zom er series

zomerseries
2014
op het müllerorgel in de
programmaZV-2014.indd 1
GROTE KERK
te leeuwarden
12-06-14 21:55
Dit programmaboekje werd mogelijk gemaakt door
Orgelmakerij Bakker & Timmenga BV Leeuwarden
Easterlittens St. Margryttsjerke
Hardorff 1867
Restauratie 2014
u i t g a v e : S T I C H T I N G O RG E L C O N C E RT E N G ROT E K E R K L E E U WA R D E N
g r a f i s c h e v o r m g e v i n g : S t u d i o M a rc a t o , M e p p e l , H i l b e r t H e i t m e i j e r B N O
d r u k : C S L , L e e u w a rd e n
D e t o e l i c h t i n g e n b i j d e p ro g r a m m a ' s z i j n v a n d e h a n d v a n T h e o J e l l e m a .
D e c v ' s z i j n a a n g e l e v e rd d o o r d e c o n c e r t g e v e r s .
S t i c h t i n g O r g e l c o n c e r t e n G ro t e K e r k L e e u w a rd e n s t e l t d e c o n c e r t s e r i e z o
s a m e n d a t e e n g e v a r i e e rd a a n b o d v a n o r g e l m u z i e k g e g a r a n d e e rd i s . O v e r l e g
m e t d e c o n c e r t g e v e r s h e e f t t e n d o e l d o u b l u re s i n d e p ro g r a m m e r i n g z o v e e l
mogelijk te vermijden. Als naar de overtuiging van een concertgever de
i n t e r n e s a m e n h a n g v a n e e n p ro g r a m m a z o u w o rd e n v e r s t o o rd d o o r v e r v a n g i n g
v a n e e n w e r k d o o r e e n a n d e r, w o rd t d o o r d e S t i c h t i n g h e t re s p e c t e re n v a n d i e
o v e r t u i g i n g b e l a n g r i j k e r g e v o n d e n d a n h e t v e r m i j d e n v a n d o u b l u re s .
programmaZV-2014.indd 2
12-06-14 21:55
2 juli 20.00 uur
Peter van der Zw a a g e n D a v i d v a n L a a r
Peter van der Zwaag (PZ) kreeg op achtjarige leeftijd zijn eerste orgellessen van
Jelle de Jong op de plaatselijke muziekschool. Vanaf 2003 kreeg hij privéles van
Theo Jellema en studeerde vanaf 2009 bij hem aan het Prins Claus Conservatorium
te Groningen. Hij behaalde in 2013 zijn bachelor-diploma
en volgt momenteel aan hetzelfde conservatorium de
master bij Erwin Wiersinga. Daarnaast bekwaamt hij zich
in het klavecimbelspel bij Johan Hofmann.
Peter was driemaal finalist op het Nationaal
Improvisatieconcours voor Amateurs te Leeuwarden
(2003-2005). Hij behaalde diverse prijzen op verschillende
concoursen, waaronder een eerste prijs op het SGOconcours in de St.-Jozefkathedraal te Groningen (2008).
Hij volgde masterclasses bij o.a. Pieter Dirksen (Cuyk),
Edoardo Bellotti (Udine) en Eric Lebrun (Parijs).
Als organist is Peter verbonden aan de Kurioskerk
(PKN) te Leeuwarden. Hij is werkzaam voor de stichting
‘Organum Frisicum’ en hoofdredacteur van de 'Friese
Orgelkrant'. Daarnaast doet hij de master Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit
te Groningen.
David van Laar (DL) speelde autodidact piano en werd
toegelaten tot de vooropleiding van dat instrument
aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen. Sinds
2009 studeert hij orgel aan hetzelfde conservatorium
bij Theo Jellema en Erwin Wiersinga. David van
Laar is als organist onder andere actief in de St.
Jozefkathedraal en de St. Salvatorkerk in Groningen en
is als student-onderzoeker betrokken bij het lectoraat
Lifelong Learning in Music in Arts. Daarnaast studeert
hij Internationale Betrekkingen en Internationale
Organisatie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
3
programmaZV-2014.indd 3
12-06-14 21:55
Programma
DL 1. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Toccata, adagio en fuga in C BWV 564
PZ 2. Jeanne Demessieux (1921-1968)
In Manus Tuas (litanie)
Hosanna Filio David (koraalfuga)
PZ 3. Pêteris Vasks (*1946)
Te Deum
DL 4. Melchior Schildt (1592-1667)
Herzlich lieb hab ich dich, o Herr
DL 5. Johann Sebastian Bach
Concerto in d (naar A.Vivaldi) BWV 596
- ‘allegro’ – grave
- fuga
- largo e spiccato
- allegro
PZ 6. Rolande Falcinelli (1920-2006)
Cor Jesu Sacratissimum, opus 36
PZ 7. Marcel Dupré (1886-1971)
– Te splendor virtus
– Placare Christe servulis
(uit ‘Le Tombeau de Titelouze’ opus 38)
Toelichting
De veelzijdigheid van het Müller-orgel wordt terecht geroemd.
Vandaag is het ‘voertuig’ voor muziek uit de 17e, 18e en 20e eeuw. De 19e eeuw
komt later in onze serie aan bod.
In de loop der eeuwen is de orgelmuziek in steeds andere culturele brandpunten tot
bloei gekomen.
In de 17e eeuw is het noorden van Duitsland zo’n brandpunt. De rijke
4
programmaZV-2014.indd 4
12-06-14 21:55
koopliedenstand in de Hanzesteden had al in de voorafgaande eeuwen kosten
noch moeite gespaard om grote kerken (dikwijls naar het voorbeeld van Franse
kathedralen) te bouwen en die te voorzien van monumentale orgels. In Hamburg
en een aantal steden aan de Oostzee-kust kwamen de meest indrukwekkende
uitingen van deze bloei tot stand. Bescheidener wordt zij in andere plaatsen
gerepresenteerd. Melchior Schildt werkte in de kleine hanzestad Hannover.
Net als veel Noord Duitse leeftijdsgenoten was hij enige jaren bij Sweelinck in
Amsterdam in de leer. In zijn muziek klinkt het Sweelinck-voorbeeld hier en daar
door; men hoort er ook de fascinatie voor het orgel met meerdere klavieren, dat de
mogelijkheid bood tot echo-effecten tussen hoofd- en rugwerk.
De hanzestedencultuur was één van de inspiratiebronnen van Johann Sebastian
Bach. Een andere was de muziek uit Italië. Vandaag horen we de Italiaanse Bach, als
bewerker in BWV 596, als jeugdig geïnspireerd componist in BWV 564.
De fransen op het programma van vanavond, Dupré, Falcinelli en Demessieux,
staan in een heel andere traditie. De wortels daarvan liggen in de tweede helft
van de 19e eeuw, toen drie grote Parijse organisten, Franck, Guilmant en Widor
onder invloed van het symfonisch klinkende Cavaillé-Coll-orgel een belangrijk
oeuvre schiepen. In de 20e eeuw wordt dat orgeltype verrijkt met klanken die
men als ‘neo-klassiek’ bestempelde, omdat ze ontleend waren aan het klassieke
orgel. Het compositorische palet ging daardoor ook veranderen. Enerzijds gingen
oudere compositorische modellen een rol spelen (Demessieux – Hosanna Filio David;
Dupré – Te splendor virtus), maar anderzijds kon de dissonante scherpte aanzienlijk
toenemen (Falcinelli – Cor Jesu Sacratissimum).
Tegen het eind van de 20e eeuw keert een aantal componisten zich af van het
ongenaakbare modernisme dat hun was onderwezen. Bij ons is Arvo Pärt van die
‘groep’ het meest bekend geworden. De let Pêteris Vasks spreekt een vergelijkbare
taal. Cerebrale constructie wordt vermeden; directe communicatie met de luisteraar
staat voorop.
5
programmaZV-2014.indd 5
12-06-14 21:55
9 juli 20.00 uur
Theo Jellema
Theo Jellema (1955) studeerde orgel aan het conservatorium te Groningen in de
orgelklas van Wim van Beek en behaalde zijn solodiploma met onderscheiding
in 1978. In 1981 behaalde hij het diploma Theorie der Muziek. Naast zijn
werkzaamheden als organist van de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden en als
docent hoofdvak orgel aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen heeft hij
een uitgebreide concertpraktijk die hem voerde naar een groot aantal Europese
landen en naar Japan. In de loop der jaren speelde hij verschillende ‘integrales’:
in 1990 César Franck (Martinikerk Franeker), in
1999 Olivier Messiaen (Grote Kerk Leeuwarden,
Martinikerk en Sint Martinuskerk Sneek) en
in 2000 Bach (Grote Kerk Leeuwarden). In de
zomer van 2003 wijdde hij zich aan Vierne’s
Pièces de Fantaisie (Martinikerk Franeker). In
de tweede helft van 2014 en de eerste helft
van 2015 speelt hij op ‘zijn’ Müller-orgel in de
Grote Kerk in Leeuwarden de uit zes concerten
bestaande serie ‘Focus op Duitsland’, waarin
onder meer Bachs triosonates tot klinken
komen, maar ook koraalfantasieën van Töpfer,
Reimann, Reger en Hoyer.
Theo Jellema jureert bij belangrijke Europese
orgelconcoursen (Vilnius, Alkmaar, Brugge,
Toulouse, Pistoia) en geeft masterclasses in
binnen- en buitenland. Hij maakte cd-opnamen
van belangrijke historische orgels (najaar 2013 verscheen een cd met 17-eeuwse
Noord Duitse orgelmuziek, opgenomen op het Garrels-orgel van Purmerend) en
leidt orgelreizen. Hij is tevens werkzaam als orgeladviseur.
Voor zijn verdiensten voor de Franse orgelcultuur werd hem de zilveren medaille
“Arts-Sciences-Lettres” toegekend.
6
programmaZV-2014.indd 6
12-06-14 21:55
Programma
Müller-orgel
1. Girolamo Frescobaldi (1583-1643)
Toccata IX (uit ‘Il secondo libro de toccata …’ 1637)
2. Herman Berlinski (1910-2001)
The burning bush (1956)
Metzler-orgel
3. Carlos Seixas (1704-1742)
2 sonates in a
Müller-orgel
4. Johann Gottfried Müthel (1728-1788)
Fantasia in F
5. Johannes Gijsbertus Bastiaans (1812-1875)
Gefigureerd koraal “Jesu meine Freude”
(uit ‘Zes orgelstukken’1841)
6. Niels Gade (1822-1890)
Moderato (uit ‘Tre Tonstykker opus 22’ 1852/53)
7. Flor Peeters (1903-1986)
Scherzo (uit ‘Modale Suite opus 43’ 1939)
8. Jean-Baptiste Robin (*1976)
Cercles de Danses (uit‘Cercles Réfléchissants’ 2007/2008)
Toelichting
Zeven onderdelen van dit programma zijn gewijd aan muziek uit evenzoveel
Europese landen. We anticiperen daarmee op het jaar 2018, als Leeuwarden
Culturele Hoofdstad van Europa zal zijn. Orgel en orgelmuziek zijn immers bij
7
programmaZV-2014.indd 7
12-06-14 21:55
uitstek Europees cultureel erfgoed, en zelfs springlevend erfgoed!
Daarnaast klinkt nog een andere verbinding door, die met de tentoonstelling
in deze kerk, die in het teken staat van het bijbelboek Genesis. Daarom speel
ik vanavond Herman Berlinski’s ‘The burning bush’ (‘de brandende braambos’).
Berlinsky werd geboren in een orthodox Joodse familie in het huidige Polen (toen
tot Rusland behorend). Hij studeerde in Leipzig en leefde vervolgens in Parijs en in
de USA. In het verhaal van de brandende braambos openbaart God zich aan Mozes
als ‘Ik ben die Ik ben’; het ritme van die ‘naam’ in het Hebreeuws is gedurende het
hele stuk aanwezig.
Girolamo Frescobaldi (Italië) is één van de grootste meesters van de vroege
klaviermuziek. Zijn toccata’s zijn schijnbaar planloze aaneenschakelingen van
ideeën. Aan het eind van déze toccata schrijft hij sadistisch: ‘Non senza fatiga si
giunge al fine’ (‘Niet zonder moeite bereikt men het eind’).
Carlos Seixas (Portugal) werkte aan het hof en in de kathedraal van Lissabon. Als
componist onderging hij de invloed van Domenico Scarlatti, die van 1720 tot 1728
aan het Portugese hof verbonden was.
Johann Gottfried Müthel (Duitsland) genoot het onderricht van o.m. Johann
Sebastian Bach, Telemann en Carl Philipp Emanuel Bach. In zijn werk is de invloed
van deze laatste het duidelijkst hoorbaar. De laatste 35 jaar van zijn leven werkte hij
in Riga.
Johannes Gijbertus Bastiaans (Nederland) en Niels Gade (Denemarken) studeerden
beiden in Leipzig bij Felix Mendelssohn. De hoge achting voor het werk van Johann
Sebastian Bach was daar heel belangrijk. Dat heeft ook de ernstige toon van hun
orgelcomposities bepaald.
Flor Peeters (België) domineerde lange tijd het Vlaamse orgelleven. Als
kathedraalorganist was hij zijn leven lang in Mechelen actief. Het Scherzo uit zijn
‘Modale Suite’ heeft overigens zeker geen kerkelijk allure.
Jean-Baptiste Robin (Frankrijk) is één van de belangrijke organist-componisten van
de jongere generatie. Zijn ‘Cercles Réfléchissants’ (‘weerkaatsende cirkels’) is een
zevendelig orgelwerk, waarvan het eerste deel vanavond het programma afsluit.
Het heeft het karakter van een extatische dans met een rustiger middendeel.
8
programmaZV-2014.indd 8
12-06-14 21:55
16 juli 20.00 uur
Sietze de Vries
Musiceren vanuit innerlijke voorstelling en eigen creativiteit; dat is in het kort
het credo van organist en kerkmusicus Sietze de Vries (1973). Het improviseren
als ambacht en dus leerbaar proces vormt daarbij een belangrijk speerpunt. Het
historische orgelbezit van Nederland, en in het bijzonder dat van de provincie
Groningen, vormt voor hem een onuitputtelijke inspiratiebron.
Sietze de Vries ontving zijn professionele opleiding onder meer van Wim van Beek,
Jan Jongepier en Jos van der Kooy. Aan het conservatorium van Groningen behaalde
hij het diploma Docerend Musicus (Bachelor), aan het Koninklijk Conservatorium
te Den Haag het diploma Uitvoerend Musicus (Master) en de Aantekening
Improvisatie. Aan de Hogeschool te Alkmaar studeerde hij af als Kerkmusicus met
bevoegdheidsverklaring I.
In de periode 1987-2002
schreef hij 15 prijzen
op zijn naam bij diverse
nationale en internationale
orgelconcoursen, zowel op het
gebied van literatuur als dat
van improvisatie. Hoogtepunt
en tevens afsluiting van die
periode was het winnen
van het internationale
improvisatieconcours te Haarlem
in 2002, waarvan hij ook al
tweemaal eerder finalist was.
Naast een uitgebreide
internationale concertpraktijk
heeft Sietze de Vries ook een
lespraktijk, die er in het bijzonder
op gericht is om zijn ideeën over
het improvisatieambacht uit te
dragen. Hij doet dat ook door
middel van master classes en
lezingen in veel Europese landen
en de Verenigde Staten. Als
improvisatiedocent heeft Sietze
9
programmaZV-2014.indd 9
12-06-14 21:55
de Vries de status van ‘visiting professor’ aan Collegedale University (USA) en is hij
verbonden aan de internationale zomeracademie van Montreal (CA).
Naast zijn werk als concerterend organist, is Sietze de Vries ook actief als vaste
begeleider van het bekende Roder Jongenskoor en de Roden Girl Choristers, die
geheel in Engels-Anglicaanse stijl musiceren.
Zijn spel is op diverse Cd’s en Dvd’s vastgelegd, met name door het label JSB-records.
Programma
1. Jakob Praetorius (1586-1651)
Was kann uns kommen an für Noth (4 verzen)
2. Jean Sibelius (1865-1957)
Surusoitto-Sorgmusik op. 111
3. Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847)
Sonate IV in Bes (uit opus 65)
allegro con brio - andante religioso – allegretto - allegro maestoso
4. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
- Von Gott will ich nicht lassen BWV 658
il canto fermo nel pedale
- Trio super Allein Gott in der Höh sei Her BWV 664
à 2 claviers et pédale
Fantasia super ‘Komm, HeiligerGeist’ BWV 651
In OrganoPleno / il canto fermo nel pedale
(uit ‘Leipziger Choräle’)
5. Sietze de Vries (*1973)
Improvisatie
Toelichting
In de cultuur van de trotse Noord Duitse Hanzesteden nam het orgel een belangrijke
plaats in. De monumentale muziek van Jakob Praetorius is niet denkbaar zonder
de inspiratie die van de grote Hamburgse orgels uitging, maar evenmin zonder de
lessen die Praetorius in Amsterdam van Sweelinck ontving.
10
programmaZV-2014.indd 10
12-06-14 21:55
In de eeuw die Praetorius van Bach scheidt, ontwikkelt zich de muzikale taal
aanzienlijk. Het affectieve element voegt zich bij het monumentale, en komt er
soms voor in de plaats. Zo klinkt in BWV 658 en 664 orgelmuziek die zich direct
verbindt met de uitdrukkingskracht van hoog- en laatbarokke kamermuziek.
Wéér een eeuw later is het Mendelssohn die zich tot het orgel wendt in een
muzikale cultuur waarin dat niet meer vanzelfsprekend is. In het grote gebaar en
de meesterlijke beheersing van het contrapunt in het eerste en vierde deel van de
vierde sonate richt hij een monument op voor Johann Sebastian Bach; het Bachoeuvre was voor hem van grote betekenis en zijn muzikale leven stond voor een
groot deel in dienst van de verbreiding daarvan.
De ‘Sorgmusik’ (treurmuziek) van Sibelius kan men opvatten als een postscriptum bij
een muzikaal leven dat niet aan de orgelmuziek, maar aan de symfonie gewijd was
geweest. De compositie ontstond naar aanleiding van het overlijden van een vriend
van de componist, en de muzikale taal ervan is zeer persoonlijk.
11
programmaZV-2014.indd 11
12-06-14 21:55
23 juli 20.00 uur
Maurizio Croci
Maurizio Croci, geboren in Varese, Italië, studeerde orgel en klavecimbel aan de
conservatoria van Milaan en Trento. Hij vervolgde zijn studie in Basel (Zwitserland)
bij Jean-Claude Zehnder en Andrea Marcon. In 1998 was hij prijswinnaar van het
Paul Hofhaimerconcours in Innsbruck.
Croci is werkzaam, als orgeldocent aan de HEMU (Haute Ecole de Musique VaudValais-Fribourg) en aan het conservatorium van Fribourg (Zwitzerland). Daarnaast
is hij docent klavecimbel aan de afdeling Oude Muziek van de Milano CivicaScuola
di Musica, organist van de Basiliek van de Heilige Drie-eenheid in Bern en van het
Collège St-Michel in Fribourg en artistiek directeur van de Académie d’Orgue de
Fribourg.
Croci gaf concerten in geheel Europa en Japan. Zij spel is op verschillende cd’s
vastgelegd.
12
programmaZV-2014.indd 12
12-06-14 21:55
Programma
1. Girolamo Frescobaldi (1583–1643)
- Toccata Sesta sopra i pedali
- Aria detta la Frescobalda – Monicha- Balletto
- Cento partite sopra passacagli
2. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Toccata en fuga in F BWV 540
-
3. . Johann Sebastian Bach
Concerto in d (naar A.Vivaldi) BWV 596
- ‘allegro’ – grave
- fuga
- largo e spiccato
allegro
4. Polibio Fumagalli (1830–1900)
Sonate in e opus 290
moderato - adagio - finale (allegro giusto)
Toelichting
Weinig componisten hebben waarschijnlijk een zo originele geest gehad als
de 17e-eeuwse Italiaan Girolamo Frescobaldi.
Van een voorzichtige ontwikkeling van aan elkaar verwante ideeën is bij hem
geen sprake.
Voortdurend overrompelt hij de luisteraar door onverwachte wendingen, die zelfs
400 jaar nadat de stukken gecomponeerd werden, niets van hun frisheid hebben
verloren. Al zijn orgelmuziek ontstond voor éénklaviers orgels met ca. acht registers
(die wél groot van toon konden zijn); pedaalgebruik was zó bijzonder dat het
speciaal in een titel moest worden vermeld.
In de 18e eeuw heerst een grotere logica in de compositorische processen,
niet alleen bij Johann Sebastian Bach, maar ook al bij Vivaldi. De superieure
13
programmaZV-2014.indd 13
12-06-14 21:55
klankarchitectuur van BWV 540 en van Vivaldi’s Concerto in d zijn een klinkend
evenbeeld van het evenwicht in de barokke bouwkunst.
De Italiaanse muziek van de 19e eeuw kennen wij vooral uit de opera. Het
orgel ontwikkelde zich in Italië pas laat vanuit de vroeg-barokke modellen, wat
componisten niet aanmoedigde ervoor te schrijven. Polibio Fumagalli, telg uit
een componistenfamilie, was zelf organist en componeerde voor het modernere
Italiaanse orgel, een instrument waarin uiteindelijk toch algemene Europese
orgelbouwprincipes waren overgenomen.
14
programmaZV-2014.indd 14
12-06-14 21:55
26 juli
Theo Jellema BAC H N A C H T C O N C E RT
aanvang 22.00 uur
Johann Sebastian Bach werd geboren op 21 maart 1685 in Eisenach en overleed
op 28 juli 1750 in Leipzig. Het Bach-nachtconcert vindt elk jaar plaats op de
zaterdagavond die het dichtst bij zijn sterfdatum ligt.
Programma
Werken van Johann Sebastian Bach
Müller-orgel
1. Preludium en Fuga in c BWV 546
2. Allein Gott in der Höh sei Ehr BWV 663
à 2 claviers et pédale il canto fermo nel tenore
(uit ‘Leipziger Choräle’)
3. Partite diverse sopra il Corale “Ach, was soll ich Sünder machen” BWV 770
(koraal met 9 variaties)
4. Preludium en fuga in C BWV 566
Metzler-orgel
5. Christus, der ist mein Leben BWV 1112
O Lamm Gottes unschuldig BWV 1095
Werde munter, mein Gemüte BWV 1118
(uit ‘Neumeister Choräle’)
15
programmaZV-2014.indd 15
12-06-14 21:55
Müller-orgel
6. Trio super ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ BWV 664
à 2 claviers et pédale
(uit ‘Leipziger Choräle’)
7. Fantasia in c BWV 562
Toelichting
Johann Sebastian Bach hield zich een groot deel van zijn leven met het orgel bezig.
Gedurende die tijd maakte hij een ontwikkeling door. Net zoals mindere goden
stond hij aanvankelijk nog onder invloed van zijn leraren. Zo herkent men in BWV
770 het voorbeeld van Georg Böhm en in BWV 566 dat van Dieterich Buxtehude
(herkenbaar aan de twee door een tussenspel gescheiden fuga’s). In BWV 1112,
1095 en 1118 (deel uitmakend van de pas dertig jaar geleden ontdekte en als
Bach-werken niet geheel onomstreden Neumeister Choräle) is de invloed van de
Pachelbel-school onloochenbaar.
Werkelijk zichzelf werd hij pas later. In BWV 663 en 664 (Leipziger versies van eerder
in Weimar gecomponeerde stukken) doet niets meer denken aan de grote mannen
die hem ooit beïnvloedden. Dat geldt eveneens in BWV 546 (met de subliem
evenwichtige architectuur van het preludium) en in de door rijpe melancholie
getekende BWV 562.
16
programmaZV-2014.indd 16
12-06-14 21:55
30 juli 20.00 uur
Christiaan de Vri e s
Christiaan de Vries begon in 1994 met orgellessen bij Klaas Tjitte de Jong en Theo
Jellema. De opleiding Docerend Musicus volgde hij aan het Noord Nederlands
Conservatorium (1999-2004). Piano en continuo waren er zijn bijvakken. Hij
volgde masterclasses bij Michel Bouvard en Wolfgang Zerer. Aan het Rotterdams
Conservatorium (2004-2006) begeleidde Ben van Oosten hem naar het diploma
Uitvoerend Musicus. Ook volgde hij het vak kerkmuziek aan dit conservatorium.
Tevens volgde hij Masterclasses bij Olivier Latry en Lorenzo Chielmi. Hij was sinds
1995 vaste organist in Leeuwarden , Kollum (van Gruisen), en Ferwert (Verschueren)
en is sinds 2007 de vaste bespeler van het monumentale Bätz-Witte orgel in de
Oude Lutherse kerk te Amsterdam.
17
programmaZV-2014.indd 17
12-06-14 21:55
Programma
1. Christiaan de Vries (*1980)
Improvisatie “Intrada”
2. Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847)
Sonate VI in d (uit opus 65)
3. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Preludium en fuga in b BWV 544
4. César Franck (1822-1890)
Prière
(uit ‘Six Pièces’ opus 20)
5. Charles-Marie Widor (1844-1937)
Allegro Vivace
(uit ‘Symphonie V’ opus 42)
Toelichting
Na de improvisatie (een kunst die vrijwel uitsluitend wordt beoefend door
organisten en door jazzmusici) presenteert dit programma een aantal unieke
hoogtepunten uit de orgelliteratuur, stukken die zonder uitzondering getuigen van
de briljante geesten van hun scheppers.
Voor óns nú zijn ze bekend, en dat staat het besef van de overrompelende indruk
die ze ooit gemaakt moeten hebben, wel eens in de weg.
Een paar woorden daarom over die vernieuwende aspecten.
Toen J.S.Bach zijn preludia en fuga’s voor orgel componeerde, kon hij voortbouwen
op wat hem door Dieterich Buxtehude was aangereikt. Buxtehude bediende zich
echter van een vormschema waarin een preludium en een fuga (vaak ook meerdere
fuga’s) in elkaar overgingen en waarin geen van de samenstellende delen aanspraak
kon maken op zelfstandigheid. Bij Bach staan het preludium en de fuga beide
op zichzelf, wat leidt tot een heel nieuwe architectuur voor beide. Het vanavond
gespeelde BWV 544 bestaat uit een door zijn ritmiek bruisend en wervelend
preludium, dat wordt gevolgd door een fuga die enigszins deftig begint, maar op
den duur door een tweede thema verlevendigd wordt.
18
programmaZV-2014.indd 18
12-06-14 21:55
Felix Mendelssohn bewonderde Bach, maar hij schreef geen koraalvariatiereeks
op de Bachse manier. Bij hem zijn de variaties aan elkaar gekoppeld –een destijds
nieuw concept. Na de apotheose van de fuga ontpopt de componist zich als
overtuigende representant van de Biedermeier-tijd: het afsluitende andante is een
echt ‘Lied ohne Worte’.
De verhevenheid van Franck’s melodiek en harmoniek zijn verbazingwekkend, zeker
wanneer men bedenkt dat de Franse ‘orgelcomponeercultuur’ van zijn tijd kan
worden gekenschetst als ‘style mondain’. Het hoogtepunt van die serene Franck-stijl
vormen de drie ‘Chorals’ uit zijn laatste levensjaar, maar in ‘Prière’ is 30 jaar eerder
alles al aanwezig.
Op zijn eigen manier ontsnapte ook Widor aan de mondaine stijl. Hij creëerde een
orgeloeuvre dat gebruik maakt van alle mogelijkheden die de Cavaillé-Coll-orgels
in de Franse kathedralen te bieden hadden (en nog hebben), een nieuwe orgelstijl,
nieuw door de gerichtheid op de voorbeelden uit de symfonische literatuur en door
de eisen aan de virtuositeit.
19
programmaZV-2014.indd 19
12-06-14 21:55
6 augustus 20.00 u u r
Theo Jellema
Dit concert is het eerste van de serie 'Focus op Duitsland': zes concerten in de Groteof Jacobijnerkerk op 6 augustus, 1 oktober en 3 december 2014 en 4 februari, 8 april
en 3 juni 2015 door Theo Jellema. Op elk concert o.m. een Triosonate van Bach, een
Sonate van Mendelssohn, composities van Schumann en Brahms en een romantische
koraalfantasie.
Programma
1. Dieterich Buxtehude (1637-1707)
Preludium in g Bux WV149
2. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Triosonate I in Es BWV 525
(allegro – adagio – allegro)
3. Felix Mendelssohn Bartholdy(1809-1847)
Sonate II in c (uit opus 65)
(grave - adagio - allegro maestoso e vivace - allegro moderato)
4. Johannes Brahms (1833-1897)
- Mein Jesu, der du mich
- O Welt, ich muss dich lassen (1)
5. Robert Schumann (1810-1856)
Fuga I in Bes over BACH (uit opus 60)
PAUZE
6. Heinrich Reimann (1850-1906)
Phantasie über den Choral “Wie schön leuchtet der Morgenstern” opus 25
20
programmaZV-2014.indd 20
12-06-14 21:55
Toelichting
De grote componisten zijn steeds in meerdere of mindere mate vernieuwers
geweest.
Buxtehude verenigde in zijn grote preludia uiteenlopende compositiemodellen.
In BuxWV 149 is bijzonder dat hij het idee van een zich steeds herhalend
basgegeven niet, zoals vaak, aan het eind maar juist aan het begin zet.
Johann Sebastian Bach is één van de grootste organisten van zijn tijd geweest.
Dat moet je ook wel zijn om het idee van een triosonate, traditioneel voor minstens
drie spelers, te ‘transplanteren’ naar het door één persoon bespeelde orgel.
Felix Mendelssohn toont in zijn orgelsonates dikwijls twee gezichten. Nu eens
imiteert hij de monumentale structuren van de door hem zo bewonderde Bach, dan
weer is hij een echte Biedermeier-componist wiens Andante’s in feite ‘Lieder ohne
Worte’ zijn. Bijzonder is in deze tweede sonate vooral de triomfantalistische toon
van het derde deel; de ritmiek doet denken aan de mars, alhoewel de ¾-maat zich
daarmee niet laat verbinden.
Schumann wijdde zich aan het contrapunt in minder gelukkige perioden van zijn
leven; men zou kunnen zeggen dat het voor hem een therapie was. In de eerste van
de zes fuga’s die gebaseerd zijn op het thema van Bach’s naam (bes - a - c - b) toont
hij een groot meesterschap over de lange-termijnplanning, waardoor het werk zich
heel overtuigend naar een climax beweegt.
Heinrich Reimann was organist van de Kaiser Wilhelm Gedächtnis Kirche in Berlijn.
Zijn opus 25 verdient een belangrijke plaats in het rijtje 19e-eeuwse koraalfantasieën. Men mag aannemen dat de werken van Johann GottlobTöpfer hem tot
voorbeeld hebben gediend. Op zijn beurt bouwde Reger voort op het Reimannvoorbeeld, dat hij wilde overtreffen.
21
programmaZV-2014.indd 21
12-06-14 21:55
13 augustus 20.00 u u r
Gerrie Meijers
Gerrie Meijers, organist en pianist, studeerde met onderscheiding af als Uitvoerend
Musicus. Haar docenten orgel waren Johan van Dommele en Hans van Nieuwkoop,
haar docenten piano Arthur Hartong en Jacques Hendriks. Op de internationale
orgelconcoursen van Toulouse en Nijmegen won ze prijzen en van de Société
Academique “Arts-Sciences-Lettres” ontving zij de zilveren medaille vanwege haar
verdiensten voor de Franse muziek. Ze concerteert in binnen- en buitenland en is
zeer actief als begeleidster met een uitgesproken voorkeur voor het vocale genre in
de breedste zin van het woord.
Zij is organist van de Remonstrantse Kerk te Haarlem en pianist/correpetitor bij een
groot aantal koren.
Met Wieke Ubels (sopraan), Annette Stallinga (alt) en Cecile Roovers (alt/mezzo en
actrice) vormt zij vaste duo’s.
Een vierhandig duo is zij samen met Christine Kamp.
Als freelancer werkt ze ook regelmatig bij Holland Opera (voorheen Xynix-opera),
Stichting Vocaal Talent Nederland, Casuquo (voorheen Haags ad Hoc), Stem van
Haarlem, Zangstudio Haarlem en het Orlandus-ensemble.
Gerrie Meijers maakte diverse radio- en cd-opnamen waaronder de GoldbergVariationen van Bach op orgel en de Symphonie-Passion van Duprè in de OLVkathedraal van Antwerpen.
Bijzondere producties waar ze haar medewerking aan verleende waren o.a.
het muziektheaterprogramma Liefde op de Schop met Cecile Roovers en
VereleVorstman (filmmaakster), de dansvoorstelling Pulse in het Orgelpark op
muziek van Ligeti, de première van het Fukushima requiem van Zsigmmond
Szathmáry tijdens het openingsconcert van het Internationaal Orgelfestival
Haarlem, het minimal music
concert Landscape in sound en
de muziekvoorstelling Luther
van Boudewijn Tarenskeen voor
bariton, koor Cappella Amsterdam
en orgel, geschreven voor het
festival Musica Sacra 2013 in
Maastricht. Laatstgenoemde
productie wordt dit najaar
hernomen en op diverse plaatsen
in Nederland uitgevoerd.
22
programmaZV-2014.indd 22
12-06-14 21:55
Programma
1. Marcel Dupré (1886-1971)
Le Monde dans l’attente du Seigneur
(uit ‘Symphonie-Passion’ opus 23)
2. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Kyrie, Gott Vater in Ewigkeit BWV 669
Canto fermo in Soprano à 2 Clav. et Ped.
3. Petr Eben (1929-2005)
Hommage à Dietrich Buxtehude
4. Johann Sebastian Bach
Christ, unser Herr, zum Jordan kam BWV 684
à 2 Clav. e Canto fermo in Pedale
5. Dieterich Buxtehude (1637-1707)
Ciacona in c BuxWV 159
6. Johann Sebastian Bach
Vater unser im Himmelreich BWV 682
à 2 Clav. et Pedale Canto fermo in Canone
7. Olivier Messiaen (1908-1992)
Dieu parmi nous
(uit ‘La Nativité du Seigneur’)
Toelichting
De verbindingslijnen in dit programma zijn talrijk.
Eben verwijst expressis verbis naar Buxtehude, maar ook was Messiaen een leerling
van Dupré, bewonderde Bach Buxtehude en bewonderde iedereen die na hem
kwam Bach.
23
programmaZV-2014.indd 23
12-06-14 21:55
Het koraal was voor Bach zijn leven lang een inspiratiebron. De drie specimina
van die Bachse koraalkunst laten evenzoveel voorbeelden horen van verschillende
technieken waarvan de componist zich kon bedienen. In BWV 669 is het procédé
dat van het strenge contrapunt, vocaal geïnspireerd; in BWV 684 is het voorbeeld
juist instrumentaal van aard en lijkt het alsof we twee hobo’s horen die ondersteund
door een fagot (de zestienden van het stromende Jordaan-water) de tenor-cantusfirmus omranken en in BWV 682 bereikt Bach de allerhoogste complexiteit: de
cantus-firmus klinkt in een canon die omlijst wordt door twee stemmen met de
rijkste ritmische diversiteit die men zich bij een barokcomponist kan voorstellen, het
geheel rustend op een onverstoorbaar voortschrijdend bas-fundament.
Het bouwen op een bas-fundament kan ook als ‘doel op zichzelf’ beoefend worden.
Bach doet dat met niet te evenaren meesterschap in de beroemde Passacaglia in
c (die deze zomer nu eens niet wordt gespeeld), maar Buxtehude deed het hem
(zij het op bescheidener schaal) al voor. Van hem zijn een Passacaglia in d en twee
Ciaconna’s (in e en in c) overgeleverd. Die in c, die vanavond wordt uitgevoerd, is
daarvan het meest improvisatorisch vormgegeven.
De orgelmuziek van Eben schuwt de spot en de persiflage niet. Zo wordt de
thematiek van de vereerde Buxtehude soms hardhandig verdraaid.
De twee Franse stukken verbinden zich meer met elkaar dan met de andere werken
van het programma. Ze vormen zo een raamwerk dat op zichzelf staat.
Dupré ‘s ‘Symphonie Passion’ ontstond als improvisatie en werd pas later tot
compositie uitgewerkt.
‘De wereld die op de Heer wacht’, het eerste deel van deze symfonie is een brok
energie met hamerende akkoorden, waaruit het gregoriaanse ‘Jesu Redemptor’
opklinkt.
Messiaen’s ‘Dieu parmi nous’ (God onder ons) besluit zijn geniale negen-delige
kerstcyclus ‘La Nativité du Seigneur’ (De geboorte van de Heer). Dit deel is
gebaseerd op drie thema’s (het dalende motief van Christus die op aarde komt,
vervolgens het zacht klinkende thema van de goddelijke liefde, tenslotte een
Halleluja-thema). Het werk mondt uit in een stralende toccata, gebouwd op het
eerste thema, dat in het pedaal klinkt.
24
programmaZV-2014.indd 24
12-06-14 21:55
20 augustus 20.00 u u r
Stef Tuinstra
Stef Tuinstra studeerde orgel, piano, klavecimbel en trombone aan het Prins Claus
Conservatorium te Groningen. Hij behaalde Summa Cum Laude het Master-diploma
voor orgel (1976), het 1e graads diploma kerkmuziek en koordirectie (1978), de Prix
d'Excellence voor orgel (1979) en de koraalprijs ter gelegenheid van het Nationaal
Improvisatie Concours te Bolsward (1981). In 1986 werd hij onderscheiden bij het
Internationaal Clavecimbel Concours te Brugge.
Van 1974 tot recentelijk was hij organist van de Jacobuskerk te Zeerijp en sinds 1992
tevens van de Nieuwe Kerk te Groningen. Hij is leider van en docent namens de
NoordNederlandseOrgelAcademie (NNOA) en is o.a. actief met CD-produkties met
het label NNOA. Vele jaren was hij tevens koor- en orkestdirigent.
Stef Tuinstra concerteert en is masterclassdocent in verschillende Europese landen,
Japan en de USA. Hij staat tevens bekend als inventief improvisator in verschillende
stijlen. Recent verscheen op het label Document een 3-cd album met de integrale
orgelwerken van Georg Böhm die wereldwijd in de vakpers als topproductie wordt
beoordeeld. Zijn orgel-CD’s worden gezien als baanbrekend, van hoog artistiek
niveau en blijvend actueel.
25
programmaZV-2014.indd 25
12-06-14 21:55
Als gecertificeerd orgelbouwadviseur werkt Stef Tuinstra nauw samen met diverse
protestantse kerken en stichtingen in Nederland en de Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed. Hij heeft daarin een gezaghebbende reputatie opgebouwd en inmiddels al
ruim 100 projecten op zijn naam staan. Ook is hij auteur van diverse publicaties over
orgelbouw en -spel.
Programma
1. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Preludium in Es BWV 552/1
2. Georg Böhm (1661-1733)
Herr Jesu Christ, dich zu uns wend’
(6 versetten)
3. Georg Böhm
Vater unser im Himmelreich à 2 Clav. et Pedal
4. Johann Sebastian Bach
Pièce d'orgue in G BWV 572
5. Johann Sebastian Bach
Fantasia in c BWV 562
6. Johann Sebastian Bach
- Aus tiefer Not schrei ich zu dir BWV 686
6 voci in Organo pleno con Pedale doppio
- Vater unser im Himmelreich BWV 682
à 2 Clav. et Pedal e Canto fermo in Canone
(uit ‘Dritter Teil der Clavier- Übung’)
7. Johann Sebastian Bach
Fuga in Es BWV 552/2
26
programmaZV-2014.indd 26
12-06-14 21:55
Toelichting
Stef Tuinstra plaatst in dit programma twee componisten naast elkaar wier
biografieën niet los van elkaar staan.
De jong wees geworden Johann Sebastian Bach bezocht in de jaren 1700-1702 het
gymnasium te Lüneburg, de stad waar Georg Böhm organist van de Johanniskirche
was. We weten niet zeker of Bach leerling van Böhm is geweest in de formele zin
van het woord, maar dat er contacten waren tussen hen staat vast. In een aantal
vroege composities volgt Bach Böhmse modellen.
In Lüneburg was in die tijd Franse muziek in de mode (de invloed van het hof
van het dichtbij gelegen Celle speelt daarbij een rol); Böhm en Bach profiteerden
daarvan. De versieringen waarmee ze hun elegante melodische patronen ‘op smaak
brachten’ waren op Franse leest geschoeid (Böhm – Vater unser) en van tijd tot tijd
gebruikten ze het sterk gepunteerde ritme van de Franse ouverture (Bach – BWV
552.1). Soms werden ook Franse titels gebruikt (BWV 572).
De vijfstemmigheid waarvan Bach zich soms bedient (BWV 562, 686, 682, 552.1) kan
men in verband brengen met de vijfstemmigheid in de orgelwerken van Louis De
Grigny, die Bach heeft overgeschreven. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat
De Grigny die anders hanteert dan Bach, en dat vijfstemmigheid ook elders in de
17e eeuw veelvuldig werd toegepast.
27
programmaZV-2014.indd 27
12-06-14 21:55
27 augustus 20.00 u u r
Reitze Smits
Reitze Smits studeerde in Utrecht orgel, improvisatie en compositie. Later volgde hij
enige jaren muziekwetenschappen en behaalde een solodiploma voor klavecimbel
aan het Haags conservatorium.
De interpretatie van barokmuziek en vooral de fascinatie voor de muziek van Bach,
bepaalden jarenlang zijn belangstelling. Op
internationale concoursen in Brugge, Toulouse
en Nijmegen won hij daarmee prijzen. Met zijn
ensemble Concerto Strumentale trad hij op in
belangrijke festivals, waarbij hij vooral succes
boekte met zelf gemaakte “reconstructies”
van orgelconcerten van Bach. In samenwerking
met vocale solisten voerde hij cantates uit van
Noordduitse barokcomponisten en Bach. Als
dirigent leidde hij koren en orkesten in o.m. de
Johannes Passie van Bach en het Requiem van
Fauré.
Geïnspireerd door zijn werk als orgeldocent
aan het Utrechts Conservatorium en het
Lemmensinstituut in Leuven (B.), kregen
improvisatie en de totale breedte van het orgelrepertoire weer de volle aandacht.
Hij speelde concerten in de meeste Europese landen en gaf cursussen in o.m.
Toulouse, Haarlem, Brno, Oundle en op Mallorca.
Hij was gedurende lange tijd organist op historische orgels in Breukelen en
Zaltbommel. Momenteel is hij organist van de Grote Kerk in Vianen.
Op CD-opnames verkent hij de raakvlakken van het repertoire tussen de
verschillende toetsinstrumenten. Daarbij ontstonden diverse orgelbewerkingen
van piano- en orkestwerken van met name Mendelssohn, die ook in druk zijn
verschenen. Ook als componist is hij actief: Five light pieces, Distant Music en
Toccata per ma esquerra, verschenen eveneens in druk.
In het jaar 2000 nam hij het initiatief tot de oprichting van “Festival voor de Wind”,
waarvan hij sindsdien artistiek leider is. Dit festival combineert het orgel met andere
podiumkunsten, waardoor het orgel in brede kring bekend wordt. In dat verband
trad hij op met Dance Works Rotterdam in een succesvolle reeks concerten met dans
op orgelmuziek van Bach en Milhaud.
In 2010 ontving hij de Sweelinckprijs voor zijn verdiensten voor de orgelcultuur.
28
programmaZV-2014.indd 28
12-06-14 21:55
Programma
1. Johann Sebastian.Bach (1685-1750)
- Preludium in e BWV 548.1
- Dies sind die heil’gen zehn Gebot BWV 678
- Fuga in e BWV 548.2
2. Sergei Rachmaninoff (1873-1943) (orgelbewerkingen R. Smits)
- Prelude in F (1891)
- Moment Musical in bes (op.16,1)
- Prelude in cis (op.3,2)
- Prelude in g (op.23,5)
3. Reitze Smits (*1956)
- Moods
- Toccata de ma esquerra
- Canto Baltica
- Jigg
Toelichting
Johann Sebastian Bach is in dit programma vertegenwoordigd met één van zijn
meest monumentale preludia en fuga’s. Organisten plegen te spreken van ‘de
grote e-moll’. Het preludium heeft een indrukwekkend evenwichtige structuur,
waarin een uitgekiend toonsoortenverloop zich verbindt met een verwerking van
verschillende thematische ideeën. De speler van het werk kan daarbij kiezen voor
uiteenlopende interpretatieve duidingen: van vooral elegisch (gedacht vanuit
de stijgende kleine sext van het beginthema) tot vooral stoer. De fuga wordt
gekenmerkt door de letterlijke herhaling van de expositie aan het slot en door de
virtuoze passages in het middengedeelte.
Preludium en fuga vormen vandaag het kader voor een koraalbewerking uit
het ‘Dritter Teil der Clavier Übung’. Deze bewerking is vijfstemmig. Boven een
onverstoorbaar voortschrijdende bas klinkt de koraalmelodie in het tenorgebied
in canon. Boven deze strenge canon (de tien geboden!) zingen sopraan en alt een
29
programmaZV-2014.indd 29
12-06-14 21:55
dialoog die juist heel affectief van aard is. De concertgever schrijft over de andere
composities: De Russische pianist en componist Rachmaninoff staat bekend als de
laatste grootste romanticus. Zijn tweede pianoconcert is beroemd geworden, maar
dezelfde hartstochtelijke en toch weemoedige sfeer beheerst vrijwel al zijn werken.
Een vertaling van zijn muziek naar orgel lijkt niet voor de hand te liggen, maar toch
leent de textuur van enkele van zijn pianowerken zich daar goed voor. De ‘Prelude
in cis klein’ bestaat al sinds lang in verschillende orgelbewerkingen. De andere
werken van dit programma zijn premières. Het is een uitdaging in onze dagen op
orgel dergelijke stukken te spelen, uit een tijd waarin de meeste componisten niet
uitgedaagd werden om voor orgel te schrijven.
Componeren voor orgel in onze tijd is wel degelijk een uitdaging. De afgelopen
eeuw bood een enorme experimenteerlust waarin componisten het orgel op de
meest uiteenlopende manieren hebben gebruikt, van uiterst gecompliceerd tot
bijna simplistisch eenvoudig, van orkestraal tot kamermuzikaal, van dissonante
klankenmachine tot betoverend harmonieus instrument.
De relatie met het publiek is lange tijd ondergeschikt geweest in het moderne
componeren. Tegenwoordig zijn er vele muzikale uitingen waardoor ons muzikaal
gehoor gevormd wordt. De herkenbaarheid van muzikale structuren speelt gelukkig
weer een grotere rol. In de werken van Reitze Smits wordt daar bewust naar
gezocht. Soms bieden alledaagse muzikale aspecten die niet speciaal in de orgel- of
kerkmuziek voorkomen daarbij inspiratie, terwijl de gelaagdheid (het tegelijkertijd
plaatsvinden van muzikale gebeurtenissen) en ritmische verschuivingen de muziek
diepte geven.
De vanavond gespeelde werken zijn recent geschreven. ‘Moods’ en ‘Canto Baltica’
zijn afkomstig uit de bundel ‘Distant Music’: eenvoudige en kalme muziek, die toch
beelden (of verbeelding) kan oproepen. De titel van ‘Toccata de ma esquerra’ is
ontleend aan een oude Spaanse compositie. Het castagnet-achtige ritme, de soli
voor de linkerhand en de beweeglijke passages vormden de aanleiding tot deze
benaming. ‘Jigg’ is een oude Engelse schrijfwijze, voor gigue: een oude dansvorm.
In dit werk wordt een folk-achtige melodie steeds meer uit zijn verband gerukt door
herhaalde patronen van onregelmatige lengte die over elkaar gaan schuiven.
30
programmaZV-2014.indd 30
12-06-14 21:55
3 september 20.00 u u r
Theo Jellema
Verzoekprogramma
Theo Jellema maakt een keuze uit programmawensen van het publiek.
U kunt uw verzoek tot uiterlijk 13 augustus kenbaar maken via e-mail:
[email protected]
31
programmaZV-2014.indd 31
12-06-14 21:55
Lunchpauzeconcerten op vrijdagmiddag
aanvang 12.30 uur
18 juli
Jan Sterenberg Grote Kerk
1. Arnold Melchior Brunckhorst
(1670-1725)
Preludium in e
2. Johann Georg Nicolai (1721-1788)
Wer nur den lieben Gott lässt walten
3. Cor Kee (1900-1997)
- Fuga (uit ‘Suite Bavo-orgel’ 1958)
‘fuugsgewijs’ samengaan van A. de Klerk
en P. Kee, voormalige stadsorganisten
van Haarlem
- Psalm 131 (uit ‘Psalmen voor orgel’
ca. 1940)
4. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Preludium en fuga in c BWV 546
1 augustus
Misun Kim Grote Kerk
1. Franz Tunder (1614-1667)
- Preludium in g
- Auf meinen lieben Gott
3. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Partite diverse sopra ‘O Gott, du
frommer Gott’ BWV 767
15 augustus
Theo Jellema Waalse Kerk
1. Georg Böhm (1661-1733)
- Preludium in F
- Capriccio in d
2. Louis Couperin (ca.1626-1661)
- Fantaisie
- Fugue
- Fugue sur le Cromhorne
3. William Byrd (ca.1540-1623)
A voluntarie for my ladye nevell
4. François Couperin (1668-1733)
Dialogue sur la Voix humaine (uit ‘Messe
pour les couvents’ 1690)
5. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
- Preludium in f BWV 881.1
- Fuga in F BWV 880.2
(uit ‘Das wohltemperierte Klavier II’)
2. Gottfried August Homilius
(1714-1785)
- Straf mich nicht in deinem Zorn
- Wer nur den lieben Gott lässt walten
32
programmaZV-2014.indd 32
12-06-14 21:55
29 augustus
Ulbe Tjallingii en Fedde Tuinstra
(quatre mains)
1. Johann Sebastian Bach (1685-1750)
allegro
(uit ‘brandenburgs Concert’ Vi in bes)
bwV 1051
2. Wolfgang amadeus Mozart
(1756-1791)
Variaties in C
(uit ‘Serenade’ kV 361)
3. Camille Saint Saëns (1835-1921)
Éléphant – Fossiles – Cygne
(uit ‘le Carnival des animaux’)
4. a.F. Hesse (1809-1863)
Fantasie für die orgel zu 4 Händen
op 35
adagio, andante grazioso, allegretto
Om
alvast
in
uw ag
end
notere a te
n...
Het KERSTCONCERT 2014 Theo Jellema, orgel
Tweede Kerstdag - 26 december. aanvang: 15.00 uur.
33
programmaZV-2014.indd 33
12-06-14 21:55
HET MÜLLER-ORGEL iN DE GROTE OF JaCOBiJNERKERK TE LEEuWaRDEN
Christian Müller, in 1690 in de Harz geboren, werd in 1724 uit amsterdam, waar hij
toen als orgelbouwer werkte, 'ontboden' om in leeuwarden te komen overleggen
over de bouw van een groot nieuw orgel voor de grote of jacobijnerkerk. De
besprekingen verliepen succesvol en leidden drie jaar later tot de voltooiing van een
heel bijzonder orgel met drie klavieren en een vrij pedaal. Curieus is de plaatsing
van de pijpen van het bovenwerk op een zolder achter de orgelkas. gevolg daarvan
is dat dit bovenwerk in de frontopbouw niet zichtbaar is. tussen 1821 en 1944 werd
het orgel veelvuldig veranderd. een grote ingreep was de ombouw door l. van Dam
en Zn. in 1885, toen de manualen nieuwe windladen kregen en de klaviatuur werd
vernieuwd. Het orgel werd gerestaureerd door orgelmakerij bakker & timmenga in
1978. De technische aanleg bleef daarbij in de staat van 1885; pijpwerk en dispositie
keerden terug in de staat van 1727. onder de meerdere latere kleurlagen werd de
oorspronkelijke rode kleur teruggevonden. Deze is hersteld.
De dispositie luidt:
rugwerk
C - g'''
Hoofdwerk
C - g'''
prestant Disc. dubbel
Holpijp
octaaf
octaaf
mixtuur
Cornet disc.
Sexquialter
trompet
8'
8'
4'
2'
4-8 st.
6 st.
2 st.
8'
prestant Disc. dubbel
octaaf Disc. dubbel
roerfluit
octaaf
Quint
Superoctaaf
mixtuur
Scharp
trompet
trompet
16'
8'
8'
4'
3'
2'
4-8 st.
4-6 st.
16'
8'
bovenwerk
C - g'''
pedaal
C-d
baarpijp
Quintadeen
Viool de gambe
octaaf
gemshoorn
nassat
nagthoorn
Cimbel
Sexquialter
Dolceaan
Vox Humana
8'
8'
8'
4'
4'
3'
2'
3 st.
2-4 st.
8'
8'
prestant
bourdon
octaaf
octaaf
Quint
mixtuur
bazuin
trompet
trompet
16'
16'
8'
4'
3'
3 st.
16'
8'
4'
koppels: Hw-rw, Hw-bw, ped-rw, ped-Hw.
tremulanten op rw en bw. Vier afsluitingen.
toonhoogte 1/2 toon boven normaal
evenredig-zwevende temperatuur.
34
programmaZV-2014.indd 34
12-06-14 21:55
Het Metzler-orgel in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden
Het kistorgel dat de Grote Kerk siert, behoort tot de grotere kistorgels. Het werd
zo’n 50 jaar geleden gebouwd door de Zwitserse top-orgelbouwer Metzler.
Het betekent een enorme uitbreiding van de muzikale mogelijkheden in de Grote
Kerk. Naast de monumentale geluiden van het grote Müller-orgel kan zich in de
Grote Kerk ook de subtiele zilveren toon van het kistorgel goed ontplooien.
De dispositie is:
Gedackt 8'
Prinzipal 4'
Rohrflöte 4'
Oktave 2'
Mixtur
(manuaalomvang C – f''', toonhoogte a = 440 Hz)
35
programmaZV-2014.indd 35
12-06-14 21:55
HET ORGEL iN DE WaaLSE KERK TE LEEuWaRDEN
Johann Michaell Schwartzburg, 1740
Het orgel van de waalse kerk is in 1740 geschonken door anna van Hannover.
anna van Hannover was een dochter van de engelse koning en had tijdens haar
jeugd nog les van Händel. na haar huwelijk met de Friese stadhouder willem Carel
Hendrik Friso was zij in leeuwarden komen wonen.
Dit orgel is het grootste instrument dat johann michaell Schwartzburg heeft
gemaakt. Van zijn hand bestaan nog instrumenten in wolvega, burgwerd en morra.
Schwartzburg was in 1725 met de orgelbouwer Christian müller meegekomen naar
leeuwarden om te assisteren bij de bouw van het orgel in de grote kerk. na het
gereedkomen van dat instrument in 1727 bleef Schwartzburg achter in leeuwarden
en begon voor zichzelf. Hij stierf in 1748. Het orgel bezat in 1740 twee klavieren:
Hoofdwerk en onderpositief. in 1854 werd het instrument gemoderniseerd door
de orgelmakers van Dam uit leeuwarden. Zij veranderden het onderpositief in
een groter nevenwerk waar bij de orgelkas verdiept werd. in 1950 werd het orgel
gerestaureerd en nogmaals gewijzigd door de orgelmaker Flentrop te Zaandam.
Het orgel dat al sedert 1986 onbespeelbaar was, is door de leeuwarder orgelmakers
bakker & timmenga teruggebracht in de staat waarin de orgelmakers van Dam het
in 1854 gebracht hadden. ook de zwelkast (het vroegste voorbeeld in het noorden)
kon worden gereconstrueerd. De dispositie is als volgt:
Hoofdwerk C-c’’’
nevenwerk C-c’’’
prestant 8’
Holpijp 8’
octaaf 4’
Fluit 4’
Quintfluit 3’
octaaf 2’
mixtuur 4-5 st.
trompet 8’
prestant 8’
Viool de gambe 8’
roerfluit 8’
Fluit travers 4’
Salicionaal 4’
nachthoorn 2’
Dulciaan 8’
pedaal C-d
2 afsluiters
tremblant
Zwel
Ventiel
aangehangen
36
programmaZV-2014.indd 36
12-06-14 21:55