Inbreng verslag Wet basisregistratie ondergrond 2014

Inbreng verslag Wet Basisregistratie Ondergrond
Op 6 maart kunt u een inbreng leveren voor het verslag Wet basisregistratie ondergrond (BRO
– Kamerstuk 33839). De waterschappen zien nut en noodzaak van de BRO in, maar hebben
nog een aantal zorgpunten rond de implementatie die wij u hierbij mee willen geven.
Inleiding
De ondergrond vervult belangrijke maatschappelijke functies. Om deze verschillende functies
goed in te passen en waar nodig tegen elkaar af te wegen, is een goede informatievoorziening
over de ondergrond een onmisbaar hulpmiddel. De BRO moet in deze behoefte voorzien. De
BRO heeft als doel aan een ieder gegevens en modellen met betrekking tot de ondergrond ter
beschikbaar te stellen, ter bevordering van een goede vervulling van publiekrechtelijke taken en
van een efficiënte uitwisseling en een kostenefficiënt gebruik van geoinformatie. De BRO regelt
de verplichte aanlevering en het verplichte gebruik van gegevens vanaf het moment van de inwerkingtreding.
Onduidelijkheid over geplande inwerkingtreding
Om duidelijkheid te krijgen over de impact van de BRO voor gemeenten, provincies en waterschappen heeft I&M eind 2012 een uitvoeringstoets laten uitvoeren. Daaruit blijkt dat de BRO
mede gebruikt wordt om de verplichting voor het bewaren van de gegevens van de lagere overheden over te nemen. Zo faciliteert de BRO een centrale landelijke voorziening waar geoinformatie over 34 thema’s wordt opgenomen en ontzorgt daarmee de basisregistratie van lagere
overheden. De waterschappen willen, met het oog op verplichtingen voortvloeiende uit Europese richtlijnen (INSPIRE en Kaderrichtlijn Water), dat die landelijke voorziening op 1 januari 2015
ook daadwerkelijk functioneert. Deze duidelijkheid hebben wij nog niet gekregen van de minister. De mede-overheden rekenen hier echter wel op en hebben zelf geen voorzieningen getroffen en zullen dat ook niet meer tijdig kunnen doen. De eventuele boetes die uit het niet voldoen
aan deze verplichtingen kunnen voortvloeien, zouden dan ook redelijkerwijs niet voor rekening
van mede-overheden kunnen komen.
Vraag: Kunnen de mede-overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) er nog steeds
vanuit gaan dat de landelijke voorziening BRO vanaf 1 januari 2015 naar behoren functioneert?
Gebruikerspersectief onduidelijk
Ter voorbereiding op inwerkingtreding van het wetsvoorstel zullen zowel mede-overheden als
bedrijfsleven maatregelen moeten treffen en acties moeten uitzetten. Er is nu echter geen duidelijkheid over waar ze zich exact op moeten voorbereiden. Dit leidt mogelijk tot desinvesteringen en tijdsverlies. Zo wordt er bijvoorbeeld niet gewerkt met BRO-standaarden die iedereen de
nodige duidelijkheid zouden verschaffen.
Vraag: Kan de minister aangeven wanneer gangbare BRO-standaarden worden gepubliceerd
en stakeholders definitief duidelijkheid krijgen over waar ze zich op moeten voorbereiden?
Informatieveiligheid en gebruiksvriendelijkheid
Informatiebeveiliging (identificatie, authenticatie en volledigheid) is uit de uitvoeringstoets als
aandachtspunt naar voren gekomen. Goed werkende mechanismen zijn binnen de BRO van
wezenlijk belang, omdat het grootste gedeelte van de leveringen en raadplegingen gevolmachtigd (door het bedrijfsleven) zullen plaatsvinden. De betrokkenheid van gebruikers (dus ook van
bedrijven die hiermee moeten werken) bij het ontwerp is hierbij van groot belang.
Vraag: Kan de minister aangeven welke voortgang rond informatiebeveiliging is gemaakt en
welke acties hiervoor zijn uitgezet?
Pagina 2 van 2
Governance BRO
De waterschappen hebben zorgen over de governance van de BRO. Het is nog niet duidelijk
hoe die eruit komt te zien. Het gaat dan zowel om de governance de komende jaren (tijdens het
ontwikkelen van de LV) en daarna. Het is bijvoorbeeld niet helder hoe stakeholders betrokken
worden en hoe de informatievoorziening richting de bronhouders zal verlopen. In de uitvoeringstoets zijn enkele belangrijke aanbevelingen aan I&M gedaan op dit terrein.
Vraag: Op welke wijze heeft de minister invulling gegeven aan de aanbevelingen op het terrein
van de governance van de BRO?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ilona Elfferich-Rodenburg
Telefoon: 06 – 12 46 39 23 of e-mail: [email protected]