Tracer april 2014 - Ben Tekstschrijver

henk berendse, parkinsonexpert
nummer 5 – april 2014
pagina 2
Arts-microbiologen ontleden mammoet
pagina 6
pagina 4
Het dossier:
Bevolkings­onderzoek
darmkanker
pagina 6
Van rommelige kelder tot
sfeervolle en open ruimte
pagina 7
De ontmoeting: ‘De intermenselijke
relatie blijft het belangrijkste’
De onthulling
Tracer op nieuwe
leest geschoeid
Het heeft iets meer dan een maand geduurd,
maar hier is ie dan: de gloednieuwe Tracer, vol
met verhalen, inkijkjes bij collega’s, opinies en
achtergronden. In dit nummer bijvoorbeeld een
portret van parkinsonexpert Henk Berendse. Hij
durfde als eerste levensgroot op de voorpagina te
staan. Wie volgt?
In het hart van Tracer een dossier, deze keer over
het bevolkingsonderzoek darmkanker. De afdelingen
mdl, heelkunde en pathologie hebben samen een
plan gemaakt hoe dit bevolkingsonderzoek binnen
VUmc gestalte gaat krijgen. Het is het eerste
bevolkingsonderzoek waar ook mannen voor worden
uitgenodigd en het zal uiteindelijk duizenden levens
redden.
In De ontmoeting tekent een journalist op wat
twee onbekenden tegen elkaar te zeggen hebben.
Dit past binnen het thema ‘Verbinding’ waarmee
Samen kiezen voor beter zich dit voorjaar
profileert. Pieter ten Brink, voorzitter van de
patiëntenparticipatieraad en vierdejaars student
Chiel Bakker wisselen gedachten uit over onder
andere de nieuwe media. Ook aanbevolen: Het
spreekuur, waarin een patiënt artsen alles mag
vragen wat hij of zij altijd had willen weten over een
aandoening.
Kortom, Tracer verschijnt minder vaak, maar is tot
de rand gevuld met interessante, spannende en leuke
verhalen (tenminste dat hopen we). Mocht iemand
suggesties hebben voor het mei-nummer dan hoort
de redactie dat natuurlijk graag. Onderwerpen zijn
welkom op [email protected].
Monique Krinkels
Eindredacteur Tracer
‘De meeste
studenten vinden
het zenuwstelsel
een ongelooflijk
saai onderwerp’
‘Het kwijtraken van de controle is voor
ic-patiënten bijzonder frustrerend’
Hoofd ic Armand Girbes over een elektronisch apparaatje waarmee patiënten die aan de beademing liggen
toch kunnen praten, Metro, 20 maart
tracer
Yessss! Vandaag de laatste #bestraling gehad
@VUmcAmsterdam Bedankt voor de super
behandeling! #top #feest #happy #carpediem
patiënt, 18 maart om 15.50 uur
volg ons ook op Twitter @VUmcAmsterdam
VUmc-ers
breien
mutsjes voor
prematuren
pagina 2
Intensive care // Maar liefst 491
babymutsjes zijn inmiddels naar
Malawi gestuurd en de mand die
ic-verpleegkundige Floor Berndsen
bij 7C neerzette, raakt steeds
voller. Ze zijn bestemd voor een
ziekenhuis in Blantyre, de tweede
stad in het zuidoost Afrikaanse
land. Jaarlijks worden er in dat
ziekenhuis zo’n tweeduizend
premature baby’s geboren,
waarvan er 180 overlijden, vooral
door onderkoeling. Baby’s verliezen
met name veel warmte via het
hoofdje. Berndsen riep daarom
alle VUmc-collega’s op mutsen te
breien.
meer informatie: [email protected] en https://www.facebook.com/pages/Mutsjes-voor-prematuren/432685650198292?ref=hl
Zomertijd goed voor het hart
Arts-microbiologen ontleden mammoet
Medische microbiologie //
Beladen met opslagpotjes met
dna van mammoetweefsel zijn
arts-microbioloog Dries Budding
(rechts) en Bas Wintermans,
aios bij medische microbiologie
en infectiepreventie, teruggekeerd uit Yakoetsk, Siberië.
In deze koudste stad van de
wereld namen zij deel aan
een groot wetenschappelijk
onderzoek aan een wolharige
tracer
13e jaargang nr 5, april 2014
Tracer is het medewerkersblad van
VUmc
eindredactie Monique Krinkels
redactie Caroline Arps, Dyske Beelen, Ellen van den Boomgaard, Bernie
Hermes, Edith Krab, Marcel Licher,
Marre Roozen, Marieke Schutte en
Jan Spee
redactieadviesraad Erik van Aalst,
Marcel van der Haagen, Inèz de Jonge,
Willy Schuppert en Cora Visser
redactiesecretariaat dienst
communicatie, kamer PK4X199, tst.
43444, e-mail: [email protected]
oplage 4.500
vormgeving De Ontwerperij,
Amsterdam
druk Boom+Verweij, Mijdrecht
Copyright © 2014 VUmc, Amsterdam Alle
rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave
mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij
elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van
de redactie.
mammoet, die in mei vorig jaar
in de regio werd gevonden. Ze
willen onder anderen weten
of de mammoet besmet was
met tuberculosebacteriën en
of het dna van deze bacteriën
vergelijkbaar is met die van de
menselijke ziekteverwekker.
Tot voor kort werd aangenomen
dat tuberculose via vee naar
prehistorische boeren is overgestapt, maar uit dna-onderzoek
bleek dat menselijke tuberculosebacteriën evolutionair ouder
zijn dan die van koeien. In de
botten van een negenduizend
jaar oude bizon die in dezelfde
tijd en hetzelfde gebied leefde
als mammoeten, is dna van een
tuberculosebacterie gevonden
die veel meer lijkt op de tuberculosebacteriën die mensen
ziek maakt.
De gevonden mammoet was
ongeveer zestig jaar oud toen
ze overleed en leefde 10.000
tot 15.000 jaar geleden. Omdat
ze in een plas water viel en
onmiddellijk bevroor, heeft het
spierweefsel de rode kleur van
vers vlees behouden. Wat extra
bijzonder is, is dat het karkas
vloeibaar bloed bevatte. Budding en Wintermans hebben
dna geïsoleerd uit darminhoud,
spier- en botweefsel en bloed
voor verder onderzoek. Ze
hopen hiermee meer te weten
te komen over antibioticaresistentie van de bacteriën.
eer weten? Lees het blog op
m
intranet/mammoet
Interventiecardiologie // Toen in de nacht van zaterdag
op zondag 30 maart de klok ’s nachts van twee naar drie
uur werd gezet, kreeg de biologische klok van de mens
een forse tik. We moeten wakker worden vóór onze
hersenen er klaar voor zijn, eten verwerken terwijl
het maag-darmkanaal nog rust en
bewegen vóór ons lichaam daar
aan toe is.
“Maar voor ons hart is
het goed dat de zomer
er weer aankomt”, legt
Alexander Nap, fellow
interventiecardioloog,
uit. “In de maanden
december en januari blijkt
de cardiovasculaire (cv)
sterfte op z’n hoogst, met
zo’n 10% van het totaal. Dit
neemt in de lente af en bereikt
een minimum in de maanden juli,
augustus en september, elk met zo’n 7,5% aan
cv-sterfte.” Oorzaak voor seizoensgebonden
sterfte is de temperatuur: naarmate het
kouder wordt, vindt er meer sterfte plaats.
Verlies van lichaamswarmte, versneld
metabolisme en vernauwde bloedvaten leiden
tot onvoldoende doorbloeding. “Ook de absolute
24-uursverschillen blijken van invloed. Hoe
groter de temperatuurdaling, hoe meer sterfte.
Het gaat daarbij vooral om het acute myocard
infarct en het herseninfarct.”
Bovendien blijken sommige dagen van de week
risicovoller dan andere. Mannen en vrouwen
onder de 65 jaar overlijden met name op maandag,
de zogenaamde monday blues. Voor mannen
zijn daarnaast zaterdagen gevaarlijk. “Deze
weekgebonden sterfte wordt toegeschreven aan
werk-gerelateerde stress op maandag en fysieke
inspanning/sport op zaterdag.”
Poëzieprijs uitgeloofd
Metamedica // VUmc start met een jaarlijkse poëzieprijs
rond het thema ziekte en gezondheid: de VUmc-poëzieprijs.
Een deskundige jury onder leiding van de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts zal de inzendingen beoordelen
en de beste bijdragen belonen met geldprijzen en met
opname in het boek ‘Reis door het lichaam’. De VUmc-poëzieprijs maakt deel uit van de traditie om aandacht te besteden
aan de relatie tussen literatuur en geneeskunde. Reflectie op
het handelen van artsen en verpleegkundigen is hierbij het
achterliggende doel.
Effectiviteit Mamakits onderzocht
Verloskunde // VUmc en Prezens starten een onderzoek
naar de effectiviteit van de internet zelfhulpcursus ‘Mamakits online’. Dit is een innovatieve zelfhulpbehandeling
voor zwangere vrouwen met depressieve en angstklachten.
Gebruikers van de cursus leren in een vijftal lessen zorgen
en problemen op een rijtje te zetten en te overwinnen.
Depressieve en angstklachten komen tijdens de zwangerschap regelmatig voor. Maar liefst 17 % van de vrouwen
heeft klachten en 12% voldoet daarbij aan de criteria voor
een depressieve of angststoornis.
meer informatie: www.literatuurengeneeskunde.nl.
In cijfers
Geweigerde opnames
tracer

In de Nederlandse ziekenhuizen is het sterftecijfer
voor mensen die overlijden aan urineweginfecties
gemiddeld 100, in VUmc slechts een derde.
Naast de kerncijfers
zijn er meer en
intrigerender gegevens
over wat er binnen de
organisatie gebeurt.


eer weten over de sterftecijfers?
m
Kijk op www.vumc.nl/sterftecijfers




gezocht
Foto Shutterstock
business
manager
De vacaturebank
P&O // Divisiebureau II/III
heeft een uitgelezen baan voor
iemand met humor, die ondernemend is, goed kan samenwerken, kritisch is, lef heeft en
over uitstekende communicatievaardigheden beschikt. De
nieuwe collega wordt projectleider voor het alliantiethema
vrouw-kindcentrum, maar zal
ook aan andere bedrijfsmatige
projecten werken. “Een interessante functie en de nieuwe collega wordt lid van een gezellig
team”, vertelt business manager Jan Peter Dijkstra. “We
werken hier in het divisiebureau II/III met twintig mensen.
We zijn hecht met elkaar, maar
we staan open voor nieuwe col-
lega’s. Elke maand organiseren
we een vrijdagmiddagborrel en
natuurlijk vieren we verjaardagen. Binnenkort hebben we
een teambuildingdag. Waar de
nieuwe college komt te zitten?
Tegenover mij, op kamer 5Z 192
in de polikliniek. Tenminste, tot
komende herfst, want dan gaan
wij ook over op het zogenaam-
de Topwerk, waarbij iedereen
een flexplek krijgt en dus
telkens met andere collega’s
op een kamer zit. En de koffie?
Op dit moment hebben we de
standaard automaat, maar ik
hoop dat we na de verbouwing
net zo’n mooie koffiemachine
krijgen als p&o op de vierde
verdieping.”
pagina 3



Acute opname
afdeling is een
blijvertje
Ben de Graaf // In maart werden na
één jaar acute opname afdeling (aoa)
de evaluatiecijfers bekend. Sinds
de start van de aoa hoefden veel
minder acuut opgenomen patiënten
wegens plaatsgebrek overgeplaatst
te worden naar andere ziekenhuizen. Dit aantal daalde maar liefst met
68 procent.
“De ingebruikname van de aoa is binnen VUmc de grootste verandering
rond de klinische patiëntenlogistiek
van de laatste tien jaar”, stelt Edwin
Pompe, zorgmanager van divisie 4 en
projectleider aoa. “Door concentratie
van acute bedden op de aoa is er
veel beter overzicht op de beschikbare capaciteit. Hierdoor hebben we
het afgelopen jaar 500 patiënten op
kunnen nemen die anders uitgeplaatst waren. De aoa heeft 24 bedden en werkt multidisciplinair aan
een snelle diagnostiek, kwalitatief
hoogwaardige zorg en doorplaatsing.
Mede hierdoor daalde de gemiddelde
ligduur voor deze patiëntencategorie
van 7,2 naar 6,1 dagen.”
Op de aoa liggen patiënten die normaliter naar een gewone verpleegafdeling waren gegaan. Ze verblijven
hier twee tot maximaal drie dagen.
De helft kan na de aoa naar huis, de
andere helft wordt overgeplaatst
binnen VUmc. Bijna driekwart van
de opgenomen patiënten ligt niet
langer dan twee dagen op de aoa.
“Steekproefsgewijze metingen laten
zien dat onze patiënten tevreden
zijn over de geleverde kwaliteit van
zorg.”
ook toe aan een nieuwe uitdaging? Klik op interne vacatures op intranet en wie weet vind je de baan van je leven.
Foto Peter Gerritsen
Wouter Bos
Van kaasschaaf naar scalpel
H
et afgelopen jaar hebben we in
ruilen de kaasschaaf in voor de chirurgische
ontschotten in plaats van het zetten van
VUmc met het oog op de begroting
precisie van een scalpel en gaan afdelings-
nieuwe schotten – ook niet makkelijk.
2014 al de nodige bezuinigingen op
overstijgend kijken naar de beste plekken
We hebben vier grote thema’s geselecteerd
moeten hoesten. Het was een noodzakelijk
om te bezuinigen.
waar we denken dat we ons op moeten
proces, maar niet altijd leuk. Het slechte
Dat kinkt mooi, maar makkelijk is het
concentreren; bijvoorbeeld omdat daar in
nieuws is dat we ook nog niet klaar zijn. Ons
niet. Het betekent bijvoorbeeld dat er op
andere umc’s goede ervaring mee is opge-
de ene plek wel bezuinigd gaat worden en
daan. Het gaat dan om inkoopvoordelen
de andere niet – een resultaat dat dan niet
(minder inkopen, later inkopen, goedkoper
bereikt en we hebben nu pas het
meteen met scheve ogen bekeken moet
inkopen), overheadreductie (centraal en
eerste jaar achter de rug.
gaan worden. Het kan ook betekenen dat
decentraal), kwaliteit van het medisch pro-
Het goede nieuws is, dat we het
we geen koninkrijkjes meer beschermen,
ces (bijvoorbeeld vermijden van onnodige
maar van iedereen vragen in termen van
diagnostiek) en operationele excellentie
voorlopige doel van 40 miljoen moet
uitgespreid over vier jaar worden
de komende jaren wel op
het grotere gemeenschappelijke belang
(bijvoorbeeld bij het plannen van capaci-
gaan proberen te
met ons mee te denken – iets wat vast en
teitsbenutting op allerlei plekken).
doen. Niet meer
zeker weer nieuwe eisen zal stellen aan
Maar het mag en moet ook gaan over de
met de kaasschaaf
bijvoorbeeld de relatie tussen afdelings-
kleine goudmijntjes. Waarom Bar-Le-Duc
bij iedereen langs
hoofden en divisievoorzitters. En waar
schenken als er niets mis is met het kraan-
om ongeveer het
we om medisch inhoudelijke redenen
water? Waarom luxe broodjes als je ook een
een andere manier
zelfde percentage
het liefst nog verder doorspecialiseren in
goed versierde boterham kunt voorzetten?
aan kostenreductie
allerhande kennis- en vaardigheidsgebie-
Ik hou me aanbevolen voor al jullie sug-
op te halen. Nee, we
den, vraagt deze benadering nu juist om te
gesties.
Energiecentrum
krijgt nieuwe
gasturbines
Energiecentrum // Er wordt hard
gewerkt aan de uitbreiding en
modernisering van de energiecentrale voor de opwekking van
noodstroom, elektriciteit, warmte
en kou. De nieuwe gasturbines
wekt met minder aardgas meer
energie op, met een hoger rendement, tegen lagere kosten en met
een lagere milieubelasting. Het
belangrijkste verschil met conventionele opwekking is dat de nieuwe
installatie warmte aan de uitlaatgassen onttrekt, die vervolgens
elders wordt gebruikt. Hierdoor
kunnen VUmc en VU 70 procent
van de opgewekte energie daadwerkelijk gebruiken. Het vervoer
en de plaatsing van de veertig ton
wegende turbines was een waar
huzarenstukje, dat heel vroeg in de
morgen plaatsvond.
Dossier bevolkings­
onderzoek darmkanker
tracer
‘Als iedereen elke twee
jaar meedoet aan de
screening, vinden we 80
tot 90% van de kankers’
pagina 4
Monique Krinkels // Jaarlijks krijgen meer dan 13.000 Nederlanders te horen dat zij darm­
kanker hebben en overlijden er 5.000 mannen en vrouwen aan deze ziekte. Vroege opsporing
vergroot de kans op genezing aanzienlijk, van 94% in stadium I tot 8% in stadium IV. Ook
is behandelen in een beginstadium veel goedkoper dan in een latere fase. Redenen te over
om dit jaar met een bevolkingsonderzoek darmkanker te starten. In VUmc werken de
afdelingen maag-, darm- en leverziekten, heelkunde en pathologie hierbij nauw samen.
Top 
 huidkanker
.
 borstkanker
.
 darmkanker
.
 longkanker
.
 prostaatkanker
.
Ingreep VUmc is een van de vier
ziekenhuizen in de Amsterdamse
regio waar patiënten terecht kunnen
als ze een tumor in hun dikke darm
of endeldarm hebben. “We werken
samen met het Amstelveense ziekenhuis Amstelland. Volgens Britse
cijfers zal zes tot zeven procent van
de mensen die een coloscopie hebben ondergaan, naar mij verwezen
worden voor verdere behandeling”,
aldus colorectaal chirurg, Jurriaan
Tuynman.
linkerkant zit. Zit de tumor rechts
dan is de ontlasting donkerder, omdat
het bloed inmiddels gestold is en dat
valt nauwelijks op. Het gevolg is dat
de tumor tegen de tijd dat een patiënt
bij mij komt al behoorlijk fors is. Ze
krijgen last van buikpijn en verstopping. Ik verwacht dat we dankzij het
bevolkingsonderzoek een verschuiving gaan zien naar patiënten met
een vroegcarcinoom. We krijgen
waarschijnlijk meer patiënten, maar
die zijn hopelijk beter te behandelen.”
“Darmkanker is de op twee na vaakst
gestelde diagnose van kanker. Alleen huidkanker en borstkanker
komen vaker voor”, aldus Jurriaan
Tuynman. “En alleen longkanker
is dodelijker. Dat komt omdat de
symptomen nauwelijks opvallen.
Soms wat helder gekleurd bloed bij
de ontlasting als de tumor aan de
Sneldiagnostiek
Tuynman is enthousiast over het
nieuwe zorgpad colorectaal carcinoom. “Dankzij sneldiagnostiek
krijgen patiënten binnen een week
te horen of ze een tumor hebben of
niet. En als dat nodig is, wordt er
meteen een afspraak gemaakt voor
de ingreep. De wachttijd is zo kort
mogelijk, om de periode van onzekerheid en angst te beperken.”
Voor het weghalen van de tumoren
in een vroeg stadium heeft Tuynman
nieuwe technieken tot zijn beschikking. “We starten een studie naar
behandelmogelijkheden waarbij we
de schade zoveel mogelijk willen
beperken. Een tumor in de endeldarm
willen we via de anus verwijderen.
Daarmee kun je de tumor beter weghalen, voorkom je zenuwschade en
bovendien herstelt de patiënt sneller.” Voor patiënten met een tumor in
de dikke darm is ‘single port’ laporoscopie mogelijk. “Omdat hierbij maar
één klein gaatje in de buik nodig is, is
de herstelperiode nog steeds tamelijk
kort. Bij moeilijk te verijderen tumoren laag in de endeldarm gebruiken
we de Da Vinci robot.”
Zijn fascinatie voor darmkanker
stamt al van voor zijn keuze voor
chirurgie. “Ik wilde mensen met
darmkanker genezen en om dat te
kunnen doen ben je als chirurg op
de juiste plek”, is zijn overtuiging. Hij
hoopt dat hij door het bevolkingsonderzoek er steeds meer patienten in
het eerste stadium van kanker zal
gaan zien, en minder in het stadium
dat de kanker al is uitgezaaid naar de
lymfeklieren of nog verder. De chirurgie is nog volop in ontwikkeling.
Nu geneest 60% van onze patienten
en we verwachten dat dat 70 tot 80%
wordt. Dat zou een mooi resultaat
van het bevolkingsonderzoek zijn.”
‘Verbeterde
screeningstest
in aantocht’
Met financiële ondersteuning van de Maag Le­
ver Darm Stichting en kwf werkt Gerrit Meijer,
hoofd pathologie, aan een nieuwe screenings­
test voor darmkanker. Deze moet de huidige
ifobt Gold op termijn vervangen. De nieuwe
test zou veel nauwkeuriger werken, zodat het
aantal patiënten met darmkanker met 35% extra
afneemt. Dat komt omdat het, in plaats van bloed
in de ontlasting, vaststelt of er bepaalde eiwit­
ten afkomstig van tumoren aan te tonen zijn.
“Met een geavanceerde techniek hebben we
meerdere eiwitten in ontlasting gevonden die
darmkankerpatiënten kunnen onderscheiden
van gezonde mensen”, aldus Meijer. “De eerste
studies laten zien dat we daarmee ook tumoren
kunnen opsporen die bij de huidig gangbare
hemoglobinetest nog een negatief testresultaat
opleveren. Deze resultaten willen we nu valide­
ren in een grote serie.”
Foto DigiDaan
‘Dankzij ons nieuwe
zorgpad kunnen we een
patiënt snel helpen’
‘We maken het d
zo comfortabel m
Coloscopie Darmkanker begint
meestal als een poliep. De meeste
poliepen zijn goedaardig en blijven
dat ook, maar de adenomen groeien
na gemiddeld tien jaar uit tot een
kwaadaardige tumor, die zich uiteindelijk via de bloedbaan of lymfeklieren kan uitzaaien. Endoscopist en
mdl-arts Sandjai Ramsoekh brengt
deze adenomen tijdig aan het licht.
Het ministerie van Volksgezondheid
nodigt dit
jaar 875.000
mensen
tussen de 55
en 75 jaar uit
om deel te
nemen aan
het bevolkingsonderzoek darmkanker. Naar verwachting zal zo’n zestig
procent van hen daadwerkelijk een
monster van hun ontlasting insturen.
Dat wordt onderzocht met de fob
Gold van de Italiaanse fabrikant Sen-
Negen van de
tien patiënten
met darmkanker
is 55 jaar of ouder
tinel. Deze test signaleert of er zich
hemoglobine in het monster bevindt
en wordt uitgevoerd in een van de
drie regionale klinisch-chemische
screeningslaboratoria. Bij een positieve testuitslag krijgen de deelnemers aan het bevolkingsonderzoek
een uitnodiging voor een coloscopie
in een ziekenhuis in hun omgeving.
“De coloscopieën voor het bevolkingsonderzoek mogen alleen
worden verricht in gecertificeerde
coloscopiecentra, zoals VUmc. Ze
mogen bovendien alleen worden verricht door endoscopisten die gecertificeerd zijn voor het bevolkingsonderzoek”, vertelt Sandjai Ramsoekh.
“De overheid heeft kwaliteitseisen
opgesteld voor zowel de coloscopiecentra als de endoscopisten. Zo
moet ik minstens 300 coloscopiën
per jaar uitvoeren, waarbij ik in meer
dan 95% van de coloscopieen de
endoscoop tot in het coecum opvoer
(de overgang van dikke naar dunne
darm). Bovendien moet ik meer dan
90% van de poliepen die ik ontdek
Verwachtingen

deelnemers: .
-jaarsoverleving nu: .
tracer
uitnodigingen: .

positieve test: .
coloscopie: .
CRC-kanker: .
.
uitnodigingen: ..
pagina 5
-jaarsoverleving met
screening: .
‘De ene poliep
is gevaarlijker
dan de andere’
deelnemers: ..
Diagnose “Onze werkwijze is
sinds kort helemaal afgestemd
op het bevolkingsonderzoek
darmkanker”, vertelt klinisch
patholoog Nicole van Grieken. “We
zijn samen met de afdeling maag-,
darm- en leverziekten met een
heel nieuw ict-systeem gekoppeld aan het landelijke ict-systeem voor screening. We hebben
daarvoor een speciale accreditatie van het rivm behaald.”
-jaarsoverleving
nu: .
positieve test: .
coloscopie: .
CRC-kanker: .
.
Waar tot voor kort de potjes met
poliepen samen met ingevulde
formulieren bij de medische administratie van pathologie binnenkwamen, arriveren de biopten
nu zonder papieren. De mma’s
controleren de gegevens die op
het label van het potje staan met
wat er in het digitale systeem is
opgeslagen. “mdl verstuurt alles
digitaal”, legt Nicole van Grieken
uit. Ze is gespecialiseerd in de
maag-darm-lever en gastrointestinale diagnostiek. “Mijn promotieonderzoek ging over maagkanker
en zo kwam ik met de pathologie
in aanraking. Achteraf gezien ben
ik blij dat het zo gelopen is. Het is
een mooi vak.”
De overstap naar digitaal werken is een project geweest dat
behoorlijk wat tijd gekost heeft.
“Maar dankzij de inspanning van
de afdelingen mdl en pathologie
samen met de afdeling ict hebben we nu voor het eerst digitaal order management voor de
pathologie operationeel in VUmc.
We hopen dat in de toekomst ook
andere afdelingen overstappen
op dit digitaal order management
systeem.”
-jaarsoverleving
met screening: .
de patiënt
mogelijk’
succesvol verwijderen. Zowel ik als
collega Hans Tuynman voeren de
coloscopieën voor het bevolkingsonderzoek uit.”
Ramsoekh kreeg al vroeg in zijn
loopbaan belangstelling voor darmkanker. “Ik heb tijdens mijn promotietraject in het Erasmus mc de pilotstudie voor het bevolkingsonderzoek
darmkanker in de regio Rotterdam
opgezet en het heeft me nooit meer
losgelaten. Over de oorzaken van
dikke darmkanker, tasten wetenschappers nog in het duister. “Er is
weinig onderzoek naar gedaan. Wel
komt het in Westerse landen meer
voor dan in bijvoorbeeld Azië, dus het
zou met onze levensstijl te maken
kunnen hebben. Het eten van rood
vlees lijkt de kans op darmkanker te
vergroten, maar over de invloed van
bijvoorbeeld vezelrijk voedsel is nog
weinig bekend. Vaak blijkt het ook
erfelijk te zijn. Bij zo’n 20% van de
patiënten heeft het een genetische
achtergrond.”
Patiënten die bij VUmc terecht
Mortaliteit
Aantal darmkankergevallen per jaar
ruim 13.000 en dit zal groeien naar
geschat 14.000 in 2015. Mortaliteit
ligt rond de 5.000 per jaar
30 dagen mortaliteit na resectie 4,8%
voor colon carcinoom en 2,6% voor
rectumcarcinoom
komen voor een coloscopie worden
goed begeleid. “We hebben speciaal
hiervoor een nieuw zorgpad ontwikkeld. Twee verpleegkundigen, Marianne Kooiman en Gaby Weijers, doen
de intakegesprekken en vertellen de
patiënt wat er precies gaat gebeuren.
Er is net een nieuw protocol opgesteld voor de sedatie, zodat het voor
de patiënt zo comfortabel mogelijk
verloopt.”
Natuurlijk is ook een coloscopie niet
geheel zonder risico’s. Bij het weghalen van een poliep kan een bloeding
ontstaan en zelfs, in het ergste geval,
de darmwand worden geperforeerd.
“Deze complicaties doen zich bij
twee op de duizend patiënten voor.
Meestal is dat tijdens de coloscopie
te herstellen, maar soms volgt een
ingreep door een colorectaal chirurg,
collega Jurriaan Tuynman.”
Overleving
 jaars-overleving: %
 jaars-overleving: %
 jaars-overleving: %,
 jaars overleving: %
Bevolkingsonderzoeken
start
uitnodigingen
deelnemers
Bloedonderzoek zwangeren
1969
187.000
99%
Downscreening
2007
187.000
25%
Echoscopisch onderzoek
2007
187.000
75-90%
Hielprikscreening
1974
185.000
99,8%
Gehoorscreening
2007
185.000
99,5%
Baarmoederhalskanker
1976
750.000
65%
Borstkanker
1988
1.200.000
80%
Darmkanker
2014
875.000
60% (?)
Zwangerschap
Pasgeborenen
Kanker
Veel soorten
Samen met vier collega’s controleert Van Grieken de poliepen die
mdl-artsen Sandjai Ramsoekh en
Hans Tuynman insturen. “Onder
de microscoop stellen we vast of
het om een adenoom gaat of dat
het een van de tientallen andere
soorten poliepen is. Ook tussen de
adenomen zelf zijn verschillende
typen te onderscheiden, waarvan
sommige een groter risico op
darmkanker vormen dan anderen.
En natuurlijk krijgen we de tumoren van gastrointestinaal chirurg
Jurriaan Tuynman toegestuurd
ter beoordeling.”
De pathologieverslagen worden
in het pathologie it systeem
gestructureerd opgeslagen en
automatisch doorgegeven aan het
centrale Colonis systeem van de
screeningsorganisatie. Kwaliteitsborging is een belangrijk aspect
van het bevolkingsonderzoek.
Voor de pathologie speelt Anne
Uyterlinde, regionaal coördinerend patholoog, daar een belangrijke rol in voor de hele regio.
Artsen laveren tussen
wensen gebruikers en eva
tracer
meer informatie over de eigenaren
en de validatie­sessies is te vinden
op intranet/eva. Ook is het via deze
site mogelijk zich te registreren
voor de eva-nieuwsbrief.
Marcia Sanderse // Honderden
medewerkers van VUmc en amc
beslissen samen over de algemene
procesinrichting van het epd, mét
beeld. Tien ‘eigenaren’ houden
de grote lijn in de gaten. Op 25
maart begonnen de zogenaamde
validatiesessies.
“Ik zie mezelf vooral als vertegenwoordiger van de gebruikers”,
zegt amc-internist Peter Bisschop,
die samen met zijn VUmc-collega
Erik Serné de inhoud van het
pagina 6
dossier onder zijn hoede heeft.
“Feitelijk ben ik een belangenbehartiger, van de doelen van het
programma eva, maar ook van de
gebruiker. En die zijn niet altijd
dezelfde.”
De balans vinden tussen een
goede werkzaamheid en wat
nodig is om bepaalde doelen te
kunnen bereiken, ziet Serné als
taak van zijn collega Bisschop
en hijzelf. Bisschop: “We moeten
bijvoorbeeld beslissen wat we
wel en niet opschrijven. Het moet
geen tekstbrij worden, zoals
de huidige epd’s soms zijn.”
Er zijn nog acht andere eigenaren aangesteld, steeds setjes
van een VUmc-er een amc-er die
verantwoordelijk zijn voor een
bepaald domein. Zo zijn er naast
het dossier van Serné en Bisschop
de domeinen ordenen, plannen,
medicatie en zorgadministratie. Alle afdelingsoverstijgende
keuzes die te maken hebben met
de inrichting van het epd zijn een
F o t o M a r k va n d e n B r i n k
H
‘Ze waren
verbaasd
over mijn
enthousiasme’
taak van de eigenaren. De tien
zullen dan ook veel aanwezig zijn
bij de validatiesessies.
Longarts Annemarie Becker is
samen met amc-vaatchirurg Ron
Balm eigenaar van ‘planning’.
“Epic biedt ons de mogelijkheid
voor een efficiëntere planning.
Maar hoe ver van tevoren mag
een afspraak van een patiënt worden ingeboekt? Nu is dat op veel
poliklinieken nog tot langer dan
et had niet veel gescheeld
of Parkinsonexpert Henk
Berendse (1962) was ‘gewoon’
dokter geworden. Noem het bureaucratie, noem het toeval, maar hij
kwam terecht in het fundamentele
onderzoek.
We schrijven midden jaren ’80.
Geneeskundestudent Henk Berendse
meldt zich in de Valeriuskliniek
omdat hij in afwachting van een plek
als coassistent alvast doctoraalexamen neurologie wil doen. Maar bij
het secretariaat neurologie willen ze
daar niks van weten. Hij moet eerst
maar eens een schriftelijk verzoek in
drievoud indienen. Gefrustreerd fietst
Berendse naar de afdeling anatomie
van de medische faculteit. Want neuroanatomie, de bouw van het zenuwstelsel, lijkt hem een goed onderwerp
voor een doctoraalscriptie. Met open
armen wordt hij ontvangen.
“Ze waren verbaasd over mijn
enthousiasme. De meeste studenten
vonden het een ongelooflijk saai
onderwerp.” Hij mag direct doorlopen
naar de kamer van afdelingshoofd
professor Loman, die hem een
opdracht geeft voor een literatuurreview. Nog geen jaar later – Berendse moet zijn doctoraalbul nog
in ontvangst nemen – begint hij aan
promotieonderzoek. “Dat was wel
grappig. Mijn kersverse collegaanatomen zaten in de zaal toen ik
mijn bul kreeg.” Die bul kreeg hij cum
laude. Net als achtereenvolgens zijn
artsenbul en doctorstitel.
een jaar.” Volgens Becker is het
een uitdaging “om niet vanuit het
bekende en emoties te beslissen,
maar om objectief tegen keuzes
aan te kijken.”
Het is de longarts duidelijk geworden dat het programma eva veel
meer is dan alleen een digitaal
dossier ontwerpen en inrichten.
“Het is ook een reorganisatie
van de logistiek in beide umc’s.
Spannend is en wordt het wel,
maar naast alle andere voordelen brengt het epd VUmc en amc
zeker dichter bij elkaar.”
Nog even stond Berendse in dubio of
hij het aanbod om te promoveren wel
moest accepteren. “Beste Henk”, zei
Loman, “je kunt nog zoveel andere
leuke dingen doen voor je dertigste
dan linea recta dokter worden.” Dat
trok hem over de streep. Spijt heeft
hij nooit gehad. Zijn promotieonderzoek zette hem op het spoor van de
aandoening die hem voorgoed zou
gaan fascineren.
Nu coördineert Berendse als hoogleraar neurologische bewegingsstoornissen al het onderzoek en de patiëntenzorg rond Parkinson aan VUmc en
is hij opleider van medisch specialisten. Enkele dagdelen per week houdt
hij een poli bewegingsstoornissen en
is hij dus toch ook ‘gewoon’ dokter.
Zijn droom? Inzicht krijgen in de oorzaken van individuele verschillen in
het ziektebeloop van Parkinson, want
“als je dat weet kun je elke patiënt
tijdig en effectiever behandelen.”
Zijn droom kost veel tijd. Maar af
en toe trekt hij – vader van twee
opgroeiende kinderen – een grens.
Dan roeit hij of speelt hij piano. En in
de trein leest hij een boek uit de grote
stapel die hij kreeg bij zijn oratie.
Hij is net begonnen in Exit Ghost
van Philip Roth, over een dolende
schrijver op leeftijd. Wat bezielt de
hoofdpersoon? Dat durft neuroloog
Berendse nog niet te zeggen. Het
boek komt pas aan de beurt na de
wetenschappelijke artikelen en
de mail. En de treinreis naar zijn
woonplaats Bussum is kort.
Het apparaat
Er staan ongeveer 19.000 geregistreerde
medische apparaten verspreid door
VUmc, van piepklein tot kamergroot en
van muisstil tot echte lawaaimonsters.
Wat doen deze hulpmiddelen precies en
waar worden ze voor gebruikt? Tracer
gaat op onderzoek uit.
Monique Krinkels // Wie bij een pipet aan
een glazen buisje met een rode ballonnetje
denkt, is niet erg bij de tijd. Tegenwoordig
is een pipet een tamelijk groot, grijs apparaat, dat met één druk op de knop precies
de ingestelde hoeveelheid vocht opzuigt
uit één of meerdere buisjes.
“In VUmc zijn heel veel pipetten in gebruik, maar hoeveel precies is niet in te
schatten”, weet Peter Groepenhoff, technicus support bij de laboratoriumgroep van
fysica en medische technologie. “Een deel
ervan, zo’n 800 pipetten per jaar, komt bij
mij voor kalibratie of reparatie. Onze taak
is vooral de logistiek. Bijna elke week gaat
er een zending naar vwr in Boxmeer en
komen er gekalibreerde exemplaren, met
F o t o M a r k va n d e n B r i n k
Het is grijs
en het klikt
certificaat, weer terug.”
De werking is simpel: de gewenste hoeveelheid vloeistof wordt via een draaiknop
ingesteld en wanneer de knop bovenop de
pipet wordt ingedrukt en langzaam weer
wordt los gelaten, creëert het apparaat
een vacuüm zodat de vloeistof wordt
opgezogen. Het ‘uitblazen’ gaat in omgekeerde volgorde. “Het schoonmaken van
de pipetten gebeurt door de afdeling zelf.
Logisch, want voor bloed heb je een ander
schoonmaakmiddel nodig dan voor radioactief materiaal.”
Kleine reparaties voert Groepenhoff zelf
uit, maar als dat niet mogelijk is, gaat de
pipet naar vwr.“En ik houd alles precies bij
in het logboek van de pipetten.”
“Nee, glazen buisjes met ballonnen gebruiken we al een jaar of dertig niet meer”,
vertelt Paul Eijk, onderzoeker bij pathologie. “We werken tegenwoordig met zulke
kleine volumes dat handmatig opzuigen
niet mogelijk is. De huidige pipetten zijn
nauwkeuriger en door gebruik te maken
van speciale pipettips, zijn ze beschermd
tegen kruiscontaminaties. Ik gebruik
meestal een mono-channelpipet voor ons
genetisch onderzoek. Hierbij analyseren
we met behulp van de Next-GenerationSequencing techniek, de genetische eigenschappen van een tumor.”
De ontmoeting
tracer
Samen kiezen voor
beter presenteert dit
voorjaar het thema
'Verbinding'. In dat kader
tekende Edith Krab
op wat twee collega's
elkaar te vragen hebben.
pagina 7
Chiel Bakkum
(Amsterdam, 1992) is
vierdejaars student
geneeskunde. Werkt
naast zijn studie mee
aan het project ­Mobile
Learning Initiative
(www.mlivumc.com)
Pieter ten Brink
­(Amsterdam, 1933) is
sinds 2011 voorzitter
van de patiënten­
participatieraad. Hij
werkte als docent
biologie aan een pedagogische academie en
daarna als directeur
van een apothekers­
assistentenopleiding.
F o t o M a r k va n d e n B r i n k
studeerde biologie,
‘De intermenselijke relatie
blijft het belangrijkste’
Pieter ten Brink: Het is de eerste keer
dat we elkaar zien, maar bij de eerste
handdruk en oogcontact klikt het
meteen. Ik weet dat het, ondanks ons
bijna zestigjarig leeftijdsverschil, een
interessant gesprek gaat worden.
meer weten:
intranet/samenkiezen-voor-beter
Je bent vierdejaars student genees­
kunde, waar ben je daarnaast mee
bezig, Chiel?
“We maken al het materiaal dat nu
nog in cursusklappers staat geschikt
voor de iPad. Op die manier heb je als
student altijd je studiemateriaal bij je,
kun je overal studeren; in de trein, in
de sportschool. En, heel belangrijk: het
is interactief waardoor je als student
uitgedaagd wordt om vragen te beantwoorden. We hebben bijvoorbeeld
‘sleepvragen’ gemaakt waarmee je
botten op de juiste plek in het lichaam
moet plaatsen. Bijna een spelletje,
waardoor studenten makkelijker
leren.”
Wij moesten bij biologie alle botten
zelf tekenen. Ik wilde arts worden,
maar had geen geld voor die studie,
want mijn vader overleed toen ik
twaalf was. Toen ben ik gymnastiek­
leraar geworden en met het geld wat
ik daarmee verdiende kon ik mijn
biologiestudie betalen. Hoe bewijs je of
deze nieuwe manier van leren werkt?
“De belangrijkste toets zullen de cijfers
zijn, gaan die omhoog? We hebben
een enquête gehouden hoe studenten
willen studeren, maar die is summier
ingevuld. Heeft u iets met de nieuwe
technieken, heeft u een iPad?”
Nee geen iPad. Twitteren en facebook
doe ik ook niet, maar ik mail wel.
Trouwens waar blijft bij deze studie­
methode de menselijke maat? Jullie
zien toch nog wel patiënten? Kan een
iPad mondelinge colleges overnemen?
“Al in het eerste jaar zien we tijdens
colleges patiënten. Ik ben het met u
eens, een goede docent met didactische kwaliteiten en enthousiasme voor
het onderwerp is onvervangbaar.”
Hoe eerder jullie met patiënten in
aanraking komen hoe beter.
“Daarom heb ik ook zo’n zin in mijn coschappen. Ik begin met interne genees-
kunde. Precies mijn interessegebied.
Hoe kijkt u aan tegen technologische
mogelijkheden van de toekomst, zoals
het implanteren van chips bijvoorbeeld
om uw gezondheid te kunnen volgen?”
Ik leef zelf dankzij de techniek, ik heb
een icd (inwendige defibrillator, red).
Maar voor mij blijft de intermenselijke
relatie altijd het belangrijkste.
“Helemaal mee eens, daar wil ik nog
wel eens met u over doorpraten.”
Leuk, ik geef je mijn kaartje.
“Hoeft niet hoor, ik zet uw gegevens in
mijn telefoon.”
Natuurlijk, zo doen jullie dat!
De metamorfose
Dankzij rustige
kleuren en materialen
én een uitgekiend
lichtplan is de
afdeling radiotherapie
het afgelopen jaar
omgetoverd tot
een sfeervolle
ruimte. Patiënten én
medewerkers voelen
Van rommelige kelder tot sfeervolle en open ruimte
zich prettig op de
geheel gerenoveerde
afdeling. Op 26 maart
werd de afdeling
officieel geopend door
Wouter Bos.
Jeroen Kleijne // “De oude afdeling
was onsamenhangend en rommelig,
met een allegaartje aan meubels en
kleuren en een onhandige indeling”,
legt projectleider Jan Wiefferink van
projectbureau huisvesting uit. “Voorheen hadden we bijvoorbeeld drie
losse wachtkamers”, vult Marilisa
Antonisse, stafadviseur kwaliteit en
zorg radiotherapie, aan. “Nu is het
meer één afdeling geworden, met de
balie als centraal punt. De bedden met
zeer zieke patiënten staan niet meer
achteraf, maar vlakbij de balie. Om de
bedden staan glazen wanden, die toch
genoeg privacy bieden.”
Omgetoverd
De enigszins sombere kelderruimte is
omgetoverd tot een sfeervolle en open
afdeling, met comfortabele banken
en aantrekkelijke zitjes. “Een sprookje
waarvoor de architecten van Ddock
de basis hebben gelegd”, zo omschrijft
Wiefferink de nieuwe afdeling radiotherapie. “Als je op -2 de lift uitstapt,
zie je zwevende blaadjes, takken, vilt,
zachte rustige kleuren... De donkere
en lichte kanten van het leven heb ik
vertaald in het lichtplan met duidelijke
contrasten: lichtvlekken op muren,
contrastrijke warme wachtkamerverlichting en dag- en kunstlicht over de
lijnen van geluiddempende panelen.”
Antonisse: “Het concept ‘bright site’ is
hier zeker van toepassing.”
Op 26 maart opende Wouter Bos de
gerenoveerde afdeling officieel, maar
de renovatie was rond de jaarwisseling
al voltooid. Medewerkers en patiënten
zijn positief. Antonisse: “Patiënten
herkennen de afdeling bij een controleafspraak niet meer terug; ze vinden dat
het er haast uitziet als een privékliniek.
De patiënten die wij behandelen zijn
erg ziek. Ondanks het feit dat ze hier
komen voor een zware behandeling,
ervaren ze deze ruimte als aangenaam
en rustgevend. Medewerkers hadden
vroeger wel eens het idee dat ze in een
bunker werkten, maar dat gevoel is
helemaal verdwenen.”
Het spreekuur
De achterkant
‘Nederland laat
besneden vrouwen
in de steek’
Monique Krinkels // Ze kan zich er behoorlijk over opwinden.
Het steekt gynaecologe Judith Dekker enorm dat Nederland zo’n
tweeslachtige houding aanneemt tegenover vrouwenbesnijdenis. In De achterkant legt ze uit waarom.
Foto’s Jean-Pierre Jans
I
Ursula Wopereis // In de rubriek
Het spreekuur wisselen specialist en patiënt van rol. Welke
vragen heeft Ilona Thomassen, voorzitter van de Patiëntenvereniging crps (Complex
Regionaal Pijn Syndroom), voor
Wouter Zuurmond (rechts),
anesthesioloog en hoogleraar
pijnbestrijding, en Roberto
Perez, uhd onderzoek pijn en
palliatieve zorg?
‘De pijn is zo erg als
de patiënt aangeeft’
Tips van Ilona Thomassen
Met een online vragenlijst kunnen patiënten het eerste consult
thuis voorbereiden. Dat komt de volledigheid ten goede.
Vraag patiënten waar onderzoek naar gedaan moet worden.
 Deel veelbelovende onderzoeksresultaten met het publiek en
patiëntenverenigingen.
Wouter, we zijn 25 jaar verbonden
in het crps-veld. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen geweest?
“crps wordt tegenwoordig erkend,
sneller herkend en de diagnose
is eenduidiger. De patiëntenvereniging heeft een belangrijke rol
gespeeld in het bij elkaar brengen
van alle betrokken specialismen en
het standaardiseren van de richtlijnen voor de diagnose. In het hele
land zijn spreekuren specifiek voor
crps-patiënten.”
Hoe stel je de diagnose en welke
behandeling kun je bieden?
“Veel patiënten hebben al een
behandeling gehad en gebruiken
opiaten. Als niets werkt komen ze
bij ons terecht. De patiënt ziet twee
artsen en een onderzoeker die,
onafhankelijk van elkaar, alle prognostische factoren in kaart brengen.
In onderlinge overeenstemming bespreek ik vervolgens met de patiënt
de behandelingsmogelijkheden
en verwijs ik eventueel naar mijn
online boekje Chronische pijn. We
bespreken het medicijngebruik en
bekijken stap voor stap welk middel
wél effect heeft. Vordert de behandeling niet, dan onderzoeken we in
overleg met de chirurg of neuroloog
wat we in het hele traject mogelijk
over het hoofd hebben gezien.”
Wat vinden patiënten volgens jou
het belangrijkst?
“Herkenbaarheid van de dokter,
vertrouwen en eerlijkheid. Daarnaast moet de arts de tijd nemen
en op voet van gelijkheid met de
patiënt communiceren.”
Wat is de beste zorg voor crps?
“Een eerste vereiste is effectieve
interdisciplinaire samenwerking,
met oog voor alle facetten en korte
lijnen tussen de behandelaars.
Met één hoofdbehandelaar, die als
spin in het web het overzicht
houdt, alle informatie krijgt en goed
bereikbaar is. Goede communicatie
is essentieel.”
Wat ik in jou waardeer is dat je
altijd zegt: de pijn is zo erg als de
patiënt aangeeft. Hoe ga je ermee
om als je niets meer voor een patiënt kunt doen?
‘Kan ik via de webcam
overleggen met mijn
behandelaar?’
“Dat is de beperking van de Pijnpoli.
Het merendeel van de patiënten
geneest, maar het percentage
patiënten waarvoor geen genezing is groeit. Als umc zou je deze
mensen eigenlijk moeten ontslaan
of terugverwijzen naar de huisarts.
Maar wat dan? Het is een dilemma
waar ik veel over nadenk.”
Roberto, je coördineert het trend
onderzoek naar crps in VUmc. Hoe
bepaal je wat je onderzoekt?
“Vanuit maatschappelijk perspectief willen we de patiëntenzorg
verbeteren. Juist omdat het om pijn
gaat kan dat alleen met het fiat en
de medewerking van de patiënt.
Daarom betrekken we de patiëntenvereniging ook expliciet bij ons
onderzoek. Naast basaal- en literatuuronderzoek doen we voornamelijk patiëntgericht klinisch onderzoek, met name naar de diagnostiek
en prognostiek en de effectiviteit
van behandelingen.”
Sommige patiënten houden een
pijndagboek en hun pijnscore bij
op een app. Kunnen die gegevens
worden toegevoegd aan het epd? En
kan ik via de webcam overleggen
met mijn behandelaar?
“Zodra VUmc overgaat op eva
wordt het mogelijk om alle relevante patiëntgegevens in het epd te integreren. Dat is de toekomst, maar
het proces is nog in ontwikkeling.
Omdat crps een breed spectrum
aan verschijnselen heeft willen we
mensen overigens altijd persoonlijk
zien. Webcamoverleg kan daar een
aanvulling op zijn.”
n Nederland wonen naar schatting bijna 30 duizend
vrouwen die besneden zijn en er zijn jaarlijks zo’n 40 tot
50 kinderen die risico lopen. Een verschrikking, vinden
wij en Nederland doet er alles aan om kinderen uit risicogezinnen te beschermen. Maar als een eenmaal besneden
vrouw voor hulp aanklopt, krijgt ze nul op het rekest. Een
hersteloperatie valt niet onder de zorgverzekering. Vandaar
dat Judith Dekker samen met plastisch chirurg Refaat Karim
van Kliniek Amstelveen en de gynaecologen Marieke Paarlberg van Gelre Apeldoorn, Caroline Vos van het St. Elisabeth
Ziekenhuis en Marga IJland van de Gelderse Vallei een
expertgroep heeft opgericht. Halverwege dit jaar hoopt het
vijftal het protocol ‘Reconstructieve chirurgie na vrouwelijke
genitale verminking’ te presenteren.
Vanwaar die belangstelling voor dit onderwerp?
“Bij VUmc zien we weinig besneden vrouwen, die vind je
eerder in een perifeer ziekenhuis.
Het is een cultuur­ Maar ik heb belangstelling voor
culturen en Marieke
schok wanneer ze andere
Paarlberg is een goede kennis. In
ontdekken dat wij Nederland denken we vaak dat
ze als slachtoffer
alleen vrouwen uit het Nijldal
besneden worden, maar er zijn heel
beschouwen
wat landen waar het voorkomt, ook
buiten Afrika. In India en Indonesië bijvoorbeeld en in Peru
en Colombia. Het heeft ook niets met godsdienst te maken. Er
zijn in Egypte mummies gevonden die ruim drieduizend jaar
voor de geboorte van Mohammed besneden waren.”
Het moet voor besneden vrouwen een cultuurschok zijn als ze
ontdekken hoe er in Nederland naar ze gekeken wordt.
“Zeker, dat is een van de problemen waarmee ze kampen.
In hun moederland is iedere vrouw besneden. Ze delen de
afschuwelijke herinnering aan de ingreep, maar zijn er
ook trots op, voelen zich rein en een goede toekomstige
echtgenote. Dat plassen, menstruatie en seks pijn doen is
‘normaal’. In Nederland heten ze opeens slachtoffer van
vrouwelijke genitale verminking. Ze kunnen er niet openlijk
over praten en het komt zelfs voor dat ze door artsen en
verpleegkundigen als rariteit worden gezien. Daar valt voor
studenten nog heel wat te leren.”
In Nederland is vrouwenbesnijdenis sinds 2000 een misdrijf,
maar de hulp aan deze groep is pas laat op gang gekomen.
“Er is door Pharos in samenwerking met andere
beroepsverenigingen in 2010 een
medisch protocol opgesteld, waarin
Verzekeraars
beschreven staat hoe we medische,
­vergoeden alleen
psychosociale en seksuologische
een ‘ernstige mis­
zorg kunnen verlenen. Ze komen
vorming die direct hier meestal alleen en vinden het
in het oog springt’ moeilijk om er over te praten. Wat
vooral van belang is, is duidelijk te
krijgen wat deze vrouwen precies nodig hebben. Hebben ze
pijnklachten? Hebben ze een kinderwens? Of willen ze een
reconstructie van hun geslachtsorgaan?”
Is dat mogelijk dan?
“Ja, Kliniek Amstelveen houdt zich daarmee bezig. De clitoris
is een groot orgaan, dat voor het grootste deel inwendig
zit. Dat kun je deels weer naar buiten halen. En ook de
schaamlippen kunnen worden hersteld. Refaat Karim is
in Frankrijk geweest bij de Franse arts Pierre Foldes die
de reconstructie bedacht heeft. Er zijn inmiddels dertien
vrouwen geopereerd. We zijn bezig met een protocol om
goede zorg te bieden. We willen dat de procedure goed
onderbouwd en geëvalueerd kan worden uitgevoerd.”
Nog maar dertien hersteloperaties?
“De hersteloperatie wordt in Frankrijk gewoon vergoed,
maar Nederlandse verzekeraars doen dat nog niet. Het
College voor Zorgverzekeringen (cvz) heeft herstel van
verminkingen weliswaar in het basispakket opgenomen,
maar definieert verminking als een ‘ernstige misvorming die
direct in het oog springt’. En dat is bij genitale verminking
natuurlijk niet het geval. Dat is zo onrechtvaardig. Alleen al
het herstel van de clitoris kost zo’n 3.500 euro, maar als ook
de schaamlippen moeten worden gereconstrueerd, kan dat
oplopen tot 5.000 euro. En deze vrouwen zijn vaak financieel
minder draagkrachtig. Daarom willen we deze zomer
extra aandacht vragen voor genitale reconstructie. Als je
vrouwenbesnijdenis als een misdaad beschouwt, hebben de
slachtoffers recht op hulp.”