2014, Infobulletin 1 - Jeugdzorg in Limburg

2014, Infobulletin 1
Limburg
Midden-Limburg West: Proefproject met jeugd- en
gezinswerkers succesvol
De gemeenten Leudal, Nederweert en Weert willen investeren in het
versterken van de kwaliteit van de pedagogische leefomgeving en het realiseren
van een samenhangende zorgstructuur. In deze regio is daartoe in
november 2012 een pilot opgestart. De pilot generalisten loopt inmiddels
ruim een jaar. Met de input van alle betrokken partijen en de cijfermatige
gegevens uit de registratiesystemen van de pilot en haar partners, maken de gemeenten de
balans op.
[lees verder]
Noord-Limburg: Jeugdzorg, het kan en moet anders!
Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. In Noord-Limburg
bereiden de gemeenten zich zoveel mogelijk in samenwerking op deze nieuwe taak voor.
Deze samenwerking heeft nu geresulteerd in het ‘Regionaal Beleidskader Jeugd NoordLimburg 2015-2018’. Hierin staan de kaders beschreven waarbinnen de gemeenten invulling
gaan geven aan de Jeugdzorg en welke resultaten ze willen bereiken. Twee belangrijke rode
draden in het plan: ‘het gezin heeft de regie’ en ‘het gezin ondersteunen’.
Uitgangspunt in de Jeugdzorg in Noord-Limburg is en blijft ook in de toekomst dat kinderen
alle ruimte krijgen om zich op een veilige manier te ontwikkelen en hun talenten te kunnen
ontplooien. Hierin spelen ouders als eerstverantwoordelijke de belangrijkste rol. De school,
de naschoolse opvang, de vereniging, de buurt en zorg- en welzijnsorganisaties zijn
belangrijke partners; samen leggen ze een goede basis voor een zelfstandig leven.
Het Beleidskader wordt binnenkort behandeld in de gemeenteraden van Venray, Beesel,
Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo. De gemeenten stellen dit
regionaal beleidskader Jeugdzorg vast voor vier jaar.
Bron: Omroep Venray
Afronding uitvoering motie gebouwenbestand jeugdzorg
De uitvoering van de door Provinciale Staten op 2 november 2012 aangenomen motie over
het gebouwenbestand jeugdzorg, is op 17 december 2013 afgerond.
De afronding gebeurde in overeenstemming met de besluiten die op 14 juni 2013 – bij de
behandeling van de Voorjaarsnota – door Provinciale Staten zijn genomen. Onderdeel van
het besluit was de beschikbaarstelling van een éénmalige provinciale bijdrage van € 7,5 min.
aan de drie provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders. Met de door de Provincie op 17
december 2013 vastgestelde subsidiebeschikkingen aan de jeugdzorgaanbieders
Mutsaersstichting, Rubicon en XONAR is aan de motie uitvoering gegeven.
Op basis van de door Provinciale Staten genomen besluiten is in samenspraak met de
jeugdzorgaanbieders tot een verdeling gekomen van het bedrag van € 7,5 mln. per instelling.
Voor de drie provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders gaat het concreet om een
bedrag van € 3,5 mln. voor XONAR, € 2,5 mln. voor Mutsaersstichting en € 1,5 mln. voor
Rubicon. Met deze bijdrage kan afwaardering plaatsvinden van een zestal locaties en (delen
van) instellingsterreinen. Deze afwaardering creëert een financiële basis om de
huisvestingsplannen van de respectievelijke jeugdzorgaanbieders te kunnen realiseren. Het
betreft de volgende zes locaties en (delen van) instellingsterreinen:
- Mariënwaard 5 te Maastricht (XONAR).
- Severenstraat 16 te Maastricht (XONAR).
- Zoetmanstraat 75 te Maastricht (XONAR).
- Postweg 88 te Venlo (Mutsaersstichting).
- Thornerweg te Wessem (Mutsaersstichting).
- Bergerweg 23 te Horn (Rubicon).
Mocht in een latere fase alsnog sprake zijn van verkoopopbrengsten van een van de
genoemde vastgoedobjecten, dan vloeien deze opbrengsten, na aftrek van de daaraan
verbonden kosten, revolverend terug in een fonds, dat vervolgens aangewend zal worden
voor toekomstige investeringsopgaven in de jeugdzorg. In de subsidiebeschikkingen aan de
jeugdzorgaanbieders is hieraan een termijn van vijf jaar verbonden. Spelregels voor het
huisvestingsfonds zullen op korte termijn worden uitgewerkt.
Bron: Provincie Limburg
Landelijk
'Lvb-jongere heeft ook vanaf 18 jaar steun nodig'
Expertisecentrum William Schrikker, Groot Emaus en de Eigen Kracht Centrale roepen de
politiek op om jongeren met een kinderbeschermingsmaatregel en een lichte
verstandelijke beperking (lvb) niet uit het oog te verliezen als ze 18 jaar worden en de
gedwongen hulpverlening hen los moet laten.
Jaarlijks worden ongeveer zesduizend Nederlandse jongeren met een lichte verstandelijke
beperking 18 jaar. Vanaf die leeftijd beslissen zij zelf of ze hulp willen of niet, ook als ze tot
dan toe gedwongen hulp kregen. De jongeren zijn vaak onvoldoende voorbereid op die
zelfstandigheid en raken door gebrek aan vaardigheden en ondersteuning snel in de
problemen. Enkele jaren later hebben zij vaak opnieuw hulp nodig.
In hun project Krachtplan 18+ werken de organisaties aan het instrument 18 Take Control,
dat jongeren helpt bij de voorbereiding op de overgang naar zelfstandigheid. Een
handreiking omschrijft hoe jongeren, hun netwerk en de gedwongen hulpverlening kunnen
samenwerking in de transitiefase. Met een documentaire, die op 3 februari wordt
uitgezonden, hopen de organisaties de maatschappelijke discussie over het onderwerp te
stimuleren.
Bron: William Schrikker Groep > NjI
Meer informatie


Bericht William Schrikker Groep
Trailer documentaire 'Het Leven Begint Bij 18'
'Samen Stevig Staan' helpt kind met beperking
Gedragsproblemen bij lvb-kinderen verminderen en de ouder-kindrelatie verbetert door
het toepassen van de interventie Samen Stevig Staan. Dat blijkt uit het onderzoek van
Hilde Schuiringa, waarop zij 20 januari promoveerde aan de Universiteit Utrecht.
Schuiringa onderzocht de effectiviteit van het interventieprogramma Samen Stevig Staan
voor kinderen van 9 tot 16 jaar met een lichte verstandelijke beperking (lvb) in combinatie
met gedragsproblemen. Het doel van de behandeling is het probleemgedrag van het kind te
verminderen door de opvoedingsvaardigheden van de ouders en de sociale vaardigheden en
probleemoplossende vaardigheden van de kinderen te trainen in groepsbijeenkomsten. Uit
deze studie blijkt nu de interventie daarin slaagt. Voor het promotieonderzoek namen zowel
ouders als kinderen deel aan de interventie, in een oudertraining en een kindtraining in een
groep.
Vergeleken met leeftijdsgenoten met een gemiddelde intelligentie hebben lvb-kinderen en jongeren een grotere kans op het ontwikkelen van gedragsproblemen, zoals agressief en
antisociaal gedrag.
Meer informatie



Bericht Universiteit Utrecht
NJi-databank Effectieve Jeugdinterventies: Samen Stevig Staan
NJi-dossier Licht verstandelijk beperkte jeugd: Wat werkt?
Bron: Universiteit Utrecht > NjI
Doel en effect van sociale wijkteams vaak onduidelijk
Gemeenten rekenen sociale wijkteams vooral af op kostenvermindering. Of ze inhoudelijk
effectief zijn, wordt nauwelijks aangetoond. Dat blijkt uit onderzoek van Vasco Lub
(Bureau voor Sociale Argumentie) en Silke van Arum (Movisie).
Lees hier het artikel op de website van Zorg en Welzijn
Jeugdzorg neemt initiatief aanpak slachtoffers loverboys en
mensenhandel
De jeugdzorg maakt zich zorgen over de aanpak van loverboy- en
mensenhandelproblematiek in Nederland. Al jaren is een cijfermatige toename in het
aantal slachtoffers te zien. Door gebrek aan onderzoek en kennisdeling weten we niet hoe
effectief de huidige aanpak is. Daarom stelt de sector een commissie in die op korte
termijn op een aantal punten vooruitgang moet boeken.
Binnen de zorg voor jeugd (ggz, jeugdzorg, jeugdzorgplus, awbz) en bij andere organisaties
die zich bezig houden met het signaleren en begeleiden van slachtoffers is veel kennis en
kunde over loverboy-problematiek aanwezig. Deze expertise is echter versnipperd en wordt
onvoldoende structureel benut. Registratie, monitoring en effectmeting vindt nagenoeg niet
plaats. Om eerder te kunnen ingrijpen en herhaald slachtofferschap te voorkomen is
onderzoek en nog meer aandacht voor preventie, vroegsignalering en nazorg van groot
belang.
Gezien de omvang van de problematiek pleit de jeugdzorg sector er voor zo snel mogelijk te
beginnen met het verwezenlijken van verbeteringen. Dat kan niet alleen vanuit de
jeugdzorgsector, dat vraagt om een brede benadering. De sector neemt hierbij het initiatief
en de verantwoordelijkheid om samenwerking met anderen nog beter te coördineren en
deze te verbinden met de transitie binnen de jeugdzorg.
Een landelijk expertisecentrum van waaruit gericht onderzoek wordt verricht, waar
kennisbundeling en kennisdeling plaatsvindt waardoor best practices omgezet kunnen
worden naar algemeen practice zou een aanzet voor een oplossing zijn om zorg voor
slachtoffers te verbeteren en tot een effectievere aanpak van daders te komen.
Het huidige Expertise Centrum Kwetsbare Meiden, waarbij inmiddels vele organisaties en
professionals zijn aangesloten zal daarom worden versterkt en het (virtuele) knooppunt van
alle activiteiten worden. Alle zorg voor jeugdpartners worden van harte uitgenodigd zich aan
te sluiten bij dit initiatief zodat ze betrokken zijn bij de ontwikkelingen en we elkaar met
kennis, kunde en ervaring kunnen versterken.
Commissie
Een door de sector ingestelde commissie zal op korte termijn met een uitwerking van
plannen komen. Deze commissie wordt gevormd door Ans van de Maat (Intermetzo), Lou
Repetur (MOVISIE), Renate de Vries (Jeugdhulp op Maat), en een vertegenwoordiger van
Fier! en Horizon. Daarnaast zal een onafhankelijke voorzitter worden benoemd. Deze
commissie wordt ondersteund door een netwerkteam bestaande uit een
vertegenwoordiging van verschillende justitiële organisaties.
Bron: Jeugdzorg Nederland
Senaat bezorgd over Jeugdwet
In de uitzending van Nieuwsuur van 31 januari jl. was een reportage te zien over de
nieuwe jeugdwet. Aan de orde komen de zorgen van de Eerste Kamer over de invoering
van de Jeugdwet. Verder is Nieuwsuur bij de Hoenderloo-groep waar jongeren met
ernstige problemen leven. Ook een gesprek met de kinderombudsman, die pleit voor een
langere overgangsperiode ......
Uitzending gemist? Kijk hier!
Van Rijn wacht debat jeugdzorg senaat af
Staatssecretaris Van Rijn begrijpt de zorgen van de Eerste Kamer over het onderbrengen van
de jeugd-ggz bij de gemeenten, maar zegt dat er genoeg waarborgen zijn ingebouwd om te
zorgen dat deze zorg toegankelijk blijft. Hij wacht het debat op 11 februari rustig af.
Aanvullende vragen zijn beantwoord; 1e Kamer kan
Jeugdwet op 11 februari behandelen
Het kabinet heeft de vaste commissie van de Eerste Kamer op 24 januari jl. antwoord
gegeven op aanvullende vragen over de nieuwe Jeugdwet. Ervan uitgaande dat de vragen
adequaat zijn beantwoord, zal de Jeugdwet op 11 februari aanstaande in de Eerste Kamer
worden behandeld.
De Eerste Kamer kreeg op 10 januari antwoord van het kabinet op vragen die zij in december
had gesteld tijdens een vergadering van de vaste commissie voor VWS. De memorie van
antwoord van het kabinet (een lijvig stuk van 116 pagina's) riep echter aanvullende vragen
op, onder meer over de privacy van ouders en kinderen, de uitvoeringskracht van
gemeenten, de jeugdpsychiatrie en een mogelijke overgangstermijn van drie jaar. Inmiddels
zijn ook deze aanvullende vragen beantwoord door het kabinet; zie het nadere memorie van
antwoord.
Zie ook: website eerste kamer
Bron:NjI, Eerste Kamer, Jeugdzorg Nederland
De KNAW spreekt zich krachtig uit over het
Jeugdwetsvoorstel
De KNAW, het genootschap van excellente wetenschappers uit alle disciplines en
regeringsadviseur over wetenschapsbeoefening heeft een brief geschreven waarin zij zich
uitspreekt over het wetsvoorstel Jeugdwet die waarschijnlijk op 11 februari a.s. door uw
Kamer behandeld zal worden.
De Raad voor Medische Wetenschappen (RMW) van de KNAW noemt de overheveling van
gezondheidszorg voor kinderen met psychische problemen in tegenspraak met de huidige
wetenschappelijke inzichten en schadelijk voor wetenschap en zorg in de hele psychiatrie.
Eerder noemden de kernhoogleraren psychiatrie in een open brief aan de Tweede en Eerste
Kamer dit wetsvoorstel in wetenschappelijk en medisch opzicht schadelijk.
De RMW van de KNAW geeft krachtige steun aan de petitie en vraagt de gezondheidszorg
voor kinderen met psychische problematiek verzekerd te laten. Hiermee sluit de KNAW aan
bij de al meer dan 80 organisaties en instellingen die de petitie ondersteunen.
Deze petitie is inmiddels ondertekend door meer dan 90.600 mensen. Tienduizenden
ouders, vele duizenden zorgprofessionals, huisartsen, kinderartsen, leerkrachten en meer
dan 1100 hoogleraren vinden dat gezondheidszorg voor kinderen met psychische
problematiek verzekerd hoort te blijven.
Helaas is er een error in de totaalteller van de petitie gekomen waardoor deze 3800
handtekeningen te laag wordt weergegeven. We hebben de websitebeheerder al gevraagd
dit te herstellen. Het echte aantal is aantoonbaar, de pagina met de lijst van alle
ondertekenaars geeft de juiste stand. Het zijn er dus echt meer dan 90.600.
Met vriendelijke groet,
De groep-petitiejeugdggz













Menno Oosterhoff, kinder- en jeugdpsychiater en manager inhoudelijke zaken Jonx
Peter Dijkshoorn, kinder- en jeugdpsychiater lid Raad van Bestuur Accare
Inge van Balkom, kinder- en jeugdpsychiater en directeur behandelzaken Jonx
Birsen Basar, schrijfster en spreker met autisme
Swanet Woldhuis, directeur van de landelijke oudervereniging Balans
Carsten Lincke, kinderarts bij het Maasstadziekenhuis in Rotterdam en opleider
Kindergeneeskunde
Arga Paternotte, zelfstandig publicist en adviseur, aandachtsgebied kinderen met
leer- en gedragsstoornissen
Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders Online en auteur
Egbert Reijnen, voorzitter Raad van Bestuur Dr. Leo Kannerhuis, centrum voor
autisme
Prof. dr. Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan het LUMC,
hoogleraar forensische jeugdpsychiatrie aan de VU en directeur Patiëntenzorg van
Curium-LUMC
Prof. dr. Else de Haan, klinisch psycholoog en bijzonder hoogleraar Cognitieve
Gedragstherapie bij Kinderen en Adolescenten aan de Faculteit der Maatschappij- en
Gedragswetenschappen, voorzitter Landelijk Kenniscentrum Kinder- en
Jeugdpsychiatrie van de werkgroep Protocollaire Psychologische Behandelingen
Prof. dr. Ina van Berckelaer Onnes, hoogleraar orthopedagogiek in het bijzonder
m.b.t. kinderen met een ontwikkelingsstoornis
Prof. dr. Ido Weijers, bijzonder hoogleraar jeugdrechtspleging, politicoloog en
pedagoog
Kansen voor kinderen en jongeren in de opvang door
decentralisatie jeugdzorg.
Guusta van der Zwaart, clustermanager opvang bij de Tussenvoorziening in Utrecht, vertelt
in een interview over de kansen die de decentralisatie van de jeugdzorg biedt.
De decentralisatie van de jeugdzorg geeft gemeenten de mogelijkheden om een goed
samenspel tussen jeugdzorg en maatschappelijke opvang te realiseren. Dit is nodig, want in
de maatschappelijke opvang bevinden zich jaarlijks ruim 14.000 kinderen en jongeren tot 23
jaar. Voor jonge kinderen geldt dat zij met hun ouders –veelal hun moeder- meekomen naar
de opvang. De problemen die leiden tot dakloosheid geven op zichzelf al een onveilig gevoel
en eenmaal met alle problemen in de opvang aangekomen is het voor ouders moeilijk om
zelfstandig een veilig en positief opvoedklimaat te creëren. Ondersteuning vanuit de
jeugdzorg is hierbij gewenst.
Guusta van der Zwaart, clustermanager opvang bij de Tussenvoorziening in Utrecht, vertelt
in dit interview over de kansen die de decentralisatie van de jeugdzorg hiervoor biedt.
Jongeren die de jeugdzorg verlaten lopen soms een risico op dak- en thuisloosheid. Meer
dan de helft van de jongeren van 18-23 jaar in de maatschappelijke opvang heeft een
(recent) verleden in de jeugdzorg. De nieuwe jeugdwet biedt kansen ter verbetering,
bijvoorbeeld voor het organiseren van een soepele overgang na de jeugdzorg en het goed in
beeld houden van de jongeren na de jeugdzorg zodat snel geholpen kan worden als het mis
dreigt te gaan. Kijk hier voor andere aanbevelingen die naar aanleiding van het programma
1stapvooruit zijn gedaan voor het goed organiseren van de hulp aan deze jongeren.



Voor meer informatie over het programma, zie www.1stapvooruit.nl.
Of download direct de pdf 1Stap Vooruit - Ondersteuning.
Tussenvoorziening ontwikkelde ook boekjes voor kinderen in de opvang. Meer
informatie daarover in deze pdf.
Bron:Voordejeugd.nl
Gemeenten: kritiek op uitvoeringsbesluit Jeugdwet
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten maakt gebruik van de mogelijkheid om te
reageren op de consultatieversie van het besluit. "In zijn algemeenheid willen we
opmerken dat het concept-Uitvoeringsbesluit niet voldoet aan de verwachtingen van
gemeenten", schrijft de vereniging in een brief aan staatssecretarissen Martin van Rijn en
Fred Teeven.
De kern van de kritiek is dat de huidige regelingen te veel gekopieerd worden. Dit terwijl
gemeenten juist anders willen werken. Dat het Rijk het aan de lokale overheid laat en weet
te bezuinigen, dat is het probleem niet voor de VNG. Dat de landelijke overheid zich "op
detailniveau" blijft bemoeien met de Jeugdzorg is wel tegen het zere been.
Hulp aan vreemdelingen
Door de Jeugdwet moeten gemeenten jeugdhulp verzorgen voor rechtmatig in Nederland
verblijvende vreemdelingen. Vraag is dan wel: welke taken gaan wat dit betreft naar de
gemeenten en om hoeveel mensen en budget gaat het?
Dan zijn er nog minderjarigen die onrechtmatig in Nederland zijn. Ook wat deze groep
betreft is er nog best wat onduidelijk. Om hoeveel jongeren gaat het? Hoeveel budget is er
voor de hulp? De VNG wijst hierbij op de hogere kosten van verblijfsaccommodaties in
vergelijking met de pleegzorg. Het concept van het uitvoeringsbesluit stelt namelijk dat
opname in een pleeggezin zo veel mogelijk moet worden beperkt.
Eigenlijk hoort de verantwoordelijk voor vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf bij het
Rijk, is de conclusie. "De hoofdregel is dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor
statushouders."
Indiceren
In de Jeugdwet worden eisen gesteld aan de beschikbaarheid en relevante deskundigheid
van gemeenten als het gaat om het indiceren van de nodige hulp. "Naar ons oordeel treedt
de wetgever hier erg diep in de uitvoering en rijst de vraag hoe wenselijk dat is."
Nog een pijnpunt is de uitvraag van de minister van beleidsinformatie. Dit zou minimaal
moeten zijn maar is het niet, volgens de brief, waarin artikelsgewijs commentaar op de wet
wordt gegeven.
Financiën
"We willen nogmaals aandacht vragen voor de meest elegante oplossing voor de inning van
de ouderbijdrage: het direct toepassen van een korting op de kinderbijslag door de Sociale
Verzekeringsbank ter hoogte van de ouderbijdrage", is het advies. Dit zou in 2018 ingevoerd
kunnen worden. Verder is er nog onduidelijkheid rond de bijdrage van ouders als de hulp
aan hun kinderen buiten het gezin wordt geboden:




Welk bedrag wordt gekort?
Hoe wordt dit in de verdeling meegenomen?
Beweegt het mee met minder intramurale zorg?
Wie neemt de uitvoeringskosten voor zijn rekening?
AMHK
De regelgeving rond de Wijzigingen Besluit Maatschappelijke Ondersteuning (AMHK) zijn al
zeer gedetailleerd. Met het uitvoeringsbesluit wordt de ruimte voor gemeenten nog meer
beperkt. Verhoog de uiterste termijn voor het leveren van de jeugdhulp, is het appèl.
"Decentralisatie is loslaten in vertrouwen", besluit voorzitter van de directieraad Jantine
Kriens de brief.
De reacties van enkele tientallen andere organisaties op het Uitvoeringsbesluit zijn hier te
vinden >>
Bron: Gemeente.nu
Doorverwijzen jeugdzorg aan banden?
Huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten zullen zich moeten verantwoorden over
hun doorverwijsgedrag bij de ambtenaar van de gemeente. Ook kunnen ze niet meer vrij
doorverwijzen binnen de jeugdzorg. Dat blijkt -volgens Heleen Croonen en Lieke de Kwant
in Medisch Contact- uit het antwoord van minister Schippers van Volksgezondheid op
vragen van senatoren over het wetsvoorstel voor de nieuwe Jeugdwet:
Gemeenten moeten in gesprek met huisartsen die relatief veel doorverwijzen naar de dure
tweedelijns jeugdzorg, volgens het voorstel voor de nieuwe Jeugdwet. Senatoren zijn
bezorgd over de uitvoerbaarheid van deze nieuwe taak van de gemeente, zo blijkt uit extra
vragen die ze in aanloop naar het debat over het wetsvoorstel van de jeugdzorg hebben
gesteld. Huisartsen kunnen dit gesprek met de ambtenaar uit de weg gaan, door zich te
beroepen op de geheimhoudingsplicht.
De minister verwacht niet dat huisartsen dat zullen doen, zo blijkt uit haar antwoorden. De
doorverwijsgegevens zijn bedoeld als benchmark voor vergelijking tussen huisartsen
onderling en met andere gemeenten. De doorverwijsgegevens kunnen daarom
geanonimiseerd aan de gemeente worden verstrekt. Het kost huisartsen geen extra
administratie, omdat ze nu ook al aan zorgverzekeraars moeten doorgeven hoe ze
doorverwijzen, verwacht de minister. Een huisarts die veel doorverwijst, kan een
patiëntenbestand hebben waarin dat veel nodig is. Ook kan de gemeente huisartsen extra
steun aanbieden, door samenwerking met een sociaal wijkteam of een
praktijkondersteuner, aldus de minister.
Een ander heikel punt is dat de gemeente niet alle hulpaanbieders in de jeugdzorg zal
contracteren. Huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen mogen in het algemeen niet
meer doorverwijzen naar instellingen zonder contract. De minister ziet hier ook geen beren
op de weg. Gemeenten zullen de beste instellingen contracteren op basis van de
professionele standaarden, en de huisartsen zullen dezelfde criteria gebruiken bij het
doorverwijzen. De gemeente moet daarbij keuzevrijheid bieden aan de jeugdige en zijn
ouders, en kan over het algemeen niet volstaan met het contracteren van één aanbieder per
zorgvorm.
Wanneer een arts een uitzondering wil maken voor een bepaalde jeugdige, kan de nietgecontracteerde zorg toch worden verleend, bijvoorbeeld door het pgb te gebruiken voor de
vergoeding. Maar wanneer een arts dit structureel doet, gaat de gemeente hierover in
gesprek met de arts. Komen de partijen er niet uit, dan wordt een externe deskundige
ingevlogen. Als die de niet-gecontracteerde zorg overbodig vindt, houdt de vergoeding op.
Dit besluit kan worden aangevochten bij de bestuursrechter.
............
Bron (en meer achtergrondinformatie): Medisch Contact
Inspectie bereidt zich voor op invoering Jeugdwet
De Inspectie Jeugdzorg bereidt zich voor op de nieuwe taken die zij krijgt na de invoering
van de nieuwe Jeugdwet, zoals het behandelen van tuchtklachten en het opleggen van
bestuurlijke boetes aan instellingen. Dat meldt de Inspectie in haar Jaarwerkprogramma
2014.
De Inspectie houdt toezicht op het functioneren van jeugdzorginstellingen, doet onderzoek
naar calamiteiten en signalen van burgers en beroepskrachten en controleert of instellingen
toegezegde verbeteringen doorvoeren. Dit jaar besteedt de Inspectie extra aandacht aan
JeugdzorgPlus, de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen, en
kindermishandeling.
Samen met de inspecties op het gebied van Gezondheidszorg, Onderwijs, Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, en Veiligheid en Justitie houdt de Inspectie Jeugdzorg toezicht op de
effectiviteit van het jeugdstelsel als geheel. Daarbij letten de inspecties dit jaar in het
bijzonder op gezinnen met geringe sociale redzaamheid en op thuiszitters. Verder werken ze
samen aan de ontwikkeling van een toetsingskader voor de kwaliteit van het stelsel.
Bron: Inspectie Jeugdzorg > NjI
Meer informatie

Jaarwerkprogramma Inspectie Jeugdzorg
'Bezwaar JeugdzorgPlus tegen subsidiestop gegrond'
De VWS-commissie bezwaarschrift Awb adviseert staatssecretaris Martin van Rijn van
VWS om het bezwaar van JeugdzorgPlus-instellingen tegen het beëindigen van de
subsidierelatie gegrond te verklaren.
Van Rijn besloot in mei om de JeugdzorgPlus-instellingen vanaf 1 januari 2015 geen subsidie
meer te geven, met het oog op de transitie van de zorg voor jeugd naar de gemeenten op
die datum. De instellingen, die gesloten jeugdzorg aanbieden voor kinderen met ernstige
gedragsproblemen, maakten bezwaar tegen dat besluit. Ze stellen dat het onduidelijk is
welke consequenties het besluit voor hen heeft, omdat nog onduidelijk is hoe de gemeenten
de zorg gaan organiseren en financieren.
De commissie oordeelt dat de staatssecretaris geen enkele garantie biedt voor de
continuïteit van de infrastructuur, de activiteiten en de financiering van JeugdzorgPlus.
Daarom acht de commissie het beëindigingsbesluit onvolkomen en prematuur en het
bezwaar gegrond.
De staatssecretaris is niet verplicht het advies van de commissie over te nemen. Wel moet
hij een eventuele afwijzing goed motiveren.
Bron: Jeugdzorg Nederland; VWS-commissie bezwaarschriften Awb
Meer informatie



Bericht Jeugdzorg Nederland
Uitspraak VWS-commissie
NJi-dossier Transitie Jeugdzorg: Dekkend aanbod
Voor 28 februari duidelijkheid over BJZ
Gemeenten moeten voor 28 februari duidelijk maken hoe ze in de toekomst door willen
met de Bureaus Jeugdzorg. Is die duidelijkheid er niet, dan treedt een overgangsregeling in
werking en moeten gemeenten een budgetgarantie geven aan de BZJ van minimaal 80
procent van het budget in 2014.
Lees hier het hele artikel op de website van Binnenlands Bestuur.
Plan zelfredzaamheid dreigt regeldruk te vergroten
De kabinetsplannen om de zelfredzaamheid van burgers te vergroten kunnen op
gemeentelijk niveau veel extra regeldruk veroorzaken. Dat constateert het adviescollege
toetsing regeldruk Actal in een advies over het Wetsvoorstel versterking eigen kracht.
Lees het volledige artikel
Tips
Tot en met 4 februari: Week van het vergeten kind
Van woensdag 29 januari t/m dinsdag 4 februari 2014 is het weer de Week van het
Vergeten Kind. Een initiatief dat in 2011 is gestart met een dag waarop we (toen nog onder
de naam Guusje Nederhorst Foundation) voor de eerste keer aandacht vroegen voor de
situatie van kinderen in opvangcentra.
Lees het volledige artikel
Bron: Federatie Opvang > Movisie
Artikel: Privacy tot aan de voordeur
In de rubriek 'Opklaringen' van het NRC schrijft Marc Chavannes over een belangrijk
vraagpunt rond de nieuwe Jeugdwet, namelijk de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer.
Lees hier verder .....
Publicatie 'Aan de slag met sociale wijkteams'
Sociale wijkteams zijn in opmars. Door te werken met sociale wijkteams proberen
gemeenten aanbod en vraag van zorg in de wijk dichterbij elkaar te brengen, gebruikmakend
van de eigen kracht van burgers. Movisie geeft professionals en managers die (gaan) werken
in een sociaal wijkteam met deze publicatie een inkijk in de praktijk en leerervaringen.
Lees verder .....
Jeugdzorg Nederland: veel 'common ground' voor nieuwe
zorg voor jeugd
Jan-Dirk Sprokkereef (Jeugdzorg Nederland) roept alle partijen op om bij #Jeugdwet
'kaarten van de borst te halen'. ow.ly/sZHve
Boek: Mevrouw, mag ik bij u wonen?
Caroline Karssen, gedragswetenschapper bij Bureau Jeugdzorg Haaglanden, hield van 2010
tot 2012 een dagboek bij over haar werkzaamheden als gedragswetenschapper bij Bureau
Jeugdzorg Haaglanden. Ze beschrijft de dagelijkse praktijk in een bureau jeugdzorg, de
discussies met collega's, de dilemma's, de succesvolle en de minder succesvolle beslissingen.
Bestelinformatie
Werkvormen cliëntenparticipatie voor gemeenten
Gemeenten zijn hard bezig om de decentralisatie van de Jeugdzorg vorm te geven. Het
uitgangspunt daarbij is om zorg en ondersteuning zo dicht mogelijk bij ouders, kinderen en
jongeren te organiseren. Maar wat willen zij? Wat vinden zij belangrijk?
Hier vindt u een selectie verschillende werkvormen die gemeenten, organisaties en
instellingen kunnen gebruiken om hierover in gesprek te gaan met kinderen, jongeren en
hun ouders. De informatie die hieruit voortkomt is onontbeerlijk voor goed jeugdbeleid, het
passend maken van het hulpaanbod en het ondersteunen bij opvoedingsvraagstukken. Else
Boss (Movisie) heeft diverse bruikbare werkvormen nu handzaam gebundeld. De selectie en
beschrijving van de werkvormen is tot stand gekomen in samenwerking met de werkgroep
cliëntenorganisaties, onderdeel van de werkgroep Kwaliteit voor de Transitie van de
Jeugdzorg en in samenwerking met Zorgbelang Gelderland.
De werkvormen zijn grotendeels beschreven vanuit het perspectief van de gemeente. Ze zijn
zeker ook in te zetten voor een organisatie of instelling. De werkvormen zijn voorzien van
trefwoorden die aangeven voor welke vorm van participatie de werkvorm geschikt is, of
welke informatie verkregen kan worden. Voor veel werkvormen geldt echter dat zij op
verschillende manieren te gebruiken zijn, afhankelijk van de vraag die de gemeente of
organisatie heeft. Zo zijn werkvormen die ervaringen van cliënten in beeld brengen,
gebundeld in te zetten om inzicht te krijgen op instellingsniveau. Maar deze bundeling kan
ook aanleiding geven om beleid op gemeentelijk niveau te wijzigen.
Cliëntenparticipatie jeugdzorg
Participatievormen


Peer consultatie Raadplegen en adviseren, collectief, door doelgroep zelf,
beleidsvorming, beleidstoetsing, geschikt voor uitvoerend niveau en instellingsniveau
Visuele prikkelmethode Raadplegen, individueel en collectief, creatief, door
doelgroep zelf, beleidstoetsing, kwaliteit uitvoering, instellings- en gemeenteniveau










Schouw Coproduceren, collectief, beleidstoetsing en terugkoppeling, kwaliteit
instelling, uitvoerend niveau
Theater ter inleiding van discussie Raadplegen, collectief, creatief, beleidstoetsing en
terugkoppeling, kwaliteit uitvoering, instellingsniveau en gemeenteniveau
Spelvorm: Een steekje los? Een eigenwijs spel! Raadplegen, individueel,
beleidsvorming, kwaliteit cliëntniveau, uitvoerend niveau
Gespreksvorm de verbetermethode Adviseren individueel, door doelgroep zelf,
beleidsvorming, toetsing kwaliteit uitvoering, instellingsniveau en gemeenteniveau
Tea for two of pizzameeting Raadplegen, collectief beleidsvorming, toetsing kwaliteit
uitvoering, instellingsniveau en gemeenteniveau
Schadowing Raadplegen, individueel, beleidstoetsing, kwaliteit instelling, uitvoerend
niveau, relatie cliënthulpverlener
Focusgroep Adviseren, collectief, beleidstoetsing, terugkoppeling, beleidsvorming
Spiegelgesprek Raadplegen, collectief, beleidstoetsing, terugkoppeling, relatie cliënthulpverlener, uitvoerend niveau, instellingsniveau
Platform Adviseren, collectief, beleidsvorming, gemeenteniveau, instellingsniveau
Kidstour 3D Raadplegen, collectief, beleidsvorming of toetsing, instellingsniveau
Download

Download participatievormen clientenparticipatie inclusief nadere uitleg over de
werkvormen hier.
Bron: Voordejeugd.nl
Handreiking: '10 tips voor gemeenteraden bij de transitie
jeugdzorg'
In deze handreiking worden een aantal concrete aanbevelingen voor gemeenteraden
gepresenteerd in het kader van de transitie jeugdzorg.
In mei 2013 constateerde de Transitiecommissie stelselherziening jeugd (TSJ) dat
gemeenteraden in het algemeen nog onvoldoende in positie zijn om hun rol bij de transitie
jeugdzorg te pakken. In oktober 2013 stelden de rekenkamer(commissie)s van vier
Brabantse steden (Breda, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Tilburg,) vast dat de
gemeenteraden nog veel moeten ondernemen om voldoende toegerust te zijn voor hun
kaderstellende en controlerende rol.
Tijd dringt
Tegelijkertijd dringt de tijd. De Jeugdwet treedt naar verwachting op 1 januari 2015 in
werking. In dat geval dienen gemeenten begin 2014 hun beleidskaders jeugd vast te stellen.
Intussen wordt er tussen gemeenten al volop regionaal samengewerkt, zoals in de regionale
transitie-arrangementen. Gemeenteraden zijn hier niet vanzelfsprekend bij betrokken, zeker
niet kaderstellend – er lijkt een spanning tussen lokale kaderstelling en regionale
samenwerking. Ook het budgetrecht van de raad staat hierdoor onder druk. Daarnaast
moeten de raden rekening houden met de gemeenteraadsverkie-zingen op 19 maart 2014.
Kortom, er is op korte termijn voldoende werk aan de winkel voor gemeenteraden die een
serieuze rol willen spelen bij de beleidsvorming rond de zorg voor jeugd in hun gemeente.
Handreiking
In deze handreiking presenteren we een aantal concrete aanbevelingen voor
gemeenteraden. Deze ondersteunen u in uw rol rond de transitie jeugdzorg. De handreiking
is gebaseerd op het onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut uitvoerde voor de vier
Brabantse rekenkamer(commissie)s, en de aanbevelingen op basis van dit onderzoek
(Gilsing, 2013). Ook is gebruik gemaakt van het spoorboekje De raad in stelling dat de
griffiers van een aantal Drentse gemeenten in mei 2013 hebben opgesteld, en die betrekking
had op het hele sociale domein (Middelkamp, Gehrke en Fokkema, 2013).
De handreiking is geschreven door Rob Gilsing van Verwey-Jonker Instituut en Josee Gehrke
griffier gemeente De Wolden, bestuurslid VNG.
Bron: Voordejeugd.nl
Online programma helpt jongeren met negatief zelfbeeld
Het online zelfhulpprogramma 'Leer jezelf door een roze bril bekijken' helpt jongeren met
een negatief zelfbeeld om hun zelfbeeld te verbeteren. Het programma is ontwikkeld door
jeugdpsychiatrisch centrum Accare.
Het zelfhulpprogramma is te vinden op 99gram.nl, de jongerensite van Accare over eten,
gewicht en uiterlijk. 'Leer jezelf door een roze bril bekijken' is bedoeld om jongeren te
attenderen op hun goede eigenschappen en hen te leren omgaan met fouten en negatieve
gedachten. Daardoor krijgen ze een realistischer zelfbeeld en staan ze positiever in het
leven. Het programma is gebaseerd op positieve psychologie.
Het programma duurt zes weken, waarin jongeren opdrachten krijgen waarmee ze ongeveer
tien minuten per dag bezig zijn. Die kunnen ze zelfstandig maken, op ieder gewenst moment.
Ook kunnen ze een deskundige om hulp vragen.
Bron: Accare > NjI
Meer informatie



Bericht Accare
Programma 'Leer jezelf door een roze bril bekijken'
NJi-dossier Online hulp: Aandachtspunten bij online hulpverlening
Brochure Pleegzorg voor gemeenten
Gemeenten spelen vanaf 1 januari 2015 een belangrijke rol in de pleegzorg. Deze brochure
is bedoeld om gemeenten daarvoor de noodzakelijke informatie te geven.
Niet voor niets staat in de nieuwe Jeugdwet dat plaatsing in een gezinsverband in principe
de voorkeur heeft als kinderen voor kortere of langere tijd niet thuis kunnen opgroeien. Dit
past bij de hedendaagse inzichten over effectieve jeugdhulp: kinderen een zo normaal
mogelijke opvoeding geven in een gewoon gezin bij gewone liefdevolle ouders. Pleegzorg
past niet alleen goed bij de huidige pedagogische opvattingen en jeugdbeleid, deze vorm van
zorg is ook voordeliger dan residentiële zorg.
Pleegzorg wordt dan ook wel een parel in de jeugdzorg genoemd. Parels groeien weliswaar
vanzelf maar je kunt hun groei wel stimuleren door goede condities te scheppen. Daarin
hebben gemeenten vanaf 1 januari 2015 een belangrijke rol.
Deze brochure is bedoeld om gemeenten daarvoor de noodzakelijke informatie te geven. De
belangrijkste punten worden kort beschreven met een verwijzing naar relevante bronnen
voor meer informatie. Iedere sector heeft zijn eigen taal. Begrippen die veel gebruikt worden
in de pleegzorg, staan beschreven in de woordenlijst.
Bron: Voordejeugd.nl
Passend onderwijs: infographic voor ouders en brochure
voor leraren
Infographic
Passend onderwijs vraagt bereidheid van schoolbesturen om samen met ouders het beste
onderwijstraject voor ieder kind te bepalen. Het is daarom van belang dat ouders weten wat
er in het onderwijs verandert en hoe zij zich op die veranderingen kunnen voorbereiden. De
samenwerkingsverbanden en scholen zijn ervoor verantwoordelijk om ouders op een goede
manier te informeren. Om hen hierbij te helpen, maakte het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW) een infographic voor ouders. De infographic biedt ouders
informatie over wat er in het onderwijs verandert, wat ze zelf kunnen doen en waar zij
terecht kunnen voor meer informatie over de veranderingen.
Download de infographic/factsheet hier.
Brochure voor leraren
Voor leraren maakte het ministerie van OCW een brochure waarin op hoofdlijnen wordt
uitgelegd wat passend onderwijs inhoudt en hoe het wordt vormgegeven. Ook bevat de
brochure handige tips voor leraren en antwoorden op vragen als: blijft het speciaal
onderwijs bestaan, krijg ik in mijn klas veel meer leerlingen die extra ondersteuning nodig
hebben en zijn de bezuinigingen nu wel of niet van de baan? Alle scholen in het primair en
voortgezet (speciaal) onderwijs ontvangen de brochure in de tweede week van december
van staatssecretaris Sander Dekker. In de begeleidende brief roept Dekker scholen op om
met elkaar in gesprek te gaan over de vormgeving van passend onderwijs op de eigen
school.
Download de brochure hier.
Voor meer informatie kijk ook op passendonderwijs.nl.
Bron: Voordejeugd.nl
Factsheet wijzigingen jeugdwet
Het wetsvoorstel voor de Jeugdwet is gedurende de behandeling in de Tweede Kamer op
diverse punten gewijzigd, namelijk door 3 nota’s van wijziging en 19 aangenomen
amendementen. Daarnaast zijn 6 moties aangenomen. In het onderstaande overzicht
worden de wijzigingen en moties per kamerstuk vermeld. De gewijzigde versie van het
wetsvoorstel is te vinden op de website van de Eerste Kamer.
Let op: de memorie van toelichting bij het oorspronkelijke wetsvoorstel blijft ongewijzigd.
Voor de toelichting op wijzigingen kunt u in onderstaand overzicht via het
kamerstuknummer doorklikken naar het betreffende kamerstuk.

Download de factsheet hier (pdf)
Organisaties
WSG: Meer kinderen veilig thuis levert een
miljoenenbesparing op
Veiligheid van kinderen centraal , werken vanuit partnerschap met ouders en netwerk,
een planmatige, creatieve aanpak en een constructieve samenwerking met hulpinstanties
vanuit het gemeentelijk domein kenmerken het meerjarenprogramma Door Ontwikkeling
Delta (DOD) van de William Schrikker Groep. De eerste resultaten zijn veelbelovend: het
percentage uithuisplaatsingen is 30% lager. Een forse kostenbesparing!</strong
De William Schrikker Groep (WSG) is een landelijk werkende instelling voor
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Zij biedt hulp aan kinderen en ouders als er sprake
is van ernstige opvoedingsproblematiek en als het kind en/of de ouders een beperking
hebben. Binnen de Jeugdbescherming de groep met de meeste en chronische problemen.
Van april 2012 tot april 2014 voert de WSG in verschillende teams bij 400 nieuwe
ondertoezichtstellingen de doorontwikkelde werkwijze uit. De vigerende Deltamethode is,
mede vanuit de Vliegwielgelden[1] van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,
doorontwikkeld met effectieve elementen van “Signs of Safety”[2]. We organiseren zelf
familienetwerkberaden of zetten een Eigen Kracht conferentie in.
Een aanzienlijke besparing
Kinderen en hun ouders zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Niet voor alle kinderen is
thuis blijven wonen de beste optie. Echter uit huis plaatsen is lang niet altijd beter en
veiliger. Een uithuisplaatsing brengt vaak emotionele schade met zich mee. In DOD
onderzoeken we maximaal de mogelijkheden van veilig thuis wonen. Als we het effect van
het actuele resultaat van 30% minder uithuisplaatsingen kwantificeren betekent dit een
besparing van bijna 4 miljoen. Als we deze werkwijze landelijk uitvoeren, zal de besparing
fors toenemen.
Veiligheid blijft centraal staan
Ieder kind heeft het recht om veilig op te groeien. Wat is nodig om de gedwongen hulp te
beëindigen? Gedwongen hulp is zo kort als mogelijk, maar ook zo lang als nodig! Er is oog
voor alles wat goed gaat. Het is de motor voor verandering. Daarbij zijn we ook glashelder
over de risico’s voor het kind. “Dat ouders hulp accepteren is prachtig, maar niet voldoende.
We willen zo zeker als mogelijk weten dat het kind veilig is!”
Partnerschap met ouders en netwerk
Het werken aan een constructieve samenwerkingsrelatie met het gezin is cruciaal. We
zoeken naar manieren om de regie zo maximaal mogelijk bij ouders en het kind te laten. We
stimuleren ouders en kinderen om voor hen belangrijke personen uit hun familie en netwerk
te betrekken bij het oplossen van de zorgen. Inzet van familie en netwerk leidt vaak tot
snellere acceptatie van de problemen en het ondersteunt de draagkracht van het gezin. De
gezinsvoogd bewaakt de veiligheid en ouders en netwerk worden maximaal gevraagd om
eigen oplossingen aan te dragen
Een planmatige, creatieve aanpak
DOD wordt gekenmerkt door openheid en eerlijkheid. We praten in begrijpelijke taal over
concreet gedrag. Gezin en netwerk komen vaak op uiterst creatieve oplossingen. Binnen
maximaal 6 weken is er gezamenlijk een plan van aanpak en waar nodig een veiligheidsplan
gemaakt. In plaats van het kind uit huis te plaatsen als er sprake is van b.v. alcoholverslaving,
kan er ook voor gekozen worden dat mensen uit het netwerk 24 uur per dag in huis komen
wonen. Krachtige hulpmiddelen worden ingezet, zoals Words and Pictures en de Drie
Huizen.
[1] Investeringsbudget gericht op het verminderen en verkorten van de OTS en het
verminderen en verkorten van het aantal uithuisplaatsingen, dat in de toekomst leidt tot
besparingen in de Jeugdzorg
[2] Ontwikkelaars Signs of Safety: Andrew Turnell en Steve Edwards (Australië)
Bron: persbericht WSG
Rubicon: pilot online hulp
Online hulpverlening groeit steeds sneller. Deze groei wordt enerzijds gestimuleerd door
beleid vanuit zowel overheid als zorgverzekeraars, maar vooral ook door het groeiende
inzicht, dat hulp via internet een aantal unieke mogelijkheden biedt, die op positieve wijze
bijdragen aan het bereik, de kwaliteit en de effectiviteit van de hulpverlening als geheel.
Denk aan factoren als:



Laagdrempeligheid,
Anonimiteit,
Het feit dat men de hulp kan ‘consumeren' vanuit de eigen, beschermende
leefomgeving op het moment van eigen voorkeur.
Kans
Rubicon zoekt steeds naar manieren om hulpzoekenden te bedienen op een wijze die zo
goed mogelijk bij hen aansluit. Graag gaan we mee met de noviteiten die de huidige
tijdsgeest van digitale mogelijkheden biedt. Nieuwe trends en ontwikkelingen hebben steeds
onze aandacht. We denken ook aan hulpzoekenden die de stap naar traditionele jeugdzorg
niet durfden of konden maken. Schaamte of tijdgebrek speelden voor hen een rol, die kan
verminderen of verdwijnen wanneer online hulp kan worden gezocht en geboden.
Doel
Rubicon start daarom met een pilot Online hulpverlening. We willen vooral doen en ervaren
en bekijken wat aansluit bij hulpvragers. Ook willen we zicht krijgen op de specifieke
vaardigheden die onze medewerkers nodig hebben en hierin ondersteunen als dat nodig is.
We willen een kwaliteitsverbetering van ons hulpaanbod tot stand brengen, inspelen op
nieuwe ontwikkelen en aansluiten bij de vraag van hulpzoekenden.
Meer weten?
Zoekt u hulp en wilt u deelnemen aan onze pilot Online hulpverlening? Stuur dan een emailbericht aan [email protected]
Heeft u een algemene of inhoudelijke vraag over onze pilot Online hulpverlening?
Projectleider Carla Stals, bereikbaar via [email protected], vertelt u er meer over.
Bent u geïnteresseerd in een ervaringsverhaal van onze eerste deelnemer aan de pilot? Klik
hier om het te lezen.
Rubicon: Training Nieuwe Autoriteit (NA)
In het voorjaar 2014 start Rubicon in samenwerking met Vraagkracht* de tweede
trainingsgroep Nieuwe Autoriteit. U kunt zich hiervoor nu al opgeven.
Wat is Nieuwe Autoriteit?
Nieuwe Autoriteit is een pedagogische basishouding met een krachtig antwoord op agressief
en destructief gedrag, met een modern antwoord op èlke vorm van escalatie. Hoe langer
hoe meer raakt dit gedachtegoed, dat door Haim Omer en zijn collega’s in Tel Aviv werd
ontwikkeld, ook ingeburgerd in de Nederlandse (jeugd)-hulpverlening en het onderwijs.
De concrete interventies bieden een praktische ondersteuning voor ouders en leerkrachten,
waardoor zij weer in hun kracht komen te staan. Dit zogenaamde Geweldloos Verzet is dan
ook als methodiek opgenomen in de databank voor effectieve sociale interventies van
Movisie.
Over de training in Nieuwe Autoriteit
De training is opgebouwd uit de volgende elementen:






Visie en principes van Nieuwe Autoriteit: de attitude van de hulpverlener/docent;
Positioneren van aanwezigheid: waakzame zorg & de-escalerende zelfcontrole;
Types escalaties en uitlokkende factoren;
Openheid: doorbreken van isolement en verbinden met ondersteunende netwerken;
Geweldloos Verzet als crisismanagement in de vorm van éénzijdige interventies
(uitgestelde reactie, aankondiging, telefoonronde, sit-in, staking, verzoening etc.);
Implementatie in de context.
Gedurende de training gaat veel aandacht naar actief en activerend leren. Na iedere
theoretische introductie wordt intensief gekeken naar de verwerking. Hiervoor worden de
ingebrachte werksituaties en reflecties in verband gebracht met de aangereikte inhoud.
Tijdens de training zullen de deelnemers regelmatig oefenen (o.a. in rollenspel) en er is tijd
voor persoonlijke reflectie en bespreking van eigen voorbeelden. Het leren veronderstelt
een engagement om bewust naar het eigen functioneren te kijken. Tegelijkertijd zorgt de
trainer voor een veilig en vertrouwd leerklimaat, waarin geoefend en geëxperimenteerd kan
worden. Theorie, praktijk en persoonlijk proces worden zo met elkaar verbonden.
Voor wie?
Rubicon ontwikkelde deze training op maat voor teams uit de jeugdzorg, het welzijnswerk en
het onderwijs. Basishulpverleners, stafmedewerkers, leerkrachten, zorgcoördinatoren en
leidinggevenden zijn welkom.
We hebben ervaren dat een ‘gedragen' aanpak vanuit de hele organisatie tot nog betere
resultaten leidt.
De groepsgrootte is beperkt tot 16 personen (2 trainers). U kunt ook voor een in company
training kiezen, waarbij een verbeterde onderlinge afstemming tussen de deelnemers wordt
bereikt en de slagkracht van het team aanzienlijk wordt verhoogd.
Door wie?
De trainer is een HBO+ geschoolde medewerker van Rubicon Jeugdzorg, met een brede
werkervaring binnen de jeugdzorg. Ook vanuit Vraagkracht is een ervaren trainer aanwezig.
Wat?
Met de basisopleiding haalt u in een vierdaagse training de actuele en bruikbare methodiek
Nieuwe Autoriteit in huis. Als extra service en ondersteuning bieden we gedurende het jaar
waarin u de training volgt intervisiegroepen aan, waarin casuïstiek kan worden ingebracht
vanuit de eigen werksetting. We zullen hierop reflecteren vanuit Nieuwe Autoriteit.
Tijdens de training ontvangt u een reader.
Na afronding ontvangt u een certificaat van deelname.
Wanneer?
Bij voldoende deelnemers zal de training in 2014 plaatsvinden op de volgende maandagen:





24 maart 9.30 uur – 16.30 uur;
31 maart 9.30 – 16.30 uur;
14 april 9.30 uur – 16.30 uur;
12 mei 9.30 uur – 13.00 uur (intervisie);
26 mei 9.30 uur – 13.00 uur (intervisie).
Waar?
Locatie nog te bepalen, in Noord- of Midden Limburg, of in company.
Kosten
De prijs voor de totale training bedraagt € 500,00 per persoon (bij voldoende deelname). In
dit bedrag is tevens meegenomen dat u kunt deelnemen aan de intervisiegroep gedurende
een jaar (eens per 6 tot 8 weken een bijeenkomst).
De prijs voor een vierdaagse in company training, die helemaal aan uw wensen is aangepast,
bedraagt € 3.500,00 bij een maximale groepsgrootte van 14 personen en 1 trainer.
Informatie / aanmelden
Voor meer informatie of aanmelden kunt u contact opnemen met Carla Stals via
[email protected]
Voor meer inhoudelijke informatie: www.newauthority.net
Rubicon jeugdzorg
T: 0475-588400
E: [email protected]
I: www.rubicon-jeugdzorg.nl
* Vraagkracht “is tien jaar geleden opgestart in de provincie Zeeland en heeft zich o.a.
gespecialiseerd in deskundigheidsbevordering voor professionals.
In de laatste jaren heeft Vraagkracht trainingen, workshops, bijscholingen en andere
werkzaamheden verzorgd in vele organisaties, in en buiten de provincie Zeeland.”
www.vraagkracht.nl
Cliënten
Terugblik brainstorm over digitale kansen voor de jeugd
Op 17 december 2013 kwamen in Tilburg 35 jongeren, studenten, ouders en professionals
samen om te brainstormen over digitale kansen (digitale innovatie) voor de jeugd. Van
deze bijeenkomst is een geweldig en inspirerend verslag gemaakt.
Nieuwsgierig? Lees het impressieverslag of neem contact op met Olga van Keulen.
Bron: K2
Zonder geïnformeerde en betrokken burgers geen
succesvolle decentralisaties
Zijn cliënten en burgers voldoende geïnformeerd en worden ze goed betrokken bij de
decentralisaties? Het succes ervan veronderstelt immers dat burgers meer zelfredzaam
zijn, meedoen in de maatschappij en meepraten over het beleid. Hoe denkt Henk Beltman
(regio-adviseur en kennismakelaar Aandacht voor Iedereen) over de toekomst van
cliëntenparticipatie? Lees hierover op de website van Movisie ......
Op 13 februari 2014 vindt het congres Burger- en cliëntenparticipatie Wmo 2015 plaats.
Krijg antwoord op vragen als: wat zijn geschikte participatievormen en tools om burgers te
betrekken? En welke innovaties zijn er om die burgerparticipatie optimaal te benutten?Klik
hier voor meer informatie over het congres ......
Jongerenraden zijn belangrijk voor burgerschap
Jongerenraden zijn belangrijk voor het burgerschap van jongeren. Dat concludeert Dana
Feringa in haar onderzoek naar de functie van jongerenraden, waarop zij 23 januari
promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam.
Feringa concludeert dat de invloed van jongeren in jongerenraden waardevol is voor het
bevorderen van burgerschap. Zij ziet burgerschap als een ambacht, dat jongeren kunnen
aanleren door het gezamenlijk uit te voeren met volwassenen.
Uit haar onderzoek blijkt dat jongerenraden niet altijd succesvol zijn. Zo zijn de onderzochte
jongeren vaak beperkt in hun vertegenwoordiging tot hun eigen sekse, leeftijd,
opleidingsniveau en culturele achtergrond en onderhouden zij nauwelijks contact met de
jongeren die ze vertegenwoordigen. Feringa beveelt onder andere aan om te komen tot een
gezamenlijke definitie van participatie en een duidelijke structuur binnen gemeenten, waarin
volwassen begeleiders jongeren helpen om hun doelstellingen te bereiken.
Voor dit onderzoek heeft Feringa 11 deskundigen geïnterviewd en 766 jongeren uit 24
jongerenraden een half jaar gevolgd in hun betrokkenheid bij lokale jongerenraden.
Bron: Universiteit van Amsterdam
Meer informatie


Bericht UvA
NJi-dossier Jeugdparticipatie: Cijfers
Netwerkberaad jeugdbescherming nog niet ingevoerd
Het netwerkberaad in de jeugdbescherming, waar de Tweede Kamer in een motie om had
gevraagd, wordt voorlopig nog niet ingevoerd. Dat schrijft staatssecretaris Fred Teeven
van VenJ in een reactie op de Kamerbespreking van de Wet herziening maatregelen
kinderbescherming van 20 december.
Teeven betwijfelt of netwerkberaad in de jeugdbescherming zonder problemen en
budgetneutraal ingevoerd kan worden. Zijn twijfel werd mede gevoed door het advies van
het Nederlands Jeugdinstituut. Dat concludeert dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs
is dat netwerkberaad, zoals dat bijvoorbeeld in Eigen Kracht-conferenties wordt uitgevoerd,
leidt tot meer veiligheid, een kortere duur van ondertoezichtstellingen, minder
uithuisplaatsingen of een kortere duur van uithuisplaatsingen.
De staatssecretaris heeft onderzoeksbureau WODC opdracht gegeven om nader onderzoek
te doen. In een aantal testregio's gaat het WODC in 2014 de effectiviteit van structurele
inzet van netwerkberaad bij de start van een ondertoezichtstelling intensief monitoren. De
uitkomsten van het onderzoek worden in het voorjaar van 2015 verwacht.
Bron: Ministerie van Veiligheid en Justitie
Meer informatie



Kamerbrief
Advies Nederlands Jeugdinstituut
NJi-dossier Eigen Kracht: Praktijkvoorbeelden
Betrek jongeren bij jeugdbeleid
Esther Peeters woont in Eindhoven en is voorzitter van de koepel van jongerenorganisaties
NJR (Nationale Jeugdraad). Zij mist in de discussie over het nieuwe jeugdbeleid het geluid
van de jongeren zelf.
Lees op de website van het Eindhovens Dagblad wat Esther hierover te vertellen heeft ....