLIS bestand geleverd aan NVWA; (maximaal) 10 rapportages over analyses van
ongevallen waar producten bij betrokken zijn voor de NVWA.
Minimaal 2 bijeenkomsten van de kennispartners op het gebied van psychische gevolgen van
letselsmet verslagen van de resultaten.
Een operationele registratie en screening van alcoholgebruik op een viertal SEH-afdelingen in
Nederland in samenwerking met Trimbos en het Partnership Vroegsignalering Alcohol.
Publicatie van de resultaten van het onderzoek naar de trend in SEH-behandelingen en
ziekenhuisopnamen als indicator van letselincidentie opgesteld in samenwerking met DHD.
Toelichting externe kosten (totaal € 256.890)
 Vergoeding LIS-ziekenhuizen, externe kosten ondersteunende producten en IT-diensten
binnen LIS (€ 229.230, waarvan € 92.230 gefinancierd door ministerie I&M voor registratie
verkeersongevallen).
 Aanschaf externe databestanden en remote access toegang tot CBS-databestanden
(€ 18.000).
 Reis-, verblijf-, vergader- en deelnamekosten congressen en bijeenkomsten (€ 1.660).
 Typering variabelen 'branche en beroep' binnen OBiN (€ 1.000).
 Reproductiekosten rapporten/factsheets/infographics (€ 1.000).
 Licentiekosten Cognos (€ 6.000).
16
Jaarplan 2014
3.3
Additioneel gefinancierde projecten 2014
Tabel toegezegde financiering
Projecttitel/omschrijving
Fietshelmen Zeeland
Looptijd
Financier
Juli 2010-juli
Min. Infrastructuur
2016
en Milieu
Omzet
Uren*tarief
€
€
Externe
kosten
€
20.000
5.000
15.000
Landelijk
programma politie
Pilot preventie geweld
Januari 2012-
en min. Veiligheid
Amsterdam-Amstelland
december 2014
en Justitie
79.850
55.850
24.000
Min. VWS
328.975
142.875
186.100
NVWA
65.000
60.550
4.450
n.n.b.
295.000
138.800
156.200
December
2012-oktober
Regionalisering LIS
2015
Kennisontwikkeling, ontsluiting en
ondersteuning
Januari 2013-
risicocommunicatie
december 2014
Nog te verwerven
17
Jaarplan 2014
4
Programma Opgroeien & Ouder worden
4.1
Inleiding
Het programma ‘Opgroeien & Ouder worden’ staat voor de veiligheid in de woon- en
leefomgeving, specifiek voor jeugd van 0-24 jaar en ouderen vanaf 65 jaar. Letselpreventie is
voor deze doelgroepen erg belangrijk. Zij zijn kwetsbaar, privé ongevallen en sportblessures
zorgen voor veel medische behandelingen, leveren een grote ziektelast bij deze doelgroepen,
relatief veel jongeren overlijden ten gevolge van een verkeersongeval en ouderen door een
valongeval.
Belangrijke speerpunten in de preventie strategieën zijn:
1. bescherming,
2. fysieke vaardigheden en
3. psychosociale vaardigheden.
Effectiviteit, oplossingsgericht (positief) en eigen verantwoordelijkheid hebben mede invloed op
de strategieën en aanpak.
In deze paragraaf wordt hieronder beschreven wat het vertrekpunt, de behoefte en het doel is
voor de drie hoofdactiviteiten van het programma (Opgroeien, Ouder worden en de activiteiten
voor het Centrum Gezond Leven). In de hierna volgende paragrafen wordt dan per
hoofdonderdeel beschreven welke activiteiten worden ondernomen vanuit de instellingssubsidie
en welke resultaten daarmee beoogd worden.
Opgroeien
“Ieder kind verdiend een gezonde start” is één van de speerpunten in de contouren van het
14
Nationaal Programma Preventie . Ouders blijven verantwoordelijk voor het meegeven van een
gezonde basis aan hun kinderen en scholen faciliteren de ondersteuning van een gezonde
leefstijl en bieden een gezonde schoolomgeving voor kinderen. VeiligheidNL bekrachtigt,
ondersteunt en faciliteert allebei met een aantal kernactiviteiten:
1. Kinderveiligheid 0-4 jaar
Bij kinderen leveren privé ongevallen veruit de grootste bijdrage aan de ziektelast. Onze
goede basis aan voorlichting (print / online en via social media) via de JGZ als direct aan
ouders van jonge kinderen levert een belangrijke bijdrage om deze ziektelast te reduceren.
Ons goede netwerk van consultatiebureaus, professionals in de JGZ en Kraamzorg vraagt
onze ondersteuning en input en waardeert deze ook. De afname van onze
voorlichtingsmaterialen (waaronder de kinderveiligheidskaarten en veilig slapen folder) is
groot (bijna 500.000 in 2012). Ook de zelfredzaamheid van jonge ouder moet worden
vergroot, onze App Veilig Groot worden speelt hierin een goede rol (in 2012 al door 7.000
ouders gedownload) maar ook de website (in 2012 600.000 bezoeken aan de adviespagina’s
over kinderveiligheid). O.a. de transitie in de jeugdzorg en ontwikkelingen op het gebied van
nieuwe media zijn aanleiding geweest om in 2013 de kinderveiligheidsvoorlichting in opzet te
vernieuwen en verbeteren. In 2014 wordt deze (proefsgewijs) geïmplementeerd en
geëvalueerd. Hierbij werken we nauw samen met o.a. het NCJ en het NJI. Zij vormen een
belangrijke schakel in de deskundigheidsbevordering van professionals in de
jeugdgezondheidszorg. Hiernaast zijn ook de KNOV, de Kraamzorg en
uitvoeringsorganisaties in de jeugdgezondheidszorg zoals GGD’en belangrijke partijen die
betrokken worden bij de kinderveiligheidsvoorlichting.
In de Task Force verbinden private partijen zich aan het onderwerp kinderveiligheid. Vanuit de
Task Force worden kinderveiligheidsonderwerpen geagendeerd door PR activiteiten en
signalerende onderzoeken.
2. Scholen
VeiligheidNL ondersteunt scholen in het primair onderwijs bij het (fysiek en sociaal) veiliger
maken van de schoolomgeving. Daarbij zetten we zowel in op een veilige schoolomgeving,
18
Jaarplan 2014
als op het veilige gedrag van kinderen en personeel daarbinnen. Kernpunt van onze
activiteiten is het ondersteunen van scholen bij het structureel vergroten van de veiligheid. Dit
doen we o.a. d.m.v. het versterken van de directies, besturen, docenten en kinderen met
verschillende (effectieve) interventies zoals Safe You Safe Me, PRIMA, Vallen is ook een
sport en de Risicomonitor PO. In 2013 wordt een inventarisatie onder scholen gedaan naar
hun behoefte op het thema veiligheid. In 2014 ontwikkelen we op basis van de uitkomsten van
dit behoefteonderzoek een ondersteuningsaanbod waarin onze reeds bestaande goede
producten meegenomen worden, en starten we met de implementatie ervan. Bij dit alles zal
steeds naar samenwerking worden gezocht met stakeholders (GGD, landelijke
besturenorganisaties, landelijke schoolleidersvereniging, landelijke ouderorganisaties,
Centrum School een Veiligheid, OR/MR, samenwerkende LOT-instituten, Onderwijsagenda,
Vignet Gezonde School, etc.).
Ter ondersteuning van bovengenoemde speerpunten is het belangrijk structurele samenwerking
te behouden met het netwerk van landelijke en lokale partijen rondom kinderveiligheid en deze
waar nodig uit te breiden en te versterken. Ook publiek private samenwerkingsmogelijkheden
worden verder verkend en geeffectueerd. Tevens wordt van hieruit bijgedragen aan de
ontwikkeling en implementatie van het online signaleringsplatform van onveilige situaties met
producten i.s.m. de NVWA.
Ouder worden
VeiligheidNL draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van leven van ouderen; met als basis
het voorkomen van letsels door ongevallen. Hierdoor kunnen ouderen langer zelfstandig
functioneren, zonder fysieke klachten, zelfstandig wonen en sociaal actief blijven participeren in
de maatschappij. Dit brengt naast fysieke voordelen ook sociale voordelen met zich mee.
VeiligheidNL ondersteunt dit met een aantal kernactiviteiten:
1. Valpreventie activiteiten
Valongevallen bij ouderen vormen een onderschat en toenemend probleem. Het levert veel
chronische beperkingen op, verminderde kwaliteit van leven en heeft een hoog risico op
overlijden. Met de vergrijzing bestaat een reële kans op een explosieve toename van
valongevallen bij ouderen met daarbij behorende gevolgen. Bijvoorbeeld in 2030 bij 65+ bij
gelijkblijvende incidentie een 60% toename van ziekenhuisopnamen en een stijging van 2.200
naar 3.500 doden. VeiligheidNL biedt op dit moment aan en onderhoudt een drietal effectieve
en strategisch belangrijke interventies (de Valanalyse, In Balans en Blijf Staan).
Zorginstellingen, professionals uit de eerstelijnszorg, welzijnswerk, paramedici en andere
professionals die werken met ouderen kunnen een grote(re) rol spelen bij de implementatie
van (onderdelen van) deze valpreventie interventies. Onderzoek onder deze groep liet zien
dat zij behoefte hebben aan een centrale plek met betreffende toepasbare informatie en
uitwisselingsmogelijkheden (digitaal en fysiek). In 2013 is bij praktijkondersteuners en
wijkverpleegkundigen verkend hoe het kwaliteit, bereik en de implementatie van deze
interventies verbeterd kan worden. Hier wordt in 2014 opvolging aan gegeven in de vorm van
een aanpassing aan de interventies en impuls aan de implementatie. In 2014 wordt hiernaast
gekeken naar de toepasbaarheid van deze interventies bij fysiotherapeuten en
ergotherapeuten en binnen de GGZ. Dit alles wordt gemonitord op bereik, gebruik, waardering
en effecten. Aanvullend en belangrijk hierbij is het versterken van het netwerk van
valpreventie professionals. In deze activiteiten werken we samen met o.a. Vilans,
NHG/NVvPO, KNGF, Ergotherapie Nederland, de V&VN, Actiz en praktijkorganisaties uit het
werkveld zoals verzorg- en verpleeghuizen.
2. Veilig en gezond wonen
Naast de ondersteuning van het intermediaire werkveld verkennen we in 2014 de
mogelijkheden om zelfstandig wonende ouderen zelfredzamer te maken om te blijven wonen
en leven in een gezonde wijk en omgeving.
Ter ondersteuning van bovengenoemde speerpunten is het belangrijk structurele samenwerking
te behouden met het netwerk van landelijke en lokale partijen rondom valpreventie en deze waar
nodig uit te breiden en te versterken. Ook publiek private samenwerkingsmogelijkheden worden
verder verkend en geëffectueerd.
19
Jaarplan 2014
CGL
De samenwerking met het CGL wordt gecontinueerd en krijgt voor het thema letselpreventie vorm
in:
 Het indienen/upgraden van erkenning van interventies;
 Afstemming tussen de vraag van lokale organisaties en het aanbod van VeiligheidNL aan
interventies en afstemming met collega preventie-instituten;
 Uitwisselen van kennis en ervaring, ontsluiten van informatie en etaleren van kennis en
interventies van VeiligheidNL via het loket gezond leven, de i-database en bijeenkomsten.
Daarnaast wordt bijgedragen aan het uitvoeren van generieke taken van het CGL.
4.2
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie Opgroeien
Begroting
Instellingssubsidie VWS
Omzet
Uren*tarief
Externe kosten
€
€
€
642.200
453.200
189.000
Activiteiten









Het doen van analyses in bronbestanden en literatuur naar ongevallen bij kinderen (op
scholen) en deze verwerken in factsheets en/of gebruiken bij diverse publicaties (print en
online) en presentaties of workshops.
Het uitdragen, verspreiden en borgen van kennis en expertise over kinderveiligheid onder
professionals in de JGZ en Kraamzorg.
Het bevorderen en verrijken van de samenwerking en afstemming binnen het
kinderveiligheidsnetwerk door uitwisseling, afspraken en opzetten van gezamenlijke
initiatieven (zowel binnen 0-4 als in de Task Force).
Het beantwoorden van vragen van professionals over kinderveiligheid en scholen.
Het bijhouden en actueel houden van basis kennisbestanden van kinderveiligheid en scholen.
Het voor diverse kinderveiligheidsthema’s:
a. Uitvoeren van kwalitatief en kwantitatief (doelgroep)onderzoek (voorbereiden, uitzetten,
analyseren en rapporteren van resultaten) en/of het begeleiden van onderzoeksbureaus
bij uitbestede onderzoeken.
b. Opzetten, ontwikkelen en implementeren van marketing- en communicatieplannen,
voorlichtingsmaterialen en/of begeleiden van creatieve bureaus en partners daarbij.
c. Uitvoeren/organiseren van PR activiteiten (persberichten, media aanvragen, event,
mailingen of nieuwsbrieven).
d. Het briefen en begeleiden (concepten, testen en implementeren) van creatieve en
technische bureaus bij de aanpassing van voorlichtingsmaterialen en/of websites.
ICT-ondersteuning, licentie en hosting voor bestaande websites en databases waaraan de
activiteiten zijn opgehangen, plus lopende afspraken daarbinnen over rechten van
beeldmateriaal.
Bijdrage aan de gezamenlijke leefstijlactiviteiten van de samenwerkende LOT-instituten voor
de settings jeugdgezondheidszorg en scholen, alsmede voor de gezamenlijke
publieksvoorlichting gericht op een gezonde jeugd.
Bijdrage aan ontwikkeling van online signaleringsplatform onveilige situaties met producten
i.s.m. NVWA.
Resultaten
Kinderveiligheid
 Actuele en betrouwbare informatie voor zwangeren/ouders/verzorgers op www.veiligheid.nl,
www.cjg.nl (Stichting Opvoeden), www.hoepakjijdataan.nl en www.regelhulp.nl.
 Uitgevoerde pilot binnen i.s.m. twee JGZ instellingen met de vernieuwde
kinderveiligheidsvoorlichting.
20
Jaarplan 2014








Evaluatierapport van het resultaat van de proeven met de vernieuwde
kinderveiligheidsvoorlichting.
Actuele en betrouwbare informatie voor professionals in digitale nieuwsbrieven en op
websites (o.a. www.veiligheid.nl / loket gezond leven / digitale CJG).
Workshops en/of presentaties op congressen voor professionals in de JGZ en Kraamzorg.
Evaluatierapport van de proef om via e-learning professionals in de JGZ te ondersteunen
rondom Veilig Slapen.
Notitie met het resultaat van een verkenning naar geschiktheid van andere
kinderveiligheidsonderwerpen voor e-learning aan professionals.
Marketing en communicatieplan m.b.t. kinderveiligheid t.b.v. groter bereik bij
zwangeren/ouders/verzorgers.
Werkplan van de Task Force Kinderveiligheid opgesteld en uitgevoerd, waaronder organisatie
van twee publieke events rondom kinderveiligheid in 2014.
Intentieverklaring partners voor de Task Force in 2015.
Scholen
 Implementatieplan interventies scholen PO.
 Samengesteld ondersteuningsaanbod scholen PO (waaronder de Risicomonitor, PRIMA,
SYSM, Vallen is ook een Sport).
 Implementatieplan voor de implementatie van het ondersteuningsaanbod PO.
 Procesevaluatie met informatie over het gebruik en de waardering van het
ondersteuningsaanbod PO.
 De VO Veiligheidsmanager is up to date.
Diversen
 Periodieke afspraken met belangrijke stakeholders en partners uit het netwerk van
kinderveiligheid en samenwerking in relevante werkgroepen (waaronder de LOT werkgroep
Jeugd)).
 Bijgewoonde bijeenkomsten in internationale samenwerking in de European Child Safety
Alliance en ANEC.
 Een uitgevoerde expertpanel kinderveiligheid.
 Er zijn twee publiek private samenwerkingen opgezet.
 Actuele ongevalscijfers over de belangrijkste kinderveiligheidsonderwerpen gepubliceerd in
factsheets op www.veiligheid.nl.
 Opgezette forumformule en bijbehorend expertpanel voor melding van onveilige situaties met
producten i.s.m. de NVWA.
Toelichting externe kosten (totaal € 189.000)
Onderzoekskosten (€ 42.750)
 Implementatie- en evaluatieonderzoekskosten t.b.v. diverse activiteiten (inkopen
adressenbestanden, respondentvergoedingen, uitbesteed onderzoek aan onderzoeksbureau).
Ontwikkeling, implementatie- en communicatiekosten (€ 120.000)
 Materiaal en implementatiekosten voor kinderveiligheid 0-4. (€ 80.000)
 Ontwikkeling ondersteuningsaanbod en implementatiekosten scholen. (€ 27.000)
 Bijdrage Stichting Wiegedood. (€ 3.000)
 Event en PR kosten Task Force. (€ 10.000)
Kosten onderhoud en beheer websites (€ 15.000)
 Hosting en licentie VO Veiligheidsmanager. (€ 7.000)
 ICT ondersteuning, hosting en onderhoud en beheer themapagina’s www.veiligheid.nl (incl.
beeldmateriaal). (€ 8.000).
Reis- en Representatiekosten (€ 11.250)
 Deelname aan vakbeurzen, congressen (o.a. inschrijving, stand, repro), reprokosten (drukken
rapportages en of materialen) en reiskosten. (€ 3.500)
21
Jaarplan 2014


Reis- en verblijfkosten ECSA en ANEC bijeenkomsten. (€ 2.750)
Huur vergaderlocaties en catering voor o.a. expertpanel bijeenkomst en afspraken met
netwerk en partners. (€ 5.000)
4.3
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie Ouder worden
Begroting
Instellingssubsidie VWS
Omzet
Uren*tarief
Externe kosten
€
€
€
443.410
357.410
86.000
Activiteiten







Het doen van analyses in bronbestanden en literatuur naar ongevallen bij ouderen en deze
verwerken in factsheets en/of gebruiken bij diverse publicaties (print en online) en
presentaties of workshops.
Het uitdragen, verspreiden en borgen van kennis en expertise over valpreventie bij ouderen in
het netwerk van valpreventie professionals.
Het bevorderen en verrijken van de samenwerking en afstemming binnen het netwerk van
valpreventie door uitwisseling, afspraken en opzetten van gezamenlijke initiatieven.
Het beantwoorden van vragen van professionals over valpreventie en ouderen.
Het bijhouden en actueel houden van basis kennisbestanden rondom ouderen.
Het voor diverse deelthema’s op gebied van veiligheid bij ouderen:
e. Uitvoeren van kwalitatief en kwantitatief (doelgroep)onderzoek (voorbereiden, uitzetten,
analyseren en rapporteren van resultaten) en/of het begeleiden van onderzoeksbureaus
bij uitbestede onderzoeken.
f. Opzetten, ontwikkelen en implementeren van marketing- en communicatieplannen,
voorlichtingsmaterialen en/of begeleiden van creatieve bureaus en partners daarbij.
g. Uitvoeren/organiseren van PR activiteiten (persberichten, media aanvragen,
themabijeenkomsten, mailingen of nieuwsbrieven).
h. Het briefen en begeleiden (concepten, testen en implementeren) van creatieve en
technische bureaus bij de aanpassing van voorlichtingsmaterialen en/of websites.
ICT-ondersteuning, licentie en hosting voor bestaande websites en databases waaraan de
activiteiten zijn opgehangen, plus lopende afspraken daarbinnen over rechten van
beeldmateriaal.
Resultaten
Valanalyse
 Doorontwikkeld instrument van de Valanalyse (inclusief training) (op basis van onderzoek
tweede helft 2013).
 Implementatieactiviteiten conform plan opgesteld in 2013 voor praktijkondersteuners en
wijkverpleegkundigen.
 Implementatieplan, implementatieactiviteiten (minimaal vier PR uitingen) en een
gebruikersevaluatie m.b.t. de Valanalyse voor de paramedische beroepsgroepen
(fysiotherapeuten ergotherapeuten).
In Balans
 Afspraken met samenwerkingspartners om de instroom van deelnemers aan de cursus In
Balans te vergroten.
 Uitwisselingsbijeenkomsten en deskundigheidsbevordering aan het train-de-trainer netwerk
van In Balans.
 Twee uitgevoerde trainersbijeenkomsten voor In Balans.
 Rapport van een evaluatieonderzoek naar gebruik, waardering en effecten van In Balans.
22
Jaarplan 2014
Blijf staan
 Een nieuwe geüpdatete versie van het Blijf Staan handboek (n.a.v. onderzoek in 2013).
 Afspraken met samenwerkingspartners om het aantal verpleeg- en verzorgingshuizen dat Blijf
Staan uitvoert te vergroten.
 Implementatieactiviteiten (volgend uit implementatieplan tweede helft 2013).
 Rapport met aanbevelingen over toepasbaarheid van Blijf Staan binnen de GGZ instellingen.
 Vier uitgevoerde starttrainingen voor Blijf Staan.
Ondersteuning aan het netwerk van valpreventie professionals
 Een actueel en interactief Kennisnetwerk Valpreventie (o.a. d.m.v. www.veiligheid.nl en de
LinkedIn groep. Het aantal leden van het netwerk is met minimaal 10% gestegen t.o.v. eind
2013.
 Minimaal zeven uitgestuurde nieuwsbrieven.
 Minimaal twee uitgevoerde thema bijeenkomsten.
Veilig en Gezond Wonen
 Naar aanleiding van de resultaten van de verkenning volgt een plan van aanpak voor het
zelfredzamer maken van zelfstandig wonende ouderen t.b.v. te kunnen blijven wonen en
leven in een gezonde wijk en omgeving.
Diversen
 Actuele ongevalscijfers over de belangrijkste veiligheidsonderwerpen voor ouderen
gepubliceerd in factsheets op www.veiligheid.nl.
 Periodieke afspraken met belangrijke stakeholders en partners uit het netwerk van ouderen
en samenwerking in relevante werkgroepen.
 Er zijn twee publiek private samenwerkingen opgezet.
 Notitie n.a.v. de verkenning van de toepasbaarheid van valpreventie-interventies binnen de
GGZ.
Toelichting externe kosten (totaal € 86.000)
Onderzoekskosten (€ 15.000)
 Implementatie- en evaluatieonderzoekskosten t.b.v. diverse activiteiten (inkopen
adressenbestanden, respondentvergoedingen, uitbesteed onderzoek aan onderzoeksbureau).
Ontwikkeling, implementatie- en communicatiekosten (€ 54.500)
 Materiaal en implementatiekosten voor valpreventie. (€ 40.000)
 Materiaal en implementatiekosten voor veilig en gezond wonen. (€ 14.500)
Kosten onderhoud en beheer websites (€ 3.000)
 ICT ondersteuning, hosting en onderhoud en beheer themapagina’s www.veiligheid.nl
(incl. beeldmateriaal). (€ 3.000).
Reis- en Representatiekosten (€ 13.500)
 Deelname aan vakbeurzen, congressen (o.a. inschrijving, stand, repro), reprokosten (drukken
rapportages en of materialen) en reiskosten. (€ 3.500)
 Huur vergaderlocaties en catering en vergoedingen sprekers voor o.a. themabijeenkomsten
en afspraken met netwerk en partners. (€ 10.000)
23
Jaarplan 2014
4.4
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie CGL
Begroting
Instellingssubsidie VWS
Omzet
Uren*tarief
Externe kosten
€
€
€
102.455
101.455
1.000
Activiteiten
Generiek
In overleg met CGL nog te bepalen 2 van de onderstaande 4 activiteiten:




Kwaliteit: Uitvoeren vervolg op opdracht werkzame elementen in 2013.
Kwaliteit: Onderzoek naar gebruik van erkende interventies in de regio.
Setting Gezonde Gemeente en Gezonde wijk: Actualisatie thema-overstijgende onderwerpen
in de Handreiking Gezonde Gemeente en Gezonde Wijk.
Setting Gezond Werk: Werkzaamheden rondom de setting werk.
Thema specifiek
Algemeen

Deelnemen aan en bijdrage leveren aan relevante CGL overleggen.
Kwaliteit
 Beschrijven en indienen van minimaal drie kansrijke gezondheid bevorderende interventies
(indien beschikbaar) voor beoordeling op ten minste niveau ‘goed beschreven’ maar bij
voorkeur voor de erkenningscommissie interventies.
 Beoordelen van interventies van andere organisaties op niveau goed beschreven (aantal
afhankelijk van het aanbod).
Online communicatie
 Aanleveren van planning voor actualisatie & uitbreiding van de ‘eigen’ thema specifieke
informatie’ op loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl (uiterlijk 1 maart 2014).
 Realisatie thema-specifieke actualisaties op loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl voor 1
november 2014.
 Bijdragen aan het ‘schap’ zorg.
 Actualiseren van eigen interventies in de vernieuwde databank voor interventies na een
emailnotificatie.
 Nieuwe interventies worden uiterlijk de week voor lancering/uitvoering in de nieuwe databank
voor interventies ingevoerd. Voor zover mogelijk wordt ook informatie over bereik en kosten
ingevuld.
 Beantwoorden themaspecifieke vragen die via websites en Twitter bij CGL binnenkomen.
 Input leveren voor de nieuwsbrief Centrum Gezond Leven, conform de hiervoor opgestelde
richtlijn.
 Bijeenkomsten zo vroeg mogelijk (liefst zes maanden voorafgaand aan startdatum) gemeld bij
Loketgezondleven.nl voor vermelding op de bijeenkomstenkalender Gezond Leven.
 Zorgen dat verwijzingen vanuit eigen website naar Loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl
en vice versa op algemeen niveau maar ook bij dieper liggende content op orde zijn.
24
Jaarplan 2014
Gezonde Gemeente / Gezonde Wijk
 Het vergroten van de bekendheid met en het versterken van het gebruik van het themadeel
letsel van de Handreiking Gezonde Gemeente. Onder andere via eigen online-media (o.a.
eigen website en Twitter), bijeenkomsten en workshops vanuit het eigen TI, bijdragen aan de
ontwikkeling en verspreiding van communicatiemiddelen en input voor netwerkbijeenkomsten.
 Meedenken en adviseren over het evalueren van het gebruik van de handreiking als vervolg
op de monitors naar het gebruik van de handreiking in 2012 en 2013.
 Het actueel houden van het themadeel letsel van de Handreiking Gezonde Gemeente n.a.v.
relevante ontwikkelingen.
Gezond Werk
 Actualiseren of aanvullen van thema-informatie op loketgezondleven.nl en voor externe
websites die gezamenlijk van info voorzien worden.
Gezonde School
 Bijdragen aan marketing, communicatie en implementatie van Gezonde School.
 Thema specifieke onderwijsvragen van GGD’en en andere organisaties die scholen
ondersteunen, die voor het eigen thema binnenkomen beantwoorden.
 Thema specifieke onderwijsvragen die via gezondeschool.nl, 6-tal actief door doelgroep
gebruikte discussiegroepen en de diverse Twitteraccounts binnenkomen beantwoorden.
 Actief bijdragen aan het gezamenlijk vormgeven van de communicatie richting scholen op
gezondeschool.nl, via Twitteraccounts en discussiegroepen . Maximale investering 4 uur per
maand.
 Actualiseren van thema-specifieke pagina’s po, vo en mbo op gezondeschool.nl.
 Onderhouden criteria van het vignet Gezonde School po en mbo.
 Ontwikkelen van criteria voor het vignet VO voor het eigen thema.
#Jeugdimpuls
 Uitvoerders adviseren m.b.t. de kwaliteit van de uitvoering van “vallen is ook een sport”.
 Deelnemen aan het kernteam social media en participatie in sociale media projecten op het
eigen themagebied.
Gezonde Kinderopvang (onder voorbehoud)
 Aanleveren van circa drie themaspecifieke pagina’s voor een handreiking Gezonde
Kinderopvang.
Resultaten
Generiek
In overleg met CGL nog te bepalen twee van de onderstaande vier resultaten:




Kwaliteit: Nog te bepalen resultaten uit vervolgopdracht werkzame elementen.
Kwaliteit: Inzicht in het gebruik van erkende interventies door lokale organisaties en wat de
redenen zijn voor het gebruik van erkende interventies.
Setting Gezonde Gemeente en Gezonde wijk: Actuele informatie over thema-overstijgende
onderwerpen in de Handreiking Gezonde Gemeente en Gezonde Wijk.
Setting Gezond Werk: Nog te bepalen resultaten uit werkzaamheden rondom de setting werk.
Themaspecifiek
Algemeen

Deelname aan relevante CGL overleggen.
Kwaliteit
 Minimaal drie kansrijke gezondheid bevorderende interventies (indien beschikbaar)
beschreven en ingediend voor beoordeling op ten minste niveau ‘goed beschreven’.
 Interventies van andere organisaties beoordeeld op niveau ‘goed beschreven’.
25
Jaarplan 2014
Online communicatie
 Planning voor actualisatie en uitbreiding van de ‘eigen’ thema specifieke informatie’ op
loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl (uiterlijk 1 maart 2014).
 Actuele thema-specifieke informatie op loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl (voor 1 nov).
 Bijdrage aan het ‘schap’ zorg.
 Actuele informatie van eigen interventies in de vernieuwde databank voor interventies (na
email-notificatie).
 Nieuwe interventies zijn uiterlijk de week voor lancering/uitvoering in de vernieuwde databank
voor interventies ingevoerd, waar mogelijk inclusief informatie over bereik en kosten.
 Beantwoording thema-specifieke vragen die via websites en Twitter bij CGL binnenkomen.
 Relevante input voor de nieuwsbrief Centrum Gezond Leven, conform de hiervoor opgestelde
richtlijn.
 Bijeenkomsten gemeld bij Loketgezondleven.nl voor vermelding op de bijeenkomstenkalender
Gezond Leven.
 Verwijzingen vanuit eigen website naar Loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl en vice
versa zijn in orde op algemeen niveau maar ook bij dieper liggende content.
Gezonde Gemeente / Gezonde Wijk
 Bekendheid met en gebruik van het themadeel letsel van de Handreiking Gezonde Gemeente
versterkt via eigen online-media (o.a. eigen website en Twitter), bijeenkomsten en workshops
vanuit het eigen TI, bijdragen aan de ontwikkeling en verspreiding van communicatiemiddelen
en input voor netwerkbijeenkomsten.
 Meegedacht en geadviseerd over het evalueren van het gebruik van de handreiking.
 Actueel themadeel letsel van de Handreiking Gezonde Gemeente.
Gezond Werk
 Actuele thema-informatie voor thema-informatie op loketgezondleven.nl en voor externe
websites die gezamenlijk van info voorzien worden.
Gezonde School
 Bijdrage aan de marketing, communicatie en implementatie van Gezonde School.
 Antwoord op thema specifieke onderwijsvragen van GGD’en en andere organisaties die
scholen ondersteunen.
 Antwoord op thema specifieke onderwijsvragen die via gezondeschool.nl, zestal actief door
doelgroep gebruikte discussiegroepen en de diverse Twitteraccounts binnenkomen.
 Bijdrage aan het gezamenlijk vormgeven van de communicatie richting scholen op
gezondeschool.nl, via Twitteraccounts en discussiegroepen . Maximale investering 4 uur per
maand.
 Actuele thema-specifieke pagina’s po, vo en mbo op gezondeschool.nl.
 Up to date criteria van het vignet Gezonde School po en mbo.
 Criteria voor het vignet VO voor het eigen thema.
#Jeugdimpuls
 Advies rondom de kwaliteit van de uitvoering van “vallen is ook een sport”.
 Deelname aan het kernteam social media en participatie in sociale media projecten op het
eigen themagebied.
Gezonde Kinderopvang (onder voorbehoud)
 Circa drie themaspecifieke pagina’s voor een handreiking Gezonde Kinderopvang.
Toelichting externe kosten (totaal € 1.000)
 Publiciteit en representatiekosten (€ 200).
 Deelname congressen en symposia (€ 450).
 Reiskosten (€ 350).
26
Jaarplan 2014
4.5
Additioneel gefinancierde projecten 2014
Tabel financiering toegezegd:
Projecttitel /
Looptijd
Financier
Omzet
Uren*tarief
omschrijving
Externe
kosten
€
€
€
Online
signaleringsplatform
i.s.m. NVWA
2013-2015
NVWA
163.489
115.989
47.500
2009-2015
Min. VWS
416.500
76.500
340.000
n.n.b
295.000
138.800
156.200
Nieuwe etikettering
huishoudchemicaliën
Nog te verwerven
27
Jaarplan 2014
5
Programma Werk en Vrije tijd
5.1
Inleiding
Het programma Werk en Vrije tijd staat voor het bevorderen van veilig sporten en van veilig
gedrag op de werkvloer.
Arbeidsveiligheid
VeiligheidNL heeft tot 1 november 2013 het meerjarenprogramma 'Gedragscommunicatie
versterking arbeidsveiligheid' uitgevoerd met financiering van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid. Het meerjarenprogramma heeft onder andere vijf interventies opgeleverd op
gebied van veiligheidsgedrag en –cultuur, die in samenwerking met onder andere branche- en
koepelorganisaties zijn ontwikkeld en succesvol zijn geïmplementeerd in 6.837 MKB bedrijven.
Twee van de interventies zijn in de i-database van RIVM/CGL inmiddels erkend als ‘goed
onderbouwd’.
Na het aflopen van dit meerjarenprogramma verlangt SZW zelfwerkzaamheid van de branches
om veilig gedrag en een veilige cultuur duurzaam te borgen. VeiligheidNL biedt daartoe haar
dienstverlening, ondersteuning en expertise tegen betaling aan. Wij willen op deze wijze brancheen koepelorganisaties van MKB-bedrijven blijvend ondersteunen om veilig gedrag tot norm te
verheffen. Bij de grotere MKB-bedrijven en grootbedrijven kunnen we dit ook op maat doen.
Daarnaast hopen we aanvullende financiering te verwerven om een aantal zaken uit het
meerjarenprogramma verder te borgen, gebruik makend van het opgebouwde netwerk en
expertise. Denk daarbij aan een nazorgprogramma, ontwikkeling van branche-specifieke
opleidingsmodules ‘veilig gedrag’, regionale uitwisselingsbijeenkomsten en een terugkerend
congres ‘veiligheid, gedrag en cultuur’ voor het uitwisselen van kennis, nieuwe ontwikkelingen,
goede praktijkvoorbeelden en het uitreiken van de ‘Werk Veilig Award’.
Veilig Sporten
Het programma Werk en Vrije tijd zorgt vanuit de instellingssubsidie van VWS/Sport voor
gecoördineerde uitvoering van het landelijk sportblessurepreventiebeleid. De invulling hiervan is
conform het officieuze meerjarenprogramma ‘verantwoord en veilig sporten 2012-2016’, met
bijstellingen volgens de nieuwste inzichten.
De uit te voeren werkzaamheden in 2014 sluiten aan bij de in het meerjarenplan geschetste
pijlers zoals ook reeds ingezet in 2012 en 2013:
1. in stand houden van actuele, eenduidige kennis en de ontwikkelde netwerk- en infrastructuur;
2. borging en verdere implementatie van beschikbare effectieve interventies bij de primaire
doelgroepen;
3. verbreden en uitbouwen van bestaande effectieve interventies naar andere sporttakken en
doelgroepen;
4. nieuw aanbod ontwikkelen.
Dit meerjarenprogramma wordt, ook in 2014 weer, nadrukkelijk uitgewerkt en uitgevoerd in nauwe
samenwerking met het veld en de partners, zoals:
 sportkoepels, -bonden en –verenigingen (NOC*NSF, KNVB, KNHB en vele andere),
 organisaties op gebied van sportmedische gezondheidszorg (o.a. VSG) en
 kennispartners op het gebied van sport en bewegen (waaronder NISB, TNO en de LOSOuniversiteiten).
Bij alle activiteiten wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande structuren zoals de
landelijke platforms op gebied van Monitoren Sportblessures en op gebied van
Sportblessurepreventie en, waar mogelijk, van de aanpak van Kennis Transfer
28
Jaarplan 2014
Sportgezondheidszorg (KTS-groepen). In de bijlage van het meerjarenprogramma is een volledig
overzicht van samenwerkingspartners opgenomen.
Ten opzichte van het concept meerjarenprogramma ‘verantwoord en veilig sporten 2012-2016’
zijn er in 2014 de volgende twee bijstellingen. Ten eerste wordt implementatie van de interventie
‘Vallen is ook een sport’ op scholen in combinatie met andere schoolinterventies gedaan vanuit
de hoofdactiviteit ‘Opgroeien’ (integrale aanpak schoolveiligheid) en niet meer vanuit het
programma Werk en Vrije tijd. Een andere bijstelling is dat we in overleg met VWS/Sport een
bescheiden budget (grootteorde k€ 50) besteden aan inzet van onze expertise voor het
actieprogramma Veilig Sport Klimaat, in goede afstemming met NOC*NSF en de betrokken
sportbonden.
Verder werken we sinds juli 2013 aan een evaluatieonderzoek naar de succesvolle app ‘Versterk
je enkel’, met financiering van ZonMw, programma Sport – Vitaal (hoofdaanvrager EMGO
instituut van het VUmc). Hierbij wordt samengewerkt met diverse praktijkorganisaties (Zilveren
Kruis Achmea, Disporta, KNGF, NFVS, NHG, NOC*NSF en VSG). Dit onderzoek, dat doorloopt
tot in 2015, wordt gedaan in nauwe afstemming met de instellingssubsidie-activiteiten met de
interventie ‘Versterk je enkel’ .
Doelen Veilig Sporten
Het primaire doel is bij te dragen aan gezondheid(-swinst) door te bevorderen dat Nederlanders
hun eigen verantwoordelijkheid nemen om veilig en vaardig te sporten en bewegen, i.e. dat
significant méér sporters:
 weten welke risico’s op een sportblessure gepaard gaan met sport en bewegen;
 het belangrijk vinden deze blessures te voorkomen;
 een risico weten te (h)erkennen;
 hun eigen verantwoordelijkheid nemen door informatie over preventie, maatregelen om zelf
blessures te voorkomen en zorg in te winnen èn toe te passen;
 bekend zijn met de zorgketen, een blessure herkennen en weten waar je terecht kan voor
zorg (routing).
Belangrijke subdoelen van onze activiteiten zijn het bewerkstelligen dat we:
 intermediairs uit het werkveld versterken met onze kennis en expertise om veilig en vaardig
sporten en bewegen actief op te pakken en uit te zetten op een lokaal niveau (decentralisatie);
 bijdragen aan een significante daling van de incidentiedichtheid van sport- en
beweegblessures.
Belangrijke randvoorwaarden:
 borgen van de behaalde resultaten en behouden en breder inzetten van de effectieve
activiteiten/ interventies die samen met het veld zijn ontwikkeld en ingezet om blessures te
voorkomen en om sporters te informeren over blessurepreventieve maatregelen en zorg;
 uitbreiden van effectief gebleken activiteiten naar meerdere sporttakken; vanuit het veld is
hiervoor draagvlak en vraag;
 een nog actievere samenwerking met en informatie- en kennisuitwisseling over sportblessures
en blessurepreventie met samenwerkingspartners en het werkveld.
Vertrekpunt en behoefte:
Actuele cijfers laten zien dat blessures een significante beperking vormen van de
maatschappelijke winst door sport en bewegen: in 2011 werden 1,6 miljoen sportblessures
medisch behandeld. De medische kosten en verzuimkosten ten gevolge van sportblessures
bedroegen in 2011 1,3 miljard euro per jaar. In de leeftijdsgroep 15-24 jaar staan sportblessures
in de top-5 van gezondheidsverlies (VTV 2010, RIVM). Verder is het aantal blessures in de
afgelopen periode (2006-2011) bij sporters van 9 tot en met 12 jaar te zijn gestegen van 130.000
naar 230.000. Het goede nieuws is dat deze problematiek succesvol kan worden aangepakt met
een actief sportblessurepreventiebeleid. Zo is in de periode 2000-2011 het aantal sportblessures
29
Jaarplan 2014
per sportuur (incidentiedichtheid) teruggedrongen met 20%. De daling van het aantal
sportblessures per sportuur vlakt de laatste jaren echter af.
Het vertrekpunt voor onze activiteiten in 2014 zijn de pijlers zoals geschetst in het meerjarenplan
en ook reeds ingezet in 2013. Per pijler worden de hooflijnen voor 2014 beschreven, aangevuld
met enkele voorbeelden, op welke wijze we in 2014 daar mee doorgaan.
1. In stand houden van actuele, eenduidige kennis en de ontwikkelde netwerk- en infrastructuur.
Randvoorwaarde en basis voor het opzetten, borgen en onderhouden van effectieve en
doelmatige blessurepreventie is het continueren en optimaliseren van eenduidige kennis over
de blessureproblematiek, risicofactoren en (het gedrag van) risicopopulaties. Monitoring van
de problematiek maakt evaluatie en bijsturing mogelijk. In 2014 continueren we daarom het
verzamelen en verspreiden van eenduidige gegevens over sportblessures en een actieve
samenwerking met kennispartners uit de wetenschap en praktijk, direct vanuit de interventies
en via bestaande netwerken als het KTS, het platform Monitoren Sportblessures en het
platform Sportblessurepreventie. Deze samenwerking wordt door de huidige partners
gewaardeerd en wordt – mede op hun advies - uitgebreid.
2. Borging en verdere implementatie van beschikbare effectieve interventies bij de primaire
doelgroepen.
Op dit moment zijn drie van de projecten uit dit sportblessurepreventieve programma reeds
door CGL gecertificeerd als ‘Waarschijnlijk Effectief’ (Surfen naar Sportblessurepreventie,
Versterk je Enkel, en Vallen is ook een Sport). In 2013 is Gebruik Je Kop als nieuwe
interventie voor certificering ingediend. In 2014 wordt de effectiviteit van de implementatie via
de App ‘Versterk je Enkel’ ingediend. Deze effectieve interventies zijn ontwikkeld en
geïmplementeerd in samenwerking met de partners. Partners benadrukken het belang om
deze interventies te borgen en door lokale partners in te laten zetten.
Evaluaties geven aan dat het bereik van deze interventies hoog is, ze effect hebben en
gewaardeerd worden door de doelgroep en partners. In 2014 willen we inzetten op een groter
bereik. Momenteel wordt de ‘Versterk je Enkel’ app gemiddeld 42 keer per dag gedownload.
In 2014 is het doel dit aantal te verhogen naar minimaal 50 per dag. Dit zal gebeuren in
samenwerking met de partners en behandelaars, die een duidelijk meerwaarde in de app
zien. Voorkomblessures.nl kent gemiddeld bijna 30.000 unieke bezoekers per maand
(juli/aug). Recent monitoringonderzoek (Nationale Sport Monitor 2012) laat zien dat 14% van
de sporters informatie over blessurepreventie hebben gevonden op voorkomblessures.nl; 9%
(ook) op sportzorg.nl en 38% van de sporters geeft aan de gewenste blessurepreventieve
informatie (ook) op andere website gevonden te hebben – daarmee is voorkomblessures.nl
voor sporters een belangrijke website met deze informatie. In 2014 willen we de bekendheid
onder sporters vergroten naar 16%. Uit de websitestatistieken blijkt we dat
voorkomblessures.nl door de bezoekers kwalitatief hoger dan gemiddeld wordt gewaardeerd
(gemiddelde van: minimaal 3 pagina’s per bezoek, gemiddelde bezoekduur 2,20 minuut en
70% nieuwe bezoekers). Deze kwaliteit willen we in 2014 behouden; het aantal unieke
bezoeken willen we met 10% laten stijgen.
3. Verbreden en uitbouwen van bestaande effectieve interventies naar andere sporttakken en
doelgroepen.
Uit uitgevoerde verkenningen in 2012 weten we dat er draagvlak is om de huidige interventies
Versterk je Enkel en Vallen is ook een Sport, uit te breiden naar andere sporten (o.a. korfbal,
handbal, zwemmen en paardrijden). Inmiddels is een deel van de verbreding in 2013 in gang
gezet en zal dit vervolgd worden in 2014.
4. Nieuw aanbod ontwikkelen.
Uit onderzoek komt naar voren dat er behoefte is aan meer apps met effectief bewezen
oefeningen, sportblessurepreventie via social media. Ook (sport)fysiotherapeuten die veel
werken met de ‘Versterk je Enkel’ app en de sporters zelf geven aan dat er vraag is naar
andere apps met een vergelijkbare insteek. Daarnaast zijn er twee nieuwe doelgroepen
(sporters met knieletsel en jeugdige sporters) die extra aandacht krijgen in 2014. Voor
30
Jaarplan 2014
knieblessures is het aantal hoog en de hinder (sportverzuim) langdurig. Daarnaast is het
aantal blessures bij de jeugd (10-19 jaar) hoog en zien we specifiek bij de groep 9 tot en met
12 jaar een sterk stijgende trend in de periode 2006-2011.
Nieuwe afzetmarkten worden in 2014 onderzocht en/of ingezet. Zo is uit onderzoek van eind
2012 gebleken dat 50% van de sporters – naast internet – informatie over preventie en zorg
van sportblessures vooral (zoeken en) vinden bij fysiotherapeuten (Nationale Sport Monitor
2012) . In 2014 willen we de bekendheid van onze interventies en materialen daarom bij deze
groep sterk vergroten. Daarnaast zijn en blijven trainers/ coaches een belangrijk intermediair
kanaal voor sporters – 21% van de sporters geeft aan informatie over preventie en zorg van
blessures bij hen te vinden- dat we sterker gaan benutten om sporters al tijdens de training te
bereiken en te begeleiden in de preventie van (geleidelijk ontstane) letsels.
5.2
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie Programma W&Vt
Begroting
Instellingssubsidie VWS
Omzet
Uren*tarief
Externe kosten
€
€
€
912.167
552.167
360.000
Financiering ZonMw evaluatie
enkel app
Totaal
30.240
30.240
942.407
582.407
360.000
Activiteiten
Kennis en monitoring veilig sporten
 Het doen van (ad hoc) analyses in bronbestanden en literatuur naar sportblessures bij diverse
takken van sport, typen blessures (geprioriteerd in het sportblessurepreventie-beleid) en/of
specifieke subgroepen en het verwerken van deze resultaten in publicaties en presentaties.
 Het borgen, uitdragen en verspreiden van kennis en expertise over sportblessurepreventie
onder professionals, onder meer door publicaties en presentaties.
 Bieden van beleidsondersteuning bij het inspelen op actuele blessureproblematiek.
 Het beantwoorden van vragen over sportblessures en blessurepreventie van het netwerk
(professionals).
 Aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden en het bevorderen en verrijken van de
samenwerking en afstemming binnen het bestaande kennisnetwerk, het platform Monitoren
Sportblessures en het platform Sportblessurepreventie en door inbreng van kennis binnen het
KTS.
Voorlichting en preventie veilig sporten
Het voor diverse projecten/interventies:
 uitvoeren van kwalitatief en kwantitatief (doelgroep)onderzoek (voorbereiden, uitzetten,
analyseren en rapporteren van resultaten) en/of het begeleiden van onderzoeksbureaus bij
uitbestede onderzoeken:
o Gebruikersonderzoek voorkomblessures.nl.
o Uitvoering geven aan vervolg op de resultaten verkenning hoofdletselpreventie bij
schaatsen uit 2013.
o In samenwerking met experts inventariseren van behoefte aan en mogelijkheden van
interventie(s) om sportblessures bij kinderen en/of jongeren terug te dringen; netwerk
opzetten met relevante partners (partnerbijeenkomst).
o In afstemming met andere betrokken partijen bij het programma Veiliger Sportklimaat
(VSK) inzetten van preventie-expertise voor VSK .
o De doelgroep voor de pilot-interventie ‘Versterk je Knie’ afbakenen door onderzoek;
netwerk opzetten met relevante partners (partnerbijeenkomst).
31
Jaarplan 2014







o In samenwerking met experts inventariseren van behoefte en mogelijkheden om een
afgeleide te maken van de interventie ‘Vallen is ook een sport’ (valvaardighedentraining
voor een nieuwe sport.
o Evaluatie van de implementatie van de ‘Versterk je Enkel’ app: werving sporters voor
inclusie in onderzoek en start met blessureregistratie.
doen van analyses op overige bestanden (zoals bestaande onderzoeksrapporten of webstatistieken) en verwerken van de resultaten in een actuele cijferfactsheet, rapport of notitie en
als input voor de interventies.
opzetten, ontwikkelen, implementeren en/of in stand houden van voorlichtingsmaterialen en/of
begeleiden van creatieve bureaus en sportpartners daarbij:
o
Ontwikkelen van een voorkomblessures.nl-interventie in samenwerking met en via de
fysiotherapeuten o.b.v. eerdere verkenning en samenwerking met KNGF en NVFS (in
o.a. de pilot beweegkuur en de interventie ‘Versterk je Enkel’)’.
o
Verkennen van mogelijkheden tot meer afstemming/samenhang tussen
voorkomblessures.nl en andere websites met blessurepreventie-informatie (zoals
sportzorg.nl).
o
Ontwikkeling van interventie ‘Versterk je enkel’ voor nieuwe sport.
o
Ondersteuning en verdieping interventies huidig sportaanbod en generiek aanbod
enkelblessurepreventie (‘Versterk je Enkel’).
o
Ontwikkeling pilot-interventie om sportblessures bij kinderen en/of jongeren terug te
dringen onder begeleiding van experts (o.a. met Mulier Instituut, KVLO en NOC*NSF).
o
Ontwikkeling pilot-interventie gericht op de preventie van knieblessures.
o
Ondersteuning voorlichting t.b.v. hoofdletselpreventie in de wieler- en wintersport.
o
Adoptie van de ‘Gebruik je Kop’-interventie voor wielrennen/mountainbiken en
skiën/snowboarden door de belangrijkste samenwerkingspartners.
o
Implementatie en ondersteuning voor interventie ‘Balans en Behendigheid’ als afgeleide
van de interventie ‘Vallen is ook een sport’ voor paardrijden.
o
Verdieping interventie voor deskundigheidsbevordering hardlooptrainers over geleidelijk
ontstane sportletsels.
o
Verkenning interventie voor deskundigheidsbevordering bij hardlopers over geleidelijk
ontstane sportletsels.
o
Ontwikkeling van praktische handvatten voor sportverenigingen om fair play te
bevorderen en blessures door opzettelijke overtredingen en agressie in de sport te
voorkomen (VSK).
o
Ontwikkelen en uitvoeren van een pilot-implementatie in één sport om een praktisch
handvat voor sportverenigingen en beheerders m.b.t. veiligheidsbeleid vorm te geven
(VSK).
publiek-private samenwerking (PPS) aangaan / voortzetten:
o
Voorkomblessures: de PPS samenwerkingen met o.a. Perry Sport voortzetten.
evaluatie van (pilot)interventies met doel deze te verbeteren:
o
Evaluatie interventie voor hardlooptrainers m.b.t. geleidelijk ontstaan letsel.
o
Evaluatie van de pilot-interventie ‘Versterk je Enkel’ bij korfbal en een nieuwe sport.
uitvoeren van PR activiteiten: persberichten, publicaties, media aanvragen, mailingen en/of
nieuwsbrieven. Dit betreft publicaties en presentaties over de kennis van sportblessures en
preventie (kennis veilig sporten), en over de ontwikkelde interventies.
briefen en begeleiden (concepten, testen en implementeren) van creatieve en technische
bureaus bij de ontwikkeling van het aanpassen van voorlichtingsmaterialen en/of websites.
ICT-ondersteuning, licentie en hosting voor bestaande websites en databases waaraan de
activiteiten zijn opgehangen, plus lopende afspraken daarbinnen over rechten van
beeldmateriaal.
Resultaten
 Voorkomblessures.nl met actuele informatie en advies op maat voor sporters van
15 sporttakken met veel blessures en/of hoog blessurerisico met 10% meer websitebezoeken.
 Rapport gebruikersonderzoek voorkomblessures.nl.
32
Jaarplan 2014





















Advies voor verdere samenwerking/afstemming tussen voorkomblessures.nl en met andere
websites (zoals sportzorg.nl).
Ontwikkelde en geïmplementeerde pilot-interventie sportblessurepreventie via
fysiotherapiepraktijken.
Ontwikkelde en geïmplementeerde interventie sportblessurepreventie via Perry Sport of
andere PPS samenwerking.
Actueel beschikbare sport-specifieke trainingsprogramma’s (voetbal, volleybal, korfbal en een
nieuwe sport) en generieke voorlichtingsmaterialen t.b.v. enkelblessurepreventie.
Evaluatierapport van de pilot enkelblessurepreventie bij korfbal en een nieuwe sport.
Evaluatierapport implementatie ‘Versterk je Enkel’ app: Rapportage van korte termijn effecten
aan partners na 8-weken follow-up en Partnerbijeenkomst.
Ingediende sportprojecten bij CGL voor (hogere) certificering (‘Versterk je Enkel’ app) en
actuele beschrijvingen voor de i-database van de bestaande projecten.
Actueel beschikbaar voorlichtingsmateriaal t.b.v. hoofdletselpreventie in de wieler- en
wintersport.
Adoptieafspraken interventie ‘Gebruik je Kop, helm op’ vanaf sport seizoen 2014/2015 met de
partners voor de sporten wielrennen/mountainbiken en skiën/snowboarden.
Rapportage n.a.v. verkenning interventie bij nieuwe sport m.b.t. hoofdletselpreventie
(schaatsen).
Partnerbijeenkomst en begeleidingsgroep van experts t.b.v. blessurepreventieve interventie
gericht op kinderen en/of jongeren.
Ontwikkelde pilot interventie sportblessurepreventie kinderen/jongeren.
Evaluatierapport van geïmplementeerde interventie 'Balans en Behendigheid' voor
paardrijden.
Rapportage n.a.v. verkenning interventie afgeleid van ‘Vallen is ook een sport’ voor nieuwe
sport.
Ontwikkelde verdiepende interventie voor hardlooptrainers gericht op blessurepreventie.
Evaluatierapport van interventie deskundigheidsbevordering hardlooptrainers.
Gerealiseerd netwerk en bijeenkomst van partners knieblessures en preventie.
Ontwikkelde en geïmplementeerde pilot-interventie ‘Versterk je Knie’.
Praktische handvatten voor sportverenigingen om fair play te bevorderen en blessures door
opzettelijke overtredingen en agressie in de sport te voorkomen (VSK).
Ontwikkelde en geïmplementeerde pilot-interventie in één sport om een praktisch handvat
voor sportverenigingen en beheerders m.b.t. veiligheidsbeleid vorm te geven (VSK).
Advies preventie op basis van analyses van incidentenmeldingen alarmlijn KNVB (VSK).
Toelichting op de begroting externe kosten (totaal € 360.000)
Kennisbasis, netwerk- en infrastructuur (totaal € 5.000)
 Huur van externe vergaderlocaties en bijbehorende catering van onder andere de
Platformbijeenkomsten (subtotaal € 2.000).
 Congresdeelname, reprokosten (in- en extern zoals het laten drukken van posters voor
congressen), representatie- en reiskostenvergoedingen (subtotaal € 3.000).
Borging beschikbare interventies (totaal € 135.000)
 Materiaal- en implementatiekosten voor ‘Gebruik je kop, helm op’, ‘valvaardigheid’, ‘Versterk
je Enkel’ en Voorkomblessures.nl. Dit bestaat uit o.a. de inhoudelijke actualisatie van
bestaand voorlichtingsmateriaal en de distributie/implementatie ervan (online / drukwerk; incl.
uitbesteding aan creatief/reclame bureau) (subtotaal € 120.000).
 ICT ondersteuning, licenties en hosting (subtotaal € 15.000).
Verbreding inzet interventies plus nieuwe interventies (€ 220.000)
 Implementatie- en/of evaluatieonderzoek interventie ‘Versterk je Knie’, ‘Leven lang veilig
sporten’, voorkomblessures.nl, ‘valvaardigheid’, ‘Versterk je Enkel’, ‘Gebruik je Kop’ en
‘Geleidelijk ontstaan letsel’ (deels uitgevoerd door een extern onderzoeksbureau) (subtotaal
 € 60.000).
33
Jaarplan 2014

5.3
Ontwikkelkosten bestaande en nieuwe interventies voor andere settings/sporten. Dit bestaat
uit o.a. de doorontwikkeling van bestaand voorlichtingsmateriaal voor andere doelgroepen en
sporten, herdrukken van voorlichtingsmateriaal, de distributie/implementatie van
voorlichtingsmateriaal (online / offline) of de ontwikkeling en pre-test van nieuwe materialen
(incl. uitbesteding reclame-/creatief bureau) (subtotaal € 160.000).
Additioneel gefinancierde projecten 2014
Projecttitel /
Looptijd
Financier
omschrijving
Nog te verwerven
n.n.b.
Omzet
Uren* tarief
Materiaal
€
€
€
260.000
123.225
136.775
34
Jaarplan 2014
6
Generieke thema’s
6.1
Inleiding
In de hiervoor genoemde specifieke units en programma's is beschreven welke activiteiten
worden ondernomen om de beleidsdoelstellingen van VWS op gebied van letselpreventie
te realiseren. Vanuit de afdelingen Marketing & Communicatie en KIK (Kennis, Informatie
en Kwaliteit) wordt een groot aantal activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd ten behoeve van
de specifieke projecten. Omdat ze organisatie-breed worden ingezet, zijn deze activiteiten
onder generieke thema’s geclusterd.
In dit hoofdstuk worden de activiteiten en resultaten voor deze generieke thema's nader
gespecificeerd, voor de volgende onderdelen:
 Marketing & Communicatie: het doel is heldere en zichtbare informatieverstrekking aan
burgers, professionals en media vanuit onze rol als expertisecentrum voor veiligheid en
gedrag; verkennen van publiek private partnerships, fondsenwerving/sponsorships. Om de
communicatie impact en het bereik ondanks de sterk gekrompen budgetten (afschaffing van
landelijke leefstijlcampagnes) op peil te houden, is dit een belangrijke activiteit binnen de
instellingssubsidie. Daarbij wordt de corporate website www.veiligheid.nl als centrale portal
geoptimaliseerd en gepromoot, in combinatie met een versterking van de content-strategie,
social marketing en inzet van social media.
 Kennis, Informatie en Kwaliteit (KIK): het doel is onderhouden, delen en borgen van
betrouwbare kennis en informatie over veiligheid en gedrag, kwaliteitsmonitoring, programma
overstijgende ICT ondersteuning ten behoeve van letselpreventie-activiteiten. Faciliteren en
stimuleren dat de juiste kennis en informatie wordt ontwikkeld, toepasbaar gemaakt,
opgeslagen, ontsloten, geactualiseerd en daadwerkelijk toegepast.
 Onderhouden, beheren en optimaliseren van de bijbehorende kennisinfrastructuur gericht op
opslaan, ontsluiten en delen van kennis en informatie.
6.2
Activiteiten en resultaten instellingssubsidie
Begroting
Instellingssubsidie VWS
Omzet
€
Uren*tarief
€
Externe kosten
€
818.835
738.328
80.507
Activiteiten
Marketing & communicatie
 Versterken van de naamsbekendheid en vindbaarheid van VeiligheidNL als autoriteit; hét
kennisinstituut als het gaat om registratie, onderzoek, preventie en gedragsinterventies op het
gebied van veiligheid in- en rondom het huis, werk, verkeer en in de sport. Op basis van de 0meting die in 2013 is uitgevoerd naar naamsbekendheid, imago en waardering onder zowel
publieks- als professionele doelgroepen en stakeholders, zullen wij in 2014 een verbeterplan
uitvoeren, met als doel onze primaire doelgroepen nog beter te bereiken en betrouwbare
informatie te verspreiden en delen.
 VeiligheidNL zal haar activiteiten continu scherp onder de aandacht brengen middels een
effectieve pers en PR- strategie. Als landelijk expertisecentrum claimen we bij alle relevante
persaandacht het woordvoerderschap. Wij zullen (pro)actief en reactief omgaan met
persvragen. We streven naar aandacht in reguliere offline media zoals dagbladen en RTV
35
Jaarplan 2014






maar zullen ook de online aandacht in social media, blogs, op nieuwssites e.d. aanjagen. De
uitbreiding en het onderhouden van media-contacten, professionele woordvoering krijgt nog
meer aandacht. Evenals nieuwe vormen van persberichten, ondersteund met visuals in de
vorm van infographics. Doelstelling is het verkrijgen van media-aandacht in een
toonaangevend landelijk dagblad of Radio/TV programma, minimaal 1x per maand.
Publieksvoorlichting: vergroten van bereik, vindbaarheid en toegankelijkheid van de website
www.veiligheid.nl op basis van gebruikersonderzoek, continu actualiseren van de informatie
en promotie via SEO, SEA en outposting op partnersites en social media. Doel is qua bereik
te groeien met 25%: van 30.000 bezoekers per maand in 2013 naar 37.500 bezoekers per
maand in 2014
Social media beleid aanscherpen en implementeren. Ambassadeurs netwerk uitbreiden (per
doelgroep: gekoppeld aan de units) en actief de social kanalen bijhouden en inzetten op basis
van content-strategie.
In 2014 willen we de impact van de kernactiviteiten vergroten door het verwerven van
additionele financiering via private partners, fondsen, sponsors (PPS). Het doel is om
minimaal twee private fondsen aan ons te binden en sponsoring door minimaal acht private
partijen te realiseren.
Netwerkontwikkeling en relatiebeheer in het brede veiligheidsdomein.
Verbeterslag interne communicatie in het kader van de cultuuromslag; stimuleren van het
delen en uitwisselen van kennis, ervaring, trends en signaleren van commerciële kansen. Dit
doen we o.a. door het intensief aanjagen van het (interactieve) gebruik van het interne social
netwerk IBM Lotus Connections en het organiseren van persoonlijke presentaties.
Klantgericht denken en handelen en de bijdrage aan een sterke merkuitstraling staan hierbij
centraal. Onderzoek leert dat geïnformeerde medewerkers meer betrokken, gemotiveerd en
productiever zijn. We streven naar een overall waardering van 8 voor VeiligheidNL als
werkgever.
Deelname aan werkgroep Publiekscommunicatie LOT en kernteam sociale media van CGL/
Jeugdimpuls
Kennis, Informatie en Kwaliteit
 De waardering en behoeften van doelgroepen, klanten, partners worden structureel
gemonitord en geëvalueerd, succes- en leerpunten gedeeld en benut voor de verbetering van
onze dienstverlening. De ontwikkelde tools worden geïmplementeerd en aangescherpt.
 Door middel van gestructureerde audits wordt de kwaliteit van projectmatig werken continu
gemonitord en input geleverd om verbeterplannen op te stellen.
 De kwaliteit van interventieontwikkeling wordt verder verbeterd door interne
kennisuitwisseling, op maat ondersteuning van projectleiders, het gebruik van intern
ontwikkelde tools voor planmatige interventieontwikkeling en incompany workshops gegeven
door externe deskundigen. De goede kwaliteit van onze interventies blijkt onder andere uit het
aantal erkenningen binnen het erkenningstraject van het CGL.
 De kwaliteit en efficiency van onderzoek wordt structureel verbeterd en geborgd door het up
to date houden en benutten van het handboek onderzoek met procedures, kennis en
ervaringen. In 2014 ondersteunen we het gebruik van het actuele handboek en de resultaten.
 Praktische ondersteunende tools en standaardformats worden ontwikkeld op het gebied van
onderzoek, planmatige interventieontwikkeling en veiligheidsadvisering t.b.v.
kwaliteitsverbetering producten, diensten en interventies.
 Deskundigheidsbevordering van medewerkers door het coördineren en organiseren van
kennis- en informatie uitwisselingsactiviteiten.
 Vraaggerichte advisering/ondersteuning op maat (projecten of individuele medewerkers).
 Project overstijgende activiteiten ten behoeve van een optimaal ICT beheer en infrastructuur
voor de units en programma's.
36
Jaarplan 2014
Resultaten 2014
Marketing & Communicatie
 Actuele corporate website en actieve aanwezigheid op social platforms (Facebook, Twitter,
LinkedIn). Bezoekersaantal corporate website 37.500 per maand.
 Actuele content strategie en netwerk van relevante mediapartners.
 Actief (intern) gebruik Connections.
 Actuele beursmaterialen, giveaways, brochure etc.
 Actuele presentatie materialen (corporate).
 Minimaal 300 media contacten (free publicity).
 Sponsoring van minimaal twee private fondsen en minimaal acht private partijen.
 Rapportages c.q. beleidsdocumenten, met strategische plannen en verantwoording t.b.v.
hoofdfinancier VWS.
 Up-to-date netwerk in het brede veiligheidsdomein.
Kennis, Informatie en Kwaliteit
 Goed functionerende kennisinfrastructuur gericht op opslaan ontsluiten en delen van kennis
en informatie.
 Goed functionerend kwaliteitssysteem (monitoring, audits, performance-indicatoren).
 Bruikbare tools voor projectmatig werken en planmatige interventieontwikkeling.
 Deskundigheidsbevordering van medewerkers door kennis- en ervaringsuitwisseling over
onderzoek, planmatige interventieontwikkeling, met speciale aandacht voor implementatie van
interventies.
 Kennisdeling op dit terrein met andere GBI's via het LOT.
 Actuele kennis- en ICT infrastructuur t.b.v. programma's en projecten.
Toelichting externe kosten (totaal € 80.507)
Marketing & communicatie: € 75.000
 Aanpassingen en promotie website, analyse zoekgedrag en optimalisatie.
 Corporate communicatie- en promotiemiddelen.
 Uitvoeren content strategie en social media beleid.
 Abonnement media-monitoring en exposure.
 Implementatie fondsenwerving/sponsoring.
Kennis, Informatie en Kwaliteit € 5.507
 Ontwikkeling, onderhoud en beheer kennisinfrastructuur.
 Ontwikkeling en productie ondersteunende materialen voor borging projectmatig werken en
stimulering planmatige interventieontwikkeling.
 Aanschaf literatuur, informatie en abonnementen.
37
Jaarplan 2014
Bijlage 1
Organogram
38
Jaarplan 2014
Bijlage 2
Overzicht van gegevensbronnen
39
Jaarplan 2014
Bijlage 3
40
Verklaring van afkortingen
ALVO
Aanvullend LIS VervolgOnderzoek
AMC
Academisch Medisch Centrum
ANBO
Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen
ANEC
European Association for the Coordination of Consumer Representation in Standardization
ANWB
Algemene Nederlandse Wielrijders Bond
AZ
Algemeen Ziekenhuis
BA
BedrijfsAdministratie
BC
BegeleidingsCommissie
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CGL
Centrum Gezond Leven
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
CLVO
Continu LIS VervolgOnderzoek
CNV
Christelijk Nationaal Vakverbond
CZ
Centrale Zorgverzekeraars
DALY’s
Disability-Adjusted Life-Years
DHD
Dutch Hospital Data
DOS
DoodsOorzakenStatistiek
DS
DirectieSecretariaat
ECSA
European Child Safety Alliance
Erasmus MC
Erasmus Medisch Centrum
EuroSafe
European Association for Injury Prevention and Safety Promotion
EZ
Ministerie van Economische Zaken
FOBO
Frontoffice - Backoffice
GBI
GezondheidsBevorderende Instelling
GGD
Gemeentelijke of Gemeenschappelijke GezondheidsDienst
GGZ
Geestelijke GezondheidsZorg
I&M
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
ICT
Informatie- en CommunicatieTechnologie
IDB
Injury Data Base (Europese database met SEH-behandelingen voor letsels)
IT
InformatieTechnologie
JGZ
JeugdGezondheidsZorg
KBO
KIK
KKR
Katholieke Bond voor Ouderen
Kennis, Informatie en Kwaliteit
KrantenKnipselRegistratie
Jaarplan 2014
KNGF
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
KNHB
Koninklijke Nederlandse Hockeybond
KNVB
Koninklijke Nederlandse Voetbalbond
KNWU
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
KTS
Kennis Transfer Sportgezondheidszorg
LBZ
Landelijke Basisregistratie Ziekenhuisinformatie
LIS
Letsel Informatie Systeem
LLM
Letsel Last Model
LMR
Landelijke Medische Registratie
LNAZ
Landelijk Netwerk Acute Zorg
LOSO
Landelijk Onderzoek SportgezondheidsOnderzoek
LOT
Landelijk Overleg Thema-instituten
LSM
Leefstijl Monitor
LSM-V
Leefstijl Monitor-verdieping
LTR
Landelijke Trauma Registratie
MBO
Middelbaar BeroepsOnderwijs
MC
Marketing Communicatie
n.n.b.
nog niet bekend
NBS
National Bureau of Standards
NCJ
Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg
NFVS
Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden
NHG
Nederlands Huisartsen Genootschap
NIFV
Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid
NISB
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
NIVEL
Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg
NJi
Nederlands Jeugdinstituut
NND
Statistiek niet Natuurlijke Dood
NOC*NSF
Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie
NPP
Nationaal Programma Preventie
NUSO
Nederlandsche Unie van Speeltuin Organisaties
NVSHA
Nederlandse Vereniging van Spoedeidsende Hulp Artsen
NVSHV
Nederlandse Vereniging van Spoedeidsende Hulp Verpleegkundigen
NVWA
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
O&O
Opgroeien en Ouder worden
OBiN
Ongevallen en Bewegen in Nederland
OCW
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Welzijn
OR/MR
OuderRaad/MedezeggenschapsRaad
OVA
Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling
41
Jaarplan 2014
PO
Primair Onderwijs
PPS
Publiek Private Samenwerking
PR
Public Relations
PRIMA
PRoefIMplementatie Anti-pestbeleid
PTSS
Post Traumatisch Stress Syndroom
RIVM
Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu
RM
Risicomonitor
RTV
Radio TeleVisie
42
Rutgers WPF Rutgers World Population Foundation
SEH
Spoedeisende Hulpafdeling
SWOV
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TC
Technische Commissie
UMCU
Universiteits Medisch Centrum Utrecht
VB
VGP
Veiligheidsbarometer
Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie
VMBO
Voortgezet Middelbaar BeroepsOnderwijs
VNO-NCW
Verbond van Nederlandse Ondernemingen - Nederlands Christelijk Werkgeversverbond
VO
Voortgezet Onderwijs
VSG
Vereniging Sport en Gemeenten
VSK
Veilig Sport Klimaat
VTV
Volksgezondheid ToekomstVerkenning
VUmc
Vrije Universiteit medisch centrum
VVN
Veilig Verkeer Nederland
VVVS
Vlaamse Vereniging Verpleegkundigen Spoedgevallenzorg
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
W&Vt
Werk en Vrije tijd
WHO
World Health Organization
ZN
Zorgverzekeraars Nederland