Uw Kamer heeft mij met de motie-Straus c.s.

>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Internationaal Beleid
IPC 2300
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
www.rijksoverheid.nl
Onze referentie
707192
Bijlagen
Datum
16 december 2014
Betreft
Motie van het Lid Straus inzake de Duitse taal
Uw Kamer heeft mij met de motie-Straus c.s. (Kamerstukken II, 31524, nr. 203)
verzocht in overleg te treden met de ambassade van Duitsland om te bezien op
welke wijze in Nederland meer aandacht kan worden gegenereerd voor de Duitse
taal. Dit ook in samenhang met het zogenoemde ‘Mach mit!’-programma van de
Actiegroep Duits.
Ik heb zelf al verschillende malen eerder met de ambassadeur van Duitsland over
deze materie gesproken. Naar aanleiding van de betreffende motie zijn
verschillende gesprekken gevoerd tussen medewerkers van mijn ministerie,
vertegenwoordigers van de Duitse ambassade én leden van de Actiegroep Duits.
Bij die verschillende gelegenheden is gewezen op de al bestaande inzet van de
overheid voor de Duitse taal via de reguliere bekostiging van het onderwijs, maar
ook via verschillende, aanvullende programmasubsidies. Dit laat onverlet dat ik
bereid ben om zo nodig ook specifieke onderdelen van het ‘Mach mit!’-programma
te ondersteunen.
Dezer dagen heb ik de ambassadeur van Duitsland naar aanleiding van een
eerdere brief van zijn hand langs bovenstaande lijnen geantwoord. Ik voeg een
afschrift van die brief in de Nederlandse versie hierbij.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Jet Bussemaker
Pagina 1 van 3
Bijlage:
Onze referentie
707192
Brief aan de Duitse Ambassadeur d.d. 15 december 2015
Zeer geachte heer Kremp,
Staat u mij toe dat ik eerst nu mede reageer op uw brief van 2 april jl. In
die brief spreekt u uw zorg uit over de positie van het Duits in het
middelbaar beroepsonderwijs (mbo), in bijzonder in de grensstreken. U
bepleit daarbij tevens een zekere mate van verplicht stelling van het Duits
in het mbo, een pleidooi waarover we ook eerder al met elkaar gesproken
hebben.
Intussen hebben mijn medewerkers uitgebreid overleg gevoerd met leden
van de Actiegroep Duits (‘Mach mit!’), onder wie ook twee medewerkers
van uw ambassade. Dat gesprek is gevoerd in het licht van de motie van
het lid van de Tweede Kamer, mevrouw Karin Straus, waarin een dergelijk
overleg is voorgesteld.
In dit gesprek is van de kant van mijn ministerie aangegeven dat de
werkzaamheden van de actiegroep zeer worden gewaardeerd en overigens
ook in financiële zin worden ondersteund door de sterke betrokkenheid van
het Duitsland Instituut te Amsterdam. Een centraal uitgangspunt is echter
dat vanuit dit ministerie al in zeer ruime mate de nodige garanties worden
geboden voor het onderwijs van de Duitse taal via de reguliere financiering
van het onderwijs in Nederland, maar ook via subsidiering van aanvullende
programma’s, die geboden worden door het Europees Platform.
Tegen die achtergrond ben ik niet voornemens om in generieke zin
ondersteuning te bieden aan het actieprogramma “Mach mit!” Wél ben ik in
principe bereid om onderdelen van dit programma te ondersteunen,
bijvoorbeeld als het gaat om nader te verrichten onderzoek naar specifieke
thema’s.
Voor wat betreft het voorstel in uw brief van 2 april jl. over het Duits in het
mbo kan ik u helaas niet anders berichten dan wat ik eerder al mondeling
heb gezegd en dan wat ik ook in het debat met de Tweede Kamer al naar
voren heb gebracht:
In het mbo is alleen voor alle beroepsopleidingen van niveau 4 het vak
Engels verplicht, vooral gelet op de doorstroom naar het hoger
beroepsonderwijs (hbo). Binnen de beroepsopleidingen van de niveaus 1
t/m 3 van het mbo worden via de kwalificatiedossiers alleen eisen gesteld
aan de beheersing van een moderne vreemde taal, wanneer die nodig is
voor de uitoefening van het beroep.
Pagina 2 van 3
Binnen dit gegeven kader zie ik geen aanleiding om op onderdelen
aanvullende verplichtingen in te voeren, in dit geval voor het Duits. Dit
geldt ook voor de zogenoemde ‘vrije ruimte’, die naast de inhouden van de
kwalificatiedossiers voor extra vakken kan worden aangewend. De invulling
van die vrije ruimte kan op grond van eigen – inhoudelijke of regionale –
afwegingen verschillen van instelling tot instelling. Met de komende
herziening van de kwalificatiestructuur van het mbo worden keuzedelen
geïntroduceerd. Daarmee zal nog meer ruimte geboden worden voor
regionale accenten, bijvoorbeeld voor het Duits bij instellingen aan de
oostgrens van Nederland.
Onze referentie
707192
Zoals u weet, heb ik de mbo-instellingen in de grensstreek afgelopen jaar al
gewezen op het belang van de Duitse taal in hun regio en hen gevraagd
daarmee zo veel mogelijk rekening te houden bij het samenstellen van de
curricula.
Ik vertrouw erop dat het belang van het Duits in de verschillende
onderwijssectoren, zeker in de grensstreek, zal toenemen mede als gevolg
van de inzet van de Actiegroep Duits, die met ons beider steun opereert.
w.g. de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Jet Bussemaker
Pagina 3 van 3