de presentatie

Nima-A - Marketing
Entreetekst Hoofdstuk Lezen website VT
Waarom een Belg op maandag naast zijn fiets loopt.
Over humor en leesvaardigheid
Jeanne Kurvers
Studiedag Pabodocenten
26 september 2014
[email protected]
1 van xx
2 van xx
Commentaar bij Entreetekst
De bril van juf en meester bij taalonderwijs
Hoe krachtig kun je met eenvoudige woorden een kind portretteren dat net bij oma is geweest en
nu al verlangend uitkijkt naar de volgende woensdag. De tekst van het gedicht ‘Woensdag’ van Erik
van Os vertelt waarom: op woensdag mag de kleinzoon bij oma eten en ook nog zijn lievelingseten
kiezen. Alles straalt oma uit in de prachtige illustratie van Thé Tjong-Khing: de schemerlamp, de
rode vloerbedekking, het behang, het bijzettafeltje en de fotogalerij aan de muur.
En vooral ook, prominent in beeld, de kleinzoon bij oma op schoot en oma in de schoot van haar
stoel. Gedicht en illustratie laten in tweevoud de innige band tussen oma en kleinkind zien. De
illustratie laat ons ook, om in de geest van dit hoofdstuk te blijven, ‘tussen de regels door’ lezen.
De kijker ziet namelijk wat de tekst niet vermeldt: het lievelingseten dat de kleinzoon heeft
uitgezocht. En de oplettende kijker ontwaart ook nog voedsel voor de geest: oma leest kennelijk
elke woensdag voor, en daar, op schoot bij zijn liefhebbende oma, begint voor dit kind de
leesontwikkeling waar dit hoofdstuk over gaat.
En het gedicht is humoristisch, zoals blijkt uit de slotregel. Al is de vraag of jonge kinderen dat ook
zo interpreteren.
•
Gedicht oorspronkelijk gepubliceerd in: Erik van Os (2008). Koe en daarmee koe. Rotterdam:
Lemniscaat.
Gedicht en illustratie overgenomen uit: Joke van Leeuwen (2010). Tikken tegen de maan, p. 98-99
•
•
•
•
•
•
•
Woordenschat
Decoderen/technisch lezen
Begrijpend lezen
Studerend lezen
Spelling en schrijven
Morfologie
Zinsbouw
Taalbeschouwing
3 van xx
4 van xx
Een andere bril
“Wie niet gehinderd door theorieën over de verwerving van
woordenschat, grammatica of fonologie het taalgebruik van
schoolkinderen observeert, valt de fascinatie op voor fantastische
verhalen, moppen, raadsels en ander taalspel en een preoccupatie
met scheldwoorden, bezweringen en andere vormen van ‘onwettig’
taalgebruik.”
Overzicht
•
•
•
•
•
Metalinguïstische vaardigheden en lezen
Humor van basisschoolkinderen
Humorontwikkeling
Raadsels en metalinguïstische vaardigheden
Voorbeelden van onderzoek
Gardner, H., Winner, E., Bechhofer, R., & Wolf, D. (1978). The development of figurative language. In
K. Nelson (Ed.), Children's language. New York: Gardner Press.
5 van xx
6 van xx
Nima-A - Marketing
Metalinguïstische vaardigheden
•
Metalinguïstisch bewustzijn
Meten van metalinguïstische vaardigheden
Hoe meten?
•
– bewuste reflectie op, analyse van en controle over diverse aspecten van
taal buiten de onbewuste processen van begrip en productie om
(Gombert, 1992)
•
– Fonologisch niveau: bijv. Woordsegmentatie, foneem manipulatie,
•
Diverse niveaus:
•
•
Kernvaardigheid bij lezen en leesbegrip
– fonemisch bewustzijn vooral bij leren lezen,
– Lexicaal, syntactisch en tekstueel vooral bij leesbegrip:
•
Bijvoorbeeld explicitering, meervoudige woordbetekenissen, ambigue zinnen, monitoren
begrip, metaforen, stijl- en verhaalconventies, implicaties, flexibel toepassen van
leesstrategieen, humor etc..
Op, geen hond, de oude man
– Syntactisch niveau: bijv. grammaticaliteitsoordelen
– fonologisch, lexicaal/semantisch, syntactisch, tekstueel en pragmatisch
•
Tomaten, man,
– Lexicaal niveau: bijv. woordbewustzijn, woordgrenzen
* de vrouw lopen op straat
Soms methodologisch probleem
•
7 van xx
8 van xx
Humor ontwikkeling
Humor als maat voor (meta)linguïstische vaardigheid
•
Voordelen gebruik verbale humor
–
–
–
–
–
–
Humor populair bij bao-leerlingen
ecologische validiteit
geen of minder trainingsverschillen (exposure)
Interessant en plezierig voor onderzoeker en leerling
Kenmerken variabelen redelijk goed te controleren
Duidelijke samenhang met leesbegrip (Yuill, 1998; Kurvers,
•
Incongruentie en resolutie theorie (McGhee, 1979)
•
Stadium 1: Incongruente handelingen met objecten
•
Stadium 2: incongruent labelen van objecten
•
Stadium 3 (3-7 jaar): Conceptuele incongruentie
•
Stadium 4 (vanaf een jaar of zeven): Meervoudige
betekenissen
– Sok aan je hand
– Een hond kat noemen
– olifant op een fiets; nonsense rijm, broodje poep
• Waarom neemt een Belg hooi mee naar bed?
2004; Zipke, 2007)
– (Snelle maat leesbegrip)
9 van xx
10 van xx
Humor van basisschoolkinderen
Moppen en raadsels het humorgenre van basis schoolkinderen.
•
•
Een vraag met een antwoord, maar…
•
Een doelbewust obscure omschrijving van het te raden object of
schepsel (Opie & Opie, 1959)
Een vraag die doelbewust zo geformuleerd wordt dat iemand die
het antwoord niet weet, in verwarring gebracht wordt.”(Abrahams
Opie & Opie (1959) “The Lore and Language of Schoolchildren
–
–
–
–
•
Wat is een raadsel?
Fantastische verhalen
Moppen en raadsels
Spring- dans- en klapliedjes
Scheldwoorden en bezweringen
•
& Dundes, 1972)
(Meder 2002), “Storytelling in Lombok”. Genres
–
–
–
–
–
–
Moppen en raadsels
Legendea
Persoonlijk verhalen
Sprookjes
Stadslegendes
Overige
339
84
70
14
10
•
“Een vraag met een antwoord dat arbitrair lijkt, omdat de
luisteraar betekenis B te horen krijgt, terwijl hij op betekenis A
reageert.” (Sutton-Smith, 1976; Kurvers, 2004)
5
11 van xx
12 van xx
Nima-A - Marketing
Twee typen raadsels
•
‘Echte’ raadsels
– Historisch waarschijnlijk de oudste vorm
Taxonomie grapraadels
•
Waar zit de grap?
•
Taal: Linguïstische raadels
– Fonologische ambiguïteit
– Betekenis-vorm ambiguïteit
– Lexicale ambiguïteit
– Syntactische ambiguïteit
•
Kennis van de wereld
• Welk dier loopt op vier benen in de morgen, twee in de middag en drie
in de avond?
• Wat is de vogel vederloos?
• Hummeltje Tummeltje zat op een wagen
•
Grapraadsels (moppen verpakt als raadsel)
• Hoe heet de vrouw van een bosjesman?
• Het is groen en vliegt door de lucht.
• Welk dier springt hoger dan een huis?
–
•
Kurvers (2004), Waarom de olifant de straat overstak
Conceptuele raadsels
Spel met het genre:
– Raadselparodieën
– absurde raadsels
13 van xx
14 van xx
Vier onderzoeken
Proef op de som
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Wat staat er op een Turkse botsauto?
Wat is het einde van alles?
Waarom neemt Jantje een ladder mee naar school?
Waarom legt een dom blondje kaas bij de computer?
Meneer van Dalen ligt dood in het park. Wat klopt er niet?
Waarom loopt een Belg op maandag altijd naast zijn fiets?
Waarom kan een hond met één oog niet eten?
Wat is het toppunt van geduld?
Waarom komt Sinterklaas nooit naar de moskee?
•
Kurvers (1981; 2004)
•
Bakker (2003)
– Relatie met leesproblemen bao
– Relatie met tweetaligheid bao
•
De Milliano (2006)
•
Yuill (2009),
– Relatie met leesvaardigheid vmbo/vwo
– Trainingsexperiment
Waarom steekt een kip altijd schuin de straat over?
Het is rood en vliegt door de lucht
15 van xx
16 van xx
Onderzoek Kurvers
•
•
Vergelijking doorsnee lezers met kinderen met leesproblemen op
metalinguïstische vaardigheden
Operationalisatie: raadselgrappen
Vooronderzoek
•
Inventarisatie (750 raadsels)
•
Leukste
– Het zingt en kan niet naar buiten kijken? De zangeres zonder raam.
– "Waarom neemt een Belg altijd maggie mee in de auto? Voor als ie hem in
de soep rijdt“
– "Het is wit en vliegt door de kerk. Jesus in een nachtjapon“ ("Het was een
witte nachtjapon“)
– fonologisch, lexicaal, semantisch, conceptueel
•
•
Vooronderzoek inventarisatie
Onderzoek
– doorsnee lezers en kinderen met leesproblemen (n=48) (7-11 jaar)
– Procedure
•
•
•
•
Raden
Appreciatie (smileyometer)
Navertellen
Begrip (doorvragen)
•
Zelf bedacht
– "Wat zul je doen als je tegen een kast aanloopt? Au, au, dat doet zeer".
– "Het is groen en staat in de wei. Een grassprietje".
17 van xx
18 van xx
Nima-A - Marketing
Voorbeeld raden
Waarom neemt Karel altijd een krant mee in de auto?
•
"Er was een haring en die stopte de juffrouw in een vogelkooitje
en toen begon die te zingen."
•
"Wat is het verschil tussen een brief en mij? Een brief is
geschreven en ik wordt getypt."
"Waarom neemt Karel altijd een krant mee in de auto? Om te
kunnen verscheuren.“
"Welke vis doet niet pijn? Een haringslaatje.“
– "Om te kunnen lezen".
•
Waarom dragen veel vrouwen kralen?
– "Voor de sier".
•
"Wat is het verschil tussen pa en moe?
•
– "Pa werkt en moe niet"
•
Waarom kan een zanger met een houten been niet zingen?
•
– "Omdat ie dan omvalt".
Mijnheer van Dale ligt dood in het park. Wat klopt er niet?
– “ Als je dood bent, moet je niet in het park gaan liggen. Dan moet je
op het kerkhof gaan liggen.”
•
"Wat is het verschil tussen een brief en mij? Een brief schrijf je
en ik tik je .. eh .. een brief schrijf je en mij ...een brief is
geschreven en ik ben getikt."
19 van xx
20 van xx
Waardering
Voorbeelden uitleg
•
•
•
"Nou, gewoon, een grap, omdat het een grap is."
"Ik snap er geen sikkepit van.“
“Ik begrijp hem eigenlijk niet. Als het nou een Belg was geweest.....”
Wat vind je van deze grap?
•
•
1
Helemaal
niks aan
2
Niet veel aan
3
4
Gaat wel
leuk
•
5
•
Heel erg leuk
•
“Dat ie het leuk vindt om die auto vuil te maken. Dat moeder dan weer werk heeft dat
ze al die snippers op moet ruimen."
"Dat ken je toch met een echte trap doen, daar hoef je toch geen ladder voor mee te
nemen naar school.“
"Om in een hogere klas te komen daar moet je veel voor leren en zo en overgaan en hij
denkt in zijn eigen dat hij met een trap naar een hogere klas kan komen, want dat is
toch hoger.“
"Ja, want moe dat is moeder en het is moe als je moei bent. Dat is twee dingen. Maar
pa, ja, dat is alleen maar vader."
"Ja, wat klopt er niet, daar bedoelen ze eigenlijk mee het hart klopt niet. Maar de
kinderen denken, ja, er klopt iets niet ja, bijvoorbeeld hoe kan dat nou, dat kan toch
niet."
21 van xx
22 van xx
Uitleg naar leeftijd en leesniveau
Waardering taalraadsels
Taalraadsels
Conceptuele raadsels
12
30
11
10
20
9
totaal uitleg taalraadsels
•
totaal uitleg type 4
•
Navertellen
10
0
8
9
10
8
7
doorsnee
doorsnee
6
zwak
zwak
8
11
leeftijd in jaren
leeftijd in jaren
23 van xx
leesniveau
leesniveau
24 van xx
9
10
11
Nima-A - Marketing
Uitkomsten
•
•
Onderzoek Bakker (2003)
Waardering:
– conceptueel en lexicaal meer dan fonologisch en syntactisch
•
Theoretisch kader
•
•
Begrip
– Effect van leeftijd (ontwikkelingstheorie)
– Effect van leesvaardigheid bij taalraadsels
– Effect van raadseltype
•
Onderzoek
–
–
–
• Conceptueel > lexicaal > syntactisch=fonologische
– Interactie: zwakke lezers extreem meer moeite met
sublexicale analyse
Tweetaligen metalinguïstisch vaardiger dan eentaligen, zeker “balanced
bilinguals” (Bialystok)
Ontwikkelingstheorie nog houdbaar?
–
Twee taalgroepen: Ned (32) en Turks (35)
Drie leeftijdsgroepen: 7-9-11 jaar
Twee groepen raadsels
• Niet-linguistisch: conceptueel, parodie
• Linguistische: fonologisch, lexicaal, syntactisch
Drie taken: navertellen, waarderen, uitleggen
25 van xx
26 van xx
Onderzoek De Milliano (2006)
Navertellen en begrip naar groep en leeftijd
navertellen
begrip
20
•
Vragen
•
•
Gaat ontwikkeling nog door?
– Verschil tussen vmbo en vwo?
– Verschil tussen klas 1 en klas 3?
Verband met leesvaardigheid?
•
Onderzoek
16
14
12
10
8
0
7 jaar
Aantal begrepen raadsels
10
9 jaar
6
etniciteit
Etniciteit
4
Nederlands
Nederlands
2
Turks
0
7 jaar
11 jaar
Turks
9 jaar
11 jaar
27 van xx
Voorbeelden De Milliano
•
Wat staat er op een Turkse botsauto?
•
Wat doe je als je schoonmoeder uitgaat?
Wat is het verschil tussen een Belg en een foto?
Waarom hebben ze in Belgie ondergrondse scholen?
•
•
Waarom gaat een dom blondje op vrijdag door het raam naar
buiten?
Hoe voorkom je dat bejaarden gaan ruiken?
•
Wat is de overeenkomst tussen Feyenoord en Sinterklaas?
•
•
(schoonmoeders, etnische groepen, dom blondje)
Leeftijdsgroep
leef tijdsgroep
•
– Eerste en derde klas vo: vmbo (46 lln.) en vwo (45 lln.)
– Exposure hoeft niet per se te verschillen voor schooltypen
– Raadsels drie typen linguïstisch, conceptueel, cartoons
29 van xx
28 van xx
Enkele uitkomsten
30 van xx
Nima-A - Marketing
Gebruik in de klas (Yuill, 2009)
•
Trainingsexperiment met raadsels
– 48 lln, 7-9 jaar (24 exp., 24 controle)
– Voor- en natoets technisch en begrijpend lezen
•
Drie trainingssessies
Raadsel op screen
Raden
Antwoord en uitleg over ambiguiteit
Peer discussies
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Resultaat
– experimentele groep significant gegroeid in scores begrijpend lezen, niet
in technisch lezen
– Vooral die leerlingen die metalinguïstische discussies voerden
•
•
Training software Joke City
–
–
–
–
–
•
Tot slot
•
Metalinguïstische vaardigheden belangrijk bij leesbegrip
Raadsels populair en daarom interessant om metalinguïstische
vaardigheden van kinderen te meten op verschillende niveaus
(praktijkonderzoek?)
Onderzoek toont duidelijk verband met leesvaardigheid en
taalvaardigheid.
Raadsels (en andere verbale humor) zeer geschikt om
metalinguïstische vaardigheden te oefenen en leesbegrip te
bevorderen.
Website en demo handboek verborgen talenten
–
–
http://www.coutinho.nl/winkel/verborgen-talenten-b-647.html
http://www.coutinho.nl/verborgentalenten-demo
31 van xx
32 van xx
Literatuur
Literatuur
Bakker, A. (2003). Hoe raadselachtig is tweetaligheid? Doctoraalscriptie Taalwetenschap.
Universiteit van Tilburg.
Chiaro, D. (1992). The language of jokes. Analysing verbal play. London: Routledge
Dienhart, J.M. (1998). A linguistic look at riddles. Journal of Pragmatics, 31, 95-125.
Gombert, J.E. (1992). Metalinguistic Development. Hertfordshire: Harvester Wheatsheaf.
Kurvers, J. (2004). Waarom de olifant de straat overstak. Over het spreken met dubbele tong in
raadsels. In: P. Mooren, J. Kurvers en H. Van Lierop-Debrauwer (Red.), De mondige
jeugdliteratuur. (pp.109-119). Leidschendam: Biblion.
Kurvers, J.J. (2004). Als het een Belg was geweest, had ik hem wel gesnapt. Metalinguïstische
vaardigheden van kinderen bij het uitleggen van raadsels. In: P. Mooren et al. (Red.), De mondige
jeugdliteratuur. (pp.199-216). Leidschendam: Biblion.
Ravid, D., & Tolchinsky, L. (2002). Developing linguistic literacy: a comprehensive model. Journal
of Child Language, 29, 417-447.
McGhee, P. (1979), Humour. Its origin and development. San Francisco: Freeman and Co.
33 van xx
•
•
•
•
•
•
De Milliano, I. (2006), The unriddling of metalinguistic awareness in early adolescence. An
investigation of riddle comprehension and appreciation of young adolescents attending different
grades and school tracks. Masterthesis research master Taal en Communicatie, Universiteit van
Tilburg.
De Milliano, I. & J. Kurvers (2010) Over Belgen, Turken en schoonmoeders : Metalinguïstisch
inzicht in de vroege adolescentie. Pedagogische studiën, 87, 5,334-350.
Shultz, T.R. (1976), A cognitive-developmental analysis of humour. In: A.J. Chapman & H.C. Foot
(Eds.) Humour and laughter: Theory, research and applications. London, Wiley.
Yuill, N. (1998). Reading and riddling: The role of riddle appreciation in understanding and
improving poor text comprehension in children. Cahiers de Psychologie Cognitive, 17(2), 313–342.
Yuill, N. (2009) The relation between ambiguity understanding and metalinguistic discussion of
joking riddles in good and poor comprehenders: Potential for intervention and possible processes
of change. First Language, 29, 1, 65-79.
Zipke, M. (2007) The Role of Metalinguistic Awareness in the Reading Comprehension of Sixth and
Seventh Graders. Reading Psychology, 28:375–396
34 van xx