vonnis - Confluence

vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/419212 / HA ZA 12-613
Vonnis van 5 maart 2014
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
JULIUS SÄMANN LTD.,
gevestigd te Zug, Zwitserland,
eiseres,
advocaat mr. A. Killan te Den Haag,
tegen
1.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ONESTOP B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
2.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AXIE B.V. i.o.,
gevestigd te Hoofddorp,
3.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HA HA DE BEER B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
4.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LYTSE BURCHT B.V.,
gevestigd te Heemstede,
gedaagden,
advocaat mr. J.P. Heering te Den Haag.
Eiseres wordt hierna Julius Sämann genoemd. Gedaagden worden hierna respectievelijk
Onestop, Axie, Ha Ha De Beer en Lytse Burcht genoemd en tezamen aangeduid als Onestop
c.s. (in enkelvoud). Voor Julius Sämann wordt de zaak behandeld door mr. Killan
voornoemd en door mrs. T.M. van den Heuvel en W.E. Pors, advocaten te Den Haag en
voor Onestop c.s. door mr. A.S. van Galen, advocaat te Schiphol-Rijk.
1.
De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 juni 2013 met de daarin genoemde processtukken;
- het proces-verbaal van enquête aan de zijde van Onestop c.s. van 7 november 2013;
- de conclusie na enquête tevens akte inbreng producties van Onestop c.s., met producties
3 tot en met 6;
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
2
- de conclusie na enquête tevens overlegging finaal overzicht proceskosten van Julius
Sämann;
- de berichten van partijen op de rol van 22 januari 2014 waarin zij om vonnis vragen.
1.2.
Ten slotte is de datum van het vonnis op heden bepaald.
2.
De verdere beoordeling
2.1.
De rechtbank blijft bij en neemt hier over hetgeen is overwogen en beslist in het
tussenvonnis van 12 juni 2013 (hierna: het tussenvonnis). In het tussenvonnis heeft de
rechtbank vastgesteld dat sprake is van merkinbreuk door Onestop en Axie nu zij beiden
boomvormige luchtverfrissers voorzien van de merken van Julius Sämann in Nederland
hebben verhandeld en dat daarmee een inbreukverbod toewijsbaar is. De rechtbank heeft
voorts in het kader van de bepaling van de omvang van de gepleegde inbreuk in het
tussenvonnis voorshands bewezen geacht, behoudens tegenbewijs, dat de in Griekenland
door Julius Sämann aangeschafte boomvormige luchtverfrisser door Onestop c.s. op de
markt is gebracht en heeft Onestop c.s. toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Daartoe
heeft Onestop c.s. twee getuigen voorgebracht die beiden zijn gehoord door de rechtercommissaris. Julius Sämann heeft afgezien van het doen horen van getuigen in contraenquête. Partijen hebben vervolgens conclusies na enquête genomen.
Waardering van het bewijs
2.2.
De rechtbank acht Onestop c.s. niet geslaagd in het leveren van tegenbewijs tegen
de stelling dat de in Griekenland door Julius Sämann aangeschafte boomvormige
luchtverfrisser door Onestop c.s. op de markt is gebracht. Daartoe is het volgende
redengevend.
2.3.
Volgens de verklaringen die de beide getuigen hebben afgelegd over de bestelling
van een partij geurboompjes in China door [X] (de (on)middelijk bestuurder van Onestop,
Axie en Ha Ha De Beer) zijn er in ieder geval twee gelegenheden geweest waarop hij voor
Onestop een bestelling geurboompjes heeft geplaatst bij een leverancier op de Yiwumarket
te China.
2.4.
Mevrouw [Y] heeft over de bestelling van de door Onestop verhandelde
geurbomen verklaard:
“Ik ben algemeen assistent bij One-Stop. Ik ben daar niet in dienst. Ik woon samen met de heer [X].
Wij zijn samen naar China geweest om producten uit te zoeken die door One-Stop zouden kunnen worden
verkocht. Zo hebben wij het geurboompje bij een producent gevonden. Daarvan hebben we 5000 stuks besteld.
Deze partij is afgeleverd bij Global Union die wij hadden ingeschakeld voor de import. Global Union kocht deze
partij in en heeft deze vervolgens aan One-Stop doorverkocht. We hebben zelf de verpakking ontworpen.
Daarvoor hebben we een eigen studio. De verpakking hebben wij in China laten maken.
(…)
Ik bemoei me niet met de zakelijke afwegingen. Ik kies dingen op mijn gevoel. Henry (daarmee bedoel ik de heer
[X]) neemt de zakelijke kant voor zijn rekening.
(…)
Ik heb de geurbomen niet besteld. De gang van zaken is zo dat ik de keuze voor producten maak en dat Henry
beslist of er wordt besteld. Wij bestellen altijd bij dezelfde tussenpersoon. Vervolgens sturen wij ons ontwerp
voor de verpakking door naar onze tussenpersoon die ervoor zorgt dat de verpakking wordt gemaakt. Henry
heeft een tijd in China gewoond. Hij bestelde soms uit China en soms vanuit Nederland.
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
3
Ik weet dat we 5000 geurbomen hebben besteld en geleverd hebben gekregen en we er nu 3800 in een loods
apart hebben staan.”
2.5.
De heer [Z] (zelfstandig vuurwerkimporteur) heeft over de bestelling van
geurboompjes door Onestop verklaard:
“Ik ken de heer [X] van One-Stop nu zo’n jaar of tien. Hij verzorgt voor mijn bedrijf de marketing en reclame. Eén
of twee keer per jaar gaan we samen naar China voor de inkoop. Dan doen we eerst mijn rondje en dan zijn
rondje of omgekeerd. Ik herinner mij dat wij samen naar de Yiwumarket zijn geweest om spullen te bekijken voor
One-Stop.
(…)
U vraagt mij naar de geurboompjes. Ik herinner mij dat ik met [X] samen op de Yiwumarket was toen hij die
bestelde. Ook was bij ons Rachel. Ik kan haar achternaam niet uitspreken, het is een Chinese naam. Zij is tolk
en heeft voor de heer [X] gewerkt.
Ik weet niet meer wanneer de geurbomen zijn besteld. Ik ben in 2009, 2010 en 2011 met [X] in China geweest.
Ik kan mij wel herinneren dat wij thee hebben gedronken in één van die winkeltjes en dat toen de bestelling is
geplaatst voor 4000 of 5000 geurbomen. Ik weet dat deze zijn geëxporteerd door Global Union. Ik weet niet of
dat ook de producent was. Dat soort dingen zijn in China een beetje ondoorzichtig. Het is mijn ervaring dat veel
producenten geen exportlicentie hebben. Zo gaat het bij mij ook. Je moet dan een agent er tussen hebben die
een exportlicentie heeft. Veel van die winkeltjes zullen ook geen exportlicentie hebben. Vandaar dat Global
Union, die een exportlicentie heeft, er tussen zit.”
2.6.
De conclusie is dat beide getuigen hebben verklaard over een ander moment, een
andere bestelling van geurboompjes door [X] derhalve. De verklaringen kunnen niet over
dezelfde gelegenheid gaan, omdat uit de verklaring van [Y] volgt dat zij alleen met [X] was
(er worden in ieder geval geen anderen door haar genoemd), terwijl bij de gelegenheid waar
[Z] over heeft verklaard, Rachel aanwezig was, een Chinese tolk van [X]. [Z] heeft
verklaard dat hij met [X] op reis was waarbij hij [Y] niet heeft genoemd. Op grond van deze
verklaringen is de conclusie dan ook dat er – tenminste – twee bestellingen zijn geplaatst
voor respectievelijk 5.000 stuks (volgens [Y]) en 4.000 of 5.000 stuks (volgens [Z])
geurbomen en niet – zoals door Onestop c.s. wordt gesteld – slechts één bestelling van 5.000
exemplaren. Daarmee zijn na aftrek van de niet-verkochte 3.800 exemplaren en de volgens
Onestop c.s. door haar in Nederland verkochte 1.200 stuks, nog 4.000 of 5.000 exemplaren
niet verklaard. In ieder geval wordt hiermee geen concrete onderbouwing gegeven aan de
stelling van Onestop c.s. dat zij slechts één partij van 5.000 geurboompjes zou hebben
besteld en geleverd gekregen, zodat dat niet is komen vast te staan.
2.7.
Daarbij komt dat over het in Griekenland aangetroffen geurboompje in een
verpakking van Onestop door Onestop c.s. geen nieuwe concrete informatie naar voren is
gebracht dat een ander licht op de situatie werpt.
2.8.
[Y] heeft over de door Julius Sämann in Griekenland gekochte geurboom
verklaard:
“Volgens mij begint het verhaal met de aankoop door Julius Sämann van een geurboom in Griekenland. Die
geurboom zat in een verpakking van ons en omdat ons adres erop staat zijn ze bij One-Stop in Nederland
terecht gekomen. Het kan onze geurboom niet zijn, omdat wij een partij van 5000 stuks hebben besteld en die
ook geleverd hebben gekregen. Ik weet niet hoe die geurboompjes in Griekenland terecht zijn gekomen, wij
hebben ze niet geleverd.”
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
4
2.9.
[Z] heeft naar aanleiding van een vraag over exporteren van geurbomen door [X]
verklaard:
“Het ging hier om puur Nederlandse handel. De verpakkingen van de producten waren ook allemaal in het
Nederlands gesteld. Bij mijn weten is niet geëxporteerd. Dat kon ook helemaal niet want [X] was met deze
handel al zes dagen per week in de weer.”
2.10.
Met deze verklaringen wordt onvoldoende concreet weersproken dat de in
Griekenland door Julius Sämann aangeschafte boomvormige luchtverfrisser door Onestop
c.s. op de markt is gebracht. [Y], die op eerdere vragen heeft geantwoord zich niet te
bemoeien met de zakelijke afwegingen, heeft verklaard niet te weten hoe het geurboompje
in een Onestop-verpakking in Griekenland terecht is gekomen. Volgens haar heeft Onestop
ze niet geleverd en kan dat ook niet omdat er 5.000 geurboompjes aan Onestop zijn
geleverd. Behalve dat het door haar genoemde aantal, op grond van de verklaring van [Z],
niet het juiste kan zijn (waardoor hierin geen argument ter onderbouwing van de stelling van
Onestop c.s. kan worden gevonden), ook wordt door haar geen enkele verklaring gegeven
voor de in Griekenland aangetroffen geurboom. Ook [Z], die heeft gezegd dat hij over [X]
en Onestop kan verklaren omdat ze regelmatig bij elkaar op kantoor zijn en over hun zaken
praten, blijkt hierover geen duidelijkheid te verschaffen. Volgens hem kan [X] de geurboom
niet hebben geëxporteerd omdat hij met zijn handel in Nederland al zes dagen per week
bezig was. Dit alles laat onverlet dat er een geurboom gelijk aan de in Nederland door
Onestop op de markt gebrachte geurboom in een verpakking van Onestop door Julius
Sämann in Griekenland is gekocht. De getuigenverklaringen bieden onvoldoende concrete
aanknopingspunten tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat de in Griekenland
aangeschafte geurboom door Onestop op de markt is gebracht.
2.11.
De suggestie van Onestop c.s. dat de producent van de aan Onestop geleverde
geurbomen het model van de verpakking heeft gebruikt voor door deze producent – zonder
enige tussenkomst van Onestop – in Griekenland geleverde luchtverfrissers, is op geen
enkele manier onderbouwd, zodat ook hierin onvoldoende betwisting van de voorshands
bewezen geachte stelling kan worden gevonden. Ook de bij conclusie na enquête door
Onestop c.s.in het geding gebrachte producties bieden daartoe geen aanknopingspunten. Dat
er in China (al dan niet op de Yiwumarket) veel aanbieders zijn die veel verschillende
luchtverfrissers in de vorm van een boom op de markt brengen, wil nog niet zeggen dat de
in een verpakking van Onestop in Griekenland aangetroffen luchtverfrisser zonder
tussenkomst van Onestop aldaar door een niet nader genoemde Chinese partij op de markt is
gebracht.
Omvang van de merkinbreuk
2.12.
In het tussenvonnis is reeds vastgesteld dat Onestop en Axie in Nederland
luchtverfrissers voorzien van de merken van Julius Sämann hebben verhandeld. Met het
voorgaande staat vast dat ook de door Julius Sämann in Griekenland aangeschafte
boomvormige luchtverfrisser door Onestop op de markt is gebracht. De stelling dat Onestop
en Axie de luchtverfrissers niet op de markt hebben gebracht aangezien deze al op de markt
waren gebracht door de Chinese producent en verkopers, snijdt geen hout, althans doet er
niet aan af dat Onestop de geurboompjes in China heeft besteld en vervolgens heeft
ingevoerd en verder verhandeld in de EER en Axie deze haar winkels heeft verkocht.
Gesteld noch gebleken is dat deze verhandeling in de EER heeft plaatsgevonden door of met
toestemming van de merkhouder, Julius Sämann, zodat sprake is van merkinbreuk door
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
5
Onestop en Axie. Onestop c.s. heeft verder nog aangevoerd dat door haar geen
inbreukmakende producten meer in het verkeer worden gebracht en dat alle desbetreffende
producten zich onder het door Julius Sämann gelegde beslag bevinden. Uit de
getuigenverklaringen volgt echter dat er meer dan 5.000 stuks in China zijn besteld.
Bovendien zijn Onestop en Axie niet bereid gebleken een onthoudingsverklaring versterkt
met boetes te ondertekenen, zodat niet valt in te zien dat Julius Sämann geen belang bij haar
vorderingen heeft.
2.13.
Gelet op hetgeen in het tussenvonnis is overwogen, zal het gebod tot het staken van
inbreuk ten aanzien van Onestop en Axie worden toegewezen. Nu echter gesteld noch
gebleken is dat zij “andere producten van Julius Sämann” op enigerlei wijze beschikbaar
stellen of hebben gesteld, zal het gebod zich beperken tot het staken van de inbreuk op de
intellectuele eigendomsrechten van Julius Sämann ten aanzien van de boom-merken. De
dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
2.14.
Gesteld noch gebleken is dat Ha Ha De Beer en Lytse Burcht opdracht hebben
gegeven tot productie van de desbetreffende luchtverfrissers of deze hebben geïmporteerd of
verhandeld. Dat zij samen Axie hebben opgericht en dat Ha Ha De Beer bestuurder en enig
aandeelhouder is van Onestop, is – zonder meer – onvoldoende om tot merkinbreuk door
deze partijen te kunnen concluderen. De vorderingen tegen deze partijen zullen daarom alle
worden afgewezen.
Vernietiging
2.15.
Tegen de vordering van Julius Sämann dat gedaagden wordt bevolen de
inbreukmakende producten te vernietigen, is geen afzonderlijk verweer gevoerd.
2.16.
Uit de vaststelling van merkinbreuk volgt, op grond van de artikelen 14 en 101
GMVo jo artikel 2.22 lid 1 BVIE, dat Julius Sämann als houder van een Gemeenschapsmerk
en van Benelux-merken waarop inbreuk is gemaakt, de vernietiging van inbreukmakende
producten kan vorderen. Vaststaat dat er door Julius Sämann exemplaren van de
inbreukmakende luchtverfrissers in beslag zijn genomen en zijn afgegeven ter gerechtelijke
bewaring. Volgens getuige [Y] zijn er 1.200 exemplaren verkocht en staan er bij Onestop
nog 3.800 stuks in een loods apart. Met de vaststelling dat er meer dan 5.000 stuks uit China
zijn geïmporteerd valt niet uit te sluiten – althans daarvoor is door Onestop en Axie niets
aangevoerd – dat hiervan zich nog voorraad onder Onestop en Axie bevindt. De rechtbank
acht vernietiging van deze inbreukmakende producten in lijn met de ernst van de inbreuk
terwijl niet valt in te zien dat belangen van derden daarbij zullen worden geschonden. Nu
daarvoor onvoldoende door Julius Sämann is gesteld en ter vermijding van
executiegeschillen, wordt het “direct of indirect onder hun controle” niet overgenomen in
het dictum en zal de termijn waarop gevolg dient te zijn gegeven aan dit gebod worden
verruimd. Het gebod zal als na te melden worden toegewezen, waarbij de dwangsom zal
worden gematigd en gemaximeerd.
Informatie
2.17.
Julius Sämann vordert opgave van het aantal inbreukmakende producten dat ieder
van gedaagden heeft besteld, geïmporteerd, ingekocht verkocht, geleverd, op voorraad heeft,
de namen en adressen van importeurs, groothandelaren, leveranciers en producenten van de
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
6
inbreukmakende producten en inkoop- en verkoopprijzen en brutowinst. Onestop en Axie
hebben daartegen aangevoerd geen andere documenten te hebben dan het door hen als
productie overgelegde overzicht omdat alle documenten waarover zij konden beschikken
zijn achtergebleven in het kantoor van Onestop in China dat Onestop heeft (moeten)
verlaten. Onestop heeft aangeboden vertegenwoordigers van Julius Sämann mee te nemen
naar China om zo haar Chinese leverancier aan te wijzen.
2.18.
Op grond van de artikelen 14 en 101 GMVo jo artikel 2.22 lid 4 BVIE, komt Julius
Sämann het recht toe van Onestop en Axie te vorderen dat zij meedelen al hetgeen hun
bekend is omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de inbreukmakende producten
voor zover dat gerechtvaardigd en redelijk voorkomt. Het verweer van Onestop en Axie
faalt. Niet alleen is ook in deze procedure gebleken dat Onestop en Axie voor Julius Sämann
van belang zijnde namen van betrokken derden (zoals die van de Chinese fabrikant) niet
hebben meegedeeld, ook is het op grond van hetgeen Onestop en Axie hebben aangevoerd
onaannemelijk dat zij in het geheel geen informatie of documenten hebben met betrekking
tot de inbreukmakende producten. Zoals door Julius Sämann is aangevoerd hebben partijen
immers een wettelijke administratieplicht. Bovendien blijkt uit de getuigenverklaring van
[Z] dat de bestuurder van Onestop nog geregeld naar China reist voor zaken, zodat niet valt
in te zien dat hij niet alsnog de daar aanwezige informatie zou kunnen verzamelen. Ook valt
niet in te zien dat partijen niet zouden kunnen beschikken over documenten die betrekking
hebben over de verhandeling buiten China. Zoals de bestuurder van Onestop aan Julius
Sämann heeft geschreven, heeft Onestop immers in Nederland gevraagd de verpakking te
laten maken in lijn met haar andere producten.
2.19.
Aangezien de door Onestop en Axie genoten winst relevant zou kunnen zijn voor
de omvang van de door Julius Sämann geleden schade, omdat daarbij volgens artikel 2.21
lid 2 onder a BVIE rekening gehouden kan worden met de door de inbreukmaker genoten
winst, heeft Julius Sämann recht op opgave van de door Onestop en Axie genoten
nettowinst (in plaats van de gevorderde informatie over de brutowinst).
2.20.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank Onestop en Axie bevelen aan Julius
Sämann alle informatie, met onderliggende documentatie, te verstrekken over hetgeen
bekend is omtrent aantallen inbreukmakende producten, de herkomst daarvan, en inkoop- en
verkoop prijzen en winst, op de wijze als in het dictum vermeld. Daarbij zal een ruimere
termijn worden gegund om er zeker van te zijn dat Onestop en Axie voldoende tijd daarvoor
hebben. Nu daarvoor onvoldoende door Julius Sämann is gesteld en ter vermijding van
executiegeschillen zal het bevel zich niet uitstrekken over “daarmee vergelijkbare
producten”. De dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
Schade / winstafdracht
2.21.
Julius Sämann vordert winstafdracht en schadevergoeding nader op te maken bij
staat en een voorschot op de door Onestop en Axie te betalen winstafdracht althans
schadevergoeding. Julius Sämann stelt dat zij omzetverlies en reputatieschade lijdt door
grootschalige inbreuk. Onestop en Axie bestrijden dat Julius Sämann schade heeft geleden;
er zijn slechts een beperkt aantal luchtverfrissers verkocht en de rest bevindt zich onder het
gelegde beslag. Onestop en Axie ontkennen dat zij winst hebben gemaakt omdat er slechts
een beperkt aantal luchtverfrissers is verkocht en de inkoopwaarde de verkoopopbrengst
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
7
overtreft. Er is volgens Onestop en Axie geen sprake geweest van een grootschalige actie
waarbij aangehaakt is bij de kennelijke bekendheid van Julius Sämann.
2.22.
Ingevolge het bepaalde in de artikelen 14 en 101 GMVo jo artikel 2.21 lid 1 BVIE
volgt uit de vaststelling van merkinbreuk dat Julius Sämann als houder van het
Gemeenschapsmerk en de Benelux-merken waarop inbreuk is gemaakt, recht heeft op
vergoeding van de geleden schade. In plaats daarvan of daarnaast kan aanspraak bestaan op
winstafdracht zoals bedoeld in artikel 2.21 lid 4 BVIE indien sprake is van kwade trouw of
als de omstandigheden daartoe aanleiding geven.
2.23.
Dat Julius Sämann door de verhandeling van inbreukmakende producten schade
heeft geleden is aannemelijk. Gelet op het voorgaande staat vast dat er tenminste twee
partijen (een van 5.000 en de ander van 4.000 of 5.000 inbreukmakende luchtverfrissers)
besteld en geleverd zijn en dat er naast de verkoop in Nederland ook sprake is (geweest) van
verhandeling in Griekenland. Daarmee is aannemelijk dat de schade groter is dan nu bekend
is. De omvang van de schade kan pas worden vastgesteld zodra Onestop en Axie de
daarvoor benodigde informatie hebben verschaft. Een belang bij schadevergoeding nader op
te maken bij staat kan Julius Sämann dan ook niet worden ontzegd.
2.24.
Hetzelfde geldt voor de gevorderde winstafdracht, nu ten aanzien van de vraag of
sprake is van inbreuk, geen steekhoudend verweer is gevoerd. Daarbij is van belang dat van
Onestop die haar bedrijf maakt van het leveren van (relatie)producten waarvan zij veel
producten zelf produceert en/of importeert (uit China) en zoals volgt uit de
getuigenverklaringen vaak zaken doet in China en Axie die haar bedrijf ervan maakt
consumentenproducten te verkopen tegen zeer lage prijzen, mag worden verwacht dat zij op
de hoogte zijn van de markt en beducht zijn voor namaak. Van dergelijke partijen mag
verwacht worden dat zij enig onderzoek doen of zich op andere wijze (laten) informeren
over mogelijke rechten van derden. Gelet op het voorgaande zal de vordering tot
winstafdracht worden toegewezen, waarbij wordt aangetekend dat niet meer dan een bedrag
gelijk aan het hoogste van de bedragen ter zake van winstafdracht en schade bestaande uit
gederfde winst uiteindelijk zal kunnen worden toegewezen en het de nettowinst betreft
(zijnde: de behaalde verkooprijs minus de inkoopprijs en de rechtstreeks met de
desbetreffende verkoop samenhangende belastingen en kosten).
2.25.
De hoogte van het voorschot op de schadevergoeding of winstafdracht is door
Julius Sämann in niet onderbouwd. De door Onestop c.s. genoemde omzet- en
winstbedragen met betrekking tot de door haar erkende verhandeling van de
inbreukmakende producten zijn niet met stukken onderbouwd en wijken af van de eerder in
de procedure door haar genoemde bedragen en worden door Julius Sämann (mede daarom)
betwist. Bij gebreke van enig concreet aanknopingspunt voor de begroting van de schade of
de winst kan geen voorschot worden vastgesteld zodat deze vordering wordt afgewezen.
Proceskosten
2.26.
Julius Sämann zal als de in het ongelijk gestelde partij in de procedures tussen haar
en Ha Ha de Beer en Lytse Burcht in de proceskosten van deze partijen worden veroordeeld.
Nu deze partijen niet hebben verzocht de kosten op de voet van artikel 1019h Rv vast te
stellen, zullen deze kosten conform het liquidatietarief worden begroot. De totale
proceskosten van de vier gedaagden partijen worden begroot op (3,5 punt x tarief II € 452 =)
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
8
€ 1.582 voor het salaris advocaat en € 575 aan griffierechten. Bij gebreke van een verdeling
door partijen van deze kosten over de vier gedaagde partijen, gaat de rechtbank ervan uit dat
de kosten naar evenredigheid kunnen worden verdeeld over de vier gedaagde partijen. De
kosten aan de zijde van Ha Ha De Beer en Lytse Burcht worden derhalve begroot op de
helft van € 2.157, zijnde € 1.078,50. Nu geen uitvoerbaarheid bij voorraad is verzocht, zal
dit bedrag als na te melden worden toegewezen.
2.27.
Onestop en Axie zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten
van Julius Sämann worden veroordeeld. Julius Sämann vordert de redelijke en evenredige
kosten vast te stellen op de voet van artikel 1019h Rv en begroot deze conform het bij haar
conclusie na enquête overgelegde finale kostenoverzicht (inclusief verschotten ten bedrage
van € 3.698,78 en exclusief btw) op € 21.862,18. Julius Sämann heeft eerder in de procedure
(te weten; vóór en op de comparitie) ook al overzichten van haar kosten en van de door haar
advocaten bestede tijd overgelegd. Die overzichten zijn aangevuld met het door haar bij haar
conclusie na enquête overgelegde overzicht. Onestop en Axie hebben tijdens de comparitie
en in hun conclusie na enquête bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de toen opgegeven
proceskosten. Naar aanleiding van het overzicht door Julius Sämann gevoegd bij haar
conclusie na enquête hebben Onestop en Axie zich niet meer uitgelaten maar vonnis
gevraagd. De rechtbank gaat er vanuit dat zij hun bezwaren handhaven ook tegen dit finale
overzicht.
2.28.
In deze procedure in conventie vinden de toe te wijzen vorderingen hun grondslag
in handhaving van rechten van intellectuele eigendom (i.c. merken), zodat een volledige
proceskostenveroordeling op grond van artikel 1019h Rv op zijn plaats is. De door Julius
Sämann overgelegde kostenoverzichten zijn zodanig tijdig overgelegd dat Onestop en Axie
daartegen verweer hebben kunnen voeren. De overzichten bevatten informatie over de
behandelende advocaten, de aan de zaak bestede tijd en een korte omschrijving van de
concrete werkzaamheden die zijn uitgevoerd op een bepaalde datum. Dat er sprake zou zijn
van ongespecificeerde kosten waartegen verweer niet goed mogelijk is, zoals Onestop en
Axie aanvoeren, is dan ook onjuist. Dat de opgegeven proceskosten niet in verhouding
zouden staan tot de door Onestop en Axie genoten winst of de door Julius Sämann geleden
schade, is – wat daar ook van zij – zonder meer geen aanleiding deze af te wijzen of te
matigen, zoals Onestop en Axie menen. Hetzelfde geldt voor de beweerdelijk geringe
omvang van de inbreuk. Evenmin valt zonder nadere onderbouwing in te zien dat de hoogte
van de advocaatkosten van Julius Sämann te wijten is aan de opstelling van Julius Sämann
die geen oplossing buiten rechte zou hebben nagestreefd, terwijl juist is gebleken dat
Onestop en Axie geen onthoudingsverklaring met boetebepaling hebben willen tekenen. De
rechtbank acht het redelijk dat door de advocaatwisselingen aan de zijde van Onestop c.s.,
de opstelling van gedaagden, de – naar is gebleken niet ten onrechte gelegde – beslagen en
de enquête, de advocaatkosten van Julius Sämann hoger zijn dan de indicatietarieven en dat
deze hogere kosten voor rekening komen van gedaagden tegen wie een veroordeling wordt
uitgesproken. Door Onestop en Axie is onvoldoende bestreden dat het hier om de werkelijke
kosten van Julius Sämann gaat. Gelet op het voorgaande is onvoldoende gemotiveerd
bestreden dat de door Julius Sämann opgegeven kosten redelijk en evenredig zijn, zodat de
rechtbank daarvan uitgaat.
2.29.
Bij gebreke van een verdeling door partijen van deze kosten over de vier gedaagde
partijen, gaat de rechtbank ervan uit dat de kosten naar evenredigheid dienen te worden
verdeeld over de vier gedaagde partijen. De kosten aan de zijde van Julius Sämann worden
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
9
derhalve begroot op de helft van € 21.962,18, zijnde € 10.981,09. Dit bedrag zal – zoals
onbestreden gevorderd – uitvoerbaar bij voorraad worden toegewezen als na te melden.
3.
De beslissing
De rechtbank
in de zaken tussen Julius Sämann enerzijds en Ha Ha de Beer en Lytse Burcht anderzijds:
3.1.
wijst de vorderingen af;
3.2.
veroordeelt Julius Sämann in de proceskosten aan de zijde van Ha Ha De Beer en
Lytse Burcht tezamen tot op heden begroot op € 1.078,50;
in de zaken tussen Julius Sämann enerzijds en Onestop en Axie anderzijds:
3.3.
gebiedt Onestop en Axie ieder afzonderlijk, onmiddellijk na betekening van dit
vonnis iedere inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Julius Sämann ten aanzien
van het Gemeenschapswoordmerk WUNDER-BAUM ingeschreven onder nummer CTM
4444791 en de internationale registraties met de nummers IR 475333 en IR 475333 te
staken en gestaakt te houden en in het bijzonder ieder(e) import, vervaardiging, aanschaf,
verkoop, promotie, verdere verhandeling, aanbieden, op voorraad hebben, distributie of op
enig andere wijze beschikbaar stellen van producten voorzien van één of meer van de
hiervoor genoemde merken (hierna: inbreukmakende producten) te staken en gestaakt te
houden, zulks op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 500 voor iedere keer (een
individueel inbreukmakend product daaronder begrepen als één keer) dan wel – en zulks ter
uitsluitende keuze van Julius Sämann – van € 2.500 voor iedere dag (een gedeelte van een
dag als gehele dag gerekend) dat Onestop en Axie ieder afzonderlijk met de tijdige of
volledige nakoming van dit gebod in gebreke zijn, tot een maximum van € 250.000 voor
Onestop en Axie ieder afzonderlijk;
3.4.
gebiedt Onestop en Axie ieder afzonderlijk, binnen 30 dagen na betekening van dit
vonnis over te gaan tot vernietiging van de gehele voorraad inbreukmakende producten,
alsmede de beslagen inbreukmakende producten, een en ander onder toezicht van
gerechtelijk bewaarder G. Heere, althans zijn waarnemer, en in het bijzijn van een
deurwaarder die van de vernietiging proces-verbaal opmaakt en dat Onestop en Axie de
betaling van de kosten van de vernietiging, de kosten van het transport en de kosten van de
deurwaarder ten behoeve van de vernietiging van de inbreukmakende producten, voor hun
rekening nemen, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 2.500
voor iedere dag (een gedeelte van een dag als gehele dag gerekend), tot een maximum van
€ 250.000 voor Onestop en Axie ieder afzonderlijk;
en bepaalt dat wanneer Onestop en Axie met de tijdige of volledige nakoming van dit gebod
in gebreke zijn, het Julius Sämann is toegestaan de gehele voorraad inbreukmakende
producten van de desbetreffende gedaagde alsmede beslagen inbreukmakende producten te
vernietigen en dat Onestop en Axie de betaling van de kosten van het transport, van opslag
en de kosten van de deurwaarder ten behoeve van de vernietiging van de inbreukmakende
producten, voor hun rekening nemen, met dien verstande dat indien de een deze kosten
betaald heeft, de andere gekweten zal zijn;
C/09/419212 / HA ZA 12-613
5 maart 2014
10
3.5.
gebiedt Onestop en Axie ieder afzonderlijk, binnen 30 dagen na betekening van dit
vonnis, aan de advocaat van Julius Sämann schriftelijk correcte en complete opgave te doen,
onderbouwd door kopieën van alle relevante bescheiden ter zake, zoals importdocumenten,
vervoersdocumenten, orders en orderbevestigingen en alle andere relevante documenten en
bewijsmiddelen, van:
- het aantal inbreukmakende producten dat Onestop en Axie ieder afzonderlijk hebben
besteld, geïmporteerd, ingekocht, verkocht en geleverd en het aantal inbreukmakende
producten dat Onestop en Axie ieder afzonderlijk op voorraad hebben, voorzien van
foto’s en gespecificeerd naar identificerende productnaam/type van de inbreukmakende
producten;
- de volledige namen en adressen van de importeurs, groothandelaren, leveranciers en
producenten van de inbreukmakende producten;
- de door Onestop en Axie ieder afzonderlijk betaalde inkoopprijzen en de door Onestop
en Axie ieder afzonderlijk gehanteerde verkoopprijzen met betrekking tot de
inbreukmakende producten en het totale bedrag van de nettowinst die Onestop en Axie
ieder afzonderlijk hebben genoten met de verkoop van de inbreukmakende producten;
zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 2.500 voor iedere dag (een
gedeelte van een dag als gehele dag gerekend), tot een maximum van € 250.000 voor
Onestop en Axie ieder afzonderlijk, dat Onestop en Axie ieder afzonderlijk met de tijdige of
volledige nakoming van dit gebod in gebreke zijn;
3.6.
veroordeelt Onestop en Axie ieder afzonderlijk tot winstafdracht en – ter keuze van
Julius Sämann – het betalen van schadevergoeding aan Julius Sämann nader op te maken bij
staat en te vereffenen volgens de wet;
3.7.
veroordeelt Onestop en Axie in de proceskosten aan de zijde van Julius Sämann tot
op heden begroot op € 10.981,09, met dien verstande dat indien de een heeft betaald de
ander zal zijn gekweten;
3.8.
verklaart dit vonnis onder 3.3. tot en met 3.7. uitvoerbaar bij voorraad;
3.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.W. Schippers en in het openbaar uitgesproken op
5 maart 2014.