Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie Versie 1.0 Datum Status 15 december 2014 Concept Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Colofon Versie Bijlage(n) DoMuS nummer 1.0 3 13209618 Pagina 2 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Inhoud Colofon ________________________________________________________ 2 Inleiding _______________________________________________________ 5 1 2 Vrijgave – definities en toepasselijke regelgeving ____________________ 8 1.1 Het begrip vrijgave _____________________________________________ 8 1.2 Situaties waarin kan worden ‘vrijgegeven’ __________________________ 8 1.3 Verantwoordelijkheid bij vrijgave _________________________________ 8 1.4 Beknopte samenvatting van toepasselijke regelgeving _________________ 9 Het proces van vrijgave _______________________________________ 10 2.1 In kaart brengen van de radiologische situatie - stralingsatlas _________ 10 2.2 Voorbereiding van de vrijgave ___________________________________ 11 2.2.1 2.2.2 2.3 Informatie op te nemen in ontmantelingsplan ___________________________ 11 Opstellen van vrijgaveprocedures ____________________________________ 12 Het uitvoeren van vrijgavemetingen ______________________________ 13 2.4 Het vastleggen van (radiologische) informatie, t.b.v. presentatie in Eindrapport _______________________________________________________ 13 3 Toepasselijke vrijgavegrenzen en hun toepassing __________________ 15 3.1 Materialen ___________________________________________________ 15 3.2 Gebouwen ____________________________________________________ 16 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 Vrijgave van een gebouw voor elke andere functie _______________________ 16 Vrijgave van een gebouw voor enkel ‘sloop zonder stralingsbeschermingsregime’ 18 Vrijgave van puin na sloop van een gebouw onder stralingsbeschermingsregime 19 Locaties: vrijgave van een terrein ________________________________ 20 Literatuur _____________________________________________________ 22 Bijlage 1: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van schroot (RP89) _________ 23 Bijlage 2: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van gebouwen voor hergebruik (of sloop) (RP113) ______________________________________________ 24 Bijlage 3: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van gebouwen voor sloop (RP113) _______________________________________________________ 25 Bijlage 4: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van een locatie _____________ 26 Annexen:______________________________________________________ 27 Guideline for the clearance of materials during the decommissioning of a nuclear facility _________________________________________________ 27 Guideline for the clearance of buildings during the decommissioning of a nuclear facility _________________________________________________ 27 Pagina 3 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Guideline for the clearance of sites during the decommissioning of a nuclear facility _________________________________________________ 27 Pagina 4 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Inleiding Deze notitie biedt aanwijzingen voor de vergunninghouder/ondernemer die tijdens de ontmanteling van een (deel van een) installatie of gebouw materiaal, een gebouw of een locatie wil vrijgeven. Begrip Handreiking Deze notitie is een zogenoemde ‘Handreiking’. Dat wil zeggen dat dit document de vergunninghouder of ondernemer een leidraad biedt, hoe hij de vrijgave van een hoeveelheid materiaal, een gebouw of een locatie kan aanpakken en onderbouwen. Het staat hem echter vrij om van deze leidraad af te wijken. Wel zal dan door de vergunninghouder of ondernemer moeten worden aangetoond dat kan worden vrijgegeven. Dit dient op een voor de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming bevredigende manier te gebeuren. De Handreiking is een Nederlandse samenvatting van drie ‘Guidelines’, die in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming zijn opgesteld. De Engelstalige Guidelines behandelen in meer detail de vrijgave van materialen, gebouwen en terreinen en zijn als Annexen bij de voorliggende Handreiking gevoegd. Bij behoefte aan meer uitleg over de interpretatie van voorschriften uit de Handreiking en de praktische implementatie daarvan in een ontmantelingsproject, dient men de Engelstalige Guidelines te raadplegen. Aanleiding In Nederland wordt momenteel gewerkt aan de (voorbereiding van de) ontmanteling van gebouwen of installaties waarin radioactiviteit aanwezig is. Dergelijke projecten moeten worden uitgevoerd onder een vergunning op grond van de Kernenergiewet (Kew), waaraan meestal voorschriften worden verbonden met het oog op de bescherming van mens en milieu tegen de risico’s van ioniserende straling. Daarnaast is voor de ontmanteling van nucleaire inrichtingen in het bijzonder ook algemene regelgeving ontwikkeld. Deze is te vinden in genoemde Kernenergiewet (o.a. artikelen 15b, 15f en 20a), maar bijvoorbeeld ook in het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (Bkse) en in meer detail in de Regeling buiten gebruikstelling en ontmanteling nucleaire inrichtingen. Is eenmaal de ontmanteling afgerond, en zijn alle radioactieve stoffen (inclusief de radioactieve afvalstoffen) afgevoerd, dan kan de vergunning door de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming worden ingetrokken. Dit moment markeert de voltooiing van de ontmanteling, hiermee wordt de ondernemer ontheven van de verplichtingen die hij daarvoor op grond van de Kernenergiewet had. De vergunninghouder dient daartoe naar tevredenheid van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming aan te tonen dat de ontmanteling is voltooid, al het afval is afgevoerd en het terrein met daarop eventueel nog achterblijvende gebouwen kan worden vrijgegeven. Voor alle vervolghandelingen met de materialen, gebouwen en het terrein moet na vrijgave gelden dat sprake is van een verwaarloosbaar restrisico. Voor toetsing aan de eis van een verwaarloosbaar restrisico kunnen zogenaamde vrijgavegrenzen worden vastgesteld, die gebaseerd zijn op een maximale blootstelling van de bevolking. Deze vrijgavegrenzen staan centraal in het proces van vrijgave. Een set vrijgavegrenzen is vastgelegd in bijlage 1.1 van de per 1 januari 2014 van kracht zijnde ‘Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ’. Deze Pagina 5 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 vrijgavegrenzen zijn bedoeld voor een ‘beperkte hoeveelheid’ vrij te geven materiaal. Voor de in de nabije toekomst te voorziene ontmantelingsprojecten is er een aantal uitdagingen, die met deze Handreiking beter te hanteren zijn: • Momenteel is niet in regelgeving of beleid vastgelegd wat een ondernemer precies moet doen om aan te tonen dat voldaan wordt aan de vrijgavegrenzen, en dat dus sprake kan zijn van vrijgave. Het gevolg hiervan is dat in de praktijk per geval, en in overleg met de toezichthouder, wordt bepaald hoe één en ander wordt aangepakt. Om van tevoren (meer) duidelijkheid te scheppen voor de ondernemer over wat er van hem verwacht wordt, biedt deze Handreiking een leidraad voor hoe vrijgave in de praktijk zou kunnen plaatsvinden. • De vrijgavegrenzen in het Bs zijn onvoldoende geschikt voor toepassing in grote (nucleaire) ontmantelingsprojecten. In deze Handreiking worden daarom referentiewaarden geïntroduceerd voor de vrijgave van besmette materialen, de vrijgave van gebouwen, en de vrijgave van locaties. Deze aanvullende referentiewaarden hebben geen formele status; ze worden niet in de huidige Nederlandse regelgeving genoemd. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming acht ze echter momenteel acceptabel voor toepassing in ontmantelingsprojecten. Reikwijdte van de Handreiking Dit document geeft een handreiking ten aanzien van de vrijgave van materialen, gebouwen en locaties. Er gelden de onderstaande beperkingen. • Hoewel het voorliggende document een ‘Handreiking’ biedt, gaat het niet in op alle mogelijke details van het proces van de vrijgave. – Ondermeer wordt niet ingegaan op specifieke meetmethoden die ingezet kunnen worden bij vrijgave; – Ook wordt niet ingegaan op mogelijke efficiency verhogende strategieën voor vrijgave. Indien de ondernemer dergelijke strategieën wil toepassen, zal deze die in zijn ontmantelingsplan1 moeten toelichten, zodat een beoordeling daarvan door de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming mogelijk wordt. • De Handreiking is niet van toepassing op: – Materialen waarvan de activiteit of de activiteitsconcentratie lager is dan de vrijgavegrenzen (“conventioneel afval”); – Materialen met daarin uitsluitend radioactiviteit van natuurlijke oorsprong; – Niet-radiologische sanering. Belangrijke begrippen gebruikt in deze Handreiking Gebouwen: Ruimtes of kamers, delen van ruimtes en gebouwstructuren. Locatie: Ook wel aangeduid met terrein, een geografisch gedefinieerd gebied (Engels: ‘site’) waarin zich een faciliteit met een vergunning onder de Kew bevindt, bepaalde vergunde handelingen worden uitgevoerd of zich een (radioactieve) bron bevindt. Materialen: bovengrondse of ondergrondse structuren (zoals leidingen en tanks) of componenten van de te ontmantelen faciliteit, die vrijgegeven gaan worden bij de toepassing van de vrijgaveprocedures voor materialen, gebouwen en/of het terrein. 1 Zie ondermeer de Regeling buitengebruikstelling en ontmanteling van nucleaire inrichtingen, nr. WJZ/11005409 Pagina 6 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 In meer detail kan ook gedacht worden aan: machines, apparaten, wapening in gebouwen, schroot, staal, glas, plastics, minerale wol en asbest. Ondernemer: In deze Handreiking de rechtspersoon (meestal ook vergunninghouder onder de Kew) die materialen, gebouwen of een terrein wil doen vrijgeven. Sleutelnuclide: ook bekend als ‘key nuclide’, ‘reference nuclide’ en dergelijke. Een eenvoudig te meten gammastraler, waarvan de activiteit gecorreleerd kan worden met moeilijker te meten nucliden. De meting moet direct uitgevoerd kunnen worden zonder gebruik van destructieve methoden. Totale oppervlaktebesmetting: De som van afwrijfbare, niet-afwrijfbare en ingedrongen besmetting. Deze wordt ook wel aangeduid met ‘projected surface contamination’ en ’total activity in the structure per unit surface area’ (omschrijving in RP113). Dit vereist kennis van de penetratiediepte van de besmetting. Bij metalen is zonder activering doorgaans geen sprake van activiteit in het materiaal en zal de besmetting zich geheel aan de buitenzijde bevinden. Pagina 7 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 1 Vrijgave – definities en toepasselijke regelgeving 1.1 Het begrip vrijgave Met vrijgave wordt bedoeld: het vaststellen door de vergunninghouder dat deze, met het oog op de geringe radioactieve eigenschappen van het materiaal, van het gebouw of van de locatie, zich hiervan kan ontdoen met een restrisico voor mens en milieu dat verwaarloosbaar is. In tegenstelling tot bijvoorbeeld in Duitsland, is het in Nederland enkel mogelijk “onvoorwaardelijk” vrij te geven. Dat betekent dat na vrijgave alle mogelijke vervolghandelingen met het materiaal, het gebouw of de locatie toegestaan zijn. Met andere woorden: er kunnen na vrijgave geen beperkingen worden gesteld aan een volgende functie van vrijgegeven materiaal, gebouwen of locaties. 1.2 Situaties waarin kan worden ‘vrijgegeven’ In het algemeen kan worden vrijgegeven indien: 1. Voor de vrij te geven hoeveelheid materiaal, deel van een gebouw, of deel van een locatie, een identificatienummer of -code beschikbaar is, en gerelateerd daaraan relevante informatie is vastgelegd; 2. Voor de vrij te geven hoeveelheid materiaal, deel van een gebouw, of deel van een locatie, een geschikte en goedgekeurde vrijgaveprocedure beschikbaar is; 3. De vrijgavemeting en de vrijgave wordt uitgevoerd volgens deze vrijgaveprocedure; 4. De vrijgavemeting wordt uitgevoerd door personeel met voldoende deskundigheid; 5. Het resultaat van meting de van toepassing zijnde vrijgavegrenzen niet mag overschrijden. Eenmaal vrijgegeven dient materiaal en/of puin overgebracht te worden naar een ‘vrijgaveruimte’, vanwaar het kan worden afgevoerd van de locatie. Indien niet kan worden vrijgegeven, dan zal materiaal, puin of grond moeten worden overgebracht naar een daarvoor ingerichte ruimte voor de opslag van radioactief afval, in afwachting van afvoer naar de COVRA. Vrijgegeven delen van een locatie dienen met afscheidingen als zodanig te worden gemarkeerd. 1.3 Verantwoordelijkheid bij vrijgave De ondernemer/vergunninghouder is verantwoordelijk voor het besluit tot vrijgave. De vergunninghouder kan het uitvoeren van vrijgavemetingen delegeren aan voldoende opgeleid en deskundig personeel, of eventueel aan extern ingehuurde ondernemers. Eén en ander zal moeten worden beschreven in het ontmantelingsplan. De vergunninghouder blijft onder alle omstandigheden eindverantwoordelijk voor een besluit tot vrijgave. Opgemerkt wordt dat het niet is toegestaan radioactief materiaal te verdunnen, met als doel te voldoen aan de vrijgavegrenzen. Eveneens wordt opgemerkt dat oppervlakte materiaal van installaties en gebouwen met hoge stralingsniveaus of Pagina 8 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 besmettingsniveaus eerst verwijderd en afgevoerd als radioactief afval wordt, voor de start van de ontmanteling van deze installaties of de sloop van deze gebouwen. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming zal middels steekproefsgewijze inspecties toezicht houden. 1.4 Beknopte samenvatting van toepasselijke regelgeving De ondernemer is verplicht om, zo veel als redelijkerwijs mogelijk, te zorgen voor minimalisatie van het ontstaan van radioactief afval. Dat houdt onder meer in dat gestreefd moet worden naar hergebruik. Vrijgave van radioactief afval is eveneens een manier om het ontstaan van radioactief afval te beperken. Daartoe zal moeten worden aangetoond dat de radioactiviteit of de radioactiviteitsconcentratie onder de vrijgavegrenzen (gespecificeerd in Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ2, Bijlage 1.1) liggen. Een radioactieve stof kan als radioactieve afvalstof worden aangemerkt, indien door de ondernemer of door de Minister van Infrastructuur en Milieu geen hergebruik is voorzien. Eenmaal aangemerkt als radioactief afval moet de ondernemer dit zo snel als redelijkerwijs mogelijk af voeren. In Nederland is daarvoor enkel de COVRA beschikbaar. Voor wat betreft de ontmanteling van de nucleaire inrichtingen is in regelgeving onder meer vastgelegd dat de ondernemer (tevens vergunninghouder) dient te handelen conform een ontmantelingsplan, dat is goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Milieu. In dit ontmantelingsplan3 moet o.a. worden beschreven wat de eindtoestand van de ontmanteling is, en hoe zal worden aangetoond dat de ontmanteling is voltooid. De Minister kan vervolgens op basis van een door de ondernemer ingediend eindrapport besluiten de vergunning in te trekken. Met het oog hierop is het van belang dat de ondernemer gedurende de ontmanteling nauwkeurig alle relevante gegevens bijhoudt. Na intrekking van de vergunning rusten er op de ondernemer geen verplichtingen meer op grond van de Kernenergiewet. 2 3 De ‘Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ’ is op 1 januari 2014 van kracht geworden. Zie vooral de ‘Regeling buitengebruikstelling en ontmanteling nucleaire inrichtingen’ Pagina 9 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 2 Het proces van vrijgave Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste elementen in het proces van vrijgave. 2.1 In kaart brengen van de radiologische situatie - stralingsatlas Om diverse redenen is het van belang om al zo vroeg mogelijk, en in elk geval voor aanvang van de ontmantelingswerkzaamheden, een zo goed mogelijk beeld te hebben van de radiologische situatie. Een betrouwbare ‘stralingsatlas’ vormt de basis voor het treffen van maatregelen ter borging van de veiligheid van werknemers. Informatie over te verwachten hoeveelheden besmet of geactiveerd materiaal, en de aanwezige nucliden, is van belang voor onder meer de planning van de ontmantelingswerkzaamheden, de afvoer van het afval, en de benodigde financiële maatregelen ter bekostiging van de ontmanteling. Deze informatie is om diverse redenen niet altijd eenvoudig in kaart te brengen. Dit geldt meestal met name voor de karakterising in termen van radionucliden en activiteiten. Daarom zal de vergunninghouder zich moeten richten op dat wat redelijkerwijs mogelijk is. Waar een gedetailleerde radiologische karakterisatie redelijkerwijs (nog) niet mogelijk is, bijvoorbeeld als gevolg van zelfabsorptie, of doordat bepaalde delen niet voldoende bereikaar zijn, kan worden volstaan met een inschatting van de activiteiten en nucliden, op basis van globale metingen, en op basis van historische informatie. Indien en voor zover redelijkerwijs mogelijk dient de ondernemer (vergunninghouder) de volgende zaken in kaart te brengen: • Een algemene beschrijving van de locatie, inclusief ondergrondse structuren, waaruit is op te maken wat de afbakening is van het ontmantelingsproject en de te verwachten locaties van radioactiviteit; • Een beschrijving van de algemene omstandigheden op de locatie (bijvoorbeeld bodem, grondwater en meteorologische condities) met betrekking tot de mogelijke verspreiding van radioactiviteit (denk aan grondwater lekpaden); • Een beschrijving van het historische en huidige gebruik van de locatie, inclusief bekende incidenten waarbij radioactiviteit is vrijgekomen of besmetting is opgetreden; • Een beschrijving van (mogelijke) besmettingen, inclusief die in grondwater en bodem en ondergrondse structuren; • Niet-radiologische besmettingen waarmee op grond van andere regelgeving, of in verband met significante risico’s voor mens en milieu, rekening dient te worden gehouden. De ondernemer moet verder per ruimte of deel van een locatie, ‘stralingskaarten’ opstellen, waarin verschillende categorieën van stralingsniveaus en besmettingsniveaus worden onderscheiden. Daarbij kan in ruimtes met weinig straling of besmetting volstaan worden met een globale inventarisatie. Ook voorwerpen dienen te worden geclassificeerd op basis van stralingsniveau en besmetting. Pagina 10 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 2.2 Voorbereiding van de vrijgave 2.2.1 Informatie op te nemen in ontmantelingsplan De vergunninghouder moet, op grond van regelgeving of vergunningsvoorschriften, een ontmantelingsplan opstellen, dat beschrijft hoe de ontmanteling zal worden uitgevoerd. Dit plan dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, en vormt uiteindelijk het kader waaraan de vergunninghouder in de praktijk zal worden gehouden. Voor globale eisen aan dit ontmantelingsplan, zie de ‘Regeling buitengebruikstelling en ontmanteling nucleaire inrichtingen’. Met betrekking tot vrijgave dient de vergunninghouder in het ontmantelingsplan de wijze te beschrijven waarop wordt aangetoond dat de ontmanteling is voltooid, en welke meetmethoden en meetstrategieën zullen worden toegepast4. Indien en voor zover op dat moment redelijkerwijs mogelijk, dient de vergunninghouder in zijn ontmantelingsplan m.b.t. vrijgave de volgende zaken te beschrijven: • De bestemming van de diverse gebouwen die op de locatie aanwezig zijn (sloop, hergebruik), en -in geval van sloop- de volgorde waarop vrijgave en sloop zullen plaatsvinden. In paragraaf 3.2 van deze Handreiking wordt hierop verder ingegaan; • De stralingsbeschermingsmaatregelen, inclusief de maatregelen voor het geval dat onverwachte radioactiviteit wordt aangetroffen; • De naar verwachting aan te treffen radionucliden, onderverdeeld naar meetbare en niet- of moeilijk meetbare nucliden; • De toe te passen nuclide-vectoren en daarin gebruikte schaalfactoren, en de onderbouwing daarvoor; • De meet- en monitortechnieken en instrumenten, die worden toegepast om de locatie, diepte en omvang te bepalen van de de radioactiviteit, inclusief een uitwerking hoe deze in de praktijk worden toegepast. Hierbij kan gedacht worden aan: – Oppervakte scanning, – Directe meting van de (oppervlakte) activiteit d.m.v. bijvoorbeeld in-situ gamma spectrometrie, – Monstername (oppervlakte en daaronder), – Combinaties van bovenstaande methoden. • Voor de toe te passen meetinstrumenten dient te worden onderbouwd dat deze geschikt zijn voor het doel waarvoor zij zullen worden gebruikt. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de opgestelde nuclide-vectoren in relatie tot de specificaties van de gebruikte instrumenten, en mogelijke bijzondere condities tijdens de metingen (bijvoorbeeld weersomstandigheden, zelfabsorptie, etc); • De wijze waarop de reproduceerbaarheid en nauwkeurigheid van de metingen wordt geborgd; • Waar relevant: de verrichtingen die nodig zijn om besmettingen te verwijderen, en de wijze waarop dit materiaal wordt beheerd; • De (borging van de) (stralings)deskundigheid van het betrokken personeel; • De wijze waarop herbesmetting van vrijgegeven materiaal, ruimtes of delen van een locatie wordt voorkomen; • De wijze waarop de traceerbaarheid van vrijgegeven materiaal, puin of grond wordt geborgd; • De toe te passen vrijgaveprocedures (zie 2.2.2), voor zover in dit stadium mogelijk. 4 Deze eisen zijn ook te vinden in het Besluit, kerninstallaties, splijstoffen en ertsen (Bkse) en de Regeling buitengebruikstelling en ontmanteling nucleaire inrichtingen. Pagina 11 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 2.2.2 Opstellen van vrijgaveprocedures Vrijgaveprocedures dienen, voor zover mogelijk, te worden opgenomen in het ontmantelingsplan. Indien het niet mogelijk is in de planvormende fase al vrijgaveprocedures op te stellen, kunnen deze ook tijdens de ontmantelingsfase worden opgesteld, en ad hoc worden goedgekeurd door de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. De procedures bevatten, voor zover van toepassing, de volgende onderdelen: 1. Een aanduiding van waarop de procedure van toepassing is (welk materiaal, deel van gebouw of locatie), en in geval van gebouwen: de specificatie van de sloop of hergebruik en de volgorde daarin; 2. Specificatie van de niet-radiologische aspecten die een impact kunnen hebben op de vrijgaveprocedure; 3. Eventuele randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat de vrijgaveprocedure kan worden toegepast, zoals oppervlakteruwheid, vorm, etc; 4. De fysische, chemische, geologische en biologische eigenschappen van het materiaal, het gebouw(deel) of (het deel van) de locatie, waaronder in elk geval: – Massa; – De oorsprong van het materiaal, deel van gebouw of locatie; – Besmetting of activering, de classificatie daarvan, de voor zover te bepalen en relevant de penetratiediepte van de besmetting of het activeringsprofiel; – Type materiaal; – Type en hoeveelheid vegetatie en ondergrondse structuren (waar van toepassing); – Aanwezige niet-radiologische besmetttingen waarmee rekening moet worden gehouden bij de uitvoering van vrijgavemetingen (voor locaties). 5. De ‘key nuclide’, oftewel sleutelnuclide5, en de wijze waarop de moeilijk meetbare nucliden hieraan zijn gecorreleerd, en de nuclidevector; 6. De voorbereidende verrichtingen voor de vrijgave, zoals verkleining, gedeeltelijke sloop, decontaminatie, verwijdering van vegetatie, etc, en de wijze waarop de nuclide-vector daarna wordt geverifieerd; 7. De toe te passen massa’s en oppervlakken waarover gemiddeld wordt, de wijze waarop de toepassing daarvan wordt geborgd, alsmede de onderbouwing voor het gebruik van grotere middelmassa’s en middeloppervlakken, indien van toepassing; 8. De meetmethode: – Het type meting, meettechniek en het type meetinstrument waarmee de meting wordt uitgevoerd; – De specificaties van de toe te passen meetinstrumenten, alsmede de bepaling van detectielimiet; – De wijze waarop de count(rate) wordt omgezet in de gewenste fysische grootheden en eenheden, inclusief fouten-analyse; – De operationele vrijgavegrenzen voor de combinatie van toe te passen meetinstrument en nuclide-vector, en de onderbouwing dat de detectielimiet lager is dan de operationele vrijgavegrenzen voor de verwachte activiteit en activiteitsverdeling; – In het geval van monstername de toegepaste statistiek per (besmettings)categorie, bijvoorbeeld een 100%-monstername bij vrijgave van de ruimten of delen van de locatie met een hoog stralings- of 5 Dit wordt ook wel het ‘belangrijkste nuclide’ genoemd, meestal een goed meetbaar nuclide zoals Co-60. In de Duitse vakliteratuur wordt het wel aangeduid met ‘Leitnuklid’. Pagina 12 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 besmettingsniveau en een paar-procents monstername van de ruimten of delen van de locatie waar besmetting op basis van historie en verkennende metingen onwaarschijnlijk wordt geacht; – De wijze waarop de verificatiemeting wordt uitgevoerd. 9. De toegepaste technieken voor de identificatie van te decontamineren locaties; 10. De verantwoordelijkheidsverdeling van de betrokken medewerkers; 11. De organisatie van de vrijgaveopslag voor materiaal dat is of zal worden vrijgegeven; 12. De bestemming van het vrijgegeven materiaal, indien en voor zover van toepassing. 2.3 Het uitvoeren van vrijgavemetingen De vrijgavemetingen zijn een zeer essentieel onderdeel van het vrijgaveproces. De volgende stappen zijn daarin van belang: • De verificatie dat de eigenschappen van het materiaal, het deel van een gebouw, of deel van een locatie, dat zal worden vrijgegeven, alsmede die van het te gebruiken meetinstrument, overeenkomen met die in de vrijgaveprocedure; • De vaststelling dat het (gecorrigeerde) meetsignaal daadwerkelijk gerelateerd kan worden aan de bijdrage van het gekozen sleutelnuclide of de set sleutelnucliden; • De verificatie dat te gebruiken instrumenten zijn gekalibreerd, en periodiek op hun functioneren zijn gecontroleerd; • Het vastleggen van de relevante parameters van de meting, waaronder in elk geval de datum van de meting, het niveau van de achtergrondstraling, het identificatienummer of -code van het materiaal of deel van het gebouw, of de duiding van de locatie, en de identificatie van het gebruikte meetinstrument; • De uitvoering van de feitelijke meting, volgens de specificatie in het meetschema; • Het vastleggen van de ruwe data (in counts/seconde of totaal aantal counts); • Indien van toepassing, de correctie voor de bijdrage van natuurlijke nucliden; • Toegepaste correctie voor de achtergrondstraling, inclusief de foutenpropagatie daarin; • Een analyse van ruwe data (in counts/seconde of totaal aantal counts) en de omzetting in de gewenste eenheden aan de hand van de betreffende calibratiefactor(en) en nuclide vector. Ook factoren als geometrie en oppervlakteruwheid kunnen relevant zijn in geval van oppervlakte besmetting. 2.4 Het vastleggen van (radiologische) informatie, t.b.v. presentatie in Eindrapport Met het oog op het later kunnen presenteren van de relevante data aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming in het Eindrapport6 dient de ondernemer de volgende informatie vast te leggen tijdens en na afloop van een beslissing tot vrijgave: • • • • • • 6 Oorsprong van het materiaal; Identificatienummer of -code; Fysische en chemische informatie; Datum van de vrijgavemeting; Nuclide-vector; Toegepaste vrijgaveprocedure, inclusief meetprocedure; Zie de eis in artikel 10 van de ‘Regeling buitengebruikstelling en ontmanteling nucleaire inrichtingen’. Pagina 13 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 • Resulten van de vrijgavemeting (ruwe data, correctie voor natuurlijke nucliden, niveau achtergrondstraling, gecorrigeerde en (in het geval van nuclide-vectoren en bij toepassing van (som-)formules) berekende waarden); • Bestemming van het materiaal. Pagina 14 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 3 Toepasselijke vrijgavegrenzen en hun toepassing Dit hoofdstuk behandelt de vrijgavegrenzen die van toepassing zijn op materialen, gebouwen en terreinen (bodem). Tevens wordt de hantering van deze grenzen uitgelegd. Sommige van in deze Handreiking verstrekte vrijgavegrenzen zijn direct te vinden in een ministeriële regeling onder het Besluit stralingsbescherming (Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ). Andere vrijgavegrenzen zijn (met referenties) overgenomen uit aanbevelingen van internationale werkgroepen. Opgemerkt wordt dat de vrijgavewaarden voor oppervlaktebesmetting gelden voor de totale oppervlaktebesmetting na reiniging (decontaminatie), zoals gedefinieerd in de Inleiding onder het kopje ‘Belangrijke begrippen gebruikt in de Handreiking’. 3.1 Materialen Voor de vrijgave van mogelijk radioactief maar niet-besmet materiaal geldt dat aan één van de twee volgende voorwaarden moet worden voldaan – in feite conform artikel 37 van het Besluit stralingsbescherming: • De uitkomst van de sommatie van de ratio’s van activiteitsconcentratie per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, en de massa waarover wordt gemiddeld niet groter is dan 500 kg. Grotere middelmassa’s zijn in principe toegestaan, onder de voorwaarde dat de homogeniteit (d.w.z. de afwezigheid van “hotspots”) is aangetoond en vastgelegd, alvorens de vrijgavemeting wordt uitgevoerd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan de sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Ci C i ≤1 v ,i waarin: Ci de activiteitsconcentratie is van radionuclide i, uitgedrukt in Bq/g; Cv,i de vrijgavegrens is voor de activiteitsconcentraltie voor radionuclide i uitgedrukt in Bq/g. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. • De uitkomst van de sommatie van ratio’s van de totale activiteit per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1 , waarbij de sommatie maximaal kan worden uitgevoerd over 1 kalenderjaar. Nucliden die minder dan 10% aan deze sommatie bijdragen hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: i Ai Av ,i ≤1 Ai de totale activiteit van radionuclide i in Bq is. Av,i de vrijgavegrens is voor de totale activiteit voor radionuclide i in Bq. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. Indien men kiest voor vrijgave op basis van totale activiteit, moet men goed letten op de eis uit het Besluit stralingsbescherming (artikel 37 lid 2) en de uitwerking daarvan in bijlage 1.2 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. Indien er meerdere batches materiaal worden afgevoerd, ieder met uitkomst van de Pagina 15 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 activiteitsommatie-formule kleiner of gelijk aan 1, dan moet men er bij iedere opvolgende batch op letten of daarmee niet de sommatie binnen een kalenderjaar toch over de waarde 1 gaat. Vrijgave van besmet metaal voor recycling Indien het besmet metaal voor recycling betreft, geldt in aanvulling op de hierboven genoemde eisen aan vrijgave, dat de uitkomst van de toepassing van onderstaande sommatieformule voor de totale oppervlaktebesmetting in Bq/cm2 kleiner of gelijk aan 1 moet zijn, waarbij het oppervlak waarover wordt gemiddeld niet groter is dan 1 m2. Toepassing van grotere middeloppervlakken is in principe toegestaan, onder de voorwaarde dat de homogeniteit (d.w.z. de afwezigheid van “hotspots”) is aangetoond en vastgelegd alvorens de vrijgavemeting wordt uitgevoerd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan de onderstaande sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Co ,i C i ≤1 v , o ,i Waarin: Co,i de activiteit per oppervlakte-eenheid is van de besmetting met radionuclide i in Bq/cm2. Cv,o,i de vrijgavegrens is voor de oppervlaktebesmetting voor radionuclide i in Bq/cm2. Deze waarden zijn te vinden in Bijlage 1 van deze Handreiking, en zijn afkomstig uit tabel 3-2 ‘Nuclide specific clearance levels for direct reuse of metal items’ in het document Radiation Protection 89 (RP89), een aanbeveling van de artikel 31-expertgroep van de Europese Commissie. 3.2 Gebouwen Voor de vrijgaven van gebouwen zijn er feitelijk drie verschillende opties te onderscheiden, met elk een aparte set aan vrijgavegrenzen: • Vrijgave van een gebouw voor elke andere functie; • Vrijgave van een gebouw voor (enkel) sloop; • Vrijgave van puin, na sloop van een gebouw onder het stralingsbeschermingsregime. 3.2.1 Vrijgave van een gebouw voor elke andere functie In dit geval gaat het om de vrijgave van een bestaand en intact gebouw waarvoor een nieuwe functie is voorzien en dat in de toekomst niet meer onder het regime van de Kernenergiewet zal vallen. Een eventuele - in de toekomst - te voorziene sloop zal evenmin plaatsvinden onder het regime van de Kernenergiewet. Eén en ander betekent dat de activiteit in het (ontruimde) gebouw nauwkeurig in kaart moet worden gebracht, en getoetst aan de onderstaande vrijgavegrenzen. Alle delen van het gebouw die niet voldoen aan deze vrijgavegrenzen kunnen niet worden vrijgegeven, en zullen uit het gebouw moeten worden verwijderd en afgevoerd als radioactief afval. Bij de vrijgave van het gebouw moet worden voldaan aan één van de twee volgende voorwaarden: Pagina 16 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 • De uitkomst van de sommatie van de totale activiteit per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, waarbij de sommatie maximaal kan worden uitgevoerd over 1 kalenderjaar. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan de onderstaande sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: i Ai Av ,i ≤1 waarin Ai de totale activiteit van radionuclide i in Bq is, en Av,i de vrijgavegrens is voor de totale activiteit voor radionuclide i in Bq. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. • De uitkomst van de sommatie van de activiteitsconcentratie per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, en de massa waarover wordt gemiddeld is niet groter dan 1000 kg. Grotere middelmassa’s zijn in principe toegestaan, onder de voorwaarde dat de homogeniteit (d.w.z. de afwezigheid van “hotspots”) is aangetoond en vastgelegd, alvorens de vrijgavemeting wordt uitgevoerd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen hoeven niet te worden meegenomen in de sommatie. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Ci C ≤1 i v ,i waarin: Ci de activiteitsconcentratie is van radionuclide i, uitgedrukt in Bq/g; Cv,i de vrijgavegrens is voor de activiteitsconcentratie voor radionuclide i uitgedrukt in Bq/g. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ In aanvulling hierop geldt dat de uitkomst van de toepassing van onderstaande sommatieformule voor de totale7 oppervlaktebesmetting in Bq/cm2 kleiner of gelijk aan 1 moet zijn, waarbij het oppervlak waarover wordt gemiddeld niet groter is dan 1 m2. Toepassing van grotere middeloppervlakken is in principe toegestaan, onder de voorwaarde dat de homogeniteit (d.w.z. de afwezigheid van “hotspots”) is aangetoond en vastgelegd alvorens de vrijgavemeting wordt uitgevoerd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen hoeven niet te worden meegenomen in de sommatie. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Co ,i C i ≤1 v , o ,i Waarin: Co,i de activiteit per oppervlakte-eenheid is van de besmetting met radionuclide i in Bq/cm2. Cv,o,i de vrijgavegrens is voor de ‘totale’ oppervlaktebesmetting voor radionuclide i in Bq/cm2. Deze waarden zijn te vinden in Bijlage 2 en zijn afkomstig uit tabel 1 in het document Radiation Protection 113 (RP113), een aanbeveling van de artikel 31expertgroep van de Europese Commissie. Het is niet per se noodzakelijk om 100% van het oppervlak van het gebouw vrij te meten. Indien bijvoorbeeld met historische en/of operationele data zeer goed kan worden onderbouwd dat besmetting van bepaalde delen van het gebouw onwaarschijnlijk is, kan worden volstaan met een lager percentage. 7 In RP113 aangeduid met: ‘total activity in the structure per unit surface area’ en ‘projected surface contamination’. Dit vereist in principe kennis over de penetratiediepte van de besmetting, want het gaat om de som van afwrijfbare, niet-afwrijfbare én ingedrongen besmetting. Pagina 17 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Er kunnen situaties zijn waarbij sprake is van slecht (voor metingen) bereikbare oppervlakten. Vaak zullen destructieve methoden mogelijk zijn om die oppervlakten alsnog te bereiken. Puin wat hierbij ontstaat, kan worden behandeld conform de aanwijzingen in paragraaf 3.2.3, ‘Vrijgave van puin na sloop van een gebouw onder stralingsbeschermingsregime’. 3.2.2 Vrijgave van een gebouw voor enkel ‘sloop zonder stralingsbeschermingsregime’ Vrijgave voor enkel sloop is feitelijk de enige vorm van “voorwaardelijke” vrijgave in het Nederlandse beleid. De voorwaarde bij deze vorm van vrijgave is namelijk dat er na vrijgave daadwerkelijk wordt gesloopt. Eén en ander betekent in de praktijk dat de activiteit(sconcentratie) in het (ontruimde) gebouw nauwkeurig in kaart moet worden gebracht, en getoetst aan de onderstaande vrijgavegrenzen. Alle delen van het gebouw die niet voldoen aan deze vrijgavegrenzen kunnen niet worden vrijgegeven, en zullen uit het gebouw moeten worden verwijderd, en afgevoerd als radioactief afval. Het is bij deze optie van belang dat voldoende zekerheid is dat er na de vrijgave geen radioactiviteit meer aanwezig is die de vrijgavegrenzen overschrijdt. Aangezien het gebouw niet onvoorwaardelijk vrijgeven is voor elke andere functie, moet het gebouw na deze ‘voorwaardelijke vrijgave’ worden gesloopt voordat de vergunning kan worden ingetrokken. Echter, de sloop hoeft niet plaats te vinden onder een stralingsbeschermingsregime. Bij de vrijgave van het gebouw moet worden voldaan aan één van de twee volgende voorwaarden: • De uitkomst van de sommatie van de totale activiteit per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, waarbij de sommatie maximaal kan worden uitgevoerd over 1 kalenderjaar. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan deze sommatie hoeven niet te worden meegenomen . De te hanteren sommatieformule is de volgende: i Ai Av ,i ≤1 waarin: Ai de totale activiteit van radionuclide i in Bq is; Av,i de vrijgavegrens is voor de totale activiteit voor radionuclide i in Bq. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. • De uitkomst van de sommatie van de activiteitsconcentratie per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, en de massa waarover wordt gemiddeld niet groter is dan 1000 kg. Onder voorwaarden zijn grotere middelmassa’s mogelijk, zoals eerder in deze Handreiking uitgelegd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan deze sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Ci C i ≤1 v ,i waarin: Ci de activiteitsconcentratie is van radionuclide i, uitgedrukt in Bq/g; Cv,i de vrijgavegrens is voor de activiteitsconcentratie voor radionuclide i Pagina 18 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 uitgedrukt in Bq/g. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. In aanvulling hierop geldt dat de uitkomst van de toepassing van onderstaande sommatieformule voor de totale oppervlaktebesmetting in Bq/cm2 kleiner of gelijk aan 1 moet zijn, waarbij het oppervlak waarover wordt gemiddeld niet groter is dan 1 m2. Onder voorwaarden zijn grotere middeloppervlaktes mogelijk, zoals eerder in deze Handreiking uitgelegd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen hoeven niet te worden meegenomen in de sommatie. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Co ,i C i ≤1 v , o ,i Waarin: Co,i de activiteit is per oppervlakte-eenheid van de besmetting met radionuclide i in Bq/cm2, en Cv,o,i de vrijgavegrens is voor de totale oppervlaktebesmetting voor radionuclide i in Bq/cm2. Deze waarden zijn te vinden in Bijlage 3 en zijn afkomstig uit tabel 2 in het document Radiation Protection 113 (RP113), een aanbeveling van de artikel 31expertgroep van de Europese Commissie. Opmerking: Het is niet per se noodzakelijk om 100% van het oppervlak van het gebouw vrij te meten. Indien (bijvoorbeeld met historische of operationele data) kan worden onderbouwd dat besmetting van bepaalde delen van het gebouw onwaarschijnlijk is, kan worden volstaan met een lager percentage. 3.2.3 Vrijgave van puin na sloop van een gebouw onder stralingsbeschermingsregime In bepaalde gevallen is het in gebouwen redelijkerwijs niet mogelijk om besmettingsmetingen uit te voeren, omdat de mate besmetting niet goed is vast te stellen (bijvoorbeeld als gevolg van een te hoge achtergrondstraling), of omdat dit niet zinvol is (in geval van geactiveerd materiaal). In dit geval zal de sloop van het betreffende gebouw of gebouwdeel moeten plaatsvinden onder een stralingsbeschermingsregime. Vrijgavemetingen vinden in dit geval plaats na afloop van de sloop, en hebben dan betrekking op het puin. In de praktijk betekent dit dat de activiteit(sconcentratie) van het puin nauwkeurig in kaart moet worden gebracht, en getoetst aan de onderstaande vrijgavegrenzen. Het puin dat niet voldoet aan deze vrijgavegrenzen kan niet worden vrijgegeven, en zal moeten worden afgevoerd als radioactief afval. Het vrijgegeven puin kan worden afgevoerd als conventioneel afval, en kan zonder voorwaarden worden hergebruikt. Opgemerkt wordt dat het op grond van artikel 38, vijfde lid, van het Bs niet is toegestaan de activiteitsconcentraties in het puin te verdunnen, met als doel te voldoen aan de vrijgavegrenzen. Bij de vrijgave van het puin moet worden voldaan aan één van de twee volgende voorwaarden: • De uitkomst van de sommatie van de totale activiteit per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, waarbij de sommatie maximaal kan worden uitgevoerd over 1 kalenderjaar. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan de onderstaande sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Pagina 19 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 i Ai Av ,i ≤1 waarin: Ai de totale activiteit van radionuclide i in Bq is; Av,i de vrijgavegrens is voor de totale activiteit voor radionuclide i in Bq. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ . • De uitkomst van de sommatie van de activiteitsconcentratie per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, en de massa waarover wordt gemiddeld niet groter is dan 1000 kg. Onder voorwaarden zijn grotere middeloppervlaktes mogelijk, zoals eerder in deze Handreiking uitgelegd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan deze sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Ci C i ≤1 v ,i waarin: Ci de activiteitsconcentratie is van radionuclide i, uitgedrukt in Bq/g; Cv,i de vrijgavegrens is voor de activiteitsconcentratie voor radionuclide i uitgedrukt in Bq/gram. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 1.1 van de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. Naar verwachting zullen na de implementatie van de Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling (Richtlijn basisnormen stralingsbescherming) stringentere vrijgavegrenzen voor de activiteitsconcentratie van puin in 2018 wettelijk van kracht zijn. 3.3 Locaties: vrijgave van een terrein Voor de vrijgave van een locatie wordt, nadat de op de locatie aanwezige gebouwen zijn ontmanteld en/of vrijgegeven, de activiteitsconcentratie van de bodem in kaart gebracht, en getoetst aan vrijgavegrenzen voor de bodem. Grond waarvan de activiteitsconcentratie niet voldoet aan deze vrijgavegrenzen kan niet worden vrijgegeven, en zal moeten worden afgevoerd als radioactief afval. De vrijgegeven locatie kan uiteindelijk zonder voorwaarden worden hergebruikt voor iedere volgende functie of bestemming. Opgemerkt wordt dat het niet is toegestaan de activiteitsconcentraties in de grond te verdunnen, met als doel te voldoen aan de vrijgavegrenzen. Bij de vrijgave van de grond moet worden voldaan aan één van de twee volgende voorwaarden: • De uitkomst van de sommatie van de activiteitsconcentratie per aanwezig nuclide is kleiner of gelijk aan 1, en de massa waarover wordt gemiddeld niet groter is dan 1000 kg. Onder voorwaarden zijn grotere middelmassa’s mogelijk, zoals eerder in deze Handreiking uitgelegd. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan de onderstaande sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: Ci C i ≤1 v ,i waarin: Pagina 20 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Ci de activiteitsconcentratie is van radionuclide i, uitgedrukt in Bq/g; Cv,i de vrijgavegrens is voor de activiteitsconcentratie voor radionuclide i uitgedrukt in Bq/g. Deze waarden zijn te vinden in Bijlage 4 van dit document en zijn gebaseerd op de Duitse vrijgavegrenzen voor grond (StrahlenschutzVerordnung, annex III tabel 1 kolom 7). • Als alternatief kan de benadering van totale activiteit per eenheid grondoppervlak worden toegepast. In dat geval moeten de bovenstaande grenzen voor de activiteitsconcentratie worden omgezet in oppervlakte-specifieke vrijgavegrenzen, rekening houdend met de penetratiediepte van de besmetting en de dichtheid van de grond. De uitkomst van de sommatie van de oppervlakteactiviteitsconcentratie per aanwezig nuclide dient kleiner of gelijk aan 1 te zijn, en het oppervlak waarover wordt gemiddeld niet groter dan 100 m 2. Nucliden die minder dan 10% bijdragen aan deze sommatie hoeven niet te worden meegenomen. De te hanteren sommatieformule is de volgende: C Co , i i v ,i d ≤1 Waarin: Co,i de activiteit is van de opervlaktebesmetting met radionuclide i in Bq/cm 2. Cv, i de vrijgavegrens is voor de massa-activiteitsconcentratie voor radionuclide i in Bq/g. Deze waarden zijn te vinden in bijlage 4 van dit document en zijn gebaseerd op de Duitse vrijgavegrenzen voor grond (StrahlenschutzVerordnung, annex III tabel 1 kolom 7). ρ de dichtheid van de grond is in g/cm3; d de penetratiediepte is in cm. Opmerking: Voor de vrijgave van ondergrondse structuren, zoals achtergebleven ondergrondse leidingen, wordt verwezen naar de vrijgave van materiaal (2.2.1). Opmerking: Net als bij de vrijgave van materiaal geldt voor de vrijgave van grond dat de toepassing van grotere middelmassa’s en middeloppervlakken in principe is toegestaan, onder de voorwaarde dat de homogeniteit (d.i. de afwezigheid van “hotspots”) is aangetoond en vastgelegd alvorens de vrijgavemeting wordt uitgevoerd. Pagina 21 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Literatuur Besluit stralingsbescherming Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ Ministeriele regeling buitengebruikstelling en ontmanteling nucleaire installaties Radiation Protection 89 (RP89), Recommended radiological protection criteria for the recyling of metals from the dismantling of nuclear installations, Recommendations of the group of experts set up under the terms of Article 31 of the Euratom Treaty, 1998 Radiation Protection 113 (RP113), Recommended radiological protection criteria for the clearance of buildings and building rubble from the dismantling of nuclear installations, Recommendations of the group of experts set up under the terms of Article 31 of the Euratom Treaty, 2000 Verordnung über den Schutz vor Schäden durch ionisierende Strahlen (Strahlenschutzverordnung – StrlSchV) Pagina 22 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Bijlage 1: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van schroot (RP89) Dit is tabel 3-2 uit RP89 voor ‘nuclide specific clearance levels for direct reuse of metal items’. Nuclide Bq/cm2 H-3 10000 C-14 1000 Na-22 1 S-35 1000 Cl-36 100 K-40 10 Ca-45 100 Sc-46 10 Mn-53 10000 Mn-54 10 Fe-55 1000 Co-56 1 Co-57 10 Co-58 10 Co-60 1 Ni-59 10000 Ni-63 1000 Zn-65 10 As-73 1000 Se-75 10 Sr-85 10 Sr-90 10 Y-91 100 Zr-93 100 Zr-95 10 Nb-93m 1000 Nb-94 1 Mo-93 100 Tc-97 100 Tc-97m 1000 Tc-99 1000 Ru-106 10 Ag-108m 1 Ag-110m 1 Cd-109 100 Nuclide Bq/cm2 Sn-113 10 Sn-124 10 Sn-125 10 Te-123m 100 Te-127m 100 I-125 100 I-129 10 Cs-134 1 Cs-135 100 Cs-137 10 Ce-139 10 Ce-144 10 Pm-147 1000 SM-151 1000 EU-152 1 EU-154 1 EU-155 100 Gd-153 10 Tb-160 10 Tm-170 1000 Tm-171 10000 Ta-182 10 W-181 100 W-185 1000 Os-185 10 Ir-192 10 Tl-204 100 Pb-210 1 Bi-207 1 Po-210 0,1 Ra-226 0,1 Ra-228 1 Th-228 0,1 Th-229 0,1 Th-230 0,1 Nuclide Th-232 Pa-231 U-232 U-233 U-234 U-235 U-236 U-238 Np-237 Pu-236 Pu-238 Pu-239 Pu-240 Pu-241 Pu-242 Pu-244 Am-241 Am-242m Am-243 Cm-242 Cm-243 Cm-244 Cm-245 Cm-246 Cm-247 Cm-248 Bk-249 Cf-248 Cf-249 Cf-250 Cf-251 Cf-252 Cf-254 Es-254 Bq/cm2 0,1 0,1 0,1 1 1 1 1 1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 10 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 100 1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 1 Pagina 23 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Bijlage 2: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van gebouwen voor hergebruik (of sloop) (RP113) Dit is ontleend aan tabel 1 uit RP113 voor ‘Radionuclide specific clearance levels for building reuse or demolition expressed as total activity in the structure per unit surface area’. Dit betreft de ‘rounded’ waarden voor de vrijgavegrenzen. nuclide Bq/cm² H-3 10000 C-14 1000 Na-22 1 S-35 1000 CL-36 100 K-40 10 Ca-45 1000 Sc-46 1 Mn-53 10000 Mn-54 1 Fe-55 10000 Co-56 1 Co-57 10 Co-58 10 Co-60 1 Ni-59 100000 Ni-63 10000 Zn-65 1 As-73 1000 Se-75 10 Sr-85 10 Sr-90 100 Y-91 1000 Zr-93 1000 Zr-95 1 Nb-93m 1000 Nb-94 1 Mo-93 100 Tc-97 100 Tc-97m 100 Tc-99 100 Ru-106 10 Ag-108m 1 Ag-110m 1 Cd-109 100 nuclide Bq/cm² Sn-113 10 Sb-124 1 Sb-125 1 Te-123m 10 Te-127m 100 I-125 100 I-129 10 Cs-134 1 Cs-135 1000 Cs-137 1 Ce-139 10 Ce-144 10 Pm-147 1000 Sm-151 10000 Eu-152 1 Eu-154 1 Eu-155 10 Gd-153 10 Tb-160 1 Tm-170 1000 Tm-171 1000 Ta-182 0 W-181 100 W-185 1000 Os-185 10 Ir-192 10 Tl-204 1000 Pb-210 1 Bi-207 1 Po-210 10 Ra-226 1 Ra-228 1 Th-228 0,1 Th-229 0,1 Th-230 1 nuclide Th-232 Pa-231 U-232 U-233 U-234 U-235 U-236 U-238 Np-237 Pu-236 Pu-238 Pu-239 Pu-240 Pu-241 Pu-242 Pu-244 Am-241 Am-242m Am-243 Cm-242 Cm-243 Cm-244 Cm-245 Cm-246 Cm-247 Cm-248 Bk-249 Cf-248 Cf-249 Cf-250 Cf-251 Cf-252 Cf-254 Es-254 Bq/cm² 0,1 0,1 0,1 1 1 1 1 1 1 1 1 0,1 0,1 10 1 1 1 1 1 1 1 1 0,1 1 1 0,1 100 1 0,1 1 0,1 1 1 1 Pagina 24 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Bijlage 3: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van gebouwen voor sloop (RP113) Dit is tabel 2 uit RP113 voor ‘Radionuclide specific clearance levels for building demolition expressed as total activity in the structure per unit surface area’. Dit betreft de ‘rounded’ waarden voor de vrijgavegrenzen. nuclide Bq/cm2 H-3 10000 C-14 10000 Na-22 10 S-35 100000 CL-36 100 K-40 10 Ca-45 100000 Sc-46 10 Mn-53 10000 Mn-54 10 Fe-55 10000 Co-56 10 Co-57 100 Co-58 10 Co-60 1 Ni-59 100000 Ni-63 100000 Zn-65 10 As-73 10000 Se-75 100 Sr-85 100 Sr-90 100 Y-91 100000 Zr-93 1000 Zr-95 10 Nb-93m 100000 Nb-94 10 Mo-93 1000 Tc-97 1000 Tc-97m 1000 Tc-99 100 Ru-106 100 Ag-108m 10 Ag-110m 10 Cd-109 10000 nuclide Bq/cm2 Sn-113 100 Sb-124 10 Sb-125 10 Te-123m 100 Te-127m 10000 I-125 10000 I-129 10 Cs-134 10 Cs-135 10000 Cs-137 10 Ce-139 100 Ce-144 100 Pm-147 10000 Sm-151 10000 Eu-152 10 Eu-154 10 Eu-155 100 Gd-153 100 Tb-160 10 Tm-170 10000 Tm-171 100000 Ta-182 10 W-181 1000 W-185 1000000 Os-185 10 Ir-192 100 Tl-204 1000 Pb-210 1 Bi-207 10 Po-210 100 Ra-226 1 Ra-228 10 Th-228 1 Th-229 1 Th-230 1 nuclide Th-232 Pa-231 U-232 U-233 U-234 U-235 U-236 U-238 Np-237 Pu-236 Pu-238 Pu-239 Pu-240 Pu-241 Pu-242 Pu-244 Am-241 Am-242m Am-243 Cm-242 Cm-243 Cm-244 Cm-245 Cm-246 Cm-247 Cm-248 Bk-249 Cf-248 Cf-249 Cf-250 Cf-251 Cf-252 Cf-254 Es-254 Bq/cm2 1 0,1 1 10 10 10 10 10 10 10 1 1 1 100 1 1 1 1 1 100 10 10 1 1 1 1 1000 10 1 10 1 10 10 10 Pagina 25 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Bijlage 4: Vrijgavegrenzen voor de vrijgave van een locatie De waarden van deze vrijgavegrenzen zijn te vinden in de Duitse ‘Strahlenschutzverordnung’, annex III, tabel 1, kolom 7. nuclide Bq/g nuclide Bq/g nuclide Bq/g H-3 Be-7 C-14 Na-22 P-32 P-33 S-35 Ca-45 Sc-46 V-48 Cr-51 Mn-53 Mn-54 Fe-55 Fe-59 Co-56 Co-57 Co-58 Co-60 Ni-59 Ni-63 Zn-65 Ge-71 As-73 As-74 Se-75 Rb-86 Sr-85 Sr-89 Sr-90 Y-91 Zr-93 Zr-95 Nb-93m Nb-94 Nb-95 Mo-93 Tc-97 3 2 0,04 0,004 0,02 0,08 0,01 0,04 0,04 0,03 3 3 0,09 6 0,06 0,02 0,8 0,08 0,03 8 3 0,01 50 40 0,1 0,004 0,05 0,1 0,03 0,02 5 20 0,1 4 0,05 0,1 0,2 0,08 Tc-97m Ru-103 Ru-106 Pd-103 Ag-105 Ag-108m Ag-110m Ag-111 Cd-109 Cd-115m In-114m Sn-113 Sn-125 Sb-124 Sb-125 Te-123m Te-125m Te-129m I-125 I-126 I-131 Cs-131 Cs-134 Cs-135 Cs-136 Cs-137 Ba-131 Ba-140 Ce-139 Ce-144 Pr-143 Nd-147 Pm-147 Sm-151 Eu-152 Eu-154 Eu-155 Gd-153 0,01 0,2 0,3 20 0,1 0,007 0,007 0,4 0,03 0,04 0,03 0,1 0,2 0,04 0,08 0,007 0,02 2 0,09 0,2 0,2 30 0,05 0,4 0,04 0,06 0,2 0,03 0,7 0,4 20 0,7 20 40 0,07 0,06 2 1 Tb-160 Er-169 Tm-170 Tm-171 Hf-181 Ta-182 W-181 W-185 Os-185 Os-191 Ir-190 Ir-192 Tl-202 Tl-204 Bi-207 Ra-223+ Pa-230 0,07 50 6 60 0,2 0,06 4 3 0,1 2 0,06 0,1 0,2 0,02 0,05 0,02 0,1 Pa-233 Pu-236 Pu-237 Pu-238 Pu-239 Pu-240 Pu-241 Pu-242 Pu-244 Am-241 Am-242m Am-243 Cm-242 Cm-243 Cm-244 Cm-245 Cm-246 Cm-247 Cm-248 0,4 0,1 2 0,06 0,04 0,04 4 0,04 0,04 0,06 0,07 0,05 0,4 0,07 0,08 0,05 0,05 0,04 0,01 Pagina 26 van 27 Handreiking voor de vrijgave van materiaal, een gebouw of het terrein bij de ontmanteling van een nucleaire installatie | concept december 2014 Annexen: Guideline for the clearance of materials during the decommissioning of a nuclear facility Guideline for the clearance of buildings during the decommissioning of a nuclear facility Guideline for the clearance of sites during the decommissioning of a nuclear facility Pagina 27 van 27
© Copyright 2025 ExpyDoc