Orgelspel Wij verzoeken u, indien mogelijk op te staan van uw zitplaatsen Bij het binnendragen wordt de melodie gespeeld van; ”Als g' in nood gezeten”, uit de bundel Joh de Heer nr. 7 met o.a. de woorden van couplet 1 Als g' in nood gezeten, geen uitkomst ziet, wil dan nooit vergeten: God verlaat u niet. Vrees toch geen nood! 's Heren trouw is groot, en op 't nacht'lijk duister, volgt het morgenrood. Schoon stormen woeden, ducht toch geen kwaad; God zal u behoeden, uw toeverlaat. Orde voor de dankdienst voor het leven van Willem Kok 23 juli 1930 13 augustus 2014 op dinsdag 19 augustus 2014 in de Hervormde Kerk, te Ridderkerk – Rijsoord aanvang 14.00 uur Welkom Aansteken van de kaarsen door Céline en Benjamin Kok Votum en groet Zingen: Psalm 141 : 2 en 3 (oude berijming) (deze psalm kwam boven toen onze vader het zo moeilijk had om ons los te laten) Mijn, beê, met opgeheven handen klimm’ voor Uw heilig aangezicht als reukwerk voor U toegericht, als offers die des avonds branden. Voorganger: Ds. A.H. Groen Ouderling van dienst: Klara van Gameren Organist: Adrie van Helden Koster: Riet Bunt -1- Zet, Heer, een wacht voor mijn lippen, behoed de deuren van mijn mond, opdat ik mij tot genen stond iets onbedachtszaam laat’ ontglippen. Gedachtenis door Joke Bok Gebed om de Heilige Geest Zingen: “De Nieuwe hemel en de nieuwe aarde” uit de bundel Alles wordt nieuw deel 1 nr. 30 : 1, 5 en 6 (speciaal voor Yvonne en Marijke op verzoek van vader) Nu gaan de bloemen nog dood, nu gaat de zon nog onder. En geen mens kan zonder water en zonder brood Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Daar is geen dorst of verdriet. Daar zal God ons omgeven. Daar is gelukkig leven en het eindigt niet. Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Zing voor de eeuwige dag. Zing voor Zijn komst en zeg Amen. Zing voor de Heer die ons samen daar al van eeuwigheid zag. -2- Refrein: Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde. Gedicht gelezen door Hans Bok: “Als er geen mensenogen meer zijn” (Martin de Geus) Als er geen mensenogen meer zijn om je te volgen over de grens, weet dan dat God je overal ziet, niemand ontgaat Hem, geen enkel mens. Als er geen mensenhanden meer zijn om je te strelen over je wang, zoek dan de hand van God in jouw nacht, Hij zal je leiden, wees maar niet bang. Rust in genade, steunend op armen die mensen dragen, hart tegen hart. Geef je maar over, God zal je hoeden, Hij is het die je twijfels ontwart. Als er geen mensenarmen meer zijn om je te troosten in je verdriet, zie dan vooruit dat God je omhelst, Hij vangt je op en minacht je niet. Ga dan in vrede, Gods hand en ogen laten niet los wie biddend volhardt. Rust in genade, steunend op armen die mensen dragen, hart tegen hart. -3- Schriftlezing: 1 Korinte 13 De liefde 1 Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. 2 Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets. 3 Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets. 4 De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, 5 zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. 6 Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. 7 Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. 8 De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben. 9 Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. 10 Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. -4- Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. 12 Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. 13 Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. 11 Uit: NBG-vertaling 1951 Zingen: “Het ruw houten kruis”, uit de bundel van Joh de Heer nr. 836 : 1, 3 en 4 (lievelingslied van onze vader) Op die heuvel daarginds, stond een ruwhouten kruis, het symbool van vervloeking en schuld. Maar dat kruis werd de mens tot het kostbaarst kleinood, daar Gods wet aan dat hout werd vervuld. Refrein: -5- 'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis, tot de Heer komt en met Hem het loon; als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat kruis dan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon. Van dat ruwhouten kruis, met het bloed van Gods Zoon, straalt een licht dat door niets wordt gedoofd; vol van schoonheid en pracht, vol van reddende kracht voor een ieder die in Hem gelooft. Refrein: Zingen: “Veilig in Jezus armen” uit de bundel van Joh de Heer nr. 523 : 1 en 2 (dit lied neuriede onze vader op 15 juli 2013 op weg naar het ziekenhuis) Veilig in Jezus' armen, veilig aan Jezus' hart; dáár in Zijn teêr erbarmen, dáár rust mijn ziel van smart. Hoor, 't is het lied der eng'len, zingend van liefd' en vreê, ruisend uit 's hemels zalen, over de glazen zee. Veilig in Jezus' armen, veilig aan Jezus' hart; dáár in Zijn teêr erbarmen, dáár rust mijn ziel van smart. 'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis, tot de Heer komt en met Hem het loon; als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat kruis dan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon. Help mij Heer, aan dat kruis, trouw te zijn tot de dood, ook als hier smaad en spot is mijn loon; want dat kruis droeg de straf, nam de schuld van mij af; 't werd de toegang voor mij tot Gods troon. Refrein: Veilig in Jezus' armen, vrij bij mijn Heer en Borg; vrij van 't gewoel der wereld, vrij van verdriet en zorg; vrij van de vrees en twijfel, vrij van der zonden macht; nog slechts een weinig lijden, nog slechts een korte nacht. Veilig in Jezus' armen, vrij bij mijn Heer en Borg; vrij van 't gewoel der wereld, vrij van verdriet en zorg. 'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis, tot de Heer komt en met Hem het loon; als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat kruis dan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon. Meditatie: "altijd kracht naar kruis" Dankwoord door Arjan Kok -6- -7- Gedicht gelezen door Janni van ’t Zelfde: “Voetstappen in het zand“ Zingen: “U ZIJ DE GLORIE, OPGESTANE HEER! “ uit de Evangelische liedbundel nr. 132 : : 1, 2, en 3 (vader vond dit een mooi gedicht) Wij doen dit, indien mogelijk staande en blijven staan tot einde Ik droomde eens en zie ik liep aan 't strand bij lage tij. Ik was daar niet alleen, want ook de Heer liep aan mijn zij. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen, daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer! We liepen samen het leven door, en lieten in het zand, een spoor van stappen; twee aan twee, de Heer liep aan mijn hand. U zij de victorie, nu en immermeer. Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer! Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer. Weest dan volk des Heren, blijd' en welgezind, en zegt telkenkere: ‘Christus overwint!’ U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. Ik stopte en keek achter mij, en zag mijn levensloop, in tijden van geluk en vreugde, van diepe smart en hoop. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft? In zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. Maar als ik het spoor goed bekeek, zag ik langs heel de baan, daar waar het juist het moeilijkst was, maar één paar stappen staan. Ik zei toen "Heer waarom dan toch? Juist toen ik U nodig had, juist toen ik zelf geen uitkomst zag, op het zwaarste deel van mijn pad..." De Heer keek toen vol liefde mij aan, en antwoordde op mijn vragen; "Mijn lieve kind, toen het moeilijk was, toen heb ik jou gedragen..." Zegen Bij het uitdragen wordt de melodie gespeeld van; “Je hoeft niet bang te zijn” uit de Evangelische Liedbundel nr. 448 met o.a. de woorden van couplet 1 (wens van vader voor Yvonne en Marijke) Je hoeft niet bang te zijn al gaat de storm tekeer. Leg maar gewoon je hand in die van onze Heer. Dankzegging en voorbeden -8- -9- De begrafenis zal omstreeks 15.15 uur plaatsvinden op de begraafplaats Vredehof, Lagendijk 112, te Ridderkerk. Na de begrafenis is er gelegenheid tot condoleren in het rouwcentrum op de begraafplaats. ‘Nooit klagen, maar dragen en bidden om kracht.’
© Copyright 2024 ExpyDoc