Kunst en cultuur in de Friese Meren versie 28 mei 2014 In deze notitie geven we een beschrijving van kunst en cultuur in gemeente De Friese Meren alsmede inzicht in de gemeentelijke, provinciale en landelijke beleidskaders die hierop van invloed zijn. De notitie eindigt met een analyse van de huidige situatie en de kansen voor de toekomst. Huidige situatie Algemeen De Friese Meren is een plattelandsgemeente met ruim 51.000 inwoners. De gemeente kent 51 officiële plaatsen waaronder stêd Sleat de kulturele haadstêd fan De Friese Meren, Joure, Balk en Lemmer. Joure en Lemmer zijn op hun beurt weer opgedeeld in wijken. De gemeente heeft een oppervlakte van 55.000 hectare, waarvan ruim 19.000 hectare water. Bibliotheek De bibliotheek Mar en Fean is een regionale bibliotheek die gemeente De Friese Meren, Heerenveen, Littenseradiel en Zuid-West Friesland bedient. Speerpunten zijn: focus op klant/assortiment: de bibliotheek wil meer burgers met een passend en aantrekkelijk aanbod uitnodigen naar de bibliotheek te komen en hen als klant te bedienen; focus op jeugd/onderwijs: de bibliotheek wil lezen, leren en zich informeren gemakkelijker en leuker maken voor de jeugd van 0 tot 18 jaar; focus op verankering in de lokale gemeenschap: de bibliotheek wil het dorpsplein zijn waarop alle bewoners samenkomen en zich welkom voelen. De bibliotheek Mar en Fean heeft in gemeente De Friese Meren vestigingen in Balk, Lemmer en Joure en een uitleenpunt in St. Nicolaasga. Daarnaast zijn er 19 schoolbibliotheken in de buitendorpen en is er een boekendienst aan huis voor niet mobiele inwoners. Door bezuinigingen vanaf 2014 wordt het uitleenpunt in Langweer gesloten evenals zes lytse bybs in Gaasterlân-Sleat. De bibliotheek heeft 14.000 leden in de gemeente, waarvan 7.757 jeugdleden. Dit betekent dat 27% van de inwoners lid is van de bibliotheek, iets boven het landelijk gemiddelde van 24%. Overeenkomstig de landelijke tendens daalt het aantal leden licht, waarbij een verschuiving waarneembaar is van volwassen leden naar jeugdleden. Jaarlijks zijn er 500.000 uitleningen en ruim 215.000 bezoekers. Het aantal bezoekers dat geen lid is groeit. De bibliotheek wordt steeds meer een ontmoetingsruimte, die bijdraagt aan de leefbaarheid en het maatschappelijk welbevinden binnen de dorpen. In Balk huurt de bibliotheek het voormalige gemeentehuis en heeft er onlangs een verbouwing plaatsgevonden. Ook in Joure huurt de bibliotheek het pand van de gemeente. Het pand in Lemmer is eigendom van de bibliotheek. De huisvestingskosten zijn fors en bedragen 25% van de begroting1. Op dit moment vindt bij de bibliotheek Mar en Fean een reorganisatie plaats, waarbij het aantal fte’s omlaag gaat van 50 naar 43. Naast gemeentelijke bezuinigingen heeft de bibliotheek te maken met provinciale bezuinigingen. De provinciale bibliotheekorganisatie stoot hierdoor taken af, waardoor een lastenverzwaring plaatsvindt voor de aangesloten bibliotheken met name op het gebied van financiële en personele administratie. De bezuinigingen op de bibliotheek leiden ertoe dat op het platteland het accent steeds meer komt te liggen op de bibliotheek op school en een volwassenen collectie wordt aangeboden in samenspraak met lokale partners zoals dorpsverenigingen. De verhouding subsidie eigen inkomsten bedraagt 80% - 20%. 1 Huur Joure € 134.000 (€ 120,34 per m2) met indexering, Balk € 27.000 (€ 20 per m2) zonder indexering 1 In het meerjarenperspectief geeft de bibliotheek aan te willen werken langs drie samenhangende programmalijnen: fysieke bibliotheek: openbaar voor iedereen toegankelijk gebouw waar altijd wat interessants te doen is op het gebied van lezen, luisteren en kijken; educatieve bibliotheek: voorkomen van laaggeletterdheid, bevorderen van ontwikkelingskansen, goed kunnen lezen met leesplezier, mediawijs zijn. Dit gebeurt via voorschools, primair en voortgezet onderwijs (projecten Boekstart, Bibliotheek op school, Biebsearch), de inzet van leesconsulenten, het opleiden van leerkrachten tot leescoördinator en het begeleiden van leesbevorderingsnetwerken. digitale bibliotheek: de bibliotheek is een onafhankelijke en betrouwbare G!ds, geeft toegang tot het digitale aanbod (uitlenen van e-books) en bevordert mediawijsheid. In de komende jaren zal het zwaartepunt van de bibliotheek verschuiven van fysiek naar educatief en digitaal. De rol van de bibliotheek zal zich in deze overgangsperiode richten op het bevorderen van mediawijsheid en de zorg voor een goede aansluiting tussen de fysieke en digitale bibliotheek. Musea Musea zijn van belang voor het behoud van waardevolle collecties, educatie en activiteiten. In De Friese Meren ontvangen vier musea c.q. educatieve centra een gemeentelijke subsidie. Museum Joure Op de plaats waar Douwe Egberts in de 19de eeuw zijn koffie brandde en Keverling zijn koper goot, is nu Museum Joure gevestigd. In tien gebouwen op het museumcomplex is de ambachtelijke bedrijvigheid en historie van Douwe Egberts te ontdekken. Daarnaast zijn ambachten geëxposeerd die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van Joure. Zoals een klokkenmakerij met een collectie Friese klokken, kopergieterij, koperslagerij, zilversmederij, koffiebranderij en drukkerij2. Tevens zijn er enkele producten van de Jouster meubelindustrie tentoongesteld. Het museum onderzoekt de historie maar organiseert ook hedendaagse exposities en voorstellingen en exploiteert een winkel en koffie- en theehuis. Het museum heeft een klein team vaste medewerkers (3,2 fte) en een grote groep vrijwilligers (160). Naast de directeur/conservator is er een conservator, een administratief medewerker, een secretariaatsmedewerker en beheerders. Het museum heeft een theaterwerkgroep en een expositiewerkgroep. De expositie werkgroep organiseert tentoonstellingen in het museum, in het gemeentehuis en in de bibliotheek. De theaterwerkgroep regelt koffieconcerten, kindervoorstellingen en toneelvoorstellingen en doet de programmering van het open podium in het park Herema State. Daarnaast wordt de Tuin- en Atelierroute door de expositiegroep georganiseerd en wordt deelgenomen aan de Open Monumentendag. In het beleidsplan Museum Joure 2011-2015 staat beschreven dat het museum zich steeds meer wil richten op ambachten en industriële bedrijvigheid die Joure rond 1900 tot bloei hebben gebracht en het museum wil daarbij ook de verbinding tussen verleden, heden en toekomst maken. Dit laatste door van de desbetreffende ambachten ook de meest moderne uitingen daarvan te laten zien. Tegelijkertijd wil het museum een begin maken om ook aan excellente bedrijven in de gemeente met een nieuw uitzonderlijk ambacht de gelegenheid te geven om zich te presenteren. In de afgelopen periode zijn belangrijke stappen genomen om dit beleid verder gestalte te geven. Zo is het ambachtengebouw door de eigenaar Stichting Het Kofschip opgeknapt en zijn klokkenwerkplaats en de zilversmid anders ingericht. Op de bovenverdieping is een nieuwe educatieve ruimte ingericht. Ook is afstand gedaan van de afdeling Natuur dat naar bezoekerscentrum Mar en Klif in Oudemirdum is gegaan en de bakkerijafdeling die is opgeheven. Het Kofschip heeft ook het Johannes Hessel Pakhuis gerenoveerd, waardoor nu op de begane grond de ontwikkeling van koffie is te zien en op de eerste etage het verhaal van thee. 2 De drukkerij wordt beheerd door de Stichting Fries Grafisch Museum 2 In 2012 hebben in totaal 22.758 bezoekers het museum bezocht. De afdeling educatie trok in 2013 1.900 kinderen verspreid over 41 groepen in schoolverband. De activiteiten voor scholen zijn gekoppeld aan de thema’s tijdmachine, koffie & thee, ambachtelijke beroepen en magie van de molen. Verder werden in 2012 13 exposities gerealiseerd verspreid over het museum, gemeentehuis en bibliotheek. De financiële situatie van het museum is kwetsbaar, 2013 werd afgesloten met een negatief resultaat. Er wordt druk gezocht naar additionele inkomstenbronnen. De Rabobank is de afgelopen periode een belangrijke sponsor van het museum geworden. Ook het contact met Douwe Egberts is geïntensiveerd. Douwe Egberts heeft bevestigd ook in de toekomst een belangrijke bijdrage aan het museum te willen leveren. Het museum betaalt huur voor het gebruik van de museale panden, waarvan drie in eigendom zijn van de gemeente. Het Histoarysk Wurkferbân Skarsterlân (HWS) is onderdeel van het museum en houdt zich bezig met de historie van de voormalige gemeente Skarsterlân. Op de zolder van het Johannes Hesselpakhuis is een studieruimte ingericht, waar onderzoek gedaan kan worden. De werkgroep bestaat uit vrijwilligers uit de verschillende dorpen. HWS brengt een tijdschrift ‘Ut eigen gea’ uit en maakt tentoonstellingen over historische onderwerpen als de Jouster Toer en de Midstraat. De bijdrage voor de historische vereniging maakt, net als de bijdrage voor de culturele activiteiten, deel uit van de subsidie aan het museum. Stedhûs Sleat Het museum Stedhûs Sleat toont de stadsgeschiedenis van Sloten en is gehuisvest in het voormalig stadhuis uit 1760. Het museum wil de cultuurhistorische en de cultuur-toeristische spil van Sloten zijn. In de voormalige raadzaal, burgemeesterszaal en vertrekzaal zijn presentaties te zien. In de Secretarie worden tijdelijke tentoonstellingen ingericht die eveneens over de geschiedenis van Sloten gaan of inhaken op de Toverlantaarnpresentatie op de zolder van het museum. De Laterna Magica is een collectie toverlantaarns die verzameld is door oud-Slotenaar Peter Bonnet (1898-1979). Het museum heeft verschillende lesprogramma’s voor schoolgroepen. Het museum is open in de maanden april tot en met oktober en in de wintermaanden alleen op afspraak. Het museum trekt gemiddeld 5.000 bezoekers per jaar, waarbij slecht weer een gunstig effect heeft op het aantal bezoekers. Het museum is ook beschikbaar als trouwlocatie (circa 20 bruiloften per jaar) en heeft een VVV-agentschap dat wordt ondersteund met een bijdrage van € 3.500 van Gaasterland Promotie. Deze bijdrage vervalt met ingang van 2015 aangezien het niet langer gebruikelijk is agentschappen een vergoeding te geven. In de zomermaanden geeft de stadsomroeper stadswandelingen met een bezoek aan museum, molen en kerk eindigend met een rondvaart. Vanaf het museum en het informatiecentrum Mar en Klif zijn in de periode april – oktober ook luistertochten te volgen. Verder doet het museum mee aan Historisch Kijkfeest Sloten dat eens in de drie jaar plaatsvindt en biedt het arrangementen aan in samenspraak met de lokale ondernemers. Het museum heeft een coördinator voor één dag per week en 3 parttime medewerkers (totaal 1,2 fte) en werkt daarnaast met vrijwilligers (40). Voor de salarisadministratie doet het museum een beroep op Museum Joure. Het museumgebouw is eigendom van de Stichting Behoud Monumenten Gaasterlân en zal naar verwachting met andere openbare monumentale gebouwen overgaan naar de gemeente. Het museum betaalt geen huur. Het museum heeft met (financiële) steun van de provincie een plan ontwikkeld om het museum in te zetten als poort naar de Friese 11 steden. Het doel is gasten verleiden naar Sloten te komen, hen langer te laten blijven en Sloten intensiever te laten beleven en te laten vertellen aan vrienden en kennissen hoe mooi Sloten is. Het Hystoarysk Wurkferbân Gaasterlân is in 2014 ondergebracht bij het museum. De stichting bestudeert de geschiedenis en verspreidt deze kennis via het tijdschrift Fan Klif en Gaast en het verzorgen van lezingen in het Historisch Informatie Punt in de bibliotheek. De stichting kent verschillende werkgroepen en is bezig met de inrichting van een digitaal archief. Museum en stichting merken in de praktijk al de meerwaarde van gezamenlijke huisvesting. De stichting ontvangt een subsidie van de gemeente3. 3 € 915 in 2014 3 Museum Lemmer/Oudheidskamer Lemster Fiifgea De stichting is opgericht in 1967 en is gehuisvest in het oude gemeentehuis van de voormalige gemeente Lemsterland. Het museum heeft als doel het verzamelen en bewaren van voorwerpen en geschriften, die betrekking hebben op de geschiedenis van de voormalige gemeente Lemsterland. In het museum wordt aandacht geschonken aan de verveningen in Lemsterland, de Zuiderzeevisserij en de binnenvisserij met de daarmee verbonden bedrijvigheid en het Lemster kerfsnede aardewerk. Tevens wordt een collectie foto’s van de dorpen in Lemsterland geëxposeerd en zijn er wisselende tentoonstellingen. Het museum heeft een betaalde kracht (via de sociale werkvoorziening voor vier dagen in de week) en werkt daarnaast met vrijwilligers. Het museum is het gehele jaar open op werkdagen en is geopend tijdens evenementen als Museumweekend, Nazomeren in Lemmer en Kerstmarkten. Het museum ontvangt incidenteel schoolklassen. De voormalige raadzaal boven het museum is tevens beschikbaar als trouwlocatie (circa 25 trouwerijen per jaar). Bij het museum is ook een VVV-punt gevestigd. De samenwerking komt ook tot uiting in de bestuurssamenstelling; op grond van de statuten worden de leden benoemd op voordracht van de gemeente of de VVV. Het gebouw is eigendom van de gemeente, het museum betaalt hiervoor huur4. Het museum heeft behoefte om de ruimtes op de bovenverdieping bij het museum te betrekken zodat meer van de collectie kan worden getoond. Bezoekerscentrum Mar en Klif Het bezoekerscentrum Mar en Klif geeft informatie over de natuur, het landschap en de cultuurgeschiedenis van Zuidwest Friesland. Onlangs heeft een grondige renovatie van het centrum plaatsgevonden waarbij de vaste tentoonstelling geheel vernieuwd is. Ieder jaar organiseert het centrum een tijdelijke tentoonstelling, activiteiten en evenementen zoals lezingen en kindermiddagen. Er zijn speciale routes voor kinderen en volwassenen zoals de Kliffenroute en het geheim van Elfbergen. Schoolgroepen kunnen meedoen aan binnen- en buitenprogramma’s waaronder kindertheater en doe-dagen in het Rijsterbos. Mar en Klif bestaat uit drie onderdelen: het bezoekerscentrum inclusief filmzaal en heemtuin, het natuuren educatienetwerk Groen Doen dat activiteiten verricht voor het (basis)onderwijs en VVV Gaasterland Promotie. De medewerkers van de VVV zijn tevens gastvrouw/balie voor het bezoekerscentrum. Het centrum is in de maanden juni, juli en augustus zeven dagen per week open, in het voor- en najaar zes dagen in de week en in de wintermaanden alleen op zaterdag en in de schoolvakanties. Naast de zomertoeristen trekt het centrum ook in de kerst- en voorjaarsvakantie veel bezoekers met activiteiten als Help pake en beppe de vakantie door. Vanaf deze winter wil het centrum ook op zondagmiddag open gaan. Met ingang van 2013 betalen bezoekers entree, waarbij de bezoeker de hoogte van het bedrag zelf mag bepalen. Mar en Klif is de organisator van het netwerk Groen Doen. Basisscholen die, lid worden van dit netwerk en kunnen onbeperkt gebruik maken van het aanbod van Groen Doen. Scholen betalen hiervoor een bijdrage per leerling van € 3,40 in schooljaar 2014-2015 met een oplopend tarief in de komende jaren. In het schooljaar 2011-2012 waren 64 scholen lid, ongeveer 75% van het aantal scholen in het toenmalige werkgebied. In schooljaar 2012-2013 is ook gemeente Skarsterl n aangesloten en sindsdien zijn er 75 scholen lid. In totaal nemen circa 7.000 kinderen per jaar aan de activiteiten deel. De natuurorganisaties It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten participeren in het centrum en betalen hiervoor een sponsorbijdrage (samen € 14.000). In samenwerking met de natuurorganisaties organiseert Mar en Klif ook de Gaasterlandse Natuurweek. Deze week in de herfstvakantie trekt ieder jaar zo'n 4.000 bezoekers. Verder zorgt het centrum voor de ondersteuning van de Open Monumentendag in Gaasterland. De organisatie bestaat uit 5 betaalde krachten onder meer voor educatie, informatie en projecten. Een klein deel hiervan is vast in dienst (2 fte), daarnaast wordt gewerkt met ZZP’ers, seizoen- en vakantiekrachten. Verder zijn er vele vrijwilligers (30) actief in het centrum. Mar en Klif zit in een gebouw van de gemeente en betaalt hiervoor geen huur. 4 € 1.815 per jaar 4 Bereik Ondanks de bezuinigingen op cultuur doen de Nederlandse musea het goed. Het aantal bezoekers is in 2013 fors gestegen bij veel grotere musea, niet alleen bij de grote musea zoals het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum die na jarenlange verbouwingen weer open zijn. De stijging van de bezoekersaantallen tekenen zich al vijf jaar lang af. De cijfers passen in een internationale trend. Anders dan in het buitenland ligt de winst niet in eerste instantie bij de musea van moderne en hedendaagse kunst. Juist cultuurhistorische musea doen het hier goed. Gemiddeld 22% van de bezoekers is afkomstig uit de eigen gemeente en het binnenlands bezoek, van buiten de gemeentegrens, is ruim 50% (bron Nederlandse Museumvereniging, cijfers 2012). In De Friese Meren is het bezoek aan de musea redelijk stabiel. De verschillen in bezoekcijfers zijn echter groot zoals blijkt uit onderstaand overzicht. Museum Joure 22.750 Bezoekers 2012 Vrienden/donateurs 230 donateurs 35 bedrijfsvrienden Stedhûs Sleat 5.0005 Mar en Klif 30.0006 Museum Lemmer 2.000 120 100 vrienden7 geen Kwaliteit Het kwaliteitskeurmerk voor musea is het Museumregister. De eisen hiervoor hebben betrekking op enerzijds de collectiebeheerstaken en anderzijds op de publiekstaken. Om lid te kunnen worden van de Nederlandse Museumvereniging is deze kwaliteitskeur vereist en moeten musea opgenomen zijn in het Museumregister. Het Museum Joure is geregistreerd sinds 2000 en Museum Stedhûs Sleat sinds 2007. Mar en Klif en Museum Lemmer zijn niet geregistreerd. Museum Lemmer is gestart met de inventarisatie van de collectie, maar loopt aan tegen de hoge eisen met betrekking tot de klimaatbeheersing. Mar en Klif overweegt een registratie aan te vragen vanuit het perspectief van bruikleenverkeer en het op orde houden van de bedrijfsvoering (zoals veiligheidsaspecten). Financiën De meeste eigen inkomsten van musea komen uit entreegelden. Financiële steun door de overheid wordt gegeven voor behoud en beheer en om de collectie toegankelijk te maken voor het publiek. De verhouding subsidie – eigen inkomsten is landelijk 63 – 37%. In De Friese Meren is het beeld als volgt. Overigens is dit beeld gekleurd omdat sommige gemeenten wel huur betalen en andere niet. 2014 Exploitatie Subsidie gemeente Museum Joure € 477.244 € 292.248 Stedhûs Sleat € 73.650 € 36.150 Mar en Klif € 59.9258 € 36.695 Museum Lemmer € 10.000 € 7.654 De gemeente heeft een uitvoeringsovereenkomst met museum Joure en Sloten. Het Museum Joure haalt veel inkomsten binnen via de winkel en horeca. Verder heeft het museum vier grote sponsoren (Douwe Egberts, Rabobank, BASF en Imperial Tobacco) en een grote groep bedrijfsvrienden. Het bedrijf kan zelf aangeven voor welk bedrag per jaar. Stedhûs Sleat ontvangt jaarlijks een bijdrage van het Van der Wal Fonds ter hoogte van € 19.500. 5 In 2011 6.100, streefgetal uitvoeringsovereenkomst is 7.500. 6 Dit is inclusief het bezoek aan de winkel/VVV waarvan ongeveer de helft het bezoekerscentrum in gaat en de deelnemers aan activiteiten en rondleidingen (circa 1.000). 7 Daarnaast heeft de VVV 140 donateurs (toeristische bedrijven) Dit betreft alleen het deel Bezoekerscentrum. De exploitatie NME Groen Doen is circa € 110.000, de structurele subsidie van de gemeente De Friese Meren € 24.000 (plus een loonkostensubsidie van € 19.000). De exploitatie van de VVV was de afgelopen jaren circa € 80.000, de subsidie van gemeente De Friese Meren €35.000. 8 5 De musea hanteren verschillende entreetarieven. Een kaartje varieert van € 0,50 tot € 5 per persoon. Ook is er geen eenduidigheid in de prijzen voor kinderen en jongeren. entree Donateurs vrienden Museum Joure € 5 volwassen € 2,50 jeugd9 € 12,50 gezin gratis M-kaart gereduc. groepen10 Stedhûs Sleat € 3 volwassenen € 2 jeugd11 € 15 per jaar € 10 per jaar Mar en Klif Eigen bijdrage Gratis/NME € 3 p.ll Museum Lemmer € 1,50 volwassenen € 0,50 jeugd14 gratis M-kaart € 2,50 groepen12 € 213 € 10 per jaar geen Samenwerking Met de musea in het gebied van de nieuwe gemeente De Friese Meren zijn de eerste contacten gelegd over afstemming en coördinatie. Zo werken de musea samen met activiteiten voor de Open Monumentendag. Daarnaast wordt samengewerkt met de cultuurmakelaar voor activiteiten in het onderwijs. De musea constateren dat de collecties en activiteiten elkaar aanvullen en samen optrekken van belang is, bijvoorbeeld op promotioneel vlak of in het aanbieden van arrangementen. De Museumfederatie Fryslân ondersteunt de musea op het vlak van deskundigheidsbevordering (cursussen veiligheid) en initieert overleg. Naast de hiervoor genoemde door de gemeente gesubsidieerde musea zijn er enkele particuliere musea, waaronder het Nationaal Vervoer Museum in Ouwsterhaule. Het museum heeft als doelstelling het tentoonstellen en onderhouden van een verzameling op het gebied van het Nederlandse openbaar vervoer, waaronder het rijdend houden van een aantal autobussen die vroeger in het streek- en stadsvervoer zijn gebruikt. De museumbussen worden onder meer tijdens Open monumentendag ingezet. Andere voorbeelden zijn het Koeienmuseum in Nijemirdum en het Gaasterlands Streekmuseum in Sondel. Monumenten Gemeente De Friese Meren kent 251 rijksmonumenten waaronder het Ir. D.F. Woudagemaal, 3 beschermde stads- en dorpsgezichten (Balk, Langweer en Sloten) en 335 gemeentelijke monumenten. Het Woudagemaal in Lemmer staat op de Unesco lijst voor het werelderfgoed en is eigendom van het waterschap. Het bezoekerscentrum bij het gemaal waar jong en oud wordt geïnformeerd over de werking van het stoomgemaal en het waterbeheer in Friesland, won in 2013 de prijs van het leukste uitje in Friesland. Het bezoekersaantal groeit jaarlijks. In De Friese Meren zijn verschillende organisaties actief voor de Open Monumentendag. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het landelijke thema van de Open Monumentendag, zoals Groen van Toen in 2012, Macht en Pracht in 2013 en Op reis in 2014. In de voormalige gemeenten Lemsterland en Skarsterlân is de organisatie van de Open Monumentendag in handen van het Museum Joure en de Stichting Oud Lemmer die ook het evenement Nazomeren in Lemmer organiseert. In Gaasterlân-Sleat is er een gemeentelijke werkgroep Cultuurhistorisch Erfgoed Gaasterlân-Sleat. De drie partijen zijn in overleg over de afstemming en coördinatie van de activiteiten. 9 Van 4 tot en met 16 jaar. 10 11 12 13 14 Minimaal 15 personen. Van 6 tot en met 17 jaar. Minimaal 10 personen. Groepen kinderen € 1,50. Minimaal 10 personen Tot 14 jaar. 6 De Stichting tot Behoud van Monumenten Gaasterlân-Sleat (BMG) zet zich in voor het behoud en beheer van de monumenten in de voormalige gemeente. Op initiatief van de gemeente zal de stichting zich omvormen tot een nieuwe monumentenstichting die het hele grondgebied van de gemeente beslaat en op afstand van de gemeente is geplaatst (zie ook context). Hûs en Hiem levert voor alle Friese gemeenten onafhankelijk en deskundig advies over ruimtelijke kwaliteit. In Sloten is de Stichting Vrienden van Sloten actief. De Stichting Vrienden van Sloten is in 1970 opgericht met als doel het eigen karakter van de oude stadskern van Sloten te behouden en deze zoveel mogelijk terug te brengen in de oorspronkelijke staat wat de architectuur en het stedenbouwkundig aspect betreft, zonder daarbij geweld te doen aan nieuwe opvattingen omtrent leefbaarheid en woonmilieu. De stichting wil dat doel realiseren door restauratie van daarvoor in aanmerking komende woningen en gebouwen te bevorderen, door de overheid waar mogelijk te stimuleren en behulpzaam te zijn binnen het kader van het doel van de stichting. De stichting ontvangt geen gemeentelijke subsidie. Het benodigd kapitaal wordt verkregen door schenkingen van een 150-tal donateurs en giften uit private fondsen. Amateurkunst Volgens het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) deed in 2013 41% van de Nederlandse bevolking aan amateurkunst. De populairste disciplines zijn beeldend en muziek. De motieven om aan amateurkunst te doen zijn plezier, ontspanning en het zelf iets maken c.q. iets leren om er beter in te worden. De helft van de beoefenaars vindt het vertonen van de kunsten aan publiek niet belangrijk. Ook in gemeente De Friese Meren zijn vele verenigingen actief. Hierbij gaat het om muziekverenigingen (harmonie/fanfare/brassbands, majorettecorpsen en drumbands), zangverenigingen en toneelverenigingen. Tot op heden ontvangen de verenigingen structureel subsidie. De hoogte van de subsidie varieert sterk, afhankelijk van de subsidieregels in de voormalige gemeenten. De subsidies zijn bedoeld voor het dekken van de kosten voor artistieke leiding, deelname aan concoursen, voor instrumenten en uniformen. Ook zijn er verenigingen die een bijdrage per lid ontvangen. De muziekverenigingen ontvangen de hoogste subsidies (tot maximaal € 6.690). In onderstaand schema is het overzicht opgenomen van het aantal gesubsidieerde verenigingen in de gemeente De Friese Meren: muziek 12 zang 36 toneel 20 totaal 68 De muziekverenigingen zijn partner in het netwerk van de cultuureducatie met de scholen en de stichtingen die het cultuuronderwijs in de gemeente verzorgen, te weten It Toanhûs en Kunst en Cultuur Gaasterlân-Sleat. De Stichting Behear Tonielsintrum Skasterlân beheert in Joure een gebouw waar toneelverenigingen kunnen oefenen. Ook is hier een toneel uitleen gevestigd. Van de toneelverenigingen ontvangt de organisatie een bijdrage in de huur van de repetitieruimte en de toneel uitleen. De stichting huurt het gebouw van de gemeente. De gemeentelijke subsidie is gelijk aan de huur van het gebouw. De muziekverenigingen repeteren op diverse plekken zoals in de evenementenhal Joure. Culturele activiteiten Inwoners in gemeente De Friese Meren zijn voor het grote theateraanbod aangewezen op de Friese podia zoals die in Sneek, Drachten en Leeuwarden of verder weg in Groningen of Amsterdam. In de gemeente vinden op diverse kleine podia en in de openlucht wel culturele evenementen en activiteiten plaats. Eén van deze podia is De Hege Fonnen in Lemmer. Het gebouw is enkele jaren geleden verbouwd en kan worden omgebouwd tot vlakkevloertheater en heeft een uitschuifbare tribune. De maximale zaalcapaciteit is 380 theaterbezoekers. 7 Hieronder een overzicht van activiteiten die op dit moment subsidie ontvangen van de gemeente. Het Nut Gaasterlân-Sleat en de Stichting Cultuurbevordering Lemsterland bieden jaarlijks een programma aan van culturele voorstellingen in De Treemter in Balk en de Hege Fonnen in Lemmer. Zij ontvangen hiervoor een jaarlijkse subsidie van respectievelijk € 9.303 en € 23.750. Het Nut programmeert een breed scala aan culturele activiteiten, zoals muziek, cabaret, toneel en lezingen (in samenwerking met bibliotheek). In 2012 vonden er 14 activiteiten plaats die 1425 bezoekers trokken. De stichting Cultuurbevordering Lemsterland heeft ten doel het bevorderen van het gebruik van de theaterfunctie van het sport- en cultuurcentrum De Hege Fonnen voor culturele activiteiten en het coördineren van en communiceren over de culturele activiteiten in gemeente Lemsterland. In 2013 waren er 10 voorstellingen die door 998 bezoekers werden bezocht. De Stichting De Helling heeft jarenlang het dorpshuis de Helling geëxploiteerd. De stichting is opgeheven en het opgebouwd vermogen is in 2012 deels geschonken aan de Stichting Cultuurbevordering Lemsterland (€ 60.000) en deels aan de gemeente (€ 40.000). Afgesproken is dat de gemeente jaarlijks maximaal € 8.000 beschikbaar stelt voor de ondersteuning van culturele activiteiten in Lemsterland en omgeving, tot het moment dat het totale bedrag geheel is opgebruikt. In Joure is de Culturele Raad opgegaan in het Museum Joure. De concerten en voorstellingen die hier worden georganiseerd vallen onder de regie en het budget van het museum. Onder de naam Muziek aan de Luts wordt in 2014 voor het 16e jaar een serie concerten georganiseerd in de monumentale kerk It Breahûs in Balk. Jaarlijks vinden er in de periode april tot september circa 8-10 kleinschalige concerten en een masterclass plaats. Bij de programmering wordt gestreefd naar hoge kwaliteit. Professionele musici en gekwalificeerde amateurs worden gecontracteerd. Tegelijk is laagdrempeligheid van de concerten een uitgangspunt. De concerten zijn vrij toegankelijk maar er wordt van de bezoekers wel een financiële bijdrage gevraagd. Verder heeft de stichting vrienden en sponsoren. De serie trekt circa 800 bezoekers en 40 deelnemers voor de masterclass. Sinds 2010 is de Kunstkring Gaasterland actief om beeldende kunst onder de aandacht te brengen in de regio. Dit gebeurt jaarlijks via een kunstmarkt in het centrum van Balk op de zaterdag voor Pinksteren. De markt toont werk van 100 kunstenaars en trekt gemiddeld 3.000 bezoekers. Verder organiseert de stichting exposities in de bibliotheek van Balk en biedt teken- en schildercursussen aan. De stichting Verhalenfestival Balk organiseert om het jaar een verhalenfestival op bijzondere, kleinschalige locaties in Balk met een afsluiting in de Treemter. Het festival trekt circa 300 bezoekers en heeft ook scholierenwedstrijd. Eens in de drie jaar wordt Sloten omgetoverd naar een historische stad. De historische vereniging laat dan de geschiedenis herleven tijdens het Historisch Kijkspel Sloten. In 2013 vond het voor de vijfde keer plaats met 3.500 bezoekers. Teatergroep Sult is in 1996 ontstaan en heeft als doel om ieder jaar één of meer theaterproducties te brengen op verschillende plekken in de Zuid-West hoek van Friesland. Amateurs werken hierbij onder professionele begeleiding aan voorstellingen. De voorstelling ‘Ja, ik wol’ is in 2012 16 keer gespeeld en trok 2.500 bezoekers. Keunstwurk zorgt er met Uurcultuur voor dat Friese basisschoolkinderen onder schooltijd voorstellingen zien. De voorstellingen lopen uiteen van toneel-, dans-, vertel-, poppen- en muziektheatervoorstellingen en vinden plaats in de periode van januari tot mei. De voorstellingen vinden voor de onderbouw op of dichtbij school plaats en in het theater voor de hogere groepen. Uurcultuur staat voor jeugdvoorstellingen van hoog professioneel niveau, waar zowel kinderen als leerkrachten een impuls van krijgen. De provinciale coördinatie maakt meer mogelijk en brengt met zich mee dat gerenommeerde artiesten en groepen ook in de plattelandsgebieden te zien zijn. Ongeveer 30.000 schoolkinderen genieten jaarlijks van één van de honderden voorstellingen in de provincie. 8 In onderstaand overzicht is weergegeven hoeveel subsidie genoemde organisaties ontvangen. organisatie Het Nut Cultuurbevordering Lemsterland Muziek aan de Luts Kunstkring Gaasterland Verhalenfestival Balk Historisch Kijkspel Sloten Teatergroep Sult Keunstwurk activiteit cultureel jaarprogramma cultureel jaarprogramma concertserie + masterclass kunstmarkt + exposities festival historisch evenement productie uurcultuur subsidie gemeente 9.303 23.750 1.000 2.500 1.750 (1x p 2 jaar) 5.000 (1x p 3 jaar) 2.500 6.950 bezoekers 1.425 998 800 3.000 300 3.500 2.500 30.00015 De subsidies voor herdenkingen, dorps- en oranjefeesten zijn in dit schema niet meegenomen. Op basis van de harmonisatie van de subsidieregelingen, zullen de subsidiebedragen veranderen. Verder zijn er diverse particuliere initiatieven, zoals Kunstroute Gaasterland. Acht kunstenaars die wonen en werken in het gebied stellen in de periode mei tot en met oktober hun ateliers/expositieruimten collectief open voor publiek. De route is ook geschikt als fietstocht. In Joure is een initiatief ontstaan om een filmhuis te starten. Ook zijn er evenementen die niet door de gemeente worden gesubsidieerd, maar wel een sponsorbijdrage ontvangen zoals de Ballonfeesten Joure. Het evenement wordt in 2014 voor de 29ste keer georganiseerd en trekt tussen de 20.000 en 25.000 bezoekers. Kunsteducatie It Toanhûs is het centrum voor de kunsten in Skarsterlân en Lemsterland. Het centrum biedt cursussen op het gebied van beeldende kunst, dans, theater en muziek voor peuters, kinderen, jongeren en volwassenen. De muziekafdeling biedt naast instrumentele lessen ook mogelijkheden op het gebied van samenspel in orkesten en ensembles (zoals een strijkersklas, popband, accordeon ensemble, bigband, wereldkoor). It Toanhûs verzorgt ook de opleidingen voor de muziekverenigingen in Skarsterlân en Lemsterland. Op het gebied van dans zijn er cursussen klassiek ballet, street- en jazzdance en één keer in de twee jaar een grote uitvoering. Theatercursussen zijn er in Joure en Lemmer. Op het gebied van de beeldende kunst biedt It Toanhûs cursussen beeldhouwen, keramiek, tekenen/schilderen of digitale fotografie. Voor alle disciplines zijn er gratis snuffellessen. Naast het aanbod in de vrije tijd biedt It Toanhûs lesprogramma’s aan voor het basisonderwijs. Regulier betreft dit kleutermuzieklessen (project van 4 maanden voor groep 1 en 2) en projecten voor groep 3 tot en met 8 projecten van 20 lesweken die worden afgesloten met een presentatie. De lessen dans, muziek, tekenen/schilderen of theater worden om en om gegeven door docenten van It Toanhûs en de docenten van de basisscholen. Daarna is er een vervolg mogelijk bij It Toanhûs. In Lemmer worden ook popworkshops gehouden en biedt It Toanhûs in samenwerking met muziekvereniging Excelsior een Instrumentale Oriëntatie (trompet, dwarsfluit, saxofoon) aan. Daarnaast zijn er losse projecten voor het basisonderwijs. Dit zijn thematische, aanvullende projecten bijvoorbeeld op het gebied van erfgoed, vertelkunst, musical of sociale vaardigheden. In 2012 is gestart met het Frysk Leerorkest. Het Frysk Leerorkest is een samenwerking tussen muziekschool de Wâldsang (Buitenpost), centrum voor de kunsten Ateliers Majeur (Heerenveen), It Toanhûs, zes basisscholen in de verschillende gemeenten en vier muziekverenigingen. De kinderen die meedoen aan het Frysk LeerOrkest krijgen een instrument te leen. Dit instrument gaat ook mee naar huis (behalve de grote instrumenten zoals contrabassen). De verwachting is dat de kinderen thuis met een zekere regelmaat oefenen om zo zelf beter te worden en daarmee tegelijkertijd ook het orkest beter maken. 15 Dit zijn de bezoekers in de hele provincie. 9 Dertig weken lang krijgen de kinderen uit groep 5 of 6 onder schooltijd instrumentale les van een muziekdocent. Tijdens deze lessen leren de kinderen het instrument bespelen en zijn ze bezig met het instuderen van de muziek voor het orkest. Naast het instuderen van de orkestmuziek is er ook ruimte voor muziekstukjes die de docenten zelf meenemen. Alles met het doel om de kinderen met muziek in aanraking te laten komen. Elke 5e les bestaat uit samenspel. Tijdens deze samenspel-les komen de verschillende groepjes van de school bij elkaar en worden de diverse stukken met elkaar doorgenomen. Eens per drie maanden komen de zes scholen bij elkaar en dan vormen alle kinderen samen een orkest van circa 140 kinderen. It Toanhûs heeft meerdere leslocaties. De leslocatie in Joure verhuist in september 2014 naar de brede school Joure Zuid. Verder zijn er lesruimtes in de Hege Fonnen in Lemmer en in St Nicolaasga. Voor het gebruik van de ruimtes wordt (nog) geen huur betaald. It Toanhûs heeft 34 medewerkers in dienst medewerkers in dienst (ruim 13 fte). De organisatie wil toegroeien naar een kleinere organisatie met een flexibele schil van ZZP’ers om daarmee beter in te kunnen spelen op de vraag. Alle inwoners van gemeente De Friese Meren kunnen gebruik maken van het gesubsidieerde aanbod van It Toanhûs. De subsidie van de gemeente wordt ingezet voor een gunstige tariefstelling voor activiteiten in het onderwijs, verenigingen en vrijetijd (tot 18 jaar). Stichting Kunst en Cultuur Gaasterlân-Sleat (KCGS) is een netwerkorganisatie op het gebied van kunsteducatie16. De stichting richt zich op het opzetten en onderhouden van een structureel programma voor kunst- en cultuureducatie in het basis en voortgezet onderwijs, het ondersteunen van muzieklessen voor muziekverenigingen alsmede het ondersteunen en opzetten van les- en cursusprogramma’s in de disciplines beeldende kunst, dans, theater en muziek voor peuters, kinderen, jongeren en volwassenen. Dit doet laatste doet zij in samenwerking met private aanbieders. KCGS werkt met een inhoudelijk adviseur (voor 1 uur per week) en een cultuurmakelaar (0,6 fte) die vraag en aanbod, zowel binnen als buiten het onderwijs, bij elkaar brengt. Dit gebeurt via een website waarop het aanbod voor scholen, voor na school en voor volwassenen worden getoond en persoonlijk advies. Op de website is ook een Culturele agenda opgenomen. Waar de focus oorspronkelijk lag op Gaasterlân-Sleat breidt de website zich nu uit over de hele gemeente. Met de introductie van het nieuwe systeem is met name het aantal jeugdleden bij de verenigingen flink gegroeid. KCGS heeft geen eigen locatie maar maakt gebruik van schoolgebouwen en multifunctionele centra. Ook heeft KCGS geen docenten in dienst. Voor de lessen in het onderwijs doet KCGS een beroep op culturele aanbieders zoals BIK’ers (Beroepskunstenaars In de Klas). De verenigingen zijn vrij in de keuze voor muziekdocenten voor het verzorgen van verenigingslessen. In de praktijk wordt veelal gebruik gemaakt van het aanbod van de Fryske Blaasakademy. Voor de individuele lessen werkt KCGS samen met een maatschap van docenten alsmede private docenten. Voor de kwaliteit van de docenten wordt gekeken naar opleiding, ervaring en referenties. Naast de gemeentelijke bijdrage voor de cultuurmakelaar (gefinancierd via de combinatiegelden sport en cultuur) ontvangt KCGS subsidie van de gemeente die rechtstreeks is gekoppeld aan de leerlingen: primair (speciaal) onderwijs € 30 (naast de € 10,90 die leerlingen zelf beschikbaar hebben) en € 15 per leerling in het voortgezet onderwijs17 € 320 per leerling (tot 18 jaar met twee peildata per jaar) van muziekverenigingen € 260 per leerling (tot 18 jaar) voor individuele lessen (voor een periode van vijf jaar met aflopende subsidie) In het kader van de bezuinigingen vanaf 2014 zal KCGS de bijdragen met ingang van het schooljaar 20142015 verlagen. 16 Gemeente Gaasterlân-Sleat besloot in 2011 de samenwerking met Ritmyk/Centrum voor de Kunsten Sneek op te zeggen. Hierdoor ontstond de mogelijkheid om te kiezen voor een nieuwe aanpak op het gebied van kunsteducatie. 17 schooljaar 2012-2013 was € 27.700 beschikbaar voor het primair onderwijs en € 5.250 voor het voortgezet onderwijs 10 In opdracht van en in nauwe samenspraak met Bibliotheek Mar en Fean, Museum Joure en It Toanhûs coördineert Simone de Milde, tevens cultuurmakelaar, het programma Kultueredukaasje mei Kwaliteit (KEK) in de gemeente De Friese Meren. De partners hebben gezamenlijk een plan ontwikkelt dat een blijvende kwaliteitsimpuls moet geven aan cultuureducatie in het primair onderwijs. Het onderwijs gaf daarbij aan niet meer educatief aanbod te willen, wel meer overzicht en samenhang. Ook was er behoefte aan structureel overleg. In de periode 2013 - 2016 kunnen scholen kennis maken met voor hen onbekend aanbod, kunnen scholen die dat willen zich profileren als cultuurschool en wordt gewerkt aan een (digitaal) platform dat het cultuureducatieve aanbod in De Friese Meren inzichtelijk maakt voor scholen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het provincie brede deskundigheidsprogramma, in het bijzonder de cursussen Interne Cultuur Coördinator of Wy Sjonge (verzorgd door Keunswurk). Daarnaast vindt twee keer per jaar een lokale netwerkbijeenkomst plaats met informatie, inspiratie en ontmoetingen. De regiocoördinator heeft een aanstelling van 0,2fte voor het coördineren van de KEK-regeling in De Friese Meren. Dit takenpakket wordt bekostigd vanuit de middelen die voor de regio beschikbaar zijn gesteld in het kader van de KEK-regeling. De provinciale coördinatie van het programma ligt bij Keunstwurk. Jaarlijks is er een budget beschikbaar van € 600.000 waarvan € 25.000 bestemd is voor De Friese Meren. Samenwerking It Toanhûs en KCGS zijn in gesprek over samenwerking. De wens van de gemeente om te komen tot een eenduidige aanpak in het gehele werkgebied en de aangekondigde bezuinigingen vormen het kader waarbinnen deze gesprekken worden gevoerd. De besturen van It Toanhûs en KCGS hebben de wens uitgesproken om samen verder te gaan. Op dit moment worden hiervoor verschillende scenario’s uitgewerkt. Bereik In onderstaand overzicht is het aantal deelnemers opgenomen dat gebruik maakt van het aanbod van beide organisaties. Hierbij dient opgemerkt te worden dat KCGS alleen bemiddelt tussen vraag en aanbod (zelf geen aanbieder) en zich richt op jongeren tot 18 jaar; It Toanhûs heeft een breed aanbod aan activiteiten (zelf aanbieder) voor alle leeftijden. 2013 inwoners werkgebied deelnemers vrije tijd Deelnemers kennismaking brede school / naschools deelnemers onderwijs It Toanhûs 40.900 1.639 233 KCGS 10.100 115 3.039 leerlingen PO18 261 leerlingen VO 910 leerlingen PO 363 leerlingen VO deelnemers verenigingen 151 86 Los van schommelingen in disciplines (instrumenten die dan wel dan weer niet in de mode zijn) is het aantal leerlingen van It Toanhûs redelijk stabiel. Met ingang van 2013 is voor het eerst een daling te zien, die volgens It Toanhûs aan de economische crisis is te wijten. Eind 2012 had It Toanhûs een wachtlijst van 79 leerlingen. KCGS brengt vraag en aanbod actief bij elkaar en heeft daardoor geen wachtlijsten. Het aantal deelnemers in het seizoen 2013-2014 stijgt hier ten opzichte van 2012-2013. Kwaliteit In april 2012 is het herziene Kwaliteitskader Kunsteducatie en Amateurkunst door Kunstconnectie (de branchevereniging kunsteducatie en amateurkunst) vastgesteld. Op basis van input van onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is in november 2012 een definitief document opgesteld. Het kwaliteitskader Kunsteducatie en Amateurkunst geeft kwaliteitscriteria aan en voorziet in een toetsing van instellingen die zich bezig houden met kunsteducatie en amateurkunst. 18 Plus 115 leerlingen PO via halfjaarlijks projecten scholen Gaasterlân-Sleat via KEK 11 It Toanhûs is in 2012 na een kwaliteitstraject met audit, gecertificeerd door de organisatie Kunstkeur. KCGS is een netwerkorganisatie en ziet toe op de kwaliteit van de aanbieders waarmee men samenwerkt. Overigens is het kwaliteitskader niet verplicht en door de actuele maatschappelijke ontwikkelingen aan verandering onderhevig. Financiën Subsidie 2014 It Toanhûs KCGS Beiden budgetsubsidie € 570.965 cultuuronderwijs € 95.38319 combinatiefuncties cultuur € 100.224 De bedragen zin exclusief loon- en prijscompensatie. Vanaf 2015 geldt hiervoor de nullijn. Friese taal Binnen gemeente De Friese Meren zijn verschillende organisaties actief op het gebied van de Friese taal. Het belangrijkste project dat door de gemeente wordt ondersteund is Tomke. De gemeente ondersteunt het project met een bijdrage van € 2.785 per jaar. Tomke is in foarlês- en taalstimulearringsprogramma yn it Frysk foar pjutten. It projekt wol âlders en profesjonele opfieders ynformearje oer it brûken fan taal yn ’e omgong mei jonge bern. Foarlêze, ferskes sjonge, (taal)spultsjes en oandacht foar de deistige saken binne wichtich foar alle talen, dus ek foar it Frysk: bern dy’t harren memmetaal goed behearskje, kinne makliker in oare taal leare. It Tomke-projekt hat in wurkgroep dy’t út in tal ynstellings bestiet. De koördinaasje fan it hiele projekt is yn hannen fan de Afûk en de Bibliotheekservice Fryslân. Elk jier bringt it Tomke-projekt yn juny in fergees Tomke-boekje yn in oplage fan sa’n 30.000 eksimplaren op 'e merk. It boekje bestiet út seis Tomke-ferhalen, opsisferskes en lietsjes en spultsjes oer it tema fan dat jier (bygelyks feest of natuer). De boekjes wurde yn de earste wike fan juny útdield fia boartersplakken en berne-opfangsintra dy't meidogge oan de Fryske Foarlêswike (sjoch hjirûnder foar mear ynformaasje). De boekjes binne yn juny ek te krijen by konsultaasjeburo's en de bibleteken yn Fryslân. Yn de earste wike fan juny is de Fryske Foarlêswike, organisearre troch it Selskip foar Fryske Tael en Skriftekennisse. Yn dizze wike wurdt it jierlikse fergese Tomke-temaboekje ferspraat. Op sa’n 600 groepen fan bernesintra wurdt troch frijwilligers foarlêzen út it Tomke-temaboekje en dêrnei krije alle pjutten it boekje mei nei hûs. Elk jier organisearret de Tomke-wurkgroep in middei en/of jûn foar liedsters en oare profesjonals. De ynhâld fan de middei en/of jûn hat te krijen mei it Tomke-tema. It doel is om nije ynspiraasje te krijen foar it wurkjen oan taal- en lêsbefoardering op it mêd fan meartaligens. De ynformaasje en wurkwinkels (workshops) slute oan by it tema fan Tomke. Daarnaast worden er theater en muziekvoorstellingen voor Tomke ontwikkeld bijvoorbeeld door Tryater. Naast het Tomke project ondersteunt de gemeente de cursussen van het Afûk. Voor het seizoen 2013-2014 met een bedrag van € 5.152. Lokale omroep De lokale omroepen van Lemsterland en Gaasterlân-Sleat zijn gefuseerd tot Radio Spannenburg en willen voor de nieuwe gemeente de uitzendingen verzorgen. De aanvraag voor de zendmachtiging ligt bij het Commissariaat van de Media in afwachting van het besluit van de gemeenteraad over de representativiteit van de nieuwe omroep (voorzien juni 2014). Afgelopen jaren zijn vooral programma’s gemaakt over regionaal nieuws en muziekprogramma’s. Het laatste jaarverslag op de website dateert uit 2008. Er is geen onderzoek beschikbaar over de waardering van de omroep. Hier is door de gemeente wel om gevraagd. Kunstwerken Met het samengaan van de drie gemeenten is De Friese Meren eigenaar geworden van diverse kunstwerken. Dit betreft zowel kunstwerken in de openbare ruimte als schilderijen, grafiek e.d. Een deel van de werken is opgeslagen in het depot. De kunstwerken in de openbare ruimte zijn opgenomen 19 Centrum voor de kunsten Sneek/Ritmyk ontving in 2010 een subsidie van € 168.500 voor het verzorgen van muziekonderwijs in gemeente Gaasterlân-Sleat. 12 in de gemeentelijke vastgoedlijst. Dit betekent dat ook het onderhoud van deze werken is geregeld. De andere werken zijn nog niet geïnventariseerd. De gemeente Skarsterlân had sinds 2005 de 1% regeling voor beeldende kunst. De regeling bestemd 1% van de bouwkosten bij nieuwbouw en verbouw van openbare gebouwen aan beeldende kunst. Indien het bedrag niet aan beeldende kunst werd besteed, werd dit in een fonds gestort voor plaatsing of aankoop van beeldende kunst. Prijzen De voormalige gemeente Lemsterland reikte om de twee jaar de Fedde Schurer cultuurprijs uit. Context Cultuurbeleid staat niet op zichzelf. Hieronder worden de relevante gemeentelijke kaders aangegeven alsmede de ontwikkelingen op landelijk en provinciaal niveau. Lokaal De Friese Meren vormt een aantrekkelijk gebied om te wonen, te werken en te recreëren. In de Visie van De Friese Meren zet de gemeente in op vitale dorpsgemeenschappen en het behoud van de identiteit van de dorpen. Sociale verbondenheid, het verenigingsleven en een passend voorzieningenniveau zijn belangrijke elementen. De gemeente is een ondernemende en betrokken gemeente die de eigen verantwoordelijkheid van haar inwoners stimuleert. Het activeren van wijkverenigingen en verenigingen van plaatselijk belang bij de ontwikkeling van de gemeente, neemt een belangrijke plaats in. In het ruimtelijke domein respecteert de gemeente de kwaliteit van de open ruimte en zet zij zich actief in voor het behoud ervan. De gemeente vindt het versterken van een aantrekkelijke woonomgeving van belang, voor inwoners én het binden van werknemers. Het bevorderen van de verdere ontwikkeling van watergebonden, natuurgebonden en cultuurgebonden recreatie en toerisme sluit hierop aan. De gemeente investeert verder in goede contacten met de provincie Fryslân en andere gemeenten. In de notitie Mééér dan Stenen is het dorpen, stads- en wijkenbeleid van de gemeente uitgezet. In het beleid staat leefbaarheid centraal. Samen met de inwoners wil de gemeente de fysieke, de sociale en de economische leefbaarheid in stand houden en daar waar nodig verbeteren. In relatie tot de drie belangrijke thema’s voor de komende jaren: voorzieningen, burgerkracht en de decentralisaties op het gebied van werk, WMO en jeugd. De Friese Meren staat aan de vooravond van een uitbreiding van haar sociale taken. De drie van rijkswege opgelegde decentralisaties, breiden de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente uit naar vrijwel de gehele ondersteuning van de inwoners. De doelstellingen van de nieuwe taken vertonen een sterke overeenkomst: het bevorderen van de sociale participatie en ondersteuning van de kwetsbare inwoner die het op eigen kracht niet redt. Er is sprake van een kruisbestuiving tussen de decentralisaties en het dorpen-, stads- en wijkenbeleid. Dorpen-, stads en wijkenbeleid wordt onder meer ingezet om de sociale cohesie te bevorderen en de burgerkracht te versterken. Optimalisering hiervan, het zichtbaar maken van de mogelijkheden en het ook daadwerkelijk benutten daarvan kan betekenen dat er door inwoners minder snel een beroep gedaan wordt op hulp en ondersteuning. In dorpen en wijken waar de sociale cohesie groot is, wordt minder een beroep op de gemeente of de voorzieningen gedaan: men is als dorpsgemeenschap zelfredzaam De gemeente heeft gekozen voor de inzet van contactwethouders, dorpencoördinatoren en dorps-, stadsen wijkbelangorganisaties. De dorpencoördinatoren zijn binnen de gemeentelijke organisatie degene die de signalen en initiatieven vanuit de samenleving wegzetten in de ambtelijke organisatie en er op toe zien dat er iets mee gebeurt. Visa versa vormen zij ook de verbinding tussen de gemeente en het veld. Het veld wordt daarbij op dit moment vooral gevormd door de plaatselijk belang organisaties. De dorpencoördinatoren in De Friese Meren zijn verdeeld over vier gebieden waarbij elk gebied een vergelijkbaar aantal plaatselijk belangen en inwoners heeft: Balk en omstreken, Lemmer en omstreken, Skarsterlân West en Skarsterlân Oost. 13 Relevant voor het nieuwe cultuurbeleid zijn ook de ambities van Joure Ambachtstad zoals geformuleerd in de notitie Wenkend perspectief. Een sterke profilering van Joure als onderdeel van de gemeente De Friese Meren resulteert op termijn in een betere herkenbaarheid en grotere bekendheid en daarmee het vergroten van de aantrekkingskracht van Joure op toeristen en bedrijven. De ambitie is in 2015 een doorlopende leerlijn te hebben rond techniek en ondernemen in de gemeente, te beginnen in het primair onderwijs (PO) en doorlopend in het voortgezet onderwijs (VO), het Mbo en het Hbo. Techniek en ondernemen maken dan integraal onderdeel uit van het onderwijsaanbod en de lesstof en lesmaterialen sluiten aan bij de belevingswereld van het kind én op elkaar. Het Museum Joure en (lokale) werkgevers zijn partij om kinderen kennis te laten maken met de mogelijkheden van techniek in de praktijk. Dit moet leiden tot een heldere structuur en afbakening in programma-aanbod per groep, kant en klaar programma voor de verschillende groepen en niveaus, een vertaling van de ambachtelijke technieken naar heden en toekomst, samenwerking met ondernemers die kunnen aansluiten bij de museumeducatie, leskisten op maat en dergelijke. Bezuinigingen De financiële omstandigheden leiden ertoe dat de gemeente de komende jaren fors moet bezuinigen. In 2013 is hiertoe een traject gestart. In het zero base rapport zijn voorstellen opgenomen tot een totaalbedrag van € 7,6 miljoen. Criterium bij het wel of niet bezuinigen was het wettelijk kader. Het college heeft de voorstellen aangeboden aan de raad. De meerjarenbegroting inclusief zero base voorstellen is tijdens de raadsvergadering in maart 2014 vastgesteld. Naast de zero base voorstellen zijn ook voor 2014 al bezuinigingen opgelegd aan de bibliotheek en op kunstzinnige vorming (It Toanhûs en KCGS). Kadernota subsidiebeleid De start van de nieuwe gemeente DFM vroeg om een actueel subsidiekader. Onlangs is een Algemene Subsidieverordening opgesteld die waar nodig wordt aangevuld met nadere regels of beleidsregels. Daarnaast loopt een traject om bestaande subsidieregelingen te harmoniseren. Organisaties kunnen jaarsubsidies en eenmalige subsidies aanvragen. Voor een groot aantal subsidieonderdelen gelden subsidieplafonds. Als het subsidieplafond is bereikt, kan een aanvraag niet meer worden gehonoreerd. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. De verantwoording is afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag. De gemeente werkt verder aan de opzet van een centraal Subsidiebureau, een uniforme werkwijze en het vergroten van de toegankelijkheid voor gebruikers. Zo is er inmiddels een eenvoudig en digitaal aanvraagformulier beschikbaar. Friese taal en cultuur Op dit moment is een gemeentelijke nota Fries taalbeleid in ontwikkeling. Voor de invulling van het beleid wordt verwezen naar dit traject. Monumenten In 2013 is de nota Bezit en behoud van monumenten in De Friese Meren vastgesteld. In het nieuwe beleid is ervoor gekozen om onderscheid te maken naar de functie van de monumenten. De burgerlijke gebouwen en weg- en waterbouwkundige gebouwen komen of blijven in bezit van de gemeenten (dit betreft 14 objecten waaronder de musea in Joure, Lemmer en Sloten). Torens, dakruiters, klokkenstoelen en molens worden ondergebracht bij een stichting (26 objecten waaronder 25 rijksmonumenten). De Stichting tot behoud van monumenten in de gemeente Gaasterlân-Sleat (BMG) zal deze objecten gaan beheren en hiervoor omgevormd worden tot nieuwe monumentenstichting voor het gehele grondgebied van de gemeente. De subsidieregelingen voor restauratie van de oude gemeenten zijn nog niet geharmoniseerd. Gelet op de bezuinigingen uit de zero base, waarin is gekozen om alleen nog in te zetten op rijksmonumenten, is dit nog niet opgepakt. Verder loopt de procedure voor de aanwijzing van 275 gemeentelijke monumenten. 14 Recreatie en toerisme Het landschap, de meren, de cultuur en evenementen vormen de aantrekkingskracht van De Friese Meren voor recreant en toerist. Een omvangrijk deel van de gemeente De Friese Meren is onderdeel van het Nationaal Landschap Zuidwest Friesland te samen met een groot deel van de gemeente Súdwest-Fryslân. Het beleid van de gemeenten Gaasterland-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân op het gebied van recreatie en toerisme is nog niet geharmoniseerd. Op dit moment wordt gewerkt aan een beleidsnota voor DFM. Het toekomstig beleid zal gericht zijn op het stimuleren van de verbetering van het toeristisch product, seizoensverlenging, het aanspreken van nieuwe doelgroepen, het creëren van bijzondere locaties en stimulering van de ontwikkeling van bijzondere voorzieningen. Ook staat verbetering van de samenwerking van toeristische ondernemers en toeristische organisaties en met de gemeente op de agenda. Verder kan de promotie, profilering en vermarkting van het gebied worden verbeterd. Wat betreft doel- en interessegroepen zal de aandacht zich vooral richten op eigen inwoners en dagbezoekers uit de nabije omgeving, jeugd, actieve ouderen, gezinnen met kinderen. Uit onderzoek blijkt dat historische kernen en culturele voorzieningen als musea en festivals een grote aantrekkingskracht hebben op de toerist20. De gemeente vindt het belangrijk dat nieuwe ontwikkelingen passen bij het karakter van de gemeente en landschappelijk goed inpasbaar zijn. Tenslotte hecht de gemeente eraan dat nieuwe ontwikkelingen aantoonbaar zorgen voor behoud en waar mogelijk meer werkgelegenheid in de regio. Combinatiefuncties De regeling brede scholen, sport en cultuur heeft tot doel het beleid op het terrein van brede scholen, sport en cultuur een impuls te geven door landelijk 2250 combinatiefuncties te creëren. Met de regeling worden vier doelstellingen nagestreefd: Het uitbreiden van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs. Het versterken van de sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk. Het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen. Het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening. Binnen de gemeente De Friese Meren zetten de betrokken organisaties in op samenwerking, talentontwikkeling en kwaliteit. De gemeente De Friese Meren heeft op dit moment 8,1 fte aan combinatiefuncties sport en cultuur. Op het gebied van cultuur zijn de volgende functionarissen actief: leesbevordering en media-educatie (0,6 fte via Mar en Fean) docenten cultuureducatie (2,1 fte via It Toanhûs) cultuurmakelaar (0,6 fte via KCGS met dienstverband bij It Toanhûs) Voor de financiering zijn rijksgelden beschikbaar die worden gematched met lokale gelden. Dit gebeurt door het onderwijs, de deelnemende organisaties en met de gemeentelijke subsidiegelden cultuur. Op dit moment wordt gewerkt aan de harmonisatie van het beleid. Hierbij wordt gekozen voor voortzetting van de bestaande aanpak onder een meer centrale regie. De gemeente wordt opdrachtgever en laat de uitvoering over aan de betrokken organisaties, die vertegenwoordigd zijn in een stuurgroep. In de zerobase voorstellen is met ingang van 2016 voor 80% deel te nemen aan de regeling en daarmee een bezuiniging te realiseren van ruim € 62.000. De formatie wordt daarbij teruggebracht van 8,1 fte naar 6,4 fte. Daarnaast ligt er een voorstel bij de het college voor uitbreiding van de buurt sportcoaches met 3,1 fte. Minima Verder heeft de gemeente een minimaregeling. Mensen met een lage inkomen kunnen een tegemoetkoming vragen voor het bezoek van of deelname aan culturele activiteiten. Landelijk Beleid 20 Uit onderzoek van pinbetalingen door de Rabobank bleek dat voor cultuur een actieradius geldt van 35 kilometer vanaf de eigen woonplaats. 15 De Rijksoverheid heeft voor cultuur in de periode 2013- 2016 de volgende speerpunten benoemd in het beleid: cultuureducatie: zoveel mogelijk kinderen en jongeren komen in aanraking met de rijkdom van cultuur; vernieuwing en talent: kunstinstellingen krijgen de mogelijkheid kunst te ontwikkelen en te laten zien die nog niet bij een breed publiek bekend is; ondernemerschap: instellingen versterken hun band met (mogelijke) financiers, boren andere inkomstenbronnen aan en zoeken nieuwe markten. Op die manier vergroten zij hun inkomsten. Internationalisering: de culturele sector heeft mogelijkheden om zich internationaal te presenteren. Bijvoorbeeld door uitwisseling van kunst of in kunst- en cultuurprogramma’s. Cultuureducatie is belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling en de creativiteit. De Rijksoverheid wil dat cultuureducatie een vast onderdeel wordt van het lesprogramma en heeft daarvoor het programma Cultuureducatie met Kwaliteit gestart. Het Rijk stelt hier samen met andere overheden, geld voor beschikbaar (in 2013 ongeveer € 20 miljoen via het landelijke Fonds cultuurparticipatie). Voor leerlingen in het voorgezet onderwijs is er de Cultuurkaart. Dit is een kaart met een tegoed van € 15. De leerling besteedt dat bedrag aan een culturele activiteit. Het Rijk vindt dat ook kinderen van 4-18 jaar in achterstandsposities actief mee moeten kunnen doen aan kunst en cultuur. Het Jeugdcultuurfonds stelt geld beschikbaar voor bijvoorbeeld toneellessen, muzieklessen of creatieve cursussen. Het Rijk vindt het ook van groot belang dat ouderen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. In de praktijk neemt de cultuurparticipatie af als mensen ouder worden. Onder andere omdat culturele instellingen, welzijnsorganisaties en zorgcentra niet altijd cultuuraanbod voor ouderen hebben. Om dat te verbeteren hebben een aantal partijen medio 2013 het Convenant Ouderen en Cultuur gesloten. Doel daarvan is, meer rekening te houden met ouderen bij ontwikkelen van beleid en activiteiten. Wetgeving Op dit moment is nieuwe wetgeving voor de bibliotheek in de maak. De insteek is dat de lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen, de landelijke digitale bibliotheek en de Koninklijke Bibliotheek samen één netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen gaan vormen. Rijk, provincie en gemeente zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het bibliotheeknetwerk en bevorderen dat een door hen bekostigde of in stand gehouden openbare bibliotheekvoorziening aan de verplichtingen voldoet. Indien een gemeente zelf niet voorziet in een bibliotheekvoorziening voor de eigen inwoners zal zij in overleg moeten treden met een naburige gemeente. Het wetsvoorstel legt geen verplichtingen op aan gemeenten om een bibliotheek in stand te houden. Wel is vastgelegd welke functies een bibliotheekvoorziening in elk geval moet vervullen en aan welke verplichtingen de bibliotheek moet voldoen om deel te nemen aan het bibliotheeknetwerk. Het Rijk wordt verantwoordelijk voor de financiering van de digitale bibliotheek, die voor burgers zowel direct als via de lokale fysieke bibliotheken toegankelijke zal zijn. Voor de centralisatie van de inkoop van e-content, waaronder e-books, zal het Rijk met ingang van 2015 een bedrag uit het Gemeentefonds uitnemen. De Koninklijke Bibliotheek wordt verantwoordelijk voor het in stand houden van de digitale bibliotheek. Naast de bibliotheekwet is er ook een nieuwe erfgoedwet in ontwikkeling. Thema’s die men van rijkswege op het oog heeft voor de Erfgoedwet zijn onder andere de criteria voor aanwijzing van rijksmonumenten en roerend erfgoed, vervreemding en afstoting van publiek dus ook gemeentelijk bezit, verkoop van voorwerpen die thans vallen onder de Wet tot behoud van cultuurbezit (bescherming cultureel erfgoed in privaat bezit), de sturingsrelatie met de rijksmusea (wettelijke taak en financi n) en de kwaliteitsborging archeologie. Hierbij wordt de verhouding met andere wetten zoals de Omgevingswet bij monumenten in acht genomen. Het is op dit moment nog onduidelijk of de Archiefwet in de nieuwe wet wordt ge ntegreerd. Sinds 2010 hebben gemeenten de wettelijke zorg voor de bekostiging van de lokale omroepen. Het medialandschap is in beweging, oude media veranderen. Lokale overheden en burgers krijgen steeds meer te maken met sociale media. Dit brengt met zich mee dat lokale omroepen moeten verbreden en moeten voorzien in een lokaal toereikend media-aanbod via diverse kanalen. 16 Gelet op deze eisen neemt vaak een centrumgemeente deze functie op zich. De VNG en de Organisatie van Lokale Omroepen sloten een Vernieuwingsconvenant om dergelijke omroepen te stimuleren. Gemeenten kunnen ook lokale spelers zoals bibliotheken, scholen en Centra voor Jeugd en Gezin inzetten. Dit sluit aan op de rol van de bibliotheek op het terrein van informatieoverdracht, het mediawijs maken en activeren van burgers alsmede ontmoeting en debat. Provinciaal Grinzen Oer heet de provinciale nota Cultuur, Taal en Onderwijs 2013-2016 . Cultuur, taal en onderwijs hebben met elkaar gemeen dat ze een wezenlijk onderdeel uitmaken van de Friese identiteit. De provincie ziet het als zijn taak om deze identiteit te versterken, in stand te houden en beter zichtbaar te maken. De provincie heeft de integrale visie vertaald naar drie programmalijnen. Meidwaan: iedereen moet in staat worden gesteld om optimaal mee te doen in de samenleving. Actieve maatschappelijke participatie bevordert de ontwikkeling van individuen en heeft een positieve invloed op de gemeenschap als geheel. Het versterkt de bewustwording en de betrokkenheid van mensen onderling. Cultuureducatie neemt hierin een belangrijke plek. Mienskip: de Friese gemeenschap moet profiteren van de provinciale inspanningen. Met beleidsmatige interventies wil de provincie de gemeenschapszin (verder) versterken en de zelfredzaamheid en het zelfbewustzijn van instellingen en mensen te bevorderen. De provincie denkt daarbij aan het bevorderen van leefbaarheid in kleine kernen en het stimuleren van de manier waarop Fryslân haar bijzondere karakter en cultureel erfgoed beter voor het voetlicht kan brengen. Meartaligens: taal bepaalt in grote mate de Friese identiteit. Dat in Friesland het Fries, het Nederlands en streektalen als het Stellingswerfs en het Bildts in levend gebruik zijn, maakt de provincie tot een natuurlijk laboratorium voor meertaligheid. Meertaligheid bevordert het lerend vermogen en is goed voor het zelfvertrouwen van een samenleving. Het bevorderen van meertaligheid is voor Friesland van groot belang, zeker ook in internationaal perspectief. De provincie heeft diverse subsidiemogelijkheden, bijvoorbeeld voor culturele activiteiten met een bovenlokaal karakter (culturele manifestaties, projecten, tentoonstellingen), activiteiten gericht op het gebruik van het Fries, koorbegeleiding, inkoop van theater- en muziekvoorstellingen, monumentenzorg (restauraties, werkervaringsprojecten, inzet Nuon gelden) alsmede projecten gericht op plattelandsontwikkeling. In de economische beleidsvisie Groen, Slim en Grensverleggend is recreatie en toerisme één van de vijf beleidsprioriteiten, samen met water, duurzame energie, agrofood en zorgeconomie. Het economisch belang van recreatie en toerisme is bijna twee keer zo hoog voor Fryslân als gemiddeld in Nederland. Daarnaast is de sector een belangrijke pijler voor de vitaliteit van de Friese omgeving. In Gastvrij Fryslân het uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme 2014 - 2017 staan de volgende hoofddoelstellingen centraal voldoen: groei van het aantal toeristische overnachtingen, bezoeken, banen en bestedingen. Er zijn vier kernthema’s geformuleerd in het uitvoeringsprogramma: recreatieve basisinfrastructuur, internationalisering, duurzaamheid en kwaliteitsverbetering en innovatie. Bij het thema internationalisering gaat het om Fryslân aantrekkelijk te maken voor buitenlandse bezoekers aan de hand van topevenementen en voorstellingen. Dit thema sluit volledig aan bij het programma Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 dat als overall vliegwiel fungeert. Uit het programma Wurkje foar Fryslân wil de provincie circa 11,5 miljoen euro extra investeren in de sector recreatie en toerisme en toerisme. Culturele hoofdstad 2018 Jaarlijks zijn twee steden Culturele Hoofdstad van Europa. De titel bestaat sinds 1985 en is onverminderd populair. Na Amsterdam (1987) en Rotterdam (2001) is in 2018 weer een Nederlandse stad aan de beurt. Na een intensieve selectieprocedure kreeg Leeuwarden in september 2013 de kandidaatstitel Culturele Hoofdstad 2018 toegewezen. In mei 2014 besluit de Raad van de Europese Unie officieel over de toewijzing van de titel Europese Culturele Hoofdstad 2018. 17 Leeuwarden gaat uit van de volgende effecten voor Leeuwarden/Friesland voldoen: aantrekkelijker voor werkgevers en werknemers. Dit bevordert innovatie, kennisgroei, opleidingsniveau en vestigingsklimaat; zichtbaar in heel Europa: 10.000 kranten, tijdschriften, radio- en televisieprogramma’s zetten Leeuwarden/Friesland in het spotlight; wereldwijd hebben 50 miljoen mensen van Leeuwarden/Friesland gehoord; 3 miljoen bezoekers in 2018; deze bezoekers geven in totaal € 150 miljoen uit waarvan de hele provincie voordeel heeft. De culturele hoofdstad heeft dan ook een positieve invloed en geeft een impuls aan zowel cultuur, toerisme, economie, participatie en samenwerking in de stad en regio. In het bidbook Leeuwarden 2018 staan drie thema’s centraal: natuur en cultuur, stad en platteland en meanskip. Hieraan zijn in een later stadium twee open programma’s toegevoegd: Lab Leeuwarden en Royal Frisia. In het bidbook zijn 18 projecten opgenomen die een bijdrage leveren aan de vijf e’s: experience, empowerment, entrepeneurship, ecology en Europe. De totale begroting voor culturele hoofdstad 2018 is ruim € 74 miljoen en is als volgt opgebouwd: gemeente Leeuwarden € 5,95 miljoen, provincie Friesland € 20,8 miljoen, Rijk € 7,5 miljoen, Europese commissie € 2,5 miljoen, andere Friese gemeenten € 11,58 miljoen, sponsoren € 25,97 miljoen. Bij de verdeling van de middelen krijgen projecten die in het bidbook zijn opgenomen en een Europese dimensie hebben voorrang. In het bidbook staat één project dat plaatsvindt in de gemeente De Friese Meren, het project Eleven Fountains. Het plan is om 11 fonteinen te realiseren in de Friese steden, gemaakt door gerenommeerde kunstenaars. Om draagvlak op te bouwen, wordt voor de plek en de verhalen contact gelegd met de inwoners van de steden. De stichting gaat ervan uit dat de maakkosten uit het eigen programmabudget en sponsoring worden betaald. Voor het beheer en onderhoud op de lange termijn kijkt men naar de gemeente. Het projectplan is nog in ontwikkeling, het definitieve plan wordt in september ingediend bij de gemeente. Mochten er in de gemeente andere ideeën of plannen zijn, dan zal hier aanvullend budget voor beschikbaar moeten worden gesteld. Regionaal In regionaal verband is afstemming nodig voor organisaties die de gemeentegrens overschrijden (zoals bibliotheek Mar en Fean) en het uitwisselen van kennis en informatie. Dit gebeurt op dit moment vooral met de gemeente Súdwest-Fryslân. Deze fusiegemeente heeft in 2013 een kadernota cultuur vastgesteld alsmede een nota amateurkunst 2013-2016 en een nota museumbeleid 2013-2016 . 18 Analyse Kijkend naar de huidige situatie en de context komt het volgende beeld naar voren. Sterkte diversiteit in het aanbod uniek erfgoed dat het verhaal vertelt van DFM (Sloten, DE, kerfsnede-aardewerk) combinatie erfgoed en landschap particulier initiatief volop aanwezig actieve culturele spelers verbindende cultuurmakelaar voorzieningen voor mooi en slecht weer Zwakte culturele organisaties en activiteiten zijn gekoppeld aan de voormalige gemeenten gebrek aan samenhang aanbod en middelen versnipperd grote verschillen in hoogte subsidies per kern Kansen wens tot meer samenwerking vanuit de sector verbinding cultuur met andere beleidsterreinen (recreatie en toerisme, jeugd, ouderen) culturele hoofdstad 2018 impulsgelden sport en cultuur programmagelden cultuureducatie benutten provinciale en rijksmiddelen Bedreigingen bezuinigingen marginalisering belang cultuur ten opzichte van andere beleidsterreinen (transities) versnippering als gemeente optelsom blijft van voormalige gemeenten 19
© Copyright 2025 ExpyDoc