Twinkelen Begeleiders in de VG-sector van Siza over hun succesverhaal september 2014 Twijfelen COLOFON Twijfelen & Twinkelen inhoud Een inspirerende uitgave voor medewerkers Redactie Creatieve aanpak 3 Siza Marketing & Communicatie Postbus 532, 6800 AM Arnhem (026) 37 79 144 Zijn dromen bedrog? 4 Tekst Jelleke Bouma Een probleem is ook een kans 5 Fotografie Foto’s medewerkers Ontwerp en Layout Kansen kun je zien, loslaten is moeilijk 6 Beeldende Zaken, Wolvega Heidi Wolters (lid BNO) http:www.beeldendezaken.nl Zeggenschap... ik douche me nooit! 7 Drukwerk Coers & Roest in Arnhem Wat doet een vrijheidsbeperking met jou? 8 Klein kijken is een kracht 9 Houdt communiceren op wanneer je moeilijk verstaanbaar bent? 10 Zinvolle dagbesteding 11 Mail je eigen succesverhaal 12 inleiding creatieve aanpak ‘Resie, ik heb een baantje bij een school. Daar kan ik nu de juf en meester helpen met papier versnipperen en kopiëren. Eerst deed ik deze taken op het activiteitencentrum. Dat vind ik minder leuk, omdat ik daar alle bewoners tegen kom met wie ik ook al samen in hetzelfde huis woon, eet en koffie drink.’ Het was zomaar een verhaal van een bewoner. Hij vertelde dat activiteitenbegeleiders goed naar hem hadden geluisterd en met hem samen hadden gezocht naar andere mogelijkheden in de buurt. En dat is gelukt. Het is een feit dat als je met mensen met een verstandelijke beperking werkt, je situaties tegenkomt die om een creatieve aanpak vragen. In de begeleiding of behandeling van een cliënt of de samenwerking met zijn of haar netwerk loopt het niet altijd zoals je zou willen. Een lastige casus kun je in jouw team bespreken, maar vergeet je collega’s van andere teams en behandelaren niet! Samen hebben we veel kennis en ervaring. Twinkelen ontstaat als de kwaliteit van bestaan voor de cliënt is verbeterd. Als er meer deelname is aan de maatschappij, meer fysieke vrijheid, meer de mogelijkheid om zelf regie te voeren over het leven. Twinkelen begint als de kwaliteit van bestaan voor de cliënt is verbeterd. Binnen Siza gebeuren mooie dingen. Er zijn volop verhalen van begeleiders die eerst twijfelden en nu twinkelen! Ze twijfelden omdat ze bang waren om fouten te maken. Wat als je een keuze maakt en je kunt niet meer terug? Maar wat als je de situatie waarin de cliënt zich bevindt niet wenselijk vindt en dit indruist tegen je eigen gevoel, je eigen normen en waarden? In dit magazine acht verhalen van begeleiders die hun ‘twinkelmoment’ vertellen. Zij delen de kennis die ze hebben opgedaan in de dagelijkse praktijk, in direct contact met de cliënt en zijn of haar verwanten. Tot nu toe werden dergelijke successen nog nauwelijks gedeeld of zelfs gevierd. Daar willen we verandering in brengen! Zodat je met nieuwe contacten, kennis, inspiratie én trots weer terugkomt bij de cliënt. Veel leesplezier! Resie Rutten Productspecialist EMVG-IB 3 ZIJN DROMEN BEDROG? Zijn dromen bedrog? Voor drie cliënten niet… Op de IB-groep waar zij woonden, droomden de drie vrienden van het delen van een eigen woning. Nu wonen zij samen, begeleid-zelfstandig! Koos, Ronnie en Shonach zitten samen aan tafel in hun woning. Ze wonen sinds een klein jaar met z’n drieën samen in een woning, begeleid zelfstandig noemen ze het. Hun grote droom is daarmee uitgekomen en ze hebben het ontzettend naar hun zin op hun eigen plekje. ‘Ik hoef me niet meer continu te verantwoorden, maar kan mijn eigen gang gaan’, zegt Shonach. Koos vindt het vooral fijn dat hij zelfstandiger is én mensen om zich heen heeft die hem begrijpen: “Ik kan hier praten op mijn eigen niveau”. Met de verhuizing naar hun ´eigen´ woning, is een droom van de drie in vervulling gegaan. Ronnie en Shonach woonden in hetzelfde huis en Koos op de Ruitenkoning. ‘ze gaven zelf aan dat ze behoefte hadden aan kortere lijnen’ Koos en Ronnie zijn al jaren goede vrienden. Alle drie wilden ze meer zelfstandigheid ervaren, hun vleugels uitslaan, maar verder dan de ideeën daarover kwam het niet. Wat ze wilden wisten ze goed: samen wonen in die mooie leegstaande woning op ´s Koonings Jaght. In een bewonersoverleg met hun teamleidster en persoonlijk begeleiders mochten ze gaan dromen over hoe ze wilden wonen en met wie. “We willen met zijn drieën en er moet personeel komen”, wisten ze meteen. “En we moeten huisregels opstellen. Er mag bijvoorbeeld niet worden gescholden.” Zowel de mannen als de begeleiders vonden dat de droom werkelijkheid moest worden en er werd een brief geschreven aan de manager van het terrein. Na een gesprek met de manager krijgen ze groen licht: de vrienden mogen hun droom verwezenlijken. Iedereen springt een gat in de lucht van blijdschap! Regiebegeleider Cindy Tebes verhuist op verzoek van het drietal mee. Ze mogen ook een voorkeur aangeven wie ze verder als begeleiders willen hebben. “Dat betekende voor het team wel wat”, geeft Cindy aan. “Er waren meerdere collega’s die deze uitdaging wilden aangaan, maar de heren gaven aan sommigen liever niet in het zorgteam te hebben. Dat is confronterend en doet wel wat met je. We hebben daar onderling uitgebreid over gesproken en het is goed opgelost.” De drie vrienden wonen er nu bijna een jaar. Een jaar waarin ze enorm zijn gegroeid, maar ook ups en downs meemaakten. “Ze hebben gepiekt en gedaald”, zegt Cindy. Een van de dalen was toen bleek dat ze niet een klein zorgteam om zich heen kregen, maar een grote groep begeleiders. “Daarmee konden ze niet goed omgaan en ze gingen zich gek gedragen. Ze verloren zich in de grote hoeveelheid personeel en eisten negatieve aandacht op.” De directe begeleiders pikten deze signalen snel op en gingen met het drietal in gesprek. “Ze gaven zelf aan dat ze behoefte hadden aan kortere lijnen en die zijn er nu”, geeft Cindy aan. De begeleiders zien de mannen steeds meer groeien en zelfstandiger worden. Cindy: “Ze zitten lekkerder in hun vel. Niet alleen zij, maar ook wij hebben moeten zoeken naar onze nieuwe plek in dit geheel. Dat hebben we samen gedaan. Nu kunnen we echt bieden wat ze willen.” Shonach en Ronnie hebben de ambitie om door te groeien naar begeleid wonen op een buitenlocatie. Ze zitten nu nog goed op hun plek, maar Shonach is heel stellig: “Dit is niet de plek waar ik oud word.” 4 EEN PROBLEEM IS OOK EEN KANS! Binnen de zorg worden we geconfronteerd met het gegeven dat we het met minder middelen moeten doen. Tegelijkertijd is de visie veranderd, de cliënt moet zich zoveel mogelijk kunnen ontplooien en een bijdrage leveren aan de samenleving. Het is dinsdag. Soepdag op activiteitencentrum De Laar. Deelnemer Jan Beijer loopt trots met de soepkar rond, een wagentje waarop een Cup-a-soupcarrousel staat. Sinds 1 januari nemen alle deelnemers hun eigen lunch mee en één keer per week kunnen ze soep kopen. Jan deelt de bestelde zakjes soep uit. Als het even later lunchtijd is, worden de soepjes klaargemaakt, terwijl ook een variëteit aan vrolijk gekleurde broodtrommels op tafel komt. Iedereen heeft zijn eigen lunch meegenomen van huis. Voor de een is dat een lekkere krentenbol, een ander heeft twee boterhammen met kaas bij zich of wat fruit. Tot een klein jaar geleden werd er altijd gezamenlijk gegeten op De Laar. De begeleiding kocht, geholpen door de deelnemers, brood, beleg en drinken en dekte de tafel. Per 1 januari werd het geld voor de lunch niet meer in de begroting opgenomen, waarop de begeleiders naar een alternatief gingen zoeken. Dat alternatief bedachten ze niet zelf, maar lieten ze de deelnemers bepalen. “Wij hebben ze een aantal kaders aangegeven, waaruit ze konden kiezen”, vertelt Chantal Opperman. Bijna 80% van de deelnemers gaf aan zelf de lunch mee te willen nemen van huis. Sommigen wilden zelf iets kunnen kopen en daarvoor is de soepdag ingesteld. Dat de deelnemers nu zelf kunnen kiezen wat ze eten, is volgens Chantal een hele verruiming voor hen. “Er komen nu heel andere dingen op tafel, dingen die ze zelf thuis hebben uitgekozen.” “Het levert leuke reacties op”, zegt Chantal. De deelnemers tonen dagelijks vol trots wat er in hun broodtrommel zit en van jaloezie is geen sprake. “Dat was wel iets waar we vooraf een beetje bang voor waren. Wat als de één een lekkere krentenbol heeft en de ander een gewone bruine boterham?”. Maar die vrees bleek ongegrond. “Iedereen is geïnteresseerd in wat de anderen bij zich hebben en ze laten het ook graag zien. Ze zijn echt trots op hun eigen broodtrommels. Voor de cliënten is dit een hele verrijking. Immers, ik bepaal ook zelf wat ik meeneem om te eten.” ‘Je ziet iedereen nu veel meer genieten’ Marjan Onstein smult van een kommetje met aardbeiensojayoghurt. Ze heeft lactose-intolerantie en heeft altijd haar eigen pak yoghurt mee waar ze heerlijk van eet. “Ondanks dat ze door haar dieet wordt beperkt, kan ze nu wel eten wat ze zelf wil”, legt Chantal uit. “Je ziet iedereen nu veel meer genieten.” 5 KANSEN KUN JE ZIEN! LOSLATEN IS MOEILIJK! We vragen van cliënten dat ze meer gaan participeren. Dit betekent dat we samen met de cliënt zoeken naar mogelijkheden om van betekenis te kunnen zijn. De cliënt hierin goed te begeleiden, betekent kansen leren zien, ontwikkelen, loslaten en vertrouwen hebben. Speelgoedbank De Speelstoet in Velp wordt grotendeels gerund door cliënten van Siza. Twintig tot dertig personen met een handicap zetten zich in voor kinderen in gezinnen waar niet voldoende geld is voor speelgoed. Samen met een stagiaire zoekt Martine uit of de puzzels compleet zijn en of alle stukjes van Hamertje Tik in de doos zitten. Gelukkig, het klopt! “Daar kunnen we iemand blij mee maken. Het werk hier is leuk. Misschien gaan we over een tijdje wel bij de uitgiftepunten op bezoek. Dat lijkt me leuk.” Het enthousiasme spat er van af bij alle medewerkers. In 2012 gingen de eersten aan de slag bij de speelgoedbank in de regio Arnhem. “Ze maakten het speelgoed schoon en sorteerden het. Ze hadden het enorm naar hun zin en het werd een groot succes. Gelijk zagen wij er kansen in, en zo kwamen we op het idee om dit uit te bouwen”, vertelt begeleider Adrianne Kiewiet. 6 6 het dak is alweer frisrood. De verf op de achterkant pakt niet in één keer. “Dat moet nog een keertje.” Gerrit houdt van schilderen. “Eerst schilderden we gewoon om het schilderen. Nu ben ik echt met iets bezig. Er staat hier mooi spul en het komt goed terecht.” De grootste winst die wordt behaald, is dat de deelnemers hun eigen grenzen verkennen en in contact komen met andere mensen. “Wij kijken mee wat iemand nodig heeft om, waar mogelijk, een stapje verder te komen”, legt Adrianne uit. “De Speelstoet is dé speelplek om je grenzen op te zoeken of stap voor stap te verleggen. Daar begint ook het loslaten. Wij zijn nog van weleer gewend om mensen bij de hand te houden, maar we willen ze ook stapje voor stapje naar buiten helpen, zoals bijvoorbeeld naar het uitgiftepunt van de speelgoedbank.” “Interactie met kinderen” De ontwikkeling van dagbesteding naar een mooie bijdrage aan de maatschappij is op De Speelstoet goed zichtbaar. Zo is De begeleiders voerden gesprekken met diverse partijen, wat er de samenwerking met de Kinderraad van de Arnhemse wijk leidde tot een samenwerking met o.a. het wijkcentrum in Presikhaaf. De kinderen uit de Kinderraad komen eens per Velp, waar nu De Speelstoet is gevestigd. Een keer ‘De maand langs op De Speelstoet en werken er samen met per maand is er een speelgoeduitgifte. De cliënSpeelstoet is dé de deelnemers. Ook laten de deelnemers de kinderen ten van Siza bereiden die uitgifte voor door het ervaren hoe het is om een beperking te hebben. “Ook speelgoed dat is ingebracht schoon te maken, plek om je hier valt weer op hoe onbevangen ze met elkaar omte sorteren, waar nodig te repareren en in te grenzen op te gaan. Onze deelnemers vinden het heel erg leuk om pakken. Ook helpen deelnemers bij de uitgifte zoeken’ iets te mogen leren aan de kinderen.” van het speelgoed aan de kinderen. Ook brengt een van hen met zijn eigen auto het speelgoed naar Door de kansen te zien en de deelnemers te durven loslaten de uitgiftepunten. En dat maakt hem apetrots. door ze vertrouwen te geven in hun eigen kunnen, zijn de medewerkers van De Speelstoet gegroeid. Ze voelen dat ze “Ik ben echt met iets bezig” van betekenis zijn door het werk dat ze doen en participeren Gerrit werkt rustig, maar gestaag aan een poppenhuis. “Dat kon stapsgewijs steeds meer in de maatschappij. wel een likje verf gebruiken.” De randjes zijn netjes afgeplakt en ZEGGENSCHAP… IK DOUCHE ME NOOIT! Kun je je voorstellen dat een cliënt de keus kan en mag maken om nooit te douchen? Op de Kastanjelaan hebben cliënten en medewerkers een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt op het gebied van zeggenschap. Willem is bijna zestig en woont op de woonlocatie Kastanjelaan in Arnhem. Hij kan niet praten en begint wat te dementeren. Tot voor kort werd Willem vijf keer per week gedoucht, omdat dat zo hoort. Maar Willem wil dat niet meer. Hij vindt douchen eng. Er hoeft maar iemand met een douchekop in zijn richting te wijzen en hij loopt weg. Om het voor Willem prettiger te maken en hem een veiliger gevoel te geven, hoeft hij nu niet meer te douchen. De begeleiding heeft extra washandjes en hygiënische doeken aangeschaft, waarmee hij nu wordt gewassen, zonder onder die nare douche te moeten. “We zagen steeds meer in dat alle cliënten op hun eigen niveau in staat zijn om iets te kiezen, voor de één gewoon in woorden, een ander met behulp van aanwijzingen en sommigen door het observeren van hun gedrag”, vertelt Nancy Reijnen. De bewoners van de Kastanjelaan hebben hierdoor veel meer zeggenschap gekregen. Ze mogen zelf aangeven wat ze bijvoorbeeld willen eten op speciale dagen, welke activiteiten ze willen doen of – zoals bij Willem – dat ze iets niet meer willen. omdat wij vinden dat het hoort?”, zegt Nancy. “In plaats van de bewoners te stimuleren om bepaalde dingen te doen, zoals opstaan, douchen of komen eten, kijken we nu meer naar wat ze zelf aangeven graag te willen.” In het maandelijks huiskameroverleg beslissen de bewoners mee over dagelijkse dingen. Zo willen Annie en Marlies samen een bingo organiseren. Daarvoor moet Nancy prijsjes kopen. Pas wanneer zij dat heeft gedaan, kunnen de dames een datum prikken voor de bingo. Het duurt ze eigenlijk een beetje te lang en halen verhaal bij Nancy. “Heb je de prijzen nu al gehaald? Want wij willen een datum prikken. En dat moet nú gebeuren.” Nancy: “De bewoners zijn hartstikke trots en hebben echt het gevoel mee te kunnen denken. Daarbij hebben ze nu invloed op hun eigen (veilige) omgeving. Maar ze zijn ook streng. Als wij ons niet aan een afspraak hebben gehouden, komen ze meteen om ons er aan te herinneren.” ‘De bewoners zijn hartstikke trots’ Door de bewoners van de Kastanjelaan te betrekken bij dagelijkse keuzes, krijgen ze zeggenschap. Nancy: “Het was jaren geleden heel gewoon dat de begeleiding de keuzes maakte voor de cliënt. Daar zijn we vanaf gestapt. Niet omdat de bewoners aangaven het vervelend te vinden, maar omdat het een gewoonte was geworden en het niet (meer) past bij de visie van Siza. ” Voor de begeleiders was deze nieuwe rol behoorlijk wennen. “Je wilt goed voor de bewoners zorgen, dus als iemand aangeeft niet te willen douchen of niet meer gezond te willen eten, dan gaat dat niet samen met je gevoel. Het is een heel proces. We hebben er best wel moeite mee gehad om dat los te laten. Je wilt immers dat ze er verzorgd bijzitten. Maar wie zijn wij om alles maar voor hen te bepalen, 7 WAT DOET EEN VRIJHEIDSBEPERKING MET JOU? In je werk is het essentieel om er te zijn voor de ander en de ander te volgen. Dat klinkt eenvoudig, de praktijk leert dat het een heel proces van vallen en opstaan is. Het begint altijd bij jezelf, hoe kijk je naar de ander en wat doet bepaald gedrag met jou? Wat doet vrijheid met je als het er niet is? Samen met een begeleider wandelt Jaap een stukje. Ze gaan even naar de kinderboerderij. Jaap vindt het leuk om de paarden te aaien. Anderhalf jaar geleden was dit ondenkbaar en kwam hij niet veel verder dan zijn woning. Jaap functioneert op het niveau van een 1-jarige en had regelmatig moeilijk verstaanbaar gedrag en agressieve buien, vaak gericht op zijn begeleiders. Iedere nacht lag hij gefixeerd op bed en ook overdag werd hij vaak vastgemaakt wanneer hij agressief gedrag vertoonde. Die man van toen is Jaap totaal niet meer. De fixaties zijn afgebouwd, waarmee Jaap na dertig jaar zijn vrijheid heeft teruggekregen. De zus van Jaap vertelt: “Zijn vrijheid was beperkt, als men vond dat hij moeilijk verstaanbaar gedrag vertoonde, moest hij vastliggen op bed. Samen met ons is er hard aan gewerkt om het af te bouwen. Na jaren kan hij meer zichzelf zijn. Daar zijn wij gelukkig mee.” Jaap maakt nu 1-op-1-wandelingen met een begeleider, gaat naar de kinderboerderij, rijdt met zijn driewieler rond om oud papier op te halen en is voor het eerst in zeven jaar weer op vakantie geweest. “Hij sprankelt, hij lacht, zijn ogen stralen”, zegt begeleider Peter Hoefnagels. “Hij is enorm gegroeid.” Bovenal is er geen angst meer voor Jaap. Het afbouwen van de fixaties is een heel proces geweest. “Er was veel twijfel en angst onder het personeel, met name bij de nachtzorg. Die angst kwam voort uit de verhalen van vroeger over het agressieve gedrag van Jaap. Spookverhalen”, zegt Peter. “Hij moest altijd met twee man begeleid worden en anderen liepen met een boog om hem heen.” Die angsten waren voor de begeleiders reden om iedereen nauw bij het proces te betrekken. De nachtzorg bracht ook overdag bezoekjes aan de bewoners om te ervaren hoe Jaap zich dan gedroeg. “We hebben dit samen kunnen bereiken door goed en open met alle betrokken partijen te communiceren. Door iedereen vanaf het begin af aan in dit proces mee te nemen, hebben we geweldig mooie resultaten kunnen boeken.” Stapje voor stapje zijn de fixaties afgebouwd. “We hebben Jaap hier zelf in meegenomen door hem zijn slaapkamer als een positieve ruimte te laten ervaren. We hebben het leuk gemaakt met een zitzakje en door er met hem kopjes koffie te drinken. Daardoor associeert hij het nu niet meer als een nare plek waar hij wordt vastgebonden, maar als een prettige plek waar hij ook uit zichzelf graag naar toe gaat.” ‘We hebben dit samen kunnen bereiken’ 8 Jaap ligt niet meer gefixeerd en als klap op de vuurpijl is inmiddels bijna driekwart van zijn gedragsregulerende medicatie afgebouwd. Zijn agressie minimaal. Ook is hij veel opener en alerter. “Hij begroet nu zelfs de begeleiders als ze binnenkomen”, vertelt Peter trots. Peter noemt dit een succesverhaal, dat inmiddels ook bij andere bewoners wordt toegepast. “Andere regiebegeleiders gaan er ook mee aan de slag, de olievlek is daarmee heel groot geworden en dat is prachtig.” KLEIN KIJKEN IS EEN KRACHT Iemand die dagelijks leeft in angst, heeft haar begeleiders heel hard nodig, maar kan hen tegelijk maar moeilijk in haar omgeving aan. Hoe kun je iemand ondersteunen of zelfs helpen door slechts kleine aanpassingen? Een kleine verandering in dagelijkse gewoonten kan grote effecten hebben. Sandra Peters is sinds anderhalf jaar volledig blind. Kort nadat ze haar zicht verloor, kwam ze niet meer uit bed. Haar eigen woonkamer, wat ze een prettige plek vond, was onbereikbaar voor haar geworden. Om de kamer te bereiken, moest ze een gang met veel geluiden oversteken en dat bleek te moeilijk. Door de bank van haar woonkamer naar haar slaapkamer te verplaatsen, werd Sandra geholpen in haar eigen veilige ruimte. Het gevolg was echter dat ze niet meer in bed ging liggen, waarop de bank werd teruggezet. Nu wordt ze met de rolstoel van de ene naar de andere kamer gebracht. Maar wel met een omweg. Want Sandra is gebaat bij onvoorspelbare handelingen. Door verrassingen in te bouwen, is ze in heel haar gedrag veranderd. Zo zijn haar agressieve buien en moeilijk verstaanbaar gedrag sterk verminderd. Ze doet weer mee aan activiteiten en draagt weer kleding in plaats van de hele dag een pyjama. “Toen ze bij ons kwam wonen was ze extreem dwangmatig en kon wel vier uren doen over douchen en daarbij de badkamer afsluiten. Haar begrenzen in haar dwang resulteerde vrijwel altijd in agressie naar personeel of automutilatie”, vertelt begeleider Bettina van den Berg. Sandra is in haar leven al erg vaak verhuisd. Zo om de twee á drie jaar loopt zij vast op een woning en moet verhuizen om een nieuwe start te maken. Bettina: “Op een ochtend was ik alleen in de woning om haar haar medicatie geven. Sandra moest echter overgeven en zo dwangmatig als zij is moest ze dat van zichzelf opvegen, met het risico dat ze het weer zou opeten. Ik heb haar direct naar de douche gebracht, maar die gaf alleen koud water waarop ik haar in een andere badkamer in bad deed. Ze was toen al binnen tien minuten klaar, zonder dwanghandelingen. Dat zette ons aan het denken. Ze leek baat te hebben bij verrassing in plaats van voorspelbaarheid.” Dit werd verder getest door haar op verschillende momenten te laten badderen en niet altijd in dezelfde badkamer. Later werd dit uitgebreid naar andere activiteiten en toen dat een succes bleek, werd haar hele programma omgegooid. “Sandra weet nu van te voren nooit wat er gaat gebeuren. Ze heeft wel ijkpunten, zoals eten, drinken en slapen, maar in welke volgorde, waar en wat is altijd een verrassing”, legt Bettina uit. Het team motiveren was niet moeilijk, iedereen zag de positieve effecten van het loslaten van het dagprogramma. “Wel vraagt het veel van de begeleiders. Er moet uiterst goed gerapporteerd worden wat Sandra wanneer doet en met wie. Dit om te voorkomen dat er per ongeluk weer patronen ontstaan.” Waar sommige begeleiders wel moeite mee hadden, was het ondernemen van activiteiten met Sandra buiten de deur. “Ze kan erg agressief worden. Het was een opgave voor begeleiders om haar heel dichtbij te laten komen. Ze moesten soms net even over hun eigen grens gaan om te ervaren dat ook dat goed ging.” In tegenstelling tot eerdere woningen woont ze nu al vierenhalf jaar op de Ruitenkoning. “We hebben dit bereikt door continu te kijken naar kleine signalen en daarop te anticiperen. Kleine signalen of acties, met een groot effect voor Sandra. We accepteren het niet dat ze vastloopt en gooien de boel indien nodig om”, zegt Bettina. 9 HOUDT COMMUNICEREN OP WANNEER JE MOEILIJK VERSTAANBAAR BENT? Wat doe je wanneer communiceren moeilijk wordt? Leg je je erbij neer of ga je op zoek naar mogelijkheden? “Hij vertelt nu veel meer”, zegt begeleider Judith van Baal. Hij voelt zich zekerder doordat hij sneller wordt begrepen. Hij hoeft dingen niet meer tien keer te herhalen en dat is heel fijn voor hem.” Als Kees van Wijngaarden terug komt van een bezoekje buiten de deur, wil hij vertellen wat hij heeft beleefd. Kees is echter moeilijk verstaanbaar door zijn zeer nasale klank en onduidelijke uitspraak. Hij wordt daardoor niet altijd goed begrepen. Een van de begeleiders pakt zijn communicatieschriftje erbij en leest daarin dat hij naar het winkelcentrum is geweest. Dat is voor Kees de stimulans om te gaan vertellen wat hij daar deed. Vooral voor mensen die Kees nog niet zo goed kennen, is het soms lastig om hem te verstaan. De directe aanleiding om daar wat aan te doen, was een leerlingbegeleider die aangaf niet met hem te kunnen werken omdat ze hem niet verstond. “Kees deed erg zijn best en wilde wel tien keer hetzelfde verhaal vertellen”, zegt Judith. “Wij vonden dat we hem moesten helpen zijn verstaanbaarheid te vergroten.” ‘Hij vertelt nu veel meer’ Samen met een logopediste werd een enquête ontwikkeld die in zijn gehele contactenkring is afgenomen. Families, bezoekrelaties, mensen van het activiteitencentrum en huisgenoten vulden de enquête in en op basis van de genoemde oplossingen en knelpunten zijn hulpmiddelen gezocht en ontwikkeld om Kees te helpen duidelijker te communiceren. “Dat was uniek”, zegt Judith. “Iedereen droeg wel iets aan en zo zijn we gezamenlijk tot een oplossing gekomen.” Kees heeft een communicatieschriftje gekregen, waarin iedereen die contact met hem heeft schrijft wat ze hebben gedaan of wat er is gebeurd. Daarmee kan Kees vertellen en laten lezen wat hij heeft gedaan en wat hem bezig houdt. Ook is er een fotokaart gemaakt waarop alle belangrijke personen uit zijn omgeving en de belangrijkste onderwerpen staan weergegeven zodat hij aan kan wijzen waar hij het over wil hebben op het moment dat iemand hem niet verstaat. Deze methoden helpen hem om beter zijn verhaal te kunnen doen en sneller begrepen te worden. “Het heeft binnen ons team wel wat moeite gekost om er een gewoonte van te maken in het schriftje te schrijven, dat moest even inslijten”, geeft Judith aan. Maar inmiddels werkt iedereen goed mee. “Voor Kees is het niet een heel nieuwe dimensie, maar een stuk gemak. Het is voor hem gemakkelijker geworden om zijn verhaal te doen.” 10 ZINVOLLE DAGBESTEDING We gaan van dagbesteding naar participeren in de maatschappij. Maar is iedereen in staat een eigen bijdrage te leveren? Wij kijken graag met andere ogen naar de definitie van arbeid. Dan zijn de mogelijkheden ongekend! Met een rugzak op wandelt Gerard over ’s Koonings Jaght. Na zijn beenbreuk moest hij wandelen om te revalideren en dat doet hij nog steeds, maar nu met een doel. Tijdens zijn ronde over het terrein vervangt hij de rolletjes in de tien geocaches die her en der verstopt liggen. Geocaching is een hightech schattenjacht dat over de hele wereld wordt gespeeld door avonturiers met GPS-apparaten. Dankzij Gerard liggen er tien geocaches op ´s Koonings Jaght, die inmiddels al door bijna 3000 bezoekers zijn gevonden. “Toen Gerard met een gebroken been thuis kwam te zitten, ontdekten we dat zijn moeilijke gedrag verbeterde”, vertelt begeleider Marcel de Gooyert. “Van daaruit zijn we gaan kijken of een andere vorm van dagbesteding voor hem mogelijk was. Heel toevallig was kort daarvoor de vraag neergelegd hoe we meer bezoekers op het terrein konden krijgen. Toen Gerard moest gaan wandelen ter revalidatie, vielen alle puzzelstukjes ineen”. In plaats van doelloos een rondje op de hei lopen of een puzzeltje leggen om de tijd te doden,omdat de begeleiding denkt dat hij dat misschien wel leuk vindt, levert Gerard nu een gewaardeerde bijdrage. “Hij moet niet meer vermaakt worden, hij is nu iemand die helpt bij het vermaak van anderen”, zegt Marcel. Hoe Gerard dit alles ervaart is een groot vraagteken. Hij is niet in staat om te beseffen waar hij mee bezig is, maar hij accepteert deze nieuwe ontwikkeling. “Hij verricht zinvol werk en draagt bij aan een leuke dag voor veel mensen. Bovendien is mede door zijn inspanning Siza op de kaart gezet. En zijn moeder is enorm trots op hem!” Jaght kwam wonen, stond André nog regelmatig in de tuin te roepen naar de vogels. Ondanks dat er geen fruit te beschermen was, nam hij deze taak zeer serieus. Samen met André gingen zijn begeleiders op zoek naar mogelijkheden om dit talent te benutten. Achter de woning werd een stukje grasland ontdekt. Met hulp van familie, cliënten van zijn dagbestedinggroep en begeleiders, richtte André daar een boomgaard in. Een plek die hij nu beschermt tegen vogels. De oogst gaat hij straks verdelen over de woongroepen op ’s Koonings Jaght en in de zomer wil hij limonade schenken aan de wandelaars die langs lopen. Zo komt hij met andere mensen in contact. “We zijn heel anders naar dagbesteding gaan kijken. We kijken nu hoe iemand kan participeren in de maatschappij. Wat we hebben bereikt is super en smaakt naar meer”, zegt Marcel. Er liggen inmiddels al meer ideeën klaar om bewoners een rol te geven waarin ze iets betekenen voor een ander. “Het geeft voldoening en brengt de deelnemers met een verleden van agressie een stap in de goede richting.” ‘Het geeft voldoening’ Het succesverhaal van Gerard was voor de begeleiders aanleiding om ook voor andere bewoners een participerende rol te zoeken. Zo werd er een boomgaard aangelegd voor André. André bracht in zijn jeugd veel tijd door in de boomgaard van zijn opa. Hier had hij de taak de spreeuwen te verjagen. Toen hij op ’s Koonings 11 • Geïnspireerd geraakt? • Zelf een succesverhaal delen? • Je dilemma voorleggen? Mail: [email protected] Tekening gemaakt tbv het symposium Twijfelen en Twinkelen op 25 september 2014 door Theo Nijhuis.
© Copyright 2024 ExpyDoc