Bekijk een sample van de brochure

VOORWOORD
Het gemeentebestuur wil 100 jaar Wereldoorlog I op een passende wijze onder
de aandacht brengen. Dat gebeurt niet onder de vorm van grote, klassieke herdenkingsactiviteiten, maar wel met een reeks van kleinschalige projecten die een
goed beeld geven van het oorlogsverleden van Middelkerke en haar deelgemeenten.
We beogen om erfgoed, toerisme en recreatie te combineren om zo een breed
publiek aan te spreken.
Een nieuwe toeristische route over de ‘Grote Oorlog’ was binnen dit aanbod een
belangrijk onderdeel. De laatste materiële getuigen van WOI op het terrein werden
opgelijst en worden onder de vorm van een route aan het grote publiek gepresenteerd. Bij dit projectonderdeel hoort deze rijk geïllustreerde gids die door onze
dienst erfgoed werd samengesteld. Er werd voor dit werk op voorbeeldige wijze
samengewerkt met diverse verzamelaars die probleemloos hun mooiste beelden ter
beschikking stelden. Ook heemkring Graningate verleende graag medewerking aan
dit project. Jarenlang werd er trouwens door hen al gepubliceerd over dit onderwerp
in hun tijdschrift.
Aandacht trekken op de gevolgen van de oorlog houdt meteen ook een duidelijke
boodschap van vrede in. Het is een belangrijke opdracht om de ‘nooit meer
oorlogsgedachte’ blijvend onder de aandacht te houden. Het is belangrijk dat vooral
de jongeren blijvend herinnerd worden aan de donkere hoofdstukken uit ons
verleden. Want wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te
herhalen. De herdenking van 100 jaar WOI is dus ook een vredesproject.
Iedereen wordt dan ook uitgenodigd om deze vredesboodschap te helpen verspreiden
en daarom danken we u alvast voor het feit dat u onze informatieve route wil
verkennen.
Middelkerke, 22/04/2014
Michel Landuyt, Schepen van Erfgoed en Toerisme
Janna Rommel-Opstaele, Burgemeester
1
De loopgraven in de duinen, op de voorpagina van een Duitse oorlogskrant
(collectie Ronny Van Troostenberghe).
OVER DEZE BROCHURE
Deze brochure geeft een overzicht van de locaties in onze negen deelgemeenten die
een belangrijke rol speelden tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Je kan alle plaatsen opzoeken op de kaart of op trefwoord. In de brochure staan ze
gerangschikt per deelgemeente.
Enkele locaties kregen op het terrein een infobord, de route die deze borden met
elkaar verbindt, vind je op www.middelkerke.be.
Achteraan is een literatuurlijst opgenomen, deze werken vormen de basis voor de
teksten voor deze brochure.
We hopen dat dit boekje een goede leidraad is om zelf op zoek te gaan naar het
verhaal achter de foto’s van ruïnes, ter plaatse de dramatiek te voelen van een
vergeten slagveld, een herinnering te bewaren aan mensen van vlees en bloed die,
tegenstander of niet, allebei gevangen zaten in een oorlogswaanzin die vier volle
jaren duurde.
Strijderskaart, uitgereikt aan
oud-strijders die minstens
vier maanden gediend hadden
(collectie Georges Despodt).
3
INLEIDING
In ons kleine landje aan de Noordzee werd geschiedenis geschreven die vandaag
nog altijd tot de verbeelding spreekt. Wat er in oktober 1914 nog overbleef van het
Belgisch Leger, verschanste zich achter de IJzer en liet de Duitse oorlogsmachine
letterlijk vastlopen in de modder. Brave Little Belgium.
Maar wacht eens even… Middelkerke grenst ook aan de IJzer. Wij lagen ook aan
het intussen wereldberoemde IJzerfront. Maar … wel aan de verkeerde kant van het
front. De Duitse kant. Von Engländern zerschossen.
Wat er overbleef van de Zeelaan in Lombardsijde (collectie Camiel Vallaeys).
In deze brochure keren we 100 jaar terug in de tijd. Lombardsijde, Mannekensvere
en Schore zijn de laatste voorposten voor de IJzer. Ze worden hardnekkig verdedigd,
maar toch veroverd en vervolgens als ‘vijandig gebied’ vier jaar lang bestookt door
de geallieerden.
Gevolg: in Lombardsijde blijft geen enkele steen nog op de andere staan. Je moet
de foto’s zien om het te geloven. Schore eindigt dood en verlaten. Mannekensvere:
vier jaar geen bewoning meer. De badplaatsen Westende en Middelkerke worden tot
puin geschoten.
4
Leffinge, Wilskerke, Slijpe en Sint-Pieters-Kapelle liggen iets minder onder vuur.
In deze zones organiseren de Duitsers zich voor de strijd, rusten ze uit voor nog een
drie-dagen-beurt aan het front, dat maar enkele kilometers verderop ligt.
Een bezette gemeente moet zich plooien naar Duitse leefregels, we zien de leegloop, de onwaarschijnlijke vernielingen.
Vandaag zijn de meeste stellingen en bunkers verdwenen, weinig bleef bewaard.
Wat in 1918 nog rechtstaat, wordt tijdens de Duitse aftocht afgebroken, meegenomen, vernield. De Tweede Wereldoorlog doet de rest.
Wat 100 jaar later overblijft, zijn gebouwen die toen een Duitse functie hadden,
locaties waar heroïsche veldslagen plaatsvonden, verhalen van mensen die het destijds hebben opgeschreven, Belgen en Duitsers. De belangrijkste werden opgenomen in deze gids, die je meteen door het Middelkerkse verhaal tijdens de Eerste
Wereldoorlog loodst.
5
INHOUD
Het verloop van de oorlog
8
Westende-dorp30
Terugtrekken8
In puin
30
Slag om de IJzer
Kogelinslagen op grafzerk
31
Voorpost Bamburghoeve
31
9
Onderwaterzetting9
Bezetting13
13
Lombardsijde32
191815
Maanlandschap32
De bevrijding
Duinenfront34
Operaties Hush en Strandfest
15
Noodwoningen15
Höhe 17
35
Fronttoerisme17
Monument Pierre Thuret
36
Oorlogsmonumenten18
Affenberg38
Demarcatiepaal38
Middelkerke19
Heldenzerkjes Joe English
39
Prikkeldraad op het strand
19
De mannenuittocht
20
Leffinge40
Kommandantur Middelkerke
21
Leffinge als kazerne
Zeehospitaal de Grimberghe
22
Pionierspark41
Duits kerkhof Duinenweg
22
Oud klooster
La Providence
23
Seemannshaus43
40
42
Commandobunker24
Villa La Roseraie
44
Oorlogsmuseum25
Militair kerkhof
44
Mausoleum45
Westende-bad26
6
Bye bye badplaats
26
Grand Hotel Bellevue
27
Graven in de duinen
28
Monument Grossetti
28
Gedenkplaat ‘Régiment de Nice’
29
Mannekensvere46
Het bezettingsleger
‘Von Engländern zerschossen’
Marinekorps, de elite
46
64
64
Uniebrug47
Verordnungen65
Monument 7e Linie
48
Soldatenleven65
Monument 14e Linie
48
Verdedigingslinies67
Fort Nieuwendamme
48
Bunker aan de IJzer
49
Colofon69
Schore51
Dankwoord70
Dood51
Schoorbakkebrug53
Beknopte literatuur
71
Slijpe54
Spookdorp54
Exodus55
Uitvalsbasis naar het front
55
Slijpe brug
56
Rattevallebrug56
Seemannshaus Slijpe
58
Groot Tempelhof
58
Militair kerkhof
59
Wilskerke60
Sint-Pieters-Kapelle62
7
HET VERLOOP VAN DE OORLOG
Terugtrekken
Op 4 augustus 1914 trekt het Duitse leger België binnen. Het eigenlijke doel is
Frankrijk: de Kanaalhavens Duinkerke, Calais en Boulogne, om zo de aanvoer van
Engelse troepen af te snijden.
Wat een snelle klus moet worden, blijkt een taaie brok. De Belgen bieden weerstand, ondanks de overduidelijke overmacht in getal en oorlogsmateriaal van de
Duitsers. De ‘oninneembare’ fortengordels van Luik en Antwerpen vallen en van dan
af trekt het Belgisch leger zich terug, richting zee.
Geromantiseerde Franse tekening van de belangrijke oorlogsmaand oktober 1914 (collectie RVT).
Tijdens die terugtocht groeit het idee dat de IJzer in de Westhoek wellicht de laatste linie wordt, waarachter de Belgen kost wat kost moeten standhouden, anders is
het land definitief verloren.
Half oktober arriveren de Duitse troepen in onze streek, vastbesloten door te stoten
naar de sluizen van Nieuwpoort en zo verder naar Duinkerke.
8
Slag om de IJzer
1
Op 18 oktober 1914 worden de eerste dorpen van onze huidige gemeente onder de
voet gelopen. De aanvallen zijn vooral gericht op Lombardsijde, de voorpost van
de sluizen van Nieuwpoort. Ook Mannekensvere en Schore, waar twee belangrijke
bruggen over de IJzer liggen, de Uniebrug en de Schoorbakkebrug, moeten het
zwaar ontgelden. De slag om de IJzer is begonnen.
Door een doorbraak aan de Tervatebrug, de derde brug over de IJzer tussen
Nieuwpoort en Diksmuide, wordt de situatie precair. Ook de Uniebrug en de Schoorbakkebrug moeten opgegeven worden, de IJzerlinie is bijna verloren.
Onderwaterzetting
2
3
De onderwaterzetting
aan weerszijden van
het kanaal, vertrekkend
vanuit de Sluizen van
Nieuwpoort (centraal).
Linksboven de kustlijn
(collectie Walter
Lelièvre).
De Duitse troepen staan al op verschillende plaatsen over de IJzer. Na enkele
minder geslaagde pogingen lukt de onderwaterzetting op het nippertje door de
sluizen in Nieuwpoort open te zetten. Het laaggelegen gebied tussen de spoorlijn
Nieuwpoort-Diksmuide en de linker IJzeroever loopt vol als een badkuip.
De Duitsers moeten zich ijlings terugtrekken en bezetten de rechteroever van
de IJzer. Ze behouden hier en daar enkele voorposten in ondergelopen gebied
9
aan de linkeroever. Het front
stabiliseert, de loopgraven worden versterkt, de legers graven
zich in. We zijn vertrokken
voor vier jaar waarin beide
partijen elkaar blijven bestoken,
enkel om de posities te handhaven.
De gevolgen zijn desastreus. De
Belgische troepen achter de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide
dorpen worden langzaam maar
(collectie Walter Lelièvre).
zeker tot puin geschoten, de
bevolking trekt weg of wordt verplicht om te vertrekken.
Ooggetuige: de Duitse bestorming
Vele Belgische dorpen werden in 1914 onder de voet gelopen door de Duitse
oorlogsmachine. In onderstaand verslag lezen we hoe een inwoner van
Mannekensvere, dorp aan de IJzer, de Duitse aanval beschrijft.
Duitse propagandatekening van de bestorming door de Duitse marinetroepen
(collectie Johan Ryheul).
10
“In Mannekensvere was het die zondag (18 oktober 1914) eerder stil. Er kwamen
geen vluchtelingen of soldaten voorbij. Enkele overgebleven dorpelingen kwamen
in bange afwachting wat praten op straat. Belgische soldaten zaten in loopgraven en verschansingen die ze gemaakt hadden, in de kapotte kerktoren
tuurden militairen met verrekijkers in de verte.
“Schijnwerpers zoeken vijandige vliegtuigen boven Mannekensvere”. Duitse tekening (collectie RVT).
Toen kwam plots een soldaat aangelopen, angstig en bleek. Zijn paard was onder
hem doodgeschoten. Hij wees in de richting van Slijpe, “Daar komen de Duitsers”,
zei hij. Wij keken die richting uit en inderdaad, wij zagen ze: door de velden en
de weiden kwamen ze in brede rijen aangelopen. Als de ene rij zich liet vallen,
stormde een tweede rij vooruit.
Onze soldaten in de loopgraven in het dorp begonnen te schieten. We zaten
meteen in volle oorlogsgeweld. In één ogenblik was iedereen verdwenen, naar
huis, de kelder in! Wij liepen een eind mee met de soldaat. Hij moest zijn overste
verwittigen. Hij vroeg om een fiets en mijn vader gaf de zijne. De soldaat reed
wat hij rijden kon. We keken nog eens of we de Duitsers konden zien, maar we
moesten de kelder in, de geweerkogels ketsten tegen de pannen en de muren!
11
Een tijdje nadat de soldaat was vertrokken, begonnen onze kanonnen te schieten.
In onze kelder zaten we heel angstig paternosters te bidden, zoveel, dat we er
later geen zin meer in hadden. Het was een gehuil en gefluit om doof van te
worden. We hoorden onze ruiten aan diggelen vliegen, dakpannen naar beneden
kletteren.
Toen we zo een tijdje in de kelder zaten, bonkten Duitsers op de deur. Vader ging
open maken. Ze kwamen kijken of er geen Belgische soldaten verborgen waren.
Ze vroegen water, waarvan vader zelf moest drinken, om zeker te zijn dat het niet
vergiftigd was.
Korte tijd later kreeg ons huis een voltreffer: een zijde van het keldergewelf
stortte naar beneden, gelukkig zonder iemand te raken. Onder wolken stof en
kruitdamp zochten we onze pakken bijeen en kropen van onder de balken naar
buiten. Na uren in het schemerdonker van de kelder, kwamen we opnieuw op
straat, maar die was onherkenbaar: vol stukken hout, stenen en dakpannen.
De kogels en schrapnels ketsten tegen de stenen. Het rook naar kalk en kruitdamp, er stonden huizen in brand. Door het schieten wisten we niet waarheen.
Eerst dachten we aan de overkant in de gracht te kruipen, maar er stond water
in. Dan maar verder het dorp in.
Toen kwamen een paar Duitse soldaten naar ons toe en deden ons achter de
muur van de pastorie schuilen. De Duitsers hadden de wijnkelder van de pastorie
bezocht, enkele waren wat beschonken en minder voorzichtig. Eén die te ver over
straat liep, kreeg een kogel in de borst. Hij kwam terug gesukkeld en viel voor ons
neer, waar hij spoedig stierf.
Op het einde van de namiddag begonnen opeens zeer zware kanonnen te schieten. Wij schrokken daar geweldig van, maar de soldaten zeiden: “Keine Angst
haben! Das sind unsere”. Een soldaat trok mijn vader mee in de tuin van de pastorie. Hij trok een deken weg van een lijk en zei: hier ligt mijn beste kameraad,
en hij weende. De soldaten hadden niet alleen de wijn gevonden, maar ook de
fonograaf. Ze hadden hem in de tuin opgesteld, waar ze nu tussen de doden en
gekwetsten platen draaiden. Zo akelig dat ik het nooit meer vergeet.”
(uit: Kroniek van Mannekensvere, André Steen)
12
Bezetting
Duitse officieren in overleg in een woning in Slijpe (collectie Walter Lelièvre).
Achter het front organiseren de Duitsers zich, vooral in Leffinge en Middelkerke
waar de bevolking de Duitse bezetting moet ondergaan. Naast de vernielingen
en inname van alle belangrijke gebouwen, worden onze dorpen ook leeggeroofd.
De hongersnood wordt nijpend. Tegen 1918 is alles wat bruikbaar is voor de oorlog
door Duitsers meegenomen of opgebruikt.
Na de wapenstilstand schiet er van Middelkerke en zijn deelgemeenten omzeggens
niks meer over. Men spreekt van de ‘Verwoeste Gewesten’: alles vernield, een
woestenij van puin, loopgraven, prikkeldraad, bijna geen levende ziel meer te
bespeuren.
Operaties Hush en Strandfest
Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog planden de geallieerden al een massale
landingsoperatie, op het strand van Middelkerke dan nog wel! De Britten zaten
in 14-18 immers zeer verveeld met de Duitse U-boten (onderzeeërs) die vanuit
Oostende en Zeebrugge dood en verderf zaaiden op de Noordzee.
13
Met een geallieerde landing op Middelkerkse stranden en het tegelijk doorstoten
van grondtroepen vanuit Nieuwpoort moest Oostende ingenomen worden.
De Britten kozen voor de strandvlakte tussen Westende en Middelkerke, omdat die
kuststrook het minst verdedigd scheen te zijn en tamelijk brede stranden had.
De landing was voorzien op 8 augustus 1917 en zou bijna 14.000 soldaten, tanks,
artillerie, auto’s, mortieren en munitie aan land moeten brengen. Maar… Operatie
Hush werd doorzien door de Duitsers.
Terwijl de geallieerden in volle voorbereiding waren voor deze operatie, kozen
de Duitsers voor de tegenaanval: Operatie Strandfest.
Na ‘Strandfest’ worden meer dan 1.250 Britse en Australische soldaten verzameld op de binnenkoer
van de ‘Kommandantur’ in Oostende (collectie Johan Ryheul).
Op 6 juli 1917, dus één maand voor de geplande Operatie Hush, begonnen de
Duitsers met een zwaar artilleriebombardement die de Britse verdediging al meteen
vernielde. Op 10 juli volgde dan de Duitse bestorming op Britse stellingen, voor het
eerst ook ondersteund met vliegtuigen én met mosterdgas. In zeer korte tijd werd
de volledige rechteroever van de IJzer ingenomen.
Volgens Duitse bronnen werden er die dag 1.300 Britten krijgsgevangen genomen
en vielen er 3.126 Britse doden. De Britse operatie Hush werd afgeblazen.
14
1918
Met het weinig opbeurende vooruitzicht dat de Verenigde Staten de geallieerden
komen bijspringen, proberen de Duitsers nog een alles of niets offensief in het
voorjaar van 1918, maar dat draait op niets uit.
Vanaf september 1918 wordt de Duitse terugtocht voorbereid en al ingezet. Alle
dorpen aan de westkust worden tijdens de maand oktober in snel tempo bevrijd.
Een getuigenis uit Leffinge verhaalt over de aankomst van Belgische troepen:
“ … in de nacht van 16 op 17 oktober deden de barbaren (sic) alle bruggen
springen, ’s morgens waren er geen Duitsers meer te zien. We vernamen rond 8 u.
dat de Belgen in Slijpe zaten. De kinderen gingen met planken over de vaart om
te gaan kijken. Om 9.30 u. arriveert de eerste Belgische patrouille. Onbeschrijflijke
vreugde! In een oogwenk waren alle huizen bevlagd, het wemelde van het volk in
de straten, een echte hoogdag. Iedereen was uitbundig, de klokken verkondigden
het nieuws der verlossing…” (uit Leffinge in de Grote Oorlog, Jean-Marie Barra)
De bevrijding
Rond 18 oktober 1918, exact vier jaar na de start van de bezetting, worden de
Middelkerkse dorpen bevrijd. Naast de feestvreugde, is er nog altijd die trieste
realiteit: de dorpen zijn zwaar beschadigd, mensen die met mondjesmaat beginnen
terug te keren. Ze vinden niet veel meer terug van hun huis en bezittingen.
Overal versperringen, prikkeldraad en loopgrachten, verlaten schuilplaatsen en
gevechtsposten. De weiden en akkers zijn verzopen in zeewater. Er is nog altijd een
tekort aan voedsel en kledij. En er is de onzekerheid over familie en vrienden die
aan het front zitten of weggestuurd zijn naar werkkampen.
Noodwoningen 4
Na de oorlog vragen twee essentiële problemen een snelle oplossing: ten eerste de
huisvesting van terugkerende vluchtelingen, o.a. in noodwoningen. Ten tweede de
financiering van het onmiddellijke herstel van de basisinfrastructuur en van de vergoedingen voor de geleden oorlogsschade. Daarvoor dienen het Koning Albertfonds
en de Dienst der Verwoeste Gewesten.
15
Het Koning Albertfonds wordt al tijdens de oorlog opgericht, in september 1916.
Nog tijdens de oorlog worden barakken aangekocht.
Onmiddellijk na de Wapenstilstand worden houten constructies beschikbaar gesteld.
Het gemeentehuis van Middelkerke wordt gevestigd in een grote houten barak in de
Kerkstraat. Eenzelfde oplossing komt er voor een voorlopige kerk en het onderwijs.
Ook de openbare gebouwen in Westende worden voorlopig in barakken ondergebracht.
Woonbarakken in het dorp van Westende (collectie Els Bloes)
De noodwoningen voor vluchtelingen hebben een voorlopig karakter. Voor de openbare sector is dat vrij vanzelfsprekend. Maar de privé-woningen kennen een langer
leven dan gepland. Tot lang na de Tweede Wereldoorlog zijn ze te zien, ondertussen
getransformeerd tot nette, comfortabele huisjes. De allerlaatste staan nog altijd in
de Duinenweg, in de wijk Krokodiel.
16
Fronttoerisme
‘Spijshuis aan het IJzerfront’, vlakbij Schoorbakkebrug (collectie RVT).
De vernietiging door de Eerste Wereldoorlog was zo overweldigend dat vele
mensen dit met eigen ogen wilden zien. De eersten die op bedevaart trokken naar
de slagvelden, de begraafplaatsen en andere oorlogssites, waren de Engelsen.
Ze vertrokken vooral vanuit Oostende voor een busrit met gids in de frontstreek.
Afgedankte en omgebouwde Engelse legervoertuigen doen dienst als eerste
‘autobussen’. De plaatselijke bevolking ruikt een ‘commerce’ die geld in het laatje
kan brengen, de eerste reisburaus ‘avant la lettre’ ontstaan.
De frontstreek wordt in die periode enorm veel gefotografeerd. Op vele prentbriefkaarten zien we vermeldingen als ‘de ruïnes van Westende’, ‘panorama van
Westende’, ‘de hoofdstraat van Lombardsijde’, waarop dan enkel puin te zien is.
Er zijn er ook met de aanduiding van militaire installaties of van villa’s die er ooit
stonden maar waarvan er nu nog amper enkele stenen op elkaar staan.
In Middelkerke wordt de commandobunker in de Duinenweg omgebouwd tot
oorlogsmuseum.
17
Oorlogsmonumenten
Leffinge
Schore
• Gedenkteken voor militaire
slachtoffers. Dorpsstraat,
rechts naast de O.L.V.-kerk.
• Gedenkplaat voor het 3e en 23e Linieregiment tijdens de slag om de IJzer.
Schoorbakkebrug, bevestigd aan
de brugreling.
Lombardsijde
• Gedenksteen voor luitenant Pierre
Thuret, militair kwartier Lombardsijde.
• Gedenkteken voor het 9e Linieregiment, Oude Nieuwpoortlaan.
Sint-Pieters-Kapelle
• Gedenksteen voor de militaire en
burgerlijke slachtoffers, zelfde plaats.
• Gedenksteen voor de militaire
slachtoffers en de oudstrijders.
Kerkhof, Sint-Pietersstraat.
• Memento voor de militaire
en burgerlijke slachtoffers,
O.L.Vrouw Bezoekingkerk (binnen),
Lombardsijdelaan.
Mannekensvere
• Twee gedenkplaten voor de militaire
en burgerlijke slachtoffers in
de O.L.V.-kerk (binnen),
Brugsesteenweg).
• Gedenkteken voor de militaire
slachtoffers. Gemeentelijke begraafplaats.
Middelkerke
• Obelisk met kruis voor de militaire
en burgerlijke slachtoffers.
Spermaliestraat.
• Gedenkzuil met kruis voor de militaire
slachtoffers. Gemeentelijke begraafplaats, Franciscus Dierendonckstraat.
Wilskerke
• Gedenksteen voor de oudstrijders.
Links van de Sint-Willemkerk.
18
• Gedenksteen voor de militaire
slachtoffers en de oudstrijders.
Kerkhofmuur, Schorestraat.
Slijpe
• Gedenkplaat voor de militaire
slachtoffers. Kerkhofmuur,
Diksmuidestraat.
Westende-bad
• Gedenksteen voor generaal Paul
Grossetti, bevelhebber van de 42e
Franse divisie en gedenkplaat voor
het 163e infanterieregiment.
Bij de duinen, net voorbij het
kruispunt Generaal GrossettilaanHenri Jasparlaan.
Westende-dorp
• Gedenksteen voor de militaire slachtoffers. Links van de St-Laurentiuskerk,
Westendelaan.
• Gedenksteen op begraafplaats
Hofstraat
MIDDELKERKE
Prikkeldraad op het strand
INFOBORD
TER PLAATSE
De stranden werden ontoegankelijk gemaakt en waren verboden terrein voor burgers.
(collectie Walter Lelièvre).
In 1914 bestaat Middelkerke administratief uit de huidige deelgemeente
Middelkerke en Raversijde en telt iets meer dan 3.000 inwoners.
Middelkerke is in de periode voor de Eerste Wereldoorlog geëvolueerd van bescheiden
duinendorpje naar een bruisende badplaats. De zomer van 1914 kondigt zich
feestelijk aan: op 18 juli wordt het nieuwe Casino op de zeedijk ingehuldigd.
Veertien dagen later volgt de Duitse inval. De zomerstemming wordt in 1914 wel
heel bruusk verstoord…
Op 2 augustus 1914 is het kermiszondag in Middelkerke. Er heerst een mineurstemming door het Duits ultimatum om een vrije doortocht door België te krijgen.
Tijdens een circusvoorstelling komt de circusdirecteur binnengelopen. Hij deelt
mee dat Duitsland de oorlog verklaart aan België en Nederland. De lichten worden
gedoofd, de tent loopt leeg.
19
Weg is de euforie van het zomerseizoen. Duitse toeristen worden van de ene op
de andere dag scheef bekeken. Nochtans waren het graag geziene gasten, want ze
zijn stipt en ze betalen goed, velen hebben hier een villa. Ze pakken haastig in en
vertrekken.
Half oktober trekken vermoeide Belgische troepen door Middelkerke. Ze gaan zich
verschansen achter de IJzer. Het ziet er niet goed uit. De helft van de bevolking laadt zijn bezittingen op een kar en vertrekt, richting Westhoek, Frankrijk en
Engeland.
Op 18 oktober 1914 trekt het Duitse leger in grote drommen door de straten.
Het begint te knallen in Westende, in Lombardsijde en aan de Rattevalle. Tegen de
avond worden de eerste gewonden al binnengebracht.
De mannenuittocht
Op 23 december 1914 moeten alle mannen van 15 tot 60 jaar Middelkerke verlaten. Verschillende lopen weg of zoeken een onderkomen bij familie of kennissen.
De hoveniers van Raversijde worden met rust gelaten, zij zijn nodig voor de
voedselvoorziening. Nuttige werklieden mogen ook blijven, daarbij een slager en
een bakker. Vrouwen en kinderen blijven alleen achter.
Middelkerke loopt leeg: in april 1915 wonen er nog amper 180 mensen, op het einde
van 1917 nog amper 90.
Voor de inwoners van Middelkerke is Oostende de dichtstbijzijnde veilige plaats,
iets verder van het front en minder in de vuurlinie van de beschietingen vanop
de geallieerde schepen.
20