Introductiecursus Voor leden van Buurtpreventieteams syllabus

Introductiecursus
Voor leden van
Buurtpreventieteams
syllabus
Opdrachtgever: gemeente Rucphen
Politie Zeeland-West-Brabant
Oktober 2013
2
Voorwoord
Veiligheid is al lang niet meer alleen de verantwoordelijkheid van de politie, gemeente of andere
handhavingsinstanties. Ook de inwoners van onze gemeente hebben invloed op de veiligheid en
daarmee het woon- en leefplezier in hun eigen buurt, wijk of dorp. Deelnemers aan een
buurtpreventieteam pakken hun verantwoordelijkheid op en werken samen met hun buren,
wijkagent, medewerkers van handhaving en anderen aan de leefbaarheid in hun wijk. Want
buurtpreventie draait vooral om samenwerking. Het delen van informatie, samenwerken aan
projecten op het gebied van onder andere inbraakpreventie en verkeersveiligheid en natuurlijk het
elkaar steunen en er voor elkaar zijn wanneer dat nodig is staan daarbij centraal.
U ontvangt deze syllabus bij de training buurtpreventie, die u volgt voordat u als buurtpreventist
aan de slag gaat. De syllabus is een handzaam naslagwerk om later nog eens door te nemen. Voor
vragen of onduidelijkheden kunt u natuurlijk altijd terecht bij de coördinator van uw team. Wij
wensen u veel succes bij het vergroten van de veiligheid in uw wijk.
M. Blom
Juridisch Adviseur handhaving
Gemeente Rucphen
A.P. van den Berg
Ambtenaar openbare veiligheid/
Leidinggevende team Handhaving.
Gemeente Rucphen
2
3
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Doelstelling en leerdoelen
Wat is buurtpreventie?
Horen, zien en melden
Waarnemen
Communicatie
Emoties
Agressie
Conflicthantering
Informatie over bevoegdheden burgerarrest en eigenhandig optreden
Meldingsformulier
Aantekeningen
3
4
1. Doelstellingen en leerdoelen
Doel van de cursus
De cursist weet wat buurtpreventie is, wat van hem/haar verwacht wordt en wat hij/zij van de
partners mag verwachten. De cursist is in staat om communicatieve vaardigheden op een zo
efficiënt mogelijke manier in te zetten. Op deze wijze ontstaat er een functioneel gesprek tussen
partijen. Ook is de cursist op de hoogte van de bevoegdheden die hij of zij mag toepassen.
Uitgangspunt is steeds: U bent zelf het instrument waarmee u werkt!
Specifieke leerdoelen:
De cursist:
Weet wat buurtpreventie is , wat van hem/haar verwacht wordt en wat hij/zij van de
partners mag verwachten
Kent het meldingsprotocol en gebruikt het meldingsformulier
Is zich bewust van non-verbale communicatie
Kan actief luisteren
Kan ik-boodschappen hanteren
Is geïnformeerd over bevoegdheden, burgerarrest en eigenhandig optreden.
2. Wat is buurtpreventie?
Wat is een buurtpreventieteam?
Een groep samenwerkende, betrokken bewoners die zich georganiseerd hebben en zich actief
inzetten voor hun buurt.
Wat is het doel van buurtpreventie?
Een veilige en leefbare buurt waarin het fijn is om te wonen en waar bewoners oog hebben voor
elkaar en de problemen in hun buurt.
Alleen bewoners?
Een goede samenwerking op basis van partnerschap met instanties als politie, gemeente,
welzijnswerk, woningstichtingen enz. is een vereiste voor een goed functioneren van een
buurtpreventieteam.
Hoe is een buurtpreventieteam georganiseerd?
Een buurtpreventieteam werkt zelfstandig. De coördinatie van een team wordt verzorgd door
vrijwilligers uit het team. Zij zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van het team en
het relatiebeheer met de partners. Het team wordt gefaciliteerd en eventueel ondersteund vanuit
het team handhaving van de gemeente.
Wat wordt van u als vrijwilliger van een buurtpreventieteam verwacht?
U maakt preventieve voetrondes door de wijk of buurt. Opvallend gekleed met hesje (dit
kan wisselen per kern of team).
U signaleert problemen
Indien mogelijk zelf die problemen oplossen
Eventueel de problemen doorgeven aan de politie, gemeente, woningstichting, enz
U werkt actief mee aan het bevorderen van contacten tussen wijkbewoners
U geeft preventieve voorlichting aan medebewoners
Op vrijwillige basis kunt u deelnemen aan integrale projecten zoals Voetspoor, projecten
omtrent de jaarwisseling, projecten omtrent het verkeer, enz.
Wat zijn de merkbare effecten van buurtpreventie?
Afname jeugdoverlast
Afname aantal vernielingen en overige kleine criminaliteit
Op initiatief van bewoners worden infrastructurele aanpassingen gerealiseerd.
Toename veiligheidsgevoel bewoners. (subjectieve veiligheid)
Toename sociale betrokkenheid en contacten bewoners onderling.
4
5
3. Horen, zien en melden
Buurtpreventieleden vormen extra ogen en oren in de wijk. Zij gedragen zich als “gewone”
bewoners. Zij nemen dus geen enkel risico en beperken zich tot het melden van verdachte
personen en/of situaties aan relevante professionele organisaties. Door deze meldingen kunnen de
professionele partners hun taak (nog) beter uitvoeren.
HOREN, ZIEN & MELDEN
-
Is een inbraak gaande, een heterdaad (bv fietsendiefstal) of andere noodsituatie dan melt
men het alarmnummer 1-1-2 (spoed).
Is een inbraak gepleegd of treft men een verdachte situatie, dan belt men 0900-8844
(geen spoed, wel politie)
Kunnen zaken/waargenomen situaties wachten (dus geen spoed en/of directe opvolging),
dan volgt een melding aan de coördinator van het team. Door hem/haar worden meldingen
doorgezet naar een contactpersoon van de politie en/of gemeente.
Bij overige zaken kan men denken aan kapotte straatverlichting of andere voorkomende
soortgelijke zaken. Melden via reguliere weg (klachtenlijn gemeente / e-mail of daarvoor
bestemde telefoonnummers vermeld op kaartje).
Bij het doen van meldingen wordt altijd vermeld dat het om BUURTRPEVENTIE gaat onder
vermelding van “BVH-nummer” (nummer waaronder het buurtpreventieproject met daarbij
behorende afspraken in het bedrijfsprocessensysteem van de politie is vastgelegd, staat
vermeld op uw deelnemerspasje).
Een voorbeeld van het meldformulier is bijgevoegd onder paragraaf 11. Het staat een team
overigens vrij om dit formulier aan te passen.
4. Waarnemen
Een goede waarneming voldoet aan de vijf gouden W’s:
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Waarmee
Ook kentekens en duidelijke signalementen zijn voor de politie van (opsporings-) belang.
Het menselijk brein is vluchtig. Je kunt dingen onthouden door te trainen, te oefenen en te
herhalen. In het algemeen geldt dat een hoge concentratie en actief waarnemen (dus kijken, maar
ook luisteren) de meeste informatie oplevert. Dat klinkt echter eenvoudiger dan dat het is. Een
signalement kan namelijk door verschillende oorzaken beïnvloed worden. Stress of angst, maar ook
afstand, slechte verlichting of niet actief kunnen waarnemen. Bijvoorbeeld omdat het niet veilig is
om lang naar iemand te kijken. Dit betekent dat vijf getuigen vijf verschillende signalementen van
één verdachte kunnen geven. Het blijft dus lastig. Deze tips kunnen u helpen.
-
-
Probeer systematisch te kijken, bijvoorbeeld van boven naar beneden.
Kijk vooral naar karakteristieke details aan iemands lichaam of kleding: littekens,
tatoeages, wratten, opvallende sieraden of schoenen. Een raar loopje of aparte manier van
doen. Soms kan het ook helpen de verdachte te vergelijken met een voor jou bekende
persoon en dan de verschillen aan te geven. Dat kan helpen met het onthouden en geeft
de ander meteen een beeld. Bijvoorbeeld: de verdachte leek op Rutger Hauer, maar had
langer haar, een oorbel en zijn neus was platter.
Probeer de lengte van een persoon aan iets objectiefs te refereren, zoals de hoogte van
een deur, kast of een schroef in de deurpost.
Let naast uiterlijk, kleding en taalgebruik van een persoon ook op voertuigen. Kentekens
kun je onthouden door woorden te vormen met de letters als ezelsbruggetje. Schrijf
kenteken, merk en kleur op, zodra je daarvoor (op een veilige manier) in de gelegenheid
bent.
Mensen vergeten vaak dat de mobiele telefoon meer kan dan 112 bellen op die spannende
momenten. Je kunt een foto van de verdachte of het voertuig maken, je kunt het kenteken als
5
6
sms-je opslaan of enige andere vorm van social media gebruiken waarbij je snel een berichtje kan
typen en opslaan. Ook andere gegevens kunnen zo snel worden vastgelegd. Tegenwoordig zal het
eerder zoeken zijn naar een pen en papier, dan naar een mobiele telefoon, die gewoon in een
broekzak of handtas zit.
5. Communicatie
Bij communicatie is er sprake van een zender en een ontvanger. Boodschappen van zender naar
ontvanger en vice versa kunnen minder effectief zijn of niet effectief door miscommunicatie. Dit
kan liggen aan de zender en/of aan de omgeving (ruis).
Het grootste gedeelte van de communicatie wordt non-verbaal overgebracht (93%), o.a. door
intonatie. Non-verbaal is het betrekkingsniveau (relationeel aspect), verbaal het inhoudsniveau
(feitelijk).
Voorbeelden van lichaamstaal (non-verbaal):
Gebaren
Oogcontact
Gelaatsuitdrukking
Lichaamshouding
Kleding, haar
Afstand
Verbale boodschappen hebben een inhoudelijk, expressief, relationeel en appellerend aspect. Bij
communicatie ligt vaak de nadruk op, hoe je iets zegt.
Toch is het juist goed om ook stil te staan bij het luisteren. Luisteren is namelijk veel moeilijker
dan praten. Als je goed luistert kom je meer te weten. Dit lijkt een open deur maar let maar eens
goed op in een gesprek!
Wat staat goed luisteren in de weg?
Je eigen referentiekader
Vooroordelen over de persoon of onderwerp
Je gemoedstoestand
Spreker spreekt onduidelijk
Onderwerp heeft niet je aandacht
Je hebt eigenlijk de oplossing al in gedachten
Ruis in de omgeving
Een handige truc om goed te luisteren is de afkorting LSD.
Luisteren
Samenvatten
Doorvragen
Begin met luisteren, vat dat wat je gehoord hebt samen want zo check je of je het goed begrepen
hebt. Daarna kun je nog doorvragen (verdieping).
Wat helpt bij het luisteren?
Luister met lichaam en hoofd: maak goed oogcontact en neem een open houding aan.
Luister naar wat er gezegd wordt: wees onbevooroordeeld, denk vooruit, onderbreek niet.
Luistern aar hoe het gezegd wordt: niet verbale tekens, stemintonatie.
Conflictvermijdend
Het kan voorkomen dat u iemand gaat aanspreken op ongewenst gedrag. Communicatie, zowel de
inhoud als de manier waarop het gezegd wordt, dragen bij aan het voorkomen van conflictsituaties.
U doet dit door de ik-boodschap te hanteren. De ik-boodschap zegt iets over jezelf en niet over de
ander.
Er zijn
1.
2.
3.
3 soorten ik-boodschappen:
Positieve, waaronder complimenten en positieve feedback.
Verklarende, geven aan welke positieve of negatieve gevoelens bij jou leven.
Confronterende, je zegt wat over je gevoelens en koppelt het daarbij aan het gedrag van
de ander.
6
7
De boodschap bestaat dus vaak uit drie delen:
Gedrag van de ander.
De gevolgen daarvan voor jou.
De gevoelens die daarbij horen.
“Ik zie dat u uw hond uitlaat bij dit speelveldje. Hierdoor kan ik mijn zoon hier niet meer laten
spelen en ik vind dat niet prettig. “
Op een ik-boodschap zal de ander bijna altijd reageren. Afhankelijk van de persoon, het onderwerp
en de relatie, kan dat erg emotioneel zijn. Daardoor zal de ander niet meer goed kunnen luisteren.
Er komt een vorm van weerstand, zoals verdedigen, in de tegenaanval gaan, stil worden. Je kunt
dan ook na een ik-boodschap het beste actief gaan luisteren.
6. Emoties
Tijdens het uitvoeren van je taak kun je te maken krijgen met emoties. Emoties hebben een
signaalfunctie. Er zijn 4 basisemoties: blijdschap, verdriet, boosheid en angst. Deze kunnen we in
verschillende gradaties voelen. Gedrag wordt voor een groot deel bepaald door de emoties die
iemand ervaart. Het gaat te ver om hier dieper op in te gaan, maar realiseer je dat er altijd iets
onder de waterlijn zit wat er voor zorgt dat iemand bepaalde emoties toont. Ook hier is het van
belang om daar zo min mogelijk een oordeel over te hebben. Als je er dan toch iets mee wilt,
probeer het dan te snappen waarom iemand zich zo gedraagt.
Ik zie dat u boos bent.
Waar komt die boosheid vandaan?
Vervelend voor u.
Wat kunt u of wat kunnen wij daar aan doen?
Wat is de oplossing voor dit probleem?
Kan ik u helpen met het oplossen van dit probleem?
7. Agressie
Helaas kan het wel eens gebeuren dat er agressie in het spel is. Agressie en geweld kennen
verschillende uitingsvormen:
Verbaal geweld
Non-verbaal geweld
Bedreigen
Fysiek geweld
Hoe om te gaan met agressie?
Allereerst moet je je realiseren dat eigen veiligheid en die van andere buurtbewoners het
allerbelangrijkste is. Als je de indruk hebt dat het gesprek wat je probeert aan te gaan met een
buurtbewoner averechts werkt neem je afstand. Te allen tijden wordt bij fysiek geweld afstand
gehouden. Sommige personen zijn zo onvoorspelbaar en kunnen uit het niets een klap geven. Dit
zijn lastige situaties maar ook hier geldt, afstand. Afweren is nodig en effectief. Een klap terug
verkopen is uit den boze!
8. Conflicthantering
Er zijn drie fasen in een conflict:
1. Latent; Sluimerend aanwezig, er is iets ongrijpbaar en niet duidelijk te verwoorden.
2. Manifest; Bewust worden, met wie en waarover wordt of komt tot uitdrukking. Nu is het
tijd om het conflict te bespreken.
3. Hevig; In deze categorie komt het neer op vechten, negeren, treiteren en dwarsliggen. Het
uitspreken van de emotie en alert zijn is in deze fase de beste optie.
Belangrijk bij conflicthantering:
Hanteer de ik-boodschap.
Laat je niet op de kast jagen, blijf je eigen doel voor ogen houden.
7
8
-
Bereid je voor (wat wil je bereiken en hoe gaat dat het beste lukken?)
Ga niet in discussie.
Stel je niet verwijtend op maar zeg dat je naar een oplossing zoekt.
Stel vragen (hoe komen we hier uit?).
Denk altijd aan:
Eigen veiligheid!
Wat wil/kan ik bereiken?
Relatie met de ander?
9. Informatie over bevoegdheden, burgerarrest en eigenhandig optreden
Wat staat er in de wet?
Burgerarrest en eigenhandig optreden
Nederland kent een uitgebalanceerd systeem van rechtshandhaving, waarbij de politie strafbare
feiten opspoort onder het gezag van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM tracht vervolgens recht
te doen namens de samenleving. In zo’n samenleving is geen ruimte voor eigenrichting. Burgers
kunnen wel behulpzaam zijn bij het oplossen van strafbare feiten. Zo mogen burgers bijvoorbeeld
iemand aanhouden als zij zien dat er een strafbaar feit wordt gepleegd. Daaraan zijn echter wel
voorwaarden verbonden.
Burgerarrest
Burgers die bijvoorbeeld een overvaller of een inbreker op heterdaad betrappen, mogen deze
persoon aanhouden, maar daarbij geen onnodig geweld of wapens gebruiken (burgerarrest). Doen
zij dat wel, dan maken zij zich schuldig aan eigenrichting en dat is strafbaar.
Het zogeheten burgerarrest (citizensarrest) volgt uit artikel 53 van het Wetboek van
Strafvordering. Daarin staat dat “in geval van ontdekking op heterdaad ieder bevoegd is de
verdachte aan te houden”. De aangehoudene moet wel onverwijld overgedragen worden aan een
opsporingsambtenaar (politie). Iedere burger mag dus een ander aanhouden als hij ziet dat deze
een strafbaar feit pleegt. Daarbij mag de verdachte worden beetgepakt en in bedwang worden
gehouden. Tevens mag daarbij dwang worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door hem tegen de grond
te houden.
Wie is verdachte
In artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering staat beschreven wie als verdachte kan worden
aangemerkt. Lid 1 van dit artikel vermeld als volgt:
“Als verdachte wordt voordat de vervolging is aangevangen aangemerkt degene te wiens aanzien
uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit
voortvloeit”.
Feiten en omstandigheden kunnen zijn: waarneming van strafbare gedragingen, verklaringen van
getuigen, sporen bij misdrijven en anonieme tips. Ook ervaringsoordelen van
opsporingsambtenaren mogen een basis voor verdenking opleveren.
Gebruik van geweld
Onnodig geweld mag niet worden gebruikt. Wapens mogen ook niet worden gebruikt. Dit is in ons
land voorbehouden aan opsporingsambtenaren. Uiteraard mag degene die to een “burgerarrest”
over gaat zich wel verdedigen als de verdachte geweld gebruikt. Deze verdediging moet wel in
verhouding zijn met het door de verdachte toegepaste geweld.
Zowel politiemensen als Officieren van Justitie betrachten in de praktijk in dit soort zaken een
zekere coulance richting burgers die het initiatief hebben genomen tot een aanhouding. Het is
begrijpelijk dat bij een schermutseling of een enerverende achtervolging degene die de aanhouding
verricht meer fysieke dwang gebruikt dan in normale omstandigheden. Het mag echter niet zo zijn
dat een verdachte die geboeid is wordt geschopt of geslagen. De fysieke dwang moet ophouden
zodra een verdachte zich overgeeft of weerloos is.
Welke bevoegdheden heb ik als lid van een buurtpreventieteam?
Als lid van een buurtpreventieteam heeft u dezelfde bevoegdheden als iedere andere burger. Extra
bevoegdheden zijn alleen voorbehouden aan opsporingsambtenaren.
8
9
Mag ik, als lid van een buurtpreventieteam, een verdachte aanhouden?
Op grond van artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering is bij ontdekking op heterdaad
iedereen bevoegd een verdachte aan te houden. De aangehoudene moet wel “onverwijld” aan de
politie worden overgedragen. Om te voorkomen dat de verdachte de benen neemt, mag de
aanhouder dwang uitoefenen, bijvoorbeeld door hem tegen de grond te houden. Het gebruikte
geweld mag niet verder gaan dan nodig is om te bereiken dat de verdachte er niet vandoor gaat.
Zowel politiemensen als Officieren van Justitie zijn in de praktijk coulant tegenover burgers die het
initiatief hebben genomen om iemand aan te houden. Er is echter een duidelijke grens waar de
geweldstoepassing moet ophouden. Zodra de verdachte zich heeft overgegeven of weerloos is, dan
is het doel bereikt en is er geen geweld meer nodig. Dat geldt voor een aanhouding door de politie,
maar ook voor een aanhouding door burgers. Wanneer het geweld doorgaat nadat iemand is
aangehouden, slaat het om in redeloos geweld. Een aanhouding door een burger is prima, maar
wat niet mag is dat de aangehoudene vervolgens een paar flinke klappen na krijgt. Of dat nou is
omdat iemand stoom moet afblazen of omdat hij het idee heeft dat hij zelf de verdachte moet
straffen, zulk geweld is niet toelaatbaar.
Ik zie dat er ingebroken wordt. Ben ik, als lid van een buurtpreventieteam, verplicht te
handelen en de verdachte aan te houden?
Nee u bent niet verplicht conform artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering te handelen. Dit
artikel bespreekt over een bevoegdheid die alle burgers hebben en waarvan u gebruik mag maken.
U moet er wel rekening mee houden dat u zich na afloop te allen tijde moet kunnen
verantwoorden. Uw handelen zal getoetst worden op rechtmatigheid en proportionaliteit ( was de
aanhouding terecht en heeft u niet te veel geweld gebruikt).
In situaties waarin u niet zeker van uw zaak bent adviseren wij u uw eigen veiligheid niet uit het
oog te verliezen en een confrontatie niet aan te gaan. Het is dan in veel gevallen beter een goede
melding te doen via 1-1-2. Een goede melding bevat informatie over:
De exacte plaats van het delict;
Een goede omschrijving van hetgeen er plaats vindt;
Een goed signalement van de dader(s) en een eventueel gebruikt voertuig;
De wijze waarop de politie met u contact op kan nemen.
9
10
10.Meldingsformulier
Datum: ………………………………. Tijd: …………………………………………
Naam buurtpreventielid: …………………………………………………………………………………………………………………………
Team/wijk: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Stichting Thuisvester
Kentekens foutgeparkeerde auto’s voor Thuisvester complexen
Signalen bij Thuisvester complexen en woningen
Vuilophaling/stalling in portieken
Defecten in Thuisvester complexen en woningen
Signalen van huurders ( noteren of huurder toestemming geeft om zijn/haar naam te noteren)
Rapportage:
Buitendienst
Groen: acute signalen wat betreft groen
Bestrating en dergelijke
Reiniging: grof zwerfvuil, graffiti, bloembakken, perken, etc.
Verkeersborden: verkeerspalen, verkeersborden, verkeersregelinginstallaties ( straat + eventuele kruising
+ nummer verkeerslicht + welke er stuk is)
Signalen van bewoners (noteren of bewoners toestemming geeft om zijn/haar naam te rapporteren)
Rapportage:
Handhaving
Vermoeden van onderverhuur (straat + huisnummer).
Groene en grijze containers die buiten vuilophaaltijden herhaaldelijk buiten staan.
Aanhangwagen/caravan, etc. die vier aaneengesloten dagen op openbaar terrein op dezelfde plek staan.
Herhaaldelijk fout parkeergedrag (straat + kentekens)
Overlast in welke vorm dan ook ( drugs-, jongeren-, hondenpoep-, zwerfafval-, overlast).
Signalen van bewoners ( noteren of toestemming wordt gegeven zijn/haar naam te noteren).
Rapportage:
Politie/wijkagent
Kentekengegevens van voertuigen die in overtreding zijn (kenteken + merk + type + kleur + mogelijke
eigenaar + waar gezien).
Herhaaldelijk fout parkeergedrag ( straten)
Signalen van bewoners ( noteren of toestemming wordt gegeven zijn/haar naam te noteren).
Bewoners die in overtreding zijn
Hangplekken van jeugdige bewoners.
Gevaarlijke verkeerssituaties.
10
11
Rapportage:
Van Gansewinkel
Ondergrondse containers, Cocon betonnen bakken, Glasbakken, kledingcontainers.
Al het vuil in een straal van 5 m om deze containers
Afvalcontainers van burgers
Rapportage:
Algemeen
Signalen van bewoners ( noteren of toestemming wordt gegeven zijn/haar naam te noteren).
Klein zwerfvuil
Openbare afvalbakken
Alle overige zaken
Rapportage:
11
12
11.Aantekeningen
12