2014, Infobulletin 1 Limburg Midden-Limburg West: Proefproject met jeugd- en gezinswerkers succesvol De gemeenten Leudal, Nederweert en Weert willen investeren in het versterken van de kwaliteit van de pedagogische leefomgeving en het realiseren van een samenhangende zorgstructuur. In deze regio is daartoe in november 2012 een pilot opgestart. De pilot generalisten loopt inmiddels ruim een jaar. Met de input van alle betrokken partijen en de cijfermatige gegevens uit de registratiesystemen van de pilot en haar partners, maken de gemeenten de balans op. [lees verder] Noord-Limburg: Jeugdzorg, het kan en moet anders! Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. In Noord-Limburg bereiden de gemeenten zich zoveel mogelijk in samenwerking op deze nieuwe taak voor. Deze samenwerking heeft nu geresulteerd in het ‘Regionaal Beleidskader Jeugd NoordLimburg 2015-2018’. Hierin staan de kaders beschreven waarbinnen de gemeenten invulling gaan geven aan de Jeugdzorg en welke resultaten ze willen bereiken. Twee belangrijke rode draden in het plan: ‘het gezin heeft de regie’ en ‘het gezin ondersteunen’. Uitgangspunt in de Jeugdzorg in Noord-Limburg is en blijft ook in de toekomst dat kinderen alle ruimte krijgen om zich op een veilige manier te ontwikkelen en hun talenten te kunnen ontplooien. Hierin spelen ouders als eerstverantwoordelijke de belangrijkste rol. De school, de naschoolse opvang, de vereniging, de buurt en zorg- en welzijnsorganisaties zijn belangrijke partners; samen leggen ze een goede basis voor een zelfstandig leven. Het Beleidskader wordt binnenkort behandeld in de gemeenteraden van Venray, Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo. De gemeenten stellen dit regionaal beleidskader Jeugdzorg vast voor vier jaar. Bron: Omroep Venray Afronding uitvoering motie gebouwenbestand jeugdzorg De uitvoering van de door Provinciale Staten op 2 november 2012 aangenomen motie over het gebouwenbestand jeugdzorg, is op 17 december 2013 afgerond. De afronding gebeurde in overeenstemming met de besluiten die op 14 juni 2013 – bij de behandeling van de Voorjaarsnota – door Provinciale Staten zijn genomen. Onderdeel van het besluit was de beschikbaarstelling van een éénmalige provinciale bijdrage van € 7,5 min. aan de drie provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders. Met de door de Provincie op 17 december 2013 vastgestelde subsidiebeschikkingen aan de jeugdzorgaanbieders Mutsaersstichting, Rubicon en XONAR is aan de motie uitvoering gegeven. Op basis van de door Provinciale Staten genomen besluiten is in samenspraak met de jeugdzorgaanbieders tot een verdeling gekomen van het bedrag van € 7,5 mln. per instelling. Voor de drie provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders gaat het concreet om een bedrag van € 3,5 mln. voor XONAR, € 2,5 mln. voor Mutsaersstichting en € 1,5 mln. voor Rubicon. Met deze bijdrage kan afwaardering plaatsvinden van een zestal locaties en (delen van) instellingsterreinen. Deze afwaardering creëert een financiële basis om de huisvestingsplannen van de respectievelijke jeugdzorgaanbieders te kunnen realiseren. Het betreft de volgende zes locaties en (delen van) instellingsterreinen: - Mariënwaard 5 te Maastricht (XONAR). - Severenstraat 16 te Maastricht (XONAR). - Zoetmanstraat 75 te Maastricht (XONAR). - Postweg 88 te Venlo (Mutsaersstichting). - Thornerweg te Wessem (Mutsaersstichting). - Bergerweg 23 te Horn (Rubicon). Mocht in een latere fase alsnog sprake zijn van verkoopopbrengsten van een van de genoemde vastgoedobjecten, dan vloeien deze opbrengsten, na aftrek van de daaraan verbonden kosten, revolverend terug in een fonds, dat vervolgens aangewend zal worden voor toekomstige investeringsopgaven in de jeugdzorg. In de subsidiebeschikkingen aan de jeugdzorgaanbieders is hieraan een termijn van vijf jaar verbonden. Spelregels voor het huisvestingsfonds zullen op korte termijn worden uitgewerkt. Bron: Provincie Limburg Landelijk 'Lvb-jongere heeft ook vanaf 18 jaar steun nodig' Expertisecentrum William Schrikker, Groot Emaus en de Eigen Kracht Centrale roepen de politiek op om jongeren met een kinderbeschermingsmaatregel en een lichte verstandelijke beperking (lvb) niet uit het oog te verliezen als ze 18 jaar worden en de gedwongen hulpverlening hen los moet laten. Jaarlijks worden ongeveer zesduizend Nederlandse jongeren met een lichte verstandelijke beperking 18 jaar. Vanaf die leeftijd beslissen zij zelf of ze hulp willen of niet, ook als ze tot dan toe gedwongen hulp kregen. De jongeren zijn vaak onvoldoende voorbereid op die zelfstandigheid en raken door gebrek aan vaardigheden en ondersteuning snel in de problemen. Enkele jaren later hebben zij vaak opnieuw hulp nodig. In hun project Krachtplan 18+ werken de organisaties aan het instrument 18 Take Control, dat jongeren helpt bij de voorbereiding op de overgang naar zelfstandigheid. Een handreiking omschrijft hoe jongeren, hun netwerk en de gedwongen hulpverlening kunnen samenwerking in de transitiefase. Met een documentaire, die op 3 februari wordt uitgezonden, hopen de organisaties de maatschappelijke discussie over het onderwerp te stimuleren. Bron: William Schrikker Groep > NjI Meer informatie Bericht William Schrikker Groep Trailer documentaire 'Het Leven Begint Bij 18' 'Samen Stevig Staan' helpt kind met beperking Gedragsproblemen bij lvb-kinderen verminderen en de ouder-kindrelatie verbetert door het toepassen van de interventie Samen Stevig Staan. Dat blijkt uit het onderzoek van Hilde Schuiringa, waarop zij 20 januari promoveerde aan de Universiteit Utrecht. Schuiringa onderzocht de effectiviteit van het interventieprogramma Samen Stevig Staan voor kinderen van 9 tot 16 jaar met een lichte verstandelijke beperking (lvb) in combinatie met gedragsproblemen. Het doel van de behandeling is het probleemgedrag van het kind te verminderen door de opvoedingsvaardigheden van de ouders en de sociale vaardigheden en probleemoplossende vaardigheden van de kinderen te trainen in groepsbijeenkomsten. Uit deze studie blijkt nu de interventie daarin slaagt. Voor het promotieonderzoek namen zowel ouders als kinderen deel aan de interventie, in een oudertraining en een kindtraining in een groep. Vergeleken met leeftijdsgenoten met een gemiddelde intelligentie hebben lvb-kinderen en jongeren een grotere kans op het ontwikkelen van gedragsproblemen, zoals agressief en antisociaal gedrag. Meer informatie Bericht Universiteit Utrecht NJi-databank Effectieve Jeugdinterventies: Samen Stevig Staan NJi-dossier Licht verstandelijk beperkte jeugd: Wat werkt? Bron: Universiteit Utrecht > NjI Doel en effect van sociale wijkteams vaak onduidelijk Gemeenten rekenen sociale wijkteams vooral af op kostenvermindering. Of ze inhoudelijk effectief zijn, wordt nauwelijks aangetoond. Dat blijkt uit onderzoek van Vasco Lub (Bureau voor Sociale Argumentie) en Silke van Arum (Movisie). Lees hier het artikel op de website van Zorg en Welzijn Jeugdzorg neemt initiatief aanpak slachtoffers loverboys en mensenhandel De jeugdzorg maakt zich zorgen over de aanpak van loverboy- en mensenhandelproblematiek in Nederland. Al jaren is een cijfermatige toename in het aantal slachtoffers te zien. Door gebrek aan onderzoek en kennisdeling weten we niet hoe effectief de huidige aanpak is. Daarom stelt de sector een commissie in die op korte termijn op een aantal punten vooruitgang moet boeken. Binnen de zorg voor jeugd (ggz, jeugdzorg, jeugdzorgplus, awbz) en bij andere organisaties die zich bezig houden met het signaleren en begeleiden van slachtoffers is veel kennis en kunde over loverboy-problematiek aanwezig. Deze expertise is echter versnipperd en wordt onvoldoende structureel benut. Registratie, monitoring en effectmeting vindt nagenoeg niet plaats. Om eerder te kunnen ingrijpen en herhaald slachtofferschap te voorkomen is onderzoek en nog meer aandacht voor preventie, vroegsignalering en nazorg van groot belang. Gezien de omvang van de problematiek pleit de jeugdzorg sector er voor zo snel mogelijk te beginnen met het verwezenlijken van verbeteringen. Dat kan niet alleen vanuit de jeugdzorgsector, dat vraagt om een brede benadering. De sector neemt hierbij het initiatief en de verantwoordelijkheid om samenwerking met anderen nog beter te coördineren en deze te verbinden met de transitie binnen de jeugdzorg. Een landelijk expertisecentrum van waaruit gericht onderzoek wordt verricht, waar kennisbundeling en kennisdeling plaatsvindt waardoor best practices omgezet kunnen worden naar algemeen practice zou een aanzet voor een oplossing zijn om zorg voor slachtoffers te verbeteren en tot een effectievere aanpak van daders te komen. Het huidige Expertise Centrum Kwetsbare Meiden, waarbij inmiddels vele organisaties en professionals zijn aangesloten zal daarom worden versterkt en het (virtuele) knooppunt van alle activiteiten worden. Alle zorg voor jeugdpartners worden van harte uitgenodigd zich aan te sluiten bij dit initiatief zodat ze betrokken zijn bij de ontwikkelingen en we elkaar met kennis, kunde en ervaring kunnen versterken. Commissie Een door de sector ingestelde commissie zal op korte termijn met een uitwerking van plannen komen. Deze commissie wordt gevormd door Ans van de Maat (Intermetzo), Lou Repetur (MOVISIE), Renate de Vries (Jeugdhulp op Maat), en een vertegenwoordiger van Fier! en Horizon. Daarnaast zal een onafhankelijke voorzitter worden benoemd. Deze commissie wordt ondersteund door een netwerkteam bestaande uit een vertegenwoordiging van verschillende justitiële organisaties. Bron: Jeugdzorg Nederland Senaat bezorgd over Jeugdwet In de uitzending van Nieuwsuur van 31 januari jl. was een reportage te zien over de nieuwe jeugdwet. Aan de orde komen de zorgen van de Eerste Kamer over de invoering van de Jeugdwet. Verder is Nieuwsuur bij de Hoenderloo-groep waar jongeren met ernstige problemen leven. Ook een gesprek met de kinderombudsman, die pleit voor een langere overgangsperiode ...... Uitzending gemist? Kijk hier! Van Rijn wacht debat jeugdzorg senaat af Staatssecretaris Van Rijn begrijpt de zorgen van de Eerste Kamer over het onderbrengen van de jeugd-ggz bij de gemeenten, maar zegt dat er genoeg waarborgen zijn ingebouwd om te zorgen dat deze zorg toegankelijk blijft. Hij wacht het debat op 11 februari rustig af. Aanvullende vragen zijn beantwoord; 1e Kamer kan Jeugdwet op 11 februari behandelen Het kabinet heeft de vaste commissie van de Eerste Kamer op 24 januari jl. antwoord gegeven op aanvullende vragen over de nieuwe Jeugdwet. Ervan uitgaande dat de vragen adequaat zijn beantwoord, zal de Jeugdwet op 11 februari aanstaande in de Eerste Kamer worden behandeld. De Eerste Kamer kreeg op 10 januari antwoord van het kabinet op vragen die zij in december had gesteld tijdens een vergadering van de vaste commissie voor VWS. De memorie van antwoord van het kabinet (een lijvig stuk van 116 pagina's) riep echter aanvullende vragen op, onder meer over de privacy van ouders en kinderen, de uitvoeringskracht van gemeenten, de jeugdpsychiatrie en een mogelijke overgangstermijn van drie jaar. Inmiddels zijn ook deze aanvullende vragen beantwoord door het kabinet; zie het nadere memorie van antwoord. Zie ook: website eerste kamer Bron:NjI, Eerste Kamer, Jeugdzorg Nederland De KNAW spreekt zich krachtig uit over het Jeugdwetsvoorstel De KNAW, het genootschap van excellente wetenschappers uit alle disciplines en regeringsadviseur over wetenschapsbeoefening heeft een brief geschreven waarin zij zich uitspreekt over het wetsvoorstel Jeugdwet die waarschijnlijk op 11 februari a.s. door uw Kamer behandeld zal worden. De Raad voor Medische Wetenschappen (RMW) van de KNAW noemt de overheveling van gezondheidszorg voor kinderen met psychische problemen in tegenspraak met de huidige wetenschappelijke inzichten en schadelijk voor wetenschap en zorg in de hele psychiatrie. Eerder noemden de kernhoogleraren psychiatrie in een open brief aan de Tweede en Eerste Kamer dit wetsvoorstel in wetenschappelijk en medisch opzicht schadelijk. De RMW van de KNAW geeft krachtige steun aan de petitie en vraagt de gezondheidszorg voor kinderen met psychische problematiek verzekerd te laten. Hiermee sluit de KNAW aan bij de al meer dan 80 organisaties en instellingen die de petitie ondersteunen. Deze petitie is inmiddels ondertekend door meer dan 90.600 mensen. Tienduizenden ouders, vele duizenden zorgprofessionals, huisartsen, kinderartsen, leerkrachten en meer dan 1100 hoogleraren vinden dat gezondheidszorg voor kinderen met psychische problematiek verzekerd hoort te blijven. Helaas is er een error in de totaalteller van de petitie gekomen waardoor deze 3800 handtekeningen te laag wordt weergegeven. We hebben de websitebeheerder al gevraagd dit te herstellen. Het echte aantal is aantoonbaar, de pagina met de lijst van alle ondertekenaars geeft de juiste stand. Het zijn er dus echt meer dan 90.600. Met vriendelijke groet, De groep-petitiejeugdggz Menno Oosterhoff, kinder- en jeugdpsychiater en manager inhoudelijke zaken Jonx Peter Dijkshoorn, kinder- en jeugdpsychiater lid Raad van Bestuur Accare Inge van Balkom, kinder- en jeugdpsychiater en directeur behandelzaken Jonx Birsen Basar, schrijfster en spreker met autisme Swanet Woldhuis, directeur van de landelijke oudervereniging Balans Carsten Lincke, kinderarts bij het Maasstadziekenhuis in Rotterdam en opleider Kindergeneeskunde Arga Paternotte, zelfstandig publicist en adviseur, aandachtsgebied kinderen met leer- en gedragsstoornissen Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders Online en auteur Egbert Reijnen, voorzitter Raad van Bestuur Dr. Leo Kannerhuis, centrum voor autisme Prof. dr. Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan het LUMC, hoogleraar forensische jeugdpsychiatrie aan de VU en directeur Patiëntenzorg van Curium-LUMC Prof. dr. Else de Haan, klinisch psycholoog en bijzonder hoogleraar Cognitieve Gedragstherapie bij Kinderen en Adolescenten aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, voorzitter Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie van de werkgroep Protocollaire Psychologische Behandelingen Prof. dr. Ina van Berckelaer Onnes, hoogleraar orthopedagogiek in het bijzonder m.b.t. kinderen met een ontwikkelingsstoornis Prof. dr. Ido Weijers, bijzonder hoogleraar jeugdrechtspleging, politicoloog en pedagoog Kansen voor kinderen en jongeren in de opvang door decentralisatie jeugdzorg. Guusta van der Zwaart, clustermanager opvang bij de Tussenvoorziening in Utrecht, vertelt in een interview over de kansen die de decentralisatie van de jeugdzorg biedt. De decentralisatie van de jeugdzorg geeft gemeenten de mogelijkheden om een goed samenspel tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang te realiseren. Dit is nodig, want in de maatschappelijke opvang bevinden zich jaarlijks ruim 14.000 kinderen en jongeren tot 23 jaar. Voor jonge kinderen geldt dat zij met hun ouders –veelal hun moeder- meekomen naar de opvang. De problemen die leiden tot dakloosheid geven op zichzelf al een onveilig gevoel en eenmaal met alle problemen in de opvang aangekomen is het voor ouders moeilijk om zelfstandig een veilig en positief opvoedklimaat te creëren. Ondersteuning vanuit de jeugdzorg is hierbij gewenst. Guusta van der Zwaart, clustermanager opvang bij de Tussenvoorziening in Utrecht, vertelt in dit interview over de kansen die de decentralisatie van de jeugdzorg hiervoor biedt. Jongeren die de jeugdzorg verlaten lopen soms een risico op dak- en thuisloosheid. Meer dan de helft van de jongeren van 18-23 jaar in de maatschappelijke opvang heeft een (recent) verleden in de jeugdzorg. De nieuwe jeugdwet biedt kansen ter verbetering, bijvoorbeeld voor het organiseren van een soepele overgang na de jeugdzorg en het goed in beeld houden van de jongeren na de jeugdzorg zodat snel geholpen kan worden als het mis dreigt te gaan. Kijk hier voor andere aanbevelingen die naar aanleiding van het programma 1stapvooruit zijn gedaan voor het goed organiseren van de hulp aan deze jongeren. Voor meer informatie over het programma, zie www.1stapvooruit.nl. Of download direct de pdf 1Stap Vooruit - Ondersteuning. Tussenvoorziening ontwikkelde ook boekjes voor kinderen in de opvang. Meer informatie daarover in deze pdf. Bron:Voordejeugd.nl Gemeenten: kritiek op uitvoeringsbesluit Jeugdwet De Vereniging van Nederlandse Gemeenten maakt gebruik van de mogelijkheid om te reageren op de consultatieversie van het besluit. "In zijn algemeenheid willen we opmerken dat het concept-Uitvoeringsbesluit niet voldoet aan de verwachtingen van gemeenten", schrijft de vereniging in een brief aan staatssecretarissen Martin van Rijn en Fred Teeven. De kern van de kritiek is dat de huidige regelingen te veel gekopieerd worden. Dit terwijl gemeenten juist anders willen werken. Dat het Rijk het aan de lokale overheid laat en weet te bezuinigen, dat is het probleem niet voor de VNG. Dat de landelijke overheid zich "op detailniveau" blijft bemoeien met de Jeugdzorg is wel tegen het zere been. Hulp aan vreemdelingen Door de Jeugdwet moeten gemeenten jeugdhulp verzorgen voor rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen. Vraag is dan wel: welke taken gaan wat dit betreft naar de gemeenten en om hoeveel mensen en budget gaat het? Dan zijn er nog minderjarigen die onrechtmatig in Nederland zijn. Ook wat deze groep betreft is er nog best wat onduidelijk. Om hoeveel jongeren gaat het? Hoeveel budget is er voor de hulp? De VNG wijst hierbij op de hogere kosten van verblijfsaccommodaties in vergelijking met de pleegzorg. Het concept van het uitvoeringsbesluit stelt namelijk dat opname in een pleeggezin zo veel mogelijk moet worden beperkt. Eigenlijk hoort de verantwoordelijk voor vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf bij het Rijk, is de conclusie. "De hoofdregel is dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor statushouders." Indiceren In de Jeugdwet worden eisen gesteld aan de beschikbaarheid en relevante deskundigheid van gemeenten als het gaat om het indiceren van de nodige hulp. "Naar ons oordeel treedt de wetgever hier erg diep in de uitvoering en rijst de vraag hoe wenselijk dat is." Nog een pijnpunt is de uitvraag van de minister van beleidsinformatie. Dit zou minimaal moeten zijn maar is het niet, volgens de brief, waarin artikelsgewijs commentaar op de wet wordt gegeven. Financiën "We willen nogmaals aandacht vragen voor de meest elegante oplossing voor de inning van de ouderbijdrage: het direct toepassen van een korting op de kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank ter hoogte van de ouderbijdrage", is het advies. Dit zou in 2018 ingevoerd kunnen worden. Verder is er nog onduidelijkheid rond de bijdrage van ouders als de hulp aan hun kinderen buiten het gezin wordt geboden: Welk bedrag wordt gekort? Hoe wordt dit in de verdeling meegenomen? Beweegt het mee met minder intramurale zorg? Wie neemt de uitvoeringskosten voor zijn rekening? AMHK De regelgeving rond de Wijzigingen Besluit Maatschappelijke Ondersteuning (AMHK) zijn al zeer gedetailleerd. Met het uitvoeringsbesluit wordt de ruimte voor gemeenten nog meer beperkt. Verhoog de uiterste termijn voor het leveren van de jeugdhulp, is het appèl. "Decentralisatie is loslaten in vertrouwen", besluit voorzitter van de directieraad Jantine Kriens de brief. De reacties van enkele tientallen andere organisaties op het Uitvoeringsbesluit zijn hier te vinden >> Bron: Gemeente.nu Doorverwijzen jeugdzorg aan banden? Huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten zullen zich moeten verantwoorden over hun doorverwijsgedrag bij de ambtenaar van de gemeente. Ook kunnen ze niet meer vrij doorverwijzen binnen de jeugdzorg. Dat blijkt -volgens Heleen Croonen en Lieke de Kwant in Medisch Contact- uit het antwoord van minister Schippers van Volksgezondheid op vragen van senatoren over het wetsvoorstel voor de nieuwe Jeugdwet: Gemeenten moeten in gesprek met huisartsen die relatief veel doorverwijzen naar de dure tweedelijns jeugdzorg, volgens het voorstel voor de nieuwe Jeugdwet. Senatoren zijn bezorgd over de uitvoerbaarheid van deze nieuwe taak van de gemeente, zo blijkt uit extra vragen die ze in aanloop naar het debat over het wetsvoorstel van de jeugdzorg hebben gesteld. Huisartsen kunnen dit gesprek met de ambtenaar uit de weg gaan, door zich te beroepen op de geheimhoudingsplicht. De minister verwacht niet dat huisartsen dat zullen doen, zo blijkt uit haar antwoorden. De doorverwijsgegevens zijn bedoeld als benchmark voor vergelijking tussen huisartsen onderling en met andere gemeenten. De doorverwijsgegevens kunnen daarom geanonimiseerd aan de gemeente worden verstrekt. Het kost huisartsen geen extra administratie, omdat ze nu ook al aan zorgverzekeraars moeten doorgeven hoe ze doorverwijzen, verwacht de minister. Een huisarts die veel doorverwijst, kan een patiëntenbestand hebben waarin dat veel nodig is. Ook kan de gemeente huisartsen extra steun aanbieden, door samenwerking met een sociaal wijkteam of een praktijkondersteuner, aldus de minister. Een ander heikel punt is dat de gemeente niet alle hulpaanbieders in de jeugdzorg zal contracteren. Huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen mogen in het algemeen niet meer doorverwijzen naar instellingen zonder contract. De minister ziet hier ook geen beren op de weg. Gemeenten zullen de beste instellingen contracteren op basis van de professionele standaarden, en de huisartsen zullen dezelfde criteria gebruiken bij het doorverwijzen. De gemeente moet daarbij keuzevrijheid bieden aan de jeugdige en zijn ouders, en kan over het algemeen niet volstaan met het contracteren van één aanbieder per zorgvorm. Wanneer een arts een uitzondering wil maken voor een bepaalde jeugdige, kan de nietgecontracteerde zorg toch worden verleend, bijvoorbeeld door het pgb te gebruiken voor de vergoeding. Maar wanneer een arts dit structureel doet, gaat de gemeente hierover in gesprek met de arts. Komen de partijen er niet uit, dan wordt een externe deskundige ingevlogen. Als die de niet-gecontracteerde zorg overbodig vindt, houdt de vergoeding op. Dit besluit kan worden aangevochten bij de bestuursrechter. ............ Bron (en meer achtergrondinformatie): Medisch Contact Inspectie bereidt zich voor op invoering Jeugdwet De Inspectie Jeugdzorg bereidt zich voor op de nieuwe taken die zij krijgt na de invoering van de nieuwe Jeugdwet, zoals het behandelen van tuchtklachten en het opleggen van bestuurlijke boetes aan instellingen. Dat meldt de Inspectie in haar Jaarwerkprogramma 2014. De Inspectie houdt toezicht op het functioneren van jeugdzorginstellingen, doet onderzoek naar calamiteiten en signalen van burgers en beroepskrachten en controleert of instellingen toegezegde verbeteringen doorvoeren. Dit jaar besteedt de Inspectie extra aandacht aan JeugdzorgPlus, de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen, en kindermishandeling. Samen met de inspecties op het gebied van Gezondheidszorg, Onderwijs, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Veiligheid en Justitie houdt de Inspectie Jeugdzorg toezicht op de effectiviteit van het jeugdstelsel als geheel. Daarbij letten de inspecties dit jaar in het bijzonder op gezinnen met geringe sociale redzaamheid en op thuiszitters. Verder werken ze samen aan de ontwikkeling van een toetsingskader voor de kwaliteit van het stelsel. Bron: Inspectie Jeugdzorg > NjI Meer informatie Jaarwerkprogramma Inspectie Jeugdzorg 'Bezwaar JeugdzorgPlus tegen subsidiestop gegrond' De VWS-commissie bezwaarschrift Awb adviseert staatssecretaris Martin van Rijn van VWS om het bezwaar van JeugdzorgPlus-instellingen tegen het beëindigen van de subsidierelatie gegrond te verklaren. Van Rijn besloot in mei om de JeugdzorgPlus-instellingen vanaf 1 januari 2015 geen subsidie meer te geven, met het oog op de transitie van de zorg voor jeugd naar de gemeenten op die datum. De instellingen, die gesloten jeugdzorg aanbieden voor kinderen met ernstige gedragsproblemen, maakten bezwaar tegen dat besluit. Ze stellen dat het onduidelijk is welke consequenties het besluit voor hen heeft, omdat nog onduidelijk is hoe de gemeenten de zorg gaan organiseren en financieren. De commissie oordeelt dat de staatssecretaris geen enkele garantie biedt voor de continuïteit van de infrastructuur, de activiteiten en de financiering van JeugdzorgPlus. Daarom acht de commissie het beëindigingsbesluit onvolkomen en prematuur en het bezwaar gegrond. De staatssecretaris is niet verplicht het advies van de commissie over te nemen. Wel moet hij een eventuele afwijzing goed motiveren. Bron: Jeugdzorg Nederland; VWS-commissie bezwaarschriften Awb Meer informatie Bericht Jeugdzorg Nederland Uitspraak VWS-commissie NJi-dossier Transitie Jeugdzorg: Dekkend aanbod Voor 28 februari duidelijkheid over BJZ Gemeenten moeten voor 28 februari duidelijk maken hoe ze in de toekomst door willen met de Bureaus Jeugdzorg. Is die duidelijkheid er niet, dan treedt een overgangsregeling in werking en moeten gemeenten een budgetgarantie geven aan de BZJ van minimaal 80 procent van het budget in 2014. Lees hier het hele artikel op de website van Binnenlands Bestuur. Plan zelfredzaamheid dreigt regeldruk te vergroten De kabinetsplannen om de zelfredzaamheid van burgers te vergroten kunnen op gemeentelijk niveau veel extra regeldruk veroorzaken. Dat constateert het adviescollege toetsing regeldruk Actal in een advies over het Wetsvoorstel versterking eigen kracht. Lees het volledige artikel Tips Tot en met 4 februari: Week van het vergeten kind Van woensdag 29 januari t/m dinsdag 4 februari 2014 is het weer de Week van het Vergeten Kind. Een initiatief dat in 2011 is gestart met een dag waarop we (toen nog onder de naam Guusje Nederhorst Foundation) voor de eerste keer aandacht vroegen voor de situatie van kinderen in opvangcentra. Lees het volledige artikel Bron: Federatie Opvang > Movisie Artikel: Privacy tot aan de voordeur In de rubriek 'Opklaringen' van het NRC schrijft Marc Chavannes over een belangrijk vraagpunt rond de nieuwe Jeugdwet, namelijk de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Lees hier verder ..... Publicatie 'Aan de slag met sociale wijkteams' Sociale wijkteams zijn in opmars. Door te werken met sociale wijkteams proberen gemeenten aanbod en vraag van zorg in de wijk dichterbij elkaar te brengen, gebruikmakend van de eigen kracht van burgers. Movisie geeft professionals en managers die (gaan) werken in een sociaal wijkteam met deze publicatie een inkijk in de praktijk en leerervaringen. Lees verder ..... Jeugdzorg Nederland: veel 'common ground' voor nieuwe zorg voor jeugd Jan-Dirk Sprokkereef (Jeugdzorg Nederland) roept alle partijen op om bij #Jeugdwet 'kaarten van de borst te halen'. ow.ly/sZHve Boek: Mevrouw, mag ik bij u wonen? Caroline Karssen, gedragswetenschapper bij Bureau Jeugdzorg Haaglanden, hield van 2010 tot 2012 een dagboek bij over haar werkzaamheden als gedragswetenschapper bij Bureau Jeugdzorg Haaglanden. Ze beschrijft de dagelijkse praktijk in een bureau jeugdzorg, de discussies met collega's, de dilemma's, de succesvolle en de minder succesvolle beslissingen. Bestelinformatie Werkvormen cliëntenparticipatie voor gemeenten Gemeenten zijn hard bezig om de decentralisatie van de Jeugdzorg vorm te geven. Het uitgangspunt daarbij is om zorg en ondersteuning zo dicht mogelijk bij ouders, kinderen en jongeren te organiseren. Maar wat willen zij? Wat vinden zij belangrijk? Hier vindt u een selectie verschillende werkvormen die gemeenten, organisaties en instellingen kunnen gebruiken om hierover in gesprek te gaan met kinderen, jongeren en hun ouders. De informatie die hieruit voortkomt is onontbeerlijk voor goed jeugdbeleid, het passend maken van het hulpaanbod en het ondersteunen bij opvoedingsvraagstukken. Else Boss (Movisie) heeft diverse bruikbare werkvormen nu handzaam gebundeld. De selectie en beschrijving van de werkvormen is tot stand gekomen in samenwerking met de werkgroep cliëntenorganisaties, onderdeel van de werkgroep Kwaliteit voor de Transitie van de Jeugdzorg en in samenwerking met Zorgbelang Gelderland. De werkvormen zijn grotendeels beschreven vanuit het perspectief van de gemeente. Ze zijn zeker ook in te zetten voor een organisatie of instelling. De werkvormen zijn voorzien van trefwoorden die aangeven voor welke vorm van participatie de werkvorm geschikt is, of welke informatie verkregen kan worden. Voor veel werkvormen geldt echter dat zij op verschillende manieren te gebruiken zijn, afhankelijk van de vraag die de gemeente of organisatie heeft. Zo zijn werkvormen die ervaringen van cliënten in beeld brengen, gebundeld in te zetten om inzicht te krijgen op instellingsniveau. Maar deze bundeling kan ook aanleiding geven om beleid op gemeentelijk niveau te wijzigen. Cliëntenparticipatie jeugdzorg Participatievormen Peer consultatie Raadplegen en adviseren, collectief, door doelgroep zelf, beleidsvorming, beleidstoetsing, geschikt voor uitvoerend niveau en instellingsniveau Visuele prikkelmethode Raadplegen, individueel en collectief, creatief, door doelgroep zelf, beleidstoetsing, kwaliteit uitvoering, instellings- en gemeenteniveau Schouw Coproduceren, collectief, beleidstoetsing en terugkoppeling, kwaliteit instelling, uitvoerend niveau Theater ter inleiding van discussie Raadplegen, collectief, creatief, beleidstoetsing en terugkoppeling, kwaliteit uitvoering, instellingsniveau en gemeenteniveau Spelvorm: Een steekje los? Een eigenwijs spel! Raadplegen, individueel, beleidsvorming, kwaliteit cliëntniveau, uitvoerend niveau Gespreksvorm de verbetermethode Adviseren individueel, door doelgroep zelf, beleidsvorming, toetsing kwaliteit uitvoering, instellingsniveau en gemeenteniveau Tea for two of pizzameeting Raadplegen, collectief beleidsvorming, toetsing kwaliteit uitvoering, instellingsniveau en gemeenteniveau Schadowing Raadplegen, individueel, beleidstoetsing, kwaliteit instelling, uitvoerend niveau, relatie cliënthulpverlener Focusgroep Adviseren, collectief, beleidstoetsing, terugkoppeling, beleidsvorming Spiegelgesprek Raadplegen, collectief, beleidstoetsing, terugkoppeling, relatie cliënthulpverlener, uitvoerend niveau, instellingsniveau Platform Adviseren, collectief, beleidsvorming, gemeenteniveau, instellingsniveau Kidstour 3D Raadplegen, collectief, beleidsvorming of toetsing, instellingsniveau Download Download participatievormen clientenparticipatie inclusief nadere uitleg over de werkvormen hier. Bron: Voordejeugd.nl Handreiking: '10 tips voor gemeenteraden bij de transitie jeugdzorg' In deze handreiking worden een aantal concrete aanbevelingen voor gemeenteraden gepresenteerd in het kader van de transitie jeugdzorg. In mei 2013 constateerde de Transitiecommissie stelselherziening jeugd (TSJ) dat gemeenteraden in het algemeen nog onvoldoende in positie zijn om hun rol bij de transitie jeugdzorg te pakken. In oktober 2013 stelden de rekenkamer(commissie)s van vier Brabantse steden (Breda, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Tilburg,) vast dat de gemeenteraden nog veel moeten ondernemen om voldoende toegerust te zijn voor hun kaderstellende en controlerende rol. Tijd dringt Tegelijkertijd dringt de tijd. De Jeugdwet treedt naar verwachting op 1 januari 2015 in werking. In dat geval dienen gemeenten begin 2014 hun beleidskaders jeugd vast te stellen. Intussen wordt er tussen gemeenten al volop regionaal samengewerkt, zoals in de regionale transitie-arrangementen. Gemeenteraden zijn hier niet vanzelfsprekend bij betrokken, zeker niet kaderstellend – er lijkt een spanning tussen lokale kaderstelling en regionale samenwerking. Ook het budgetrecht van de raad staat hierdoor onder druk. Daarnaast moeten de raden rekening houden met de gemeenteraadsverkie-zingen op 19 maart 2014. Kortom, er is op korte termijn voldoende werk aan de winkel voor gemeenteraden die een serieuze rol willen spelen bij de beleidsvorming rond de zorg voor jeugd in hun gemeente. Handreiking In deze handreiking presenteren we een aantal concrete aanbevelingen voor gemeenteraden. Deze ondersteunen u in uw rol rond de transitie jeugdzorg. De handreiking is gebaseerd op het onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut uitvoerde voor de vier Brabantse rekenkamer(commissie)s, en de aanbevelingen op basis van dit onderzoek (Gilsing, 2013). Ook is gebruik gemaakt van het spoorboekje De raad in stelling dat de griffiers van een aantal Drentse gemeenten in mei 2013 hebben opgesteld, en die betrekking had op het hele sociale domein (Middelkamp, Gehrke en Fokkema, 2013). De handreiking is geschreven door Rob Gilsing van Verwey-Jonker Instituut en Josee Gehrke griffier gemeente De Wolden, bestuurslid VNG. Bron: Voordejeugd.nl Online programma helpt jongeren met negatief zelfbeeld Het online zelfhulpprogramma 'Leer jezelf door een roze bril bekijken' helpt jongeren met een negatief zelfbeeld om hun zelfbeeld te verbeteren. Het programma is ontwikkeld door jeugdpsychiatrisch centrum Accare. Het zelfhulpprogramma is te vinden op 99gram.nl, de jongerensite van Accare over eten, gewicht en uiterlijk. 'Leer jezelf door een roze bril bekijken' is bedoeld om jongeren te attenderen op hun goede eigenschappen en hen te leren omgaan met fouten en negatieve gedachten. Daardoor krijgen ze een realistischer zelfbeeld en staan ze positiever in het leven. Het programma is gebaseerd op positieve psychologie. Het programma duurt zes weken, waarin jongeren opdrachten krijgen waarmee ze ongeveer tien minuten per dag bezig zijn. Die kunnen ze zelfstandig maken, op ieder gewenst moment. Ook kunnen ze een deskundige om hulp vragen. Bron: Accare > NjI Meer informatie Bericht Accare Programma 'Leer jezelf door een roze bril bekijken' NJi-dossier Online hulp: Aandachtspunten bij online hulpverlening Brochure Pleegzorg voor gemeenten Gemeenten spelen vanaf 1 januari 2015 een belangrijke rol in de pleegzorg. Deze brochure is bedoeld om gemeenten daarvoor de noodzakelijke informatie te geven. Niet voor niets staat in de nieuwe Jeugdwet dat plaatsing in een gezinsverband in principe de voorkeur heeft als kinderen voor kortere of langere tijd niet thuis kunnen opgroeien. Dit past bij de hedendaagse inzichten over effectieve jeugdhulp: kinderen een zo normaal mogelijke opvoeding geven in een gewoon gezin bij gewone liefdevolle ouders. Pleegzorg past niet alleen goed bij de huidige pedagogische opvattingen en jeugdbeleid, deze vorm van zorg is ook voordeliger dan residentiële zorg. Pleegzorg wordt dan ook wel een parel in de jeugdzorg genoemd. Parels groeien weliswaar vanzelf maar je kunt hun groei wel stimuleren door goede condities te scheppen. Daarin hebben gemeenten vanaf 1 januari 2015 een belangrijke rol. Deze brochure is bedoeld om gemeenten daarvoor de noodzakelijke informatie te geven. De belangrijkste punten worden kort beschreven met een verwijzing naar relevante bronnen voor meer informatie. Iedere sector heeft zijn eigen taal. Begrippen die veel gebruikt worden in de pleegzorg, staan beschreven in de woordenlijst. Bron: Voordejeugd.nl Passend onderwijs: infographic voor ouders en brochure voor leraren Infographic Passend onderwijs vraagt bereidheid van schoolbesturen om samen met ouders het beste onderwijstraject voor ieder kind te bepalen. Het is daarom van belang dat ouders weten wat er in het onderwijs verandert en hoe zij zich op die veranderingen kunnen voorbereiden. De samenwerkingsverbanden en scholen zijn ervoor verantwoordelijk om ouders op een goede manier te informeren. Om hen hierbij te helpen, maakte het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een infographic voor ouders. De infographic biedt ouders informatie over wat er in het onderwijs verandert, wat ze zelf kunnen doen en waar zij terecht kunnen voor meer informatie over de veranderingen. Download de infographic/factsheet hier. Brochure voor leraren Voor leraren maakte het ministerie van OCW een brochure waarin op hoofdlijnen wordt uitgelegd wat passend onderwijs inhoudt en hoe het wordt vormgegeven. Ook bevat de brochure handige tips voor leraren en antwoorden op vragen als: blijft het speciaal onderwijs bestaan, krijg ik in mijn klas veel meer leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en zijn de bezuinigingen nu wel of niet van de baan? Alle scholen in het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs ontvangen de brochure in de tweede week van december van staatssecretaris Sander Dekker. In de begeleidende brief roept Dekker scholen op om met elkaar in gesprek te gaan over de vormgeving van passend onderwijs op de eigen school. Download de brochure hier. Voor meer informatie kijk ook op passendonderwijs.nl. Bron: Voordejeugd.nl Factsheet wijzigingen jeugdwet Het wetsvoorstel voor de Jeugdwet is gedurende de behandeling in de Tweede Kamer op diverse punten gewijzigd, namelijk door 3 nota’s van wijziging en 19 aangenomen amendementen. Daarnaast zijn 6 moties aangenomen. In het onderstaande overzicht worden de wijzigingen en moties per kamerstuk vermeld. De gewijzigde versie van het wetsvoorstel is te vinden op de website van de Eerste Kamer. Let op: de memorie van toelichting bij het oorspronkelijke wetsvoorstel blijft ongewijzigd. Voor de toelichting op wijzigingen kunt u in onderstaand overzicht via het kamerstuknummer doorklikken naar het betreffende kamerstuk. Download de factsheet hier (pdf) Organisaties WSG: Meer kinderen veilig thuis levert een miljoenenbesparing op Veiligheid van kinderen centraal , werken vanuit partnerschap met ouders en netwerk, een planmatige, creatieve aanpak en een constructieve samenwerking met hulpinstanties vanuit het gemeentelijk domein kenmerken het meerjarenprogramma Door Ontwikkeling Delta (DOD) van de William Schrikker Groep. De eerste resultaten zijn veelbelovend: het percentage uithuisplaatsingen is 30% lager. Een forse kostenbesparing!</strong De William Schrikker Groep (WSG) is een landelijk werkende instelling voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Zij biedt hulp aan kinderen en ouders als er sprake is van ernstige opvoedingsproblematiek en als het kind en/of de ouders een beperking hebben. Binnen de Jeugdbescherming de groep met de meeste en chronische problemen. Van april 2012 tot april 2014 voert de WSG in verschillende teams bij 400 nieuwe ondertoezichtstellingen de doorontwikkelde werkwijze uit. De vigerende Deltamethode is, mede vanuit de Vliegwielgelden[1] van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, doorontwikkeld met effectieve elementen van “Signs of Safety”[2]. We organiseren zelf familienetwerkberaden of zetten een Eigen Kracht conferentie in. Een aanzienlijke besparing Kinderen en hun ouders zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Niet voor alle kinderen is thuis blijven wonen de beste optie. Echter uit huis plaatsen is lang niet altijd beter en veiliger. Een uithuisplaatsing brengt vaak emotionele schade met zich mee. In DOD onderzoeken we maximaal de mogelijkheden van veilig thuis wonen. Als we het effect van het actuele resultaat van 30% minder uithuisplaatsingen kwantificeren betekent dit een besparing van bijna 4 miljoen. Als we deze werkwijze landelijk uitvoeren, zal de besparing fors toenemen. Veiligheid blijft centraal staan Ieder kind heeft het recht om veilig op te groeien. Wat is nodig om de gedwongen hulp te beëindigen? Gedwongen hulp is zo kort als mogelijk, maar ook zo lang als nodig! Er is oog voor alles wat goed gaat. Het is de motor voor verandering. Daarbij zijn we ook glashelder over de risico’s voor het kind. “Dat ouders hulp accepteren is prachtig, maar niet voldoende. We willen zo zeker als mogelijk weten dat het kind veilig is!” Partnerschap met ouders en netwerk Het werken aan een constructieve samenwerkingsrelatie met het gezin is cruciaal. We zoeken naar manieren om de regie zo maximaal mogelijk bij ouders en het kind te laten. We stimuleren ouders en kinderen om voor hen belangrijke personen uit hun familie en netwerk te betrekken bij het oplossen van de zorgen. Inzet van familie en netwerk leidt vaak tot snellere acceptatie van de problemen en het ondersteunt de draagkracht van het gezin. De gezinsvoogd bewaakt de veiligheid en ouders en netwerk worden maximaal gevraagd om eigen oplossingen aan te dragen Een planmatige, creatieve aanpak DOD wordt gekenmerkt door openheid en eerlijkheid. We praten in begrijpelijke taal over concreet gedrag. Gezin en netwerk komen vaak op uiterst creatieve oplossingen. Binnen maximaal 6 weken is er gezamenlijk een plan van aanpak en waar nodig een veiligheidsplan gemaakt. In plaats van het kind uit huis te plaatsen als er sprake is van b.v. alcoholverslaving, kan er ook voor gekozen worden dat mensen uit het netwerk 24 uur per dag in huis komen wonen. Krachtige hulpmiddelen worden ingezet, zoals Words and Pictures en de Drie Huizen. [1] Investeringsbudget gericht op het verminderen en verkorten van de OTS en het verminderen en verkorten van het aantal uithuisplaatsingen, dat in de toekomst leidt tot besparingen in de Jeugdzorg [2] Ontwikkelaars Signs of Safety: Andrew Turnell en Steve Edwards (Australië) Bron: persbericht WSG Rubicon: pilot online hulp Online hulpverlening groeit steeds sneller. Deze groei wordt enerzijds gestimuleerd door beleid vanuit zowel overheid als zorgverzekeraars, maar vooral ook door het groeiende inzicht, dat hulp via internet een aantal unieke mogelijkheden biedt, die op positieve wijze bijdragen aan het bereik, de kwaliteit en de effectiviteit van de hulpverlening als geheel. Denk aan factoren als: Laagdrempeligheid, Anonimiteit, Het feit dat men de hulp kan ‘consumeren' vanuit de eigen, beschermende leefomgeving op het moment van eigen voorkeur. Kans Rubicon zoekt steeds naar manieren om hulpzoekenden te bedienen op een wijze die zo goed mogelijk bij hen aansluit. Graag gaan we mee met de noviteiten die de huidige tijdsgeest van digitale mogelijkheden biedt. Nieuwe trends en ontwikkelingen hebben steeds onze aandacht. We denken ook aan hulpzoekenden die de stap naar traditionele jeugdzorg niet durfden of konden maken. Schaamte of tijdgebrek speelden voor hen een rol, die kan verminderen of verdwijnen wanneer online hulp kan worden gezocht en geboden. Doel Rubicon start daarom met een pilot Online hulpverlening. We willen vooral doen en ervaren en bekijken wat aansluit bij hulpvragers. Ook willen we zicht krijgen op de specifieke vaardigheden die onze medewerkers nodig hebben en hierin ondersteunen als dat nodig is. We willen een kwaliteitsverbetering van ons hulpaanbod tot stand brengen, inspelen op nieuwe ontwikkelen en aansluiten bij de vraag van hulpzoekenden. Meer weten? Zoekt u hulp en wilt u deelnemen aan onze pilot Online hulpverlening? Stuur dan een emailbericht aan [email protected] Heeft u een algemene of inhoudelijke vraag over onze pilot Online hulpverlening? Projectleider Carla Stals, bereikbaar via [email protected], vertelt u er meer over. Bent u geïnteresseerd in een ervaringsverhaal van onze eerste deelnemer aan de pilot? Klik hier om het te lezen. Rubicon: Training Nieuwe Autoriteit (NA) In het voorjaar 2014 start Rubicon in samenwerking met Vraagkracht* de tweede trainingsgroep Nieuwe Autoriteit. U kunt zich hiervoor nu al opgeven. Wat is Nieuwe Autoriteit? Nieuwe Autoriteit is een pedagogische basishouding met een krachtig antwoord op agressief en destructief gedrag, met een modern antwoord op èlke vorm van escalatie. Hoe langer hoe meer raakt dit gedachtegoed, dat door Haim Omer en zijn collega’s in Tel Aviv werd ontwikkeld, ook ingeburgerd in de Nederlandse (jeugd)-hulpverlening en het onderwijs. De concrete interventies bieden een praktische ondersteuning voor ouders en leerkrachten, waardoor zij weer in hun kracht komen te staan. Dit zogenaamde Geweldloos Verzet is dan ook als methodiek opgenomen in de databank voor effectieve sociale interventies van Movisie. Over de training in Nieuwe Autoriteit De training is opgebouwd uit de volgende elementen: Visie en principes van Nieuwe Autoriteit: de attitude van de hulpverlener/docent; Positioneren van aanwezigheid: waakzame zorg & de-escalerende zelfcontrole; Types escalaties en uitlokkende factoren; Openheid: doorbreken van isolement en verbinden met ondersteunende netwerken; Geweldloos Verzet als crisismanagement in de vorm van éénzijdige interventies (uitgestelde reactie, aankondiging, telefoonronde, sit-in, staking, verzoening etc.); Implementatie in de context. Gedurende de training gaat veel aandacht naar actief en activerend leren. Na iedere theoretische introductie wordt intensief gekeken naar de verwerking. Hiervoor worden de ingebrachte werksituaties en reflecties in verband gebracht met de aangereikte inhoud. Tijdens de training zullen de deelnemers regelmatig oefenen (o.a. in rollenspel) en er is tijd voor persoonlijke reflectie en bespreking van eigen voorbeelden. Het leren veronderstelt een engagement om bewust naar het eigen functioneren te kijken. Tegelijkertijd zorgt de trainer voor een veilig en vertrouwd leerklimaat, waarin geoefend en geëxperimenteerd kan worden. Theorie, praktijk en persoonlijk proces worden zo met elkaar verbonden. Voor wie? Rubicon ontwikkelde deze training op maat voor teams uit de jeugdzorg, het welzijnswerk en het onderwijs. Basishulpverleners, stafmedewerkers, leerkrachten, zorgcoördinatoren en leidinggevenden zijn welkom. We hebben ervaren dat een ‘gedragen' aanpak vanuit de hele organisatie tot nog betere resultaten leidt. De groepsgrootte is beperkt tot 16 personen (2 trainers). U kunt ook voor een in company training kiezen, waarbij een verbeterde onderlinge afstemming tussen de deelnemers wordt bereikt en de slagkracht van het team aanzienlijk wordt verhoogd. Door wie? De trainer is een HBO+ geschoolde medewerker van Rubicon Jeugdzorg, met een brede werkervaring binnen de jeugdzorg. Ook vanuit Vraagkracht is een ervaren trainer aanwezig. Wat? Met de basisopleiding haalt u in een vierdaagse training de actuele en bruikbare methodiek Nieuwe Autoriteit in huis. Als extra service en ondersteuning bieden we gedurende het jaar waarin u de training volgt intervisiegroepen aan, waarin casuïstiek kan worden ingebracht vanuit de eigen werksetting. We zullen hierop reflecteren vanuit Nieuwe Autoriteit. Tijdens de training ontvangt u een reader. Na afronding ontvangt u een certificaat van deelname. Wanneer? Bij voldoende deelnemers zal de training in 2014 plaatsvinden op de volgende maandagen: 24 maart 9.30 uur – 16.30 uur; 31 maart 9.30 – 16.30 uur; 14 april 9.30 uur – 16.30 uur; 12 mei 9.30 uur – 13.00 uur (intervisie); 26 mei 9.30 uur – 13.00 uur (intervisie). Waar? Locatie nog te bepalen, in Noord- of Midden Limburg, of in company. Kosten De prijs voor de totale training bedraagt € 500,00 per persoon (bij voldoende deelname). In dit bedrag is tevens meegenomen dat u kunt deelnemen aan de intervisiegroep gedurende een jaar (eens per 6 tot 8 weken een bijeenkomst). De prijs voor een vierdaagse in company training, die helemaal aan uw wensen is aangepast, bedraagt € 3.500,00 bij een maximale groepsgrootte van 14 personen en 1 trainer. Informatie / aanmelden Voor meer informatie of aanmelden kunt u contact opnemen met Carla Stals via [email protected] Voor meer inhoudelijke informatie: www.newauthority.net Rubicon jeugdzorg T: 0475-588400 E: [email protected] I: www.rubicon-jeugdzorg.nl * Vraagkracht “is tien jaar geleden opgestart in de provincie Zeeland en heeft zich o.a. gespecialiseerd in deskundigheidsbevordering voor professionals. In de laatste jaren heeft Vraagkracht trainingen, workshops, bijscholingen en andere werkzaamheden verzorgd in vele organisaties, in en buiten de provincie Zeeland.” www.vraagkracht.nl Cliënten Terugblik brainstorm over digitale kansen voor de jeugd Op 17 december 2013 kwamen in Tilburg 35 jongeren, studenten, ouders en professionals samen om te brainstormen over digitale kansen (digitale innovatie) voor de jeugd. Van deze bijeenkomst is een geweldig en inspirerend verslag gemaakt. Nieuwsgierig? Lees het impressieverslag of neem contact op met Olga van Keulen. Bron: K2 Zonder geïnformeerde en betrokken burgers geen succesvolle decentralisaties Zijn cliënten en burgers voldoende geïnformeerd en worden ze goed betrokken bij de decentralisaties? Het succes ervan veronderstelt immers dat burgers meer zelfredzaam zijn, meedoen in de maatschappij en meepraten over het beleid. Hoe denkt Henk Beltman (regio-adviseur en kennismakelaar Aandacht voor Iedereen) over de toekomst van cliëntenparticipatie? Lees hierover op de website van Movisie ...... Op 13 februari 2014 vindt het congres Burger- en cliëntenparticipatie Wmo 2015 plaats. Krijg antwoord op vragen als: wat zijn geschikte participatievormen en tools om burgers te betrekken? En welke innovaties zijn er om die burgerparticipatie optimaal te benutten?Klik hier voor meer informatie over het congres ...... Jongerenraden zijn belangrijk voor burgerschap Jongerenraden zijn belangrijk voor het burgerschap van jongeren. Dat concludeert Dana Feringa in haar onderzoek naar de functie van jongerenraden, waarop zij 23 januari promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam. Feringa concludeert dat de invloed van jongeren in jongerenraden waardevol is voor het bevorderen van burgerschap. Zij ziet burgerschap als een ambacht, dat jongeren kunnen aanleren door het gezamenlijk uit te voeren met volwassenen. Uit haar onderzoek blijkt dat jongerenraden niet altijd succesvol zijn. Zo zijn de onderzochte jongeren vaak beperkt in hun vertegenwoordiging tot hun eigen sekse, leeftijd, opleidingsniveau en culturele achtergrond en onderhouden zij nauwelijks contact met de jongeren die ze vertegenwoordigen. Feringa beveelt onder andere aan om te komen tot een gezamenlijke definitie van participatie en een duidelijke structuur binnen gemeenten, waarin volwassen begeleiders jongeren helpen om hun doelstellingen te bereiken. Voor dit onderzoek heeft Feringa 11 deskundigen geïnterviewd en 766 jongeren uit 24 jongerenraden een half jaar gevolgd in hun betrokkenheid bij lokale jongerenraden. Bron: Universiteit van Amsterdam Meer informatie Bericht UvA NJi-dossier Jeugdparticipatie: Cijfers Netwerkberaad jeugdbescherming nog niet ingevoerd Het netwerkberaad in de jeugdbescherming, waar de Tweede Kamer in een motie om had gevraagd, wordt voorlopig nog niet ingevoerd. Dat schrijft staatssecretaris Fred Teeven van VenJ in een reactie op de Kamerbespreking van de Wet herziening maatregelen kinderbescherming van 20 december. Teeven betwijfelt of netwerkberaad in de jeugdbescherming zonder problemen en budgetneutraal ingevoerd kan worden. Zijn twijfel werd mede gevoed door het advies van het Nederlands Jeugdinstituut. Dat concludeert dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat netwerkberaad, zoals dat bijvoorbeeld in Eigen Kracht-conferenties wordt uitgevoerd, leidt tot meer veiligheid, een kortere duur van ondertoezichtstellingen, minder uithuisplaatsingen of een kortere duur van uithuisplaatsingen. De staatssecretaris heeft onderzoeksbureau WODC opdracht gegeven om nader onderzoek te doen. In een aantal testregio's gaat het WODC in 2014 de effectiviteit van structurele inzet van netwerkberaad bij de start van een ondertoezichtstelling intensief monitoren. De uitkomsten van het onderzoek worden in het voorjaar van 2015 verwacht. Bron: Ministerie van Veiligheid en Justitie Meer informatie Kamerbrief Advies Nederlands Jeugdinstituut NJi-dossier Eigen Kracht: Praktijkvoorbeelden Betrek jongeren bij jeugdbeleid Esther Peeters woont in Eindhoven en is voorzitter van de koepel van jongerenorganisaties NJR (Nationale Jeugdraad). Zij mist in de discussie over het nieuwe jeugdbeleid het geluid van de jongeren zelf. Lees op de website van het Eindhovens Dagblad wat Esther hierover te vertellen heeft ....
© Copyright 2024 ExpyDoc