Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma Onderwijs- en examenregeling BACHELORopleidingen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. B. Opleidingsspecifiek deel Bèta-gamma Studiejaar 2014-2015 1 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Eindtermen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Colloquium doctum Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen Artikel 3.4 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Onderwijseenheden Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.5 Keuzeruimte Artikel 4.6 n.v.t. Artikel 4.7 Volgordelijkheid tentamens Artikel 4.8 n.v.t. Artikel 4.9 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten Artikel 4.10 Maximale vrijstelling Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten Artikel 4.12 Graad 5. Keuzeruimte 5.1. Minoren 5.2 Keuzevakken 6. Honoursprogramma Artikel 6.1 Honoursprogramma 7. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies 8. Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling Artikel 8.2 Overgangsbepalingen Artikel 8.3 Bekendmaking Artikel 8.4 Inwerkingtreding 2 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen major: majorgids: Een major is een samenhangend programma, in een discipline, met een omvang van maximaal 84 EC. De major vormt het specialisatiedeel van de bacheloropleiding Future Planet Studies die studenten in het tweede en derde jaar van hun studie volgen. de studieplannen van de majoren zijn te vinden op www.student.uva.nl bij het opleidingsdeel van Bèta-gamma Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De opleiding Bèta-gamma CROHO-nummer 50250 wordt in voltijdse vorm verzorgd, en in het Nederlands uitgevoerd. 2. Een onderwijseenheid omvat 6 EC of een veelvoud daarvan. Onderstaande onderwijseenheden hebben een afwijkende omvang: - Wetenschapsfilosofie – Reflecties op Robuuste kennis: 3 EC - Logica: 3 EC - Van de Oerknal naar het Leven – Biologie: 3 EC - Van de Oerknal naar het Leven – Natuurkunde: 3 EC - Van de Oerknal naar het Leven – Scheikunde: 3 EC - Thema I: De Handelende Mens deel 1: 3 EC - Thema I: De Handelende Mens deel 2: 3 EC - Cognitie deel 2: 3 EC - Evolutionair Denken deel 2: 3 EC - Thema III deel 1: 2 EC 3. De opleiding kent in ieder geval de volgende afstudeerrichtingen (majoren): - Aardwetenschappen - Antropologie - Bedrijfskunde - Biologie - Bio-medische Wetenschappen (waarbinnen de keuzemogelijkheid Neurobiologie) - Brein en Cognitie en Psychologische Methodenleer (beide aangeboden binnen Psychologie) - Economie - Kunstmatige Intelligentie - Natuurkunde - Onderwijskunde - Pedagogische Wetenschappen - Planologie - Politicologie - Scheikunde - Sociale Geografie - Sociologie - Wijsbegeerte (richting Praktische Filosofie of Theoretische Filosofie) - Wiskunde 4. De afstudeerrichtingen zoals genoemd in lid 3 worden aangeboden voor studenten die in 2014-2015 en 2015-2016 met hun specialisatiefase beginnen. 3 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: - studenten op te leiden die kennis, vaardigheid en inzicht hebben om vraagstellingen zowel interdisciplinair als disciplinair te kunnen benaderen, en die zich door middel van verworven kennis en vaardigheden binnen een gekozen major gekwalificeerd hebben voor een vervolgtraject op masterniveau binnen en buiten de UvA - het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in de navolgende leden. 2. De afgestudeerde van de opleiding voldoet ieder geval aan de in artikel 2.2. genoemde eindtermen. Artikel 2.2 Eindtermen Kennis en inzicht 1. De student heeft kennis van de probleemstellingen, centrale concepten, modellen, methoden en technieken van de betrokken (alfa-,) bèta- en gammadisciplines, met name grondige kennis van de gekozen specialisatierichting (major); 2. De student is in staat systematisch en creatief bij te dragen aan het analyseren van concrete problemen die centraal staan in de gekozen specialisatie; 3. De student is in staat nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de centrale thema’s, en ten aanzien van de eigen specialisatierichting in het bijzonder, te identificeren en te plaatsen in een bredere (maatschappelijke) context. Interdisciplinaire competenties 4. De student heeft een attitude waarin grenzen tussen disciplines geen belemmering vormen en waarin inhoudelijke kennis, concepten, methoden en perspectieven uit het palet aan disciplines worden gebruikt om wetenschappelijke communicatie te bewerkstelligen en tot nieuwe inzichten te komen. 5. De student heeft geleerd zich snel de vocabulaire eigen te maken van een nieuwe discipline; 6. De student is in staat te beoordelen welke onderzoeksmethoden in een specifieke situatie het best ingezet kunnen worden; 7. De student is in staat te beoordelen welke disciplines van doorslaggevend belang zijn bij het oplossen van complexe vraagstukken en heeft het vermogen de verschillende perspectieven met elkaar te verbinden. 8. De student is in staat om kennis, methoden en vaardigheden uit (alfa-,) bèta- en gammadisciplines te integreren om op die manier vraagstukken vanuit een interdisciplinaire invalshoek te kunnen analyseren en definiëren; Academische vaardigheden 9. De student is in staat te argumenteren over sociaal-ethische aspecten van complexe vraagstukken; 10. De student heeft een zelfstandige, wetenschappelijk kritische werkwijze en houding; 11. De student is in staat om mondeling en schriftelijk op academisch niveau te rapporteren over wetenschappelijke resultaten en toepassingen daarvan; 12. De student kan informatie zoeken, analyseren en verwerken en op een heldere wijze presenteren; 13. De student beheerst algemene ICT-vaardigheden die nodig zijn voor een goed functioneren op academisch niveau, en specifieke ICT-vaardigheden die gebruikt worden in de gekozen specialisatie; 14. De student heeft het vermogen om zowel individueel als in een multidisciplinair samengesteld team te werken; 15. De student heeft voldoende zelfkritische houding en metacognitieve vaardigheden om het leerproces ten aanzien van eigen ontwikkeling te reguleren. 16. De student beschikt over de passieve vaardigheden om zich van de Engelse taal te bedienen in een academische context. 4 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen 1. Voor toelating tot de opleiding is het navolgende vwo-profiel vereist en gelden navolgende aanvullende eisen: • • Een vwo-diploma met het profiel Natuur en Techniek Een vwo-diploma met het profiel Natuur en Gezondheid met de vakken Wiskunde B, en Natuurkunde Een vwo-diploma met het profiel Economie en Maatschappij met de vakken Wiskunde B, Natuurkunde en Scheikunde Een vwo-diploma met het profiel Cultuur en Maatschappij met de vakken Wiskunde B, Natuurkunde en Scheikunde Degene die niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen verkrijgt toegang tot de opleiding kan worden aangetoond dat hij/zij voldoende kennis op het niveau van het vwo-eindexamen bezit van de volgende vakken van het verplichte vwo-profiel: Wiskunde B, Natuurkunde en Scheikunde. • • 2. Artikel 3.2 Colloquium doctum 1. Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (deel A), heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau vwo nieuwe stijl: Wiskunde B, Natuurkunde, Scheikunde en Biologie. Engels: passieve kennis van de Engelse taal zodat studieliteratuur begrepen kan worden. 2. Het bewijs dat het colloquium doctum met voldoende resultaat is afgelegd, geeft uitsluitend in het studiejaar na het afleggen ervan het recht op toelating tot de beoogde opleiding of opleidingen. Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands bij Nederlandstalige bacheloropleidingen De student die zijn vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO; Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma’s. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld en heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student waakt ervoor dat het voorgestelde programma toelating tot in elk geval één masteropleiding mogelijk maakt. Hij verplicht zich hiermee niet die masteropleiding daadwerkelijk te gaan volgen. 4. Om in aanmerking te komen voor de bachelorgraad dient in ieder geval voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden: a. ten minste 74 EC uit het reguliere onderwijsprogramma is behaald b. het vrije programma omvat ten minste 106 EC, waarvan ten minste 60 EC binnen een disciplinaire specialisatierichting c. het vrije programma bevat een disciplinair bachelorproject dat qua omvang en eindtermen tenminste gelijk is aan het bachelorproject dat reguliere studenten binnen die discipline moeten afronden. 5. In uitzondering op de in lid 3 genoemde eisen, is met toestemming van de examencommissie mogelijk om ook onderwijseenheden die buiten de Universiteit van Amsterdam worden verzorgd in het vrije programma op te nemen. 5 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding bestaat uit een eerste jaar met een studielast van 60 studiepunten gevolgd door een fase met een studielast van 120 studiepunten waaraan een afsluitend examen is verbonden. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studieactiviteiten. Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt begrepen: Oriëntatie op studie en beroep, vaardigheden en tutoraat. Deze zijn omschreven in de studiegids. Daarnaast kan de student onder meer gebruikmaken van de mogelijkheid deel te nemen aan het UvA generieke of opleidingsspecifieke Exchange Programmes. Artikel 4.3 Onderwijseenheden De opleiding omvat een pakket van verplichte en eventueel facultatieve onderwijseenheden. Daarbij is voorzien in een ordening van onderwijseenheden op inleidend, verdiepend en gevorderd. Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden 1. De propedeutische fase bestaat uit de volgende verplichte onderdelen (60 studiepunten) met de daarbij vermelde studielast: Naam onderwijsonderdeel Aantal EC 6 Sem onderwijsvorm Toetsvorm 1 6 1 6 1 Keerpunten in de Natuurwetenschappen 6 1 Wetenschapsfilosofie – Reflecties op robuuste kennis Logica 3 1 Colleges, Werkgroepen, Excursies Colleges, Werkgroepen Tentamens, opdrachten Tentamens, opdrachten Opdrachten, presentaties Tentamen, opdrachten, Presentaties Tentamen, opdrachten inleidend Wiskundige Methoden en Technieken Bèta-gamma practicum Colleges, Werkgroepen Colleges, Werkgroepen Werkgroepen 3 1 Natuurkunde Scheikunde Biologie Thema I: De handelende mens deel 1 Thema I: De handelende mens deel 2 3 3 3 3 2 Tentamen, Opdrachten Tentamens, practica, opdrachten inleidend Van de Oerknal naar het leven Colleges, werkgroepen Colleges, werkgroepen, practica 2 Onderzoeksmethoden en analyse van wetenschappelijk onderzoek Cognitie of Deel 1 Evolutionair Deel 2 Denken 6 2 Tentamen, Opdrachten Opdrachten, Onderzoeksversl ag, Presentatie Tentamen, Opdrachten verdiepend 3 Colleges, Werkgroepen Werkgroepen, Eigen onderzoek Colleges, Practica 6 2 Colleges, Werkgroepen, excursie Colleges, Werkgroepen, Tentamen, opdrachten, presentatie inleidend en verdiepend De Staat en de Mensen 3 2 Niveau inleidend inleidend inleidend inleidend verdiepend verdiepend inleidend 6 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma 2. De postpropedeutische fase is als volgt samengesteld: A. Verplichte onderdelen: 14 punten Naam onderwijsonderdeel Thema II: Onze Technologische Toekomst of Thema II: van Orde tot Chaos of Thema II: Wetenschap in praktijk Thema III: Interdisciplinair onderzoekspracticum – Deel 1 Thema III: Interdisciplinair onderzoekspracticum – Deel 2 Aantal EC 6 Sem Onderwijsvorm Toetsvorm Niveau 3 Tentamen, opdrachten Tentamen, opdrachten verdiepend 2 4 Opdrachten Opdrachten gevorderd 6 5 Opdrachten, scriptie, presentatie Opdrachten, scriptie, presentatie gevorderd B. Majoronderdelen: minimaal 60 en maximaal 106 punten binnen een van de majorprogramma’s uit het aanbod als genoemd in artikel 1.2, lid 3. Het curriculum van de majorprogramma’s wordt jaarlijks vastgesteld en opgenomen in de majorgids Bèta-gamma op www.student.uva.nl/bgb/majoren C. Keuzeonderdelen (indien van toepassing en goedgekeurd door de examencommissieafhankelijk van de grootte van het gekozen majorprogramma). Artikel 4.5 Keuzeruimte/minor Zie voor verdere toelichting hierover artikel 5. Artikel 4.6 nvt Artikel 4.7 Volgorde tentamens 1. Aan het vak Cognitie deel II kan slechts worden deelgenomen als het vak Cognitie deel I is gevolgd. 2. Aan het vak Evolutionair Denken deel II kan slechts worden deelgenomen als het vak Evolutionair Denken deel I is gevolgd. 3. Ten minste 48 EC van de eerstejaarsvakken moet zijn behaald om met de major te kunnen starten. Daarnaast kunnen voor bepaalde majoren aanvullende ingangseisen gelden. Deze staan vermeld in de majorgids en in OER B van de opleiding die de betreffende major aanbiedt en worden tijdig bekendgemaakt. 4. Binnen de postpropedeutische fase is er een voorgeschreven volgorde voor het deelnemen aan het onderwijs in de onderdelen van die fase. Deze volgorde is deels afhankelijk van de gekozen major. Ingangseisen van vakken binnen de major zijn terug te vinden in OER B van de opleiding die de betreffende major aanbiedt. 5. Thema III deel 2: alle vakken van het eerste jaar Bèta-gamma, het tweedejaars-vak Thema 2 en minimaal 10 EC aan majorvakken moeten zijn behaald. 6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de in dit artikel genoemde volgorde. Artikel 4.8 Intekenen voor tentamens In aanvulling op hetgeen in artikel 4 van OER A is vermeld, geldt voor herkansingen van tentamens die eerder met een voldoende zijn afgesloten dat de student zich hiervoor uiterlijk 10 werkdagen voor de geplande tentamendatum dient aan te melden door middel van een e-mail naar [email protected]. Indien de student alsnog besluit af te zien van deelname aan de herkansing dan dient hij zich uiterlijk 10 werkdagen voor de herkansing af te melden. 7 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma Artikel 4.9 Deelname aan praktische oefening en werkgroepbijeenkomsten 1. In geval van werkgroepbijeenkomsten met opdrachten is de student verplicht tenminste 90% van de werkgroepbijeenkomsten bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden. Ingeval de student minder dan 90% heeft bijgewoond dient de werkgroep opnieuw te worden gevolgd, dan wel kan de examencommissie aanvullende opdracht(en) laten verstrekken. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie, op verzoek van de student, van deze verplichting vrijstelling verlenen in geval het onderzoek naar en de beoordeling van de beoogde vaardigheden naar haar oordeel ook kan plaatsvinden bij een geringer deelnamepercentage, al dan niet onder oplegging van aanvullende eisen. 3. De student kan de examencommissie vragen om vrijstelling van het deelnemen aan praktisch werk. Deze vrijstelling kan onder meer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. De examencommissie bepaalt, in overleg met de examinator, aan welke aanvullende eisen de student moet voldoen. Artikel 4.10 Maximale vrijstelling Maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma kunnen worden behaald op basis van verleende vrijstellingen. Artikel 4.11 Geldigheidsduur resultaten De geldigheidsduur van tentamens en vrijstellingen voor tentamens is beperkt tot hetgeen in deel A van de Onderwijs- en Examenregeling is vastgesteld. Artikel 4.12 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aan de overige door de wet gestelde eisen heeft voldaan, wordt de graad Bachelor of Science, afgekort tot BSc, toegevoegd. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. 5. Keuzeruimte 5.1. Invulling keuzeruimte 1. De omvang van de keuzeruimte varieert en is afhankelijk van de gekozen major. 2. Maximaal 12 EC van de keuzeruimte mag vrij worden ingevuld met keuzevakken binnen de UvA of aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit. e e 3. Keuzeruimte boven de 12 EC dient te worden ingevuld met 2 of 3 jaars keuzevakken binnen de opleiding waar de student een major volgt. 4. Keuzeonderdelen mogen inhoudelijk niet te veel overlap met onderdelen uit het eigen curriculum hebben, dit ter beoordeling door de Examencommissie. 5.2 Overige keuzeruimte De student die een andere invulling aan de keuzeruimte wil geven dan aangegeven in artikel 5.1, dient vooraf schriftelijk toestemming van de examencommissie verkregen te hebben. De invulling van e e de keuzeruimte zal worden beoordeeld op samenhang en niveau (met name 2 en 3 jaars vakken; maximaal 12 EC mag uit eerstejaarsvakken bestaan). 5.3 Extra-curriuclaire keuzeruimte Extra-curriculaire keuzevakken, mits behaald aan een Nederlandse universiteit of een internationale universiteit waarmee de UvA een overeenkomst heeft, kunnen zonder goedkeuring van de examencommissie op het diplomasupplement vermeld worden, mits deze niet reeds binnen een ander diploma zijn opgenomen. 6. Honoursprogramma Het honoursprogramma is als volgt samengesteld: Het programma omvat minimaal 30 EC Het programma bestaat uit minimaal 2 interdisciplinaire honoursmodules van het IIS, de VU of het AUC 8 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma Het programma bestaat uit minimaal 1 disciplinaire honoursmodule in het vakgebied waar de major wordt gevolgd (6 EC) De afsluitende bachelorthesis (onderdeel van de major) wordt uitgebreid met een interdisciplinair onderdeel van minimaal 6 EC Het honoursprogramma wordt afgesloten met een reflectieverslag Honoursprogramma’s moeten voor aanvang van het derde studiesemester worden goedgekeurd door de examencommissie. Op verzoek van de student kan de examencommissie afwijken van de in deze Onderwijs- en Examenregeling deel A genoemde termijn voor het behalen van het honourscertificaat. 7. Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studiebegeleiding 1. De studiebegeleiding bij deze opleiding wordt verzorgd door studieadviseurs en junior docenten, met behulp van (assistent)coördinatoren en de onderwijsadministratie. Artikel 7.2 Bindend (negatief) studieadvies 1. Om een positief studieadvies te krijgen, moet de student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving ten minste 48 EC hebben behaald van de vakken uit de propedeutische fase van de opleiding. 2. De student die aan het eind van het eerste jaar van inschrijving niet aan de norm heeft voldaan voor een positief studieadvies, maar schriftelijk toestemming van of namens de decaan heeft gekregen om de opleiding voort te zetten, ontvangt aan het eind van het volgende studiejaar opnieuw een advies met in achtneming van de norm van 48 EC uit het eerste studiejaar. 3. Een negatief bindend studieadvies heeft tot gevolg dat de betrokken student zich gedurende de daarop volgende drie studiejaren niet kan inschrijven voor de volgende bacheloropleiding(en) die door de faculteit worden aangeboden: Bèta-gamma 8. Overgangs- en slotbepalingen deel B Artikel 8.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van het bevoegde medezeggenschapsorgaan op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g en derde lid WHW betreffen. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 8.2 Overgangsbepalingen In afwijking van de vigerende onderwijs- en examenregeling gelden voor de studenten die met de opleiding zijn begonnen onder een eerdere onderwijs- en examenregeling de volgende overgangsbepalingen: Studenten die in het studiejaar 2013-2014 onderdelen van het vak Van de Oerknal naar het Leven met een voldoende hebben afgerond, worden vrijgesteld voor het betreffende deelvak van Van de Oerknal naar het Leven in 2014-2015. Studenten die in het studiejaar 2013-2014 onderdelen van het vak Thema I: Handelende Mens met een voldoende hebben afgerond worden vrijgesteld voor het betreffende deelvak van Thema I: De Handelende Mens in 2014-2015. Artikel 8.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. 9 Onderwijs- en Examenregeling deel B Bèta-gamma Artikel 8.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2014 Vastgesteld door de decaan op 30 september 2014 10
© Copyright 2024 ExpyDoc