1 SAMENSTELLING BESTUUR K.F.M.B. AFDELING OOSTENDE EN KUST VOORZITTER Mr. GESELLE REDGY LONGSCHAMPLAAN 134 8400 OOSTENDE TEL. 059 80 84 17 ONDER – VOORZITTER MARC BENAERTS ERE - ONDER – VOORZITTER ERE – LID ERE – VOORZITTER Mr. GOEGEBEUR RAYMOND Mevr. VAN HAECKE HENRIETTE Mevr. SEYS HILDA Mr. DIEUSAERT ADRIEN Mr. BOURGEOIS DIRK Mevr. CLAUS MARIJKE Mr. SAMYN WERNER ERE - PENNINGMEESTER ERE – VAANDELDRAGER ANGILLES RAYMOND Website K.F.M.B. www.kfmb.be PENNINGMEESTER FEESTLEIDER SECRETARIS DRIESSENS FERNAND BEUKENLAAN 8 8420 DE HAAN GSM 0477 28 03 77 [email protected] BE93 2800 2531 0367 GEBABEBB DANIEL VANDENABEELE EIGEN HAARDSTRAAT 72 8470 GISTEL TEL 059 27 60 01 GSM 0495 80 42 99 [email protected] BEYEN IVAN HOGENBILK 28 8470 GISTEL TEL 059 43 80 58 GSM 0479 29 49 22 [email protected] REDAKTIE LAY – OUT TIJDSCHRIFT PUBLIC RELATIONS VAANDELDRAGER LAUWYCK RONNY BREDEWEG 95 Bus 201 8420 DE HAAN GSM 0483 08 80 86 [email protected] MARC BENAERTS WINNEZELESTRAAT 20 8978 WATOU GSM 0471 48 82 24 [email protected] LAUWYCK RONNY BREDEWEG 95 Bus 201 8420 DE HAAN GSM 0483 08 80 86 [email protected] HUBERT GEORGES DE PETER EN DE METER VAN HET AFDELINGSVAANDEL: Mr. GOEGEBEUR RAYMOND EN Mevr. HILDA SEYS JAARLIJKS LIDGELD: GEWOON LID 10 EUR POSTREKENING: BE61 0000 4957 8417 BPOTBEB1 ERELID : VANAF 25 EUR BANKREKENING : BE93 2800 2531 0367 GEBABEBB 2 Beste Vrienden, Het is een jaar van plechtigheden en herdenkingen allerhande maar ook een jaar waar juist daardoor de mensen weer eens een klein beetje blijven stilstaan bij het onmenselijke leed die een oorlog met zich meebrengt. Vrede is een mooi woord maar als men rond kijkt in de huidige wereld geeft het een wrang gevoel, het is geen echte realiteit want er wordt overal gevochten. Zelfs wij zijn niet echt gevrijwaard ,als men luistert naar de taal van Poetin. Hij heeft al een vorm van economische oorlog gewonnen want de zogezegde stoere taal en maatregelen van de Europese unie vallen enkel op het hoofd van de werkende mensen, kijk maar naar de fruitteelt. Dus zonder iemand te willen schrik aanjagen maar waar gaat die machtstrijd tussen Europa en Rusland eindigen als men hoort dat de Russische president gewoon verklaart aan de Heer Barosso dat hij in enkele dagen in Kiev kan staan. Dus een omslaan van de vredevolle toestand die wij nu al 70 jaar kennen is altijd mogelijk daarom moeten we er alles aan doen om die vrede te behouden en uit dat oogpunt stel ik mij regelmatig de vraag of al dat Europees gedoe wel zijn nut heeft. Het kost ons onmenselijk veel geld en we zijn niet meer vrij in ons eigen land. Ik denk als elk veegt voor zijn eigen deur het pas proper zal zijn. Wat betreft onze afdeling, gaan we er goed op vooruit. Enkele van onze leden hebben de oproep van mij en het bestuur ter harte genomen en hebben nieuwe leden aangebracht waarvoor zeker onze dank. Het is op die manier dat onze grote familie zal groeien en er is een spreekwoord die zegt, " hoe meer zielen hoe meer vreugd". Wat betreft ons jaarfeest op 31 augustus, het was weer een grandioos gebeuren. Er was veel volk aanwezig op de plechtigheid aan het monument voor de bloemenhulde. Het feest zelf was subliem er was zeer goeie muziek en de dansvloer was nooit leeg. Dus de afwezigen hadden weer eens ongelijk. De maaltijd was perfect en alles verliep op wieltjes. Wat mezelf betreft, wil ik langs deze weg alle leden en vrienden bedanken die mij regelmatig hebben gebeld om mij beterschap te wensen na mijn heelkundige ingreep. Allemaal zeer hartelijk bedankt. Beste vrienden, laat ons verder werken aan onze afdeling zoals we nu bezig zijn, leden aanbrengen en de vriendschapsbanden verder aanhalen en elkaar helpen en steunen waar kan. Ik moet ook de twee Marc's hartelijk bedanken voor het prachtige werk die ze hebben gedaan om onze afdeling zijn eigen website te geven. De meeste zaken staan nu al op punt, en we kijken de toekomst zeker vreugdevol tegemoet. Tot op de volgende samenkomst. De voorzitter Redgy 3 4 Florine van ’t Klein Bazartje is een fervente royaliste Kontent boel gedaan voor en viel er ter hoogte van Cinema Cameo een mensenhoge brok steen in de straat. We hadden het benauwd want de stenen schijverden ten alle kante over ons hoofd en de dichtbije ophaalgordijnen werden door de explosie uitgerukt. ’t Kwam uit, de Duitsers lieten de duikbootbasis in de lucht vliegen…” Onze éérste Canadees, een mooi ogende twenty! Iedereen liep naar een belendende straat om zich in veiligheid te stellen. Eens alles voorbij keerde iedereen terug naar de Kapellebrug. Dààr is het dat madame Florine en gebuurte hun éérste Canadees hebben gezien, een hand schudden en een dikke smok gaven. (Na haar huwelijk met biljarter Albert Cattoir (Overleden in 1959) werd Florine Cattoir de madame van ’t Klein Bazartje dat eigenlijk in 1885 werd gesticht in de Kapellestraat tot internationaal begrip uitgroeide. Tot haar 68e runde Florine met veel liefde haar speelgoedmekka en toen ze ermee stopte hielden klanten haar tegen: mais madame, qu'avez vous faites…quitter votre bazar!) ‒„’t Was een mooie jongen met licht bruin haar van zo’n 20 jaar denk ik. Met zijn allen hebben we hem meegetroond in onze straat. Na de «Pingouin» vonden we de Central, blijartlokaal van mijn echtgenoot op het Wapenplein, op…en hebben daar héél lang verbroederd en nog langer de bevrijding doorgespoeld.” Aan die onvergetelijke momenten plakten nog andere historische schuifkes. Een groep Duitsers die zich had overgegeven, marcheerde door de Kapellestraat. Het Palace Hotel, tegenover de Wellingtonrenbaan, stond in brand…en iedere Oostendenaar die wat uit de voeten kon, rende er naartoe om al hetgeen wat niet te zwaar of te licht was in de wacht te slepen. Geen honger: iedere zondag onze pistolets Florine Samyn kende tijdens de oorlog geen honger: «in een winkel kom je nooit iets tekort. Alle soorten boerenmensen kwamen er hun voedingswaren presenteren. We hadden nooit iets tekort. Langs Lucien Fremaut om, een schat van een garçon van du Parc, hadden we iedere zondag onze pistolets – 5 fr stuk Bevrijd worden!, madame Florine Samyn van Hotel als ik mij niet bedrieg – op tafel.» de Bazar de I’Yser kan de emotie die ze 50 jaar Kompassie heeft madame Florine niet met de wegtrekkende geleden onderging moeilijk beschrijven: Duitsers en de zwarten, ze vindt dat ze al hun misère zelf hebben gezocht. Ze heeft een moffenmeid in de Kapellestraat een ‒„We waren uitgelaten, dolgelukkig…en hunkerden pandoering zien krijgen. Akkoord dat amoureuze toestanden bij om de bevrijders in levende lijve over de Kapellebrug dergelijke tijden horen, maar bij Florine Samyn wekt dit nog altijd te zien komen!” geen medelijden op voor landgenoten die met de vijand liepen. Toen ’t nieuws als een vuurtje rondliep dat de Vond het gemeen dat «ze» Leopold III afzetten bevrijders langs de Kapellebrug Oostende zouden Net als haar ouders heeft Florine Samyn heel haar leven lang binnenrijden, kon niets Florine Samyn, echtgenoot Albert Cattoir, KVGO voorzitter André Ghysbrecht en erg van haar Belgë gehouden. Louis Jannsens van de Pingouin nog tegenhouden -„Ik heb altijd stief veel van Koning Leopold III gehouden en heb om dit historische moment met eigen ogen mee te het dan ook stief gemeen gevonden dat ze hem afgezet hebben. maken. Zegt Florine van ’t Klein Bazartje: Mijn nicht Yvonne Samyn heeft nog in de klas gezeten van Liliane Baels. Zo’n mooie prinses, ik was ‒„Toen we daar stonden te wachten deed zich eenklaps een geweldige ontploffing 5 waarempel fier dat de Koning hertrouwde met een Oostends meisje.? Natuurlijk heeft Florine naderhand ook van Boudewijn gehouden…al moet ze toegeven dat ze Koning Albert II hoger staat omdat hij dichter bij de mens staat. Samen met Paola, een beeld van een prinses!, vindt mevrouw Samyn het huidig vorstenpaar straf sympatiek. Maar hoe hoog zitten de Oostendse burgemeester in Florientjes schof? kokkehaan die heel wat gedaan heeft voor de heropstanding van het naoorlogse Oostende. Jan Piers? Dat was een brave man, hé. Julien Goekint? Da’s ook een brave mens zeker, hahaha… Je mag niet vergeten meneer, dat ik een pure blauwen ben!” Totdaar Florine Samyn, die de bevrijding bondig samenvat: ik was kontent dat die vuile boel – lees oorlog – eindelijk gedaan was… (Oude spelling 1994) (Met dank aan Raymond Goegebeur) ‒„De nummer 1 was natuurlijk Dolf van Glabbeke. Wat had die man persoonlijkheid: een felle K.F.M.B. KONINKLIJKE FEDERATIE DER MILITAIREN IN HET BUITENLAND Wij begroeten de nieuwe leden : Van Der Loo Martin Wij wensen een spoedig herstel : Snauwaert Andre Goegebeur Raymond Geselle Redgy Verstraete Maria Wij betreuren het overlijden : Mevrouw Denise Blanquet Echtgenote van de Heer Bousse Gaston (Lid bij de K.F.M.B.) WO I-frontlijn: niet helemaal beschermen WESTHOEK De boeren uit de westhoek luidden de alarmbel: een bescherming van de frontzone van de Eerste Wereldoorlog als Unesco-werelderfgoed zou nefast zijn voor de landbouw in de regio. Plannen om de frontzone volledig te beschermen zijn er echter niet meer, aldus het kabinet van minister Geert Bourgeois. Selectie van relicten laten beschermen. “Er is verwarring ontstaan na de speech van de minister-president”, zegt Kris Snijkers, woordvoerder van minister Bourgeois. In 2010 heeft minister Bourgeois daarin echter een wending gemaakt en heeft hij zeer nadrukkelijk gezegd dat het niet om een heel gebied zou gaan omdat dat de dynamiek in de Westhoek zou hypothekeren. Wel willen we een selectie uit de verzameling van monumenten, begraafplaatsen, gedenkpalen, bunkers… voordragen voor erkenning als Unesco-werelderfgoed. De relicten die we zouden willen voordragen, zijn trouwens al effectief beschermd op Vlaams niveau. Een bescherming als Unesco-werelderfgoed betekend ook geen beperkingen, bijvoorbeeld op het vlak van teeltkeuze. Dat is totaal niet aan de orde 6 7 8 Pervijze kreeg het tijdens de Ijzerslag hard te verduren. Belgische infanteristen haalden vlug de verlaten huizen leeg om er hun schuilplaatsen mee in te richten. (foto onderaan) Op de markt van Brugge klonken elke middag Duitse deuntjes. In de cinema Pathé bevinden zich een Duitse boekhandel en een bibliotheek en leeszaal voor officieren. (foto bovenaan) Avelgem, Deerlijk, Vichte, Kuurne, Hulste, Oostroze-beke, Izegem, Meulebeke, Rumbeke en ga zo maar door. Pas als de nacht valt treedt de rust weer in. Bij vele tienduizenden begint het nieuws door te sijpelen dat de paniekerige vlucht enkel op loze geruchten steunt. Beschaamd beginnen ze terug te keren.” 3. HOE KOMT HET DAT DE UNIFORMEN WAARIN DE SOLDATEN DE EERSTE WERELDOORLOG WAREN BEGONNEN, TIJDENS HET VERLOOP VAN DE OORLOG GRONDIG VERANDEREN? De uniformen van zowel de vijandelijk als van de Belgische en de geallieerde troepen hadden aanvankelijk meer weg van parade-uniformen dan kledij die geschikt was om op het terrein oorlog te voeren. Zo hadden de Belgen eerst geen helmen, maar droegen ze hoge kepiepetten. Ook het kakischutkleur verving pas in de loop van de oorlog – in navolging van de Engelsen – het blauw van de jassen en het grijs van de broeken van de Belgen. De kepies werden uiteindelijk ook door de helmen vervangen. Ook de Duitsers die met angstaanjagende punthelmen waren uitgerust, schakelden tijdens de oorlog over naar een puntloze helm. In de loopgraven was zo’n punthelm immers extra gevaarlijk: de ‘pieken’ die boven de loopgraven uitstaken, verraadden de aanwezigheid van de soldaten. De ‘punten’ waren oorspronkelijk bedoeld om slagen van sabels af te weren. Al in 1915 werd de ‘Pickelhaube’ vervangen. Een opmerkelijke anekdote uit die tijd handelt over…Adolf Hitler. 9 Als soldaat in de Eerste Wereldoorlog was hij in dienst van een Beiers regiment. Daar werden geen punthelmen gedragen, maar wel een soort mutsen. Dat deden ze tot ze werden beschoten door…een ander Duits regiment uit een andere regio dat wel met helmen was uitgerust. Die dachten, o.a. door mutsen, dat ze met Britse soldaten te maken hadden en openden het vuur. Hitler bleef, zoals de geschiedenis bewees, buiten schot. Maar vaak is de zorg om het uniform ondergeschikt aan de strijd die moet geleverd worden. De arts Max Deauville, wiens dagboek Tot aan de IJzer vorig jaar bij Roularta Books voor eerst in een Nederlandse vertaling verscheen, vertelt daarover: “Ons uniform was een allegaartje. Ik heb een op goed geluk samengesteld uniform, een kapotjas van een artillerieofficier, met knopen van de gezondheidsdienst, een broek van de burgerwacht en beenkappen van een soldaat. Mijn kepie is nieuw, maar het is er een van een artillerieadjudant.” Wat hem doet besluiten dat het rond de wagen van de militaire artsen echt wel op een zigeunerkamp gelijkt. De dokter vertelt dat niet op het eind van de oorlog, maar hij schrijft dit in zijn dagboek van 16 augustus…1914. 4. VAN WIE KWAM HET IDEE OM DE IJZERVLAKTE TUSSEN NIEUWPOORT EN DIKSMUIDE ONDER WATER TE ZETTEN IN 1914 OM ZO DE DUITSE OPMARS TEGEN TE HOUDEN? Het poldergebied in de IJzervallei was van nature al zeer drassig en de Belgische soldaten die er lagen, raakten eind oktober aan het IJzerfront ontmoedigt. Het was immers haast onmogelijk om er loopgraven te graven die niet meteen volliepen met water. Maar enkele inwoners van het gebied kenden de lokale geschiedenis en herinnerden de militairen eraan dat al in tijden van oorlog eeuwen geleden het openen van de sluizen in Nieuwpoort de streek had gered. Dat was o.a. het geval met het Beleg van Nieuwpoort, in het begin van de 17de eeuw! Eén van die mensen die het militair bevel adviseerden was opzichter Karel Cogge. Toen het Duits offensief eind oktober eventjes stilviel, werden in Veurne sluizen geopend, maar het water liep maar heel traag landinwaarts. Te traag. En dus werden ook de sluizen in Nieuwpoort geopend. Daarvoor zorgde de binnenschipper Hendrik Geeraert, die vergezeld van van geniesoldaten, de sluispoorten ’s nachts opende en ze bij laagtij weer sloot. Toen de Duitsers de dag daarop met een offensief begonnen, moesten ze het opgeven, omwille van het almaar stijgende water. Hendrik Geeraert zou het manoeuvre nog twee nachten herhalen, zodat begin november de hele IJzervlakte onder water stond. De hele oorlog bleef Hendrik Geeraert, samen met Belgische geniesoldaten, waken over het sluizencomplex. Hendrik Geeraert zou pas gehuldigt worden voor zijn heldendaden op het einde van zijn leven, eind 1924, toen hij al stervende was. Hij werd benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde en tot ‘Legendarisch figuur van het Veldleger 1914-1918’, een titel die hij alleen met koning Albert I moest delen. Hij overleed kort daarop, op 15 januari 1925. Na de Tweede Wereldoorlog sierde zijn portret de bankbriefjes van 1.000 frank. 5. WAS HET IN OORLOGSTIJD EN IN BEZET GEBIED BETER LEVEN OP HET PLATTELAND DAN IN DE STEDEN? In bezet België ontstonden al vlug grote problemen met de bevoorrading. Het land was immers afgesneden van de zeer noodzakelijke invoer. De prijzen van levensmiddelen stegen snel. Vlees werd nog meer een luxeproduct. Zelfs brood werd schaarser. Siegfried Debaeke van uitgeverij Klaproos daarover: “In de steden werden steeds meer burgers afhankelijk van voedselbedelingen. De grote steden werden echte hongersteden. Op het platteland kon men zich iets gemakkelijker zelf beredderen, met groenten uit eigen tuintje of door in het geheim een varkentje te kweken.” Het leven in de West-Vlaamse dorpen verschilde echter sterk naargelang de ligging. Siegfried Debaeke: “In dorpen dichtbij het front zaten duizenden Duitsers ingekwartierd. Daar tierden de winkeliers en herbergiers op de handel met de soldaten. Ook arbeiders konden een goeie frank verdienen, bijvoorbeeld bij de aanleg van wegen. Maar echt rijk werd men pas als men zich op de zwarte markt gooide. Iedereen die het aandurfde, van welke stand ook, kon zich rijk woekeren: smokkelaars, middenstanders…” Van de boekenflank door Ivo Peeters In het licht van het eeuwfeest van de “Groote Oorlog” zullen er tal van nieuwe boeken verschijnen dat voor de ene lezer al boeiender is dan voor de andere. Bij deze willen we niet de nadruk leggen op een bepaald boek dat hier voorgesteld wordt, maar geven we aan de lezer een paar tips over boeken mee. B. Wijdooghe: de sluiswachter van de IJzer‒Sterk water‒op zoek naar Hendrik Geeraert Eerste Wereldoorlog. Witsands uitgevers, Pb45, 2600 Berchem 19,9 € 500 blz. Het is een omvangrijk boek dat poogt een beeld te geven van schipper H. Geeraerts, bekend om zijn onderwaterzetting van de IJzervlakte. Het boek zweeft tussen roman en feiten en zal daarom bepaalde lezers frustreren wat dan weer jammer is voor de lezers die zich echt in Geeraert belangstellen. Luc de Vos 14-18, De Oorlog in België, Davidsfonds Leuven, 590 blz 49,95 € Dit is het boek over de "Groote Oorlog", voor al wie wil meepraten de komende vijf jaar. Het behandeld systematisch alle aspecten van het conflict. Beginnend met een situatieschets van Europa in 1914, en met de aandacht voor de strategie van de Duitse, Franse en Britse legerleiding. Vervolgens wordt de bewegingsoorlog in detail gepresenteerd van 4 augustus 1914 tot de 1e Slag bij Ieper. (oktober 1914) Hoofdstuk drie behandelt de 1e periode van de stellingenoorlog en in hoofdstuk vijf de eindperiode. Ook de andere fronten komen aan bod en de nasleep van deze oorlog wordt ook vermeld. Het is een rijk geïllustreerd boek met duidelijke kaarten. Interessant is ook de nauwkeurige beschrijving van het Belgische leger in 1914 en 1918, regiment per regiment. Dit is beslist een aanrader voor al wie meer dan oppervlakkige kennis over dit wereldconflict wil opdoen. 10 11 12 78 ste Jaarfeest K.F.M.B. Uitreiking medailles Buiten de landsgrenzen: BSD: Dewulf Steve Constant Jean Louis Vanmassenhove Frans 13 De Grote Gouden Palmen: Getrouwheid 20 Jaar: Benaerts Marc Lauwyck Ronny De Smet Noël Beyen Ivan Heyndrick Werner Ridder: Boterman Daniël Wij bedanken langs deze weg tevens de oprichters van ons pasgeboren website www.kfmb.be voor de afdeling K.F.M.B. Oostende. Proficiat Marc Benaerts & Marc Van Orshaegen. Langs deze weg willen wij ook iedereen bedanken die aanwezig was op ons jaarfeest. Mogen wij Rudy Smet en Sabine Degraeve van harte proficiat wensen met hun Peter en Meterschap die zij aanvaard hebben voor onze nieuwe website. 14 15 16 De bevroren hel De buurt van Salmchataeu, België 15.00 14 januari 1945 Een jonge soldaat benaderde voorzichtig de Compagnies – lijn van besneeuwde foxholes als ’s middags de hemel begon te verduisteren. Voor de nabij gelegen mannen zag hij eruit als een rookie, hij was duidelijk beschaamd over zijn intrede op deze plaats van dood en vernietiging. Zijn uniform was nog bijna vlekkeloos. Zonder twijfel had hij warme "C" rantsoenen gegeten en geslapen onder dekking tot nu toe. Ze namen hem terloops waar. Een veteraanstrijder kon in de regel vertellen of er een nieuwe zou panikeren onder vuur, alleen maar door te kijken naar hem, en je wilt niet dat hij kraakt terwijl je met hem je schuttersputje deelt. Deze bijzondere man had een baby gezicht, en had zich waarschijnlijk nog niet eens begonnen te scheren. Hij kon niet meer dan achttien zijn. Een Duitse mortiergranaat die af en toe in de buurt viel maakte dat hij sprong. Vanuit zijn schuttersputje, sprak sergeant Gilbert met de nieuwe particuliere en wees hem op een open plekje in de lijn van zijn schuttersputjes. De vervanging draaide zich om en maakte zijn weg naar de aangewezen plek. Hij leunde met zijn M-1 tegen een boom, en haalde zijn verankering tool. In momenten gleed hij over het bevroren oppervlak van de Belgische bodem. Gedurende de volgende twintig minuten, vulde het geluid van hakken en graven de lucht. Twee keer terwijl de vervanger aan het delven was gleed de vervanger uit en viel in zijn onvoltooid schuttersputje. De mannen waren stil als hij rond keek en probeerde zijn waardigheid terug te winnen. Tot slot, was zijn gat (schuttersputje) voltooid, de vervanger greep zijn geweer, stapte erin en nam zijn positie op de lijn. Geen twijfel bestond erover dat hij probeerde te achterhalen wat er zou gebeuren. Hij had waarschijnlijk nog nooit gehoord van de wapperende geluiden van een naderende mortiergranaat, maar de mannen om hem heen wel, en ze doken dieper in hun schuttersputjes. Een abrupte explosie schudde de grond en gooide stukjes van iets door de lucht, er waren de plotselinge geuren van verbrand cordiet en geschroeid vlees. De soldaten keken in afschuw over het schuttersputje van de nieuwe vervanging. Rook kolkte eruit, en stukken van bloederig vlees waren overal. Gescheurde stukjes van zijn uniform en een stuk van een darm opgehangen aan afgebroken takken boven het verbrande schuttersputje, en naast de boom lag een laars met een deel van een been er nog in. Dat was het, dacht Private Daniel R. "Bob" Shine en hij zat in zijn schuttersputje te kijken naar de dag die zich omdraaide in de nacht. Het ene moment ben je levend en in één stuk, de volgende minuut je weg bent en ben je niets meer, niemand heeft zelfs de tijd gehad om uit te vinden wie je was. Hoewel 17 hij en de andere mannen deze dingen al hadden gezien, niemand was er ooit echt gewend aan geraakt. De nacht viel, en het begon te sneeuwen, het maskeren van de bevroren delen van wat ooir een man was. In de vroege ochtenduren, verzamelde de Compagnie bijeen voor hun aanval van Salmchateau. Vandaag zouden ze worden geconfronteerd met elementen van de 326e Volksgrenadiers en de restanten van de 62e Volksgrenadiers. Shine was bodyguard van luitenant Rocco Durante. Hij en de luitenant leidden hun peloton door de besneeuwde duisternis en de vroege dageraad. Zodra het volledig licht werd, verlieten ze het bos en volgden een onverharde weg in het dorp. Dit was meestal het moment waarop dingen begonnen te gebeuren, en als tweede man in de oprukkende kolom, werd Shine bang. Zoals vaak gezegd, "Iedere man die niet bang was op deze momenten zou krankzinnig moeten zijn." Ze waren bijna bij een brug die naar de stad leidde, toen was er een scherpe krak aan het rechtse front, en de luitenant zijgde neerwaarts. Shine, drie passen na hem, rolde Durante over en zag een kogelgat in de riem van zijn gordel. Juist tegen zijn gesp. Toen hij de luitenants broek naar beneden trok, zag hij dat de punt van de kogel juist het scheuren van de huid in de buurt van de lies van de luitenant had bewerksteld. Blijkbaar was de kogel afgeketst op een bot. Om stil te blijven staan: in een plek als deze, was een ramp uitnodigen. Shine en de anderen verplaatsten zich naar voren, en liet de luitenant aan de zorgen van de medics, die zouden volgen. Aan de infanterist van de Tweede Wereldoorlog soldaat, was er niets meer geruststellender dan het gevoel van een M-1 geweer in zijn handen. Het beloofde kracht en nauwkeurigheid bij het trekken van de haan. Het beloofde ook om een zware last te zijn op een lange mars. De M-1 geweer bijna tien kilo woog - ongeveer twee keer het gewicht van een M-1 karabijn. In de infanterie, droegen de mannen geweren en officieren droegen de karabijnen. Achter Shine keek Prive Krizan naar het M-1 karabijn dat de luitenant had laten vallen. Net als de meeste schutters, deden zijn armen pijn van het dragen van de zware geweer, hier was iets aantrekkelijker. Hij pakte de karabijn en hervatte zijn weg. Dat was de laatste fout die hij ooit gemaakt had. Er was nog een scherpe "kraken" van op de hoge grond op hun rechterkant, en Krizan viel neer en rolde op zijn rug. Shine keek weer naar Krizan, hij lag daar met een keurig kogelgat recht tussen zijn glazige ogen. Onder zijn hoofd begon zich een karmozijn rode vlek te verspreiden in de witte sneeuw. De sluipschutter had bij het zien van een karabijn in de handen van Krizan hem verward voor een officier, en doodde hem. Rond deze tijd dacht Shine dat zijn nummer was gekomen. Hij rende en haalde de ploeg in net als ze gereed waren om het eerste huis aan hun kant van de straat te zuiveren!!! Prive "Snuffy" Toth ging naar binnen langs de voordeur, een fragmentatie granaat in de hand met pin uitgetrokken, hij gooide de granaat en draaide zich om erbuiten te komen. Toen hij zich omdraaide, gleed hij uit over de keramisch tegelvloer en viel. Voordat hij kon opstaan ontplofte de granaat. Snuffy wankelde de deur uit en viel terug. Hij was zwaar geschokt en de ploeg liet hem achter voor de medici: ze trokken verder door de stad, van huis tot huis; en zuiverden het zo, een na een. Het merendeel van de Duitsers waren gevlucht. Er was geen verder snipervuur, maar nog steeds enkele inkomende artillerie inslagen en nog een paar plaatsen van weerstand in enkele van de huizen. Laat in de avond, vonden ze drie of vier Duitsers in keledergaten aan de andere kant van de stad. Een van hen maakte een dreigende beweging en de drie Amerikanen tegenover hen vuurden in een keer. Het resultaat was verwoestend. De Compagnie richtte de aanval op Salmchateau en won de stad, dus ze voldeed aan de doelstelling. De gelederen waren uitgedund die dag "door de dood, verwondingen en bevriezing en gevallenen". Snuffy Toth’s lot eindigde als een frontsoldaat, de explosie van zijn granaat had hem een Shell-schok bezorgd. Hij werd uiteindelijk geëvacueerd. Luitenant Durante was ook geëvacueerd, en zij zagen hem niet meer terug. Shine en de ploeg brachten de nacht door ingekwartierd in de stucco’s en de stenen huizen van Salmchateau, terwijl buiten, de doden van beide legers bevroren in groteske posities. (Einde verhaal) En als de doden en de levenden sliepen, wederom het begon te sneeuwen… 18 Tien WO I-plekjes om te bezoeken op wapenstilstand. WESTHOEK ‒ 11 november, op een dinsdag, is het wapenstilstand. Het moment voor een bezoek aan enkele bijzondere plekken in de Westhoek, die herinneren aan de Eerste Wereldoorlog. 1/ RAMSKAPELLE Observatiepost in de ruïnes van het treinstation Nieuwpoort heeft een tal van interessante plekken die verwijzen naar WO I. Uiteraard is er het Sluizencomplex De Ganzepoot en het Albert I-monument. Maar ook de ruïne van het treinstation van het Nieuwpoortse Ramskapelle is best interessant. Nadat het in 1914 in puin werd geschoten, verrees er een observatiebunker. Sinds 1918 is er aan de plek zo goed als niets meer veranderd. Langs de vroegere spoorlijn Diksmuide-Nieuwpoort, nu het fietspad Frontzate, liggen overigens nog meer bunkertjes uit WO I. 2/ KAASKERKE Het gevaar loert in de dodengang De dodengang langs de IJzerdijk in Kaaskerke heeft zijn naam niet gestolen. Het loopgravennetwerk was een vooruit-geschoven stelling van het Belgische leger en een van de gevaarlijkste plekken van de Belgische sector. Al op amper vijftig meter lag een eerste Duitse bunker van waaruit de Dodengang onder vuur werd genomen. Het bezoekerscentrum geeft een goed beeld van de omstandigheden tijdens WO I. De Dodengang is open van 16 november tot en met 31 maart op dinsdag en vrijdag van 9.30 uur tot 15.30 uur en is gratis toegankelijk. 3/ OUD STUIVEKENSKERKE O.L.-Vrouwhoekje was belangrijk voorpost Tijdens WO I was het O.L.-Vrouwhoekje in Oud-Stuivekenskerke een Belangrijke Belgische voorpost. Van het vroegere dorp was enkel de Kerktoren blijven staan en die werd gebruikt als observatiepost. Uiteindelijk werd ook de toren in puin geschoten. In de ruïne kwam een bunker met een mitrailleur- en observatiepost. De plek was het Decor van de zware gevechten bij de Reigersvliet. Tegenwoordig heb je van op het platform op de bunker een schitterend zicht op de IJzervallei. 4/ VLADSLO Intens verdriet op de Duitse militaire begraafplaats De Duitse militaire begraafplaats van Vladslo is vooral bekend van de beroemde beelden ‘Het Treurende Ouderpaar’ van de Duitse Kunstenares Käthe Kollwitz. Toen Käthe vernam dat haar zoon Peter in oktober 1914 was gesneuveld, maakte ze het expressionistische kunstwerk, een symbool van intens verdriet en een aanklacht tegen oorlog en geweld. De beelden staren naar de steen waaronder Peter Kollwitz begraven ligt. Onder de steen in het gras van het Praetbos rusten meer dan 25.000 Duitse soldaten. Tussen de eikenbomen van de begraafplaats hangt op elk moment van de dag een indrukwekkende stilte 19 5/ OUDEKAPELLE Bunkertje met Arabische inscripties Langs de Grote Beverdijkstraat in Oudekapelle staat een bijzonder bunkertje. Een deuropening bestaat uit een hoefijzerboog met daarin…Arabische tekens. Vrij vertaald betekent het opschrift ‘er is geen grotere god dan Allah. Als je in Allah gelooft, zal je zegevieren zoals de zege over Tadmoor en Namar’. De hoefijzerboog en de Arabische inscripties getuigen ervan dat hier tijdens de eerste Wereldoorlog inderdaad Arabische soldaten uit het Franse leger aanwezig waren, en dus meteen ook van het internationale karakter van de Groote Oorlog in de Westhoek. 6/ ZONNEBEKE Memorial Museum Paschendaele 1917 Het Memorial Passchendaele 1917 op het kasteeldomein van Zonnebeke brengt het verschrikkelijke verhaal van de Slag van Passendaele in 1917. Tijdens het Britse offensief verloor een half miljoen soldaten het leven, of werden ze gewond of krijgsgevangenen genomen, voor een terreinwinst van acht kilometer. In het museum kan je een uitgebreide collectie historische voorwerpen en levendig gereconstrueerde taferelen bekijken. Blikvanger is een onderaardse gang met communicatie- en verbandpost, hoofdkwartieren, werk- en slaapplaatsen. Het museum ligt op de weg naar Tyne Cot Cemetery, de grootste begraafplaats van de Commonwealth met 12.000 graven. 7/ IEPER In Flanders Fields Museum Sinds de heropening in 2012 is het In Flanders Fields Museum in de Lakkenhallen in Ieper meer dan ooit de referentie voor het verhaal van WO I in de West-Vlaamse frontstreek. De focus ligt op menselijke ervaring en gebruikt het hedendaagse landschap als een van de laatste tastbare getuigen van de Groote Oorlog. Zo heb je van op het belfort een uitzicht over de stad en de slagvelden rond Ieper. Er is ook veel aandacht voor menselijke verhalen en dat werkt bijzonder confronterend. Even indrukwekkend is The Last Post die elke avond om 20 uur onder de Menenpoort in Ieper wordt geblazen. 8/ BOEZINGE Yorkshire Trench, Dug Out en Site John McCrae Bij de aanleg van een nieuw industrieterrein in 1992 botste men langs het Kanaal Ieper-IJzer in Boezinge op tal van oorlogsresten. Een klein stukje van de vroegere Britse loograaf ‘York-shire Trench’ werd 20 gereconstrueerd rond de in- en uitgang van een dug-out uit 1917. In de buurt ligt ook de site John McCrae, de plek waar John McCrae in 1915 zijn wereldberoemde gedicht In Flanders Fields schreef. 9/ WIJTSCHATE Bayernwald: strategisch groot belang De Duitse loopgravensite Bayerlwald langs de Voormezelestraat in wijtschate was vanwege de hoge ligging van groot strategisch belang. Van 1914 tot de zomer van 1917 bouwen Beierse soldaten de plek uit tot een onneembare vesting, met vier betonnen bunkers, 320 loopgraven en twee mijnschachten van 25 meter diep. De Britten veroverden Bayernwald in 1917 nadat ze 500.000 kg TNT onder de heuvel lieten ontploffen. De explosie was tot in Londen te horen. 10/ POPERINGE Talbot House, het meest bekende Soldatenhuis. Eind 1915 werd in Poperinge Talbot House geopend, het bekendste soldatenhuis van het Britse leger. De club stond open voor alle Britse militairen, zonder onderscheid van rang of stand. Tussen 1915 en 1918 bood het aan meer dan een half miljoen mannen onderdak. De zolderkapel, de mooie tuin en tal van memorabilia ademen de sfeer van de Eerste Wereldoorlog uit. Sinds 2004 is er een permanente tentoonstelling te bezichtigen, over het dagelijks leven achter de Ieperse frontlijn Kraters en Mijnen, bewegwijzerde wandelroute, 7 km, vertrek in Wijtschate. Uitgebreide brochure bij VVV Heuvelland, 2 €, of via www.toerismewesthoek.be Bayernwald, Voormezelestraat, 8950 Wijtschate. Ticket 3 € bij het VVV, Sint-Laurentiusplein 1, 8950 Heuvelland (Kemmel), www.heuvelland.be The Last Post, Menenpoort, 8900 Ieper. Elke dag om 20 uur, www.lastpost.be 21 22 Uniek oorlogsvliegtuig opgegraven 6/7/2009 – Bij werken in het West-Vlaamse Beveren-aan-de-IJzer (bij Alveringem) zijn brokstukken van een Spitfire XII opgegraven. De Spitfire XII is een Brits vliegtuig dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ingezet en waarvan er slecht honderd zijn gemaakt. Volgens Dirk Decuypere van de gelijknamige bergingsgroep uit Geluwe is het de eerste Spitfire van dat type in ons land gevonden wordt. «Het waren buurtbewoners die ons erop attent maakten dat er op die plaats een vliegtuig was neergestort op 9 september 1943», aldus Decuypere. «De Australische piloot Stan May overleefde de crash en kon dankzij André Waeles uit Duitse handen blijven. Stan May noemde zijn dochtertje Andrea, en in 1973 zocht hij André Waeles nog eens op om hem te bedanken. We zullen de brokstukken opkuisen, waarna ze een plaats krijgen in het museum Flanders Aviation Society in Wevelgem.» De site waar de Spitfire werd gevonden, is eigendom van de Vlaamse landschappij. (Met dank aan Raymond Goegebeur voor dit artikel) 23 Ik ben onderweg naar Duitsland. Grondgebied van don’t mention the war. Land dat nog altijd geklopt moet worden in wereldbekers. Volk dat nog altijd gratuit geassocieerd wordt met nazi’s, moffen, boches en Krauts. Vandaag en morgen zal ik 1945-1946 ter sprake brengen bij gewone Duitsers die nu negentig, tachtig of achteraan in de zeventig zijn. Hoe hebben zij die strijd ervaren? En ook: hoe herinneren ze zich de Belgische bezettingssoldaten? Die Belgische bezettingszone begon pal naast de Belgische grens, telde 3,7 miljoen inwoners en omvatte steden als Aken, Keulen,Bonn, Düren, Soest en Paderborn. Stolberg ligt niet ver van Aken, het is zo’n stadje met een rivier die stilaan onzichtbaar wordt tussen industrie en parkings van winkelcentra. Als ik enigszins strategisch postvat tussen het stadhuis en de Aldi, moet ik toch een drempel overwinnen. Hoe stap je nu op die ouderen af zonder te bruuskeren? Het zal immers binnen dertig seconden over de (na)oorlog gaan: dat moet haast klinken als Ausweis bitte!. De eerste man, met moeizame stap en een grote alpinopet op het hoofd, die was vijf in 1945 en die kan alleen maar zeggen dat ze thuis geen verwarming meer hadden, dat ze altijd dikke kleren droegen, ook ’s nachts in bed, en dat hij en zijn moeder in een bunker moesten wonen, en dan schiet zijn gemoed vol en kan hij alleen nog hoofdschudden, het hartzeer is te groot. Een tweede man was acht in ’45. Hij ziet zich nog op de vlucht slaan voor de oprukkende geallieerden, en dat die vlucht zo overhaast was, 'ze gooiden mij en alle andere kinderen raprap door de open ramen van de trein, dat ging vlugger dan opstappen, de moeders moesten onderweg dan maar hun kinderen gaan zoeken'. En dat ze honger en luizen hadden toen ze weer thuiskwamen, en dat Stolberg in puin lag, en dat de Ami's, de Amerikaanse soldaten, 'broekzakken vol kauwgom' uitdeelden. De vrouw is klein en gebogen, en ze laat me uitrekenen hoe oud ze was in '45, nu is ze achtenzeventig. En dat haar vader op het einde ook nog is moeten vertrekken. Hij was in de zestig, maar moest nog mee met de Volkssturm en is niet meer teruggekeerd. Hij is verhongerd in Rusland, zegt, ze weet niet eens waar precies. Haar moeder had alleen maar gezegd: in Rusland, en zo is moeder met de zes kinderen alleen gebleven. 'Wij hadden niks te eten, tenzij af en toe een stuk brood. En dat was duur.' En dat ze soms in Holland of België komt, en dat ze dan voelt dat de mensen 'ons niet genegen zijn. Maar wat kunnen wij daaraan doen? Wij waren kinderen tijdens die oorlog. En wij hebben er ook niet voor gekozen om bij Duitse ouders geboren te zijn, je kan dat toch niet kiezen?!' Ze heeft het met afgewend gezicht verteld en ik zie de verholen schaamte dat ze die armoe heeft moeten ondergaan. En dan zegt ze een gemeenplaats die ik nog vaker zal horen. Dat het allemaal verleden tijd is, dat alles lang vorbei is, en dat 'we moeten leven met de tijd van nu'. Ik denk dat ze het nog meer tegen zichzelf zeggen dan tegen mij. FREDDY BRECK Hij draagt een jagershoedje en blijkt dan ook 24 ‘U vraagt of ik het normaal vond, al die zwijnerijen. En dan zeg ik: ja’ nog Fritz te heten. Hij was dertien in 1945, woonde in een dorp buiten Stolberg, en zegt dat ze het hard te verduren kregen van de Ami's. 'Er waren geen weerbare mannen meer in het dorp, alleen nog vrouwen, kinderen en bejaarden. Maar als ze in je huis nog een wapen vonden, een oud jachtgeweer of zo, dan moest je naar de binnenplaats van de school komen. Daar werden de vrouwen en bejaarden bijeengedreven, en allemaal werden ze afgeslagen.' 'Wij kinderen werden opgesteld bij een lange tafel. Die werd vol eten gezet, en als we daar dan stonden te watertanden, maaiden ze dat eten van de tafel op de grond. We zouden het van de grond hebben opgegeten, maar we werden weggejaagd.' Fritz was één van de vijftien miljoen kinderen in het naoorlogse Duitsland, en veel van die kinderen waren aan hun lot overgelaten. Bij de min-vijftienjarigen waren er 250.000 die beide ouders verloren hadden en 1,25 miljoen die één ouder dood wisten. Vijf miljoen kinderen hadden geen contact meer met hun vader omdat die krijgsgevangen was. De cijfers komen uit het boek 'After the Reich' van Giles MacDonogh (2007). Die citeert een Amerikaanse rapporteur die beschrijft hoe weeskinderen in de grootstede overleefden als 'konijnen in holen onder de grond. Sommigen missen een arm of een been, sommigen zijn barrevoets of dragen enkel kousen, en zijn zo vuil dat ze amper te onderscheiden zijn van het puin. Velen zijn ziek en ondervoed. Om te overleven vormen ze kleine bendes die bewapend zijn met stokken, stenen en ijzeren staven. En alles wat ze van de bezetter kunnen stelen, dat stelen ze.' Een andere ooggetuige zag hoe Britse soldaten met broodjes en snoep, chocola, appelen en zelfs hardgekookte eieren en sardineblikken naar de kinderen gooiden. Die vochten om al dat eten, 'and the soldiers enjoyed the spectacle, zoals je in de zoo noten naar de apen gooit'. ’s Middags eet ik een broodje in een Konditorei. Ik ben de enige in de gelagzaal. Uit de keuken zingt een onzichtbare vrouwenstem 'Ah! Die Sonne scheint, die Sonne scheint, die Welt ist schön!' het moet zijn dat Freddy Breck nog in leven is. SCHWEINEHUND In het Seniorenzentrum hebben ze iemand voor me gevonden. Frau Hilde Schmidt is nu 86, dus ze was bijna 19 toen de oorlog afliep. Wij waren eind 44׳ bevrijd, zegt ze, maar elders in Duitsland ging de oorlog nog verder. ׳s Nachts was het nog niet veilig bovengronds en dus sliepen ze in de schuilkelder, 'iedereen had vlooien, maar ik was overtuigd dat ik de dikste had: zoals die me kon bijten!' Ze lacht erbij. En sommige mensen verdienden wat geld door kleren te wassen voor de bezettingssoldaten, maar eigenlijk, was het overal honger en armoe. En de mannen grepen naar de Flasche en de vrouwen naar de Zigarette, 'in geen enkel land rookten zoveel vrouwen als in Duitsland, de meeste vrouwen waren verslaafd aan nicotine'. En ja, er waren Britten en Belgen in Stolberg. En het klopt dat die soldaten halve sigaretten wegsmeten, en dat de mensen hen (wordt vervolgd….De Belgen die Duitsland bezetten) 25 26 (Het vervolg…de Last Post) »Wij kregen thuis ook brieven uit Engeland, uit Australië en zelfs uit Zuid-Afrika. Dan gingen vader en moeder samen aan tafel zitten om zo’n brief in het Engels te beantwoorden. Hij vertelde soms ook hoe geëmotioneerd sommige toeschouwers waren geweest. Ik heb dat zelf ook gezien. En hoe minder volk er was, hoe meer die aanwezigen geraakt waren. Met weinig volk wordt die Last Post intiemer, dan is er een grote dankbaarheid en aanhankelijkheid tussen die blazers en die paar aanwezigen. »Vader heeft geblazen tot z'n 69ste en geleefd tot z'n 96ste. En die zilveren klaroen moet je teruggeven aan de Last Post Association, geen enkele blazer mag ze houden. Maar hij had zijn koperen klaroen nog uit zijn soldatentijd, en die is altijd naast hem blijven staan, ook toen hij in het rusthuis was. En toen hij stierf in 2007, reed de lijkwagen na de dienst van de hoofdkerk naar de begraafplaats en onder de Menenpoort hielden ze halt: toen is er voor vader een Last Post geblazen en één minuut stilte gehouden. Dat bracht zoveel naar boven bij ons, dat was heel, heel emotioneel.» Johnny Carton en het Melodia Orkest spelen voor u: de Madison, de Twist en de Rock and roll. Brengt uw vrienden mee! En in Cinema Capitole draaide 'De beminde sheriff' met Elvis Presley in de hoofdrol. 1966 is het jaar dat de Last Post veel koninklijk bezoek krijgt, en op zaterdag 26 november kan je naar het Bal van de Veekwekers met muziek van het dynamische ensemble The Benjamino's. In de cinema’s is het in november '66 aanschuiven voor 'Het teken van Zorro' en 'Buffalo Bill, de held van de Far West', telkens vertoning om 22 u. Ik schrijf het allemaal over en ik wéét dat er op elk van die ontspanningsavonden een Last Post is geblazen. Ieper telt intussen geen enkele cinema meer, The Benjamino’s zijn niet langer een dynamisch ensemble, maar de Last Post is gebleven. VERY MOVING Als ik enkele weken later weer in Ieper sta, is de nazomer voorbij en schuurt er een kille wind langs de namen van de Menenpoort. Ik lees op de onderste rij Goodman, Goodwill, Bodel, Coleman, Lovell, Ebbs, Candy, Wright, Patman, Davies, Rafferty, Thompson, Potts, Stevens, TWIST EN ROCK-‘N-ROLL Dixon, Cook, Howard en de wat vreemdere Zeppenfield. Vijftig meter van de Menenpoort staat een vrouw in de Dat zijn slechts achttien namen van de vijfenvijftigduizend. deur die er al woont van de jaren zestig. Maar ze moet Reken één sec per naam, en dan nog duurt het meer dan toegeven dat zij en haar man nog nooit naar de Last Post achtendertig dagen en nachten eer je alle namen van de zijn gaan kijken, 'we zien het wel vanuit ons raam op de poort gelezen en uitgesproken hebt. eerste verdieping'. Hoewel, ook daar staan ze zelden te Achter een koperen deurtje vind ik het Visitors Book van kijken. En haar man heeft dat al eens gezegd: voor september. Naast Familienaam, Woonplaats en Datum is er anderen is dat een begrip, maar 'voor ons is dat gewoon zes vierkante centimeter om een comment te schrijven, een straat'. En ja, die Last Post is al decennia te horen in maar zelfs in die kleine voetnoot is de dankbaarheid heel hun huis. 'Maar dat is, hoe moet ik dat zeggen, zoals het groot. Very Moving (twaalf keer). Moving ceremony. geluid van en spoorweg waar ge naast woont. Op den Beautiful tribute. Takes your breath away. In tiefer Trauer duur hoort ge die treinen ook niet meer. En dat ik het haar um allen Toten des Krieges. Never war again. Deeply niet kwalijk mag nemen, ze wil die herdenking niet moved. Very moving place. Very emotional. Words fail. minimaliseren, maar voor Ieperlingen is het zo’n Amazing experience. Très émouvant. Thought-provoking. gewoonte, 'en het bestaat al zo lang'. Many thanks for maintaining this tradition. En terwijl het Ik wil een beetje beeld krijgen van De Avonden in de drukke verkeer langsrijdt, en woorden maar woorden zijn stille jaren vijftig en zestig, en in het stadsarchief kan ik sta ik hier dwaas te vechten tegen de tranen. Het zijn al die daarvoor bladeren in Het Iepersch Nieuws. Van handschriften in bic en pen, al die onbekende woonplaatsen bijvoorbeeld november 1958. Er zijn vier cinema’s en om in Rusland, India, Ierland, Canada, Engeland, Spanje en acht uur ’s avonds draaien die onder andere 'Sissi, het Italië die de droefenis maken. En ook, dat al wat die noodlot van een keizerin' en 'Liefdescommando', de meest bezoekers naar hier heeft gebracht geen natuurschoon is, gewaagde Zweedse film sinds jaren! Op zaterdag 8 maar een grote beestachtige oorlog en een onnoemelijk november is er Groot Pompiersbal in zaal Lido en op 29 groot verlies. november zijn het de Sint-Elooifesten, met als biezondere (Einde verhaal de “Last Post”) attractie de 'Hula-Hoop dans'oftewel vermageringsdans (wie kent hem niet?!). Op 11 november 1962 herdenkt men de Wapenstilstand, en de avond tevoren is het feest in Zaal Germinal. Teenagers en Twens, dit is uw avond met muziek! 27 28
© Copyright 2024 ExpyDoc