Verslag 2 d.d. 27-11-2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG 2. (gecombineerd)
Faillissementen
Datum uitspraak
Curator
Rechter-commissaris
Activiteiten onderneming
Datum: 27 november 2014
: F.05/14/622 Flevolicht en Wonen International B.V.
: F.05/14/623 Flevolicht en Wonen Barneveld B.V.
: F.05/14/624 Flevolicht en Wonen Ede B.V.
: F.16/14/578 Flevolicht en Wonen Amersfoort B.V.1
: Het faillissement van Flevolicht Amersfoort B.V. is
door de Rechtbank Midden-Nederland uitgesproken
op 1 juli 2014. De faillissementen van de overige
vennootschappen zijn uitgesproken door de
Rechtbank Gelderland op 30 juni 2014.
: Mr C.A. Hage
: Mr A.M.P.T. Blokhuis
: Winkels in artikelen voor woninginrichting,
verlichtingsartikelen, meubelen, bedden, accessoires
voor woninginrichting, woningtextiel en bedmode.
Omzetgegevens:
2013
- Flevolicht International B.V.
- Flevolicht Amersfoort B.V.
- Flevolicht Barneveld B.V.
- Flevolicht Ede B.V.
€
€
€
€
Personeel gemiddeld aantal
: 33
Saldo boedelrekeningen
Flevolicht International B.V.
Flevolicht Amersfoort B.V.
Flevolicht Barneveld B.V.
Flevolicht Ede B.V.
: € 281.315,35
: € 1.452,00
: € 7.264,67
: € 484,00
Verslagperiode
Bestede uren in verslagperiode
Bestede uren totaal
: 9 augustus t/m 26 november 2014
: 125,75
: 310,40
1.
1.5
2012
541.580
1.412.817
2.234.945
238.031
€
€
€
€
134.294
1.842.084
2.701.239
330.145
Inventarisatie
Verzekeringen
De WGA eigenrisicodragersverzekeringen zijn per 31 augustus 2014 beëindigd. De brand –en
aansprakelijkheidsrisico's van alle gefailleerde vennootschappen zijn verzekerd via een
verzamelpolis op naam van Van de Heg Holding B.V. De dekking tegen deze risico's zal
worden gecontinueerd zolang het boedelbelang dit vereist.
Alle lopende verzekeringen zullen nu worden beëindigd en worden afgewikkeld. Bij
diverse verzekeringen is nog recht op premierestitutie.
1
In het vervolg zal de aanduiding in de namen "en Wonen" worden weggelaten
1.6
Huur
De winkels te Ede, Barneveld en Amersfoort worden geëxploiteerd vanuit gehuurde
winkelpanden.
Flevolicht Ede B.V.
De huurovereenkomst van het winkelpand te Ede aan de Molenstraat 134 was reeds opgezegd
tegen 31 augustus 2014 vanwege de voorgenomen sluiting van deze winkel. Deze
huurovereenkomst eindigt derhalve per 31 augustus a.s.
Flevolicht Amersfoort B.V.
De huurovereenkomst van het winkelpand te Amersfoort aan de Brabantsestraat 14 is
opgezegd op 7 juli 2014 tegen 7 oktober 2014.
Flevolicht Barneveld B.V.
De winkel in Barneveld bestaat uit 3 aaneengesloten panden aan de Langstraat 12 en
Langstraat 18 en Torenplein 5, die zijn gehuurd van 2 verschillende verhuurders.
De huurovereenkomst Langstaat 12 was reeds opgezegd tegen 30 juni 2014.
De huurovereenkomst van de Langstraat 18 en Torenplein 5 zijn opgezegd tegen
7
oktober 2014.
Flevolicht International B.V.
Deze vennootschap is gevestigd in het hoofdkantoor van de groep aan de Harselaarseweg 104
A te Barneveld en huurt het door haar in gebruik zijnde gedeelte van VDH Vastgroep Holding
B.V. Deze huurovereenkomst zal in onderling overleg beëindigd worden.
De winkelpanden te Barneveld, Ede en Amersfoort zijn bij het einde van de
huurovereenkomsten ontruimd opgeleverd aan de verhuurders. De huurovereenkomst
van Flevolicht International B.V. van een gedeelte van het hoofdkantoor van de groep
is in onderling overleg beëindigd per 31 augustus 2014.
3.
Activa
Bedrijfsmiddelen
3.5
Beschrijving
De bedrijfsmiddelen bestaan uit de gebruikelijke kantoor- en winkelinventaris, zoals balie,
kassasystemen, pinautomaat e.d. Voorts zijn er 3 bedrijfsauto's en 1 personenauto. Van de
bedrijfsmiddelen is per vennootschap een afzonderlijke beschrijving gemaakt door Van
Beusekom taxateurs.
De inventaris van de winkels is inmiddels verkocht evenals de na de uitverkoop nog
resterende voorraad. Van de hiervoor genoemde 3 bedrijfsauto's bleek er 1 niet in de
boedel te vallen, maar eigendom te zijn van Van de Heg B.V. De overige 2
bedrijfswagens zijn verkocht alsmede 1 personenauto.
3.6
Verkoopopbrengst
Onderzocht zal nog worden op welke wijze de bedrijfsmiddelen op de beste wijze verkocht
kunnen worden. Dit zal worden gedaan nadat de uitverkoop van de voorraden zal zijn
beëindigd.
De voorraad en 1 bedrijfswagen (Iveco) zijn verkocht voor € 20.000,- ex BTW. De
opbrengst is betaald aan de Rabobank als pandhouder. De BTW is aan de boedel
betaald.
Over deze transactie is een boedelbijdrage afgesproken van € 1.000,- ex BTW. Deze
bijdrage moet nog gefactureerd worden.
De overige bestelauto en de personenauto zijn verkocht voor € 300,- en € 1.000,- ex
BTW. Gezien de relatieve geringe waarde in relatie tot de verkoopinspanningen heeft
de bank ermee ingestemd dat deze opbrengst volledig aan de boedel ten goede komt.
De inventaris van de winkels is verkocht voor € 20.000,- ex BTW als volgt onder te
verdelen:
Flevolicht Ede € 400,Flevolicht Amersfoort € 1.200,Flevolicht Barneveld € 6.000,Flevolicht International € 12.400,Aangezien de inventaris valt onder het bodemvoorrecht van de fiscus, is de opbrengst
aan de boedel betaald.
3.7
Boedelbijdrage
Met de Rabobank als pandhouder van de bedrijfsmiddelen en voorraden is een boedelbijdrage
overeengekomen van 3% van de netto opbrengst met een minimum van € 20.000 ex BTW.
Voor de verkoop van de voorraad middels de uitverkoop vanuit de winkel is een
boedelbijdrage afgesproken van 3% over de netto opbrengst met een minimum van
€ 20.000,-. Voor de boedelbijdrage met betrekking tot de voorraad en bedrijfswagens
en personenauto zie hiervoor onder 3.6.
Voorraden/onderhanden werk
3.9
Beschrijving
voorraad
De voorraad van de vennootschappen bestaat uit meubelen, verlichting, linnengoed e.d. Van
deze voorraad is per vennootschap een afzonderlijke beschrijving en waardering opgemaakt.
De oorspronkelijk inkoopwaarde van de gezamenlijke voorraad is geschat op circa €
1.000.000,- waarbij geen rekening is gehouden met eigendomsvoorbehoud van leveranciers.
lopende orders
Voor het faillissement zijn er bestellingen bij de vennootschappen geplaatst door klanten voor
in totaal een bedrag van (afgerond) € 438.000,- waarop reeds is aanbetaald een bedrag ad €
76.000,-.
Voor zover er door klanten een aanbetaling is gedaan van 10 tot 20% en de bestelling reeds
voor faillissement bij Flevolicht is geleverd, is de klant aangeboden te leveren tegen betaling
van de restant koopsom. In geval er sprake is van een geldig eigendomsvoorbehoud van de
leverancier, zal in dat geval de leverancier uit de koopsom worden betaald. Indien de
leverancier geen eigendomsvoorbehoud heeft, komt de opbrengst toe aan de pandhouder en is
hierover de afgesproken boedelbijdrage verschuldigd. Het orderbedrag van reeds aan
Flevolicht geleverde bestellingen bedraagt afgerond € 62.500,-, waarop in mindering strekken
aanbetalingen van € 12.500,- .
De klant wordt de keuze gelaten om al dan niet af te nemen tegen betaling van de restant
koopsom. De klant heeft ook de mogelijkheid om zijn aanbetaling aan te melden bij het CBW,
waar een garantieregeling geldt voor aanbetalingen tot een maximum van 25% van de
koopsom. In dat geval kan de klant elders een nieuw product kopen met de aanbetaling als
korting.
Het grootste deel van de orders ten bedrage van € 375.000,- waarop is aanbetaald
€ 64.000,- betreft goederen die door Flevolicht wel al besteld zijn maar nog niet aan
Flevolicht zijn geleverd. Geïnventariseerd wordt of en op welke voorwaarden de leveranciers
bereid zijn alsnog te leveren en of de klant alsnog wil afnemen tegen betaling van de restant
koopsom. Onderzocht wordt dus of de uitvoering van deze orders alsnog kan plaatsvinden op
een zodanig wijze dat de boedel daarbij baat heeft.
Naar het zich thans laat aanzien zal de uitvoering van deze orders slechts in beperkte mate
realiseerbaar zijn.
Voorraad
De uitverkoop van de voorraad is afgerond eind augustus 2014.
Lopende orders
De uitlevering van orders zoals hierboven genoemd, is afgerond. Uitlevering heeft
plaatsgevonden voorzover de klant en de leverancier daaraan hebben willen
meewerken. De financiële inventarisatie van deze leveringen en de afrekening hiervan
met de bank moet nog plaatsvinden.
3.10
Verkoopopbrengst
In overleg met de Rabobank is besloten om voor de aanwezige voorraad vanuit de winkels een
uitverkoop te houden gedurende een periode van 4 tot 6 weken. De opzegtermijn van het
personeel beloopt 6 weken, zodat gedurende de opzegtermijn het personeel zijn
werkzaamheden voortzet. De verwachting is dat door het houden van een
faillissementsuitverkoop een hogere opbrengst kan worden gerealiseerd dan de
executiewaarde. Deze uitverkoop is thans nog niet afgerond.
Voorraad
De uitverkoop van de nog aanwezige voorraad is goed verlopen met name vanuit de
winkel in Barneveld. De totale opbrengst is geweest € 764.749,71 exclusief BTW.
De voorraad was getaxeerd op € 435.000,- liquidatiewaarde en € 600.000,onderhandse verkoopwaarde excl. BTW.
Deze opbrengst komt ten goede aan de bank als pandhouder. De BTW over deze
verkopen wordt aan de boedel afgedragen. Als voorschot hierop heeft de bank
inmiddels € 160.000,- aan de boedel overgemaakt.
Lopende orders
De opbrengst hiervan moet nog geïnventariseerd en afgerekend worden met de bank.
3.11
Boedelbijdrage
Met de pandhouder is overeengekomen dat haar ten goede komt de verkoopopbrengst
exclusief de BTW. De BTW wordt dus aan de boedel afgedragen. Voorts zullen de
exploitatiekosten die samenhangen met de uitverkoop, zoals huur en personeelskosten, ten
laste van de opbrengst strekken en aan de boedel worden vergoed. Met de pandhouder is
voorts overeengekomen dat over de netto opbrengst van de verkoop van de voorraad en de
bedrijfsmiddelen een boedelbijdrage wordt verstrekt van 3% met een minimum van € 20.000,ex BTW.
Met de bank zal nog tot een definitieve afrekening moeten worden gekomen. Hiervoor
zullen de kosten die toe te rekenen zijn aan de gehouden uitverkoop geïnventariseerd
moeten worden. Op basis van voorschot is door de bank een bedrag overgemaakt ad
€ 100.000,-. Dit is gebaseerd op een raming van de aan de uitverkoop verbonden
exploitatiekosten en de afgesproken boedelbijdrage.
Andere activa
3.12
Beschrijving
Voorzover thans bekend zijn er geen andere activa van betekenis.
Voorzover nu te overzien kunnen de volgende activa nog gerealiseerd worden:
A. Vanaf 1 december 2014 is toestemming verleend aan een meubelfirma om tegen
een vergoeding gedurende een bepaalde periode gebruik te maken van de handelsnaam
Flevolicht Barneveld B.V.
B. De gegevens van de niet uitgeleverde orders van leverancier Primavera zijn aan een
meubelfirma verstrekt onder de afspraak dat over de te realiseren verkopen de boedel
5% commissie ontvangt. De opbrengst hiervan is beperkt, tot op heden circa € 175,excl. BTW.
C. Voor het faillissement zijn nog via de inkooporganisatie Inter-Ring meubels en
decoratie artikelen besteld. Deze zijn inmiddels gearriveerd en zullen worden
verkocht. De opbrengst komt aan de boedel toe.
3.13
Verkoopopbrengst
Niet van toepassing
Dit zal in het volgende verslag worden uitgewerkt.
5.
5.1
Bank/Zekerheden
Vordering van bank(en)
Onderzocht zal nog worden wat de onderlinge draagplicht is van de groepsvennootschappen
met betrekking tot vordering van de Rabobank.
Het bovenstaande geldt nog steeds.
5.6
Eigendomsvoorbehoud
Leveranciers zijn in de gelegenheid gesteld een eigendomsvoorbehoud aan te tonen.
Voorzover een beroep op een eigendomsvoorbehoud is gebaseerd op uitsluitend een
verwijzing naar gedeponeerde algemene voorwaarden, is dit beroep afgewezen. Een aantal
leveranciers heeft daadwerkelijke goederen teruggehaald. Met een aantal leveranciers loopt
nog een discussie over de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden en daarmee over de
vraag of terecht een beroep is gedaan op eigendomsboorbehoud. Van de per datum
faillissement aanwezige voorraad is op artikelniveau een administratie voorhanden. Indien
alsnog blijkt dat terecht een beroep op eigendomsvoorbehoud is gedaan en ten tijde van het
faillissement nog goederen aanwezig waren, zal de inkoopwaarde van deze goederen alsnog
worden vergoed. Dit is in het kader van de uitverkoop met de Rabobank overeengekomen, aan
wie de opbrengst van de verkochte voorraad ten goede komt.
Met de verkooporganisatie Euretco van diverse leveranciers loopt nog steeds een
discussie over de door de curator afgewezen beroep op eigendomsvoorbehoud.
Daarnaast is nog door een individuele leverancier bezwaar gemaakt.
5.8
Retentierechten
Op de dag van de faillietverklaring zijn door een vervoerder nog diverse goederen bij
Flevolicht opgehaald ter aflevering aan klanten. Omdat de vervoerder bekend is geworden
met het faillissement en nog een substantiële vordering heeft voor eerdere
vervoersopdrachten, heeft de vervoerder de goederen onder zich gehouden. Krachtens de
vervoersvoorwaarden claimt de vervoerder een retentie- en een pandrecht op de goederen.
De vervoerder heeft gebruik gemaakt van een vrachtauto die door haar gehuurd was van
Flevolicht. Ook de vrachtwagen heeft de vervoerder onder zich genomen.
Met de vervoerder is een voorlopige regeling getroffen waarbij de vrachtauto en de goederen
zijn vrijgegeven onder de conditie dat de opbrengst van de goederen wordt gesepareerd en tot
inzet van de discussie wordt gemaakt. Door de curator is het standpunt van de vervoerder
afgewezen met name omdat op de dag van het faillissement geen geldig pandrecht meer kan
worden gevestigd. De vervoerder zal binnen een afgesproken termijn zijn standpunt nader
motiveren.
Deze discussie met de vervoerder is afgerond. Omdat het in feite ging om de vraag of
het pandrecht van de vervoerder voorgaat boven het stille pandrecht van de bank, is
deze discussie door de curator inhoudelijk voorgelegd aan de bank. De bank heeft zich
neergelegd bij het standpunt van de vervoerder dat zijn vuistpand voorgaat. De
opbrengst van de betreffende goederen zijn vervolgens door de bank aan de vervoerder
uitbetaald.
8.
Crediteuren
8.1
Boedelvorderingen
Er zijn substantiële boedelvorderingen te verwachten van het UWV terzake de overgenomen
loonverplichtingen en van de verhuurders over de opzegtermijn van de huurovereenkomsten.
Voorts is de BTW over de verkoop van de voorraden een boedelschuld. De omvang van de
totale boedelvorderingen is thans nog niet bekend.
Voorzover genoemde boedelvorderingen zijn ingediend, zijn deze weergegeven in de
financiële verslagen.
8.2
Preferente vordering van de fiscus
Door de fiscus zijn tot op heden de navolgende vorderingen ingediend:
- Flevolicht International B.V. Loonheffing € 17.176,- Flevolicht Amersfoort B.V. Loonheffing € 3.699,- Flevolicht Barneveld B.V. Loonheffing € 25.499,- Flevolicht Ede B.V.
Loonheffing € 385,-
Voor de omvang van de preferente vorderingen van de fiscus voorzover op dit
moment ingediend, wordt verwezen naar de financiële verslagen.
8.3
Preferente vordering van het UWV
Verwezen wordt naar de financiële verslagen.
8.4
Andere preferente crediteuren
Naast de preferente vorderingen van de fiscus en het UWV zijn er tot op heden geen
andere preferente vorderingen ingediend.
8.5/6 Concurrente crediteuren
Tot op heden zijn de navolgende concurrente vorderingen ingediend:
- Flevolicht International B.V. 146 crediteuren, totale vordering € 385.504,11
- Flevolicht Amersfoort B.V. 27 crediteuren, totale vordering € 66.335,80
- Flevolicht Barneveld B.V. 45 crediteuren, totale vordering € 238.260,23
- Flevolicht Ede B.V.
8 crediteuren, totale vordering € 7.524,25
Voor de huidige omvang van de ingediende concurrente vorderingen, wordt verwezen
naar de financiële verslagen.
8.7
Verwachte wijze van afwikkeling
De wijze van afwikkeling is thans nog niet aan te geven.
Gezien de omvang van de boedelschulden is de verwachting dat dit faillissement zal
worden opgeheven wegens gebrek aan baten.
10.
Overig
10.1
Termijn afwikkeling
De termijn van afwikkeling is thans nog niet aan te geven.
10.2
Plan van aanpak
De volgende werkzaamheden zullen in de komende verslagperiode(s) aan de orde
komen:
1. Afronding uitverkoop en verkoop van niet verkochte restvoorraad.
Dit punt is afgerond.
2. Afrekenen financieel met Rabobank
Deze afrekening moet nog plaatsvinden. De administratieve boekingen over deze
periode van de uitverkoop zijn uitgevoerd, zodat nu de kosten die aan de uitverkoop
zijn toe te rekenen kunnen worden vastgesteld.
3. Afwikkeling claims van particulieren die hebben (aan)betaald, aanspraak maken op
garantie etc.
Dit punt is afgerond.
4. Afwikkeling aanspraken van leveranciers op eigendomsvoorbehoud.
Sommige aanspraken zijn nog in behandeling.
5. Verkoop winkelinventaris en bedrijfsmiddelen.
Dit punt is afgerond.
6. Oplevering winkels aan verhuurder.
Dit punt is afgerond.
7. Uitlevering lopende orders voorzover mogelijk.
De financiële verwerking moet nog uitgevoerd worden.
8. Afwikkeling claim vervoerder op pandrecht.
Dit punt is afgerond.
9. Inventarisatie onderlinge financiële verhoudingen van de groepsvennootschappen.
Dit punt moet nog onderzocht worden.
10.3
Indiening volgend verslag
27 februari 2015
Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend.