VOORWOORD Het gemeentebestuur wil 100 jaar Wereldoorlog I op een passende wijze onder de aandacht brengen. Dat gebeurt niet onder de vorm van grote, klassieke herdenkingsactiviteiten, maar wel met een reeks van kleinschalige projecten die een goed beeld geven van het oorlogsverleden van Middelkerke en haar deelgemeenten. We beogen om erfgoed, toerisme en recreatie te combineren om zo een breed publiek aan te spreken. Een nieuwe toeristische route over de ‘Grote Oorlog’ was binnen dit aanbod een belangrijk onderdeel. De laatste materiële getuigen van WOI op het terrein werden opgelijst en worden onder de vorm van een route aan het grote publiek gepresenteerd. Bij dit projectonderdeel hoort deze rijk geïllustreerde gids die door onze dienst erfgoed werd samengesteld. Er werd voor dit werk op voorbeeldige wijze samengewerkt met diverse verzamelaars die probleemloos hun mooiste beelden ter beschikking stelden. Ook heemkring Graningate verleende graag medewerking aan dit project. Jarenlang werd er trouwens door hen al gepubliceerd over dit onderwerp in hun tijdschrift. Aandacht trekken op de gevolgen van de oorlog houdt meteen ook een duidelijke boodschap van vrede in. Het is een belangrijke opdracht om de ‘nooit meer oorlogsgedachte’ blijvend onder de aandacht te houden. Het is belangrijk dat vooral de jongeren blijvend herinnerd worden aan de donkere hoofdstukken uit ons verleden. Want wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te herhalen. De herdenking van 100 jaar WOI is dus ook een vredesproject. Iedereen wordt dan ook uitgenodigd om deze vredesboodschap te helpen verspreiden en daarom danken we u alvast voor het feit dat u onze informatieve route wil verkennen. Middelkerke, 22/04/2014 Michel Landuyt, Schepen van Erfgoed en Toerisme Janna Rommel-Opstaele, Burgemeester 1 De loopgraven in de duinen, op de voorpagina van een Duitse oorlogskrant (collectie Ronny Van Troostenberghe). OVER DEZE BROCHURE Deze brochure geeft een overzicht van de locaties in onze negen deelgemeenten die een belangrijke rol speelden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Je kan alle plaatsen opzoeken op de kaart of op trefwoord. In de brochure staan ze gerangschikt per deelgemeente. Enkele locaties kregen op het terrein een infobord, de route die deze borden met elkaar verbindt, vind je op www.middelkerke.be. Achteraan is een literatuurlijst opgenomen, deze werken vormen de basis voor de teksten voor deze brochure. We hopen dat dit boekje een goede leidraad is om zelf op zoek te gaan naar het verhaal achter de foto’s van ruïnes, ter plaatse de dramatiek te voelen van een vergeten slagveld, een herinnering te bewaren aan mensen van vlees en bloed die, tegenstander of niet, allebei gevangen zaten in een oorlogswaanzin die vier volle jaren duurde. Strijderskaart, uitgereikt aan oud-strijders die minstens vier maanden gediend hadden (collectie Georges Despodt). 3 INLEIDING In ons kleine landje aan de Noordzee werd geschiedenis geschreven die vandaag nog altijd tot de verbeelding spreekt. Wat er in oktober 1914 nog overbleef van het Belgisch Leger, verschanste zich achter de IJzer en liet de Duitse oorlogsmachine letterlijk vastlopen in de modder. Brave Little Belgium. Maar wacht eens even… Middelkerke grenst ook aan de IJzer. Wij lagen ook aan het intussen wereldberoemde IJzerfront. Maar … wel aan de verkeerde kant van het front. De Duitse kant. Von Engländern zerschossen. Wat er overbleef van de Zeelaan in Lombardsijde (collectie Camiel Vallaeys). In deze brochure keren we 100 jaar terug in de tijd. Lombardsijde, Mannekensvere en Schore zijn de laatste voorposten voor de IJzer. Ze worden hardnekkig verdedigd, maar toch veroverd en vervolgens als ‘vijandig gebied’ vier jaar lang bestookt door de geallieerden. Gevolg: in Lombardsijde blijft geen enkele steen nog op de andere staan. Je moet de foto’s zien om het te geloven. Schore eindigt dood en verlaten. Mannekensvere: vier jaar geen bewoning meer. De badplaatsen Westende en Middelkerke worden tot puin geschoten. 4 Leffinge, Wilskerke, Slijpe en Sint-Pieters-Kapelle liggen iets minder onder vuur. In deze zones organiseren de Duitsers zich voor de strijd, rusten ze uit voor nog een drie-dagen-beurt aan het front, dat maar enkele kilometers verderop ligt. Een bezette gemeente moet zich plooien naar Duitse leefregels, we zien de leegloop, de onwaarschijnlijke vernielingen. Vandaag zijn de meeste stellingen en bunkers verdwenen, weinig bleef bewaard. Wat in 1918 nog rechtstaat, wordt tijdens de Duitse aftocht afgebroken, meegenomen, vernield. De Tweede Wereldoorlog doet de rest. Wat 100 jaar later overblijft, zijn gebouwen die toen een Duitse functie hadden, locaties waar heroïsche veldslagen plaatsvonden, verhalen van mensen die het destijds hebben opgeschreven, Belgen en Duitsers. De belangrijkste werden opgenomen in deze gids, die je meteen door het Middelkerkse verhaal tijdens de Eerste Wereldoorlog loodst. 5 INHOUD Het verloop van de oorlog 8 Westende-dorp30 Terugtrekken8 In puin 30 Slag om de IJzer Kogelinslagen op grafzerk 31 Voorpost Bamburghoeve 31 9 Onderwaterzetting9 Bezetting13 13 Lombardsijde32 191815 Maanlandschap32 De bevrijding Duinenfront34 Operaties Hush en Strandfest 15 Noodwoningen15 Höhe 17 35 Fronttoerisme17 Monument Pierre Thuret 36 Oorlogsmonumenten18 Affenberg38 Demarcatiepaal38 Middelkerke19 Heldenzerkjes Joe English 39 Prikkeldraad op het strand 19 De mannenuittocht 20 Leffinge40 Kommandantur Middelkerke 21 Leffinge als kazerne Zeehospitaal de Grimberghe 22 Pionierspark41 Duits kerkhof Duinenweg 22 Oud klooster La Providence 23 Seemannshaus43 40 42 Commandobunker24 Villa La Roseraie 44 Oorlogsmuseum25 Militair kerkhof 44 Mausoleum45 Westende-bad26 6 Bye bye badplaats 26 Grand Hotel Bellevue 27 Graven in de duinen 28 Monument Grossetti 28 Gedenkplaat ‘Régiment de Nice’ 29 Mannekensvere46 Het bezettingsleger ‘Von Engländern zerschossen’ Marinekorps, de elite 46 64 64 Uniebrug47 Verordnungen65 Monument 7e Linie 48 Soldatenleven65 Monument 14e Linie 48 Verdedigingslinies67 Fort Nieuwendamme 48 Bunker aan de IJzer 49 Colofon69 Schore51 Dankwoord70 Dood51 Schoorbakkebrug53 Beknopte literatuur 71 Slijpe54 Spookdorp54 Exodus55 Uitvalsbasis naar het front 55 Slijpe brug 56 Rattevallebrug56 Seemannshaus Slijpe 58 Groot Tempelhof 58 Militair kerkhof 59 Wilskerke60 Sint-Pieters-Kapelle62 7 HET VERLOOP VAN DE OORLOG Terugtrekken Op 4 augustus 1914 trekt het Duitse leger België binnen. Het eigenlijke doel is Frankrijk: de Kanaalhavens Duinkerke, Calais en Boulogne, om zo de aanvoer van Engelse troepen af te snijden. Wat een snelle klus moet worden, blijkt een taaie brok. De Belgen bieden weerstand, ondanks de overduidelijke overmacht in getal en oorlogsmateriaal van de Duitsers. De ‘oninneembare’ fortengordels van Luik en Antwerpen vallen en van dan af trekt het Belgisch leger zich terug, richting zee. Geromantiseerde Franse tekening van de belangrijke oorlogsmaand oktober 1914 (collectie RVT). Tijdens die terugtocht groeit het idee dat de IJzer in de Westhoek wellicht de laatste linie wordt, waarachter de Belgen kost wat kost moeten standhouden, anders is het land definitief verloren. Half oktober arriveren de Duitse troepen in onze streek, vastbesloten door te stoten naar de sluizen van Nieuwpoort en zo verder naar Duinkerke. 8 Slag om de IJzer 1 Op 18 oktober 1914 worden de eerste dorpen van onze huidige gemeente onder de voet gelopen. De aanvallen zijn vooral gericht op Lombardsijde, de voorpost van de sluizen van Nieuwpoort. Ook Mannekensvere en Schore, waar twee belangrijke bruggen over de IJzer liggen, de Uniebrug en de Schoorbakkebrug, moeten het zwaar ontgelden. De slag om de IJzer is begonnen. Door een doorbraak aan de Tervatebrug, de derde brug over de IJzer tussen Nieuwpoort en Diksmuide, wordt de situatie precair. Ook de Uniebrug en de Schoorbakkebrug moeten opgegeven worden, de IJzerlinie is bijna verloren. Onderwaterzetting 2 3 De onderwaterzetting aan weerszijden van het kanaal, vertrekkend vanuit de Sluizen van Nieuwpoort (centraal). Linksboven de kustlijn (collectie Walter Lelièvre). De Duitse troepen staan al op verschillende plaatsen over de IJzer. Na enkele minder geslaagde pogingen lukt de onderwaterzetting op het nippertje door de sluizen in Nieuwpoort open te zetten. Het laaggelegen gebied tussen de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide en de linker IJzeroever loopt vol als een badkuip. De Duitsers moeten zich ijlings terugtrekken en bezetten de rechteroever van de IJzer. Ze behouden hier en daar enkele voorposten in ondergelopen gebied 9 aan de linkeroever. Het front stabiliseert, de loopgraven worden versterkt, de legers graven zich in. We zijn vertrokken voor vier jaar waarin beide partijen elkaar blijven bestoken, enkel om de posities te handhaven. De gevolgen zijn desastreus. De Belgische troepen achter de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide dorpen worden langzaam maar (collectie Walter Lelièvre). zeker tot puin geschoten, de bevolking trekt weg of wordt verplicht om te vertrekken. Ooggetuige: de Duitse bestorming Vele Belgische dorpen werden in 1914 onder de voet gelopen door de Duitse oorlogsmachine. In onderstaand verslag lezen we hoe een inwoner van Mannekensvere, dorp aan de IJzer, de Duitse aanval beschrijft. Duitse propagandatekening van de bestorming door de Duitse marinetroepen (collectie Johan Ryheul). 10 “In Mannekensvere was het die zondag (18 oktober 1914) eerder stil. Er kwamen geen vluchtelingen of soldaten voorbij. Enkele overgebleven dorpelingen kwamen in bange afwachting wat praten op straat. Belgische soldaten zaten in loopgraven en verschansingen die ze gemaakt hadden, in de kapotte kerktoren tuurden militairen met verrekijkers in de verte. “Schijnwerpers zoeken vijandige vliegtuigen boven Mannekensvere”. Duitse tekening (collectie RVT). Toen kwam plots een soldaat aangelopen, angstig en bleek. Zijn paard was onder hem doodgeschoten. Hij wees in de richting van Slijpe, “Daar komen de Duitsers”, zei hij. Wij keken die richting uit en inderdaad, wij zagen ze: door de velden en de weiden kwamen ze in brede rijen aangelopen. Als de ene rij zich liet vallen, stormde een tweede rij vooruit. Onze soldaten in de loopgraven in het dorp begonnen te schieten. We zaten meteen in volle oorlogsgeweld. In één ogenblik was iedereen verdwenen, naar huis, de kelder in! Wij liepen een eind mee met de soldaat. Hij moest zijn overste verwittigen. Hij vroeg om een fiets en mijn vader gaf de zijne. De soldaat reed wat hij rijden kon. We keken nog eens of we de Duitsers konden zien, maar we moesten de kelder in, de geweerkogels ketsten tegen de pannen en de muren! 11 Een tijdje nadat de soldaat was vertrokken, begonnen onze kanonnen te schieten. In onze kelder zaten we heel angstig paternosters te bidden, zoveel, dat we er later geen zin meer in hadden. Het was een gehuil en gefluit om doof van te worden. We hoorden onze ruiten aan diggelen vliegen, dakpannen naar beneden kletteren. Toen we zo een tijdje in de kelder zaten, bonkten Duitsers op de deur. Vader ging open maken. Ze kwamen kijken of er geen Belgische soldaten verborgen waren. Ze vroegen water, waarvan vader zelf moest drinken, om zeker te zijn dat het niet vergiftigd was. Korte tijd later kreeg ons huis een voltreffer: een zijde van het keldergewelf stortte naar beneden, gelukkig zonder iemand te raken. Onder wolken stof en kruitdamp zochten we onze pakken bijeen en kropen van onder de balken naar buiten. Na uren in het schemerdonker van de kelder, kwamen we opnieuw op straat, maar die was onherkenbaar: vol stukken hout, stenen en dakpannen. De kogels en schrapnels ketsten tegen de stenen. Het rook naar kalk en kruitdamp, er stonden huizen in brand. Door het schieten wisten we niet waarheen. Eerst dachten we aan de overkant in de gracht te kruipen, maar er stond water in. Dan maar verder het dorp in. Toen kwamen een paar Duitse soldaten naar ons toe en deden ons achter de muur van de pastorie schuilen. De Duitsers hadden de wijnkelder van de pastorie bezocht, enkele waren wat beschonken en minder voorzichtig. Eén die te ver over straat liep, kreeg een kogel in de borst. Hij kwam terug gesukkeld en viel voor ons neer, waar hij spoedig stierf. Op het einde van de namiddag begonnen opeens zeer zware kanonnen te schieten. Wij schrokken daar geweldig van, maar de soldaten zeiden: “Keine Angst haben! Das sind unsere”. Een soldaat trok mijn vader mee in de tuin van de pastorie. Hij trok een deken weg van een lijk en zei: hier ligt mijn beste kameraad, en hij weende. De soldaten hadden niet alleen de wijn gevonden, maar ook de fonograaf. Ze hadden hem in de tuin opgesteld, waar ze nu tussen de doden en gekwetsten platen draaiden. Zo akelig dat ik het nooit meer vergeet.” (uit: Kroniek van Mannekensvere, André Steen) 12 Bezetting Duitse officieren in overleg in een woning in Slijpe (collectie Walter Lelièvre). Achter het front organiseren de Duitsers zich, vooral in Leffinge en Middelkerke waar de bevolking de Duitse bezetting moet ondergaan. Naast de vernielingen en inname van alle belangrijke gebouwen, worden onze dorpen ook leeggeroofd. De hongersnood wordt nijpend. Tegen 1918 is alles wat bruikbaar is voor de oorlog door Duitsers meegenomen of opgebruikt. Na de wapenstilstand schiet er van Middelkerke en zijn deelgemeenten omzeggens niks meer over. Men spreekt van de ‘Verwoeste Gewesten’: alles vernield, een woestenij van puin, loopgraven, prikkeldraad, bijna geen levende ziel meer te bespeuren. Operaties Hush en Strandfest Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog planden de geallieerden al een massale landingsoperatie, op het strand van Middelkerke dan nog wel! De Britten zaten in 14-18 immers zeer verveeld met de Duitse U-boten (onderzeeërs) die vanuit Oostende en Zeebrugge dood en verderf zaaiden op de Noordzee. 13 Met een geallieerde landing op Middelkerkse stranden en het tegelijk doorstoten van grondtroepen vanuit Nieuwpoort moest Oostende ingenomen worden. De Britten kozen voor de strandvlakte tussen Westende en Middelkerke, omdat die kuststrook het minst verdedigd scheen te zijn en tamelijk brede stranden had. De landing was voorzien op 8 augustus 1917 en zou bijna 14.000 soldaten, tanks, artillerie, auto’s, mortieren en munitie aan land moeten brengen. Maar… Operatie Hush werd doorzien door de Duitsers. Terwijl de geallieerden in volle voorbereiding waren voor deze operatie, kozen de Duitsers voor de tegenaanval: Operatie Strandfest. Na ‘Strandfest’ worden meer dan 1.250 Britse en Australische soldaten verzameld op de binnenkoer van de ‘Kommandantur’ in Oostende (collectie Johan Ryheul). Op 6 juli 1917, dus één maand voor de geplande Operatie Hush, begonnen de Duitsers met een zwaar artilleriebombardement die de Britse verdediging al meteen vernielde. Op 10 juli volgde dan de Duitse bestorming op Britse stellingen, voor het eerst ook ondersteund met vliegtuigen én met mosterdgas. In zeer korte tijd werd de volledige rechteroever van de IJzer ingenomen. Volgens Duitse bronnen werden er die dag 1.300 Britten krijgsgevangen genomen en vielen er 3.126 Britse doden. De Britse operatie Hush werd afgeblazen. 14 1918 Met het weinig opbeurende vooruitzicht dat de Verenigde Staten de geallieerden komen bijspringen, proberen de Duitsers nog een alles of niets offensief in het voorjaar van 1918, maar dat draait op niets uit. Vanaf september 1918 wordt de Duitse terugtocht voorbereid en al ingezet. Alle dorpen aan de westkust worden tijdens de maand oktober in snel tempo bevrijd. Een getuigenis uit Leffinge verhaalt over de aankomst van Belgische troepen: “ … in de nacht van 16 op 17 oktober deden de barbaren (sic) alle bruggen springen, ’s morgens waren er geen Duitsers meer te zien. We vernamen rond 8 u. dat de Belgen in Slijpe zaten. De kinderen gingen met planken over de vaart om te gaan kijken. Om 9.30 u. arriveert de eerste Belgische patrouille. Onbeschrijflijke vreugde! In een oogwenk waren alle huizen bevlagd, het wemelde van het volk in de straten, een echte hoogdag. Iedereen was uitbundig, de klokken verkondigden het nieuws der verlossing…” (uit Leffinge in de Grote Oorlog, Jean-Marie Barra) De bevrijding Rond 18 oktober 1918, exact vier jaar na de start van de bezetting, worden de Middelkerkse dorpen bevrijd. Naast de feestvreugde, is er nog altijd die trieste realiteit: de dorpen zijn zwaar beschadigd, mensen die met mondjesmaat beginnen terug te keren. Ze vinden niet veel meer terug van hun huis en bezittingen. Overal versperringen, prikkeldraad en loopgrachten, verlaten schuilplaatsen en gevechtsposten. De weiden en akkers zijn verzopen in zeewater. Er is nog altijd een tekort aan voedsel en kledij. En er is de onzekerheid over familie en vrienden die aan het front zitten of weggestuurd zijn naar werkkampen. Noodwoningen 4 Na de oorlog vragen twee essentiële problemen een snelle oplossing: ten eerste de huisvesting van terugkerende vluchtelingen, o.a. in noodwoningen. Ten tweede de financiering van het onmiddellijke herstel van de basisinfrastructuur en van de vergoedingen voor de geleden oorlogsschade. Daarvoor dienen het Koning Albertfonds en de Dienst der Verwoeste Gewesten. 15 Het Koning Albertfonds wordt al tijdens de oorlog opgericht, in september 1916. Nog tijdens de oorlog worden barakken aangekocht. Onmiddellijk na de Wapenstilstand worden houten constructies beschikbaar gesteld. Het gemeentehuis van Middelkerke wordt gevestigd in een grote houten barak in de Kerkstraat. Eenzelfde oplossing komt er voor een voorlopige kerk en het onderwijs. Ook de openbare gebouwen in Westende worden voorlopig in barakken ondergebracht. Woonbarakken in het dorp van Westende (collectie Els Bloes) De noodwoningen voor vluchtelingen hebben een voorlopig karakter. Voor de openbare sector is dat vrij vanzelfsprekend. Maar de privé-woningen kennen een langer leven dan gepland. Tot lang na de Tweede Wereldoorlog zijn ze te zien, ondertussen getransformeerd tot nette, comfortabele huisjes. De allerlaatste staan nog altijd in de Duinenweg, in de wijk Krokodiel. 16 Fronttoerisme ‘Spijshuis aan het IJzerfront’, vlakbij Schoorbakkebrug (collectie RVT). De vernietiging door de Eerste Wereldoorlog was zo overweldigend dat vele mensen dit met eigen ogen wilden zien. De eersten die op bedevaart trokken naar de slagvelden, de begraafplaatsen en andere oorlogssites, waren de Engelsen. Ze vertrokken vooral vanuit Oostende voor een busrit met gids in de frontstreek. Afgedankte en omgebouwde Engelse legervoertuigen doen dienst als eerste ‘autobussen’. De plaatselijke bevolking ruikt een ‘commerce’ die geld in het laatje kan brengen, de eerste reisburaus ‘avant la lettre’ ontstaan. De frontstreek wordt in die periode enorm veel gefotografeerd. Op vele prentbriefkaarten zien we vermeldingen als ‘de ruïnes van Westende’, ‘panorama van Westende’, ‘de hoofdstraat van Lombardsijde’, waarop dan enkel puin te zien is. Er zijn er ook met de aanduiding van militaire installaties of van villa’s die er ooit stonden maar waarvan er nu nog amper enkele stenen op elkaar staan. In Middelkerke wordt de commandobunker in de Duinenweg omgebouwd tot oorlogsmuseum. 17 Oorlogsmonumenten Leffinge Schore • Gedenkteken voor militaire slachtoffers. Dorpsstraat, rechts naast de O.L.V.-kerk. • Gedenkplaat voor het 3e en 23e Linieregiment tijdens de slag om de IJzer. Schoorbakkebrug, bevestigd aan de brugreling. Lombardsijde • Gedenksteen voor luitenant Pierre Thuret, militair kwartier Lombardsijde. • Gedenkteken voor het 9e Linieregiment, Oude Nieuwpoortlaan. Sint-Pieters-Kapelle • Gedenksteen voor de militaire en burgerlijke slachtoffers, zelfde plaats. • Gedenksteen voor de militaire slachtoffers en de oudstrijders. Kerkhof, Sint-Pietersstraat. • Memento voor de militaire en burgerlijke slachtoffers, O.L.Vrouw Bezoekingkerk (binnen), Lombardsijdelaan. Mannekensvere • Twee gedenkplaten voor de militaire en burgerlijke slachtoffers in de O.L.V.-kerk (binnen), Brugsesteenweg). • Gedenkteken voor de militaire slachtoffers. Gemeentelijke begraafplaats. Middelkerke • Obelisk met kruis voor de militaire en burgerlijke slachtoffers. Spermaliestraat. • Gedenkzuil met kruis voor de militaire slachtoffers. Gemeentelijke begraafplaats, Franciscus Dierendonckstraat. Wilskerke • Gedenksteen voor de oudstrijders. Links van de Sint-Willemkerk. 18 • Gedenksteen voor de militaire slachtoffers en de oudstrijders. Kerkhofmuur, Schorestraat. Slijpe • Gedenkplaat voor de militaire slachtoffers. Kerkhofmuur, Diksmuidestraat. Westende-bad • Gedenksteen voor generaal Paul Grossetti, bevelhebber van de 42e Franse divisie en gedenkplaat voor het 163e infanterieregiment. Bij de duinen, net voorbij het kruispunt Generaal GrossettilaanHenri Jasparlaan. Westende-dorp • Gedenksteen voor de militaire slachtoffers. Links van de St-Laurentiuskerk, Westendelaan. • Gedenksteen op begraafplaats Hofstraat MIDDELKERKE Prikkeldraad op het strand INFOBORD TER PLAATSE De stranden werden ontoegankelijk gemaakt en waren verboden terrein voor burgers. (collectie Walter Lelièvre). In 1914 bestaat Middelkerke administratief uit de huidige deelgemeente Middelkerke en Raversijde en telt iets meer dan 3.000 inwoners. Middelkerke is in de periode voor de Eerste Wereldoorlog geëvolueerd van bescheiden duinendorpje naar een bruisende badplaats. De zomer van 1914 kondigt zich feestelijk aan: op 18 juli wordt het nieuwe Casino op de zeedijk ingehuldigd. Veertien dagen later volgt de Duitse inval. De zomerstemming wordt in 1914 wel heel bruusk verstoord… Op 2 augustus 1914 is het kermiszondag in Middelkerke. Er heerst een mineurstemming door het Duits ultimatum om een vrije doortocht door België te krijgen. Tijdens een circusvoorstelling komt de circusdirecteur binnengelopen. Hij deelt mee dat Duitsland de oorlog verklaart aan België en Nederland. De lichten worden gedoofd, de tent loopt leeg. 19 Weg is de euforie van het zomerseizoen. Duitse toeristen worden van de ene op de andere dag scheef bekeken. Nochtans waren het graag geziene gasten, want ze zijn stipt en ze betalen goed, velen hebben hier een villa. Ze pakken haastig in en vertrekken. Half oktober trekken vermoeide Belgische troepen door Middelkerke. Ze gaan zich verschansen achter de IJzer. Het ziet er niet goed uit. De helft van de bevolking laadt zijn bezittingen op een kar en vertrekt, richting Westhoek, Frankrijk en Engeland. Op 18 oktober 1914 trekt het Duitse leger in grote drommen door de straten. Het begint te knallen in Westende, in Lombardsijde en aan de Rattevalle. Tegen de avond worden de eerste gewonden al binnengebracht. De mannenuittocht Op 23 december 1914 moeten alle mannen van 15 tot 60 jaar Middelkerke verlaten. Verschillende lopen weg of zoeken een onderkomen bij familie of kennissen. De hoveniers van Raversijde worden met rust gelaten, zij zijn nodig voor de voedselvoorziening. Nuttige werklieden mogen ook blijven, daarbij een slager en een bakker. Vrouwen en kinderen blijven alleen achter. Middelkerke loopt leeg: in april 1915 wonen er nog amper 180 mensen, op het einde van 1917 nog amper 90. Voor de inwoners van Middelkerke is Oostende de dichtstbijzijnde veilige plaats, iets verder van het front en minder in de vuurlinie van de beschietingen vanop de geallieerde schepen. 20
© Copyright 2025 ExpyDoc