interview met Communicatie Magazine

O
CHIEF CHALLENGING OFFICER
ANNIEK MAUSER, DIRECTEUR DUURZAAMHEID UNILEVER, OVER DE
DUURZAME COMMUNICATIE VAN EEN MULTINATIONAL
pagina 28, 31-03-2014 © Communicatie
Duurzaam ondernemen
vraagt ook om duurzaam
communiceren. Anniek
Mauser, directeur
Duurzaamheid van
Unilever Benelux
over engagement,
de vijf hefbomen
voor verandering, de
boegbeeldfunctie van ceo
Paul Polman en haar eigen
rol als intern geweten.
Duurzaamheid zit Unilever in de genen. Zo
bouwden William en James Lever, de oprichters van de Britse poot van het concern,
aan het einde van de negentiende eeuw Port
Sunlight, een tuindorp voor hun medewerkers met goede huizen, scholen en een eigen
ziekenhuis. De gemeenschap ontleende haar
naam aan de zeep die de basis van het succes
van de multinational vormde.
Ruim een eeuw later is er Project Sunlight,
een nieuwe, wereldwijde corporate campagne waarmee Unilever haar duurzaamheidsmissie over het voetlicht wil brengen. In het
documentaire-achtige filmpje verwoorden
aanstaande ouders hun zorgen over de staat
van de wereld waarin hun kinderen geboren
zullen worden. Unilever stelt ze gerust door
pagina 29, 31-03-2014 © Communicatie
te wijzen op de inspanningen op het gebied
van voedselveiligheid, drinkwatervoorziening en hygiëne die toekomstige generaties
een betere toekomst moeten geven. Vervolgens kan worden doorgeklikt naar een
mondiaal, door sociale media ondersteund
platform met de duurzaamheidsclaims van
de belangrijkste productmerken van het
concern, gedragen door de corporate reputatie van de Unilever-brand.
Project Sunlight sluit direct aan op Unilevers Sustainable Living Plan: de ambitieuze duurzaamheidsstrategie die ceo Paul
Polman in 2010 neerlegde: op termijn moet
de omzet verdubbelen, terwijl in 2020 de
milieu-impact juist moet zijn gehalveerd.
Verder moet over zes jaar 100 procent van de
gebruikte landbouwgrondstoffen duurzaam zijn en wil Unilever bijdragen aan de
gezondheid en het welzijn van één miljard
mensen.
MORELE MARKETING
Polman, die ooit priester wilde worden, leidt
nu een kruistocht voor een duurzamer wereld, als ceo van een concern met meer dan
50 miljard euro omzet en 173.000 medewerkers, dat wereldwijd dagelijks twee miljard
mensen voorziet van wasmiddel, ijsjes, thee
of bouillonblokjes. Wekelijks heeft Polman
ngo’s aan de telefoon, vertelde hij onlangs in
NRC. ‘In het verleden was dat ondenkbaar.
Dan zou je niet hebben opgenomen als
Greenpeace zou bellen, of Oxfam, of Unicef.
Nu zijn dat onze partners.’
Tegelijkertijd is en blijft Unilever een mondiale marketingmachine, want er moet winst
worden gemaakt om de toekomst veilig te
stellen. Morele plicht en marketing gaan
daarbij - soms letterlijk - hand in hand. Zo
leidt de handenwascampagne van Lifebuoy
niet alleen tot minder kindersterfte en
schoolverzuim, maar ook tot de verkoop van
meer zeep.
EIGEN ACCENTEN
In Nederland en België kent het duurzaamheidsbeleid van Unilever eigen accenten,
onder verantwoordelijkheid van Anniek
Mauser, directeur Duurzaamheid van Unilever Benelux. Duurzaam communiceren
vormt een belangrijk onderdeel van duurzaam ondernemen, zo blijkt uit een gesprek
met Mauser op De Brug, het Rotterdamse
hoofdkantoor van Unilever Nederland,
direct boven de oude fabriek van Samuel
van den Bergh en Anton Jurgens, die andere
grondleggers van het bedrijf. Het ruikt er
nog steeds naar margarine.
Laten we intern beginnen: heeft ook het
duurzaamheidsbeleid inmiddels een
margarinegeur? Hoe zorg je ervoor dat
ook de medewerkers het omarmen en het
onderdeel wordt van de cultuur?
‘De duidelijke focus en strakke structuur van
het Sustainable Living Plan hebben enorm
geholpen bij de interne communicatie ervan: drie hoofddoelen, zeven pijlers, vertaald
in vijftig concrete ambities, vergezeld van
een duidelijke narrative over belangrijke
duurzaamheidsissues als armoedereductie
en klimaatverandering, plus de scorecards
en roadmaps waarmee we onze doelen willen realiseren. Daardoor weet iedereen wat
we willen bereiken, welke keuzes we daarbij
hebben gemaakt en hoe we dat willen doen.
Ik zie andere bedrijven vaak aanlopen tegen
het ontbreken van zo’n duidelijke structuur.
Die hebben alleen wat verspreide KPI’s en
dat is lastiger communiceren. Goede communicatie van de doelstellingen is dus heel
belangrijk, maar nog niet voldoende. Het
Sustainable Living Plan is geen duurzaamheidsstrategie, maar een businessmodel. Dat
vraagt om een verandering van de totale organisatie. Duurzaamheid moet een integraal
onderdeel gaan vormen van al onze processen en systemen. Medewerkers moeten
niet alleen in het belang van duurzaamheid
geloven, maar het ook kunnen integreren in
hun dagelijkse manier van werken. Het gaat
om het creëren van engagement, medewerkersbetrokkenheid. Dat zie je snel over het
hoofd, je vervalt te gemakkelijk in de zendermodus. We zijn nu de slag aan het maken
van alleen zenden naar meer interactie met
‘KINDEREN
ZIJN DE
BELANGRIJKSTE SOCIALE
CHANGEAGENTS IN
GEZINNEN’
WIE IS ANNIEK MAUSER?
Anniek Mauser (1969)
startte haar loopbaan in
1994 als inkoper van de
Bijenkorf. Na een jaar
koos ze voor een intermezzo in de wetenschap
om haar PhD te behalen
in Environmental Management in Business
aan de Universiteit van
Amsterdam/Stern Business School/New York.
Vanaf 2002 is ze
werkzaam bij Unilever,
waar ze diverse functies
op het gebied van
duurzaamheid vervulde.
Zo was ze achtereenvolgens verantwoordelijk
voor het sustainabilitybeleid van ijsmerk Ben
& Jerry’s Europe en van
Unilevers wereldwijde
ijsdivisie. Sinds 2010
is ze directeur Duurzaamheid van Unilever
Benelux.
Inmiddels is Mauser
zelf een boegbeeld. Zo
werd ze in 2013 uitgeroepen van MVO Manager van het Jaar en staat
ze op positie 36 van de
Top-100 Duurzaamheid
van Trouw.
pagina 30, 31-03-2014 © Communicatie
de medewerkers. Dat geldt zeker voor de
Benelux.’
Hoe pakken jullie dat concreet aan?
‘In ons jaarlijkse, wereldwijde medewerkersbetrokkenheidsonderzoek zagen we
dat medewerkers in de Benelux relatief
laag scoorden op vragen over het Sustainable Living Plan. Terwijl we hier juist heel
actief zijn op het gebied van duurzaamheid
en daar ook veel exposure voor krijgen.
Unilever wordt nog altijd gezien als een Nederlands bedrijf met een Nederlandse ceo.
Maar Nederlanders zijn een kritisch volk
en die media-aandacht schept hoge interne
verwachtingen.
‘Uit diepte-interviews kwam ook nog een
andere reden naar voren: hoewel mensen
trots zijn op het Sustainable Living Plan,
blijft het voor veel medewerkers abstract.
Ze weten vaak niet hoe zij zelf een bijdrage
kunnen leveren. In de opkomende markten is duurzaamheid ook tastbaarder. Met
het handenwasprogramma red en verrijk je
levens en verkoop je meer zeep: duurzame
groei. Maar hoe maak je hier die vertaalslag?
We moesten mensen dus meer bij duurzaamheid betrekken.
‘Met dat doel voor ogen heeft Kairos Tools
een innovatieve, web-based engagementtool ontwikkeld: een online platform waarop
mensen zes weken lang aan de challenge
van de week voor zes verschillende duurzaamheidsthema’s konden deelnemen.
Die challenge bestond uit drie onderdelen:
e-learning in de vorm van een quizje, zelf in
actie komen voor bijvoorbeeld energiebesparing, en het delen van ideeën, behoeften
en wensen met collega’s in een social mediaachtige omgeving. We wilden een vriendelijke competitie om de onderlinge interactie te
stimuleren: de beste teams konden een taart,
duurzaam teamuitje of stoelmassage winnen.
‘Vooraf was men intern, ook in de board,
best kritisch over het programma. Niet
iedereen geloofde in gamification, er bestond
angst voor informatie-overload en men
vroeg zich af of het realistisch was om mensen zes weken aan boord te houden. Het was
dan ook best spannend of het zou werken.
Daarom hadden we ons campagnedoel ten
aanzien van actieve deelname op dertig procent van de 850 medewerkers gezet. Maar
uiteindelijk heeft 73 procent van de mensen
meegedaan. De Challenge van de week werd
al snel onderwerp van gesprek bij de koffieautomaat. Dat was precies de bedoeling:
duurzaamheid werd tastbaar en ging leven.
Ik had voor elk duurzaamheidsthema ook
interne ambassadeurs gezocht: mensen met
lucht komen vallen, je moet recht van spreken hebben. Het helpt dat Unilever al 25 jaar
bezig is met duurzaamheid, veertien jaar op
rij industry leader is geweest in de Dow Jones
Sustainability Index en als koploper wordt
omarmd door ngo’s, media en stakeholders.
We zoeken dan ook bewust de samenwerking met die partijen om onze boodschap
geloofwaardig bij de consument te laten
landen. Bijvoorbeeld bij ons initiatief Waterspaarders, dat moet leiden tot verantwoorder
warmwatergebruik. Daarvoor werken we
onder meer samen met het Wereld Natuur
Fonds en met The Missing Chapter Foundation van prinses Laurentien, die de kracht
van kinderen inzet voor de dialoog over een
duurzame toekomst.
‘Toen we met de Raad van Kinderen in
gesprek gingen over de noodzaak van korter
douchen, zei Hanna, een meisje van negen:
“Waarom laten jullie het ons niet vertellen,
want grote mensen geloven ons wél.” Dat
is heel waar. Kinderen zijn bovendien de
belangrijkste sociale change-agents in gezinnen. Via een lesprogramma op scholen en
een online platform geven we hun de informatie en middelen in handen om een dialoog met hun ouders aan te gaan. Zo mogen
ze een etiket ontwerpen voor een doucheproduct, met een oproep aan hun ouders om
korter te douchen. Inmiddels hebben bijna
7.000 kinderen etiketten gemaakt en daarmee 30.000 mensen in gezinnen bereikt.’
zowel een inhoudelijke betrokkenheid als
een persoonlijke passie voor het thema. Dat
eigenaarschap creëerde een soort sneeuwbaleffect. Uiteindelijk heeft het programma
dus goed gewerkt en gaan we het herhalen
met nieuwe thema’s en zelfs internationaal
uitrollen.’
Waar ligt de uitdaging in de externe communicatie?
‘Bij het laten landen van onze duurzaamheidsboodschap bij de consument, zodat
die een verantwoorde keuze kan maken en
bereid is zijn gedrag te veranderen. Meer
dan twee derde van de milieu-impact binnen onze keten wordt veroorzaakt door de
consument, vooral door het verwarmen van
water voor wassen en douchen. We moeten
die consumenten er dus toe brengen om
op lagere temperaturen te wassen en korter
te douchen. Dat is lastig, want het gaat om
diepgewortelde gebruiken. Bovendien zijn
het privé-zaken. Het zijn ook je consumenten, dus we willen niet het belerende
vingertje opheffen: gij zult korter douchen.
Je moet zorgvuldig opereren.
‘De theorie van gedragsverandering onderscheidt drie soorten breinen: rationeel,
emotioneel en sociaal. Bij korter douchen
bijvoorbeeld heeft het weinig zin om een
appel op de eerste twee breinen te doen:
mensen denken er te laat aan, of vinden
het lekker om lang te douchen. Je moet
dus vooral het sociale brein aanspreken om
mensen over de streep te trekken. Daarbij
maken we bij Unilever wereldwijd gebruik
van de vijf hefbomen voor verandering: make
it understood, make it easy, make it desirable,
make it rewarding en make it a habit.’
Wíllen consumenten nog wel luisteren?
Uit onderzoek blijkt dat zij duurzaamheidscampagnes steeds meer wantrouwen, omdat veel bedrijven zich mooier
voordoen dan ze zijn.
‘Er vindt ook veel greenwash plaats. Geloofwaardigheid is dus een grote uitdaging.
Duurzaamheidsclaims mogen niet uit de
‘JE MOET DE
SWEET SPOT
VAN DE
CONSUMENT
OP HET GEBIED
VAN DUURZAAMHEID
VINDEN’
pagina 31, 31-03-2014 © Communicatie
Op corporate niveau heeft Unilever zich
sterk geprofileerd op duurzaamheid,
maar op merkniveau en richting het grote
publiek moet er volgens brandingspecialisten nog een slag gemaakt worden.
‘Consumenten weten vaak niet wat Unilever
allemaal doet op het gebied van duurzaamheid. Bovendien moet je ze op merkniveau
op de juiste manier aanspreken: je moet de
sweet spot van de consument op het gebied
van duurzaamheid weten te vinden en daarover communiceren in de tone of voice van
het merk. De Beter Leven-campagne voor
de Unox-rookworsten is een goed voorbeeld. Consumenten hebben emotioneel
moeite met de gedachte dat er een varkentje
in hun rookworst zit. Daarom hebben we
het onderwerp duurzame vleesproductie
gecommuniceerd via het haakje dierenwelzijn, maar mét de luchtige humor die
bij Unox hoort. Dat resulteerde in de spots
met de scharrelboeren. Voor Dove hebben
we de self esteem-campagne ontwikkeld. Zo
bepalen we voor elk merk welke rol in de
samenleving daarbij past en via welk haakje
je daarover kunt communiceren.’
Het zou gemakkelijker zijn als je die
exercitie alleen voor je corporate merk
hoefde te doen, in plaats van vierhonderd
keer voor alle productmerken. Brengt de
duurzaamheidsstrategie een monolitische
identiteit dichterbij? Krijgen we straks
Unilever-shampoo en -soep?
‘Dat gaat te ver, maar het is absoluut een
tendens om Unilever op merkniveau sterker
te positioneren als afzender. Overigens
brengt dat ook risico’s met zich mee. Denk
maar aan de babymelkaffaire die Nestlé, dat
als bedrijf veel zichtbaarder aanwezig is op
de consumentenmerken, al jaren achtervolgt. Toch is Unilever die weg ingeslagen.
De nieuwe wereldwijde corporate campagne
is ook nadrukkelijk bedoeld om de duurzaamheidspositionering op corporate niveau
naar de merken te vertalen.’
Nestlé heeft Unilever ook onlangs, na
veertien jaar, van de troon gestoten als
sector leader op de DJSI…
‘Ik vind het een goede ontwikkeling: het
zorgt intern voor het nodige ongemak en
schudt mensen wakker. Dat houdt de competitie levend en laat zien dat de hele sector
in beweging is. Dat is nodig. Wij hebben
weer wat te doen.’
Ceo Paul Polman is zowel in- als extern
een boegbeeld voor het duurzaamheidsbeleid. Hoe handig is dat?
‘Het is fantastisch werken met zo’n visionaire ceo. Hij heeft duurzaamheid echt
geïntegreerd in de kern van de strategie en
kan er ook goed over communiceren. Paul
is ook authentiek. Hij wil later herinnerd
worden vanwege zijn maatschappelijke
impact en niet omdat hij zoveel procentpunt
heeft bijgedragen aan de winst. Hij heeft
bovendien een voorbeeldfunctie voor de rest
van het bedrijfsleven. Jammer genoeg vindt
zijn beslissing om geen kwartaalresultaten
meer te publiceren nog weinig navolging.
Unilever geeft daarmee het signaal dat het
bij duurzaamheid om de lange termijn gaat.
Als aandeelhouders zich niet kunnen vinden
in het Sustainable Living Plan, moeten ze
niet in Unilever beleggen. Dat zegt Paul ook
gewoon hardop.’
‘WE PUBLICEREN GEEN
KWARTAALCIJFERS MEER,
HET GAAT OM
DE LANGE
TERMIJN’
‘JE MOET HET PETER
BAKKER-EFFECT
VOORKOMEN’
Wat gebeurt er als
duurzaamheidsduwer
Paul Polman het bedrijf
verlaat? Is het dan
ook gedaan met het
sustainability-beleid van
Unilever, net als destijds
bij TNT?
Mauser erkent de
kwetsbaarheid die een
boegbeeld met zich
meebrengt. ‘Het duurzaamheidsbeleid mag
niet te veel van de ceo
afhangen. Je moet het
Peter Bakker-effect zien
te voorkomen.’
Unilever heeft die valkuil
proberen te vermijden
door het duurzaamheidstraject zorgvuldig
op te bouwen, aldus
Mauser. ‘Belangrijk is allereerst dat je als bedrijf
een rol in de samenleving kiest die dicht bij
pagina 32, 31-03-2014 © Communicatie
de kernactiviteiten ligt.
Vervolgens moet je
die maatschappelijke
rol verankeren in je
strategie, je processen en je systemen.
Daar zijn we hard mee
bezig. Bij zo’n groot en
internationaal bedrijf
lukt dat nu eenmaal
niet overnight.’
Tot slot helpt het
volgens Mauser ook
om ambities en commitments publiek te
maken. ‘Op die manier
voel je als bedrijf
constant de hete adem
van de buitenwereld
in je nek. Dat blijft heel
hard nodig.’
Ook nu Unilever wordt geconfronteerd
met een groeivertraging en een omzetwaarschuwing heeft moeten geven?
‘De kracht van onze duurzaamheidstrategie
is de authenticiteit ervan. Dit is niet een
one-off, maar iets waar we echt in geloven.
Dan moet je ook in een economisch ruige
omgeving consistent zijn. Dit is een langtermijntraject. Het is ook een misvatting dat
duurzaamheid geld zou kosten. Het levert
juist geld óp, doordat je minder water en
energie verbruikt en minder afval produceert. Tijdens een economische crisis wordt
die business-case misschien nog wel groter.
Je moet duurzaamheidsissues dus niet als
een bedreiging zien en communiceren, maar
als een kans.’
Wat vond je ervan dat Polman de jaarcijfers over 2012 in een astronautenpak
presenteerde, om aandacht te vragen
voor de campagne van deodorantmerk
Axe, waarmee 22 mensen een ruimtereis
konden winnen?
‘De Axe-campagne is gericht op het genereren van groei, het bereiken van een groot
publiek en het creëren van onderscheidende
waarde. Vanuit die doelstellingen is zo’n
ruimtepak heel leuk. Vanuit mijn rol als
directeur Duurzaamheid heb ik gezegd: is
het wel handig om mensen de ruimte in te
schieten, hoe duurzaam is dat? Maar het is
alleen maar gezond om binnen het bedrijf
dit soort discussies te hebben. Ik zie het ook
als mijn taak om die dialoog aan te zwengelen. Daarom heb ik onlangs een keer de
term Chief Challenging Officer geïntroduceerd: als intern geweten houd ik mensen
een spiegel voor. Je moet op zoek naar de
balans: duurzame groei. Overigens toont die
kwinkslag met dat ruimtepak ook aan dat
het hart van Paul Polman echt bij de business
ligt. Dat maakt hem als ceo menselijk en
geloofwaardig.’