overgangsnormen 2014 - 2015 KLAS 1 en 2

overgangsnormen
2014 - 2015
KLAS 1 en 2
Rapportcijferbepaling
■ Het schooljaar bestaat uit 3 periodes. Na afloop van elke periode vindt de bespreking van
de resultaten van de leerlingen plaats en wordt een rapport aan hen uitgereikt.
■ Op elk rapport staan de in die periode behaalde resultaten, een gewogen1 gemiddelde van
de perioderesultaten en een SVZ (stand van zaken = voortschrijdend gemiddelde op één
decimaal) van de resultaten tot en met die periode.
■ Het eindcijfer (bij het derde rapport) voor een vak is het gewogen1 gemiddelde van alle
cijfers van het hele schooljaar; op één decimaal.
1)
In de loop van het schooljaar wordt op allerlei manieren getoetst: proefwerken, (schriftelijke)
overhoringen, werkstukken, presentaties etc. De cijfers die voor deze toetsen behaald worden, wegen
niet allemaal even zwaar bij het berekenen van rapportcijfers. In TH, HA, TL, H en A telt een
proefwerk in het algemeen drie keer zo zwaar mee als een schriftelijke overhoring. In de TalentStroom
klassen (BBK, KGT) telt een proefwerk in het algemeen twee keer zo zwaar als een schriftelijke
overhoring.
Overgangsreglement leerjaar 1 en 2
Klassen onderbouw (klas 1 en 2) op het Meander College:
Klas 1  TH1, HA1 en A1
Klas 2  BBK2, KGT2, TL2, H2 en A2
Algemeen
■ De overgangsnormen zijn bindend.
■ Valt een leerling in de bespreekzone, dan beslist de docentenvergadering; deze
beslissing is bindend. Zij baseert haar beslissing, behalve op de behaalde resultaten, ook
op kenmerken als inzet, motivatie, inzicht, vaardigheden, concentratie en zelfstandigheid.
■ De docentenvergadering kan, alleen in geval van zeer bijzondere omstandigheden, van
de normen afwijken.
■ Een leerling kan niet doubleren in leerjaar 1 en 2.
■ Bij het opstromen wordt o.a. gekeken naar een aantal theorievakken.
Deze theorievakken zijn per klas:
Klas 1  Nederlands, Engels, Frans, aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde,
mens & natuur, natuur & techniek
Klas 2  Nederlands, Engels, Duits, Frans, aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde,
mens & natuur, natuur & techniek (BBK2 geen Duits + Frans, KGT2 geen Frans)
■ Onder opstromen wordt verstaan: de overstap naar een naastliggend hogere afdeling*¹.
■ Een leerling kan bij het behalen van de norm opstromen (zie opstromen). De ouder(s) en
leerling zijn vrij een positief opstroomadvies wel of niet over te nemen.
■ De beslissing van de docentenvergadering bij afstroom is bindend (zie afstromen).
■ Tussentijds opstromen / afstromen kan alleen bij het eerste rapport op advies van de
docentenvergadering en indien er plaats is in de naastliggende hogere / lagere afdeling.
■ Bij tussentijds opstromen / afstromen gelden de cijfers van de eerste periode niet mee
voor het overgangsrapport.
Overgangscriteria
1 Maximaal 2.0 tekorten op het eindrapport.
2 Een algemeen gemiddeld jaarcijfer van minimaal 6.0 over alle vakken
(behalve bo en de podiumvakken*²) op het eindrapport.
3 De projecten (projectdagen, plusweken) en de eventuele podiumvakken*²
moeten elk voldoende zijn afgesloten.
*¹) Dit betekent bijvoorbeeld in TH1 dat een leerling regulier overgaat naar TL2 en bij opstromen naar
H2 mag. Of in HA1 gaat een leerling regulier over naar H2 en kan bij opstromen naar A2.
*²) Het cijfer voor Podium Muziek komt bij muziek te staan.
Toelichting:
■ Als een leerling voldoet aan bovenstaande overgangscriteria, wordt hij automatisch
bevorderd zonder bespreking in de overgangsrapportvergadering.
■ Als een leerling niet voldoet aan één of meer criteria, wordt hij besproken.
Er zijn dan 3 mogelijkheden:
- de leerling gaat alsnog over (met als maximum: 4.0 tekorten);
bij 4.1 of meer tekorten moet de leerling afstromen);
- de leerling stroomt af;
- de leerling doubleert (alleen in zeer bijzondere gevallen).
■ Het aantal tekorten wordt bepaald met het jaarcijfer 6.0 als uitgangspunt.
Voorbeeld: 5.9 is 0.1 lager dan 6.0 dus 0.1 tekort; 5.8 is 0.2 tekort, enz.
Totaal tekort is de som van alle tekorten over alle vakken m.u.v. bo en de podiumvakken.*²
■ Voor de berekening van het aantal tekorten en de vaststelling van het algemeen
gemiddelde tellen de eindcijfers van alle vakken (behalve bo en de podiumvakken*²) mee.
*²) Het cijfer voor Podium Muziek komt bij muziek te staan.
Opstromen
Onder opstromen wordt verstaan: de overstap naar een naastliggend hogere afdeling.
■ De leerling komt aan het eind van klas 1 in aanmerking voor opstromen met een
gemiddelde van minimaal 8.00 over de acht theorievakken*³ en mits de leerling regulier is
bevorderd. Met een gemiddelde van 7.50 tot 8.00 over de acht theorievakken*³ is de leerling
bespreekgeval om op te stromen.
■ De leerling komt aan het eind van klas 2 in aanmerking voor opstromen met een
gemiddelde van minimaal 8.50 over de theorievakken*³ en mits de leerling regulier is
bevorderd. Met een gemiddelde van 8.00 tot 8.50 over de theorievakken*³ is de leerling
bespreekgeval om op te stromen.
Afstromen
Onder afstromen wordt verstaan: de overstap naar een naastliggend lagere afdeling.
■ Bij 4.1 of meer tekorten is sprake van afstroom.
*³) Zie kopje ‘Algemeen’ voor de meetellende theorievakken in klas 1 en klas 2.