3de - kfmb oostende

1
SAMENSTELLING BESTUUR K.F.M.B. AFDELING OOSTENDE EN KUST
VOORZITTER
Mr. GESELLE REDGY
LONGSCHAMPLAAN 134
8400 OOSTENDE
TEL. 059 80 84 17
ONDER – VOORZITTER
MARC BENAERTS
ERE - ONDER – VOORZITTER
ERE – LID
ERE – VOORZITTER
Mr. GOEGEBEUR RAYMOND
Mevr. VAN HAECKE HENRIETTE
Mevr. SEYS HILDA
Mr. DIEUSAERT ADRIEN
Mr. BOURGEOIS DIRK
Mevr. CLAUS MARIJKE
Mr. SAMYN WERNER
ERE - PENNINGMEESTER
ERE – VAANDELDRAGER
ANGILLES RAYMOND
Website K.F.M.B.
www.kfmb.be
PENNINGMEESTER
FEESTLEIDER
SECRETARIS
DRIESSENS FERNAND
BEUKENLAAN 8
8420 DE HAAN
GSM 0477 28 03 77
[email protected]
BE93 2800 2531 0367
GEBABEBB
DANIEL VANDENABEELE
EIGEN HAARDSTRAAT 72
8470 GISTEL
TEL 059 27 60 01
GSM 0495 80 42 99
[email protected]
BEYEN IVAN
HOGENBILK 28
8470 GISTEL
TEL 059 43 80 58
GSM 0479 29 49 22
[email protected]
REDAKTIE
LAY – OUT TIJDSCHRIFT
PUBLIC RELATIONS
VAANDELDRAGER
LAUWYCK RONNY
BREDEWEG 95 Bus 201
8420 DE HAAN
GSM 0483 08 80 86
[email protected]
MARC BENAERTS
WINNEZELESTRAAT 20
8978 WATOU
GSM 0471 48 82 24
[email protected]
LAUWYCK RONNY
BREDEWEG 95 Bus 201
8420 DE HAAN
GSM 0483 08 80 86
[email protected]
HUBERT GEORGES
DE PETER EN DE METER VAN HET AFDELINGSVAANDEL: Mr. GOEGEBEUR RAYMOND
EN Mevr. HILDA SEYS
JAARLIJKS LIDGELD: GEWOON LID 10 EUR POSTREKENING: BE61 0000 4957 8417
BPOTBEB1
ERELID : VANAF
25 EUR BANKREKENING : BE93 2800 2531 0367
GEBABEBB
2
Beste Vrienden,
Het is een jaar van plechtigheden en herdenkingen allerhande maar ook een jaar waar juist daardoor de mensen weer eens een
klein beetje blijven stilstaan bij het onmenselijke leed die een oorlog met zich meebrengt. Vrede is een mooi woord maar als men
rond kijkt in de huidige wereld geeft het een wrang gevoel, het is geen echte realiteit want er wordt overal gevochten. Zelfs wij
zijn niet echt gevrijwaard ,als men luistert naar de taal van Poetin. Hij heeft al een vorm van economische oorlog gewonnen
want de zogezegde stoere taal en maatregelen van de Europese unie vallen enkel op het hoofd van de werkende mensen, kijk
maar naar de fruitteelt. Dus zonder iemand te willen schrik aanjagen maar waar gaat die machtstrijd tussen Europa en
Rusland eindigen als men hoort dat de Russische president gewoon verklaart aan de Heer Barosso dat hij in enkele dagen in
Kiev kan staan. Dus een omslaan van de vredevolle toestand die wij nu al 70 jaar kennen is altijd mogelijk daarom moeten we
er alles aan doen om die vrede te behouden en uit dat oogpunt stel ik mij regelmatig de vraag of al dat Europees gedoe wel zijn
nut heeft. Het kost ons onmenselijk veel geld en we zijn niet meer vrij in ons eigen land.
Ik denk als elk veegt voor zijn eigen deur het pas proper zal zijn.
Wat betreft onze afdeling, gaan we er goed op vooruit. Enkele van onze leden hebben de oproep van mij en het bestuur ter harte
genomen en hebben nieuwe leden aangebracht waarvoor zeker onze dank. Het is op die manier dat onze grote familie zal groeien
en er is een spreekwoord die zegt, " hoe meer zielen hoe meer vreugd". Wat betreft ons jaarfeest op 31 augustus, het was weer een
grandioos gebeuren. Er was veel volk aanwezig op de plechtigheid aan het monument voor de bloemenhulde. Het feest zelf was
subliem er was zeer goeie muziek en de dansvloer was nooit leeg. Dus de afwezigen hadden weer eens ongelijk. De maaltijd was
perfect en alles verliep op wieltjes.
Wat mezelf betreft, wil ik langs deze weg alle leden en vrienden bedanken die mij regelmatig hebben gebeld om mij beterschap te
wensen na mijn heelkundige ingreep. Allemaal zeer hartelijk bedankt.
Beste vrienden, laat ons verder werken aan onze afdeling zoals we nu bezig zijn, leden aanbrengen en de vriendschapsbanden
verder aanhalen en elkaar helpen en steunen waar kan. Ik moet ook de twee Marc's hartelijk bedanken voor het prachtige werk
die ze hebben gedaan om onze afdeling zijn eigen website te geven. De meeste zaken staan nu al op punt, en we kijken de
toekomst zeker vreugdevol tegemoet.
Tot op de volgende samenkomst.
De voorzitter
Redgy
3
4
Florine van ’t Klein Bazartje is een fervente royaliste
Kontent boel gedaan
voor en viel er ter hoogte van Cinema Cameo een mensenhoge
brok steen in de straat. We hadden het benauwd want de stenen
schijverden ten alle kante over ons hoofd en de dichtbije
ophaalgordijnen werden door de explosie uitgerukt. ’t Kwam uit, de
Duitsers lieten de duikbootbasis in de lucht vliegen…”
Onze éérste Canadees, een mooi ogende twenty!
Iedereen liep naar een belendende straat om zich in veiligheid te
stellen. Eens alles voorbij keerde iedereen terug naar de
Kapellebrug. Dààr is het dat madame Florine en gebuurte hun
éérste Canadees hebben gezien, een hand schudden en een
dikke smok gaven.
(Na haar huwelijk met biljarter Albert Cattoir
(Overleden in 1959) werd Florine Cattoir de
madame van ’t Klein Bazartje dat eigenlijk in
1885 werd gesticht in de Kapellestraat tot
internationaal begrip uitgroeide. Tot haar 68e
runde Florine met veel liefde haar
speelgoedmekka en toen ze ermee stopte hielden
klanten haar tegen: mais madame, qu'avez vous
faites…quitter votre bazar!)
‒„’t Was een mooie jongen met licht bruin haar van zo’n 20 jaar
denk ik. Met zijn allen hebben we hem meegetroond in onze
straat.
Na de «Pingouin» vonden we de Central, blijartlokaal van mijn
echtgenoot op het Wapenplein, op…en hebben daar héél lang
verbroederd en nog langer de bevrijding doorgespoeld.”
Aan die onvergetelijke momenten plakten nog andere historische
schuifkes. Een groep Duitsers die zich had overgegeven,
marcheerde door de Kapellestraat. Het Palace Hotel, tegenover de
Wellingtonrenbaan, stond in brand…en iedere Oostendenaar die
wat uit de voeten kon, rende er naartoe om al hetgeen wat niet te
zwaar of te licht was in de wacht te slepen.
Geen honger: iedere zondag onze pistolets
Florine Samyn kende tijdens de oorlog geen honger: «in een
winkel kom je nooit iets tekort. Alle soorten boerenmensen
kwamen er hun voedingswaren presenteren. We hadden nooit iets
tekort. Langs Lucien Fremaut om, een schat van een garçon van
du Parc, hadden we iedere zondag onze pistolets – 5 fr stuk
Bevrijd worden!, madame Florine Samyn van Hotel
als ik mij niet bedrieg – op tafel.»
de Bazar de I’Yser kan de emotie die ze 50 jaar
Kompassie heeft madame Florine niet met de wegtrekkende
geleden onderging moeilijk beschrijven:
Duitsers en de zwarten, ze vindt dat ze al hun misère zelf hebben
gezocht. Ze heeft een moffenmeid in de Kapellestraat een
‒„We waren uitgelaten, dolgelukkig…en hunkerden
pandoering zien krijgen. Akkoord dat amoureuze toestanden bij
om de bevrijders in levende lijve over de Kapellebrug dergelijke tijden horen, maar bij Florine Samyn wekt dit nog altijd
te zien komen!”
geen medelijden op voor landgenoten die met de vijand liepen.
Toen ’t nieuws als een vuurtje rondliep dat de
Vond het gemeen dat «ze» Leopold III afzetten
bevrijders langs de Kapellebrug Oostende zouden
Net als haar ouders heeft Florine Samyn heel haar leven lang
binnenrijden, kon niets Florine Samyn, echtgenoot
Albert Cattoir, KVGO voorzitter André Ghysbrecht en erg van haar Belgë gehouden.
Louis Jannsens van de Pingouin nog tegenhouden
-„Ik heb altijd stief veel van Koning Leopold III gehouden en heb
om dit historische moment met eigen ogen mee te
het dan ook stief gemeen gevonden dat ze hem afgezet hebben.
maken. Zegt Florine van ’t Klein Bazartje:
Mijn nicht Yvonne Samyn heeft nog in de klas
gezeten van Liliane Baels. Zo’n mooie prinses, ik was
‒„Toen we daar stonden te wachten deed zich
eenklaps een geweldige ontploffing
5
waarempel fier dat de Koning hertrouwde met een
Oostends meisje.? Natuurlijk heeft Florine
naderhand ook van Boudewijn gehouden…al moet
ze toegeven dat ze Koning Albert II hoger staat
omdat hij dichter bij de mens staat. Samen met
Paola, een beeld van een prinses!, vindt mevrouw
Samyn het huidig vorstenpaar straf sympatiek.
Maar hoe hoog zitten de Oostendse burgemeester
in Florientjes schof?
kokkehaan die heel wat gedaan heeft voor de heropstanding van
het naoorlogse Oostende. Jan Piers? Dat was een brave man, hé.
Julien Goekint? Da’s ook een brave mens zeker, hahaha… Je
mag niet vergeten meneer, dat ik een pure blauwen ben!”
Totdaar Florine Samyn, die de bevrijding bondig samenvat: ik
was kontent dat die vuile boel – lees oorlog – eindelijk gedaan
was… (Oude spelling 1994)
(Met dank aan Raymond Goegebeur)
‒„De nummer 1 was natuurlijk Dolf van Glabbeke.
Wat had die man persoonlijkheid: een felle
K.F.M.B.
KONINKLIJKE FEDERATIE DER MILITAIREN IN HET BUITENLAND
Wij begroeten de nieuwe leden :
Van Der Loo Martin
Wij wensen een spoedig herstel :
Snauwaert Andre
Goegebeur Raymond
Geselle Redgy
Verstraete Maria
Wij betreuren het overlijden :
Mevrouw Denise Blanquet
Echtgenote van de Heer Bousse Gaston (Lid bij de K.F.M.B.)
WO I-frontlijn: niet helemaal beschermen
WESTHOEK De boeren uit de westhoek luidden de alarmbel: een bescherming van de frontzone van de
Eerste Wereldoorlog als Unesco-werelderfgoed zou nefast zijn voor de landbouw in de regio.
Plannen om de frontzone volledig te beschermen zijn er echter niet meer, aldus het kabinet van minister Geert
Bourgeois.
Selectie van relicten laten beschermen.
“Er is verwarring ontstaan na de speech van de minister-president”, zegt Kris Snijkers, woordvoerder van
minister Bourgeois. In 2010 heeft minister Bourgeois daarin echter een wending gemaakt en heeft hij zeer
nadrukkelijk gezegd dat het niet om een heel gebied zou gaan omdat dat de dynamiek in de Westhoek zou
hypothekeren. Wel willen we een selectie uit de verzameling van monumenten, begraafplaatsen, gedenkpalen,
bunkers… voordragen voor erkenning als Unesco-werelderfgoed. De relicten die we zouden willen voordragen,
zijn trouwens al effectief beschermd op Vlaams niveau. Een bescherming als Unesco-werelderfgoed betekend
ook geen beperkingen, bijvoorbeeld op het vlak van teeltkeuze. Dat is totaal niet aan de orde
6
7
8
Pervijze kreeg het tijdens de
Ijzerslag hard te verduren.
Belgische infanteristen haalden
vlug de verlaten huizen leeg
om er hun schuilplaatsen mee
in te richten. (foto onderaan)
Op de markt van Brugge
klonken elke middag Duitse
deuntjes. In de cinema Pathé
bevinden zich een Duitse
boekhandel en een
bibliotheek en leeszaal voor
officieren. (foto bovenaan)
Avelgem, Deerlijk, Vichte, Kuurne, Hulste, Oostroze-beke,
Izegem, Meulebeke, Rumbeke en ga zo maar door. Pas als
de nacht valt treedt de rust weer in. Bij vele tienduizenden
begint het nieuws door te sijpelen dat de paniekerige vlucht
enkel op loze geruchten steunt. Beschaamd beginnen ze
terug te keren.”
3. HOE KOMT HET DAT DE UNIFORMEN WAARIN
DE SOLDATEN DE EERSTE WERELDOORLOG
WAREN BEGONNEN, TIJDENS HET VERLOOP VAN
DE OORLOG GRONDIG VERANDEREN?
De uniformen van zowel de vijandelijk als van de Belgische
en de geallieerde troepen hadden aanvankelijk meer weg
van parade-uniformen dan kledij die geschikt was om op het
terrein oorlog te voeren. Zo hadden de Belgen eerst geen
helmen, maar droegen ze hoge kepiepetten. Ook het kakischutkleur verving pas in de loop van de oorlog – in
navolging van de Engelsen – het blauw van de jassen en het
grijs van de broeken van de Belgen. De kepies werden
uiteindelijk ook door de helmen vervangen. Ook de Duitsers
die met angstaanjagende punthelmen waren uitgerust,
schakelden tijdens de oorlog over naar een puntloze helm. In
de loopgraven was zo’n punthelm immers extra gevaarlijk:
de ‘pieken’ die boven de loopgraven uitstaken, verraadden
de aanwezigheid van de soldaten. De ‘punten’ waren
oorspronkelijk bedoeld om slagen van sabels af te weren. Al
in 1915 werd de ‘Pickelhaube’ vervangen. Een opmerkelijke
anekdote uit die tijd handelt over…Adolf Hitler.
9
Als soldaat in de Eerste Wereldoorlog was hij
in dienst van een Beiers regiment.
Daar werden geen punthelmen gedragen, maar
wel een soort mutsen. Dat deden ze tot ze
werden beschoten door…een ander Duits
regiment uit een andere regio dat wel met
helmen was uitgerust. Die dachten, o.a. door
mutsen, dat ze met Britse soldaten te maken
hadden en openden het vuur. Hitler bleef, zoals
de geschiedenis bewees, buiten schot. Maar
vaak is de zorg om het uniform ondergeschikt
aan de strijd die moet geleverd worden. De
arts Max Deauville, wiens dagboek Tot aan de
IJzer vorig jaar bij Roularta Books voor eerst
in een Nederlandse vertaling verscheen, vertelt
daarover: “Ons uniform was een allegaartje.
Ik heb een op goed geluk samengesteld
uniform, een kapotjas van een artillerieofficier,
met knopen van de gezondheidsdienst, een
broek van de burgerwacht en beenkappen van
een soldaat. Mijn kepie is nieuw, maar het is er
een van een artillerieadjudant.” Wat hem doet
besluiten dat het rond de wagen van de
militaire artsen echt wel op een zigeunerkamp
gelijkt. De dokter vertelt dat niet op het eind
van de oorlog, maar hij schrijft dit in zijn
dagboek van 16 augustus…1914.
4. VAN WIE KWAM HET IDEE OM DE
IJZERVLAKTE TUSSEN NIEUWPOORT
EN DIKSMUIDE ONDER WATER TE
ZETTEN IN 1914 OM ZO DE DUITSE
OPMARS TEGEN TE HOUDEN?
Het poldergebied in de IJzervallei was van
nature al zeer drassig en de Belgische soldaten
die er lagen, raakten eind oktober aan het
IJzerfront ontmoedigt. Het was immers haast
onmogelijk om er loopgraven te graven die niet
meteen volliepen met water.
Maar enkele inwoners van het gebied kenden
de lokale geschiedenis en herinnerden de militairen eraan dat al in
tijden van oorlog eeuwen geleden het openen van de sluizen in
Nieuwpoort de streek had gered. Dat was o.a. het geval met het
Beleg van Nieuwpoort, in het begin van de 17de eeuw! Eén van die
mensen die het militair bevel adviseerden was opzichter Karel
Cogge. Toen het Duits offensief eind oktober eventjes stilviel,
werden in Veurne sluizen geopend, maar het water liep maar heel
traag landinwaarts. Te traag. En dus werden ook de sluizen in
Nieuwpoort geopend. Daarvoor zorgde de binnenschipper Hendrik
Geeraert, die vergezeld van van geniesoldaten, de sluispoorten ’s
nachts opende en ze bij laagtij weer sloot. Toen de Duitsers de dag
daarop met een offensief begonnen, moesten ze het opgeven,
omwille van het almaar stijgende water. Hendrik Geeraert zou het
manoeuvre nog twee nachten herhalen,
zodat begin november de hele IJzervlakte onder
water stond. De hele oorlog bleef Hendrik Geeraert,
samen met Belgische geniesoldaten, waken over
het sluizencomplex. Hendrik Geeraert zou pas
gehuldigt worden voor zijn heldendaden op het
einde van zijn leven, eind 1924, toen hij al
stervende was. Hij werd benoemd tot Ridder in de
Leopoldsorde en tot ‘Legendarisch figuur van het
Veldleger 1914-1918’, een titel die hij alleen met
koning Albert I moest delen. Hij overleed kort
daarop, op 15 januari 1925. Na de Tweede
Wereldoorlog sierde zijn portret de bankbriefjes van
1.000 frank.
5. WAS HET IN OORLOGSTIJD EN IN BEZET GEBIED BETER LEVEN OP HET PLATTELAND
DAN IN DE STEDEN?
In bezet België ontstonden al vlug grote problemen met de
bevoorrading. Het land was immers afgesneden van de zeer
noodzakelijke invoer. De prijzen van levensmiddelen stegen snel.
Vlees werd nog meer een luxeproduct. Zelfs brood werd schaarser.
Siegfried Debaeke van uitgeverij Klaproos daarover: “In de steden
werden steeds meer burgers afhankelijk van voedselbedelingen.
De grote steden werden echte hongersteden. Op het platteland kon
men zich iets gemakkelijker zelf beredderen, met groenten uit
eigen tuintje of door in het geheim een varkentje te kweken.”
Het leven in de West-Vlaamse dorpen verschilde echter sterk
naargelang de ligging. Siegfried Debaeke:
“In dorpen dichtbij het front zaten duizenden
Duitsers ingekwartierd. Daar tierden de winkeliers
en herbergiers op de handel met de soldaten. Ook
arbeiders konden een goeie frank verdienen,
bijvoorbeeld bij de aanleg van wegen. Maar echt
rijk werd men pas als men zich op de zwarte markt
gooide. Iedereen die het aandurfde, van welke
stand ook, kon zich rijk woekeren: smokkelaars,
middenstanders…”
Van de boekenflank door Ivo Peeters
In het licht van het eeuwfeest van de “Groote Oorlog” zullen er tal van nieuwe boeken verschijnen dat voor
de ene lezer al boeiender is dan voor de andere. Bij deze willen we niet de nadruk leggen op een bepaald boek
dat hier voorgesteld wordt, maar geven we aan de lezer een paar tips over boeken mee.
B. Wijdooghe: de sluiswachter van de IJzer‒Sterk water‒op zoek naar Hendrik Geeraert Eerste Wereldoorlog.
Witsands uitgevers, Pb45, 2600 Berchem 19,9 € 500 blz.
Het is een omvangrijk boek dat poogt een beeld te geven van schipper H. Geeraerts, bekend om zijn
onderwaterzetting van de IJzervlakte. Het boek zweeft tussen roman en feiten en zal daarom bepaalde lezers
frustreren wat dan weer jammer is voor de lezers die zich echt in Geeraert belangstellen.
Luc de Vos 14-18, De Oorlog in België, Davidsfonds Leuven, 590 blz 49,95 €
Dit is het boek over de "Groote Oorlog", voor al wie wil meepraten de komende vijf jaar.
Het behandeld systematisch alle aspecten van het conflict. Beginnend met een situatieschets van Europa in
1914, en met de aandacht voor de strategie van de Duitse, Franse en Britse legerleiding.
Vervolgens wordt de bewegingsoorlog in detail gepresenteerd van 4 augustus 1914 tot de 1e Slag bij Ieper.
(oktober 1914)
Hoofdstuk drie behandelt de 1e periode van de stellingenoorlog en in hoofdstuk vijf de eindperiode.
Ook de andere fronten komen aan bod en de nasleep van deze oorlog wordt ook vermeld.
Het is een rijk geïllustreerd boek met duidelijke kaarten. Interessant is ook de nauwkeurige beschrijving van
het Belgische leger in 1914 en 1918, regiment per regiment.
Dit is beslist een aanrader voor al wie meer dan oppervlakkige kennis over dit wereldconflict wil opdoen.
10
11
12
78
ste
Jaarfeest K.F.M.B.
Uitreiking medailles
Buiten de landsgrenzen:
BSD:
Dewulf Steve
Constant Jean Louis
Vanmassenhove Frans
13
De Grote Gouden Palmen:
Getrouwheid 20 Jaar:
Benaerts Marc
Lauwyck Ronny
De Smet Noël
Beyen Ivan
Heyndrick Werner
Ridder:
Boterman Daniël
Wij bedanken langs deze weg tevens de oprichters
van ons pasgeboren website www.kfmb.be voor de
afdeling K.F.M.B. Oostende.
Proficiat Marc Benaerts & Marc Van Orshaegen.
Langs deze weg willen wij ook iedereen bedanken
die aanwezig was op ons jaarfeest.
Mogen wij Rudy Smet en Sabine Degraeve van
harte proficiat wensen met hun Peter en Meterschap
die zij aanvaard hebben voor onze nieuwe website.
14
15
16
De bevroren hel
De buurt van Salmchataeu, België
15.00 14 januari 1945
Een jonge soldaat benaderde voorzichtig de Compagnies – lijn
van besneeuwde foxholes als ’s middags de hemel begon te
verduisteren. Voor de nabij gelegen mannen zag hij eruit als een
rookie, hij was duidelijk beschaamd over zijn intrede op deze
plaats van dood en vernietiging. Zijn uniform was nog bijna
vlekkeloos. Zonder twijfel had hij warme "C" rantsoenen gegeten
en geslapen onder dekking tot nu toe.
Ze namen hem terloops waar. Een veteraanstrijder kon in de
regel vertellen of er een nieuwe zou panikeren onder vuur, alleen
maar door te kijken naar hem, en je wilt niet dat hij kraakt terwijl
je met hem je schuttersputje deelt. Deze bijzondere man had een
baby gezicht, en had zich waarschijnlijk nog niet eens begonnen
te scheren. Hij kon niet meer dan achttien zijn. Een Duitse
mortiergranaat die af en toe in de buurt viel maakte dat hij
sprong. Vanuit zijn schuttersputje, sprak sergeant Gilbert met de
nieuwe particuliere en wees hem op een open plekje in de lijn
van zijn schuttersputjes. De vervanging draaide zich om en
maakte zijn weg naar de aangewezen plek. Hij leunde met zijn
M-1 tegen een boom, en haalde zijn verankering tool.
In momenten gleed hij over het bevroren oppervlak van de
Belgische bodem.
Gedurende de volgende twintig minuten, vulde het geluid van
hakken en graven de lucht. Twee keer terwijl de vervanger aan
het delven was gleed de vervanger uit en viel in zijn onvoltooid
schuttersputje. De mannen waren stil als hij rond keek en
probeerde zijn waardigheid terug te winnen.
Tot slot, was zijn gat (schuttersputje) voltooid, de vervanger
greep zijn geweer, stapte erin en nam zijn positie op de lijn. Geen
twijfel bestond erover dat hij probeerde te achterhalen wat er zou
gebeuren.
Hij had waarschijnlijk nog nooit gehoord van de wapperende
geluiden van een naderende mortiergranaat, maar de mannen om
hem heen wel, en ze doken dieper in hun schuttersputjes. Een
abrupte explosie schudde de grond en gooide stukjes van iets
door de lucht, er waren de plotselinge geuren van verbrand
cordiet en geschroeid vlees.
De soldaten keken in afschuw over het schuttersputje van de
nieuwe vervanging. Rook kolkte eruit, en stukken van bloederig
vlees waren overal. Gescheurde stukjes van zijn uniform en een
stuk van een darm opgehangen aan afgebroken takken boven het
verbrande schuttersputje, en naast de boom lag een laars met een
deel van een been er nog in.
Dat was het, dacht Private Daniel R. "Bob" Shine en hij zat in
zijn schuttersputje te kijken naar de dag die zich omdraaide in de
nacht. Het ene moment ben je levend en in één stuk, de volgende
minuut je weg bent en ben je niets meer, niemand heeft zelfs de
tijd gehad om uit te vinden wie je was. Hoewel
17
hij en de andere mannen deze dingen al
hadden gezien, niemand was er ooit echt
gewend aan geraakt.
De nacht viel, en het begon te sneeuwen,
het maskeren van de bevroren delen van
wat ooir een man was.
In de vroege ochtenduren, verzamelde de
Compagnie bijeen voor hun aanval van
Salmchateau. Vandaag zouden ze worden
geconfronteerd met elementen van de
326e Volksgrenadiers en de restanten van
de 62e Volksgrenadiers.
Shine was bodyguard van luitenant Rocco
Durante. Hij en de luitenant leidden hun
peloton door de besneeuwde duisternis en
de vroege dageraad. Zodra het volledig
licht werd, verlieten ze het bos en volgden
een onverharde weg in het dorp.
Dit was meestal het moment waarop
dingen begonnen te gebeuren, en
als tweede man in de oprukkende
kolom, werd Shine bang. Zoals vaak
gezegd, "Iedere man die niet bang
was op deze momenten zou krankzinnig moeten zijn." Ze waren bijna
bij een brug die naar de stad leidde,
toen was er een scherpe krak aan het
rechtse front, en de luitenant zijgde
neerwaarts. Shine, drie passen na
hem, rolde Durante over en zag een
kogelgat in de riem van zijn gordel.
Juist tegen zijn gesp. Toen hij de
luitenants broek naar beneden trok,
zag hij dat de punt van de kogel juist
het scheuren van de huid in de buurt
van de lies van de luitenant had
bewerksteld. Blijkbaar was de kogel
afgeketst op een bot.
Om stil te blijven staan: in een plek
als deze, was een ramp uitnodigen.
Shine en de anderen verplaatsten
zich naar voren, en liet de luitenant
aan de zorgen van de medics, die
zouden volgen.
Aan de infanterist van de Tweede
Wereldoorlog soldaat, was er niets
meer geruststellender dan het gevoel
van een M-1 geweer in zijn handen.
Het beloofde kracht en
nauwkeurigheid bij het trekken van
de haan. Het beloofde ook om een
zware last te zijn op een lange mars.
De M-1 geweer bijna tien kilo
woog - ongeveer twee keer het
gewicht van een M-1 karabijn.
In de infanterie, droegen de mannen
geweren en officieren droegen de
karabijnen.
Achter Shine keek Prive Krizan naar
het M-1 karabijn dat de luitenant
had laten vallen.
Net als de meeste schutters, deden
zijn armen pijn van het dragen van
de zware geweer, hier was iets
aantrekkelijker. Hij pakte de
karabijn en hervatte zijn weg. Dat
was de laatste fout die hij ooit
gemaakt had.
Er was nog een scherpe "kraken"
van op de hoge grond op hun
rechterkant, en Krizan viel neer en
rolde op zijn rug. Shine keek weer
naar Krizan, hij lag daar met een
keurig kogelgat recht tussen zijn glazige ogen. Onder zijn hoofd begon
zich een karmozijn rode vlek te verspreiden in de witte sneeuw.
De sluipschutter had bij het zien van een karabijn in de handen van
Krizan hem verward voor een officier, en doodde hem.
Rond deze tijd dacht Shine dat zijn nummer was gekomen. Hij rende
en haalde de ploeg in net als ze gereed waren om het eerste huis aan
hun kant van de straat te zuiveren!!! Prive "Snuffy" Toth ging naar
binnen langs de voordeur, een fragmentatie granaat in de hand met pin
uitgetrokken, hij gooide de granaat en draaide zich om erbuiten te
komen. Toen hij zich omdraaide, gleed hij uit over de keramisch
tegelvloer en viel. Voordat hij kon opstaan ontplofte de granaat.
Snuffy wankelde de deur uit en viel terug. Hij was zwaar geschokt en
de ploeg liet hem achter voor de medici: ze trokken verder door de
stad, van huis tot huis; en zuiverden het zo, een na een. Het merendeel
van de Duitsers waren gevlucht. Er was geen verder snipervuur, maar
nog steeds enkele inkomende artillerie inslagen en nog een paar
plaatsen van weerstand in enkele van de huizen.
Laat in de avond, vonden ze drie of vier Duitsers in keledergaten aan
de andere kant van de stad. Een van hen maakte een dreigende
beweging en de drie Amerikanen tegenover hen vuurden in een keer.
Het resultaat was verwoestend. De Compagnie richtte de aanval op
Salmchateau en won de stad, dus ze voldeed aan de doelstelling.
De gelederen waren uitgedund die dag "door de dood, verwondingen
en bevriezing en gevallenen".
Snuffy Toth’s lot eindigde als een frontsoldaat, de explosie van zijn
granaat had hem een Shell-schok bezorgd.
Hij werd uiteindelijk geëvacueerd. Luitenant Durante was ook
geëvacueerd, en zij zagen hem niet meer terug.
Shine en de ploeg brachten de nacht door ingekwartierd in de stucco’s
en de stenen huizen van Salmchateau, terwijl buiten, de doden van
beide legers bevroren in groteske posities.
(Einde verhaal)
En als de doden en de levenden sliepen,
wederom het begon te sneeuwen…
18
Tien WO I-plekjes om te bezoeken op wapenstilstand.
WESTHOEK ‒ 11 november, op een dinsdag, is het wapenstilstand. Het moment
voor een bezoek aan enkele bijzondere plekken in de Westhoek, die herinneren aan
de Eerste Wereldoorlog.
1/ RAMSKAPELLE
Observatiepost in de ruïnes van het treinstation
Nieuwpoort heeft een tal van interessante plekken die verwijzen naar WO I.
Uiteraard is er het Sluizencomplex De Ganzepoot en het Albert I-monument. Maar
ook de ruïne van het treinstation van het Nieuwpoortse Ramskapelle is best
interessant. Nadat het in 1914 in puin werd geschoten, verrees er een observatiebunker. Sinds 1918 is er aan de plek zo goed als niets meer veranderd. Langs de
vroegere spoorlijn Diksmuide-Nieuwpoort, nu het fietspad Frontzate, liggen overigens
nog meer bunkertjes uit WO I.
2/ KAASKERKE
Het gevaar loert in de dodengang
De dodengang langs de IJzerdijk in Kaaskerke heeft zijn naam
niet gestolen. Het loopgravennetwerk was een vooruit-geschoven
stelling van het Belgische leger en een van de gevaarlijkste plekken
van de Belgische sector. Al op amper vijftig meter lag een eerste
Duitse bunker van waaruit de Dodengang onder vuur werd genomen.
Het bezoekerscentrum geeft een goed beeld van de omstandigheden
tijdens WO I. De Dodengang is open van 16 november tot en met 31
maart op dinsdag en vrijdag van 9.30 uur tot 15.30 uur en is gratis
toegankelijk.
3/ OUD STUIVEKENSKERKE
O.L.-Vrouwhoekje was belangrijk voorpost
Tijdens WO I was het O.L.-Vrouwhoekje in Oud-Stuivekenskerke een
Belangrijke Belgische voorpost. Van het vroegere dorp was enkel de
Kerktoren blijven staan en die werd gebruikt als observatiepost.
Uiteindelijk werd ook de toren in puin geschoten. In de ruïne kwam
een bunker met een mitrailleur- en observatiepost. De plek was het
Decor van de zware gevechten bij de Reigersvliet. Tegenwoordig heb
je van op het platform op de bunker een schitterend zicht op de
IJzervallei.
4/ VLADSLO
Intens verdriet op de Duitse militaire begraafplaats
De Duitse militaire begraafplaats van Vladslo is vooral bekend van de
beroemde beelden ‘Het Treurende Ouderpaar’ van de Duitse
Kunstenares Käthe Kollwitz. Toen Käthe vernam dat haar zoon Peter in
oktober 1914 was gesneuveld, maakte ze het expressionistische
kunstwerk, een symbool van intens verdriet en een aanklacht tegen oorlog
en geweld. De beelden staren naar de steen waaronder Peter Kollwitz
begraven ligt. Onder de steen in het gras van het Praetbos rusten meer dan
25.000 Duitse soldaten. Tussen de eikenbomen van de begraafplaats hangt
op elk moment van de dag een indrukwekkende stilte
19
5/ OUDEKAPELLE
Bunkertje met Arabische
inscripties
Langs de Grote Beverdijkstraat in
Oudekapelle staat een bijzonder
bunkertje. Een deuropening
bestaat uit een hoefijzerboog met
daarin…Arabische tekens. Vrij
vertaald betekent het opschrift
‘er is geen grotere god dan Allah.
Als je in Allah gelooft, zal je
zegevieren zoals de zege over
Tadmoor en Namar’.
De hoefijzerboog en de Arabische
inscripties getuigen ervan dat hier
tijdens de eerste Wereldoorlog
inderdaad Arabische soldaten uit
het Franse leger aanwezig waren,
en dus meteen ook van het
internationale karakter van de
Groote Oorlog in de Westhoek.
6/ ZONNEBEKE
Memorial Museum Paschendaele 1917
Het Memorial Passchendaele 1917 op het kasteeldomein van Zonnebeke brengt
het verschrikkelijke verhaal van de Slag van Passendaele in 1917. Tijdens het
Britse offensief verloor een half miljoen soldaten het leven, of werden ze gewond
of krijgsgevangenen genomen, voor een terreinwinst van acht kilometer.
In het museum kan je een uitgebreide collectie historische voorwerpen en
levendig gereconstrueerde taferelen bekijken. Blikvanger is een onderaardse
gang met communicatie- en verbandpost, hoofdkwartieren, werk- en
slaapplaatsen. Het museum ligt op de weg naar Tyne Cot Cemetery, de grootste
begraafplaats van de Commonwealth met 12.000 graven.
7/ IEPER
In Flanders Fields Museum
Sinds de heropening in 2012 is het In Flanders Fields Museum in de
Lakkenhallen in Ieper meer dan ooit de referentie voor het verhaal van WO I in
de West-Vlaamse frontstreek. De focus ligt op menselijke ervaring en gebruikt
het hedendaagse landschap als een van de laatste tastbare getuigen van de
Groote Oorlog. Zo heb je van op het belfort een uitzicht over de stad en de
slagvelden rond Ieper. Er is ook veel aandacht voor menselijke verhalen en dat
werkt bijzonder confronterend. Even indrukwekkend is The Last Post die elke
avond om 20 uur onder de Menenpoort in Ieper wordt geblazen.
8/ BOEZINGE
Yorkshire Trench, Dug Out en Site John McCrae
Bij de aanleg van een nieuw industrieterrein in 1992 botste men langs het Kanaal Ieper-IJzer in Boezinge op tal van
oorlogsresten. Een klein stukje van de vroegere Britse loograaf ‘York-shire Trench’ werd
20
gereconstrueerd rond de in- en uitgang van een dug-out uit 1917. In de buurt ligt ook de site John McCrae,
de plek waar John McCrae in 1915 zijn wereldberoemde gedicht In Flanders Fields schreef.
9/ WIJTSCHATE
Bayernwald: strategisch groot belang
De Duitse loopgravensite Bayerlwald langs de Voormezelestraat in wijtschate was vanwege de hoge ligging van groot
strategisch belang. Van 1914 tot de zomer van 1917 bouwen Beierse soldaten de plek uit tot een onneembare vesting, met
vier betonnen bunkers, 320 loopgraven en twee mijnschachten van 25 meter diep. De Britten veroverden Bayernwald in
1917 nadat ze 500.000 kg TNT onder de heuvel lieten ontploffen. De explosie was tot in Londen te horen.
10/ POPERINGE
Talbot House, het meest bekende
Soldatenhuis.
Eind 1915 werd in Poperinge Talbot House
geopend, het bekendste soldatenhuis van het Britse
leger. De club stond open voor alle Britse militairen,
zonder onderscheid van rang of stand. Tussen 1915
en 1918 bood het aan meer dan een half miljoen
mannen onderdak. De zolderkapel, de mooie tuin en
tal van memorabilia ademen de sfeer van de Eerste
Wereldoorlog uit. Sinds 2004 is er een permanente
tentoonstelling te bezichtigen, over het dagelijks
leven achter de Ieperse frontlijn
Kraters en Mijnen, bewegwijzerde
wandelroute, 7 km, vertrek in Wijtschate. Uitgebreide brochure bij VVV
Heuvelland, 2 €, of via www.toerismewesthoek.be
Bayernwald, Voormezelestraat, 8950 Wijtschate. Ticket 3 € bij het VVV, Sint-Laurentiusplein 1, 8950
Heuvelland (Kemmel), www.heuvelland.be
The Last Post, Menenpoort, 8900 Ieper. Elke dag om 20 uur, www.lastpost.be
21
22
Uniek oorlogsvliegtuig opgegraven
6/7/2009 – Bij werken in het West-Vlaamse Beveren-aan-de-IJzer (bij Alveringem) zijn brokstukken van een
Spitfire XII opgegraven. De Spitfire XII is een Brits vliegtuig dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ingezet
en waarvan er slecht honderd zijn gemaakt. Volgens Dirk Decuypere van de gelijknamige bergingsgroep uit
Geluwe is het de eerste Spitfire van dat type in ons land gevonden wordt.
«Het waren buurtbewoners die ons erop attent maakten dat er op die plaats een vliegtuig was neergestort op 9
september 1943», aldus Decuypere. «De Australische piloot Stan May overleefde de crash en kon dankzij
André Waeles uit Duitse handen blijven. Stan May noemde zijn dochtertje Andrea, en in 1973 zocht hij André
Waeles nog eens op om hem te bedanken. We zullen de brokstukken opkuisen, waarna ze een plaats krijgen in
het museum Flanders Aviation Society in Wevelgem.» De site waar de Spitfire werd gevonden, is eigendom van
de Vlaamse landschappij. (Met dank aan Raymond Goegebeur voor dit artikel)
23
Ik ben onderweg naar Duitsland. Grondgebied
van don’t mention the war. Land dat nog altijd
geklopt moet worden in wereldbekers. Volk dat
nog altijd gratuit geassocieerd wordt met nazi’s,
moffen, boches en Krauts. Vandaag en morgen zal
ik 1945-1946 ter sprake brengen bij gewone
Duitsers die nu negentig, tachtig of achteraan in
de zeventig zijn. Hoe hebben zij die strijd
ervaren? En ook: hoe herinneren ze zich de
Belgische bezettingssoldaten?
Die Belgische bezettingszone begon pal naast de
Belgische grens, telde 3,7 miljoen inwoners en
omvatte steden als Aken, Keulen,Bonn, Düren, Soest
en Paderborn. Stolberg ligt niet ver van Aken, het is
zo’n stadje met een rivier die stilaan onzichtbaar
wordt tussen industrie en parkings van winkelcentra.
Als ik enigszins strategisch postvat tussen het
stadhuis en de Aldi, moet ik toch een drempel
overwinnen. Hoe stap je nu op die ouderen af zonder
te bruuskeren? Het zal immers binnen dertig
seconden over de (na)oorlog gaan: dat moet haast
klinken als Ausweis bitte!.
De eerste man, met moeizame stap en een grote
alpinopet op het hoofd, die was vijf in 1945 en die
kan alleen maar zeggen dat ze thuis geen verwarming
meer hadden, dat ze altijd dikke kleren droegen, ook
’s nachts in bed, en dat hij en zijn moeder in een
bunker moesten wonen, en dan schiet zijn gemoed
vol en kan hij alleen nog hoofdschudden, het
hartzeer is te groot.
Een tweede man was acht in ’45. Hij ziet zich nog op
de vlucht slaan voor de oprukkende geallieerden, en
dat die vlucht zo overhaast was, 'ze gooiden mij en
alle andere kinderen raprap door de open ramen van
de trein, dat ging vlugger dan opstappen, de moeders
moesten onderweg dan maar hun kinderen gaan
zoeken'. En dat ze honger en luizen hadden toen ze
weer thuiskwamen, en dat Stolberg in puin lag, en
dat de Ami's, de Amerikaanse soldaten, 'broekzakken
vol kauwgom' uitdeelden.
De vrouw is klein en gebogen, en ze laat me
uitrekenen hoe oud ze was in '45, nu is ze
achtenzeventig. En dat haar vader op het einde ook
nog is moeten vertrekken. Hij was in de zestig, maar
moest nog mee met de Volkssturm en is niet meer
teruggekeerd. Hij is verhongerd in Rusland, zegt, ze
weet niet
eens waar precies. Haar moeder had alleen maar
gezegd: in Rusland, en zo is moeder met de zes
kinderen alleen gebleven. 'Wij hadden niks te eten,
tenzij af en toe een stuk brood. En dat was duur.'
En dat ze soms in Holland of België komt, en dat ze
dan voelt dat de mensen 'ons niet genegen zijn. Maar
wat kunnen wij daaraan doen? Wij waren kinderen
tijdens die oorlog. En wij hebben er ook niet voor
gekozen om bij Duitse ouders geboren te zijn, je kan
dat toch niet kiezen?!'
Ze heeft het met afgewend gezicht verteld en ik zie de
verholen schaamte dat ze die armoe heeft moeten
ondergaan. En dan zegt ze een gemeenplaats die ik nog
vaker zal horen. Dat het allemaal verleden tijd is, dat
alles lang vorbei is, en dat 'we moeten leven met de tijd
van nu'. Ik denk dat ze het nog meer tegen zichzelf
zeggen dan tegen mij.
FREDDY BRECK
Hij draagt een jagershoedje en blijkt dan ook
24
‘U vraagt of ik het
normaal vond, al die
zwijnerijen.
En dan zeg ik: ja’
nog Fritz te heten. Hij was dertien in 1945, woonde in
een dorp buiten Stolberg, en zegt dat ze het hard te
verduren kregen van de Ami's. 'Er waren geen weerbare
mannen meer in het dorp, alleen nog vrouwen, kinderen
en bejaarden. Maar als ze in je huis nog een wapen
vonden, een oud jachtgeweer of zo, dan moest je naar de
binnenplaats van de school komen. Daar werden de
vrouwen en bejaarden bijeengedreven, en allemaal
werden ze afgeslagen.'
'Wij kinderen werden opgesteld bij een lange tafel. Die
werd vol eten gezet, en als we daar dan stonden te
watertanden, maaiden ze dat eten van de tafel op de
grond. We zouden het van de grond hebben opgegeten,
maar we werden weggejaagd.'
Fritz was één van de vijftien miljoen kinderen in het
naoorlogse Duitsland, en veel van die kinderen waren
aan hun lot overgelaten. Bij de min-vijftienjarigen waren
er 250.000 die beide ouders verloren hadden en 1,25
miljoen die één ouder dood wisten. Vijf miljoen kinderen
hadden geen contact meer met hun vader omdat die
krijgsgevangen was. De cijfers komen uit het boek 'After
the Reich' van Giles MacDonogh (2007). Die citeert een
Amerikaanse rapporteur die beschrijft hoe weeskinderen
in de grootstede overleefden als 'konijnen in holen onder
de grond. Sommigen missen een arm of een
been, sommigen zijn barrevoets of dragen enkel
kousen, en zijn zo vuil dat ze amper te
onderscheiden zijn van het puin. Velen zijn ziek en
ondervoed. Om te overleven vormen ze kleine
bendes die bewapend zijn met stokken, stenen en
ijzeren staven. En alles wat ze van de bezetter
kunnen stelen, dat stelen ze.'
Een andere ooggetuige zag hoe Britse soldaten
met broodjes en snoep, chocola, appelen en zelfs
hardgekookte eieren en sardineblikken naar de
kinderen gooiden. Die vochten om al dat eten, 'and
the soldiers enjoyed the spectacle, zoals je in de
zoo noten naar de apen gooit'.
’s Middags eet ik een broodje in een Konditorei.
Ik ben de enige in de gelagzaal. Uit de keuken
zingt een onzichtbare vrouwenstem 'Ah! Die
Sonne scheint, die Sonne scheint, die Welt ist
schön!' het moet zijn dat Freddy Breck nog in
leven is.
SCHWEINEHUND
In het Seniorenzentrum hebben ze iemand voor me
gevonden. Frau Hilde Schmidt is nu 86, dus ze was
bijna 19 toen de oorlog afliep. Wij waren eind 44‫׳‬
bevrijd, zegt ze, maar elders in Duitsland ging de
oorlog nog verder. ‫׳‬s Nachts was het nog niet
veilig bovengronds en dus sliepen ze in de
schuilkelder, 'iedereen had vlooien, maar ik was
overtuigd dat ik de dikste had: zoals die me kon
bijten!' Ze lacht erbij. En sommige mensen
verdienden wat geld door kleren te wassen voor de
bezettingssoldaten, maar eigenlijk, was het overal
honger en armoe. En de mannen grepen naar de
Flasche en de vrouwen naar de Zigarette, 'in geen
enkel land rookten zoveel vrouwen als in
Duitsland, de meeste vrouwen waren verslaafd aan
nicotine'.
En ja, er waren Britten en Belgen in Stolberg. En
het klopt dat die soldaten halve sigaretten
wegsmeten, en dat de mensen hen
(wordt vervolgd….De Belgen die Duitsland bezetten)
25
26
(Het vervolg…de Last Post)
»Wij kregen thuis ook brieven uit Engeland, uit Australië
en zelfs uit Zuid-Afrika. Dan gingen vader en moeder
samen aan tafel zitten om zo’n brief in het Engels te
beantwoorden. Hij vertelde soms ook hoe geëmotioneerd
sommige toeschouwers waren geweest. Ik heb dat zelf
ook gezien. En hoe minder volk er was, hoe meer die
aanwezigen geraakt waren. Met weinig volk wordt die Last
Post intiemer, dan is er een grote dankbaarheid en
aanhankelijkheid tussen die blazers en die paar
aanwezigen.
»Vader heeft geblazen tot z'n 69ste en geleefd tot z'n
96ste. En die zilveren klaroen moet je teruggeven aan de
Last Post Association, geen enkele blazer mag ze houden.
Maar hij had zijn koperen klaroen nog uit zijn soldatentijd,
en die is altijd naast hem blijven staan, ook toen hij in het
rusthuis was. En toen hij stierf in 2007, reed de lijkwagen
na de dienst van de hoofdkerk naar de begraafplaats en
onder de Menenpoort hielden ze halt: toen is er voor vader
een Last Post geblazen en één minuut stilte gehouden.
Dat bracht zoveel naar boven bij ons, dat was heel, heel
emotioneel.»
Johnny Carton en het Melodia Orkest spelen voor u: de
Madison, de Twist en de Rock and roll. Brengt uw vrienden
mee! En in Cinema Capitole draaide 'De beminde sheriff'
met Elvis Presley in de hoofdrol.
1966 is het jaar dat de Last Post veel koninklijk bezoek
krijgt, en op zaterdag 26 november kan je naar het Bal van
de Veekwekers met muziek van het dynamische ensemble
The Benjamino's. In de cinema’s is het in november '66
aanschuiven voor 'Het teken van Zorro' en 'Buffalo Bill, de
held van de Far West', telkens vertoning om 22 u.
Ik schrijf het allemaal over en ik wéét dat er op elk van die
ontspanningsavonden een Last Post is geblazen. Ieper telt
intussen geen enkele cinema meer, The Benjamino’s zijn
niet langer een dynamisch ensemble, maar de Last Post is
gebleven.
VERY MOVING
Als ik enkele weken later weer in Ieper sta, is de nazomer
voorbij en schuurt er een kille wind langs de namen van de
Menenpoort. Ik lees op de onderste rij Goodman,
Goodwill, Bodel, Coleman, Lovell, Ebbs, Candy, Wright,
Patman, Davies, Rafferty, Thompson, Potts, Stevens,
TWIST EN ROCK-‘N-ROLL
Dixon, Cook, Howard en de wat vreemdere Zeppenfield.
Vijftig meter van de Menenpoort staat een vrouw in de
Dat zijn slechts achttien namen van de vijfenvijftigduizend.
deur die er al woont van de jaren zestig. Maar ze moet
Reken één sec per naam, en dan nog duurt het meer dan
toegeven dat zij en haar man nog nooit naar de Last Post achtendertig dagen en nachten eer je alle namen van de
zijn gaan kijken, 'we zien het wel vanuit ons raam op de
poort gelezen en uitgesproken hebt.
eerste verdieping'. Hoewel, ook daar staan ze zelden te
Achter een koperen deurtje vind ik het Visitors Book van
kijken. En haar man heeft dat al eens gezegd: voor
september. Naast Familienaam, Woonplaats en Datum is er
anderen is dat een begrip, maar 'voor ons is dat gewoon
zes vierkante centimeter om een comment te schrijven,
een straat'. En ja, die Last Post is al decennia te horen in
maar zelfs in die kleine voetnoot is de dankbaarheid heel
hun huis. 'Maar dat is, hoe moet ik dat zeggen, zoals het
groot. Very Moving (twaalf keer). Moving ceremony.
geluid van en spoorweg waar ge naast woont. Op den
Beautiful tribute. Takes your breath away. In tiefer Trauer
duur hoort ge die treinen ook niet meer. En dat ik het haar um allen Toten des Krieges. Never war again. Deeply
niet kwalijk mag nemen, ze wil die herdenking niet
moved. Very moving place. Very emotional. Words fail.
minimaliseren, maar voor Ieperlingen is het zo’n
Amazing experience. Très émouvant. Thought-provoking.
gewoonte, 'en het bestaat al zo lang'.
Many thanks for maintaining this tradition. En terwijl het
Ik wil een beetje beeld krijgen van De Avonden in de
drukke verkeer langsrijdt, en woorden maar woorden zijn
stille jaren vijftig en zestig, en in het stadsarchief kan ik
sta ik hier dwaas te vechten tegen de tranen. Het zijn al die
daarvoor bladeren in Het Iepersch Nieuws. Van
handschriften in bic en pen, al die onbekende woonplaatsen
bijvoorbeeld november 1958. Er zijn vier cinema’s en om
in Rusland, India, Ierland, Canada, Engeland, Spanje en
acht uur ’s avonds draaien die onder andere 'Sissi, het
Italië die de droefenis maken. En ook, dat al wat die
noodlot van een keizerin' en 'Liefdescommando', de meest bezoekers naar hier heeft gebracht geen natuurschoon is,
gewaagde Zweedse film sinds jaren! Op zaterdag 8
maar een grote beestachtige oorlog en een onnoemelijk
november is er Groot Pompiersbal in zaal Lido en op 29
groot verlies.
november zijn het de Sint-Elooifesten, met als biezondere
(Einde verhaal de “Last Post”)
attractie de 'Hula-Hoop dans'oftewel vermageringsdans
(wie kent hem niet?!).
Op 11 november 1962 herdenkt men de Wapenstilstand,
en de avond tevoren is het feest in Zaal Germinal.
Teenagers en Twens, dit is uw avond met muziek!
27
28