5d. Bijlage 1 Rechtspositie-regelingen VRZ 2014

Rechtspositieregelingen
Taakafbakening Georganiseerd Overleg en
Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus
Inhoud
Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad ............................................... 3
Regeling Personele jaarcyclus .................................................................................................... 6
Rechtspositieregelingen: Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling
Personele jaarcyclus
2
Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland,
besluit:
• gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet;
• gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;
• gelet op de verkregen instemming van de Ondernemingsraad;
tot het vaststellen van de navolgende regeling
Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad
Artikel 1
Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
medewerker
De werknemer zoals bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.
bestuursorgaan
Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland.
Georganiseerd Overleg (GO)
De commissie voor Georganiseerd Overleg zoals bedoeld in artikel 12:2 van de CAR/UWO.
Ondernemingsraad (OR)
De Ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 14:1:1 van de CAR/UWO.
overeenstemmingsvereiste
Het principe dat er overeenstemming bestaat tussen de GO-leden over een door het bevoegd gezag
te nemen besluit of voorgenomen besluit.
instemming
De goedkeuring van de OR ten aanzien van de door de bestuurder in de zin van de Wet op de
Ondernemingsraden (WOR) aan de OR voorgelegde voorgenomen besluiten tot vaststelling, wijziging
of intrekking van onderwerpen zoals genoemd in artikel 27 van de WOR alsmede de onderwerpen
die hieraan op grond van artikel 32 van de WOR zijn toegevoegd.
Artikel 2
Aandachtsgebied GO
Lid 1
Met inachtneming van artikel 12:2 CAR wordt met het GO overlegd indien een van de volgende
aangelegenheden zich voordoet:
a. het vaststellen, wijzigen of intrekken van een regeling met betrekking tot het beloningsbeleid;
b. aangelegenheden van reorganisaties, alsmede de wijze waarop sociale gevolgen die daaruit
voortvloeien worden opgevangen, daarbij gaat het om de vaststelling of wijziging van een
sociaal statuut en een daaruit voortvloeiend sociaal plan;
c. aangelegenheden van privatisering, waaronder tevens wordt verstaan uitbesteding in welke
vorm dan ook van werkzaamheden, alsmede de wijze waarop sociale gevolgen die daaruit
voortvloeien worden opgevangen. Daarbij gaat het om de vaststelling of wijziging van een
sociaal statuut en een daaruit voortvloeiend sociaal plan;
d. aangelegenheden die vanuit het sectoroverleg expliciet aan het GO zijn opgedragen of
overgelaten.
Rechtspositieregelingen: Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling
Personele jaarcyclus
3
Lid 2
In de vergaderingen van het GO wordt overlegd op basis van het overeenstemmingsvereiste. Indien
geen overeenstemming kan worden bereikt, gelden de bepalingen van hoofdstuk 12 van de
CAR/UWO.
Lid 3
Het in artikel 12:1:1 UWO, tweede lid genoemde minimum aantal ambtenaren wordt vastgesteld op
ten minste 10% van de ambtenaren die zijn aangesteld bij Veiligheidsregio Zeeland.
Artikel 3
Aandachtsgebied OR
Lid 1
De OR overlegt met de WOR-bestuurder over bedrijfsorganisatorische, -economische, -financiële
aangelegenheden en over het sociale beleid op basis van de bepalingen van de WOR.
Lid 2
De ondernemingsraad wordt door het bestuursorgaan in de gelegenheid gesteld advies uit te
brengen over elk door hem voorgenomen besluit conform artikel 25 van de WOR.
Lid 3
Voor zover een en ander betrekking heeft op alle of een groep van de in de onderneming werkzame
personen, behoeft het bestuursorgaan op grond van artikel 27 WOR de instemming van de
ondernemingsraad voor elk door hem voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking.
Lid 4
Ten aanzien van de in lid 1 van dit artikel genoemde aangelegenheden die tevens zijn opgenomen in
de vastgestelde lokale arbeidsvoorwaardenregeling van de organisatie, vervalt het instemmingsrecht
van de OR.
Lid 5
De in het derde lid van dit artikel bedoelde instemming is niet vereist, voor zover de betrokken
aangelegenheid onderdeel is van het aandachtsgebied van het GO conform artikel 2 van deze
regeling.
Artikel 4
Taakoverdracht
Lid 1
Taken van het GO kunnen met instemming van het GO en de OR worden overgedragen aan de OR.
Wanneer de overdracht een structureel karakter krijgt, dan worden deze taken vermeld in deze
regeling in een afzonderlijk lid onder artikel 3.
Lid 2
Aangelegenheden waar de OR conform artikel 27 van de WOR instemmingsrecht heeft, kunnen niet
worden overgedragen aan het GO, tenzij de betreffende aangelegenheid onderdeel vormt of gaat
vormen van de vastgestelde lokale arbeidsvoorwaardenregeling conform artikel 3 lid 4 van deze
regeling.
Hiertoe kan met instemming van het bestuursorgaan, het GO en de OR worden besloten. Wanneer
de overdracht een structureel karakter krijgt, zal de aangelegenheid worden vermeld in deze regeling
in een afzonderlijk lid onder artikel 2.
Artikel 5
Wederzijds advies
Rechtspositieregelingen: Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling
Personele jaarcyclus
4
De werknemersdelegaties van het GO alsmede de OR-leden hebben de mogelijkheid om wederzijds
advies in te winnen.
Artikel 6
Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het bestuursorgaan een
bijzondere voorziening treffen.
Artikel 7
Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling taakafbakening Georganiseerd Overleg en
Ondernemingsraad” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
Namens het Algemeen Bestuur,
…………………………..
Voorzitter
……………………………..
Secretaris
Namens de vakorganisaties,
…………………………..
ABVAKABO FNV
………………………..
CNV
……………………….
CMHF
Namens de ondernemingsraad,
…………………………..
Voorzitter
Rechtspositieregelingen: Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling
Personele jaarcyclus
5
Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland,
besluit:
•
•
•
•
•
gelet op het gestelde in artikel 125 van de Ambtenarenwet;
gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;
gelet op het bepaalde in artikel 15:1:15 van de CAR/UWO;
na verkregen instemming van de Ondernemingsraad;
gehoord de Commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg;
tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de
arbeidsvoorwaardenregeling van Veiligheidsregio Zeeland
Regeling Personele jaarcyclus
Artikel 1
Begripsbepaling
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
werkgever:
Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland.
medewerker
De medewerker bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.
beoordelaar
De hiërarchisch leidinggevende van de medewerker.
beoordelingstijdvak
De periode waarover de beoordelaar zich met betrekking tot de functievervulling door de
medewerker een oordeel vormt.
functioneren
Het geheel aan prestaties en gedragingen van de medewerker tijdens de uitoefening van zijn functie.
Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in:
a. Functie-inhoud: het geheel aan werkzaamheden, waarmee de medewerker tijdens een
functioneringstijdvak feitelijk is belast.
b. Gedragingen: aspecten van het arbeidsgedrag die van belang zijn voor het oordeel over het
functioneren en de ontwikkeling van de medewerker.
beslissing met rechtspositionele consequenties
Een door, of namens het bevoegd gezag te nemen beslissing over bevordering, verandering in de
bezoldiging – anders dan die voortvloeiende uit het arbeidsvoorwaardenakkoord – of persoonlijke
toelagen, her- en overplaatsing, wijziging van de aanstelling, ontslag en overige beslissingen die de
rechtspositie van de medewerker in negatieve of positieve zin direct beïnvloeden.
informant
Degene met een functionele relatie tot de medewerker, welke op verzoek van de medewerker, de
beoordelaar of de naast hogere leidinggevende de beoordelaar informeert over de functievervulling
in het beoordelingstijdvak van de medewerker. Deze informanten kunnen zowel personen zijn die
deel uitmaken van de eigen organisatie als van het samenwerkingsverband waar de medewerker aan
deelneemt.
Rechtspositieregelingen: Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling
Personele jaarcyclus
6
naast hogere leidinggevende
De hiërarchisch leidinggevende van de beoordelaar.
personele jaarcyclus
het geheel van doelstellingen-, voortgangs- en resultaatgesprek.
Artikel 2
Frequentie
Lid 1
Minimaal 1 keer per kalenderjaar vindt een personele jaarcyclus plaats tussen de medewerker en zijn
beoordelaar.
Lid 2
Het beoordelingstijdvak strekt zich normaliter uit over de loop van 1 kalenderjaar en vangt aan in het
eerste kwartaal van het kalenderjaar.
Lid 3
Het opstarten van een personele jaarcyclus kan tot uiterlijk 1 september op een ander moment
starten, wanneer de beoordelaar en/of medewerker dit noodzakelijk achten bijvoorbeeld na
indiensttreding, aanvaarding van een andere functie en/of na een ingrijpende verandering van de
functie. De start van de volgende personele jaarcyclus vangt aan in het eerste kwartaal van het
kalenderjaar.
Artikel 3
Doelstellingengesprek
Lid 1
Het doelstellingengesprek richt op het maken van afspraken over de taken die de medewerker moet
uitvoeren en de ontwikkeling van competenties.
Lid 2
In het doelstellingengesprek worden tevens afspraken gemaakt over randvoorwaarden die de
medewerker nodig heeft om zijn taken te kunnen verrichten. Daarnaast kunnen afspraken worden
gemaakt over onder meer werktijden, arbeidsomstandigheden en ontwikkelmogelijkheden/
ambities.
Lid 3
De beoordelaar formuleert de afspraken. De medewerker heeft in het gesprek een grote mate van
inspraak.
Artikel 4
Voortgangsgesprek
Lid 1
Het voortgangsgesprek heeft betrekking op de voortgang van de afspraken uit het
doelstellingengesprek. Knelpunten worden besproken en indien mogelijk weggenomen.
Lid 2
De beoordelaar formuleert de voortgang en de aanvullende afspraken die worden gemaakt. De
medewerker heeft in het gesprek een grote mate van inspraak.
Artikel 5
Resultaatgesprek
Lid 1
De beoordeling van de medewerker betreft een eenzijdig oordeel van de beoordelaar over het
functioneren van de medewerker gedurende het beoordelingstijdvak. Het betreft een oordeel over
de taken die de medewerker heeft verricht en de ontwikkeling van competenties.
Rechtspositieregelingen: Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling
Personele jaarcyclus
7
Lid 2
Op basis van het resultaatgesprek kan een beslissing met een rechtspositionele consequentie voor de
medewerker worden genomen.
Artikel 6
Overig
Lid 1
Het vastleggen van de gesprekken vindt digitaal plaats.
Lid 2
De personele jaarcyclus wordt door de beoordelaar en de medewerker digitaal ondertekend voor
akkoord.
Lid 3
Na overleg tussen medewerker en beoordelaar kan een adviseur HRM en/of de naast hogere
leidinggevende bij het gesprek aanwezig zijn.
Lid 4
De beoordelaar kan gebruik maken van informant(en) om verdere informatie ten behoeve van de
beoordeling te verkrijgen.
Lid 5
Indien de medewerker zich niet kan verenigen met de inhoud van de beoordeling en de
leidinggevende is niet bereid de inhoud aan te passen, stelt de directie het beoordelingsadvies als
voornemen vast.
Lid 6
De medewerker dient zijn zienswijze binnen twee weken na het voorlopige besluit van de directie
kenbaar te maken bij zijn leidinggevende. In het geval de medewerker zijn zienswijze tegen de
voorlopige vaststelling kenbaar maakt, plant de leidinggevende een afspraak met de medewerker,
naasthogere leidinggevende en adviseur HRM in. Met in achtneming van de zienswijze van de
medewerker neemt de directie een definitief besluit.
Artikel 7
Hardheidsclausule
Indien toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijke situatie voor de medewerker, dan kan de
Directeur/ Regionaal commandant brandweer in overleg met de medewerker in een voor de
medewerker gunstige zin van deze regeling afwijken.
Artikel 8
Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere
voorziening treffen.
Artikel 9
Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling personele jaarcyclus” en treedt in werking
met ingang van 1 januari 2015. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de
“Regeling functioneringsgesprekken” d.d. 3 juni 1999.
Namens het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Zeeland,
………………………………….
voorzitter
……………………………….
Secretaris
Rechtspositieregelingen: Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling
Personele jaarcyclus
8