Inventarisatie kunst en cultuur De Friese Meren

Kunst en cultuur in de Friese Meren
versie 28 mei 2014
In deze notitie geven we een beschrijving van kunst en cultuur in gemeente De Friese Meren alsmede
inzicht in de gemeentelijke, provinciale en landelijke beleidskaders die hierop van invloed zijn. De notitie
eindigt met een analyse van de huidige situatie en de kansen voor de toekomst.
Huidige situatie
Algemeen
De Friese Meren is een plattelandsgemeente met ruim 51.000 inwoners. De gemeente kent 51 officiële
plaatsen waaronder stêd Sleat de kulturele haadstêd fan De Friese Meren, Joure, Balk en Lemmer. Joure en
Lemmer zijn op hun beurt weer opgedeeld in wijken. De gemeente heeft een oppervlakte van 55.000
hectare, waarvan ruim 19.000 hectare water.
Bibliotheek
De bibliotheek Mar en Fean is een regionale bibliotheek die gemeente De Friese Meren, Heerenveen,
Littenseradiel en Zuid-West Friesland bedient. Speerpunten zijn:
 focus op klant/assortiment: de bibliotheek wil meer burgers met een passend en aantrekkelijk aanbod
uitnodigen naar de bibliotheek te komen en hen als klant te bedienen;
 focus op jeugd/onderwijs: de bibliotheek wil lezen, leren en zich informeren gemakkelijker en leuker
maken voor de jeugd van 0 tot 18 jaar;
 focus op verankering in de lokale gemeenschap: de bibliotheek wil het dorpsplein zijn waarop alle
bewoners samenkomen en zich welkom voelen.
De bibliotheek Mar en Fean heeft in gemeente De Friese Meren vestigingen in Balk, Lemmer en Joure en
een uitleenpunt in St. Nicolaasga. Daarnaast zijn er 19 schoolbibliotheken in de buitendorpen en is er een
boekendienst aan huis voor niet mobiele inwoners. Door bezuinigingen vanaf 2014 wordt het uitleenpunt
in Langweer gesloten evenals zes lytse bybs in Gaasterlân-Sleat.
De bibliotheek heeft 14.000 leden in de gemeente, waarvan 7.757 jeugdleden. Dit betekent dat 27% van de
inwoners lid is van de bibliotheek, iets boven het landelijk gemiddelde van 24%. Overeenkomstig de
landelijke tendens daalt het aantal leden licht, waarbij een verschuiving waarneembaar is van volwassen
leden naar jeugdleden. Jaarlijks zijn er 500.000 uitleningen en ruim 215.000 bezoekers. Het aantal
bezoekers dat geen lid is groeit. De bibliotheek wordt steeds meer een ontmoetingsruimte, die bijdraagt
aan de leefbaarheid en het maatschappelijk welbevinden binnen de dorpen.
In Balk huurt de bibliotheek het voormalige gemeentehuis en heeft er onlangs een verbouwing
plaatsgevonden. Ook in Joure huurt de bibliotheek het pand van de gemeente. Het pand in Lemmer is
eigendom van de bibliotheek. De huisvestingskosten zijn fors en bedragen 25% van de begroting1.
Op dit moment vindt bij de bibliotheek Mar en Fean een reorganisatie plaats, waarbij het aantal fte’s
omlaag gaat van 50 naar 43. Naast gemeentelijke bezuinigingen heeft de bibliotheek te maken met
provinciale bezuinigingen. De provinciale bibliotheekorganisatie stoot hierdoor taken af, waardoor een
lastenverzwaring plaatsvindt voor de aangesloten bibliotheken met name op het gebied van financiële en
personele administratie. De bezuinigingen op de bibliotheek leiden ertoe dat op het platteland het accent
steeds meer komt te liggen op de bibliotheek op school en een volwassenen collectie wordt aangeboden in
samenspraak met lokale partners zoals dorpsverenigingen. De verhouding subsidie eigen inkomsten
bedraagt 80% - 20%.
1
Huur Joure € 134.000 (€ 120,34 per m2) met indexering, Balk € 27.000 (€ 20 per m2) zonder indexering
1
In het meerjarenperspectief geeft de bibliotheek aan te willen werken langs drie samenhangende
programmalijnen:
 fysieke bibliotheek: openbaar voor iedereen toegankelijk gebouw waar altijd wat interessants te doen
is op het gebied van lezen, luisteren en kijken;
 educatieve bibliotheek: voorkomen van laaggeletterdheid, bevorderen van ontwikkelingskansen, goed
kunnen lezen met leesplezier, mediawijs zijn. Dit gebeurt via voorschools, primair en voortgezet
onderwijs (projecten Boekstart, Bibliotheek op school, Biebsearch), de inzet van leesconsulenten, het
opleiden van leerkrachten tot leescoördinator en het begeleiden van leesbevorderingsnetwerken.
 digitale bibliotheek: de bibliotheek is een onafhankelijke en betrouwbare G!ds, geeft toegang tot het
digitale aanbod (uitlenen van e-books) en bevordert mediawijsheid.
In de komende jaren zal het zwaartepunt van de bibliotheek verschuiven van fysiek naar educatief en
digitaal. De rol van de bibliotheek zal zich in deze overgangsperiode richten op het bevorderen van
mediawijsheid en de zorg voor een goede aansluiting tussen de fysieke en digitale bibliotheek.
Musea
Musea zijn van belang voor het behoud van waardevolle collecties, educatie en activiteiten. In De Friese
Meren ontvangen vier musea c.q. educatieve centra een gemeentelijke subsidie.
Museum Joure
Op de plaats waar Douwe Egberts in de 19de eeuw zijn koffie brandde en Keverling zijn koper goot, is nu
Museum Joure gevestigd. In tien gebouwen op het museumcomplex is de ambachtelijke bedrijvigheid en
historie van Douwe Egberts te ontdekken. Daarnaast zijn ambachten geëxposeerd die een belangrijke rol
hebben gespeeld in de geschiedenis van Joure. Zoals een klokkenmakerij met een collectie Friese klokken,
kopergieterij, koperslagerij, zilversmederij, koffiebranderij en drukkerij2. Tevens zijn er enkele producten
van de Jouster meubelindustrie tentoongesteld.
Het museum onderzoekt de historie maar organiseert ook hedendaagse exposities en voorstellingen en
exploiteert een winkel en koffie- en theehuis.
Het museum heeft een klein team vaste medewerkers (3,2 fte) en een grote groep vrijwilligers (160). Naast
de directeur/conservator is er een conservator, een administratief medewerker, een
secretariaatsmedewerker en beheerders.
Het museum heeft een theaterwerkgroep en een expositiewerkgroep. De expositie werkgroep organiseert
tentoonstellingen in het museum, in het gemeentehuis en in de bibliotheek. De theaterwerkgroep regelt
koffieconcerten, kindervoorstellingen en toneelvoorstellingen en doet de programmering van het open
podium in het park Herema State. Daarnaast wordt de Tuin- en Atelierroute door de expositiegroep
georganiseerd en wordt deelgenomen aan de Open Monumentendag.
In het beleidsplan Museum Joure 2011-2015 staat beschreven dat het museum zich steeds meer wil richten
op ambachten en industriële bedrijvigheid die Joure rond 1900 tot bloei hebben gebracht en het museum
wil daarbij ook de verbinding tussen verleden, heden en toekomst maken. Dit laatste door van de
desbetreffende ambachten ook de meest moderne uitingen daarvan te laten zien. Tegelijkertijd wil het
museum een begin maken om ook aan excellente bedrijven in de gemeente met een nieuw uitzonderlijk
ambacht de gelegenheid te geven om zich te presenteren. In de afgelopen periode zijn belangrijke stappen
genomen om dit beleid verder gestalte te geven. Zo is het ambachtengebouw door de eigenaar Stichting
Het Kofschip opgeknapt en zijn klokkenwerkplaats en de zilversmid anders ingericht. Op de
bovenverdieping is een nieuwe educatieve ruimte ingericht. Ook is afstand gedaan van de afdeling Natuur
dat naar bezoekerscentrum Mar en Klif in Oudemirdum is gegaan en de bakkerijafdeling die is opgeheven.
Het Kofschip heeft ook het Johannes Hessel Pakhuis gerenoveerd, waardoor nu op de begane grond de
ontwikkeling van koffie is te zien en op de eerste etage het verhaal van thee.
2
De drukkerij wordt beheerd door de Stichting Fries Grafisch Museum
2
In 2012 hebben in totaal 22.758 bezoekers het museum bezocht. De afdeling educatie trok in 2013 1.900
kinderen verspreid over 41 groepen in schoolverband. De activiteiten voor scholen zijn gekoppeld aan de
thema’s tijdmachine, koffie & thee, ambachtelijke beroepen en magie van de molen. Verder werden in
2012 13 exposities gerealiseerd verspreid over het museum, gemeentehuis en bibliotheek.
De financiële situatie van het museum is kwetsbaar, 2013 werd afgesloten met een negatief resultaat. Er
wordt druk gezocht naar additionele inkomstenbronnen. De Rabobank is de afgelopen periode een
belangrijke sponsor van het museum geworden. Ook het contact met Douwe Egberts is geïntensiveerd.
Douwe Egberts heeft bevestigd ook in de toekomst een belangrijke bijdrage aan het museum te willen
leveren. Het museum betaalt huur voor het gebruik van de museale panden, waarvan drie in eigendom zijn
van de gemeente.
Het Histoarysk Wurkferbân Skarsterlân (HWS) is onderdeel van het museum en houdt zich bezig met de
historie van de voormalige gemeente Skarsterlân. Op de zolder van het Johannes Hesselpakhuis is een
studieruimte ingericht, waar onderzoek gedaan kan worden. De werkgroep bestaat uit vrijwilligers uit de
verschillende dorpen. HWS brengt een tijdschrift ‘Ut eigen gea’ uit en maakt tentoonstellingen over
historische onderwerpen als de Jouster Toer en de Midstraat. De bijdrage voor de historische vereniging
maakt, net als de bijdrage voor de culturele activiteiten, deel uit van de subsidie aan het museum.
Stedhûs Sleat
Het museum Stedhûs Sleat toont de stadsgeschiedenis van Sloten en is gehuisvest in het voormalig stadhuis
uit 1760. Het museum wil de cultuurhistorische en de cultuur-toeristische spil van Sloten zijn. In de
voormalige raadzaal, burgemeesterszaal en vertrekzaal zijn presentaties te zien. In de Secretarie worden
tijdelijke tentoonstellingen ingericht die eveneens over de geschiedenis van Sloten gaan of inhaken op de
Toverlantaarnpresentatie op de zolder van het museum. De Laterna Magica is een collectie toverlantaarns
die verzameld is door oud-Slotenaar Peter Bonnet (1898-1979). Het museum heeft verschillende
lesprogramma’s voor schoolgroepen.
Het museum is open in de maanden april tot en met oktober en in de wintermaanden alleen op afspraak.
Het museum trekt gemiddeld 5.000 bezoekers per jaar, waarbij slecht weer een gunstig effect heeft op het
aantal bezoekers. Het museum is ook beschikbaar als trouwlocatie (circa 20 bruiloften per jaar) en heeft
een VVV-agentschap dat wordt ondersteund met een bijdrage van
€ 3.500 van Gaasterland Promotie. Deze bijdrage vervalt met ingang van 2015 aangezien het niet langer
gebruikelijk is agentschappen een vergoeding te geven.
In de zomermaanden geeft de stadsomroeper stadswandelingen met een bezoek aan museum, molen en
kerk eindigend met een rondvaart. Vanaf het museum en het informatiecentrum Mar en Klif zijn in de
periode april – oktober ook luistertochten te volgen. Verder doet het museum mee aan Historisch Kijkfeest
Sloten dat eens in de drie jaar plaatsvindt en biedt het arrangementen aan in samenspraak met de lokale
ondernemers.
Het museum heeft een coördinator voor één dag per week en 3 parttime medewerkers (totaal 1,2 fte) en
werkt daarnaast met vrijwilligers (40). Voor de salarisadministratie doet het museum een beroep op
Museum Joure. Het museumgebouw is eigendom van de Stichting Behoud Monumenten Gaasterlân en zal
naar verwachting met andere openbare monumentale gebouwen overgaan naar de gemeente. Het
museum betaalt geen huur.
Het museum heeft met (financiële) steun van de provincie een plan ontwikkeld om het museum in te
zetten als poort naar de Friese 11 steden. Het doel is gasten verleiden naar Sloten te komen, hen langer te
laten blijven en Sloten intensiever te laten beleven en te laten vertellen aan vrienden en kennissen hoe
mooi Sloten is.
Het Hystoarysk Wurkferbân Gaasterlân is in 2014 ondergebracht bij het museum. De stichting bestudeert
de geschiedenis en verspreidt deze kennis via het tijdschrift Fan Klif en Gaast en het verzorgen van lezingen
in het Historisch Informatie Punt in de bibliotheek. De stichting kent verschillende werkgroepen en is bezig
met de inrichting van een digitaal archief. Museum en stichting merken in de praktijk al de meerwaarde van
gezamenlijke huisvesting. De stichting ontvangt een subsidie van de gemeente3.
3
€ 915 in 2014
3
Museum Lemmer/Oudheidskamer Lemster Fiifgea
De stichting is opgericht in 1967 en is gehuisvest in het oude gemeentehuis van de voormalige gemeente
Lemsterland. Het museum heeft als doel het verzamelen en bewaren van voorwerpen en geschriften, die
betrekking hebben op de geschiedenis van de voormalige gemeente Lemsterland. In het museum wordt
aandacht geschonken aan de verveningen in Lemsterland, de Zuiderzeevisserij en de binnenvisserij met de
daarmee verbonden bedrijvigheid en het Lemster kerfsnede aardewerk. Tevens wordt een collectie foto’s
van de dorpen in Lemsterland geëxposeerd en zijn er wisselende tentoonstellingen. Het museum heeft een
betaalde kracht (via de sociale werkvoorziening voor vier dagen in de week) en werkt daarnaast met
vrijwilligers. Het museum is het gehele jaar open op werkdagen en is geopend tijdens evenementen als
Museumweekend, Nazomeren in Lemmer en Kerstmarkten. Het museum ontvangt incidenteel
schoolklassen. De voormalige raadzaal boven het museum is tevens beschikbaar als trouwlocatie (circa 25
trouwerijen per jaar). Bij het museum is ook een VVV-punt gevestigd. De samenwerking komt ook tot uiting
in de bestuurssamenstelling; op grond van de statuten worden de leden benoemd op voordracht van de
gemeente of de VVV. Het gebouw is eigendom van de gemeente, het museum betaalt hiervoor huur4. Het
museum heeft behoefte om de ruimtes op de bovenverdieping bij het museum te betrekken zodat meer
van de collectie kan worden getoond.
Bezoekerscentrum Mar en Klif
Het bezoekerscentrum Mar en Klif geeft informatie over de natuur, het landschap en de
cultuurgeschiedenis van Zuidwest Friesland. Onlangs heeft een grondige renovatie van het centrum
plaatsgevonden waarbij de vaste tentoonstelling geheel vernieuwd is.
Ieder jaar organiseert het centrum een tijdelijke tentoonstelling, activiteiten en evenementen zoals
lezingen en kindermiddagen. Er zijn speciale routes voor kinderen en volwassenen zoals de Kliffenroute en
het geheim van Elfbergen. Schoolgroepen kunnen meedoen aan binnen- en buitenprogramma’s waaronder
kindertheater en doe-dagen in het Rijsterbos.
Mar en Klif bestaat uit drie onderdelen: het bezoekerscentrum inclusief filmzaal en heemtuin, het natuuren educatienetwerk Groen Doen dat activiteiten verricht voor het (basis)onderwijs en VVV Gaasterland
Promotie. De medewerkers van de VVV zijn tevens gastvrouw/balie voor het bezoekerscentrum.
Het centrum is in de maanden juni, juli en augustus zeven dagen per week open, in het voor- en najaar zes
dagen in de week en in de wintermaanden alleen op zaterdag en in de schoolvakanties. Naast de
zomertoeristen trekt het centrum ook in de kerst- en voorjaarsvakantie veel bezoekers met activiteiten als
Help pake en beppe de vakantie door. Vanaf deze winter wil het centrum ook op zondagmiddag open gaan.
Met ingang van 2013 betalen bezoekers entree, waarbij de bezoeker de hoogte van het bedrag zelf mag
bepalen.
Mar en Klif is de organisator van het netwerk Groen Doen. Basisscholen die, lid worden van dit netwerk en
kunnen onbeperkt gebruik maken van het aanbod van Groen Doen. Scholen betalen hiervoor een bijdrage
per leerling van € 3,40 in schooljaar 2014-2015 met een oplopend tarief in de komende jaren.
In het schooljaar 2011-2012 waren 64 scholen lid, ongeveer 75% van het aantal scholen in het toenmalige
werkgebied. In schooljaar 2012-2013 is ook gemeente Skarsterl n aangesloten en sindsdien zijn er 75
scholen lid. In totaal nemen circa 7.000 kinderen per jaar aan de activiteiten deel. De natuurorganisaties It
Fryske Gea, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten participeren in het centrum en betalen hiervoor een
sponsorbijdrage (samen € 14.000).
In samenwerking met de natuurorganisaties organiseert Mar en Klif ook de Gaasterlandse Natuurweek.
Deze week in de herfstvakantie trekt ieder jaar zo'n 4.000 bezoekers. Verder zorgt het centrum voor de
ondersteuning van de Open Monumentendag in Gaasterland.
De organisatie bestaat uit 5 betaalde krachten onder meer voor educatie, informatie en projecten. Een
klein deel hiervan is vast in dienst (2 fte), daarnaast wordt gewerkt met ZZP’ers, seizoen- en
vakantiekrachten. Verder zijn er vele vrijwilligers (30) actief in het centrum.
Mar en Klif zit in een gebouw van de gemeente en betaalt hiervoor geen huur.
4
€ 1.815 per jaar
4
Bereik
Ondanks de bezuinigingen op cultuur doen de Nederlandse musea het goed. Het aantal bezoekers is in
2013 fors gestegen bij veel grotere musea, niet alleen bij de grote musea zoals het Rijksmuseum en het
Stedelijk Museum die na jarenlange verbouwingen weer open zijn. De stijging van de bezoekersaantallen
tekenen zich al vijf jaar lang af. De cijfers passen in een internationale trend. Anders dan in het buitenland
ligt de winst niet in eerste instantie bij de musea van moderne en hedendaagse kunst. Juist
cultuurhistorische musea doen het hier goed. Gemiddeld 22% van de bezoekers is afkomstig uit de eigen
gemeente en het binnenlands bezoek, van buiten de gemeentegrens, is ruim 50% (bron Nederlandse
Museumvereniging, cijfers 2012).
In De Friese Meren is het bezoek aan de musea redelijk stabiel. De verschillen in bezoekcijfers zijn echter
groot zoals blijkt uit onderstaand overzicht.
Museum Joure
22.750
Bezoekers
2012
Vrienden/donateurs 230 donateurs
35 bedrijfsvrienden
Stedhûs Sleat
5.0005
Mar en Klif
30.0006
Museum Lemmer
2.000
120
100 vrienden7
geen
Kwaliteit
Het kwaliteitskeurmerk voor musea is het Museumregister. De eisen hiervoor hebben betrekking op
enerzijds de collectiebeheerstaken en anderzijds op de publiekstaken. Om lid te kunnen worden van de
Nederlandse Museumvereniging is deze kwaliteitskeur vereist en moeten musea opgenomen zijn in het
Museumregister.
Het Museum Joure is geregistreerd sinds 2000 en Museum Stedhûs Sleat sinds 2007.
Mar en Klif en Museum Lemmer zijn niet geregistreerd. Museum Lemmer is gestart met de inventarisatie
van de collectie, maar loopt aan tegen de hoge eisen met betrekking tot de klimaatbeheersing. Mar en Klif
overweegt een registratie aan te vragen vanuit het perspectief van bruikleenverkeer en het op orde
houden van de bedrijfsvoering (zoals veiligheidsaspecten).
Financiën
De meeste eigen inkomsten van musea komen uit entreegelden. Financiële steun door de overheid wordt
gegeven voor behoud en beheer en om de collectie toegankelijk te maken voor het publiek. De verhouding
subsidie – eigen inkomsten is landelijk 63 – 37%.
In De Friese Meren is het beeld als volgt. Overigens is dit beeld gekleurd omdat sommige gemeenten wel
huur betalen en andere niet.
2014
Exploitatie
Subsidie
gemeente
Museum Joure
€ 477.244
€ 292.248
Stedhûs Sleat
€ 73.650
€ 36.150
Mar en Klif
€ 59.9258
€ 36.695
Museum Lemmer
€ 10.000
€ 7.654
De gemeente heeft een uitvoeringsovereenkomst met museum Joure en Sloten.
Het Museum Joure haalt veel inkomsten binnen via de winkel en horeca. Verder heeft het museum vier
grote sponsoren (Douwe Egberts, Rabobank, BASF en Imperial Tobacco) en een grote groep
bedrijfsvrienden. Het bedrijf kan zelf aangeven voor welk bedrag per jaar. Stedhûs Sleat ontvangt jaarlijks
een bijdrage van het Van der Wal Fonds ter hoogte van € 19.500.
5
In 2011 6.100, streefgetal uitvoeringsovereenkomst is 7.500.
6
Dit is inclusief het bezoek aan de winkel/VVV waarvan ongeveer de helft het bezoekerscentrum in gaat en de deelnemers aan
activiteiten en rondleidingen (circa 1.000).
7
Daarnaast heeft de VVV 140 donateurs (toeristische bedrijven)
Dit betreft alleen het deel Bezoekerscentrum. De exploitatie NME Groen Doen is circa € 110.000, de structurele subsidie van de
gemeente De Friese Meren € 24.000 (plus een loonkostensubsidie van € 19.000). De exploitatie van de VVV was de afgelopen jaren
circa € 80.000, de subsidie van gemeente De Friese Meren €35.000.
8
5
De musea hanteren verschillende entreetarieven. Een kaartje varieert van € 0,50 tot € 5 per persoon. Ook is
er geen eenduidigheid in de prijzen voor kinderen en jongeren.
entree
Donateurs
vrienden
Museum Joure
€ 5 volwassen
€ 2,50 jeugd9
€ 12,50 gezin
gratis M-kaart
gereduc.
groepen10
Stedhûs Sleat
€ 3 volwassenen
€ 2 jeugd11
€ 15 per jaar
€ 10 per jaar
Mar en Klif
Eigen bijdrage
Gratis/NME € 3
p.ll
Museum Lemmer
€ 1,50
volwassenen
€ 0,50 jeugd14
gratis M-kaart
€ 2,50 groepen12
€ 213
€ 10 per jaar
geen
Samenwerking
Met de musea in het gebied van de nieuwe gemeente De Friese Meren zijn de eerste contacten gelegd over
afstemming en coördinatie. Zo werken de musea samen met activiteiten voor de Open Monumentendag.
Daarnaast wordt samengewerkt met de cultuurmakelaar voor activiteiten in het onderwijs. De musea
constateren dat de collecties en activiteiten elkaar aanvullen en samen optrekken van belang is,
bijvoorbeeld op promotioneel vlak of in het aanbieden van arrangementen.
De Museumfederatie Fryslân ondersteunt de musea op het vlak van deskundigheidsbevordering (cursussen
veiligheid) en initieert overleg.
Naast de hiervoor genoemde door de gemeente gesubsidieerde musea zijn er enkele particuliere musea,
waaronder het Nationaal Vervoer Museum in Ouwsterhaule. Het museum heeft als doelstelling het
tentoonstellen en onderhouden van een verzameling op het gebied van het Nederlandse openbaar vervoer,
waaronder het rijdend houden van een aantal autobussen die vroeger in het streek- en stadsvervoer zijn
gebruikt. De museumbussen worden onder meer tijdens Open monumentendag ingezet. Andere
voorbeelden zijn het Koeienmuseum in Nijemirdum en het Gaasterlands Streekmuseum in Sondel.
Monumenten
Gemeente De Friese Meren kent 251 rijksmonumenten waaronder het Ir. D.F. Woudagemaal, 3
beschermde stads- en dorpsgezichten (Balk, Langweer en Sloten) en 335 gemeentelijke monumenten. Het
Woudagemaal in Lemmer staat op de Unesco lijst voor het werelderfgoed en is eigendom van het
waterschap. Het bezoekerscentrum bij het gemaal waar jong en oud wordt geïnformeerd over de werking
van het stoomgemaal en het waterbeheer in Friesland, won in 2013 de prijs van het leukste uitje in
Friesland. Het bezoekersaantal groeit jaarlijks.
In De Friese Meren zijn verschillende organisaties actief voor de Open Monumentendag. Hierbij wordt
aansluiting gezocht bij het landelijke thema van de Open Monumentendag, zoals Groen van Toen in 2012,
Macht en Pracht in 2013 en Op reis in 2014. In de voormalige gemeenten Lemsterland en Skarsterlân is de
organisatie van de Open Monumentendag in handen van het Museum Joure en de Stichting Oud Lemmer
die ook het evenement Nazomeren in Lemmer organiseert. In Gaasterlân-Sleat is er een gemeentelijke
werkgroep Cultuurhistorisch Erfgoed Gaasterlân-Sleat. De drie partijen zijn in overleg over de afstemming
en coördinatie van de activiteiten.
9
Van 4 tot en met 16 jaar.
10
11
12
13
14
Minimaal 15 personen.
Van 6 tot en met 17 jaar.
Minimaal 10 personen. Groepen kinderen € 1,50.
Minimaal 10 personen
Tot 14 jaar.
6
De Stichting tot Behoud van Monumenten Gaasterlân-Sleat (BMG) zet zich in voor het behoud en beheer
van de monumenten in de voormalige gemeente. Op initiatief van de gemeente zal de stichting zich
omvormen tot een nieuwe monumentenstichting die het hele grondgebied van de gemeente beslaat en op
afstand van de gemeente is geplaatst (zie ook context).
Hûs en Hiem levert voor alle Friese gemeenten onafhankelijk en deskundig advies over ruimtelijke kwaliteit.
In Sloten is de Stichting Vrienden van Sloten actief. De Stichting Vrienden van Sloten is in 1970 opgericht
met als doel het eigen karakter van de oude stadskern van Sloten te behouden en deze zoveel mogelijk
terug te brengen in de oorspronkelijke staat wat de architectuur en het stedenbouwkundig aspect betreft,
zonder daarbij geweld te doen aan nieuwe opvattingen omtrent leefbaarheid en woonmilieu. De stichting
wil dat doel realiseren door restauratie van daarvoor in aanmerking komende woningen en gebouwen te
bevorderen, door de overheid waar mogelijk te stimuleren en behulpzaam te zijn binnen het kader van het
doel van de stichting.
De stichting ontvangt geen gemeentelijke subsidie. Het benodigd kapitaal wordt verkregen door
schenkingen van een 150-tal donateurs en giften uit private fondsen.
Amateurkunst
Volgens het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) deed in 2013 41% van de
Nederlandse bevolking aan amateurkunst. De populairste disciplines zijn beeldend en muziek. De motieven
om aan amateurkunst te doen zijn plezier, ontspanning en het zelf iets maken c.q. iets leren om er beter in
te worden. De helft van de beoefenaars vindt het vertonen van de kunsten aan publiek niet belangrijk.
Ook in gemeente De Friese Meren zijn vele verenigingen actief. Hierbij gaat het om muziekverenigingen
(harmonie/fanfare/brassbands, majorettecorpsen en drumbands), zangverenigingen en
toneelverenigingen.
Tot op heden ontvangen de verenigingen structureel subsidie. De hoogte van de subsidie varieert sterk,
afhankelijk van de subsidieregels in de voormalige gemeenten. De subsidies zijn bedoeld voor het dekken
van de kosten voor artistieke leiding, deelname aan concoursen, voor instrumenten en uniformen. Ook zijn
er verenigingen die een bijdrage per lid ontvangen. De muziekverenigingen ontvangen de hoogste subsidies
(tot maximaal € 6.690).
In onderstaand schema is het overzicht opgenomen van het aantal gesubsidieerde verenigingen in de
gemeente De Friese Meren:
muziek
12
zang
36
toneel
20
totaal
68
De muziekverenigingen zijn partner in het netwerk van de cultuureducatie met de scholen en de
stichtingen die het cultuuronderwijs in de gemeente verzorgen, te weten It Toanhûs en Kunst en Cultuur
Gaasterlân-Sleat.
De Stichting Behear Tonielsintrum Skasterlân beheert in Joure een gebouw waar toneelverenigingen
kunnen oefenen. Ook is hier een toneel uitleen gevestigd. Van de toneelverenigingen ontvangt de
organisatie een bijdrage in de huur van de repetitieruimte en de toneel uitleen. De stichting huurt het
gebouw van de gemeente. De gemeentelijke subsidie is gelijk aan de huur van het gebouw.
De muziekverenigingen repeteren op diverse plekken zoals in de evenementenhal Joure.
Culturele activiteiten
Inwoners in gemeente De Friese Meren zijn voor het grote theateraanbod aangewezen op de Friese podia
zoals die in Sneek, Drachten en Leeuwarden of verder weg in Groningen of Amsterdam. In de gemeente
vinden op diverse kleine podia en in de openlucht wel culturele evenementen en activiteiten plaats. Eén
van deze podia is De Hege Fonnen in Lemmer. Het gebouw is enkele jaren geleden verbouwd en kan
worden omgebouwd tot vlakkevloertheater en heeft een uitschuifbare tribune. De maximale zaalcapaciteit
is 380 theaterbezoekers.
7
Hieronder een overzicht van activiteiten die op dit moment subsidie ontvangen van de gemeente.
Het Nut Gaasterlân-Sleat en de Stichting Cultuurbevordering Lemsterland bieden jaarlijks een programma
aan van culturele voorstellingen in De Treemter in Balk en de Hege Fonnen in Lemmer. Zij ontvangen
hiervoor een jaarlijkse subsidie van respectievelijk € 9.303 en € 23.750.
Het Nut programmeert een breed scala aan culturele activiteiten, zoals muziek, cabaret, toneel en lezingen
(in samenwerking met bibliotheek). In 2012 vonden er 14 activiteiten plaats die 1425 bezoekers trokken.
De stichting Cultuurbevordering Lemsterland heeft ten doel het bevorderen van het gebruik van de
theaterfunctie van het sport- en cultuurcentrum De Hege Fonnen voor culturele activiteiten en het
coördineren van en communiceren over de culturele activiteiten in gemeente Lemsterland. In 2013 waren
er 10 voorstellingen die door 998 bezoekers werden bezocht.
De Stichting De Helling heeft jarenlang het dorpshuis de Helling geëxploiteerd. De stichting is opgeheven en
het opgebouwd vermogen is in 2012 deels geschonken aan de Stichting Cultuurbevordering Lemsterland (€
60.000) en deels aan de gemeente (€ 40.000). Afgesproken is dat de gemeente jaarlijks maximaal € 8.000
beschikbaar stelt voor de ondersteuning van culturele activiteiten in Lemsterland en omgeving, tot het
moment dat het totale bedrag geheel is opgebruikt.
In Joure is de Culturele Raad opgegaan in het Museum Joure. De concerten en voorstellingen die hier
worden georganiseerd vallen onder de regie en het budget van het museum.
Onder de naam Muziek aan de Luts wordt in 2014 voor het 16e jaar een serie concerten georganiseerd in de
monumentale kerk It Breahûs in Balk. Jaarlijks vinden er in de periode april tot september circa 8-10
kleinschalige concerten en een masterclass plaats. Bij de programmering wordt gestreefd naar hoge
kwaliteit. Professionele musici en gekwalificeerde amateurs worden gecontracteerd. Tegelijk is
laagdrempeligheid van de concerten een uitgangspunt. De concerten zijn vrij toegankelijk maar er wordt
van de bezoekers wel een financiële bijdrage gevraagd. Verder heeft de stichting vrienden en sponsoren.
De serie trekt circa 800 bezoekers en 40 deelnemers voor de masterclass.
Sinds 2010 is de Kunstkring Gaasterland actief om beeldende kunst onder de aandacht te brengen in de
regio. Dit gebeurt jaarlijks via een kunstmarkt in het centrum van Balk op de zaterdag voor Pinksteren. De
markt toont werk van 100 kunstenaars en trekt gemiddeld 3.000 bezoekers. Verder organiseert de stichting
exposities in de bibliotheek van Balk en biedt teken- en schildercursussen aan.
De stichting Verhalenfestival Balk organiseert om het jaar een verhalenfestival op bijzondere, kleinschalige
locaties in Balk met een afsluiting in de Treemter. Het festival trekt circa 300 bezoekers en heeft ook
scholierenwedstrijd.
Eens in de drie jaar wordt Sloten omgetoverd naar een historische stad. De historische vereniging laat dan
de geschiedenis herleven tijdens het Historisch Kijkspel Sloten. In 2013 vond het voor de vijfde keer plaats
met 3.500 bezoekers.
Teatergroep Sult is in 1996 ontstaan en heeft als doel om ieder jaar één of meer theaterproducties te
brengen op verschillende plekken in de Zuid-West hoek van Friesland. Amateurs werken hierbij onder
professionele begeleiding aan voorstellingen. De voorstelling ‘Ja, ik wol’ is in 2012 16 keer gespeeld en trok
2.500 bezoekers.
Keunstwurk zorgt er met Uurcultuur voor dat Friese basisschoolkinderen onder schooltijd voorstellingen
zien. De voorstellingen lopen uiteen van toneel-, dans-, vertel-, poppen- en muziektheatervoorstellingen en
vinden plaats in de periode van januari tot mei. De voorstellingen vinden voor de onderbouw op of dichtbij
school plaats en in het theater voor de hogere groepen.
Uurcultuur staat voor jeugdvoorstellingen van hoog professioneel niveau, waar zowel kinderen als
leerkrachten een impuls van krijgen. De provinciale coördinatie maakt meer mogelijk en brengt met zich
mee dat gerenommeerde artiesten en groepen ook in de plattelandsgebieden te zien zijn. Ongeveer 30.000
schoolkinderen genieten jaarlijks van één van de honderden voorstellingen in de provincie.
8
In onderstaand overzicht is weergegeven hoeveel subsidie genoemde organisaties ontvangen.
organisatie
Het Nut
Cultuurbevordering Lemsterland
Muziek aan de Luts
Kunstkring Gaasterland
Verhalenfestival Balk
Historisch Kijkspel Sloten
Teatergroep Sult
Keunstwurk
activiteit
cultureel jaarprogramma
cultureel jaarprogramma
concertserie + masterclass
kunstmarkt + exposities
festival
historisch evenement
productie
uurcultuur
subsidie gemeente
9.303
23.750
1.000
2.500
1.750 (1x p 2 jaar)
5.000 (1x p 3 jaar)
2.500
6.950
bezoekers
1.425
998
800
3.000
300
3.500
2.500
30.00015
De subsidies voor herdenkingen, dorps- en oranjefeesten zijn in dit schema niet meegenomen.
Op basis van de harmonisatie van de subsidieregelingen, zullen de subsidiebedragen veranderen.
Verder zijn er diverse particuliere initiatieven, zoals Kunstroute Gaasterland. Acht kunstenaars die wonen
en werken in het gebied stellen in de periode mei tot en met oktober hun ateliers/expositieruimten
collectief open voor publiek. De route is ook geschikt als fietstocht. In Joure is een initiatief ontstaan om
een filmhuis te starten.
Ook zijn er evenementen die niet door de gemeente worden gesubsidieerd, maar wel een sponsorbijdrage
ontvangen zoals de Ballonfeesten Joure. Het evenement wordt in 2014 voor de 29ste keer georganiseerd en
trekt tussen de 20.000 en 25.000 bezoekers.
Kunsteducatie
It Toanhûs is het centrum voor de kunsten in Skarsterlân en Lemsterland. Het centrum biedt cursussen op
het gebied van beeldende kunst, dans, theater en muziek voor peuters, kinderen, jongeren en
volwassenen. De muziekafdeling biedt naast instrumentele lessen ook mogelijkheden op het gebied van
samenspel in orkesten en ensembles (zoals een strijkersklas, popband, accordeon ensemble, bigband,
wereldkoor). It Toanhûs verzorgt ook de opleidingen voor de muziekverenigingen in Skarsterlân en
Lemsterland. Op het gebied van dans zijn er cursussen klassiek ballet, street- en jazzdance en één keer in de
twee jaar een grote uitvoering. Theatercursussen zijn er in Joure en Lemmer. Op het gebied van de
beeldende kunst biedt It Toanhûs cursussen beeldhouwen, keramiek, tekenen/schilderen of digitale
fotografie.
Voor alle disciplines zijn er gratis snuffellessen.
Naast het aanbod in de vrije tijd biedt It Toanhûs lesprogramma’s aan voor het basisonderwijs. Regulier
betreft dit kleutermuzieklessen (project van 4 maanden voor groep 1 en 2) en projecten voor groep 3 tot en
met 8 projecten van 20 lesweken die worden afgesloten met een presentatie. De lessen dans, muziek,
tekenen/schilderen of theater worden om en om gegeven door docenten van It Toanhûs en de docenten
van de basisscholen. Daarna is er een vervolg mogelijk bij It Toanhûs. In Lemmer worden ook
popworkshops gehouden en biedt It Toanhûs in samenwerking met muziekvereniging Excelsior een
Instrumentale Oriëntatie (trompet, dwarsfluit, saxofoon) aan.
Daarnaast zijn er losse projecten voor het basisonderwijs. Dit zijn thematische, aanvullende projecten
bijvoorbeeld op het gebied van erfgoed, vertelkunst, musical of sociale vaardigheden.
In 2012 is gestart met het Frysk Leerorkest. Het Frysk Leerorkest is een samenwerking tussen muziekschool
de Wâldsang (Buitenpost), centrum voor de kunsten Ateliers Majeur (Heerenveen), It Toanhûs, zes
basisscholen in de verschillende gemeenten en vier muziekverenigingen.
De kinderen die meedoen aan het Frysk LeerOrkest krijgen een instrument te leen. Dit instrument gaat ook
mee naar huis (behalve de grote instrumenten zoals contrabassen). De verwachting is dat de kinderen thuis
met een zekere regelmaat oefenen om zo zelf beter te worden en daarmee tegelijkertijd ook het orkest
beter maken.
15
Dit zijn de bezoekers in de hele provincie.
9
Dertig weken lang krijgen de kinderen uit groep 5 of 6 onder schooltijd instrumentale les van een
muziekdocent. Tijdens deze lessen leren de kinderen het instrument bespelen en zijn ze bezig met het
instuderen van de muziek voor het orkest. Naast het instuderen van de orkestmuziek is er ook ruimte voor
muziekstukjes die de docenten zelf meenemen. Alles met het doel om de kinderen met muziek in aanraking
te laten komen. Elke 5e les bestaat uit samenspel. Tijdens deze samenspel-les komen de verschillende
groepjes van de school bij elkaar en worden de diverse stukken met elkaar doorgenomen. Eens per drie
maanden komen de zes scholen bij elkaar en dan vormen alle kinderen samen een orkest van circa 140
kinderen.
It Toanhûs heeft meerdere leslocaties. De leslocatie in Joure verhuist in september 2014 naar de brede
school Joure Zuid. Verder zijn er lesruimtes in de Hege Fonnen in Lemmer en in St Nicolaasga. Voor het
gebruik van de ruimtes wordt (nog) geen huur betaald.
It Toanhûs heeft 34 medewerkers in dienst medewerkers in dienst (ruim 13 fte). De organisatie wil
toegroeien naar een kleinere organisatie met een flexibele schil van ZZP’ers om daarmee beter in te kunnen
spelen op de vraag.
Alle inwoners van gemeente De Friese Meren kunnen gebruik maken van het gesubsidieerde aanbod van It
Toanhûs. De subsidie van de gemeente wordt ingezet voor een gunstige tariefstelling voor activiteiten in
het onderwijs, verenigingen en vrijetijd (tot 18 jaar).
Stichting Kunst en Cultuur Gaasterlân-Sleat (KCGS) is een netwerkorganisatie op het gebied van
kunsteducatie16. De stichting richt zich op het opzetten en onderhouden van een structureel programma
voor kunst- en cultuureducatie in het basis en voortgezet onderwijs, het ondersteunen van muzieklessen
voor muziekverenigingen alsmede het ondersteunen en opzetten van les- en cursusprogramma’s in de
disciplines beeldende kunst, dans, theater en muziek voor peuters, kinderen, jongeren en volwassenen. Dit
doet laatste doet zij in samenwerking met private aanbieders.
KCGS werkt met een inhoudelijk adviseur (voor 1 uur per week) en een cultuurmakelaar (0,6 fte) die vraag
en aanbod, zowel binnen als buiten het onderwijs, bij elkaar brengt. Dit gebeurt via een website waarop
het aanbod voor scholen, voor na school en voor volwassenen worden getoond en persoonlijk advies. Op
de website is ook een Culturele agenda opgenomen. Waar de focus oorspronkelijk lag op Gaasterlân-Sleat
breidt de website zich nu uit over de hele gemeente. Met de introductie van het nieuwe systeem is met
name het aantal jeugdleden bij de verenigingen flink gegroeid.
KCGS heeft geen eigen locatie maar maakt gebruik van schoolgebouwen en multifunctionele centra. Ook
heeft KCGS geen docenten in dienst. Voor de lessen in het onderwijs doet KCGS een beroep op culturele
aanbieders zoals BIK’ers (Beroepskunstenaars In de Klas). De verenigingen zijn vrij in de keuze voor
muziekdocenten voor het verzorgen van verenigingslessen. In de praktijk wordt veelal gebruik gemaakt van
het aanbod van de Fryske Blaasakademy. Voor de individuele lessen werkt KCGS samen met een maatschap
van docenten alsmede private docenten. Voor de kwaliteit van de docenten wordt gekeken naar opleiding,
ervaring en referenties.
Naast de gemeentelijke bijdrage voor de cultuurmakelaar (gefinancierd via de combinatiegelden sport en
cultuur) ontvangt KCGS subsidie van de gemeente die rechtstreeks is gekoppeld aan de leerlingen:
 primair (speciaal) onderwijs € 30 (naast de € 10,90 die leerlingen zelf beschikbaar hebben) en € 15 per
leerling in het voortgezet onderwijs17
 € 320 per leerling (tot 18 jaar met twee peildata per jaar) van muziekverenigingen
 € 260 per leerling (tot 18 jaar) voor individuele lessen (voor een periode van vijf jaar met aflopende
subsidie)
In het kader van de bezuinigingen vanaf 2014 zal KCGS de bijdragen met ingang van het schooljaar 20142015 verlagen.
16
Gemeente Gaasterlân-Sleat besloot in 2011 de samenwerking met Ritmyk/Centrum voor de Kunsten Sneek op te zeggen.
Hierdoor ontstond de mogelijkheid om te kiezen voor een nieuwe aanpak op het gebied van kunsteducatie.
17
schooljaar 2012-2013 was € 27.700 beschikbaar voor het primair onderwijs en € 5.250 voor het voortgezet onderwijs
10
In opdracht van en in nauwe samenspraak met Bibliotheek Mar en Fean, Museum Joure en It Toanhûs
coördineert Simone de Milde, tevens cultuurmakelaar, het programma Kultueredukaasje mei Kwaliteit
(KEK) in de gemeente De Friese Meren. De partners hebben gezamenlijk een plan ontwikkelt dat een
blijvende kwaliteitsimpuls moet geven aan cultuureducatie in het primair onderwijs. Het onderwijs gaf
daarbij aan niet meer educatief aanbod te willen, wel meer overzicht en samenhang. Ook was er behoefte
aan structureel overleg.
In de periode 2013 - 2016 kunnen scholen kennis maken met voor hen onbekend aanbod, kunnen scholen
die dat willen zich profileren als cultuurschool en wordt gewerkt aan een (digitaal) platform dat het cultuureducatieve aanbod in De Friese Meren inzichtelijk maakt voor scholen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van
het provincie brede deskundigheidsprogramma, in het bijzonder de cursussen Interne Cultuur Coördinator
of Wy Sjonge (verzorgd door Keunswurk). Daarnaast vindt twee keer per jaar een lokale
netwerkbijeenkomst plaats met informatie, inspiratie en ontmoetingen.
De regiocoördinator heeft een aanstelling van 0,2fte voor het coördineren van de KEK-regeling in De Friese
Meren. Dit takenpakket wordt bekostigd vanuit de middelen die voor de regio beschikbaar zijn gesteld in
het kader van de KEK-regeling.
De provinciale coördinatie van het programma ligt bij Keunstwurk. Jaarlijks is er een budget beschikbaar
van € 600.000 waarvan € 25.000 bestemd is voor De Friese Meren.
Samenwerking
It Toanhûs en KCGS zijn in gesprek over samenwerking. De wens van de gemeente om te komen tot een
eenduidige aanpak in het gehele werkgebied en de aangekondigde bezuinigingen vormen het kader
waarbinnen deze gesprekken worden gevoerd. De besturen van It Toanhûs en KCGS hebben de wens
uitgesproken om samen verder te gaan. Op dit moment worden hiervoor verschillende scenario’s
uitgewerkt.
Bereik
In onderstaand overzicht is het aantal deelnemers opgenomen dat gebruik maakt van het aanbod van beide
organisaties. Hierbij dient opgemerkt te worden dat KCGS alleen bemiddelt tussen vraag en aanbod (zelf
geen aanbieder) en zich richt op jongeren tot 18 jaar; It Toanhûs heeft een breed aanbod aan activiteiten
(zelf aanbieder) voor alle leeftijden.
2013
inwoners werkgebied
deelnemers vrije tijd
Deelnemers kennismaking
brede school / naschools
deelnemers onderwijs
It Toanhûs
40.900
1.639
233
KCGS
10.100
115
3.039 leerlingen PO18
261 leerlingen VO
910 leerlingen PO
363 leerlingen VO
deelnemers verenigingen
151
86
Los van schommelingen in disciplines (instrumenten die dan wel dan weer niet in de mode zijn) is het
aantal leerlingen van It Toanhûs redelijk stabiel. Met ingang van 2013 is voor het eerst een daling te zien,
die volgens It Toanhûs aan de economische crisis is te wijten. Eind 2012 had It Toanhûs een wachtlijst van
79 leerlingen. KCGS brengt vraag en aanbod actief bij elkaar en heeft daardoor geen wachtlijsten. Het
aantal deelnemers in het seizoen 2013-2014 stijgt hier ten opzichte van 2012-2013.
Kwaliteit
In april 2012 is het herziene Kwaliteitskader Kunsteducatie en Amateurkunst door Kunstconnectie (de
branchevereniging kunsteducatie en amateurkunst) vastgesteld. Op basis van input van onder andere de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten is in november 2012 een definitief document opgesteld. Het
kwaliteitskader Kunsteducatie en Amateurkunst geeft kwaliteitscriteria aan en voorziet in een toetsing van
instellingen die zich bezig houden met kunsteducatie en amateurkunst.
18
Plus 115 leerlingen PO via halfjaarlijks projecten scholen Gaasterlân-Sleat via KEK
11
It Toanhûs is in 2012 na een kwaliteitstraject met audit, gecertificeerd door de organisatie Kunstkeur. KCGS
is een netwerkorganisatie en ziet toe op de kwaliteit van de aanbieders waarmee men samenwerkt.
Overigens is het kwaliteitskader niet verplicht en door de actuele maatschappelijke ontwikkelingen aan
verandering onderhevig.
Financiën
Subsidie 2014
It Toanhûs
KCGS
Beiden
budgetsubsidie
€ 570.965
cultuuronderwijs
€ 95.38319
combinatiefuncties cultuur
€ 100.224
De bedragen zin exclusief loon- en prijscompensatie. Vanaf 2015 geldt hiervoor de nullijn.
Friese taal
Binnen gemeente De Friese Meren zijn verschillende organisaties actief op het gebied van de Friese taal.
Het belangrijkste project dat door de gemeente wordt ondersteund is Tomke. De gemeente ondersteunt
het project met een bijdrage van € 2.785 per jaar.
Tomke is in foarlês- en taalstimulearringsprogramma yn it Frysk foar pjutten. It projekt wol âlders en
profesjonele opfieders ynformearje oer it brûken fan taal yn ’e omgong mei jonge bern. Foarlêze, ferskes
sjonge, (taal)spultsjes en oandacht foar de deistige saken binne wichtich foar alle talen, dus ek foar it Frysk:
bern dy’t harren memmetaal goed behearskje, kinne makliker in oare taal leare. It Tomke-projekt hat in
wurkgroep dy’t út in tal ynstellings bestiet. De koördinaasje fan it hiele projekt is yn hannen fan de Afûk en
de Bibliotheekservice Fryslân.
Elk jier bringt it Tomke-projekt yn juny in fergees Tomke-boekje yn in oplage fan sa’n 30.000 eksimplaren
op 'e merk. It boekje bestiet út seis Tomke-ferhalen, opsisferskes en lietsjes en spultsjes oer it tema fan dat
jier (bygelyks feest of natuer). De boekjes wurde yn de earste wike fan juny útdield fia boartersplakken en
berne-opfangsintra dy't meidogge oan de Fryske Foarlêswike (sjoch hjirûnder foar mear ynformaasje). De
boekjes binne yn juny ek te krijen by konsultaasjeburo's en de bibleteken yn Fryslân.
Yn de earste wike fan juny is de Fryske Foarlêswike, organisearre troch it Selskip foar Fryske Tael en
Skriftekennisse. Yn dizze wike wurdt it jierlikse fergese Tomke-temaboekje ferspraat. Op sa’n 600 groepen
fan bernesintra wurdt troch frijwilligers foarlêzen út it Tomke-temaboekje en dêrnei krije alle pjutten it
boekje mei nei hûs.
Elk jier organisearret de Tomke-wurkgroep in middei en/of jûn foar liedsters en oare profesjonals. De
ynhâld fan de middei en/of jûn hat te krijen mei it Tomke-tema. It doel is om nije ynspiraasje te krijen foar
it wurkjen oan taal- en lêsbefoardering op it mêd fan meartaligens. De ynformaasje en wurkwinkels
(workshops) slute oan by it tema fan Tomke.
Daarnaast worden er theater en muziekvoorstellingen voor Tomke ontwikkeld bijvoorbeeld door Tryater.
Naast het Tomke project ondersteunt de gemeente de cursussen van het Afûk. Voor het seizoen 2013-2014
met een bedrag van € 5.152.
Lokale omroep
De lokale omroepen van Lemsterland en Gaasterlân-Sleat zijn gefuseerd tot Radio Spannenburg en willen
voor de nieuwe gemeente de uitzendingen verzorgen. De aanvraag voor de zendmachtiging ligt bij het
Commissariaat van de Media in afwachting van het besluit van de gemeenteraad over de representativiteit
van de nieuwe omroep (voorzien juni 2014). Afgelopen jaren zijn vooral programma’s gemaakt over
regionaal nieuws en muziekprogramma’s. Het laatste jaarverslag op de website dateert uit 2008. Er is geen
onderzoek beschikbaar over de waardering van de omroep. Hier is door de gemeente wel om gevraagd.
Kunstwerken
Met het samengaan van de drie gemeenten is De Friese Meren eigenaar geworden van diverse
kunstwerken. Dit betreft zowel kunstwerken in de openbare ruimte als schilderijen, grafiek e.d.
Een deel van de werken is opgeslagen in het depot. De kunstwerken in de openbare ruimte zijn opgenomen
19
Centrum voor de kunsten Sneek/Ritmyk ontving in 2010 een subsidie van € 168.500 voor het verzorgen van muziekonderwijs in
gemeente Gaasterlân-Sleat.
12
in de gemeentelijke vastgoedlijst. Dit betekent dat ook het onderhoud van deze werken is geregeld. De
andere werken zijn nog niet geïnventariseerd.
De gemeente Skarsterlân had sinds 2005 de 1% regeling voor beeldende kunst. De regeling bestemd 1%
van de bouwkosten bij nieuwbouw en verbouw van openbare gebouwen aan beeldende kunst. Indien het
bedrag niet aan beeldende kunst werd besteed, werd dit in een fonds gestort voor plaatsing of aankoop
van beeldende kunst.
Prijzen
De voormalige gemeente Lemsterland reikte om de twee jaar de Fedde Schurer cultuurprijs uit.
Context
Cultuurbeleid staat niet op zichzelf. Hieronder worden de relevante gemeentelijke kaders aangegeven
alsmede de ontwikkelingen op landelijk en provinciaal niveau.
Lokaal
De Friese Meren vormt een aantrekkelijk gebied om te wonen, te werken en te recreëren.
In de Visie van De Friese Meren zet de gemeente in op vitale dorpsgemeenschappen en het behoud van de
identiteit van de dorpen. Sociale verbondenheid, het verenigingsleven en een passend voorzieningenniveau
zijn belangrijke elementen. De gemeente is een ondernemende en betrokken gemeente die de eigen
verantwoordelijkheid van haar inwoners stimuleert. Het activeren van wijkverenigingen en verenigingen
van plaatselijk belang bij de ontwikkeling van de gemeente, neemt een belangrijke plaats in.
In het ruimtelijke domein respecteert de gemeente de kwaliteit van de open ruimte en zet zij zich actief in
voor het behoud ervan. De gemeente vindt het versterken van een aantrekkelijke woonomgeving van
belang, voor inwoners én het binden van werknemers. Het bevorderen van de verdere ontwikkeling van
watergebonden, natuurgebonden en cultuurgebonden recreatie en toerisme sluit hierop aan.
De gemeente investeert verder in goede contacten met de provincie Fryslân en andere gemeenten.
In de notitie Mééér dan Stenen is het dorpen, stads- en wijkenbeleid van de gemeente uitgezet. In het
beleid staat leefbaarheid centraal. Samen met de inwoners wil de gemeente de fysieke, de sociale en de
economische leefbaarheid in stand houden en daar waar nodig verbeteren. In relatie tot de drie belangrijke
thema’s voor de komende jaren: voorzieningen, burgerkracht en de decentralisaties op het gebied van
werk, WMO en jeugd.
De Friese Meren staat aan de vooravond van een uitbreiding van haar sociale taken. De drie van rijkswege
opgelegde decentralisaties, breiden de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente uit naar vrijwel
de gehele ondersteuning van de inwoners. De doelstellingen van de nieuwe taken vertonen een sterke
overeenkomst: het bevorderen van de sociale participatie en ondersteuning van de kwetsbare inwoner die
het op eigen kracht niet redt.
Er is sprake van een kruisbestuiving tussen de decentralisaties en het dorpen-, stads- en wijkenbeleid.
Dorpen-, stads en wijkenbeleid wordt onder meer ingezet om de sociale cohesie te bevorderen en de
burgerkracht te versterken. Optimalisering hiervan, het zichtbaar maken van de mogelijkheden en het ook
daadwerkelijk benutten daarvan kan betekenen dat er door inwoners minder snel een beroep gedaan
wordt op hulp en ondersteuning. In dorpen en wijken waar de sociale cohesie groot is, wordt minder een
beroep op de gemeente of de voorzieningen gedaan: men is als dorpsgemeenschap zelfredzaam
De gemeente heeft gekozen voor de inzet van contactwethouders, dorpencoördinatoren en dorps-, stadsen wijkbelangorganisaties. De dorpencoördinatoren zijn binnen de gemeentelijke organisatie degene die de
signalen en initiatieven vanuit de samenleving wegzetten in de ambtelijke organisatie en er op toe zien dat
er iets mee gebeurt. Visa versa vormen zij ook de verbinding tussen de gemeente en het veld. Het veld
wordt daarbij op dit moment vooral gevormd door de plaatselijk belang organisaties. De
dorpencoördinatoren in De Friese Meren zijn verdeeld over vier gebieden waarbij elk gebied een
vergelijkbaar aantal plaatselijk belangen en inwoners heeft: Balk en omstreken, Lemmer en omstreken,
Skarsterlân West en Skarsterlân Oost.
13
Relevant voor het nieuwe cultuurbeleid zijn ook de ambities van Joure Ambachtstad zoals geformuleerd in
de notitie Wenkend perspectief. Een sterke profilering van Joure als onderdeel van de gemeente De Friese
Meren resulteert op termijn in een betere herkenbaarheid en grotere bekendheid en daarmee het
vergroten van de aantrekkingskracht van Joure op toeristen en bedrijven.
De ambitie is in 2015 een doorlopende leerlijn te hebben rond techniek en ondernemen in de gemeente, te
beginnen in het primair onderwijs (PO) en doorlopend in het voortgezet onderwijs (VO), het Mbo en het
Hbo. Techniek en ondernemen maken dan integraal onderdeel uit van het onderwijsaanbod en de lesstof
en lesmaterialen sluiten aan bij de belevingswereld van het kind én op elkaar. Het Museum Joure en
(lokale) werkgevers zijn partij om kinderen kennis te laten maken met de mogelijkheden van techniek in de
praktijk. Dit moet leiden tot een heldere structuur en afbakening in programma-aanbod per groep, kant en
klaar programma voor de verschillende groepen en niveaus, een vertaling van de ambachtelijke technieken
naar heden en toekomst, samenwerking met ondernemers die kunnen aansluiten bij de museumeducatie,
leskisten op maat en dergelijke.
Bezuinigingen
De financiële omstandigheden leiden ertoe dat de gemeente de komende jaren fors moet bezuinigen. In
2013 is hiertoe een traject gestart. In het zero base rapport zijn voorstellen opgenomen tot een
totaalbedrag van € 7,6 miljoen. Criterium bij het wel of niet bezuinigen was het wettelijk kader. Het college
heeft de voorstellen aangeboden aan de raad. De meerjarenbegroting inclusief zero base voorstellen is
tijdens de raadsvergadering in maart 2014 vastgesteld.
Naast de zero base voorstellen zijn ook voor 2014 al bezuinigingen opgelegd aan de bibliotheek en op
kunstzinnige vorming (It Toanhûs en KCGS).
Kadernota subsidiebeleid
De start van de nieuwe gemeente DFM vroeg om een actueel subsidiekader. Onlangs is een Algemene
Subsidieverordening opgesteld die waar nodig wordt aangevuld met nadere regels of beleidsregels.
Daarnaast loopt een traject om bestaande subsidieregelingen te harmoniseren. Organisaties kunnen
jaarsubsidies en eenmalige subsidies aanvragen. Voor een groot aantal subsidieonderdelen gelden
subsidieplafonds. Als het subsidieplafond is bereikt, kan een aanvraag niet meer worden gehonoreerd. De
aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. De verantwoording is afhankelijk van de
hoogte van het subsidiebedrag.
De gemeente werkt verder aan de opzet van een centraal Subsidiebureau, een uniforme werkwijze en het
vergroten van de toegankelijkheid voor gebruikers. Zo is er inmiddels een eenvoudig en digitaal
aanvraagformulier beschikbaar.
Friese taal en cultuur
Op dit moment is een gemeentelijke nota Fries taalbeleid in ontwikkeling. Voor de invulling van het beleid
wordt verwezen naar dit traject.
Monumenten
In 2013 is de nota Bezit en behoud van monumenten in De Friese Meren vastgesteld. In het nieuwe beleid
is ervoor gekozen om onderscheid te maken naar de functie van de monumenten. De burgerlijke gebouwen
en weg- en waterbouwkundige gebouwen komen of blijven in bezit van de gemeenten (dit betreft 14
objecten waaronder de musea in Joure, Lemmer en Sloten). Torens, dakruiters, klokkenstoelen en molens
worden ondergebracht bij een stichting (26 objecten waaronder 25 rijksmonumenten). De Stichting tot
behoud van monumenten in de gemeente Gaasterlân-Sleat (BMG) zal deze objecten gaan beheren en
hiervoor omgevormd worden tot nieuwe monumentenstichting voor het gehele grondgebied van de
gemeente.
De subsidieregelingen voor restauratie van de oude gemeenten zijn nog niet geharmoniseerd. Gelet op de
bezuinigingen uit de zero base, waarin is gekozen om alleen nog in te zetten op rijksmonumenten, is dit nog
niet opgepakt. Verder loopt de procedure voor de aanwijzing van 275 gemeentelijke monumenten.
14
Recreatie en toerisme
Het landschap, de meren, de cultuur en evenementen vormen de aantrekkingskracht van De Friese Meren
voor recreant en toerist. Een omvangrijk deel van de gemeente De Friese Meren is onderdeel van het
Nationaal Landschap Zuidwest Friesland te samen met een groot deel van de gemeente Súdwest-Fryslân.
Het beleid van de gemeenten Gaasterland-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân op het gebied van recreatie en
toerisme is nog niet geharmoniseerd. Op dit moment wordt gewerkt aan een beleidsnota voor DFM. Het
toekomstig beleid zal gericht zijn op het stimuleren van de verbetering van het toeristisch product,
seizoensverlenging, het aanspreken van nieuwe doelgroepen, het creëren van bijzondere locaties en
stimulering van de ontwikkeling van bijzondere voorzieningen. Ook staat verbetering van de samenwerking
van toeristische ondernemers en toeristische organisaties en met de gemeente op de agenda. Verder kan
de promotie, profilering en vermarkting van het gebied worden verbeterd. Wat betreft doel- en
interessegroepen zal de aandacht zich vooral richten op eigen inwoners en dagbezoekers uit de nabije
omgeving, jeugd, actieve ouderen, gezinnen met kinderen. Uit onderzoek blijkt dat historische kernen en
culturele voorzieningen als musea en festivals een grote aantrekkingskracht hebben op de toerist20.
De gemeente vindt het belangrijk dat nieuwe ontwikkelingen passen bij het karakter van de gemeente en
landschappelijk goed inpasbaar zijn. Tenslotte hecht de gemeente eraan dat nieuwe ontwikkelingen
aantoonbaar zorgen voor behoud en waar mogelijk meer werkgelegenheid in de regio.
Combinatiefuncties
De regeling brede scholen, sport en cultuur heeft tot doel het beleid op het terrein van brede scholen,
sport en cultuur een impuls te geven door landelijk 2250 combinatiefuncties te creëren.
Met de regeling worden vier doelstellingen nagestreefd:
 Het uitbreiden van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het
voortgezet onderwijs.
 Het versterken van de sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van
sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk.
 Het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen.
 Het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en
het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening.
Binnen de gemeente De Friese Meren zetten de betrokken organisaties in op samenwerking,
talentontwikkeling en kwaliteit. De gemeente De Friese Meren heeft op dit moment 8,1 fte aan
combinatiefuncties sport en cultuur. Op het gebied van cultuur zijn de volgende functionarissen actief:
 leesbevordering en media-educatie (0,6 fte via Mar en Fean)
 docenten cultuureducatie (2,1 fte via It Toanhûs)
 cultuurmakelaar (0,6 fte via KCGS met dienstverband bij It Toanhûs)
Voor de financiering zijn rijksgelden beschikbaar die worden gematched met lokale gelden. Dit gebeurt
door het onderwijs, de deelnemende organisaties en met de gemeentelijke subsidiegelden cultuur.
Op dit moment wordt gewerkt aan de harmonisatie van het beleid. Hierbij wordt gekozen voor voortzetting
van de bestaande aanpak onder een meer centrale regie. De gemeente wordt opdrachtgever en laat de
uitvoering over aan de betrokken organisaties, die vertegenwoordigd zijn in een stuurgroep.
In de zerobase voorstellen is met ingang van 2016 voor 80% deel te nemen aan de regeling en daarmee een
bezuiniging te realiseren van ruim € 62.000. De formatie wordt daarbij teruggebracht van 8,1 fte naar 6,4
fte. Daarnaast ligt er een voorstel bij de het college voor uitbreiding van de buurt sportcoaches met 3,1 fte.
Minima
Verder heeft de gemeente een minimaregeling. Mensen met een lage inkomen kunnen een
tegemoetkoming vragen voor het bezoek van of deelname aan culturele activiteiten.
Landelijk
Beleid
20
Uit onderzoek van pinbetalingen door de Rabobank bleek dat voor cultuur een actieradius geldt van 35 kilometer vanaf de eigen
woonplaats.
15
De Rijksoverheid heeft voor cultuur in de periode 2013- 2016 de volgende speerpunten benoemd in het
beleid:
 cultuureducatie: zoveel mogelijk kinderen en jongeren komen in aanraking met de rijkdom van cultuur;
 vernieuwing en talent: kunstinstellingen krijgen de mogelijkheid kunst te ontwikkelen en te laten zien
die nog niet bij een breed publiek bekend is;
 ondernemerschap: instellingen versterken hun band met (mogelijke) financiers, boren andere
inkomstenbronnen aan en zoeken nieuwe markten. Op die manier vergroten zij hun inkomsten.
 Internationalisering: de culturele sector heeft mogelijkheden om zich internationaal te presenteren.
Bijvoorbeeld door uitwisseling van kunst of in kunst- en cultuurprogramma’s.
Cultuureducatie is belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling en de creativiteit. De Rijksoverheid wil dat
cultuureducatie een vast onderdeel wordt van het lesprogramma en heeft daarvoor het programma
Cultuureducatie met Kwaliteit gestart. Het Rijk stelt hier samen met andere overheden, geld voor
beschikbaar (in 2013 ongeveer € 20 miljoen via het landelijke Fonds cultuurparticipatie). Voor leerlingen in
het voorgezet onderwijs is er de Cultuurkaart. Dit is een kaart met een tegoed van € 15. De leerling
besteedt dat bedrag aan een culturele activiteit.
Het Rijk vindt dat ook kinderen van 4-18 jaar in achterstandsposities actief mee moeten kunnen doen aan
kunst en cultuur. Het Jeugdcultuurfonds stelt geld beschikbaar voor bijvoorbeeld toneellessen,
muzieklessen of creatieve cursussen.
Het Rijk vindt het ook van groot belang dat ouderen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. In de
praktijk neemt de cultuurparticipatie af als mensen ouder worden. Onder andere omdat culturele
instellingen, welzijnsorganisaties en zorgcentra niet altijd cultuuraanbod voor ouderen hebben. Om dat te
verbeteren hebben een aantal partijen medio 2013 het Convenant Ouderen en Cultuur gesloten. Doel
daarvan is, meer rekening te houden met ouderen bij ontwikkelen van beleid en activiteiten.
Wetgeving
Op dit moment is nieuwe wetgeving voor de bibliotheek in de maak. De insteek is dat de lokale
bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen, de landelijke digitale bibliotheek en de Koninklijke
Bibliotheek samen één netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen gaan vormen. Rijk, provincie en
gemeente zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het bibliotheeknetwerk en bevorderen dat een door hen
bekostigde of in stand gehouden openbare bibliotheekvoorziening aan de verplichtingen voldoet. Indien
een gemeente zelf niet voorziet in een bibliotheekvoorziening voor de eigen inwoners zal zij in overleg
moeten treden met een naburige gemeente.
Het wetsvoorstel legt geen verplichtingen op aan gemeenten om een bibliotheek in stand te houden. Wel is
vastgelegd welke functies een bibliotheekvoorziening in elk geval moet vervullen en aan welke
verplichtingen de bibliotheek moet voldoen om deel te nemen aan het bibliotheeknetwerk. Het Rijk wordt
verantwoordelijk voor de financiering van de digitale bibliotheek, die voor burgers zowel direct als via de
lokale fysieke bibliotheken toegankelijke zal zijn. Voor de centralisatie van de inkoop van e-content,
waaronder e-books, zal het Rijk met ingang van 2015 een bedrag uit het Gemeentefonds uitnemen. De
Koninklijke Bibliotheek wordt verantwoordelijk voor het in stand houden van de digitale bibliotheek.
Naast de bibliotheekwet is er ook een nieuwe erfgoedwet in ontwikkeling. Thema’s die men van rijkswege
op het oog heeft voor de Erfgoedwet zijn onder andere de criteria voor aanwijzing van rijksmonumenten en
roerend erfgoed, vervreemding en afstoting van publiek dus ook gemeentelijk bezit, verkoop van
voorwerpen die thans vallen onder de Wet tot behoud van cultuurbezit (bescherming cultureel erfgoed in
privaat bezit), de sturingsrelatie met de rijksmusea (wettelijke taak en financi n) en de kwaliteitsborging
archeologie. Hierbij wordt de verhouding met andere wetten zoals de Omgevingswet bij monumenten in
acht genomen. Het is op dit moment nog onduidelijk of de Archiefwet in de nieuwe wet wordt
ge ntegreerd.
Sinds 2010 hebben gemeenten de wettelijke zorg voor de bekostiging van de lokale omroepen. Het
medialandschap is in beweging, oude media veranderen. Lokale overheden en burgers krijgen steeds meer
te maken met sociale media. Dit brengt met zich mee dat lokale omroepen moeten verbreden en moeten
voorzien in een lokaal toereikend media-aanbod via diverse kanalen.
16
Gelet op deze eisen neemt vaak een centrumgemeente deze functie op zich. De VNG en de Organisatie van
Lokale Omroepen sloten een Vernieuwingsconvenant om dergelijke omroepen te stimuleren. Gemeenten
kunnen ook lokale spelers zoals bibliotheken, scholen en Centra voor Jeugd en Gezin inzetten. Dit sluit aan
op de rol van de bibliotheek op het terrein van informatieoverdracht, het mediawijs maken en activeren
van burgers alsmede ontmoeting en debat.
Provinciaal
Grinzen Oer heet de provinciale nota Cultuur, Taal en Onderwijs 2013-2016 . Cultuur, taal en onderwijs
hebben met elkaar gemeen dat ze een wezenlijk onderdeel uitmaken van de Friese identiteit. De provincie
ziet het als zijn taak om deze identiteit te versterken, in stand te houden en beter zichtbaar te maken.
De provincie heeft de integrale visie vertaald naar drie programmalijnen.
Meidwaan: iedereen moet in staat worden gesteld om optimaal mee te doen in de samenleving. Actieve
maatschappelijke participatie bevordert de ontwikkeling van individuen en heeft een positieve invloed op
de gemeenschap als geheel. Het versterkt de bewustwording en de betrokkenheid van mensen onderling.
Cultuureducatie neemt hierin een belangrijke plek.
Mienskip: de Friese gemeenschap moet profiteren van de provinciale inspanningen. Met beleidsmatige
interventies wil de provincie de gemeenschapszin (verder) versterken en de zelfredzaamheid en het
zelfbewustzijn van instellingen en mensen te bevorderen. De provincie denkt daarbij aan het bevorderen
van leefbaarheid in kleine kernen en het stimuleren van de manier waarop Fryslân haar bijzondere karakter
en cultureel erfgoed beter voor het voetlicht kan brengen.
Meartaligens: taal bepaalt in grote mate de Friese identiteit. Dat in Friesland het Fries, het Nederlands en
streektalen als het Stellingswerfs en het Bildts in levend gebruik zijn, maakt de provincie tot een natuurlijk
laboratorium voor meertaligheid. Meertaligheid bevordert het lerend vermogen en is goed voor het
zelfvertrouwen van een samenleving. Het bevorderen van meertaligheid is voor Friesland van groot belang,
zeker ook in internationaal perspectief.
De provincie heeft diverse subsidiemogelijkheden, bijvoorbeeld voor culturele activiteiten met een
bovenlokaal karakter (culturele manifestaties, projecten, tentoonstellingen), activiteiten gericht op het
gebruik van het Fries, koorbegeleiding, inkoop van theater- en muziekvoorstellingen, monumentenzorg
(restauraties, werkervaringsprojecten, inzet Nuon gelden) alsmede projecten gericht op
plattelandsontwikkeling.
In de economische beleidsvisie Groen, Slim en Grensverleggend is recreatie en toerisme één van de vijf
beleidsprioriteiten, samen met water, duurzame energie, agrofood en zorgeconomie. Het economisch
belang van recreatie en toerisme is bijna twee keer zo hoog voor Fryslân als gemiddeld in Nederland.
Daarnaast is de sector een belangrijke pijler voor de vitaliteit van de Friese omgeving. In Gastvrij Fryslân het
uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme 2014 - 2017 staan de volgende hoofddoelstellingen centraal
voldoen: groei van het aantal toeristische overnachtingen, bezoeken, banen en bestedingen. Er zijn vier
kernthema’s geformuleerd in het uitvoeringsprogramma: recreatieve basisinfrastructuur,
internationalisering, duurzaamheid en kwaliteitsverbetering en innovatie. Bij het thema internationalisering
gaat het om Fryslân aantrekkelijk te maken voor buitenlandse bezoekers aan de hand van topevenementen
en voorstellingen. Dit thema sluit volledig aan bij het programma Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018
dat als overall vliegwiel fungeert. Uit het programma Wurkje foar Fryslân wil de provincie circa 11,5 miljoen
euro extra investeren in de sector recreatie en toerisme en toerisme.
Culturele hoofdstad 2018
Jaarlijks zijn twee steden Culturele Hoofdstad van Europa. De titel bestaat sinds 1985 en is onverminderd
populair. Na Amsterdam (1987) en Rotterdam (2001) is in 2018 weer een Nederlandse stad aan de beurt.
Na een intensieve selectieprocedure kreeg Leeuwarden in september 2013 de kandidaatstitel Culturele
Hoofdstad 2018 toegewezen. In mei 2014 besluit de Raad van de Europese Unie officieel over de toewijzing
van de titel Europese Culturele Hoofdstad 2018.
17
Leeuwarden gaat uit van de volgende effecten voor Leeuwarden/Friesland voldoen:
 aantrekkelijker voor werkgevers en werknemers. Dit bevordert innovatie, kennisgroei, opleidingsniveau
en vestigingsklimaat;
 zichtbaar in heel Europa: 10.000 kranten, tijdschriften, radio- en televisieprogramma’s zetten
Leeuwarden/Friesland in het spotlight;
 wereldwijd hebben 50 miljoen mensen van Leeuwarden/Friesland gehoord;
 3 miljoen bezoekers in 2018;
 deze bezoekers geven in totaal € 150 miljoen uit waarvan de hele provincie voordeel heeft.
De culturele hoofdstad heeft dan ook een positieve invloed en geeft een impuls aan zowel cultuur,
toerisme, economie, participatie en samenwerking in de stad en regio.
In het bidbook Leeuwarden 2018 staan drie thema’s centraal: natuur en cultuur, stad en platteland en
meanskip. Hieraan zijn in een later stadium twee open programma’s toegevoegd: Lab Leeuwarden en Royal
Frisia. In het bidbook zijn 18 projecten opgenomen die een bijdrage leveren aan de vijf e’s: experience,
empowerment, entrepeneurship, ecology en Europe.
De totale begroting voor culturele hoofdstad 2018 is ruim € 74 miljoen en is als volgt opgebouwd:
gemeente Leeuwarden € 5,95 miljoen, provincie Friesland € 20,8 miljoen, Rijk € 7,5 miljoen, Europese
commissie € 2,5 miljoen, andere Friese gemeenten € 11,58 miljoen, sponsoren € 25,97 miljoen. Bij de
verdeling van de middelen krijgen projecten die in het bidbook zijn opgenomen en een Europese dimensie
hebben voorrang.
In het bidbook staat één project dat plaatsvindt in de gemeente De Friese Meren, het project Eleven
Fountains. Het plan is om 11 fonteinen te realiseren in de Friese steden, gemaakt door gerenommeerde
kunstenaars. Om draagvlak op te bouwen, wordt voor de plek en de verhalen contact gelegd met de
inwoners van de steden. De stichting gaat ervan uit dat de maakkosten uit het eigen programmabudget en
sponsoring worden betaald. Voor het beheer en onderhoud op de lange termijn kijkt men naar de
gemeente. Het projectplan is nog in ontwikkeling, het definitieve plan wordt in september ingediend bij de
gemeente.
Mochten er in de gemeente andere ideeën of plannen zijn, dan zal hier aanvullend budget voor beschikbaar
moeten worden gesteld.
Regionaal
In regionaal verband is afstemming nodig voor organisaties die de gemeentegrens overschrijden (zoals
bibliotheek Mar en Fean) en het uitwisselen van kennis en informatie. Dit gebeurt op dit moment vooral
met de gemeente Súdwest-Fryslân. Deze fusiegemeente heeft in 2013 een kadernota cultuur vastgesteld
alsmede een nota amateurkunst 2013-2016 en een nota museumbeleid 2013-2016 .
18
Analyse
Kijkend naar de huidige situatie en de context komt het volgende beeld naar voren.
Sterkte
 diversiteit in het aanbod
 uniek erfgoed dat het verhaal vertelt van
DFM (Sloten, DE, kerfsnede-aardewerk)
 combinatie erfgoed en landschap
 particulier initiatief volop aanwezig
 actieve culturele spelers
 verbindende cultuurmakelaar
 voorzieningen voor mooi en slecht weer
Zwakte
 culturele organisaties en activiteiten zijn
gekoppeld aan de voormalige gemeenten
 gebrek aan samenhang
 aanbod en middelen versnipperd
 grote verschillen in hoogte subsidies per
kern
Kansen
 wens tot meer samenwerking vanuit de
sector
 verbinding cultuur met andere
beleidsterreinen (recreatie en toerisme,
jeugd, ouderen)
 culturele hoofdstad 2018
 impulsgelden sport en cultuur
 programmagelden cultuureducatie
 benutten provinciale en rijksmiddelen
Bedreigingen
 bezuinigingen
 marginalisering belang cultuur ten opzichte
van andere beleidsterreinen (transities)
 versnippering als gemeente optelsom blijft
van voormalige gemeenten
19