Aan de werkgeversdelegatie van de CBM inzake caoonderhandelingen. Datum Uw Kenmerk 17 oktober 2014 Ons Kenmerk Dossiernummer sectorM&H\ \bof\ Betreft / Onderwerp E-mail voorstellen vernieuwing cao 2015 [email protected] Meubmeubileringsbedrijven Geachte werkgevers, Hierbij ontvangt u een overzicht van de voorstellen die wij namens de leden van FNV Bouw inbrengen voor het vernieuwen van de cao voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Inleiding De afgelopen jaren heeft de economische crisis een zware wissel getrokken op de ontwikkelingen in de meubelindustrie en interieurbouw. De krimp in werkgelegenheid als gevolg van faillissementen en reorganisaties heeft geleid tot een scherpe daling in werkgelegenheid. Als vakbond hebben wij met begrip voor de moeilijke situatie voor werkgevers ingestemd met uiterst beperkte verhogingen in de belonings- en vergoedingensfeer. Voor de werkenden in de sector heeft dit door het achterblijven van de loonontwikkeling ten opzichte van de prijsindex over de afgelopen jaren geleid tot een koopkrachtdaling van 7,5%. Daarnaast zijn in de bedrijven versoberingen doorgevoerd waarbij met regelmaat, vaak onder druk van de werkgever, offers zijn geaccepteerd in de individuele beloningssfeer. Ook is er sprake van niet naleving van cao-afspraken zoals het inleveren van (rooster)vrije dagen, niet uitbetalen van toeslagen, reistijd en overwerk. Wij vinden dergelijke ontwikkelingen ongewenst en schadelijk voor de branche omdat dit leidt tot oneerlijke concurrentie en een neerwaartse druk op prijzen en rendementen. Onze voorstellen zijn dan ook gebaseerd op herstel van koopkracht, naleving van cao-afspraken, werkzekerheid en duurzame inzetbaarheid. De afspraken die in het centraal akkoord van 2012 zijn vastgelegd door sociale partners en overheid op het gebied van Wet werk en zekerheid en participatie kan in een technisch overleg afgehandeld worden. Het gaat daarbij niet om vernieuwing van de cao maar om het vastleggen van de wijze waarop er uitvoering zal worden gegeven aan de gemaakte afspraken. Regiokantoor Oost Postbus 68, 7400 AB Deventer Telefoon +31 (0)88 575 7650 Internet fnvbouw.nl Gotlandstraat 2b, Deventer Fax IBAN NL22RABO0136504655 +31 (0)88 575 7652 Datum Kenmerk Pagina’s 17 oktober 2014 sectorM&H\ \bof\ 2 van 5 Ons streven is om met deze voorstellen te komen tot een cao waarin arbeidsvoorwaarden die passen bij “Gewoon goed werk” worden vastgelegd die een bijdrage leveren aan een gezonde en toekomstgerichte branche. Wij hopen onderstaande voorstellen in een open en constructieve sfeer met u te bespreken tijdens de geplande bijeenkomsten. 1. Looptijd Wij stellen voor de cao aan te gaan voor een looptijd van 1 jaar zodat deze eindigt op 1 januari 2016. In verband met het mogelijk samengaan van cao Orgelbouw en cao Tentoonstellingsbouw met cao Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven wordt gestreefd naar samenloop van de looptijden. 2. Loon Wij stellen voor een verhoging van gemiddeld 3 procent toe te passen op alle loonschalen uit de cao en de werkelijk betaalde lonen per 1 januari 2015. De invulling hiervan kan in de vorm van een vast bedrag gecombineerd met een percentage in nader overleg. Als basis gaan wij daarbij uit van een inkomensverbetering van € 900 per jaar per werknemer met een volledig dienstverband. Wij stellen tevens voor de leden 2 en 3 van artikel 13 te schrappen omdat die naar onze mening een onrechtvaardig en voor ons onverdedigbaar onderscheid maken in inkomstenontwikkeling naar inkomstenniveau. Wij stellen voor in het kader van gelijk loon voor gelijk werk dat loonschalen in plaats van op basis van leeftijd op basis van ervaringsstappen worden aangepast. Voor functiegroep A volstaat één ervaringsjaar en dat neemt per functiegroep steeds met een jaar toe. lid 7 van artikel 13 laten vervallen lid 9 van artikel 13 het onderscheid in functieniveau laten vervallen artikel 14 laten vervallen 3. Naleving en werkingssfeer In de praktijk blijkt regelmatig dat werkgevers, al dan niet lid van CBM, onderdelen van de cao niet (geheel) nakomen. Ook opereren er bedrijven in de sector die wel onder de werkingssfeer vallen maar geen of en onjuiste cao hanteren. Dit leidt tot prijsbederf door oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden. In de cao willen wij duidelijke afspraken maken over de wijze waarop naleving en werkingssfeer bij gesignaleerde afwijkingen worden onderzocht en hersteld. Een goed voorbeeld hierbij is de naleving in de cao voor de Bouwnijverheid. 4. Loongebouw Vernieuwing van de cao op dit punt is al vele jaren onderwerp van gesprek maar zonder resultaat. Bedrijven komen daardoor in steeds grotere problemen. Grote verschillen in beloning voor hetzelfde werk leiden tot concurrentievoordeel voor bedrijven die de minimumloonschalen hanteren. In bedrijven die nieuw personeel aannemen op basis van de minimum loonschalen terwijl werknemers die al langer in dienst zijn veel meer verdienen ontstaat frictie door te grote verschillen in beloning voor hetzelfde werk. Werkgever en werknemers hebben in hun afzonderlijke onderzoeken geconcludeerd dat er een steeds groter verschil tussen de minimum cao-schalen en de werkelijk betaalde lonen bestaat. Daardoor verliest de cao op dat terrein zijn normgevend karakter. Hierdoor ontstaat ongelijkheid in de branche en ongewenste ruimte voor valse concurrentie op het terrein van de arbeidsvoorwaarden. Wij stellen voor de minimum loonschalen in twee jaar tijd te verhogen naar 90 % van de modale werkelijk betaalde lonen per functiegroep op basis van onafhankelijk onderzoek. Datum Kenmerk Pagina’s 17 oktober 2014 sectorM&H\ \bof\ 3 van 5 5. Werkzekerheid en flex Werkzekerheid is een belangrijke factor die bijdraagt aan welzijn, hogere productiviteit, betrokkenheid bij verbetering van bedrijfsprocessen en kwaliteit. Voor behoud van werkzekerheid en vakmanschap in de sector is het van belang om optimaal gebruik te maken van de binnen de cao reeds ruim aanwezige flex-mogelijkheden. Daarbij behoren duidelijke kaders waarbij wij voorstellen dat in artikel 22 lid 6c in plaats van redelijke termijn de periode van drie maanden wordt opgenomen. Indien er na drie maanden geen rooster is opgesteld voor het wegwerken van het aantal plus-uren ontstaat voor de werknemer het recht deze als overwerk uit te laten betalen. Min-uren vervallen na een jaar. Om ongewenste samenloop van artikel 22 lid 5 en 6 ( verlengen van de arbeidsduur tot max 10 uur, 2 uur bovenop ) te voorkomen stellen wij voor dat er bij lid 6a wordt toegevoegd dat ook bij toepassing van de werkweek van 4 x 9,5 uur geldt dat er maximaal 2 dagen een arbeidsduur van 10 uur is toegestaan. In artikel 22 lid 6b stellen wij voor de laatste zin te vervangen door de volgende tekst: De werkgever maak minimaal twee weken voor het ingaan van de afwijkende werkweken de roosters bekend en tevens de datum waarop de normale werkweek weer in zal gaan. De inzet van uitzendkrachten is geregeld in artikel 13 lid 9, dit dient te worden aangepast zodat het voor alle functiegroepen geldt. Voor de inzet van ZZP-ers willen wij een minimumtarief in de cao opnemen waarin is opgenomen dat arbeidsongeschiktheid is verzekerd en dat het tarief overeenkomt met de loonkosten van de bij de uit te voeren werkzaamheden behorende functie in de cao. 6. Duurzame inzetbaarheid Voortdurende en snelle technische ontwikkeling in combinatie met een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd vergen aanpassing van vaardigheden en competenties van werknemers en werkgevers. Via het expertisecentrum voor de meubelindustrie worden onder aansturing van het sociaal fonds ondersteuning geboden bij die ontwikkelingen. Het is nodig om voor bijscholing en loopbaanontwikkeling in de sector goede opleidingsplannen te maken op basis van een heldere toekomstvisie en die ook uit te voeren. Bedrijven dienen daarvoor een opleidingsbudget te reserveren. Om de eigen verantwoordelijkheid van werknemers te stimuleren stellen wij voor per werknemer een individueel recht op te bouwen van € 250,- per jaar vanaf 1 januari 2015 met een maximum van € 1250 voor studie gericht op eigen loopbaanmogelijkheden. 7. Vergoedingen De mogelijkheden die de werkkostenregeling biedt dienen zo veel mogelijk te worden benut. Dit betekent dat bijvoorbeeld verstrekken van gereedschap en werkkleding in plaats van het betalen van een vergoeding extra ruimte kan bieden. Indien toch wordt gekozen voor het betalen van vergoedingen dan is het van belang dat deze de prijsontwikkelingen volgen. Wij stellen daarom voor om de vergoedingen die in de cao worden benoemd jaarlijks te indexeren. Bij artikel 20 lid 3 de onkostenvergoedingen eenduidig maken op basis van overnachten alleen op kamer. Maaltijden en verteringen op basis van declaraties tot maximaal € 30, jaarlijks te indexeren. Datum Kenmerk Pagina’s 17 oktober 2014 sectorM&H\ \bof\ 4 van 5 Daarnaast een ongemakkentoeslag van € 30 per nacht. Indien werkzaamheden op locatie met heen en terugreis meer dan 12 uur vergen dan bestaat recht op maaltijdvergoeding op declaratiebasis van max € 25, jaarlijks te indexeren. 8. Werkkostenregeling De bestaande fiscale faciliteit voor het verrekenen van de vakbondscontributie komt per 1 januari 2015 te vervallen bij het ingaan van de werkkostenregeling. In de cao willen wij afspreken dat de werkgever vanuit de ruimte die de werkkostenregeling daarvoor biedt een netto tegemoetkoming voor vakbondsleden van € 100 betaalt bij het loon in november, onder overlegging van een verklaring van lidmaatschap van een van de betrokken bonden. Wij willen in de cao opnemen dat leden van ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging het recht krijgen op volledige vergoeding vakbondscontributie van de vakbond van hun keuze. 9. Functiegebouw actualiseren. De functie-indeling zoals in bijlage 1 opgenomen in de cao sinds 1978 is sterk verouderd. Wij stellen voor dat de eerder gemaakte protocolafspraak over het functiegebouw gedurende de looptijd van deze cao door onafhankelijke deskundigen vorm wordt gegeven. Op basis van een gedegen onderzoek naar de thans voorkomende functies wordt met daarbij behorende functiebeschrijvingen en functiewaarderingssysteem wordt een nieuw loongebouw ontwikkeld. Doorlopende leer- en ontwikkellijnen zijn herkenbaar in het nieuwe functie- en loongebouw. Hierbij kan mogelijk gebruik worden gemaakt van door bedrijven uit de sector ontwikkelde en ingevoerde functie- en loongebouwen. Daarbij zullen de cao-schalen als minimum worden gehanteerd. 10. Vakbondsactiviteiten De beperkingen in de inleiding van artikel 35 betekenen een beperking van de vakbondsvrijheid en dient wat ons betreft geheel vervallen. Bij goed werkgeverschap hoort het geven van ruimte aan leden van de bij deze cao betrokken bonden binnen de aangegeven kaders. Wij stellen voor om vakbondsleden die als bedrijfscontactpersoon (vakbondscontactpersoon) optreden dezelfde rechtspositie te geven als OR- en PVT-leden. Dit kan worden vastgelegd door herformulering van artikel 35 lid g. 11. Overleg in verband met de werkgelegenheid Ter vervanging van protocol 1 stellen wij de volgende uitbreiding van artikel 37 voor: Lid 3: Werkgever stelt de werknemersorganisaties vroegtijdig op de hoogte van voorgenomen reorganisaties, herstructureringen, samenwerkingsconstructies, outsourcing en andere ontwikkelingen in het bedrijf waarbij werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden aan de orde zijn. Indien de werknemersvereniging(en) dit wensen worden dergelijke ontwikkeling mondeling toegelicht en wordt gelegenheid geboden hierover in gesprek te gaan met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. 12. MVO Wij stellen voor In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen bij aanbestedingstrajecten grote (overheids)opdrachtgevers gezamenlijk als sociale partners aan te spreken op toepassen van cao en gelijke eisen aan zzp-ers waarbij schijnconstructies worden voorkomen. En waar mogelijk in kader van social return het inzetten van BBL leerlingen en werklozen in de eigen regio via SSWM op laten nemen in aanbestedingseisen. Het afsluiten van convenanten is hiervoor en bruikbare vorm. Als Datum Kenmerk Pagina’s 17 oktober 2014 sectorM&H\ \bof\ 5 van 5 voorbeeld kan hierbij het convenant dat werkgevers en werknemersorganisaties uit de bouwwereld hebben afgesloten met gemeente Rotterdam dienen. 13. Redactioneel Indien wij een nieuwe cao overeenkomen dan willen wij in goed overleg de bestaande teksten op een aantal punten verbeteren en verduidelijken om de leesbaarheid te vergroten. Ook de naamgeving van de cao kan wellicht herkenbaarder door bijvoorbeeld meubileringsbedrijven te wijzigen in interieurbouwers. Wij stellen voor de loontabellen aan te passen naar maandloon of daarmee uit te breiden omdat het de meest gebruikelijke loonbetalingsperiode is. Artikel 28 lid 1; 5 mei in lustrumjaren toevoegen aan de feestdagen en niet meer onder collectieve snipperdagen. En is de 5e mei in de andere jaren in de praktijk een collectieve vrije dag of kan dit beter gewijzigd worden in een recht voor werknemers op een vrije dag? Artikel 29 lid 4d dient als zijnde nietig te vervallen. Voorbehoud Onder voorbehoud van alle rechten en met de mogelijkheid dat wij tijdens de onderhandelingen nog een aantal meer redactionele voorstellen indienen en toelichten. Met vriendelijke groet, Fedde Boonstra Bestuurder Meubel en Hout
© Copyright 2024 ExpyDoc