Titel 01 Algemene Organisatie van de Wielersport:

Met ingang van 1 januari 2012 is het dragen van de verplichte clubkleding aangescherpt hetgeen dus
ook van toepassing is voor het Fietscross (BMX) (zie ook artikel N 1.3.080.01). Het dragen van
officieel geregistreerde club- of teamkleding geldt voor alle Nationale- en Internationale wedstrijden
tenzij via UEC of UCI regelgeving anders is aangegeven.
Uitgezonderd, van het verplicht dragen van clubkleding tijdens het Fietscrossen (BMX), zijn renners
die deel uitmaken van een UCI BMX Team, Pro-tour, Pro-Continental, Continental, LST of Landelijk
Team Fietscross (LTFX).
Opmerking: opname in een Landelijk Fietscross Team is mogelijk vanaf 1 januari in het kalenderjaar
dat een sporter minimaal 13 jaar is of wordt.
Daarnaast kunnen uitsluitend Amateurs- (M/V) en Sportklasse(M) licentiehouders met hun vereniging
overeenkomen om in eigen kleding of kleding van een individuele sponsor te rijden volgens de
voorwaarden zoals in het reglement vervat. Concreet betekent dit dat de reclame niet in strijd met
de wet etc. mag zijn. Zie verder de artikelen 1.2.030 bis (UCI), N 1.3.047.01 & N 1.3.080.08.
Titel 01 Algemene Organisatie van de Wielersport:
N Club(combinatie)sponsoring
1.3.080.01 Met inachtneming van artikel 1.2.030 bis (ongeoorloofde reclame) mag een wielerclub
gesponsord worden door meerdere sponsors voor alle categorieën. Met uitzondering van de leden die
uitkomen in een LST selectie of een door de UCI geregistreerde ploeg, zijn alle licentiehouders m.u.v.
kader licenties verplicht de geregistreerde (sponsor)kleding van de wielerclub te dragen tijdens alle
officiële wedstrijden. Enige uitzondering hierop geldt voor de categorieën Amateurs en Masters. Zie
hiervoor artikel 1.3.080.02.
In alle gevallen dient per club minimaal een gehele categorie te worden gesponsord en niet een
selectie van een aantal renners uit een bepaalde categorie. Voor dezelfde categorie mogen per
discipline (weg, baan veld, MTB, fietscross, etc.) verschillende sponsors op de kleding worden
aangebracht. Het model en kleuren van de (geregistreerde) clubtrui dient echter voor alle categorieën
en disciplines gelijk te zijn.
De controle op de verplichting tot het dragen van clubkleding berust in eerste instantie bij het
desbetreffende clubbestuur welke binnen de regels van hun vereniging een sanctie dienen op te
nemen. Vervolgens kan door de dienstdoende jury in tweede instantie controle worden uitgevoerd en
een sanctie worden opgelegd conform Titel XIIN.
Zie voor sponsoring van clubcombinatieselecties artikel 1.3.047.01.
N Clubsponsoring Sportklasse(M) & Amateurs (M/V).
1.3.080.02 Met inachtneming van artikel 1.2.030 bis (ongeoorloofde reclame) is voor Sportklasse (M)
en Amateurs (M/V) de clubsponsoring volledig vrijgelaten. Met uitzondering van het hierna volgende is
de verplichting tot het dragen van de verstrekte clubkleding in beginsel door voornoemde categorieën
wel verplicht.
Het clubbestuur kan hier regels voor uitvaardigen en besluiten de verplichting tot het dragen tijdens
officiële wedstrijden te laten vervallen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid tot individuele sponsoring
met inachtneming van artikel 1.2.030 bis (ongeoorloofde reclame) voor uitsluitend Sportklasse (M) en
Amateurs (M/V).
Voor alle overige voorwaarden wordt verwezen naar artikel N 1.3.080.01 .
De controle op de verplichting tot het dragen van clubkleding berust in eerste instantie bij het
desbetreffende clubbestuur welke binnen de regels van hun vereniging een sanctie dienen op te
nemen. Vervolgens kan door de dienstdoende jury in tweede instantie controle worden uitgevoerd en
een sanctie worden opgelegd conform Titel XIIN.
N 1.3.080.03 Met inachtneming van artikel 1.2.030 bis (ongeoorloofde reclame) kan de club hun
leden/licentiehouders voorzien in kleding welke is voorzien van de overeengekomen reclame-uitingen
van de sponsors. De wijze van voorziening zoals aantallen, eigen bijdrage, etc. is ter beoordeling van
het desbetreffende clubbestuur.
Bron: Titel 01 Algemene Organisatie van de Wielersport
Renners/rensters die op grond van persoonlijke bezwaren geen reclame willen voeren, dienen
daarover overeenstemming te bereiken met hun club. Het is de verantwoordelijkheid van een
clubbestuur te bepalen welke renners/rensters van een gesponsorde categorie in aanmerking komen
voor extra sponsoring.
Met deze, voor extra sponsoring in aanmerking komende, renners/rensters dienen de afspraken
dienaangaande te worden vastgelegd middels een daartoe door de KNWU te verstrekken
standaardverklaring.
De controle op de verplichting tot het dragen van clubkleding berust in eerste instantie bij het
desbetreffende clubbestuur welke binnen de regels van hun vereniging een sanctie dienen op te
nemen. Vervolgens kan door de dienstdoende jury in tweede instantie controle worden uitgevoerd en
een sanctie worden opgelegd conform Titel XIIN
N 1.3.080.04 Het is een clubsponsor niet toegestaan eisen te stellen aan het clubbestuur inzake de
aanwijzing of selectie voor deelname aan wedstrijden.
N Club(combinatie) sponsorerkenning
1.3.080.05 Voor het verkrijgen van erkenning van de club(combinatie)sponsor(s) en toestemming tot
het voeren van reclame op de uitrusting door de renners/rensters, dient de club(combinatie) aan de
volgende voorwaarden te voldoen:
a. inzending aan het KNWU-bureau van een aanvraag tot sponsorerkenning, waarop namen en
adressen van alle betrokken sponsors zijn vermeld en beschreven is welke reclametekst(en) op
de kleding worden gevoerd.
Bij de aanvraag dient een exemplaar van de overeenkomst tussen de sponsor(s) en de club te
worden gevoegd, waarin staat vermeld welke categorieën zullen worden gesponsord, welke
geldbedragen aan de sponsoring zijn verbonden en op welke tijdstippen de sponsorbedragen in
de clubkas zullen worden gestort;
b. toezending ter goedkeuring aan het KNWU-bureau van de, van reclame voorziene wedstrijdtrui.
De kleding zal na keuring aan de club worden geretourneerd; op de kleding van de
clubcombinatieselectie mogen uitsluitend de hoofdsponsors van de elite-mannen categorie van
de tot de combinatie behorende clubs voorkomen.
c. storting van het erkenning bedrag (waarvan de hoogte jaarlijks door het Congres wordt
vastgesteld) op de rekening van KNWU. Hierbij geldt dat voor elke aan te trekken hoofdsponsor
het erkenning geld dient te worden betaald. Voor het shirt (en broek) van de clubcombinatie hoeft
geen apart erkenning bedrag te worden betaald.
N 1.3.080.06 Onder geen voorwaarde mag aan wedstrijden worden deelgenomen in kleding met
reclame, zolang niet aan alle voorwaarden tot erkenning is voldaan en schriftelijk bericht van
erkenning van het KNWU-bureau is ontvangen.
N 1.3.080.07 Clubs die de naam van hun sponsor officieel aan de clubnaam wensen te koppelen,
kunnen daarvoor toestemming krijgen, mits:
- aan het Uniebureau een uittreksel wordt voorgelegd uit de notulen van hun algemene vergadering,
waaruit blijkt dat een daartoe strekkend bestuursvoorstel in meerderheid is aangenomen;
- (nieuwe) statuten worden gedeponeerd, waarin deze naamskoppeling officieel wordt geregistreerd
alsmede het bewijs van inschrijving in het verenigingenregister van de Kamer van Koophandel.
Naamskoppeling wordt beschouwd als een sponsorovereenkomst, waarbij club en sponsor
afspraken maken omtrent de voorwaarden over en weer en waarbij de officiële naam van een
rechtspersoon (géén product) gekoppeld wordt aan de clubnaam. Alle reglementen ter zake van
clubsponsoring blijven ook bij deze overeenkomst onverkort van kracht.
N Reclamevoering
1.3.080.08 De te voeren reclame voor alle (inter)nationale wedstrijden is gebonden aan het gestelde
in artikel 1.2.030 bis.
De te voeren reclame in alle wedstrijden op de nationale of regionale kalenders dient, naast het
gestelde in art. 1.2.030 bis en 1.3.046 t/m 1.3.072, ook te voldoen aan de volgende (inter)nationaal
vastgestelde regels:
a. niet toegestaan zijn: oranje truien en rood-wit-blauwe truien;
Bron: Titel 01 Algemene Organisatie van de Wielersport
b.
c.
d.
reclame uitingen mogen nimmer aanstootgevend of in strijd met de in Nederland geldende
normen en waarden zijn;
reclame uitingen mogen niet overwegend gelijk zijn aan een reeds eerder aangevraagde en
verleende erkenning voor een andere club of selectie; uitingen dienen in dat geval op zijn minst
qua kleurstelling te verschillen;
de in dit artikel bedoelde reclameteksten mogen uitsluitend van (een van) de erkende
club/LST/LDT-sponsor(s) of bij de UCI geregistreerde ploegen zijn, waarvoor de deelnemer
uitkomt; daarnaast is op elk kledingstuk het kenmerk of logo van de fabrikant eenmaal
toegestaan
Bron: Titel 01 Algemene Organisatie van de Wielersport