(Ne) bis in idem!! Twee keer vervolgd voor hetzelfde feit

(Ne) bis in idem!!
Twee keer vervolgd voor hetzelfde feit
Een van de eerste dingen die een
rechtenstudent leert (althans vroeger
leerde) is het belangrijke rechtsbeginsel ne
bis in idem. Het is een term uit het Latijn en
betekent “niet twee keer voor hetzelfde”.
Het beginsel vindt in het Nederlands recht
voornamelijk toepassing in het strafrecht en
het belastingrecht. Het houdt in dat iemand
niet twee keer vervolgd (of berecht) kan
worden voor hetzelfde feit.
Strafrechtelijk houdt dit in dat een vrijspraak een
vrijspraak is en een sepot een sepot. Punt. Na een
vrijspraak was het niet mogelijk om ten nadele van de
verdachte opnieuw tot vervolging over te gaan, ook niet
na nieuwe inzichten of wanneer er nieuw bewijsmateriaal
voorhanden was gekomen. Dit maakt dat het Openbaar
Ministerie zich ervan bewust moest zijn, zeer zorgvuldig
onderzoek te doen en bewijsmateriaal te verzamelen om
daarna een weloverwogen beslissing te nemen of al dan
niet tot vervolging over te gaan.
Dat is voorbij.
De Wet herziening ten nadele is (zonder beperking) op 1
oktober 2013 in werking getreden. Herziening ten nadele
houdt in dat nadat een verdachte is vrijgesproken of
ontslagen van rechtsvervolging, toch opnieuw tot
vervolging overgegaan kan worden, na toestemming van
de Hoge Raad. Indien de zaak over gedaan mag worden
van de Hoge Raad en er naar de mening van de
behandelende rechters tijdens deze strafprocedure
alsnog blijkt van voldoende wettig en overtuigend bewijs,
kan er alsnog veroordeling volgen.
De wetgever heeft ter onderbouwing aangegeven dat
nadat een verdachte is vrijgesproken of ontslagen van
rechtsvervolging gegevens bekend kunnen worden die de
rol van de gewezen verdachte in een nieuw daglicht
stellen. Dat kan het geval zijn wanneer, bijvoorbeeld door
de toegenomen mogelijkheden op het gebied van DNAonderzoek, nieuw forensisch bewijsmateriaal ten nadele
van de verdachte naar voren is gekomen. De gevallen
waarin opnieuw vervolgen mogelijk is, beperken zich
echter niet tot DNA of ander forensisch bewijsmateriaal.
Herziening ten nadele is mogelijk wanneer er sprake is
van een novum (nieuw bewijs). In de wet is vervolgens
bepaald dat alleen een geloofwaardige bekentenis van de
verdachte of diens medeverdachte, dan wel de resultaten
van technisch onderzoek als een novum kunnen worden
aangemerkt.
Daarnaast is herziening ten nadele mogelijk;

als de uitspraak berust op stukken waarvan nadien
de valsheid is vastgesteld en het ernstige
vermoeden bestaat dat, indien dit gegeven bekend
zou zijn geweest, verdachte zou zijn veroordeeld;

als is vast komen te staan dat een getuige of
deskundige zich in de strafzaak schuldig heeft
gemaakt aan meineed en het ernstige vermoeden
bestaat dat indien dit gegeven bekend zou zijn
geweest, verdachte zou zijn veroordeeld;

als na het onherroepelijk worden van de uitspraak
is komen vast te staan dat de gewezen verdachte
zich schuldig heeft gemaakt aan de in de wet
genoemde gevallen van omkoping, bedreiging of
dwang en het ernstige vermoeden bestaat dat,
indien de verdachte dat feit niet zou hebben
gedaan, deze zou zijn veroordeeld;

als is komen vast te staan dat de rechter zich met
betrekking tot de aan zijn oordeel onderworpen
zaak schuldig heeft gemaakt aan omkoping.
Dit komt er feitelijk op neer dat in zeer veel gevallen
herziening ten nadele mogelijk is. In de beleidsregels van
het OM is opgenomen dat herzieningsaanvragen op
grond van een novum beperkt dienen te blijven tot de
gevallen waarin het betrekking heeft op een misdrijf
waardoor opzettelijk de dood van een ander is
veroorzaakt. Maar beleidsregels zijn geen wet. Als het
OM de beleidsregels wil aanpassen, dan kan dat.
mw mr W. Oosterbaan - van Veen
Van Veen Advocaten
E [email protected]
T +31 318 - 68 78 06
W www.vanveen.com
@mrwoosterbaan |
Willemijn van Veen
(Ne) bis in idem!!
Twee keer vervolgd voor hetzelfde feit
Kort gezegd houdt deze nieuwe wet in dat een vrijspraak
geen definitieve vrijspraak meer is. De donkere wolk van
een strafrechtelijke vervolging blijft boven de
„vrijgesprokene‟ hangen. Mijn angst is dat in de gevallen
waarin het OM niet tegen haar verlies kan,
doorgerechercheerd gaat worden, net zo lang tot het OM
denkt toch iets gevonden te hebben. En dan begint de
procedure weer opnieuw.
Het beginsel “ne bis in idem” is niet meer..
mw mr W. Oosterbaan - van Veen
Van Veen Advocaten
E [email protected]
T +31 318 - 68 78 06
W www.vanveen.com
@mrwoosterbaan |
Willemijn van Veen