Het Bretons

Het Bretons
© Adriaan van Doorn en Virginia Oogjen, 2014
Opgave A
i.
Ik heb koorts.
Terzhienn a zo ganti
Zij heeft koorts.
Je hoeft alleen het onderwerp te veranderen.
Ul levr a zo ganin
Ik heb een boek.
Dus: Terzhienn a zo ganin.
Opgave A
ii. Hoe gaat het met hem?
Mat an traoù ganto?
Hoe gaat het met hen?
Je hoeft alleen het onderwerp te veranderen.
Ar grip a zo gantañ
Hij heeft griep.
Dus: Mat an traoù gantañ?
Opgave A
iii. Al levr a zo mat.
Al levr:
Al levr a zo ganto
Ul levr a zo ganin
Ul levr brezhoneg eo
Zij hebben het boek.
Ik heb een boek.
Het is een Bretons boek.
Opgave A
iii. Al levr a zo mat.
Mat:
Mat eo al levr
Mat an traoù ganto?
Het boek is goed.
Hoe gaat het met hen?
Letterlijk: *Zijn de dingen goed met hen?
Blaz mat a zo gantañ
A zo = is
Uitleg komt zo!
Het smaakt goed.
Opgave A
iv. Mat eo.
Mat = goed
Eo:
Ul levr brezhoneg eo
Mat eo al levr
Het is een Bretons boek.
Het boek is goed.
Opgave B
Wat betekent gan-?
Gan: in combinatie met met a zo = ‘hebben’
Maar:
Sach ganit!
Sachit ganimp!
Help jezelf!
Help ons!
Zonder ‘hebben’ in de betekenis…
Opgave B
Dus…
Als gan- in combinatie met a zo ‘hebben’
oplevert…
Wat is dan a zo?
Opgave B/C
A zo = eo = ‘is’
Beide betekenen hetzelfde.
Het is afhankelijk van de context.
Opgave B
Terug naar gan-...
*iets* + ‘is’  ‘hebben’
Gan- betekent ‘met’!
In tegenstelling tot het NL, heeft het Bretons origineel geen
‘hebben’.
In plaats hiervan: ‘iets is met iemand’ = ‘iemand heeft iets’.
Opgave C
A zo en eo betekenen allebei ‘is’.
De woordvolgorde is de sleutel!
Opgave C
Wanneer eo en wanneer a zo?
eo : het onderwerp van de zin staat ná het
werkwoord.
a zo : het onderwerp van de zin staat vóór het
werkwoord.
Opgave C
Bijvoorbeeld:
Ul levr brezhoneg eo.
*Een Bretons boek is ‘het’. NB: ‘het’ niet apart
uitgedrukt.
Mat eo al levr.
*Goed is het boek.
¿Tiene algunas preguntas?
Zijn er nog vragen?
Haben Sie Fragen?
Avez-vous des questions?
Goulennoù ho peus?
Avete delle domande?
Czy ma Pan jakieś pytania?
Turite klausimų?
Do you have any questions?