zomerseries 2014 op het müllerorgel in de programmaZV-2014.indd 1 GROTE KERK te leeuwarden 12-06-14 21:55 Dit programmaboekje werd mogelijk gemaakt door Orgelmakerij Bakker & Timmenga BV Leeuwarden Easterlittens St. Margryttsjerke Hardorff 1867 Restauratie 2014 u i t g a v e : S T I C H T I N G O RG E L C O N C E RT E N G ROT E K E R K L E E U WA R D E N g r a f i s c h e v o r m g e v i n g : S t u d i o M a rc a t o , M e p p e l , H i l b e r t H e i t m e i j e r B N O d r u k : C S L , L e e u w a rd e n D e t o e l i c h t i n g e n b i j d e p ro g r a m m a ' s z i j n v a n d e h a n d v a n T h e o J e l l e m a . D e c v ' s z i j n a a n g e l e v e rd d o o r d e c o n c e r t g e v e r s . S t i c h t i n g O r g e l c o n c e r t e n G ro t e K e r k L e e u w a rd e n s t e l t d e c o n c e r t s e r i e z o s a m e n d a t e e n g e v a r i e e rd a a n b o d v a n o r g e l m u z i e k g e g a r a n d e e rd i s . O v e r l e g m e t d e c o n c e r t g e v e r s h e e f t t e n d o e l d o u b l u re s i n d e p ro g r a m m e r i n g z o v e e l mogelijk te vermijden. Als naar de overtuiging van een concertgever de i n t e r n e s a m e n h a n g v a n e e n p ro g r a m m a z o u w o rd e n v e r s t o o rd d o o r v e r v a n g i n g v a n e e n w e r k d o o r e e n a n d e r, w o rd t d o o r d e S t i c h t i n g h e t re s p e c t e re n v a n d i e o v e r t u i g i n g b e l a n g r i j k e r g e v o n d e n d a n h e t v e r m i j d e n v a n d o u b l u re s . programmaZV-2014.indd 2 12-06-14 21:55 2 juli 20.00 uur Peter van der Zw a a g e n D a v i d v a n L a a r Peter van der Zwaag (PZ) kreeg op achtjarige leeftijd zijn eerste orgellessen van Jelle de Jong op de plaatselijke muziekschool. Vanaf 2003 kreeg hij privéles van Theo Jellema en studeerde vanaf 2009 bij hem aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Hij behaalde in 2013 zijn bachelor-diploma en volgt momenteel aan hetzelfde conservatorium de master bij Erwin Wiersinga. Daarnaast bekwaamt hij zich in het klavecimbelspel bij Johan Hofmann. Peter was driemaal finalist op het Nationaal Improvisatieconcours voor Amateurs te Leeuwarden (2003-2005). Hij behaalde diverse prijzen op verschillende concoursen, waaronder een eerste prijs op het SGOconcours in de St.-Jozefkathedraal te Groningen (2008). Hij volgde masterclasses bij o.a. Pieter Dirksen (Cuyk), Edoardo Bellotti (Udine) en Eric Lebrun (Parijs). Als organist is Peter verbonden aan de Kurioskerk (PKN) te Leeuwarden. Hij is werkzaam voor de stichting ‘Organum Frisicum’ en hoofdredacteur van de 'Friese Orgelkrant'. Daarnaast doet hij de master Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit te Groningen. David van Laar (DL) speelde autodidact piano en werd toegelaten tot de vooropleiding van dat instrument aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen. Sinds 2009 studeert hij orgel aan hetzelfde conservatorium bij Theo Jellema en Erwin Wiersinga. David van Laar is als organist onder andere actief in de St. Jozefkathedraal en de St. Salvatorkerk in Groningen en is als student-onderzoeker betrokken bij het lectoraat Lifelong Learning in Music in Arts. Daarnaast studeert hij Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie aan de Rijksuniversiteit Groningen. 3 programmaZV-2014.indd 3 12-06-14 21:55 Programma DL 1. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Toccata, adagio en fuga in C BWV 564 PZ 2. Jeanne Demessieux (1921-1968) In Manus Tuas (litanie) Hosanna Filio David (koraalfuga) PZ 3. Pêteris Vasks (*1946) Te Deum DL 4. Melchior Schildt (1592-1667) Herzlich lieb hab ich dich, o Herr DL 5. Johann Sebastian Bach Concerto in d (naar A.Vivaldi) BWV 596 - ‘allegro’ – grave - fuga - largo e spiccato - allegro PZ 6. Rolande Falcinelli (1920-2006) Cor Jesu Sacratissimum, opus 36 PZ 7. Marcel Dupré (1886-1971) – Te splendor virtus – Placare Christe servulis (uit ‘Le Tombeau de Titelouze’ opus 38) Toelichting De veelzijdigheid van het Müller-orgel wordt terecht geroemd. Vandaag is het ‘voertuig’ voor muziek uit de 17e, 18e en 20e eeuw. De 19e eeuw komt later in onze serie aan bod. In de loop der eeuwen is de orgelmuziek in steeds andere culturele brandpunten tot bloei gekomen. In de 17e eeuw is het noorden van Duitsland zo’n brandpunt. De rijke 4 programmaZV-2014.indd 4 12-06-14 21:55 koopliedenstand in de Hanzesteden had al in de voorafgaande eeuwen kosten noch moeite gespaard om grote kerken (dikwijls naar het voorbeeld van Franse kathedralen) te bouwen en die te voorzien van monumentale orgels. In Hamburg en een aantal steden aan de Oostzee-kust kwamen de meest indrukwekkende uitingen van deze bloei tot stand. Bescheidener wordt zij in andere plaatsen gerepresenteerd. Melchior Schildt werkte in de kleine hanzestad Hannover. Net als veel Noord Duitse leeftijdsgenoten was hij enige jaren bij Sweelinck in Amsterdam in de leer. In zijn muziek klinkt het Sweelinck-voorbeeld hier en daar door; men hoort er ook de fascinatie voor het orgel met meerdere klavieren, dat de mogelijkheid bood tot echo-effecten tussen hoofd- en rugwerk. De hanzestedencultuur was één van de inspiratiebronnen van Johann Sebastian Bach. Een andere was de muziek uit Italië. Vandaag horen we de Italiaanse Bach, als bewerker in BWV 596, als jeugdig geïnspireerd componist in BWV 564. De fransen op het programma van vanavond, Dupré, Falcinelli en Demessieux, staan in een heel andere traditie. De wortels daarvan liggen in de tweede helft van de 19e eeuw, toen drie grote Parijse organisten, Franck, Guilmant en Widor onder invloed van het symfonisch klinkende Cavaillé-Coll-orgel een belangrijk oeuvre schiepen. In de 20e eeuw wordt dat orgeltype verrijkt met klanken die men als ‘neo-klassiek’ bestempelde, omdat ze ontleend waren aan het klassieke orgel. Het compositorische palet ging daardoor ook veranderen. Enerzijds gingen oudere compositorische modellen een rol spelen (Demessieux – Hosanna Filio David; Dupré – Te splendor virtus), maar anderzijds kon de dissonante scherpte aanzienlijk toenemen (Falcinelli – Cor Jesu Sacratissimum). Tegen het eind van de 20e eeuw keert een aantal componisten zich af van het ongenaakbare modernisme dat hun was onderwezen. Bij ons is Arvo Pärt van die ‘groep’ het meest bekend geworden. De let Pêteris Vasks spreekt een vergelijkbare taal. Cerebrale constructie wordt vermeden; directe communicatie met de luisteraar staat voorop. 5 programmaZV-2014.indd 5 12-06-14 21:55 9 juli 20.00 uur Theo Jellema Theo Jellema (1955) studeerde orgel aan het conservatorium te Groningen in de orgelklas van Wim van Beek en behaalde zijn solodiploma met onderscheiding in 1978. In 1981 behaalde hij het diploma Theorie der Muziek. Naast zijn werkzaamheden als organist van de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden en als docent hoofdvak orgel aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen heeft hij een uitgebreide concertpraktijk die hem voerde naar een groot aantal Europese landen en naar Japan. In de loop der jaren speelde hij verschillende ‘integrales’: in 1990 César Franck (Martinikerk Franeker), in 1999 Olivier Messiaen (Grote Kerk Leeuwarden, Martinikerk en Sint Martinuskerk Sneek) en in 2000 Bach (Grote Kerk Leeuwarden). In de zomer van 2003 wijdde hij zich aan Vierne’s Pièces de Fantaisie (Martinikerk Franeker). In de tweede helft van 2014 en de eerste helft van 2015 speelt hij op ‘zijn’ Müller-orgel in de Grote Kerk in Leeuwarden de uit zes concerten bestaande serie ‘Focus op Duitsland’, waarin onder meer Bachs triosonates tot klinken komen, maar ook koraalfantasieën van Töpfer, Reimann, Reger en Hoyer. Theo Jellema jureert bij belangrijke Europese orgelconcoursen (Vilnius, Alkmaar, Brugge, Toulouse, Pistoia) en geeft masterclasses in binnen- en buitenland. Hij maakte cd-opnamen van belangrijke historische orgels (najaar 2013 verscheen een cd met 17-eeuwse Noord Duitse orgelmuziek, opgenomen op het Garrels-orgel van Purmerend) en leidt orgelreizen. Hij is tevens werkzaam als orgeladviseur. Voor zijn verdiensten voor de Franse orgelcultuur werd hem de zilveren medaille “Arts-Sciences-Lettres” toegekend. 6 programmaZV-2014.indd 6 12-06-14 21:55 Programma Müller-orgel 1. Girolamo Frescobaldi (1583-1643) Toccata IX (uit ‘Il secondo libro de toccata …’ 1637) 2. Herman Berlinski (1910-2001) The burning bush (1956) Metzler-orgel 3. Carlos Seixas (1704-1742) 2 sonates in a Müller-orgel 4. Johann Gottfried Müthel (1728-1788) Fantasia in F 5. Johannes Gijsbertus Bastiaans (1812-1875) Gefigureerd koraal “Jesu meine Freude” (uit ‘Zes orgelstukken’1841) 6. Niels Gade (1822-1890) Moderato (uit ‘Tre Tonstykker opus 22’ 1852/53) 7. Flor Peeters (1903-1986) Scherzo (uit ‘Modale Suite opus 43’ 1939) 8. Jean-Baptiste Robin (*1976) Cercles de Danses (uit‘Cercles Réfléchissants’ 2007/2008) Toelichting Zeven onderdelen van dit programma zijn gewijd aan muziek uit evenzoveel Europese landen. We anticiperen daarmee op het jaar 2018, als Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa zal zijn. Orgel en orgelmuziek zijn immers bij 7 programmaZV-2014.indd 7 12-06-14 21:55 uitstek Europees cultureel erfgoed, en zelfs springlevend erfgoed! Daarnaast klinkt nog een andere verbinding door, die met de tentoonstelling in deze kerk, die in het teken staat van het bijbelboek Genesis. Daarom speel ik vanavond Herman Berlinski’s ‘The burning bush’ (‘de brandende braambos’). Berlinsky werd geboren in een orthodox Joodse familie in het huidige Polen (toen tot Rusland behorend). Hij studeerde in Leipzig en leefde vervolgens in Parijs en in de USA. In het verhaal van de brandende braambos openbaart God zich aan Mozes als ‘Ik ben die Ik ben’; het ritme van die ‘naam’ in het Hebreeuws is gedurende het hele stuk aanwezig. Girolamo Frescobaldi (Italië) is één van de grootste meesters van de vroege klaviermuziek. Zijn toccata’s zijn schijnbaar planloze aaneenschakelingen van ideeën. Aan het eind van déze toccata schrijft hij sadistisch: ‘Non senza fatiga si giunge al fine’ (‘Niet zonder moeite bereikt men het eind’). Carlos Seixas (Portugal) werkte aan het hof en in de kathedraal van Lissabon. Als componist onderging hij de invloed van Domenico Scarlatti, die van 1720 tot 1728 aan het Portugese hof verbonden was. Johann Gottfried Müthel (Duitsland) genoot het onderricht van o.m. Johann Sebastian Bach, Telemann en Carl Philipp Emanuel Bach. In zijn werk is de invloed van deze laatste het duidelijkst hoorbaar. De laatste 35 jaar van zijn leven werkte hij in Riga. Johannes Gijbertus Bastiaans (Nederland) en Niels Gade (Denemarken) studeerden beiden in Leipzig bij Felix Mendelssohn. De hoge achting voor het werk van Johann Sebastian Bach was daar heel belangrijk. Dat heeft ook de ernstige toon van hun orgelcomposities bepaald. Flor Peeters (België) domineerde lange tijd het Vlaamse orgelleven. Als kathedraalorganist was hij zijn leven lang in Mechelen actief. Het Scherzo uit zijn ‘Modale Suite’ heeft overigens zeker geen kerkelijk allure. Jean-Baptiste Robin (Frankrijk) is één van de belangrijke organist-componisten van de jongere generatie. Zijn ‘Cercles Réfléchissants’ (‘weerkaatsende cirkels’) is een zevendelig orgelwerk, waarvan het eerste deel vanavond het programma afsluit. Het heeft het karakter van een extatische dans met een rustiger middendeel. 8 programmaZV-2014.indd 8 12-06-14 21:55 16 juli 20.00 uur Sietze de Vries Musiceren vanuit innerlijke voorstelling en eigen creativiteit; dat is in het kort het credo van organist en kerkmusicus Sietze de Vries (1973). Het improviseren als ambacht en dus leerbaar proces vormt daarbij een belangrijk speerpunt. Het historische orgelbezit van Nederland, en in het bijzonder dat van de provincie Groningen, vormt voor hem een onuitputtelijke inspiratiebron. Sietze de Vries ontving zijn professionele opleiding onder meer van Wim van Beek, Jan Jongepier en Jos van der Kooy. Aan het conservatorium van Groningen behaalde hij het diploma Docerend Musicus (Bachelor), aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag het diploma Uitvoerend Musicus (Master) en de Aantekening Improvisatie. Aan de Hogeschool te Alkmaar studeerde hij af als Kerkmusicus met bevoegdheidsverklaring I. In de periode 1987-2002 schreef hij 15 prijzen op zijn naam bij diverse nationale en internationale orgelconcoursen, zowel op het gebied van literatuur als dat van improvisatie. Hoogtepunt en tevens afsluiting van die periode was het winnen van het internationale improvisatieconcours te Haarlem in 2002, waarvan hij ook al tweemaal eerder finalist was. Naast een uitgebreide internationale concertpraktijk heeft Sietze de Vries ook een lespraktijk, die er in het bijzonder op gericht is om zijn ideeën over het improvisatieambacht uit te dragen. Hij doet dat ook door middel van master classes en lezingen in veel Europese landen en de Verenigde Staten. Als improvisatiedocent heeft Sietze 9 programmaZV-2014.indd 9 12-06-14 21:55 de Vries de status van ‘visiting professor’ aan Collegedale University (USA) en is hij verbonden aan de internationale zomeracademie van Montreal (CA). Naast zijn werk als concerterend organist, is Sietze de Vries ook actief als vaste begeleider van het bekende Roder Jongenskoor en de Roden Girl Choristers, die geheel in Engels-Anglicaanse stijl musiceren. Zijn spel is op diverse Cd’s en Dvd’s vastgelegd, met name door het label JSB-records. Programma 1. Jakob Praetorius (1586-1651) Was kann uns kommen an für Noth (4 verzen) 2. Jean Sibelius (1865-1957) Surusoitto-Sorgmusik op. 111 3. Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) Sonate IV in Bes (uit opus 65) allegro con brio - andante religioso – allegretto - allegro maestoso 4. Johann Sebastian Bach (1685-1750) - Von Gott will ich nicht lassen BWV 658 il canto fermo nel pedale - Trio super Allein Gott in der Höh sei Her BWV 664 à 2 claviers et pédale Fantasia super ‘Komm, HeiligerGeist’ BWV 651 In OrganoPleno / il canto fermo nel pedale (uit ‘Leipziger Choräle’) 5. Sietze de Vries (*1973) Improvisatie Toelichting In de cultuur van de trotse Noord Duitse Hanzesteden nam het orgel een belangrijke plaats in. De monumentale muziek van Jakob Praetorius is niet denkbaar zonder de inspiratie die van de grote Hamburgse orgels uitging, maar evenmin zonder de lessen die Praetorius in Amsterdam van Sweelinck ontving. 10 programmaZV-2014.indd 10 12-06-14 21:55 In de eeuw die Praetorius van Bach scheidt, ontwikkelt zich de muzikale taal aanzienlijk. Het affectieve element voegt zich bij het monumentale, en komt er soms voor in de plaats. Zo klinkt in BWV 658 en 664 orgelmuziek die zich direct verbindt met de uitdrukkingskracht van hoog- en laatbarokke kamermuziek. Wéér een eeuw later is het Mendelssohn die zich tot het orgel wendt in een muzikale cultuur waarin dat niet meer vanzelfsprekend is. In het grote gebaar en de meesterlijke beheersing van het contrapunt in het eerste en vierde deel van de vierde sonate richt hij een monument op voor Johann Sebastian Bach; het Bachoeuvre was voor hem van grote betekenis en zijn muzikale leven stond voor een groot deel in dienst van de verbreiding daarvan. De ‘Sorgmusik’ (treurmuziek) van Sibelius kan men opvatten als een postscriptum bij een muzikaal leven dat niet aan de orgelmuziek, maar aan de symfonie gewijd was geweest. De compositie ontstond naar aanleiding van het overlijden van een vriend van de componist, en de muzikale taal ervan is zeer persoonlijk. 11 programmaZV-2014.indd 11 12-06-14 21:55 23 juli 20.00 uur Maurizio Croci Maurizio Croci, geboren in Varese, Italië, studeerde orgel en klavecimbel aan de conservatoria van Milaan en Trento. Hij vervolgde zijn studie in Basel (Zwitserland) bij Jean-Claude Zehnder en Andrea Marcon. In 1998 was hij prijswinnaar van het Paul Hofhaimerconcours in Innsbruck. Croci is werkzaam, als orgeldocent aan de HEMU (Haute Ecole de Musique VaudValais-Fribourg) en aan het conservatorium van Fribourg (Zwitzerland). Daarnaast is hij docent klavecimbel aan de afdeling Oude Muziek van de Milano CivicaScuola di Musica, organist van de Basiliek van de Heilige Drie-eenheid in Bern en van het Collège St-Michel in Fribourg en artistiek directeur van de Académie d’Orgue de Fribourg. Croci gaf concerten in geheel Europa en Japan. Zij spel is op verschillende cd’s vastgelegd. 12 programmaZV-2014.indd 12 12-06-14 21:55 Programma 1. Girolamo Frescobaldi (1583–1643) - Toccata Sesta sopra i pedali - Aria detta la Frescobalda – Monicha- Balletto - Cento partite sopra passacagli 2. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Toccata en fuga in F BWV 540 - 3. . Johann Sebastian Bach Concerto in d (naar A.Vivaldi) BWV 596 - ‘allegro’ – grave - fuga - largo e spiccato allegro 4. Polibio Fumagalli (1830–1900) Sonate in e opus 290 moderato - adagio - finale (allegro giusto) Toelichting Weinig componisten hebben waarschijnlijk een zo originele geest gehad als de 17e-eeuwse Italiaan Girolamo Frescobaldi. Van een voorzichtige ontwikkeling van aan elkaar verwante ideeën is bij hem geen sprake. Voortdurend overrompelt hij de luisteraar door onverwachte wendingen, die zelfs 400 jaar nadat de stukken gecomponeerd werden, niets van hun frisheid hebben verloren. Al zijn orgelmuziek ontstond voor éénklaviers orgels met ca. acht registers (die wél groot van toon konden zijn); pedaalgebruik was zó bijzonder dat het speciaal in een titel moest worden vermeld. In de 18e eeuw heerst een grotere logica in de compositorische processen, niet alleen bij Johann Sebastian Bach, maar ook al bij Vivaldi. De superieure 13 programmaZV-2014.indd 13 12-06-14 21:55 klankarchitectuur van BWV 540 en van Vivaldi’s Concerto in d zijn een klinkend evenbeeld van het evenwicht in de barokke bouwkunst. De Italiaanse muziek van de 19e eeuw kennen wij vooral uit de opera. Het orgel ontwikkelde zich in Italië pas laat vanuit de vroeg-barokke modellen, wat componisten niet aanmoedigde ervoor te schrijven. Polibio Fumagalli, telg uit een componistenfamilie, was zelf organist en componeerde voor het modernere Italiaanse orgel, een instrument waarin uiteindelijk toch algemene Europese orgelbouwprincipes waren overgenomen. 14 programmaZV-2014.indd 14 12-06-14 21:55 26 juli Theo Jellema BAC H N A C H T C O N C E RT aanvang 22.00 uur Johann Sebastian Bach werd geboren op 21 maart 1685 in Eisenach en overleed op 28 juli 1750 in Leipzig. Het Bach-nachtconcert vindt elk jaar plaats op de zaterdagavond die het dichtst bij zijn sterfdatum ligt. Programma Werken van Johann Sebastian Bach Müller-orgel 1. Preludium en Fuga in c BWV 546 2. Allein Gott in der Höh sei Ehr BWV 663 à 2 claviers et pédale il canto fermo nel tenore (uit ‘Leipziger Choräle’) 3. Partite diverse sopra il Corale “Ach, was soll ich Sünder machen” BWV 770 (koraal met 9 variaties) 4. Preludium en fuga in C BWV 566 Metzler-orgel 5. Christus, der ist mein Leben BWV 1112 O Lamm Gottes unschuldig BWV 1095 Werde munter, mein Gemüte BWV 1118 (uit ‘Neumeister Choräle’) 15 programmaZV-2014.indd 15 12-06-14 21:55 Müller-orgel 6. Trio super ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ BWV 664 à 2 claviers et pédale (uit ‘Leipziger Choräle’) 7. Fantasia in c BWV 562 Toelichting Johann Sebastian Bach hield zich een groot deel van zijn leven met het orgel bezig. Gedurende die tijd maakte hij een ontwikkeling door. Net zoals mindere goden stond hij aanvankelijk nog onder invloed van zijn leraren. Zo herkent men in BWV 770 het voorbeeld van Georg Böhm en in BWV 566 dat van Dieterich Buxtehude (herkenbaar aan de twee door een tussenspel gescheiden fuga’s). In BWV 1112, 1095 en 1118 (deel uitmakend van de pas dertig jaar geleden ontdekte en als Bach-werken niet geheel onomstreden Neumeister Choräle) is de invloed van de Pachelbel-school onloochenbaar. Werkelijk zichzelf werd hij pas later. In BWV 663 en 664 (Leipziger versies van eerder in Weimar gecomponeerde stukken) doet niets meer denken aan de grote mannen die hem ooit beïnvloedden. Dat geldt eveneens in BWV 546 (met de subliem evenwichtige architectuur van het preludium) en in de door rijpe melancholie getekende BWV 562. 16 programmaZV-2014.indd 16 12-06-14 21:55 30 juli 20.00 uur Christiaan de Vri e s Christiaan de Vries begon in 1994 met orgellessen bij Klaas Tjitte de Jong en Theo Jellema. De opleiding Docerend Musicus volgde hij aan het Noord Nederlands Conservatorium (1999-2004). Piano en continuo waren er zijn bijvakken. Hij volgde masterclasses bij Michel Bouvard en Wolfgang Zerer. Aan het Rotterdams Conservatorium (2004-2006) begeleidde Ben van Oosten hem naar het diploma Uitvoerend Musicus. Ook volgde hij het vak kerkmuziek aan dit conservatorium. Tevens volgde hij Masterclasses bij Olivier Latry en Lorenzo Chielmi. Hij was sinds 1995 vaste organist in Leeuwarden , Kollum (van Gruisen), en Ferwert (Verschueren) en is sinds 2007 de vaste bespeler van het monumentale Bätz-Witte orgel in de Oude Lutherse kerk te Amsterdam. 17 programmaZV-2014.indd 17 12-06-14 21:55 Programma 1. Christiaan de Vries (*1980) Improvisatie “Intrada” 2. Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) Sonate VI in d (uit opus 65) 3. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Preludium en fuga in b BWV 544 4. César Franck (1822-1890) Prière (uit ‘Six Pièces’ opus 20) 5. Charles-Marie Widor (1844-1937) Allegro Vivace (uit ‘Symphonie V’ opus 42) Toelichting Na de improvisatie (een kunst die vrijwel uitsluitend wordt beoefend door organisten en door jazzmusici) presenteert dit programma een aantal unieke hoogtepunten uit de orgelliteratuur, stukken die zonder uitzondering getuigen van de briljante geesten van hun scheppers. Voor óns nú zijn ze bekend, en dat staat het besef van de overrompelende indruk die ze ooit gemaakt moeten hebben, wel eens in de weg. Een paar woorden daarom over die vernieuwende aspecten. Toen J.S.Bach zijn preludia en fuga’s voor orgel componeerde, kon hij voortbouwen op wat hem door Dieterich Buxtehude was aangereikt. Buxtehude bediende zich echter van een vormschema waarin een preludium en een fuga (vaak ook meerdere fuga’s) in elkaar overgingen en waarin geen van de samenstellende delen aanspraak kon maken op zelfstandigheid. Bij Bach staan het preludium en de fuga beide op zichzelf, wat leidt tot een heel nieuwe architectuur voor beide. Het vanavond gespeelde BWV 544 bestaat uit een door zijn ritmiek bruisend en wervelend preludium, dat wordt gevolgd door een fuga die enigszins deftig begint, maar op den duur door een tweede thema verlevendigd wordt. 18 programmaZV-2014.indd 18 12-06-14 21:55 Felix Mendelssohn bewonderde Bach, maar hij schreef geen koraalvariatiereeks op de Bachse manier. Bij hem zijn de variaties aan elkaar gekoppeld –een destijds nieuw concept. Na de apotheose van de fuga ontpopt de componist zich als overtuigende representant van de Biedermeier-tijd: het afsluitende andante is een echt ‘Lied ohne Worte’. De verhevenheid van Franck’s melodiek en harmoniek zijn verbazingwekkend, zeker wanneer men bedenkt dat de Franse ‘orgelcomponeercultuur’ van zijn tijd kan worden gekenschetst als ‘style mondain’. Het hoogtepunt van die serene Franck-stijl vormen de drie ‘Chorals’ uit zijn laatste levensjaar, maar in ‘Prière’ is 30 jaar eerder alles al aanwezig. Op zijn eigen manier ontsnapte ook Widor aan de mondaine stijl. Hij creëerde een orgeloeuvre dat gebruik maakt van alle mogelijkheden die de Cavaillé-Coll-orgels in de Franse kathedralen te bieden hadden (en nog hebben), een nieuwe orgelstijl, nieuw door de gerichtheid op de voorbeelden uit de symfonische literatuur en door de eisen aan de virtuositeit. 19 programmaZV-2014.indd 19 12-06-14 21:55 6 augustus 20.00 u u r Theo Jellema Dit concert is het eerste van de serie 'Focus op Duitsland': zes concerten in de Groteof Jacobijnerkerk op 6 augustus, 1 oktober en 3 december 2014 en 4 februari, 8 april en 3 juni 2015 door Theo Jellema. Op elk concert o.m. een Triosonate van Bach, een Sonate van Mendelssohn, composities van Schumann en Brahms en een romantische koraalfantasie. Programma 1. Dieterich Buxtehude (1637-1707) Preludium in g Bux WV149 2. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Triosonate I in Es BWV 525 (allegro – adagio – allegro) 3. Felix Mendelssohn Bartholdy(1809-1847) Sonate II in c (uit opus 65) (grave - adagio - allegro maestoso e vivace - allegro moderato) 4. Johannes Brahms (1833-1897) - Mein Jesu, der du mich - O Welt, ich muss dich lassen (1) 5. Robert Schumann (1810-1856) Fuga I in Bes over BACH (uit opus 60) PAUZE 6. Heinrich Reimann (1850-1906) Phantasie über den Choral “Wie schön leuchtet der Morgenstern” opus 25 20 programmaZV-2014.indd 20 12-06-14 21:55 Toelichting De grote componisten zijn steeds in meerdere of mindere mate vernieuwers geweest. Buxtehude verenigde in zijn grote preludia uiteenlopende compositiemodellen. In BuxWV 149 is bijzonder dat hij het idee van een zich steeds herhalend basgegeven niet, zoals vaak, aan het eind maar juist aan het begin zet. Johann Sebastian Bach is één van de grootste organisten van zijn tijd geweest. Dat moet je ook wel zijn om het idee van een triosonate, traditioneel voor minstens drie spelers, te ‘transplanteren’ naar het door één persoon bespeelde orgel. Felix Mendelssohn toont in zijn orgelsonates dikwijls twee gezichten. Nu eens imiteert hij de monumentale structuren van de door hem zo bewonderde Bach, dan weer is hij een echte Biedermeier-componist wiens Andante’s in feite ‘Lieder ohne Worte’ zijn. Bijzonder is in deze tweede sonate vooral de triomfantalistische toon van het derde deel; de ritmiek doet denken aan de mars, alhoewel de ¾-maat zich daarmee niet laat verbinden. Schumann wijdde zich aan het contrapunt in minder gelukkige perioden van zijn leven; men zou kunnen zeggen dat het voor hem een therapie was. In de eerste van de zes fuga’s die gebaseerd zijn op het thema van Bach’s naam (bes - a - c - b) toont hij een groot meesterschap over de lange-termijnplanning, waardoor het werk zich heel overtuigend naar een climax beweegt. Heinrich Reimann was organist van de Kaiser Wilhelm Gedächtnis Kirche in Berlijn. Zijn opus 25 verdient een belangrijke plaats in het rijtje 19e-eeuwse koraalfantasieën. Men mag aannemen dat de werken van Johann GottlobTöpfer hem tot voorbeeld hebben gediend. Op zijn beurt bouwde Reger voort op het Reimannvoorbeeld, dat hij wilde overtreffen. 21 programmaZV-2014.indd 21 12-06-14 21:55 13 augustus 20.00 u u r Gerrie Meijers Gerrie Meijers, organist en pianist, studeerde met onderscheiding af als Uitvoerend Musicus. Haar docenten orgel waren Johan van Dommele en Hans van Nieuwkoop, haar docenten piano Arthur Hartong en Jacques Hendriks. Op de internationale orgelconcoursen van Toulouse en Nijmegen won ze prijzen en van de Société Academique “Arts-Sciences-Lettres” ontving zij de zilveren medaille vanwege haar verdiensten voor de Franse muziek. Ze concerteert in binnen- en buitenland en is zeer actief als begeleidster met een uitgesproken voorkeur voor het vocale genre in de breedste zin van het woord. Zij is organist van de Remonstrantse Kerk te Haarlem en pianist/correpetitor bij een groot aantal koren. Met Wieke Ubels (sopraan), Annette Stallinga (alt) en Cecile Roovers (alt/mezzo en actrice) vormt zij vaste duo’s. Een vierhandig duo is zij samen met Christine Kamp. Als freelancer werkt ze ook regelmatig bij Holland Opera (voorheen Xynix-opera), Stichting Vocaal Talent Nederland, Casuquo (voorheen Haags ad Hoc), Stem van Haarlem, Zangstudio Haarlem en het Orlandus-ensemble. Gerrie Meijers maakte diverse radio- en cd-opnamen waaronder de GoldbergVariationen van Bach op orgel en de Symphonie-Passion van Duprè in de OLVkathedraal van Antwerpen. Bijzondere producties waar ze haar medewerking aan verleende waren o.a. het muziektheaterprogramma Liefde op de Schop met Cecile Roovers en VereleVorstman (filmmaakster), de dansvoorstelling Pulse in het Orgelpark op muziek van Ligeti, de première van het Fukushima requiem van Zsigmmond Szathmáry tijdens het openingsconcert van het Internationaal Orgelfestival Haarlem, het minimal music concert Landscape in sound en de muziekvoorstelling Luther van Boudewijn Tarenskeen voor bariton, koor Cappella Amsterdam en orgel, geschreven voor het festival Musica Sacra 2013 in Maastricht. Laatstgenoemde productie wordt dit najaar hernomen en op diverse plaatsen in Nederland uitgevoerd. 22 programmaZV-2014.indd 22 12-06-14 21:55 Programma 1. Marcel Dupré (1886-1971) Le Monde dans l’attente du Seigneur (uit ‘Symphonie-Passion’ opus 23) 2. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Kyrie, Gott Vater in Ewigkeit BWV 669 Canto fermo in Soprano à 2 Clav. et Ped. 3. Petr Eben (1929-2005) Hommage à Dietrich Buxtehude 4. Johann Sebastian Bach Christ, unser Herr, zum Jordan kam BWV 684 à 2 Clav. e Canto fermo in Pedale 5. Dieterich Buxtehude (1637-1707) Ciacona in c BuxWV 159 6. Johann Sebastian Bach Vater unser im Himmelreich BWV 682 à 2 Clav. et Pedale Canto fermo in Canone 7. Olivier Messiaen (1908-1992) Dieu parmi nous (uit ‘La Nativité du Seigneur’) Toelichting De verbindingslijnen in dit programma zijn talrijk. Eben verwijst expressis verbis naar Buxtehude, maar ook was Messiaen een leerling van Dupré, bewonderde Bach Buxtehude en bewonderde iedereen die na hem kwam Bach. 23 programmaZV-2014.indd 23 12-06-14 21:55 Het koraal was voor Bach zijn leven lang een inspiratiebron. De drie specimina van die Bachse koraalkunst laten evenzoveel voorbeelden horen van verschillende technieken waarvan de componist zich kon bedienen. In BWV 669 is het procédé dat van het strenge contrapunt, vocaal geïnspireerd; in BWV 684 is het voorbeeld juist instrumentaal van aard en lijkt het alsof we twee hobo’s horen die ondersteund door een fagot (de zestienden van het stromende Jordaan-water) de tenor-cantusfirmus omranken en in BWV 682 bereikt Bach de allerhoogste complexiteit: de cantus-firmus klinkt in een canon die omlijst wordt door twee stemmen met de rijkste ritmische diversiteit die men zich bij een barokcomponist kan voorstellen, het geheel rustend op een onverstoorbaar voortschrijdend bas-fundament. Het bouwen op een bas-fundament kan ook als ‘doel op zichzelf’ beoefend worden. Bach doet dat met niet te evenaren meesterschap in de beroemde Passacaglia in c (die deze zomer nu eens niet wordt gespeeld), maar Buxtehude deed het hem (zij het op bescheidener schaal) al voor. Van hem zijn een Passacaglia in d en twee Ciaconna’s (in e en in c) overgeleverd. Die in c, die vanavond wordt uitgevoerd, is daarvan het meest improvisatorisch vormgegeven. De orgelmuziek van Eben schuwt de spot en de persiflage niet. Zo wordt de thematiek van de vereerde Buxtehude soms hardhandig verdraaid. De twee Franse stukken verbinden zich meer met elkaar dan met de andere werken van het programma. Ze vormen zo een raamwerk dat op zichzelf staat. Dupré ‘s ‘Symphonie Passion’ ontstond als improvisatie en werd pas later tot compositie uitgewerkt. ‘De wereld die op de Heer wacht’, het eerste deel van deze symfonie is een brok energie met hamerende akkoorden, waaruit het gregoriaanse ‘Jesu Redemptor’ opklinkt. Messiaen’s ‘Dieu parmi nous’ (God onder ons) besluit zijn geniale negen-delige kerstcyclus ‘La Nativité du Seigneur’ (De geboorte van de Heer). Dit deel is gebaseerd op drie thema’s (het dalende motief van Christus die op aarde komt, vervolgens het zacht klinkende thema van de goddelijke liefde, tenslotte een Halleluja-thema). Het werk mondt uit in een stralende toccata, gebouwd op het eerste thema, dat in het pedaal klinkt. 24 programmaZV-2014.indd 24 12-06-14 21:55 20 augustus 20.00 u u r Stef Tuinstra Stef Tuinstra studeerde orgel, piano, klavecimbel en trombone aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Hij behaalde Summa Cum Laude het Master-diploma voor orgel (1976), het 1e graads diploma kerkmuziek en koordirectie (1978), de Prix d'Excellence voor orgel (1979) en de koraalprijs ter gelegenheid van het Nationaal Improvisatie Concours te Bolsward (1981). In 1986 werd hij onderscheiden bij het Internationaal Clavecimbel Concours te Brugge. Van 1974 tot recentelijk was hij organist van de Jacobuskerk te Zeerijp en sinds 1992 tevens van de Nieuwe Kerk te Groningen. Hij is leider van en docent namens de NoordNederlandseOrgelAcademie (NNOA) en is o.a. actief met CD-produkties met het label NNOA. Vele jaren was hij tevens koor- en orkestdirigent. Stef Tuinstra concerteert en is masterclassdocent in verschillende Europese landen, Japan en de USA. Hij staat tevens bekend als inventief improvisator in verschillende stijlen. Recent verscheen op het label Document een 3-cd album met de integrale orgelwerken van Georg Böhm die wereldwijd in de vakpers als topproductie wordt beoordeeld. Zijn orgel-CD’s worden gezien als baanbrekend, van hoog artistiek niveau en blijvend actueel. 25 programmaZV-2014.indd 25 12-06-14 21:55 Als gecertificeerd orgelbouwadviseur werkt Stef Tuinstra nauw samen met diverse protestantse kerken en stichtingen in Nederland en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hij heeft daarin een gezaghebbende reputatie opgebouwd en inmiddels al ruim 100 projecten op zijn naam staan. Ook is hij auteur van diverse publicaties over orgelbouw en -spel. Programma 1. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Preludium in Es BWV 552/1 2. Georg Böhm (1661-1733) Herr Jesu Christ, dich zu uns wend’ (6 versetten) 3. Georg Böhm Vater unser im Himmelreich à 2 Clav. et Pedal 4. Johann Sebastian Bach Pièce d'orgue in G BWV 572 5. Johann Sebastian Bach Fantasia in c BWV 562 6. Johann Sebastian Bach - Aus tiefer Not schrei ich zu dir BWV 686 6 voci in Organo pleno con Pedale doppio - Vater unser im Himmelreich BWV 682 à 2 Clav. et Pedal e Canto fermo in Canone (uit ‘Dritter Teil der Clavier- Übung’) 7. Johann Sebastian Bach Fuga in Es BWV 552/2 26 programmaZV-2014.indd 26 12-06-14 21:55 Toelichting Stef Tuinstra plaatst in dit programma twee componisten naast elkaar wier biografieën niet los van elkaar staan. De jong wees geworden Johann Sebastian Bach bezocht in de jaren 1700-1702 het gymnasium te Lüneburg, de stad waar Georg Böhm organist van de Johanniskirche was. We weten niet zeker of Bach leerling van Böhm is geweest in de formele zin van het woord, maar dat er contacten waren tussen hen staat vast. In een aantal vroege composities volgt Bach Böhmse modellen. In Lüneburg was in die tijd Franse muziek in de mode (de invloed van het hof van het dichtbij gelegen Celle speelt daarbij een rol); Böhm en Bach profiteerden daarvan. De versieringen waarmee ze hun elegante melodische patronen ‘op smaak brachten’ waren op Franse leest geschoeid (Böhm – Vater unser) en van tijd tot tijd gebruikten ze het sterk gepunteerde ritme van de Franse ouverture (Bach – BWV 552.1). Soms werden ook Franse titels gebruikt (BWV 572). De vijfstemmigheid waarvan Bach zich soms bedient (BWV 562, 686, 682, 552.1) kan men in verband brengen met de vijfstemmigheid in de orgelwerken van Louis De Grigny, die Bach heeft overgeschreven. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat De Grigny die anders hanteert dan Bach, en dat vijfstemmigheid ook elders in de 17e eeuw veelvuldig werd toegepast. 27 programmaZV-2014.indd 27 12-06-14 21:55 27 augustus 20.00 u u r Reitze Smits Reitze Smits studeerde in Utrecht orgel, improvisatie en compositie. Later volgde hij enige jaren muziekwetenschappen en behaalde een solodiploma voor klavecimbel aan het Haags conservatorium. De interpretatie van barokmuziek en vooral de fascinatie voor de muziek van Bach, bepaalden jarenlang zijn belangstelling. Op internationale concoursen in Brugge, Toulouse en Nijmegen won hij daarmee prijzen. Met zijn ensemble Concerto Strumentale trad hij op in belangrijke festivals, waarbij hij vooral succes boekte met zelf gemaakte “reconstructies” van orgelconcerten van Bach. In samenwerking met vocale solisten voerde hij cantates uit van Noordduitse barokcomponisten en Bach. Als dirigent leidde hij koren en orkesten in o.m. de Johannes Passie van Bach en het Requiem van Fauré. Geïnspireerd door zijn werk als orgeldocent aan het Utrechts Conservatorium en het Lemmensinstituut in Leuven (B.), kregen improvisatie en de totale breedte van het orgelrepertoire weer de volle aandacht. Hij speelde concerten in de meeste Europese landen en gaf cursussen in o.m. Toulouse, Haarlem, Brno, Oundle en op Mallorca. Hij was gedurende lange tijd organist op historische orgels in Breukelen en Zaltbommel. Momenteel is hij organist van de Grote Kerk in Vianen. Op CD-opnames verkent hij de raakvlakken van het repertoire tussen de verschillende toetsinstrumenten. Daarbij ontstonden diverse orgelbewerkingen van piano- en orkestwerken van met name Mendelssohn, die ook in druk zijn verschenen. Ook als componist is hij actief: Five light pieces, Distant Music en Toccata per ma esquerra, verschenen eveneens in druk. In het jaar 2000 nam hij het initiatief tot de oprichting van “Festival voor de Wind”, waarvan hij sindsdien artistiek leider is. Dit festival combineert het orgel met andere podiumkunsten, waardoor het orgel in brede kring bekend wordt. In dat verband trad hij op met Dance Works Rotterdam in een succesvolle reeks concerten met dans op orgelmuziek van Bach en Milhaud. In 2010 ontving hij de Sweelinckprijs voor zijn verdiensten voor de orgelcultuur. 28 programmaZV-2014.indd 28 12-06-14 21:55 Programma 1. Johann Sebastian.Bach (1685-1750) - Preludium in e BWV 548.1 - Dies sind die heil’gen zehn Gebot BWV 678 - Fuga in e BWV 548.2 2. Sergei Rachmaninoff (1873-1943) (orgelbewerkingen R. Smits) - Prelude in F (1891) - Moment Musical in bes (op.16,1) - Prelude in cis (op.3,2) - Prelude in g (op.23,5) 3. Reitze Smits (*1956) - Moods - Toccata de ma esquerra - Canto Baltica - Jigg Toelichting Johann Sebastian Bach is in dit programma vertegenwoordigd met één van zijn meest monumentale preludia en fuga’s. Organisten plegen te spreken van ‘de grote e-moll’. Het preludium heeft een indrukwekkend evenwichtige structuur, waarin een uitgekiend toonsoortenverloop zich verbindt met een verwerking van verschillende thematische ideeën. De speler van het werk kan daarbij kiezen voor uiteenlopende interpretatieve duidingen: van vooral elegisch (gedacht vanuit de stijgende kleine sext van het beginthema) tot vooral stoer. De fuga wordt gekenmerkt door de letterlijke herhaling van de expositie aan het slot en door de virtuoze passages in het middengedeelte. Preludium en fuga vormen vandaag het kader voor een koraalbewerking uit het ‘Dritter Teil der Clavier Übung’. Deze bewerking is vijfstemmig. Boven een onverstoorbaar voortschrijdende bas klinkt de koraalmelodie in het tenorgebied in canon. Boven deze strenge canon (de tien geboden!) zingen sopraan en alt een 29 programmaZV-2014.indd 29 12-06-14 21:55 dialoog die juist heel affectief van aard is. De concertgever schrijft over de andere composities: De Russische pianist en componist Rachmaninoff staat bekend als de laatste grootste romanticus. Zijn tweede pianoconcert is beroemd geworden, maar dezelfde hartstochtelijke en toch weemoedige sfeer beheerst vrijwel al zijn werken. Een vertaling van zijn muziek naar orgel lijkt niet voor de hand te liggen, maar toch leent de textuur van enkele van zijn pianowerken zich daar goed voor. De ‘Prelude in cis klein’ bestaat al sinds lang in verschillende orgelbewerkingen. De andere werken van dit programma zijn premières. Het is een uitdaging in onze dagen op orgel dergelijke stukken te spelen, uit een tijd waarin de meeste componisten niet uitgedaagd werden om voor orgel te schrijven. Componeren voor orgel in onze tijd is wel degelijk een uitdaging. De afgelopen eeuw bood een enorme experimenteerlust waarin componisten het orgel op de meest uiteenlopende manieren hebben gebruikt, van uiterst gecompliceerd tot bijna simplistisch eenvoudig, van orkestraal tot kamermuzikaal, van dissonante klankenmachine tot betoverend harmonieus instrument. De relatie met het publiek is lange tijd ondergeschikt geweest in het moderne componeren. Tegenwoordig zijn er vele muzikale uitingen waardoor ons muzikaal gehoor gevormd wordt. De herkenbaarheid van muzikale structuren speelt gelukkig weer een grotere rol. In de werken van Reitze Smits wordt daar bewust naar gezocht. Soms bieden alledaagse muzikale aspecten die niet speciaal in de orgel- of kerkmuziek voorkomen daarbij inspiratie, terwijl de gelaagdheid (het tegelijkertijd plaatsvinden van muzikale gebeurtenissen) en ritmische verschuivingen de muziek diepte geven. De vanavond gespeelde werken zijn recent geschreven. ‘Moods’ en ‘Canto Baltica’ zijn afkomstig uit de bundel ‘Distant Music’: eenvoudige en kalme muziek, die toch beelden (of verbeelding) kan oproepen. De titel van ‘Toccata de ma esquerra’ is ontleend aan een oude Spaanse compositie. Het castagnet-achtige ritme, de soli voor de linkerhand en de beweeglijke passages vormden de aanleiding tot deze benaming. ‘Jigg’ is een oude Engelse schrijfwijze, voor gigue: een oude dansvorm. In dit werk wordt een folk-achtige melodie steeds meer uit zijn verband gerukt door herhaalde patronen van onregelmatige lengte die over elkaar gaan schuiven. 30 programmaZV-2014.indd 30 12-06-14 21:55 3 september 20.00 u u r Theo Jellema Verzoekprogramma Theo Jellema maakt een keuze uit programmawensen van het publiek. U kunt uw verzoek tot uiterlijk 13 augustus kenbaar maken via e-mail: [email protected] 31 programmaZV-2014.indd 31 12-06-14 21:55 Lunchpauzeconcerten op vrijdagmiddag aanvang 12.30 uur 18 juli Jan Sterenberg Grote Kerk 1. Arnold Melchior Brunckhorst (1670-1725) Preludium in e 2. Johann Georg Nicolai (1721-1788) Wer nur den lieben Gott lässt walten 3. Cor Kee (1900-1997) - Fuga (uit ‘Suite Bavo-orgel’ 1958) ‘fuugsgewijs’ samengaan van A. de Klerk en P. Kee, voormalige stadsorganisten van Haarlem - Psalm 131 (uit ‘Psalmen voor orgel’ ca. 1940) 4. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Preludium en fuga in c BWV 546 1 augustus Misun Kim Grote Kerk 1. Franz Tunder (1614-1667) - Preludium in g - Auf meinen lieben Gott 3. Johann Sebastian Bach (1685-1750) Partite diverse sopra ‘O Gott, du frommer Gott’ BWV 767 15 augustus Theo Jellema Waalse Kerk 1. Georg Böhm (1661-1733) - Preludium in F - Capriccio in d 2. Louis Couperin (ca.1626-1661) - Fantaisie - Fugue - Fugue sur le Cromhorne 3. William Byrd (ca.1540-1623) A voluntarie for my ladye nevell 4. François Couperin (1668-1733) Dialogue sur la Voix humaine (uit ‘Messe pour les couvents’ 1690) 5. Johann Sebastian Bach (1685-1750) - Preludium in f BWV 881.1 - Fuga in F BWV 880.2 (uit ‘Das wohltemperierte Klavier II’) 2. Gottfried August Homilius (1714-1785) - Straf mich nicht in deinem Zorn - Wer nur den lieben Gott lässt walten 32 programmaZV-2014.indd 32 12-06-14 21:55 29 augustus Ulbe Tjallingii en Fedde Tuinstra (quatre mains) 1. Johann Sebastian Bach (1685-1750) allegro (uit ‘brandenburgs Concert’ Vi in bes) bwV 1051 2. Wolfgang amadeus Mozart (1756-1791) Variaties in C (uit ‘Serenade’ kV 361) 3. Camille Saint Saëns (1835-1921) Éléphant – Fossiles – Cygne (uit ‘le Carnival des animaux’) 4. a.F. Hesse (1809-1863) Fantasie für die orgel zu 4 Händen op 35 adagio, andante grazioso, allegretto Om alvast in uw ag end notere a te n... Het KERSTCONCERT 2014 Theo Jellema, orgel Tweede Kerstdag - 26 december. aanvang: 15.00 uur. 33 programmaZV-2014.indd 33 12-06-14 21:55 HET MÜLLER-ORGEL iN DE GROTE OF JaCOBiJNERKERK TE LEEuWaRDEN Christian Müller, in 1690 in de Harz geboren, werd in 1724 uit amsterdam, waar hij toen als orgelbouwer werkte, 'ontboden' om in leeuwarden te komen overleggen over de bouw van een groot nieuw orgel voor de grote of jacobijnerkerk. De besprekingen verliepen succesvol en leidden drie jaar later tot de voltooiing van een heel bijzonder orgel met drie klavieren en een vrij pedaal. Curieus is de plaatsing van de pijpen van het bovenwerk op een zolder achter de orgelkas. gevolg daarvan is dat dit bovenwerk in de frontopbouw niet zichtbaar is. tussen 1821 en 1944 werd het orgel veelvuldig veranderd. een grote ingreep was de ombouw door l. van Dam en Zn. in 1885, toen de manualen nieuwe windladen kregen en de klaviatuur werd vernieuwd. Het orgel werd gerestaureerd door orgelmakerij bakker & timmenga in 1978. De technische aanleg bleef daarbij in de staat van 1885; pijpwerk en dispositie keerden terug in de staat van 1727. onder de meerdere latere kleurlagen werd de oorspronkelijke rode kleur teruggevonden. Deze is hersteld. De dispositie luidt: rugwerk C - g''' Hoofdwerk C - g''' prestant Disc. dubbel Holpijp octaaf octaaf mixtuur Cornet disc. Sexquialter trompet 8' 8' 4' 2' 4-8 st. 6 st. 2 st. 8' prestant Disc. dubbel octaaf Disc. dubbel roerfluit octaaf Quint Superoctaaf mixtuur Scharp trompet trompet 16' 8' 8' 4' 3' 2' 4-8 st. 4-6 st. 16' 8' bovenwerk C - g''' pedaal C-d baarpijp Quintadeen Viool de gambe octaaf gemshoorn nassat nagthoorn Cimbel Sexquialter Dolceaan Vox Humana 8' 8' 8' 4' 4' 3' 2' 3 st. 2-4 st. 8' 8' prestant bourdon octaaf octaaf Quint mixtuur bazuin trompet trompet 16' 16' 8' 4' 3' 3 st. 16' 8' 4' koppels: Hw-rw, Hw-bw, ped-rw, ped-Hw. tremulanten op rw en bw. Vier afsluitingen. toonhoogte 1/2 toon boven normaal evenredig-zwevende temperatuur. 34 programmaZV-2014.indd 34 12-06-14 21:55 Het Metzler-orgel in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden Het kistorgel dat de Grote Kerk siert, behoort tot de grotere kistorgels. Het werd zo’n 50 jaar geleden gebouwd door de Zwitserse top-orgelbouwer Metzler. Het betekent een enorme uitbreiding van de muzikale mogelijkheden in de Grote Kerk. Naast de monumentale geluiden van het grote Müller-orgel kan zich in de Grote Kerk ook de subtiele zilveren toon van het kistorgel goed ontplooien. De dispositie is: Gedackt 8' Prinzipal 4' Rohrflöte 4' Oktave 2' Mixtur (manuaalomvang C – f''', toonhoogte a = 440 Hz) 35 programmaZV-2014.indd 35 12-06-14 21:55 HET ORGEL iN DE WaaLSE KERK TE LEEuWaRDEN Johann Michaell Schwartzburg, 1740 Het orgel van de waalse kerk is in 1740 geschonken door anna van Hannover. anna van Hannover was een dochter van de engelse koning en had tijdens haar jeugd nog les van Händel. na haar huwelijk met de Friese stadhouder willem Carel Hendrik Friso was zij in leeuwarden komen wonen. Dit orgel is het grootste instrument dat johann michaell Schwartzburg heeft gemaakt. Van zijn hand bestaan nog instrumenten in wolvega, burgwerd en morra. Schwartzburg was in 1725 met de orgelbouwer Christian müller meegekomen naar leeuwarden om te assisteren bij de bouw van het orgel in de grote kerk. na het gereedkomen van dat instrument in 1727 bleef Schwartzburg achter in leeuwarden en begon voor zichzelf. Hij stierf in 1748. Het orgel bezat in 1740 twee klavieren: Hoofdwerk en onderpositief. in 1854 werd het instrument gemoderniseerd door de orgelmakers van Dam uit leeuwarden. Zij veranderden het onderpositief in een groter nevenwerk waar bij de orgelkas verdiept werd. in 1950 werd het orgel gerestaureerd en nogmaals gewijzigd door de orgelmaker Flentrop te Zaandam. Het orgel dat al sedert 1986 onbespeelbaar was, is door de leeuwarder orgelmakers bakker & timmenga teruggebracht in de staat waarin de orgelmakers van Dam het in 1854 gebracht hadden. ook de zwelkast (het vroegste voorbeeld in het noorden) kon worden gereconstrueerd. De dispositie is als volgt: Hoofdwerk C-c’’’ nevenwerk C-c’’’ prestant 8’ Holpijp 8’ octaaf 4’ Fluit 4’ Quintfluit 3’ octaaf 2’ mixtuur 4-5 st. trompet 8’ prestant 8’ Viool de gambe 8’ roerfluit 8’ Fluit travers 4’ Salicionaal 4’ nachthoorn 2’ Dulciaan 8’ pedaal C-d 2 afsluiters tremblant Zwel Ventiel aangehangen 36 programmaZV-2014.indd 36 12-06-14 21:55
© Copyright 2024 ExpyDoc