Analyse geeneiland: ontwikkelingsamenwerking België is geen eiland. Daarom stelde 11.11.11 een verkiezingsmemorandum samen, waarin we aan onze politici vragen om een internationale bril op te zetten en het lef te hebben om globale uitdagingen aan te pakken. Na onze publieksactie – herinner je de Vlaamse partijvoorzitters in een Hawaïhemd- en het geslaagde voorzittersdebat, zoomen we nu in op een paar beleidsthema’s die voor ons cruciaal zijn en waarover we concrete beleidsmaatregelen willen zien: voor, tijdens en na de verkiezingen van mei 2014. Hiervoor baseren we ons op een vragenlijst die we naar alle partijen stuurden, de beschikbare visie- en programmateksten en publieke uitspraken. Deze week: ontwikkelingshulp Besparingen, besparingen, besparingen 810 miljoen euro, zoveel werd tussen 2012 en 2014 bespaard op het budget van ontwikkelingssamenwerking. Hoewel het regeerakkoord een bevriezing van het budget had aangekondigd, werd er in realiteit met de hakbijl doorgegaan. “ 810 miljoen euro, zoveel werd tussen 2012 en 2014 bespaard op ontwikkelingssamenwerking Om een idee te geven: met 7 miljoen kan je de werking en het onderwijs van 50 Burundese scholen verbeteren en met 28 miljoen kan je 70.000 Marokkaanse plattelandsbewoners van drinkwater voorzien. Met 810 miljoen kan je dus wel wat doen. Ondanks alle besparingen zijn alle partijen het erover eens dat ontwikkelingshulp nog steeds nuttig is. Zelfs Open Vld, wiens voorzitster Gwendolyn Rutten onlangs zei dat ontwikkelingssamenwerking geen resultaten boekt en dat vrijhandel een betere oplossing is, is die mening toegedaan. Tijdens het Geeneiland-debat van 11.11.11 nuanceerde Annemie Turtelboom immers de uitspraak van haar voorzitster: “Ik zeg niet dat ontwikkelingshulp niet productief is of dat ontwikkelingshulp moet vervangen worden door vrijhandel. Ontwikkelingshulp boekt zeker resultaten”. Internationale afspraak Bestaan er dan geen afspraken over hoeveel geld een overheid moet besteden aan ontwikkelingshulp? Toch wel. Op internationaal niveau werd in de jaren ’70 afgesproken dat rijke landen 0,7 % van hun bruto nationaal inkomen (BNI) aan ontwikkelingshulp zouden besteden. Sindsdien is deze afspraak herhaaldelijk herbevestigd op verschillende niveaus. In 2005 kwamen de landen van de Europese Unie overeen om de doelstelling tegen 2015 te halen. Op Belgisch niveau werd de 0,7 %-doelstelling in 2013, ondanks alle besparingen, opgenomen in de nieuwe wet op de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Om dat engagement na te komen zou België vanaf 2014 jaarlijks ruim 2,6 miljard moet uitgeven aan officiële ontwikkelingshulp, ongeveer 860 miljoen meer dan nu het geval is. Realiteit Vorig jaar gaf België echter maar 0,45% van zijn BNI aan ontwikkelingshulp, zo blijkt uit cijfers die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) eerder deze week publiceerde. Dat is de laagste besteding sinds 2007. België haalde de 0,7%-doelstelling overigens nog nooit. Onmogelijk is het echter niet: landen als Zweden, Noorwegen, Denemarken en Luxemburg besteden allemaal al jaren meer dan 0,7% van hun BNI aan ontwikkelingshulp. Groot-Brittannië besteedde vorig jaar 0,72% van zijn BNI aan ontwikkelingshulp en is daarmee het eerste grote land dat zijn belofte waarmaakt. Het is een bewijs dat het niet onmogelijk is om vooruitgang te boeken in tijden van economische crisis. De politieke wil ontbreekt blijkbaar in België om de internationale afspraak te verzilveren. De Vlaamse partijen Wat zeggen de politieke partijen nu naar aanleiding van de verkiezingen? De meeste Vlaamse partijen houden vast aan de 0,7%-doelstelling. Enkel Open Vld wil hier een debat over. Wel zijn er inhoudelijke verschillen tussen de partijen. Zo wil N-VA alle ontwikkelingssamenwerking regionaliseren, en ziet ze geen rol meer weggelegd voor het federale niveau. “ de partijen lijken collectief te vergeten dat de 0,7 % sinds 2013 wettelijk verankerd is De partijen zijn het niet eens over wanneer de 0,7%-doelstelling behaald moet worden. Daarmee lijken ze collectief te vergeten dat de doelstelling sinds 2013 wettelijk verankerd is en dat op Europees niveau een deadline werd afgesproken. CD&V en N-VA stellen geen deadline op. Voor hen hangt alles af van de budgettaire ruimte. Zolang er bespaard moet worden, moet voor hen de 0,7%-doelstelling niet gehaald worden. Groen, sp.a en PVDA+ stellen wel een deadline voorop. Groen en sp.a willen de 0,7%-doelstelling halen tegen het einde van de legislatuur, PVDA+ al vanaf 2015. Weg met de “hulpvervuiling” Groen en sp.a willen ontwikkelingshulp bovendien ook “zuiveren” van een aantal uitgaven die geen directe structurele bijdrage leveren aan ontwikkeling. Ze hebben het dan onder meer over schuldkwijtscheldingen. 11.11.11 klaagt al langer de vervuiling van het concept “officiële ontwikkelingshulp” aan, waarvan de definitie beheerd wordt door het ontwikkelingshulp-comité van de OESO. Een aantal uitgaven die volgens de huidige definitie als officiële hulp mogen beschouwd worden leveren echter helemaal geen positieve bijdrage tot de ontwikkeling van het Zuiden, en kunnen daarom bezwaarlijk hulp worden genoemd. Zo mogen donoren van de OESO de kosten voor de opvang van asielzoekers op hun eigen territorium in de ontwikkelingscijfers opnemen. Ook is het momenteel mogelijk om kwijtscheldingen van oude commerciële schulden – die op de markt amper nog iets waard zijn – voor hun volle nominale waarde mee te tellen. Daarnaast laat de huidige hulp-definitie toe om voordelige leningen te verstrekken aan ontwikkelingslanden, waarop de donor winst maakt. Hoewel dergelijke leningen wel het potentieel hebben om bij te dragen tot ontwikkeling, is het onlogisch om ze als “hulp” te categoriseren, omdat ze geen inspanning inhouden van de donor. Vandaag de dag wordt binnen het ontwikkelingshulp-comité van de OESO een debat gevoerd over de modernisering van de hulp-definitie. Als het aan sommige donoren ligt, wordt de definitie voor hulp nog verder verbreed met nieuwe financieringsinstrumenten, en worden de voorwaarden voor voordelige leningen nog verder verzwakt. Het gevolg zou een nog meer opgeblazen ontwikkelingshulp zijn, waarbij de donoren formeel meer hulp geven, maar waarbij de werkelijke inspanningen jaar na jaar afnemen. Tijd voor ambitie? 11.11.11 is tevreden dat de partijen ontwikkelingssamenwerking nog steeds nodig vinden, maar vraagt meer ambitie. In plaats van het behalen van de 0,7%-doelstelling nogmaals uit te stellen, moet er vandaag werk van worden gemaakt. De crisis kan geen excuus zijn om de 0,7%-doelstelling nogmaals in de ijskast te zetten, het gaat immers om een verhouding van onze welvaart. Toch is ontwikkelingssamenwerking alleen niet voldoende om wereldwijde duurzame ontwikkeling te realiseren. Beleidsbeslissingen in diverse domeinen zoals handel, klimaat en landbouw hebben dikwijls een grote invloed op ontwikkeling in het zouden. Daarom is het belangrijk dat een coherent beleid voor ontwikkeling gevoerd wordt. “ Ontwikkelingshulp blijft echter een ontzettend belangrijk instrument om de zwakkeren in onze 3 op 5 belgen vindt het belangrijk wereld te steunen. Het is de enige financiële stroom het leven van mensen in het naar het zuiden die specifiek bedoeld is om bij te dragen aan “publieke goederen”, zoals onderwijs zuiden te verbeteren of gezondheidszorg voor iedereen. Vandaag leven nog steeds 1,3 miljard mensen in extreme armoede. 840 miljoen mensen leiden honger, terwijl er genoeg voedsel is voor iedereen. 780 miljoen mensen hebben geen toegang tot drinkbaar water. Er is dus nog veel werk aan de winkel. Aan de toekomstige regering vraagt 11.11.11 om binnen het ontwikkelingshulp-comité te streven naar een definitie van hulp die de inspanningen van donoren ten voordele van het Zuiden beter weerspiegelt. Aan de vervuiling van hulp moet een einde gemaakt worden. Ook de publieke opinie blijft achter ontwikkelingshulp staan. Volgens een recent onderzoek van de KULeuven vindt ruim drie op de vijf Belgen het belangrijk om de levensstandaard van mensen uit het Zuiden te verbeteren.
© Copyright 2024 ExpyDoc