Verslag Plenaire

voorontwerp van
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
“De Prince”
verslag plenaire vergadering
8 juli 2014
Ruimte Vlaanderen
Gebieden en Projecten
Koning Albert II-laan 19 bus 11
1210 Brussel
Tel. 02 553 - Fax 02 553
[email protected]
Verslag
onderwerp
Plenaire vergadering
De Prince
Datum
8 juli 2014
aanwezig
Leni Demarest, Indra Lamoot (Agentschap voor Natuur en
Bos)
Robrecht Vermoortel, Chris Colaert (Departement Leefmilieu,
Natuur en Energie, dienst milieuvergunningen)
Ann Vansteenkiste, Kris Vercooren (gemeente Houthulst)
Elke Ramon (Departement Landbouw en visserij)
Matthias Dobbels (Deputatie van de provincie WestVlaanderen)
Beatrijs Aelterman, Griet De Mulder, Ariane
Delaere (Ruimte Vlaanderen)
afwezig met kennisgeving
Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Vlaamse Milieumaatschappij
3
Verslag van de vergadering door Ruimte Vlaanderen.
1.
Inleiding
Griet De Mulder, voorzitter, verwelkomt de aanwezigen en legt de structuur van de vergadering, met instemming van de leden, vast. Zij licht ook de procedure van de opmaak van
het GRUP en de plenaire vergadering toe en schetst tevens de rol van Saro (VCRO en
uitvoeringsbesluit 11 mei 2001 over de adviserende instanties).
Het verslag van de plenaire vergadering wordt binnen de 14 dagen op
www.grup.ruimtelijkeordening.be geplaatst waar ook het gewestelijk RUP terug te vinden
is. De aanwezigen hebben na de kennisname van het verslag 14 dagen de tijd om hierop
te reageren. Alle schriftelijk uitgebrachte adviezen worden integraal als bijlage bij het verslag gevoegd. Gelijktijdig met de uitnodigingen voor deze plenaire vergadering werd de
Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening (SARO) ook om advies gevraagd. Dit advies
wordt
verwacht
in
de
loop
van
augustus
en
zal
ook
op
www.grup.ruimtelijkeordening.be gepubliceerd worden.
Vooraleer de inhoudelijke bespreking aan te vatten geeft de voorzitter aan dat naar aanleiding van de plenaire vergadering door de gemeente Houthulst werd gemeld dat de gebruikte ondergrond voor het grafisch plan niet actueel is en niet overeenkomt met de eigendomsgrenzen van de landbouwer.
Door Ruimte Vlaanderen wordt aangegeven dat de gebruikte ondergrond het GRB
(grootschalig referentiebestand) betreft. Het betreft hier een materiële fout die ook inmiddels werd doorgegeven aan het AGIV. Er wordt voorgesteld om het grafisch plan aan te
passen aan de correcte eigendomsstructuur. De aanwezige instanties hebben geen fundamentele bezwaren tegen deze optie. Er wordt afgesproken dat dit gewijzigd plan als
bijlage bij het verslag op de website ter beschikking worden gesteld. In de zendbrief bij het
verslag zal expliciet de vraag naar alle instanties opgenomen worden om na te gaan of dit
plan hun standpunt over het voorontwerp van gewestelijk RUP wijzigt.
2.
Bespreking schriftelijke adviezen verontschuldigde instanties
De schriftelijke adviezen van de verontschuldigde instanties werden kort toegelicht en zijn
als bijlage bij het verslag gevoegd. Het advies van Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen
is gunstig. De VMM heeft geen bemerkingen op het voorliggend plan. De dienst Waterlopen van de provincie West-Vlaanderen vraagt aandacht voor sectorwetgeving (provinciale
verordening Baangrachten, buffervolume).
3.
Inhoudelijke bespreking adviezen
3.1 Wijzigend kader voor (stikstof)emissies
Het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, dienst Milieuvergunningen geeft een
gunstig advies maar maakt in het kader van recente ontwikkelingen met betrekking tot
milieu-emissies voorbehoud bij de toekomstig af te leveren milieuvergunning (gezien de
ligging nabij een speciale beschermingszone). Er wordt gevraagd om aan de eigenaar
duidelijk te maken dat voorliggend plan geen garantie biedt op het verlenen van een milieuvergunning. Het momenteel wijzigende kader voor het beoordelen van emissies kan tot
gevolg hebben dat bijvoorbeeld de momenteel ingetekende buffer niet langer zal volstaan.
3
4
Het Agentschap voor Natuur en Bos bevestigt dit standpunt maar stelt dat in het kader
van voorliggend plan enkel geoordeeld kan worden op basis van de momenteel geldende
normen die vertaald zijn in de goedgekeurde passende beoordeling. Met landbouwers die
door het wellicht strengere kader voor emissies getroffen zullen worden in hun bedrijfsvoering (en/of een bijkomend pakket milderende maatregelen zullen moeten nemen) zal
contact worden opgenomen eens op beleidsniveau meer duidelijkheid is over wat er concreet zal wijzigen. Er wordt wel aangegeven dat in afwachting van dit wijzigende kader
voorliggende procedure in het kader van continuïteit van het bedrijf best wordt verdergezet (gezien het lange voortraject dat reeds werd doorlopen).
Ruimte Vlaanderen stelt dat de procedure van voorliggend RUP zal worden verdergezet. Intussentijd is het wellicht aangewezen dat de betrokken administraties (ANB, ADLO)
eventueel samen met de gemeente contact opnemen met de landbouwer om de problematiek van in de toekomstig wijzigende normen voor stikstofemissies te bespreken.
3.2 Buffer
De gemeente Houthulst geeft een gunstig advies en vraagt om de op het plan ingetekende buffer (van 8 meter) te beperken tot een breedte van 4m. Dezelfde vraag wordt gesteld
door het departement Landbouw en Visserij. ANB wijst op het belang van deze buffer nabij het naastliggende natuurgebied (en speciale beschermingszones). De provincie WestVlaanderen suggereert om eveneens in de stedenbouwkundige voorschriften van de buffer garanties in te bouwen in functie van de effectieve realisatie ervan.
Door Ruimte Vlaanderen wordt aangegeven dat de breedte van de buffer werd bepaald
op basis van de dubbele voorwaarden uit de passende beoordeling met name: een buffer
met een breedte tussen 3 en 5 meter en een buffer met hoogstammig en opgaand groen
(voldoende massa). Er wordt door de aanwezigen ingestemd met het versmallen van de
buffer tot 4 meter in combinatie met een bijkomende omschrijving van de buffer (voldoende massa/volume) in de stedenbouwkundige voorschriften.
3.3 economische mogelijkheden
De deputatie van de Provincie West-Vlaanderen verwijst naar haar schriftelijk advies en
haalt aan dat de huiskavel voldoende ruim moet zijn om een toekomstgerichte uitbouw
van het landbouwbedrijf mogelijk te maken en te behouden. Er wordt eveneens aangehaald dat er nog gebouwen in de omgeving zijn die een gelijkaardige oplossing nodig
hebben. Er wordt eveneens gesuggereerd om in de in de rood gearceerde zone de bouwhoogte op te trekken tot minimaal 1,5 m.
Ruimte Vlaanderen deelt de bezorgdheid over de uitbreidingsmogelijkheden van de
landbouwer (in het licht van de eerder gevoerde discussie betreffende de emissies). Voorliggend plan is het resultaat van een lang planningsproces dat zijn oorsprong vond in een
afgeleverd planologisch attest en beperkt zich daarom tot de uitbreidingsmogelijkheden
van het bedrijf zelf. De mogelijkheden om de hoogte van de silo op te trekken zal worden
bekeken.
4.
Conclusie
Er wordt afgesproken dat alle instanties in reactie op het verslag nagaan of het gewijzigde
plan (ondergrond) hun vandaag voorliggend advies wijzigt of beïnvloedt.
De stedenbouwkundige voorschriften voor de buffer zullen worden aangepast.
5.
Bijlagen
Volgende schriftelijke adviezen werden voor of tijdens de plenaire vergadering bezorgd en
worden als bijlage bij het verslag gevoegd.
4
5
-
Vlaamse Milieumaatschappij
Onroerende Erfgoed West-Vlaanderen
Departement Duurzame Landbouw
Gemeente Houthulst
Deputatie provincie West-Vlaanderen
Als bijlage wordt eveneens het aangepaste plan toegevoegd.
5