Open brief - LTO Nederland

Land- en Tuinbouworganisatie Nederland
Aan de staatssecretaris van Economische Zaken
mevrouw S.A.M. Dijksma
Postbus 20101
2500 EC 'S-GRAVENHAGE
Datum
Onderwerp
Postbus 29773, 2502 LT Den Haag
Bezoekadres
: Bezuidenhoutseweg 225
Telefoon
: 070-3382700
Fax
: 070-3382710
2594 AL Den Haag
: 30 januari 2014
: Open brief
Geachte mevrouw Dijksma,
Het is een ongebruikelijke stap dat ik via een open brief me tot u te richt. Maar er is
reden genoeg om dit te doen. Ik wil mijn zorg met u delen. Want als we niet oppassen,
vallen Nederlandse varkenshouderijen om als gevolg van stapeling van beleid en de
samenloop van kostenverhogende maatregelen. Ik doe een beroep op u om dit niet te
laten gebeuren.
In december heb ik in de media gezegd dat het voor de varkenshouderij - als gevolg van
uw voornemen de dierrechten voor onbepaalde tijd te handhaven - bijna onmogelijk
wordt de wedstrijd te winnen. We krijgen van u een zware rugzak omgehangen en een
ketting aan ons been die ons niet tot de finishstreep brengt. Het is voor
varkenshouders heel lastig om op snelheid te komen. Het feit dat we verplichte
mestverwerking én dierrechten krijgen is onverteerbaar en voelt als onrecht. Bovendien
wordt er geen schot is geplaatst tussen verwerking van pluimveemest en overige
mestsoorten. Dat stimuleert het opstarten van de verwerking van varkensmest niet. Het
middel is belangrijker dan het doel. Dit kan toch nooit de bedoeling zijn.
Wat absoluut kostprijsverhogende effecten heeft en de varkenshouder niet via zijn
vakmanschap op een of andere manier kan terug verdienen, zijn de stijging van de
Rendac tarieven voor destructie, de (verwachte) kostenstijging van 20% als gevolg van
uw ingrijpen bij de NVWA en het effect op de kostprijs door de stalkeuring (QLL) te
schrappen.
Dat Rendac minder opbrengst uit de markt kan halen voor vetten en meel, daar kunt u
en daar kunnen wij niets aan doen, maar betekent wel een verzwaring van de lasten.
Dat geldt ook voor de verhoging van de NVWA tarieven. Ook die zal in zijn geheel bij de
primaire bedrijven terecht komen, via een directe rekening of een indirecte
doorberekening van ketenpartijen. En dat terwijl u aan het begin staat van een grote
schoonmaak bij de NVWA. Is het dan niet voorbarig om ook van varkenshouders al een
bijdrage te vragen? Wij willen eerst zien dat de verbeterde NVWA de echte risico’s gaat
aanpakken in de plaats van een deken te leggen over de gehele sector met overigens
een beperkt effect, maar wel fors hogere kosten. Zou het daarom niet beter zijn om de
NVWA zo in te richten dat ‘de echte wegpiraten’ opgespoord worden in de plaats van
‘goedkoop scoren’ met parkeerboetes uitschrijven? Laat de kwaliteitssystemen (zoals
IKB) hun werk doen en de NVWA daar toezicht op houden.
Nog zo’n maatregel die kostentechnisch negatief uitpakt is het schrappen van de
privileges van stalkeuring in het kader van het Quality system Livestock Logistics
(QLL).Dit betekent voortaan keuring door uw NVWA ‘aan de klep’ met allerlei logistieke
en welzijnsonvriendelijke situaties tot gevolg. Het zal de kwaliteit van het toezicht niet
verbeteren, maar wel extra kosten met zich mee brengen voor de varkenshouder.
Wij hebben al langer aangedrongen op adequate aanpak van fraude met mest. Daar
hebben wij voorstellen voor aangereikt, maar deze zijn helaas niet volledig
overgenomen. Door berichtgeving in de pers dreigt ook hier de aanpak door te gaan
slaan.
De zogenoemde ‘4-dageneis’ geeft op veel bedrijven ‘terugkomers’ (zeugen die nog een
keer geïnsemineerd moeten worden). Los van het feit dat dit voor varkenshouders extra
kosten betekent, is het welzijn van de dieren daar niet altijd bij gebaat. Dat geldt ook de
voerligbox met uitloop. Dat is een welzijnsvriendelijk systeem, maar is nu geschrapt uit
de Maatlat Duurzame Veehouderij en daarmee per saldo een streep door gezet.
De varkenshouderij heeft altijd op eigen kracht op het gebied van welzijn en milieu grote
stappen gezet. Dat ging niet vanzelf, maar veerkracht is een karaktereigenschap van
Nederlandse varkenshouders. Daar mogen we best trots op zijn, maar veerkracht heeft
ook grenzen. Ons vakmanschap en de stappen die we gezet hebben op het gebied van
welzijn en milieu, hopen we binnenkort in de markt terug te gaan verdienen als
Nederlandse supermarkten (CBL inkoopvoorwaarden) alleen nog duurzaam
geproduceerd vlees in de schappen leggen. Dit is ook de route die we voorstaan en dit
zou ook de route moeten zijn waar ik u op aanspreek. U onderschrijft immers de
uitgangspunten van het ‘Verbond van Den Bosch’ en heeft deze meegenomen in het
regeerakkoord.
Wij willen van u weten hoe u de toekomst van de varkenshouderij ziet? Behalve het
opleggen van lastenverzwaringen en extra eisen, wat heeft u onze varkenshouders te
bieden? Kunnen we alleen rekeningen verwachten of ook handreikingen die ons een
betere boterham opleveren?
De Nederlandse varkenshouders zijn vakmensen en de beste ter wereld. Maar als de
kosten voor maatregelen en de effecten van het beleid steeds weer alleen op het
boerenerf landen, houdt het een keer op. Ik zou graag op korte termijn met u willen
spreken over de vraag hoe we samen perspectief kunnen bieden aan de Nederlandse
varkenshouders.
Hoogachtend,
M. (Maarten) Rooijakkers
Voorzitter LTO-vakgroep Varkenshouderij