E-BoEkEN iN DE BiB

tijdschrift voor
bibliotheek
& archief
2014 | 4
E-boeken in de bib
Periodiciteit: Maandelijks • mei 2014 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070
De stand van zaken
Rondetafel over de integratie van hogeschoolopleidingen
Hightech spaghetti
Herzele, de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel
De Beste Bibliotheken van Nederland
VVBAD
omdat informatie belangrijk is
VLAAMSE VERENIGING VOOR
BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIE
Statiestraat 179
+32 3 281 44 57
2600 Berchem
[email protected]
www.vvbad.be
editoriaal
VERANTWOORDELUKE UITGEVER
Julie Hendrickx, Statiestraat 179,
2600 Berchem
HOOFDREDACTEUR
Kwaliteit
Julie Hendrickx, hoofdredacteur
Julie Hendrickx • [email protected]
REDACTIE
Klaartje Brits, Beatrice De Clippeleir,
Gerd De Coster, Ann De Meulemeester,
Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert,
Myriam Lemmens, Kris Michielsen,
Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega,
Op vrijdag 4 april was het feest! De openbare bibliotheek van
Herzele werd in het Vlaams Parlement verkozen tot de Beste
Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. “Dat heeft de bibliotheek
te danken aan haar geweldige collectie, aan de rustgevende,
tijdloze ruimte maar bovenal aan de passie waarmee de medewerkers hun werk
doen.” stelt het juryrapport. De vijf meter aan poëzie op de planken kon vooral
juryvoorzitter Erik Vlaminck bekoren.
Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon,
Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.
REDACTIESECRETARIS
Tom Van Hoye • [email protected]
VRIJWILLIGER
Christin Ho
REDACTIEADRES
VVBAD • META
Ook Puurs en Moerbeke werden gevierd om hun openbare bibliotheken. Dat
we in Vlaanderen beschikken over erg kwaliteitsvolle bibliotheken is iets waar
we al langer trots op zijn. Kwaliteit komt altijd boven drijven. Ook als het gaat
om bibliotheken.
Zijn we even kwaliteitsvol op ‘e’-gebied? Ondertussen werd het pilootproject
‘E-boeken in de Bib’ gelanceerd. In totaal nemen er 214 bibliotheken aan deel.
In de deelnemende bibliotheken kunnen de gebruikers kiezen uit een collectie
van 415 e-boeken. Een kleine maar actuele collectie. Onderhandelingen met
uitgevers, weet u wel?
Statiestraat 179, 2600 Berchem
Tel. 03 281 44 57
[email protected] • http://www.vvbad.be/meta
Reageer op Twitter: #overmeta
ADVERTENTIES
Marc Engels • [email protected]
Zulke onderhandelingen zijn geen uitzondering maar eerder de regel. Daar herinnert EBLIDA ons aan. Ze lanceren niet voor niets op World Book and Copyright
Day (woensdag 23 april) een petitie voor e-lezen. Meer bepaald voor een werkbaar auteursrecht. Momenteel schiet het huidige wettelijke kader tekort. Dit
verhindert bibliotheken te voldoen aan een essentieel onderdeel van hun taken­
pakket: het aanbieden van e-boeken om een vrije toegang tot kennis, informatie
en cultuur te garanderen. Voor iedereen.
LAY-OUT
Marc Engels
DRUK
EVM
META verschijnt 9x per jaar,
EBLIDA roept de Europese Commissie dan ook op om een duidelijk kader voor
auteursrecht uit te werken waarbinnen openbare bibliotheken e-boeken kunnen
aankopen én uitlenen. Een kader dat rekening houdt met een faire vergoeding
voor de rechthebbenden. De herziening van het auteursrecht moet, net als bij
boeken, bibliotheken in staat stellen hun diensten te blijven aanbieden aan alle
Europese burgers.
niet in januari, juli en augustus.
META is een uitgave van de VVBAD en is
begrepen in het lidmaatschap, maar is ook
verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie
op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.
We lichten de stand van zaken omtrent e-boeken in Vlaanderen verder toe in dit
nummer van META. Dat er pro’s en contra’s zijn is al langer duidelijk. Maar “niet
vies zijn van vernieuwende experimenten vind ik belangrijk”, zegt Paul Kellens
in dit nummer van META. En hij kan het weten, hij is immer bibliothecaris van
de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. Wij beamen.
ISSN 2033-639X
META 2014 | 4 |
1
inhoud
META 2014/4
Jaargang 90 - mei 2014
vaste rubrieken
1Editoriaal
Kwaliteit
4Nieuws
24Signalement
Algemene Ledenvergadering VVBAD
26Etalage
Het team achter de Master-na-Master
Archivistiek: Erfgoed- en Hedendaags
Documentbeheer
36
De Vraag
Hoe bied ik wifi aan aan mijn bezoekers?
Joris Deene
27Inzet
Beatrice De Clippeleir
28
Over de grens
De Beste Bibliotheek van Nederland
Wendy de Graaff
30Trend
Zuiddag – work for change: ook de bib!
Leonie Lanssens
31Uitgepakt
Wat zijn preserveringsmetadata?
Henk Vanstappen
“Idolate bewondering voor
gelijk wie kan [echter]
leiden tot ernstige
bewustzijnsvernauwing en
verminderd oordeelsvermogen.”
35Column
Te veel respect voor professoren
Noël Geirnaert
35Citaat
2
| META 2014 | 4
37
Het cijfer
37
Het plan
38Kroniek
• Algemene Ledenvergadering VVBAD
• FAAD-studievoormiddag: De nieuwste
onderzoekslijnen in archiefland
42Recensies
43Toepassing
45
Zo gezien
Günther Closset
46Terugblik
47Activiteiten
48Uitzicht
inhoud
Het is zo ver! De Vlaamse Openbare bibliotheken bieden nu ook
e-boeken aan. Of toch de 214 bibliotheken die deelnemen aan
het pilootproject van Bibnet ‘E-boeken in de bib’. In deze META
nog een stand van zaken, de pro’s en contra’s en een kijkje bij
onze noorderburen.
interview
14
Rondetafel over de integratie van
hogeschoolopleidingen
“Verandering is de kernzaak van ons
vak. Onduidelijkheid en onzekerheid
zijn de ergste problemen die we
kunnen meemaken.”
artikels
Hightech spaghetti
.............. 8
Fleur De Meyer
E-Boeken in de bib
Johan Delaure en Raymond Snijders
Herzele, de Beste Bibliotheek
van Vlaanderen en Brussel
Paul Kellens
8
............ 19
............ 32
nieuws
Voor het recht op e-lezen! Een
e-boekenbeleid voor Europese
bibliotheken
Op 23 april was het de Internationale Dag van het Boek en het Auteursrecht. Op die
dag promootte EBLIDA ook het recht op e-lezen. Geef lezers het recht op e-lezen, en
zorg voor een wettelijke regeling zodat bibliotheken e-boeken kunnen uitlenen. Dit is
het uitgangspunt van de EBLIDA-campagne: ‘The right to e-read!’
Legaal een e-boek online kopen, houdt in dat je als consument verplicht wordt om
een paginadikke overeenkomst met alle licentievoorwaarden goed te keuren. Het kan
klantvriendelijker. Tegelijkertijd weigeren uitgevers om e-boeken te verkopen aan
openbare bibliotheken. Een modern en vernieuwd auteursrecht zou een wereld van
verschil betekenen: minder onduidelijkheid, erkenning en beloning van auteurs en
rechthebbenden. En als toemaatje: e-boeken in de bib. Nu worden bijna 100 miljoen
bibliotheekgebruikers in Europa belemmerd in hun vrije toegang tot kennis. Daardoor
komen democratie, leren, wetenschappelijk onderzoek, en de actieve betrokkenheid
van burgers bij de kennissamenleving in het geding.
Bibliotheken willen graag:
• dat alles burgers – ongeacht hun inkomen – profijt hebben van onbelemmerde toegang tot e-boeken in bibliotheken;
• bibliotheekgebruikers van de nieuwste e-boeken voorzien zoals ze dat ook kunnen met gedrukte boeken;
• e-boeken kunnen kopen tegen eerlijke prijzen en op basis van redelijke voorwaarden;
• dat auteurs een eerlijke vergoeding ontvangen voor het uitlenen van hun e-boeken.
Er is nood aan een Europees auteursrecht dat aan deze doelen beantwoordt en bibliotheken in staat stelt e-boeken te kopen en
uit te lenen. Daarom doet EBLIDA een beroep op de Europese Commissie om te zorgen voor een helder auteursrecht dat bibliotheken in staat stelt e-boeken te verwerven en uit te lenen, met daarvoor een redelijke vergoeding aan auteurs en rechthebbenden. Een geactualiseerd auteursrecht dient het bibliotheken voorts mogelijk te maken om met hun diensten te kunnen blijven
voldoen aan de behoeften van alle Europese burgers. EBLIDA doet ook een beroep op de regeringen van de Europese staten om
de onbelemmerde toegang tot informatie voor alle burgers te verzekeren en het recht op e-lezen via bibliotheken veilig te stellen.
Een steentje bijdragen aan de campagne? Dat kan! Onderteken zeker de petitie: http://www.vvbad.be/petitie. (jh)
Thuis in de bib. Mensen in armoede en bibliotheken.
• Welke drempels weerhouden mensen in
armoede van een bibliotheekbezoek?
• Hoe kunnen bibliotheken samenwerken met armoedeverenigingen, de
gemeente en het OCMW?
• Op welke manier maak je van de bib
een vertrouwde plek voor mensen in
armoede?
• Hoe creëer je een vraaggerichte bib
waarin de bezoeker centraal staat?
• Wat is het nut van prijsdifferentiatie in
het bereiken van mensen in armoede?
Deze publicatie richt zich in eerste instantie op de minder verstedelijkte bibliotheken. Armoede is er even schrijnend maar > Voor meer informatie: http://www.locusnet.be/
vaak minder zichtbaar.
portaal/Locus/Organisatie/Publicaties/Thuis-in-
Nog al te vaak mijden mensen in armoede
de bibliotheek. Terwijl de bib net een
belangrijke rol kan spelen in het verbeteren van hun situatie. De bib van Puurs
bracht samen met een armoedevereniging een aantal drempels in kaart en
werkt aan een lage drempel voor mensen in armoede. Samen met LOCUS bundelden ze de resultaten in een brochure
met tips voor de bibliotheken.
de-bib
De volgende zaken komen onder meer
aan bod:
4 | META 2014 | 4
nieuws
Btw-rommeltje
Zoals al eerder gemeld laat de International Publishers
Association (IPA) jaarlijks een rapport maken door PwC
omtrent btw en andere taksen die geheven worden op de
verkoop van boeken. In de editie 2013 is het grote verschil
dat de Verenigde Staten niet behandeld werden wegens te
complex. Inderdaad binnen Europa is de complexiteit zo
mogelijk nog groter en de Verenigde Staten erbij halen zou
het overzicht niet ten goede komen.
Er wordt weerom veel nadruk gelegd op de ongelijkheid
van de btw-tarieven op gedrukte boeken versus de tarieven
op elektronische boeken. Die discrepantie werkt de opgang
van de elektronische versie van boeken tegen. En het wordt
er niet beter op:
1. De EU vereist dat elektronische boeken die niet op elektronische drager (downloadbare boeken dus) staan belast
worden met het standaard btw-tarief:
• gedrukte boeken en elektronische boeken op elektronische drager mogen het gereduceerde btw-tarief krijgen,
• de standaard btw-tarieven verschillen van land tot
land, van 15 procent in Luxemburg tot 25 procent in
Denemarken en Zweden,
• de gereduceerde tarieven gaan van 0 procent in Ierland
en de UK tot 15 procent in Tsjechië,
• Frankrijk en Luxemburg speelden ‘haasje over’ en hanteren
momenteel hun verlaagd btw-tarief ook voor elektronische boeken die niet op elektronische drager staan, zoals
eerder gemeld .
2.Nieuwe lidstaten moeten soms hun voordelige btw-tarieven aanpassen: Kroatië moest haar nultarief op boeken
spijtig genoeg opgeven toen dat land toetrad tot de EU
(en hanteert nu een tarief van 5 procent).
3.Buiten de EU worden vaak uitzonderingen gemaakt zodat
zowel de papieren als (alle) elektronische versies van boeken tegen het nultarief belast worden.
Als de EU eist dat de lidstaten de btw-regelgeving strikt
moeten volgen dan is dat een verdedigbare houding ware
het niet dat er al die verschillen gegroeid zijn. Men kan het
zien als een moeilijk strijd tegen de immobiliteit die de EU
vertoont tegenover een broodnodige herziening van haar
btw-regelgeving. Feit is dat de EU achterop geraakt: in de
EU wordt de elektronische van het boek nu al jaren benadeeld. Door dezelfde immobiliteit ontstaat er een marktvertekening die juist de EU had willen voorkomen (en waardoor
de EU furieus reageerde op het ‘haasje over’ van Frankrijk
en Luxemburg die dan maar vanaf 2015 terug hun standaardtarieven zullen heffen op downloadbare elektronische
boeken).
Nieuw decreet trekt bijkomend 39
gemeenten aan om lokale cultuurambities
waar te maken
Het nieuwe decreet Lokaal Cultuurbeleid (2012) van Vlaams
minister van Cultuur Joke Schauvliege zet meer gemeenten
ertoe aan ondersteuning te vragen om hun cultuurambities
in te vullen: lokale besturen steun krijgen voor de werking
van bibliotheken, erkende cultuurcentra en het gemeentelijke cultuurbeleid. Wie instapt in het decreet LCB krijgt
gedurende zes jaar een jaarlijkse subsidie.
Het nieuwe decreet zorgde voor een aangroei van 39
nieuwe erkenningen. Sedert de start van deze regeerperiode in 2009 waren al 34 gemeenten in het decreet ingestapt. Globaal kunnen de LCB-gemeenten samen rekenen
op 94,9 miljoen euro.
Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten gemeenten minstens beschikken over een minimum aan culturele
infrastructuur, een ondersteuningsbeleid voor verenigingen en belanghebbenden betrekken bij de opmaak van het
meerjarenplan. Dat garandeert een lokaal gedragen cultuurbeleid dat aansluit bij de lokale noden. De gemeenten kunnen de impulssubsidie van de Vlaamse overheid inzetten
voor het bevorderen van de cultuurparticipatie, cultuureducatie, vrijwilligers en het verenigingsleven.
Het doel van de minister van Cultuur was om meer gemeenten te motiveren om in te stappen in het decreet Lokaal
Cultuurbeleid. Het nieuwe decreet van 2012 behield de
sterkten van het vorige, knipte in de planlasten en maakte
nog meer maatwerk mogelijk. Die ingreep heeft geloond.
Begin dit jaar deden de lokale besturen via hun meerjarenplan hun aanvragen. Resultaat: 39 nieuwe gemeenten
werden erkend voor hun (algemeen) gemeentelijk cultuurbeleid. Daarnaast krijgen drie gemeenten de erkenning en
steun voor een nieuw cultuurcentrum. Hetzelfde gebeurt
met een nieuwe bibliotheek.
Nieuwe bibliotheek van Aalst moet klaar zijn
tegen 2018
Zo legt het rapport van IPA/PwC de vinger op de zere plekken. Er wordt uiteraard aangedrongen om de btw-tarieven
op gedrukte en elektronische boeken gelijk te leggen. Het
rapport legt ook uit dat een nultarief, zeker in eerste instantie, nadelig is voor de uitgevers: zij worden nu de eindklanten die de btw die betaalden op hun ‘basisproducten’ niet
meer kunnen doorrekenen of recupereren. De uitgevers zullen dan hun boekenprijzen laten stijgen omdat de btw plots
een productiekost wordt. Ondanks dat betoogt het rapport
om het nultarief (of zo laag mogelijk tarief) te hanteren ter
ondersteuning van de (kennis-)economie.
De hoofdbibliotheek is nu gevestigd in een ongeschikt en
deels ondergrondse ruimte onder cultuurcentrum De Werf.
De nieuwe bib moet een kenniscentrum worden dat volop
inzet op het digitale en nieuwe ontwikkelingen.
Patrick Vanouplines
> Bron: De Standaard
De bibliotheek wordt gehuisvest in het gewezen gebouw
van de gerechtelijke politie, op de hoek van de Graanmarkt
en de Esplanadestraat, bij de Pupillensite. De stad pompt
12,7 miljoen euro in de nieuwe bib, een bedrag dat al gepland
werd in het financieel meerjarenplan.
META 2014 |4 |
5
nieuws
Schiphol Airport Library dicht
Nieuws vanuit het Vlaams Parlement: het
Topstukkendecreet
De Airport Library sluit in haar huidige vorm begin juni. Dan
moet de bibliotheek wijken voor een verbouwing van dat deel
van de Holland Boulevard. Schiphol had de bibliotheek graag
na de verbouwing zien terugkeren op een andere locatie. Geen
van de landelijke bibliotheekorganisaties wil hiervoor in deze
lastige tijden het opdrachtgeverschap op zich nemen. Dat was
namelijk een voorwaarde voor een doorstart. ProBiblio heeft wel
haar ondersteuning aangeboden voor het geval dat Schiphol
zelf een bibliotheek voortzet. De mogelijkheden daartoe worden momenteel door Schiphol onderzocht.
De bibliotheek op Schiphol had niet te klagen over bezoekersaantallen of waardering. De Airport Library is in 2013 uitgeroepen tot één van de acht meest sexy bibliotheken ter wereld.
Deze unieke etalage van de Nederlandse cultuur en bijzonder
visitekaartje van de openbare bibliotheken op Schiphol trok in
2013 rond de 325.000 bezoekers. De positieve media-aandacht
hield ook in 2013 aan én in navolging zijn er enkele bibliotheekvoorzieningen op luchthavens geopend.
> Bron: Bibliotheekblad
In de zitting van 2 april 2014 keurde het Vlaams parlement eenparig het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van
24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang goed. Het is nu wachten
op de bekrachtiging ervan door de Vlaamse Regering en de
publicatie in het Belgisch Staatsblad.
De wijzigingen breiden het begrip ‘topstuk’ uit tot alle cultuurgoederen die beantwoorden aan de toetsingscriteria ‘zeldzaam’
(= weinig andere gelijke of gelijksoortige voorwerpen of verzamelingen binnen de Vlaamse Gemeenschap) en ‘onmisbaar’ (=
met een bijzondere waarde voor het collectieve geheugen of
met een schakelfunctie, ijkwaarde of nog bijzondere artistieke
waarde). De beoordeling van het topstukgehalte van een cultuurgoed wordt overgelaten aan de eigenaar. Voor de uitvoer
van deze cultuurgoederen binnen en buiten de Europese Unie
is voortaan een vergunning van de Vlaamse Regering vereist.
Personen die zonder vergunning uitvoeren of bij de vergunningsaanvraag onjuiste verklaringen of inlichtingen verstrekken,
kunnen bestraft worden.
Johan Vannieuwenhuyse
De juiste informatie
bij de juiste persoon
Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen.
Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatieen kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen
met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met
vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende
online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat
gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek
in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen,
en juridische en overheidsinstellingen.
Adlib Bibliotheek
Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules:
SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen
ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule,
Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU,
ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum
en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS
SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.
Adlib Information Systems
+31 (0)346 586800
[email protected]
www.adlibsoft.com
6
| META 2014 | 4
nieuws
Ik kies voor
kunst!
‘Ik kies voor kunst’ is
een sensibiliseringsactie van de brede culturele sector. Kunst is
zoals de frisse lucht en
het water uit de kraan.
We genieten er iedere
dag van zonder dat
we het goed beseffen.
Boeken in de bibliotheek, standbeelden
in het straatbeeld, de
strip die je leest in
bed of de film in de
bioscoop: ze bestaan
slechts omdat mensen
kiezen voor kunst.
Kunst en cultuur zijn
net als zuurstof, levensnoodzakelijk. Het feit dat ze zo vanzelfsprekend zijn, maakt hen
vaak onzichtbaar en ook maatschappelijk kwetsbaar.
Op zondag 25 mei 2014 zijn er in ons land verkiezingen voor Europese, federale een ook
regionale parlementen. Er wordt dan ook een nieuwe Vlaamse minister van Cultuur aangesteld; een belangrijk moment voor de kunsten en de cultuur. ‘Ik kies voor kunst’ wil
kunst en cultuur hoog op de beleidsagenda zetten en het als wezenlijk onderdeel van een
dynamische samenleving zichtbaarder maken.
Om die rijkdom van ons cultureel leven in de kijker te zetten, zetten alle kunst- en cultuurorganisaties tussen 22 april en 25 mei de actie ‘Ik kies voor kunst’ op. Daarvoor hebben
we ook jou nodig. Kies nu voor kunst en laat je van je horen!
Je stem uitbrengen kan op www.ikkiesvoorkunst.be
> Bron: www.ikkiesvoorkunst.be
META 2014 |4 |
7
artikel
Hightech spaghetti
Een studie naar de toekomstige architectuur
van de digitale bibliotheek
Fleur De Meyer, Bibnet
Dit artikel is tot stand gekomen dankzij de opdrachtgevers Bibnet, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
De huidige informatiehoeveelheid, de snelheid waarmee alsmaar groeiende datavolumes worden uitgewisseld en de vele technologische ontwikkelingen tekenen quasi alle maatschappelijke sectoren, in het bijzonder de media-, informatie- en cultuursector. Het hoeft dan ook niet
te verwonderen dat bibliotheken, die zich net op het snijpunt van de media-, informatie- en
cultuursector bevinden, alle zeilen moeten bijzetten en hun dienstverlening bijsturen of hertekenen om hun maatschappelijke relevantie en opdracht te bestendigen.
Sommige bibliotheekdiensten kunnen nu
al volledig online afgehandeld worden.
Een bibliotheekgebruiker kan werken
reserveren, verlengen, een werk opzoeken in de bibliotheekcatalogus, of het
krantenarchief raadplegen. De digitalisering van het dienstenaanbod zal zich in de
toekomst echter nog scherper aftekenen
omdat er steeds vaker digitaal gewerkt
wordt en het online informatieaanbod
almaar groeit. Ook in dit digitale tijdperk
moet de bibliotheek haar maatschappelijke meerwaarde en relevantie blijvend
realiseren. Haar dienstverlening zal zich
daarom aanpassen aan de hedendaagse
technologische mogelijkheden en inspelen op het bijhorende verwachtingspatroon van de gebruiker. Om de technologietrendwatcher Peter Hinssen te citeren:
“Het digitale is het nieuwe normaal”. De
uitbouw van een kwalitatieve digitale
bibliotheek met performante online diensten en digitale collecties is dus van cruciaal belang.
Koterijen
Vorig jaar kondigden we in META in het
artikel ‘Een toekomstvisie voor de digitale bibliotheek’ (Bart Beuten, META
8
| META 2014 | 4
2013/5) de technische studie naar een
optimale technologische infrastructuur voor de digitale bibliotheek aan.
Deze studie kwam er op initiatief van de
Vlaamse overheid, bij monde van Bibnet,
de vijf provinciebesturen en de Vlaamse
Gemeenschapscommissie. Jean-François
Declercq, François Vermaut en Rosemie
Callewaert zijn de onderzoekers die deze
studie hebben uitgevoerd.
De reden voor de studie lag voor de hand.
Het huidige IT-landschap in de bibliotheekwereld is versnipperd en getekend
door de nood van het moment. Het doet
wat denken aan de hang naar koterij.
Als we meer plaats nodig hebben, bouwen we er gewoon een achterbouw en
veranda aan, en eventueel nog een duivenhok en tuinhuis erbij.
Het IT-landschap van de bibliotheeksector ontsnapt niet aan dit architecturale fenomeen. Bibliotheken herbergen
samen ongeveer vierenzestig IT-systemen
zoals bijvoorbeeld Vubis, Brocade, Aleph,
Iguana, ICB, BIOS, Aquabrowser. Kortom,
bibliotheekbeheersystemen, kassasystemen, reservatietools, IBL-systemen,
platformen voor bibliotheeksites en digitale etalages, catalogiseersystemen, het
e-boekenplatform … Het samengaan van
deze IT-systemen in functie van een breed
gamma van digitale bibliotheekdiensten, noemen we de digitale bibliotheek.
Jammer genoeg zijn deze IT-systemen
niet allemaal open en flexibel omdat ze
vaak één-op-één gekoppeld zijn. Dit resulteert in tal van lijnen en afhankelijkheden
tussen de systemen, vaak via maatwerk
en kriskras door elkaar. De IT-systemen
leiden koppig een eigen bestaan en deinen organisch uit of krimpen in om zo op
grillige wijze de IT-noden van het moment
te dienen. Net zoals verschillende bouwlagen en koterijen de bewonersgeschiedenis van een woonst illustreren.
Een hieruit voortvloeiend, en dus bijkomend, probleem is dat de IT-ruimte van
de bibliotheken stilaan volgebouwd raakt.
De IT-koterijen staan momenteel zo ‘dicht
op elkaar’ dat als er eentje het laat afweten, dit een domino-effect kan hebben op
de andere IT-systemen. Meer nog, als er in
één systeem iets aangepast wordt, moet
dat ook in andere systemen aangepast
worden. Met andere woorden, het huidige,
artikel
versnipperde, technische IT-model van de
digitale bibliotheek loopt tegen zijn limieten aan, en zal op termijn vastlopen. Het
spreekt voor zich dat dit de dienstverlening in grote mate kan verstoren.
We voegen hier aan toe dat verschillende
actoren de digitale bibliotheek bouwen,
beheren en sturen. Zo zijn er digitale initiatieven van lokale bibliotheken, gemeentebesturen, provincies, de Vlaamse
gemeenschapscommissie en Bibnet. De
digitale bibliotheek bestaat op dit ogenblik uit systemen op vijf verschillende
beleidsniveaus, met name lokaal en/of
gemeentelijk (bijv. beveiligde bibliotheekpc), provinciaal (bijv. bibliotheeksysteem
met uitleenmodule), Vlaams (bijv. centraal catalogiseren), nationaal (bijv. elektronische identiteitskaart) en internationaal (bijv. databanken met verrijkende
collectiegegevens zoals NBD en CDR).
Om dit geheel vlot te laten werken en
versnippering van inspanningen tegen te
gaan, dringt een flexibel, consistent, coherent en geformaliseerd samenwerkingsmodel met de meest bepalende van deze
actoren zich op. Dit zal kosten- en tijdbesparend werken en de betrokken actoren
in staat stellen om samen versneld een
performante digitale infrastructuur op te
bouwen.
Zonder georganiseerde samenwerking en
afspraken is het voor de digitale bibliotheek als netwerk van de Vlaamse bibliotheken onmogelijk om de IT-koterij te
overstijgen. Meer nog, zonder richtinggevend kader en langetermijnstrategie
is de bibliotheeksector niet bij machte
een volwaardige digitale dienstverlening
uit te bouwen wat een voorwaarde is om
de maatschappelijke meerwaarde van het
bibliotheekwerk ook in de digitale samenleving te realiseren.
De studie ‘Een toekomstvisie voor de
digitale bibliotheek’ onderstreept uitdrukkelijk het bedrijfskritische karakter van de
digitale bibliotheek, en identificeert bijgevolg knelpunten en oplossingen. Dit
biedt een richtinggevend kader voor alle
betrokken actoren. De studie stelt krachtig dat zonder een gemeenschappelijke
systeemarchitectuur en IT-strategie, zonder een solide onderbouw voor de digitale bibliotheek, de bibliotheken vastzitten aan een wirwar van inefficiënte, dure
en gesloten IT-systemen. Een hightech
spaghetti die niemand lust.
“Het huidige
IT-landschap in de
bibliotheekwereld
is versnipperd en
getekend door
de nood van het
moment. Het doet
wat denken aan
de hang naar
koterij. Als we
meer plaats nodig
hebben, bouwen
we er gewoon
een achterbouw
en veranda aan,
en eventueel nog
een duivenhok en
tuinhuis erbij.”
META 2014 |4 |
9
artikel
Overzicht van de hightech spaghetti in onze bibliotheken.
De werven
We weten dat de verdere ontwikkeling
en uitbreiding van de digitale bibliotheek
onontkoombaar zijn. Een samenwerking
over bestuursgrenzen heen, op basis van
een gedeelde solide langetermijnstrategie, dringt zich op. De houdbaarheidsdatum van IT-koterijen is nu eenmaal
beperkt en genereert niet alleen vermijdbare kosten, maar ook technische obstakels die een performante dienstverlening
in de weg staan. Hoe pakken we de verdere ontwikkeling van de digitale bibliotheek het best aan?
De studie beschrijft uitvoerig de huidige
en toekomstige IT-architectuur van de
bibliotheken, en detecteert zeven ‘bouwwerven’ om van de huidige organisch
gegroeide IT-opzet naar een duurzamere
en goed gestructureerde IT-architectuur
toe te groeien. Er liggen drie basisprincipes aan de grondslag van die werven.
Een eerste basisprincipe is openheid. We
willen dat data in de digitale bibliotheek
vanaf nu flexibel kunnen worden uitgewisseld en dat systemen in een open omgeving zonder al te veel technisch geknutsel aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Een tweede basisprincipe is herbruikbaarheid. Herbruikbare data en functionaliteiten, inplugbaar in verschillende systemen
en diensten, moeten tijd- en kostenbesparend werken. We moeten niet telkens
opnieuw het (technologische) warm
water uitvinden. Een derde basisprincipe
is kostenefficiëntie. Organisatorische
schaalvergroting ligt voor de hand als
we een kostenefficiënte onderbouw willen voor de digitale bibliotheek. We willen
meer krijgen voor onze middelen, en een
1 0 | META 2014 | 4
einde maken aan te dure oplossingen met
een te lage kwaliteit.
De werven zelf zijn een meerjarenproject
dat zich in verschillende bouwfases of
werkpakketten laat opdelen. Het is niet
het doel van de werven om vernieuwend
of innovatief te zijn omdat dit bon ton
is. De basisprincipes sturen de werven in
een duurzame innovatieve richting. We
voegen hier ook nog aan toe dat de kwaliteit van elke werf afhankelijk is van de
kwaliteit van uitvoering van de andere
werven. Een globale opvolging en coördinatie van de verschillende werven moet
zorgen voor een hoge uitvoeringskwaliteit, cohesie en coherentie en de risico’s
van onderlinge afhankelijkheden tussen
de werven beperken. Er is nood aan een
architect voor de digitale bibliotheek die
deze belangrijke taak op zich neemt.
Het vele werk dat nodig is om een solide
IT-onderbouw voor de digitale bibliotheek te ontwikkelen, kan geclusterd
worden in zeven werven, aldus de studie.
Tijd dus om die zeven werven van nabij
te bekijken.
De eerste werf die de studie definieert,
is de ontwikkeling van een instrumentarium voor analyse en rapportering. Met
een dure term heet zoiets business intelligence. Bibliotheken werken vaak zonder
het te weten met business intelligence.
Immers, ze werken bijna dagelijks met
statistieken en dataverzamelingen. Maar
dit gebeurt vaak manueel en fragmentair. Data en statistieken worden manueel gegenereerd via een export per systeem, meestal met een omweg, om zo
verwerkt te worden en de nodige inzichten en interpretaties aan te leveren voor
bepaalde deeldomeinen van het bibliotheekwerk (bijv. collectiegebruik, websitebezoek …).
Als we alle data samenbrengen in een
global datawarehouse, een interne databibliotheek, dan is het mogelijk om vanuit
deze centrale dataverzameling een integraal beeld op te roepen. Bijvoorbeeld het
maken van een analyse van het gebruik
door een bepaalde gebruikersgroep
van meerdere bibliotheekdiensten zoals
(fysiek) bibliotheekbezoek, online zoeken
in de catalogus, het uitlenen van e-boeken of de aanvraag van online verlengingen. Op basis van een totaalbeeld over
het gehele dienstenaanbod heen, kan de
bibliotheek onderbouwde beslissingen
nemen en het eigen beleid bijsturen waar
nodig. De kennis van het gebruik van haar
diensten is niet langer gefragmenteerd
over statistieken uit diverse systemen,
maar zit gebundeld in één analyse- en
rapporteringsplatform.
Een business intelligence-oplossing biedt
bibliotheken een digitale cockpit waarmee bijvoorbeeld de collectieverantwoordelijken kunnen zien welke collectieonderdelen het goed doen bij het publiek en
of de beoogde toeleiding vanuit bepaalde
digitale etalages voor deze groep heeft
gewerkt.
Het voordeel van het gebruik van business intelligence is de integrale werking,
maar ook de verdieping van kennis over
bepaalde zaken, dit door het gebruik
van de combinatie van data en cijfers uit
artikel
verschillende systemen. Denken we maar
aan bijvoorbeeld de voorspelbaarheid
van het gebruikscoëfficiënt van bepaalde
collectieonderdelen doordat uitleengegevens en aankoopdata aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Wonderkinderen van Silicon
Valley
Het spreekt voor zich dat de omslag
naar de digitale dienstverlening en de
ontwikkeling van de digitale bibliotheek
niet zonder de bibliotheekmedewerker
kan gebeuren. Bibliotheekmedewerkers
zijn essentieel om de verdere ontwikkeling van de digitale bibliotheek inhoudelijk te voeden, de aansluiting te verzekeren met het lokale bibliotheekwerk
en het fysieke gebouw en het geheel uit
te dragen naar de gebruikers. De studie
benadrukt dit expliciet. Dit betekent niet
dat bibliotheekmedewerkers zich moeten omscholen tot wonderkinderen van
Silicon Valley, maar wel dat ze vertrouwd
moeten zijn met de hedendaagse technologische mogelijkheden (bijv. mobiele
apps) en de bijhorende verwachtingspatronen van gebruikers (bijv. permanente
online dienstverlening). De bibliotheekmedewerker moet de ruimte krijgen om
voldoende IT-maturiteit te ontwikkelen.
Dit is de tweede werf. Het opkrikken van
de IT-maturiteit van de lokale bibliotheek
verloopt het best in samenwerking met
de IT-dienst van de gemeente of andere
lokale actoren, die kunnen ondersteunen
en bijsturen, rekening houdend met het
lokale e-governmentbeleid. Opleiding,
ondersteuning en kennisdeling zijn sleutelbegrippen als we de bibliotheekmedewerker hierbij willen ondersteunen.
Goed, als we deze twee werven realiseren,
hebben we gecentraliseerde en overzichtelijke data die de sturing van het bibliotheekbeleid niet alleen een pak vereenvoudigen, maar ook bijkomende inzichten
genereren. We hebben bovendien ook
bibliotheekpersoneel dat van wanten
weet en in samenwerking met de IT-dienst
van de gemeente de digitale bibliotheekwerking ondersteunt en bijstuurt. Kijken
we naar de publieke dienstverlening van
de bibliotheek dan ligt het voor de hand
dat we vervolgens onze blik op de burger
richten en zijn of haar ontmoeting met de
bibliotheek op het internet.
Bibliotheken op het web
In de derde werf gaat de aandacht naar
de aanwezigheid van de digitale bibliotheek op het web. De bibliotheekwebsite is een belangrijk online kanaal voor
de dienstverlening dat steeds meer aan
belang wint. Er is immers een groeiend publiek dat de bibliotheek en haar
diensten leert kennen via het web. De
beoogde Google-strategie van Bibnet,
die de Vlaamse bibliotheekcollecties
ook via Bibliotheekportalen en Google
gemakkelijk vindbaar wil maken, werkt
dit nog verder in de hand. De studie wijst
uit dat er desondanks veel bibliotheken
zijn die geen duidelijk, laat staan volledig, overzicht van hun diensten op hun
website aanbieden. Ook de gebruiksvriendelijkheid van de online bibliotheekcommunicatie is niet altijd optimaal. De
bibliotheekwebsite is meer dan een visitekaartje met openingsuren. De bibliotheekwebsite moet met een hedendaagse
look-and-feel aansluiten bij de noden en
zoekstrategieën van online bezoekers.
De website kan de gehele bibliotheekdienstenportfolio toegankelijk maken en
eventueel bepaalde onderdelen in de kijker zetten. Kortom, de bibliotheekwebsite
kan een goed georganiseerde en ordelijke
plek zijn waarin de bezoeker snel de weg
weet te vinden. Bibliotheken hebben hier
nog een lange weg af te leggen, al zorgen
de provinciale projecten voor de uitbouw
van centrale websiteplatformen hier voor
een belangrijke versnelling. De studie stelt
dan ook voor om richtlijnen voor de ontwikkeling van een bibliotheekwebsite op
te maken, goede praktijken te delen en
misschien zelfs een generieke website
te ontwikkelen die bibliotheken kunnen
overnemen en kunnen aanpassen naar de
lokale noden en behoeften.
Als de bibliotheek zo een gebruiksvriendelijke website heeft met een goed overzicht van haar diensten, dan vloeit hier uit
voort dat de bezoeker ook een gebruiksvriendelijke toegang nodig heeft tot die
digitale diensten. Dit brengt ons bij de
vierde werf. Een bibliotheeklidmaatschap
is immers een voorwaarde om van sommige digitale bibliotheekdiensten te kunnen genieten (bijv. raadplegen krantenarchief van thuis uit, reserveren …). Op het
internet hebben we jammer genoeg geen
vriendelijke bibliotheekmedewerker die
META 2014 |4 |
11
artikel
snel even ons lidmaatschapskaartje door
de scan haalt en ons verder helpt. De ontwikkeling van oplossingen voor een upto-date en gebruiksvriendelijke online
toegang tot de digitale diensten is dan
ook een cruciale voorwaarde voor de verdere opbouw van de digitale bibliotheek.
‘Mijn Bibliotheek’ is een voorbeeld van
een gebruiksvriendelijk toegangsmanagement. ‘Mijn Bibliotheek’ is immers een
open systeem zodat de burger eenzelfde
account voor verschillende diensten kan
gebruiken, van online leendiensten (bijv.
verlengen, reserveren …) tot het raadplegen van digitale collecties (bijv. Gopress
Krantenarchief, e-boeken …). Het is dan
ook belangrijk om dit open systeem verder uit te bouwen naargelang de uitbreiding van digitale diensten en collecties.
Met de ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke bibliotheekwebsite en toegang tot de digitale diensten en collecties
komt de digitale bibliotheek tegemoet
aan de vraag van de bibliotheekgebruiker.
Met deze twee werven hebben we alvast
het aanzicht van onze infrastructuur aanzienlijk vertimmerd. Tijd voor het interieur.
Nieuw digitaal product
Bibliotheken zijn genoodzaakt om hun
huidige collectie verder te integreren
met digitale collecties en diensten. En
hiermee zijn we bij de vijfde werf beland.
We weten al dat de hedendaagse technologische mogelijkheden de bibliotheekdienstverlening hertekenen en inspelen
op het bijhorende verwachtingspatroon
van de gebruiker. Die gebruiker zit niet stil
en gaat aan de slag met nieuwe digitale
producten zoals bijvoorbeeld e-boeken.
Bibliotheken willen en kunnen die nieuwe
digitale producten niet negeren.
De Nederlandse bibliotheken maken er
werk van. En dat doen onze bibliotheken
ook. In mei is de lancering van de e-boeken een feit en hebben de bibliotheken
die aan de actie deelnemen een virtuele
boekenplank met e-boeken die ze aan
het publiek kunnen aanbieden. De introductie van een nieuw digitaal product of
dienst zoals bijvoorbeeld e-boeken is niet
zo eenvoudig als het lijkt. De integratie
vraagt onder meer een bijsturing van de
interne bibliotheekwerking. Zo dringt een
geïntegreerd zicht op uitleentransacties
van zowel fysieke als digitale collecties
zich op.
Bibliotheken hebben dan ook een open
en flexibel systeem nodig dat zich snel
aanpast aan de onvermoeibare dynamiek
van de uitleenprocessen. Deze werf richt
zich dan ook op de integratie van uniforme processen voor de digitale collecties. We hebben nu al e-boeken, maar het
is niet uitgesloten dat daar in de toekomst
ook digitale taalcursussen bij horen of
een keur aan educatieve digitale werken.
Catalogeersystemen
Met de zesde werf blijven we nog even bij
het hart van de bibliotheek, met name de
Overzicht mogelijke IT-architectuur met bibliotheekhub voor onze bibliotheken.
1 2 | META 2014 | 4
“We willen de
bibliotheek van
morgen vrijwaren
van prijzige en weinig
flexibele IT-systemen,
met alle mogelijke
risico’s die daaraan
verbonden zijn.”
artikel
fysieke collectie. Aan de huidige collectiebeheerprocessen is al hard gewerkt, maar
ze kunnen nog verder geoptimaliseerd
worden. Zo is er duidelijk nood aan een
verdere integratie en automatisering van
het collectiemanagement. Bijvoorbeeld,
op dit ogenblik is het catalogiseren niet
gekoppeld aan het databeheer van de
bestellingen wat ervoor zorgt dat bijvoorbeeld titelbeschrijvingen, nodig voor het
in circulatie brengen van publicaties, pas
aangemaakt en gedeeld kunnen worden
nadat de boeken zelf beschikbaar zijn.
De huidige informatiesnelheid en technologische ontwikkelingen vragen niet
alleen geoptimaliseerde collectiebeheerprocessen. Er is ook druk op catalogeersystemen om efficiënter om te gaan met
metadata en metacontent. Met metacontent bedoelen we de inhoudelijke
beschrijvingen zoals bijvoorbeeld covers,
leesfragmenten of recensies.
Het semantisch web zorgt voor toenemende mogelijkheden. Het web staat
immers niet stil en evolueert gestaag naar
een semantisch web, wat ook wel eens als
web 3.0 wordt omschreven, waarbij informatie en data uit uiteenlopende bronnen en sectoren automatisch aan elkaar
gekoppeld worden, wat opnieuw resulteert in nieuwe inhoudelijke verrijkingen
en contexten. Het spreekt voor zich dat
collectiebeheerprocessen hierop in zullen
spelen, en dat integratie en automatisering zich opdringen.
Geen kunst- en vliegwerk
Zoals we al eerder opmerkten, de activiteiten en initiatieven van alle werven zijn
afhankelijk van elkaar. Collectiebeheer
kan niet zonder gecentraliseerde data.
Digitale collecties vragen om een
gebruiksvriendelijke toegang. De werven hebben elkaar nodig om goed te
functioneren en om de digitale bibliotheek als een goed geolied en coherent geheel te kunnen aanbieden aan
de burger. We moeten, als een goede
architect, de verschillende initiatieven
dan ook onderbrengen in een globale
IT-architectuur voor de bibliotheken. De
nieuwe IT-architectuur moet werk maken
van een rationalisering van het bestaande
systeemlandschap (lees: dubbele systemen en functionaliteiten wegwerken) en
de onderlinge koppelingen optimaliseren.
Dit zal niet alleen de complexiteit van de
IT-architectuur vereenvoudigen, maar
daarmee ook de kosten drukken. Dit is
dan ook de laatste en zevende werf.
Het is uiteraard niet de bedoeling dat de
groei van digitale collecties en diensten
en de ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke digitale bibliotheek leidt tot
een uitbreiding met allerlei IT-systemen
die met kunst- en vliegwerk op elkaar
aangesloten worden. Daarom wijst de
studie op het belang om het aantal systemen dat vandaag gebruikt wordt te
consolideren. Een noodzaak bij deze vereenvoudiging is het gebruik van open
en modulaire IT-systemen. Een tussenlaag zoals bijvoorbeeld een bibliotheekhub, dit is een ‘verkeerswisselaar’ voor
IT-systemen en datastromen, kan ervoor
zorgen dat alle systemen die in het netwerk met elkaar gekoppeld zijn, ook efficiënt en probleemloos informatie kunnen
uitwisselen.
De digitale bibliotheek van
morgen
We willen de bibliotheek van morgen
vrijwaren van prijzige en weinig flexibele
IT-systemen, met alle mogelijke risico’s
die daaraan verbonden zijn. We willen de
digitale bibliotheek niet laten uitgroeien
tot een hightech spaghetti waarin we ons
dreigen te verslikken. Dus hebben we een
langetermijnvisie en richtinggevend kader
voor een vereenvoudiging en hervorming
hard nodig. De studie Een toekomstvisie
voor de digitale bibliotheek houdt onze
bibliotheeksector niet alleen een spiegel
voor, maar heeft ook aandacht voor een
mogelijke remediëring.
uit om met vereende krachten aan de
slag te gaan binnen de zeven werven om
samen de digitale bibliotheek van morgen
tot stand te brengen. Daarvoor moeten
we een integraal instrumentarium ontwikkelen voor rapportering en analyse
en inzetten op de verdere ontwikkeling
van onze IT-maturiteit. De inspanningen
voor onze aanwezigheid op het web moeten we intensifiëren en professionaliseren
en één toegangslogin voor onze gehele
dienstverlening blijft een belangrijk aandachtspunt.
We kunnen de groei van digitale collecties
en bijhorende diensten mogelijk maken
en ruimte creëren voor open data in collectiemanagement en catalografie. Ten
slotte moeten we componenten uit het
IT-landschap van de digitale bibliotheek
consolideren om zo de IT-complexiteit
een halt toe te roepen en de kosten te
drukken. Kortom, de studie geeft aan
welke richting we moeten inslaan. Door
onze aandacht toe te spitsen op deze
werven kunnen we ervoor zorgen dat we
samen de omslag naar de digitale bibliotheek van morgen kunnen maken.
>De studie systeemarchitectuur voor de digitale
bibliotheek is te lezen op:
http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Over_
Bibnet/Onderzoek/Systeemarchitectuur%20
voor%20de%20digitale%20bibliotheek
Die remediëring houdt in dat we niet
alleen innoveren, maar ook rationaliseren
en optimaliseren. Een glimmend innovatielaagje met bijhorende toeters en bellen volstaat niet. Open en herbruikbare
IT-systemen die schaalvergroting mogelijk maken, zijn een basisvoorwaarde als
we de digitale bibliotheek verder willen uitbouwen. De studie geeft aan op
welke manier we binnen de verschillende
domeinen van de digitale bibliotheek daar
naar toe kunnen groeien.
De studie nodigt de hele bibliotheeksector
META 2014 |4 |
13
interview
Wat betekent de integratie
van hogeschoolopleidingen
in de universiteiten voor de
bibliotheken?
Julie Hendrickx en Christin Ho
Foto’s Benoit Vermeeren
Sinds de start van dit academiejaar zijn de hogeschoolopleidingen van ‘academisch niveau’
zoals industrieel ingenieur, architect, vertaler/tolk, journalist en handelswetenschappen universitaire opleidingen. De voordelen van deze integratie zouden aanzienlijk zijn: het verschil tussen ‘academische opleidingen’ aan universiteiten en de ‘opleidingen van academisch niveau’
in de hogescholen wordt voorgoed opgeheven. De structuur van het hoger onderwijs wordt
duidelijker en de versnippering van onderzoeksmiddelen zou vermeden worden.
De universiteiten zijn nu verantwoordelijk voor onder andere
het onderwijs- en onderzoeksbeleid van de betrokken opleidingen, de kwaliteitszorg, het personeelsbeleid en het uitreiken van diploma’s. In totaal betekent de integratie ook een
verschuiving van 23.000 studenten en +/- 2500 personeelsleden naar de universiteiten. Wat verandert er voor de betrokken
bibliotheken? META sprak met Erika Meel (hoofdbibliothecaris bibliotheken HUB-KAHO), Trudi Noordermeer (hoofdbibliothecaris Universiteitsbibliotheek Antwerpen), Veerle Van
Conkelberge (planning officer Universiteitsbibliotheek Gent),
Hilde Van Kiel (hoofd van de Campusbibliotheken Wetenschap
& Technologie en Biomedische Wetenschappen Katholieke
Universiteit Leuven), Sofie Vandroemme (hoofdbibliothecaris bibliotheken Hogeschool van Gent) en Patrick Vanouplines
(hoofdbibliothecaris Vrije Universiteit Brussel).
Wat betekent integratie voor de bibliotheekwerking?
Trudi: Voor ons betekent het de sluiting van twee bibliotheken
en het integreren van studenten in grotere bibliotheken. Het
is een overgangssituatie, we proberen alles zoveel mogelijk te
integreren. We willen zo weinig mogelijk locaties, maar wel
goed geoutilleerd. De focus ligt op de elektronische bibliotheek
en werkplekken voor de studenten. Het kan zijn dat de bibliotheken fusioneren.
Veerle: Bij ons verloopt het op dezelfde manier. De twee
grote bibliotheken die overkomen worden geïntegreerd in een
bestaande faculteitsbibliotheek, waarvan een al tegen op 1 oktober 2013. Tegen 2018 zal de andere verhuisd zijn.
Hilde: Bij ons is dat niet het geval. Er sluit geen enkele bibliotheek. Integendeel, wij bouwen er nog een aantal nieuwe bij. Wij
zijn wel al tien jaar bezig met die integratie, het is geen nieuw
gegeven voor ons.
V.l.n.r. Patrick Vanouplines, Trudi Noordermeer, Hilde Van Kiel, Sofie Vandroemme,
Erika Meel en Veerle Van Conkelberge.
Het is wel wennen dat we opeens zoveel locaties hebben. We
hadden enkel Leuven en Kulak (de universiteitscampus van de
Katholieke Universiteit Leuven in Kortrijk) en nu hebben we
zowat in elke stad in Vlaanderen een bibliotheek. Daarom spreken wij ook over KULLOC (KULeuven op locatie). Maar we proberen echt wel een bibliotheekbeleid voor de hele associatie
te maken en niet zozeer te spreken van een universiteit en een
hogeschool.
Patrick: Wat de Brusselse associatie betreft is het heel eenvoudig. We zijn de kleinste associatie met een hogeschool
waarvan de academische opleidingen geïntegreerd zijn. Aan
de VUB hadden we altijd al een zeer gecentraliseerde aanpak
met de centrale bibliotheek op de Campus Oefenplein en de
medische bibliotheek op Campus Jette. De academische opleidingen aan de Nijverheidskaai gaan binnenkort verhuizen naar
Campus Oefenplein.
Sofie: Bij ons is het ongeveer hetzelfde verhaal, twee bibliotheken zijn UGent bibliotheken geworden en twee andere collecties
blijven geïntegreerd in een HoGent bibliotheek, gezien de UGent
studenten ook op de HoGent campus blijven.
Erika: Ik denk dat er bij ons in de associatie KU Leuven grote
verschillen zijn tussen hogescholen met academische studenten
en hogescholen die voornamelijk of zelfs alleen de professionele
opleidingen hebben. Zij ondervinden weinig van die integratie
maar zijn uiteraard wel volwaardig en actief lid van de associatiewerking. Zowel HUB als KAHO hebben redelijk veel KULLOCstudenten en wij zorgen ervoor dat de studenten er zo weinig
mogelijk last van ondervinden en ze vooral van de voordelen
kunnen genieten. Hier en daar zullen er wel verhuizingen en veranderingen plaatsgrijpen, maar eigenlijk niet naar Leuven toe
omdat de partners niet hoeven te verhuizen. Zo zijn wij al gefusioneerd met KAHO en Thomas More Antwerpen (professioneel)
is gefusioneerd met Mechelen. Het samengaan met de meeste
andere hogescholen maakt deel uit van het meerjarenplan.
Hilde: Van de twaalf hogescholen die tot de associatie horen,
worden er vijf clusters gevormd: Vives, HUB-KAHO, Thomas
META 2014 |4 |
15
interview
More , KHLeuven en KHLim en LUCA. Aan de ene kant hebben
we het verhaal rond de clustervorming, aan de andere kant worden we geconfronteerd met het ontstaan van nieuwe faculteiten: Industriële Ingenieurswetenschappen en Architectuur. Er
is ook nog de faculteit Economie met drie à vier locaties in
Vlaanderen waar je een collectie voor moet gaan vormen. Dat
maakt het complex.
Trudi: Bij ons is het inderdaad ook zo dat we twee nieuwe
faculteiten hebben: Toegepaste Ingenieurswetenschappen en
Ontwerpwetenschappen. En de opleidingen Kinesitherapie en
Toegepaste Taalkunde stromen in bij de faculteiten Geneeskunde
en Letteren.
En heeft die integratie ook impact op het bibliotheekbudget?
Trudi: Faculteiten kregen natuurlijk ook allemaal een budget
voor hun werking. Toegepaste Ingenieurswetenschappen en
Ontwerpwetenschappen hebben binnen hun werkingsbudget
ook een budget samengesteld om hun eigen collectie verder
uit te bouwen en wij hebben ook een deel van hun collectie
overgenomen. En ze hebben ook bijgedragen aan de gestegen
prijzen van abonnementen.
Patrick: Het is vergelijkbaar met onze situatie.
Veerle: Bij ons is er wel wat discussie. Er zijn ook prijzen van
abonnementen gestegen van faculteiten die niets met de integratie te maken hebben. Het is een gevoelig onderwerp binnen
de universiteit.
Patrick: Het hangt natuurlijk ook af van de manier waarop je
middelen verzamelt voor het bibliotheekbudget. Bij ons is er
een centraal budget dat wordt afgesplitst voordat het over de
faculteiten wordt verdeeld.
Veerle: Wij hebben ook een centraal budget dat wordt verdeeld
onder faculteiten, maar hoe dat juist verloopt voor de integrerende opleidingen, daar bestaat discussie over.
Hilde: Daar hebben wij geen discussie over. Wij hebben een
bedrag gekregen om de elektronische bronnen die wij als KU
Leuven hadden uit te rollen over de academische opleidingen.
Maar wij hebben geen verdeelsleutel daarover. Wij hebben drie
jaar geleden inventarisatielijsten gemaakt van onze elektronische bronnen om te zien hoeveel we zouden moeten krijgen. We
zien dat uitgevers van biomedische tijdschriften de prijzen sterk
aanpassen terwijl er weinig kinesitherapiestudenten bijkomen.
Trudi: Wij hebben een bibliotheekraad die hierover mee beslist.
Wij bespreken hoe wij gefinancierd worden en hoe extra budgetten worden verdeeld. Ik heb een centraal budget en per
faculteit is er een zekere autonomie om zelf te bepalen hoeveel
geld ze erin steken. Door de effecten van de prijsstijgingen van
Elsevier moet er opnieuw berekend worden hoeveel elke faculteit moet bijdragen.
Erika: In de Associatie KU Leuven is er afgesproken dat er bij de
integrerende opleidingen zou gekeken worden naar alle e- en
papieren abonnementen die daar liepen en er zoveel mogelijk
abonnementen zouden stopgezet worden omdat het al in KU
Leuven beschikbaar is. Dit is een goede zaak omdat we een
aantal collega’s in de faculteiten van de KULLOC hebben kunnen overtuigen om over te stappen naar het gebruik van alleen
digitale bronnen. In een eerste fase hebben wij met HUB toch al
60.000 euro kunnen besparen. Binnenkort komen wij weer terug
1 6 | META 2014 | 4
samen en gaan wij alle lijsten van lopende tijdschriften nakijken
en abonnementen opzeggen die door het centrale budget van
KU Leuven kunnen opgevangen worden. Je moet dit ieder jaar
blijven herhalen.
Hilde: Wij hebben ons eerst geconcentreerd op onze elektronische bronnen en gekeken naar waar het grootste financiële
risico zat. Binnen de associatie hebben wij een hele procedure
gestart voor de aankopen. Gaan we over tot nieuwe aankopen?
En op welk niveau moeten er afspraken gemaakt worden? Is
het aangevraagd materiaal beschikbaar bij onze partners? Wij
hebben gemerkt dat we hetzelfde zullen moeten doen voor
onze papieren collectie omdat we enorm verspreid zitten over
verschillende locaties.
Sofie: Wij hebben een aantal abonnementen kunnen schrappen
die overgenomen zijn door UGent zonder al te veel problemen.
Maar de rest van het budget werd niet aangetast, een groot deel
van het budget behoort toe aan de vakgroepen en die kunnen
er gebruik van blijven maken.
Trudi: Bij ons is het ook volledig geharmoniseerd. Het enige
probleem waar wij mee te kampen hebben is een collectie elektronische boeken. De hogescholen hadden die collectie gekocht
en die werd ook veel gebruikt. Nu moet de universiteit het tienvoudige betalen om diezelfde set van boeken aan te kopen. En
daar heb ik eigenlijk geen budget voor. Voor de rest worden voor
de nieuwe faculteiten nieuwe collecties opgebouwd.
Zijn de leveranciers en uitgeverijen ingeschakeld bij die integratie?
Hilde: Het is complex. Wij hebben uiteindelijk vrij duidelijke
cijferrapporten gemaakt met het aantal hogescholen en hun
studentenaantallen. De uitgevers zagen waar er verschuivingen waren gebeurd. Ze wilden ons wel niet altijd volgen in het
nieuwe verhaal. Het grootste obstakel hadden we van tevoren
omzeild. We hebben heel veel tijd in Elsevier gestoken omdat
dat financieel het zwaarste contract was en het verviel ook voor
de andere contracten. Als wij daar een zware consequentie hadden aanvaard, dan konden we geen garantie bieden aan de
andere uitgeverijen om contracten te verlengen.
Binnen de associatie is er dan wel degelijk sprake van het gezamenlijk aanschaffen van toegang tot elektronische informatiebronnen?
Sofie: Via consortia wel, maar de toegang loopt niet via hetzelfde netwerk. Het is niet de bedoeling dat HoGent op het
netwerk van UGent zitten en omgekeerd. De contracten worden samen afgesloten, maar wel met andere voorwaarden en
prijszettingen voor universiteiten of hogescholen. De associatiepartners hebben nog geen onderlinge contracten afgesloten.
Trudi: Dat gebeurt bij ons op dezelfde manier, de universiteit en
de hogescholen sluiten zelf nog contracten af. Er is wel enige
sprake van afstemming.
Erika: We maken intern wel afspraken, maar als wij denken dat
wij te klein zijn om zelf een contract af te sluiten dan proberen
we dat samen te doen met partners in samenspraak met de
uitgevers. Uit ervaring is gebleken dat je op grotere schaal iets
gedaan kan krijgen bij de leveranciers.
Is er binnen de associatie ook sprake van een afgestemd collectiebeleid?
Sofie: Vroeger waren wij niet op elkaar afgestemd omdat wij
interview
“Respect voor elkaars eigenheid en proberen elkaar te begrijpen in
een proces van integratie is heel belangrijk.”
totaal andere behoeften hebben. Eigenlijk heeft het voor ons
niet zoveel zin. Elektronisch kunnen wij dat bijna niet doen,
omwille van licentievoorwaarden.
te zeggen dat ze naar Hasselt zouden moeten gaan voor boeken over bijv. boekhouden. Het besluit werd gemaakt dat de
basiscollectie overal aanwezig moet zijn.
Trudi: Wij zijn wel degelijk op elkaar afgestemd en willen ook
een collectieplan opstellen voor de hele associatie. De Vlaamse
Erfgoedbibliotheek is begonnen met het opstellen van een
basismodel om collectieprofielen op te stellen van de huidige
collectie en collectievormingsprofielen voor in de toekomst. Ik
hoop dat dit een basismodel oplevert dat wij aan de universiteit
ook voor andere collecties kunnen gebruiken.
Trudi: Binnen de Antwerpse associatie kunnen alle studenten
boeken lenen in alle bibliotheken. Wij zorgen er dus voor dat
het materiaal binnen handbereik is. We trachten overbodige
dubbels te vermijden.
Erika: Er worden ook andere accenten gelegd. De universiteiten
zullen meer onderzoeksinformatie en -diensten aankopen terwijl
hogescholen in eerste instantie op zoek gaan naar materiaal
voor onderwijs. Er moet wel overlegd worden. Waarom zou je
als hogeschool een duur boek aankopen als de universiteit het
al heeft? En waarom zou de universiteit didactisch materiaal
aankopen als studenten het al kunnen gebruiken in de hogeschool? Een basiscollectie moet gevormd worden met duidelijke afspraken, maar bijvoorbeeld een papieren krant, zolang
het blijft bestaan, moet overal beschikbaar zijn.
Hilde: In onze samenwerking wordt er nog heel veel papier aangekocht voor de architectuur- en kunstopleidingen. Daar zie je
die verwevenheid heel sterk. Wat wij ook hebben gedaan binnen de groep Wetenschap & Technologie is dat de bibliotheken
met een FIIW (Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen)
opleiding en architectuur onze richtlijnen mee moesten volgen.
Er wordt wel samengewerkt, maar een groot collectiebeleid voor
onze associatie gaat niet lukken. Het is zoals Erika zei dat het
academische enorm onderzoeksgericht is. Wat ik koop voor mijn
bibliotheek is 90 à 95 procent onderzoek, terwijl de bibliotheken
van de hogescholen veel meer praten met onderwijsmensen en
niet zozeer met onderzoek bezig zijn. Wij zijn in veel mindere
mate bezig met onderwijs. Dat verschil zie je heel sterk.
Hilde: Wij hebben ooit eens de oefening gemaakt in het begin
om te achterhalen wat de collectiesterktes waren, hoe actueel
ze waren, hoeveel anderstalige boeken er beschikbaar waren en
van welke onderwerpsgebieden we de meeste boeken in huis
hadden. Maar aangezien de associatie KU Leuven over het hele
land verspreid is, is het moeilijk om tegen studenten uit Brugge
Trudi: Voor ons is het eigenlijk ook wel een verrijking. De uitleenzaken zijn op elkaar afgestemd. Iedereen kan makkelijk bij
elkaar lenen. De Universiteit Antwerpen is zeer sterk gegroeid
sinds 2003. In dat jaar fuseerden de drie universitaire instellingen en zij hadden gezamenlijk 7.000 studenten. Dit aantal is nu
bijna verdrievoudigd.
META 2014 |4 |
17
INTERVIEW
Patrick: Wat wij ook gedaan hebben is er voor zorgen dat alle
Brusselse studenten kunnen genieten van onze faciliteiten.
informatie te krijgen. Het zoeken naar de juiste plaats om een
vraag te stellen, vergde veel tijd.
Zijn er bibliotheken waar door de integratie de verschillende
bibliotheeksystemen op elkaar moesten afgestemd worden?
Hilde: Dat is de afgelopen zes à zeven jaar gebeurd, stap voor
stap.
Erika: We hebben ook een aantal jaren een aparte deelgroep
gehad binnen onze bibliotheekwerking die als opdracht had
management en beleid mee voor te bereiden. Het was een vrij
beperkte groep van mensen die mee moesten nadenken over
onder meer een missie en een kwaliteitsstandaard. Zij bereidden documenten voor met een aantal beleidsrichtlijnen die uiteindelijk in documenten werden gegoten. Voordat het dus in
de algemene groep van de bibliotheekwerking kwam, werd het
uitgepluisd door die managementgroep. Zo hebben wij heel wat
beleidsdocumenten goedgekeurd gekregen voor de integratie, zodat er achteraf geen discussies ontstonden. Die managementgroep werd opgeheven voordat de integratie plaatsvond.
Trudi: Bij ons zatten alle partners al in het Brocade-systeem,
behalve de Hoge Zeevaartschool. Maar er moesten wel conversies gebeuren, omdat collecties overgingen van de hogescholen
naar de universiteit.
Veerle: Bij ons zijn er veel conversies moeten gebeuren, maar
wij hebben ervoor gezorgd dat die afgerond waren voor de
integratie.
Hilde: Wat wij veel eerder beslist hebben is dat alle elektronische bronnen moesten verlopen via een dienst binnen KU
Leuven, ook die van de professionele. En daardoor konden wij
ook al drie jaar geleden aan die dienst vragen om ons lijsten te
bezorgen van wat iedereen heeft om de overlappingen beginnen te zoeken.
Veerle: De Universiteit Gent heeft een bibliotheekbeleid en missie en degenen die integreren gaan mee in dat beleid na overleg,
maar ze wordt geen gezamenlijk beleid voor de hele associatie.
De associatie heeft ook niet de ambitie om zoiets te verwezenlijken, het wordt ook niet ondersteund.
Trudi: Aan de Universiteit van Antwerpen zou het wel in die
richting kunnen evolueren. Bij ons is het ook niet zo ingewikkeld.
Als ik het goed hoor, zijn jullie al lang bezig met die integratie.
Hoe lang duurden de voorbereidingen?
Veerle: Wij hebben drie hogescholen in de associatie, de integratie van de kinesisten van de Arteveldehogeschool was al
verwezenlijkt.
Patrick: Idem voor de situatie in Brussel. Er is een goede samenwerking en verstandhouding met de bibliothecaris van de hogeschool.
Hilde: Wij zijn tien tot twaalf jaar bezig geweest met die integratie en al vijf jaar hebben wij ons ingespannen voor die e-bronnen. We hebben heel veel voorbereidend werk gedaan, zodat
de overgang vlekkeloos zou gebeuren.
Wat zijn de zaken die nu nog moeten aangepakt worden?
Veerle: Ik denk dat voor ons de grootste uitdaging de gemengde
bibliotheken zijn waar twee faculteiten bij betrokken zijn. Dat
is nog niet in evenwicht. In Kortrijk is dat een bibliotheek met
een personeelslid dat ook deels werkt voor de hogeschool. Het
is zeer complex.
Wat zijn de grootste knelpunten geweest?
Hilde: Je moest heel veel van elkaar leren en ook goed naar
elkaar luisteren. Alle bibliotheken zaten in een eigen beleidsomgeving. Het duurde daarom ook wat langer om elkaar te
kunnen begrijpen.
Trudi: Er deden zich ook misverstanden voor. Je hanteert
dezelfde termen, maar iedereen gebruikt een andere invulling.
Erika: Er zijn zelfs collega’s binnen hogescholen die hun budget nog altijd niet weten en ook niet betrokken worden bij het
opmaken van een budget. Binnen hogescholen zijn er ook heel
wat verschillen en die kwamen tot uiting als wij allerlei afspraken probeerden te maken. Ze verliezen wel niet hun autonomie
want uiteraard blijven professionele opleidingen autonoom, ook
al werken zij samen binnen de associatie.
Hilde: Er zijn nooit obstakels geweest die niet konden opgelost
worden. Het heeft soms wel een tijdje geduurd, zoals de implementatie van Primo. We zijn er wel altijd uitgeraakt.
Trudi: Respect voor elkaars eigenheid en proberen elkaar te
begrijpen in een proces van integratie is heel belangrijk. Als
je dat niet doet, wordt het heel moeilijk om samen te werken.
Hilde: Ik heb enorm veel energie moeten steken in het uitpluizen van hoe die associatie eruit zag en waar ik mijn contactpersonen had en wie ik moest aanspreken voor welk dossier. Ik
heb heel vaak mails gestuurd naar verschillende personen om
1 8 | META 2014 | 4
Sofie: Het kan best zijn dat de gemengde campus een tijdelijke
situatie is. Ik vind ook dat als academische en professionele
studenten naar de bibliotheek komen ze niet het gevoel mogen
krijgen dat de ene meer waard is dan de andere. Zolang de
eindgebruiker er niets van merkt, denk ik dat gemengde campussen blijven werken.
Hilde: Een heel complex probleem voor ons is KHLim, omdat
wij opleidingen organiseren samen met UHasselt. De studenten
worden aan UHasselt toegewezen, we zijn er nu in geslaagd
om die studenten kenbaar te maken binnen de associatie aan
KU Leuven en er voor te zorgen dat ze toegang krijgen tot
onze bronnen. Maar wat betreft het personeel neemt ofwel KU
Leuven ofwel UHasselt ze aan. Dezelfde personeelsleden binnen dezelfde faculteit aan beide universiteiten krijgen toegang
tot verschillende bronnen en dat is zeer complex.
> Lees verder p. 44
artikel
E-boeken in de bib
Met het ‘E-boeken in de Bib’-project kunnen bibliotheken vanaf mei 2014 e-boeken lenen aan
hun gebruikers. Bibliotheekgebruikers kopen in hun bib een e-boekenkaart aan met leentegoed,
waarmee ze een aantal e-boeken naar keuze telkens voor vier weken kunnen lenen. Zij lezen
de gekozen boeken op de eigen tablet of smartphone. Binnen de muren van de bib zijn alle
e-boeken uit dit project steeds vrij toegankelijk. Na één jaar evalueren alle belanghebbenden
dit project grondig, en kan een doorstart overwogen worden.
E-boeken in Vlaanderen:
status questionis
Johan Delaure, Bibnet
Al ruim 10 jaren kunnen we in Vlaanderen
via de website van de Digitale Bibliotheek
voor de Nederlandse Letteren (http://
dbnl.org/) digitale boeken lezen. Het aanbod is overwegend publiek domein: rechtenvrije titels, of met andere woorden:
werken van auteurs die ruim 70 jaar zijn
overleden. Veel van de titels vind je ook
terug in project Gutenberg (http://www.
gutenberg.org). De werking van DBNL
wordt gefinancierd in een gezamenlijk initiatief van Nederland en Vlaanderen en
de insteek is vooral cultuurhistorisch. Dat
maakt dat zowel het aanbod als de wijze
van aanbieden minder gericht is op het
brede publiek. Als je op zoek bent naar
hedendaags leesvoer blijf je bij DBNL op
je honger. Tot vorig jaar kon je in de openbare bibliotheekwerking van Nederland
en Vlaanderen geen andere digitale boeken vinden.
Als het gaat om rechtenhoudende titels
zijn de bibliotheken aangewezen op bilaterale overeenkomsten met de rechthebbenden omdat er geen leenrecht van
toepassing is (zie eerdere bijdrage in
dit blad). Bibliotheken kunnen dus niet
zomaar naar een boekhandel stappen en
e-boeken kopen om uit te lenen. Omdat
auteurs hun commerciële belangen
doorgaans overlaten aan hun uitgevers,
betekent dit dat bibliotheken moeten
onderhandelen met uitgevers. En vervolgens moeten uitgevers onderhandelen
met hun auteurs. Vaak beschikken uitgevers in de Lage Landen (nog) niet over
de rechten om de digitale versie van een
boek te laten uitlenen door bibliotheken.
Dit is een van de redenen waarom het
uitlenen van e-boeken nog experimenteel is, en waarom het aanbod beperkt
is. Dat we van start gaan met een relatief beperkt en eenvoudig proefproject
komt ook de bibliotheeksector goed uit:
op deze wijze kunnen we de geraamde
investeringen meer spreiden in de tijd.
En door het experimenteel karakter van
het project krijgen we meer ruimte om
uit te maken waar nu eigenlijk de meerwaarde van de bibliotheek ten aanzien
van e-boeken ligt.
META 2014 |4 |
19
artikel
“Het heikele punt
is echter dat
het aanbod zeer
beperkt is en in
ieder geval dat niet
elke commerciële
titel zonder meer
in de collectie van
de bibliotheek kan
opgenomen worden.”
mee aan de slag kan. Het one copy/one
use model is vandaag het overheersende
in de e-uitleenpraktijken in de westerse
wereld. Het is echter een model dat de
meerwaarde van de digitale toegang
ontkent en eigenlijk is het voor zowel
bibliotheken als rechthebbenden een
gewrongen model: een hoop geld, geld
dat had kunnen vloeien naar rechthebbenden, vloeit naar een informatica die
ervoor moet zorgen dat niet te veel mensen via de bibliotheek aan lectuur kunnen.
Hoewel er niet zoiets bestaat als een ‘digitaal exemplaar’ waar maar één gebruiker
tegelijkertijd aankan, wordt het wel kunstmatig gecreëerd. Het comfort van digitale
content, namelijk de gelijktijdige toegang
en de immer beschikbaarheid, wordt niet
gerealiseerd, wat haaks staat op de verwachtingen van het publiek.
In onze Lage Landen is echter zowel aan
de zijde van uitgevers als aan de zijde van
de organisaties die onderhandelen voor
de bibliotheken geopteerd dit model
niet te volgen en in te zetten op de digitale meerwaarde. Het verdienmodel dat
daarmee samengaat is het model waarbij
er betaald wordt per uitlening. Er wordt
niet zozeer betaald om de titel in bezit te
hebben (wat is immers nog ‘bezit’ als het
gaat om digitale bestanden?); er wordt
Het heikele punt voor de bibliotheken is ook niet meer ingezet op een onderechter dat het aanbod zeer beperkt is en scheidende collectie (de grootste digitale
in ieder geval dat niet elke commerci- ‘bibliotheek’ is immers Amazon.com of bij
piratenwebsites). Dit model is ook levensële titel zonder meer in de collectie van
de bibliotheek kan opgenomen worden. vatbaar in tijden van drastische besparinOfwel de auteur ofwel de uitgever kun- gen op collectiebudgetten.
nen weigeren om een titel te laten opneUitgevers bij ons zijn bovendien uitermate
men in het digitale uitleenmodel van de
bezorgd dat een bibliothecair aanbod
bibliotheken. Wij zijn voorstander van een
recht op e-uitleen door bibliotheken, met van digitale boeken 7/7 de voornaamuiteraard het nodige (financiële) respect ste redenen voor eindgebruikers om te
kopen zou wegnemen en dat de publieke
voor auteur en hun uitgevers.
opinie gesterkt wordt in de opvatting dat
In de Angelsaksische en Scandinavische wat digitaal is, gratis moet zijn. Om beide
landen, Duitsland, Frankrijk zijn er nu al redenen vragen (en sommige eisen) ze
langer modellen ontwikkeld om com- dat een digitale leenpropositie voor de
merciële e-boeken te laten uitlenen door eindgebruiker betalend is.
bibliotheken. Op enkele varianten na werken ze allemaal volgens het model one Volgens dit model is het uitlenen gestart
copy/one use. Dit gebruiksmodel is ont- in Nederland. Daar zullen op termijn tot
staan door te zoeken naar een evenwicht 5000 titels aangeboden worden met vertussen enerzijds het potentieel kosteloos schillende gebruiksvoorwaarden afhankelijk van de leeftijd van het boek. Een
en ongebreideld kopiëren van digitale
bestanden op het internet en anderzijds e-boeken gebruiksrecht zal daar 20 euro
kosten voor 18 uitleningen. In mei starhet belang van de rechthebbenden om
ten we in Vlaanderen met een 400 titels
een vergoeding voor hun literair werk te
verkrijgen. Omdat helemaal niet duide- van Vlaamse uitgevers (50/50 fictie en
lijk was wat een verdienmodel bij kosten- non-fictie) die kunnen geleend worloze digitale toegang kan zijn, greep men den met een e-boekenkaart van 5 euro
terug naar de kenmerken van het uitlenen voor 3 uitleningen. De e-boeken worden
in de fysieke wereld: de titels worden ter enkel aangeboden in een leestoepassing
beschikking gesteld als exemplaren waar (app) voor tablets waardoor ze ook zonsteeds maar één gebruiker tegelijkertijd der internetconnectie gelezen kunnen
2
0 | META 2014 | 4
worden. Voor rechthebbenden houdt de
leestoepassing een beveiliging in tegen
onrechtmatig gebruik en kopiëren. Voor
de eindgebruiker is het de makkelijkste
manier van werken. Het dienstenmodel
laat toe dat alle boeken steeds beschikbaar zijn. De gebruiker dient niet te reserveren of te wachten tot een andere lezer
gedaan heeft met lezen. Om het vergoedingsregime hiervoor betaalbaar te houden, dient de gebruiker wel mee te betalen. Het succes van de uitleningen kan zo
de bibliotheek niet verarmen. 5 euro is
een behoorlijke instapkost, maar toch niet
onoverkomelijk. En er zijn geen reserverings- of maningskosten te regelen. Tot
slot, binnen de muren van de bibliotheek staat de collectie volledig gratis
ter beschikking zodat de bibliotheek haar
taak om mensen boeken te laten verkennen en ontdekken op die wijze kan invullen.
“Twee derde (214) van
de Vlaamse openbare
bibliotheken hebben
ingeschreven op
het model. Samen
bedienen ze een
werkgebied van
meer dan 5 miljoen
inwoners.”
Twee derde (214) van de Vlaamse openbare bibliotheken hebben ingeschreven
op het model. Samen bedienen ze een
werkgebied van meer dan 5 miljoen inwoners. Als de pilot in 2014 succesvol blijkt
te zijn, zal er met de Vlaamse Overheid,
met de bibliotheken en met de rechthebbenden gezocht worden naar een vertaling van de huidige voorwaarden naar een
meer duurzaam model.
++
Artikel
Pro
Contra
Jan Collet, Openbare Bibliotheek Kalmthout
Johan Vandendriessche, Openbare Bibliotheek Zwalm
“Mijn indruk is dat dit kan lukken als we er zelf in geloven en de
schouders onder zetten.”
“De introductie van e-boeken in de bibliotheek, zoals dit nu op tafel ligt, is
een doodgeboren beestje.”
Begin mei gaat ‘E-boeken in de bib’ van start, eindelijk. Na jaren
Een verdorven geest zou kunnen denken dat er snel een overeenkomst met
voorbereidingstijd kan Bibnet dit voor Vlaanderen belangrijke
de uitgeverswereld werd bedongen om ‘toch maar iets te doen’, aangezien
proefproject op de rails zetten. Achteraf gezien lijkt dit van-
iedereen het er roerend over eens is dat de bibliotheek ‘op een kantelpunt’
zelfsprekend, maar de realisatie — samen met de Vlaamse boe-
staat, dat ze de trein van de nieuwe media niet mag missen en dat ze haar
kensector — ging niet zonder slag of stoot, en leek soms een
rol in deze moet spelen. Volledig akkoord, maar dan moet de bib die rol ook
processie van Echternach. Uiteenlopende belangen en ambities
volledig kunnen vervullen. En dat is met het huidige aanbod niet het geval.
moesten op een lijn gebracht worden. En ook de bibliotheeksec-
Voelt de sector dat ook zelf niet aan? Neem eens een kijkje op de site van
tor spaarde soms niet met kritiek. Alleen al om dit tot een goed
LOCUS: op de thuispagina geen woord over e-boeken, en je zou toch denken
einde gebracht te hebben, verdient Bibnet een pluim.
dat de lancering van zoiets als het aanbieden van digitale boeken met veel
fanfare zou gepaard gaan. Niets daarvan, de lanceerdatum is zelfs uitgesteld,
Het startschot is gegeven en de bal gaat aan het rollen. Meer dan
blijkbaar is er nog een probleempje met Apple … Is dit dan niet voldoende
twee derde van de Vlaamse bibliotheken doet mee, waardoor
doordacht geweest? Je vindt wat dieper in de site wel een tekst over het
potentieel meer dan vijf miljoen inwoners bereikt kunnen worden.
waarom van e-boeken in de bib, met verwijzingen naar de rol van de bib als
Nu is het aan de deelnemende bibliotheken om er een succes
“wegwijzer”, “belangrijke gidsrol”, “nieuwe aanbod”, “kwalitatieve selectie” en
van te maken. En de hamvraag is: gaat dat lukken? Deze vraag
“nieuw publiek”, maar dan glijdt de tekst af naar “proeven van digitaal lezen”,
is niet onterecht als je ziet dat een gelijkaardige lancering — met
“binnen de bib gratis en onbeperkt”, maar “Om ze thuis te lezen wordt een
veel meer middelen dan in Vlaanderen — onlangs in Nederland in
drempel ingevoerd”. Excuse me? Dat is volgens mij geen aanbod, maar een
een catastrofe is geëindigd (zie het artikel ‘Landelijke e-booksite
proefbordje. Een nieuw publiek lokken? Misschien een enkeling die het eens
is een drama’ van Jan de Waal op bibliotheekblad.nl).
wil proberen, maar wie reeds e-leest, wat kan die aan met een aanbod van,
wat, 415, sorry 418, titels?
Maar anders dan de Nederlandse collega’s heeft Bibnet van in
het begin voor betrokkenheid van de sector en transparantie
Is dat de fout van LOCUS, waarschijnlijk niet? De uitgeverswereld is zeer ach-
gekozen. De voorbije jaren zijn er voldoende bijeenkomsten
terdochtig en weigerachtig om die digitale content vrij te geven, de angst
geweest waarop enerzijds de sector wensen en bezwaren kon
om de greep te verliezen (waarschijnlijk zit de ervaring van muziek op het
uiten en anderzijds Bibnet haar werkwijze kon toelichten en voor
net daar voor iets tussen) is te groot. Wie leest e-boeken ? Mensen die het
begrip en realisme kon pleiten. Tussen wens en werkelijkheid ligt
handig vinden (vooral op reis) om een — groot — aanbod op een klein toe-
een wereld van verschil, leerden we hieruit, zeker als het om de
stel mee te kunnen nemen. E-lezers van het eerste uur hebben een e-reader
mogelijkheden en de beperkingen bij het uitlenen van e-boeken
(schermpje met e-Ink, ‘soft on the eyes’, garantie voor urenlang leesgemak),
door bibliotheken gaat. Om een werkbaar compromis met de
boeken kunnen ze downloaden in epub-formaat. Het aanbod van de biblio-
boekensector uit de brand te slepen, is Bibnet tot het uiterste
theken kan je alleen lezen via een app op een tablet.
gegaan. Nu is het aan ons om er lokaal een succes van te maken,
het compromis toe te lichten en te verdedigen naar onze mede-
En dan de prijs… Een ingewikkelde constructie (een “module … in aanvang zo
werkers, bestuurders en bezoekers.
eenvoudig mogelijk gehouden” — wordt dit later dan nog moeilijker? — geen
Mijn indruk is dat dit kan lukken als we er zelf in geloven en
dan nog eens afgetopt met een prijskaartje voor de lener en de bib mag deze
de schouders onder zetten. Na toelichting en discussie vond
kost niet zelf op zich nemen (kan ik hier met mijn ogen rollen?). Wat het de
koppeling met het plaatselijke uitleensysteem — én een ticketsysteem) wordt
het beheersorgaan van bibliotheek Kalmthout bijvoorbeeld het
bibliotheek zal kosten, hangt af van het aantal instappers … Trek daar maar
voorstel niet slecht en verdedigbaar. Het aanbod is interessant
eens mee naar je bestuur. Jarenlang de gebruiker ‘lokken’ met een gratis
en divers, alle Vlaamse uitgeverijen doen in meer of mindere
aanbod, en als je iets nieuws aanbiedt, ‘laat proeven’, moet die meteen in de
mate mee en men heeft begrip voor de technische uitwerking
geldbuidel tasten. Ik weet wel, er wordt overal gedacht om het gratis-verhaal
en het gekozen platform (tablets). Ook het kostenplaatje vormt
te ondermijnen, maar bij de lancering geld vragen, wringt toch een beetje.
geen hinderpaal, was het standpunt. Niet echt tegenkantingen gehoord, waarna onze bibliotheek groen licht kreeg om in
Begrijp me niet verkeerd: we moeten met de bibliotheek ‘mee’ zijn, maar
te stappen in het proefproject. Kalmthout doet dus mee. Met
alleen maar mee zijn, is m.i. niet voldoende. Op termijn zal en moet de bib
enthousiaste medewerkers, die vol goesting terugkwamen van
meer zijn dan alleen maar een proefcentrum, we moeten verdorie e-boeken
de startdagen van Bibnet waarop het project toegelicht werd.
náást onze gedrukte materialen als volwaardig medium kunnen aanbieden,
zodat de lezer geen keuze moet maken en gewoon kan ‘meenemen’ wat hij wil.
En of we het later “een mijlpaal in de geschiedenis van het
Vlaamse bibliotheekwezen” noemen (Paul Wouters) of verzei-
Kunnen wij de uitgeverswereld echt niet duidelijker overtuigen, na al die
len in een Digileenscenario (Jan Van Herreweghe), zoals sceptici
decennia van fysiek uitlenen, dat de bibliotheek ook voor hen een meer-
vrezen? Dat is voer voor later. Misschien moeten we ons eerder
waarde is? Wat hebben de bibliotheken al niet uitgegeven, m.a.w. geld in hun
laten inspireren door retailexpert Gino Van Ossel (Omni chan-
laatje gebracht, door al die miljoenen aankopen van fysieke boeken? Ik kan
nel in retail. Het antwoord op e-commerce) die tips geeft hoe
als individuele koper van boeken bij Barnes & Noble mijn boeken uitlenen
winkelketens zich kunnen aanpassen aan de nieuwe consument.
aan vrienden, waarom kan een bibliotheek in Vlaanderen dat dan niet? Is die
Experimenteer, is alvast een belangrijke tip. “Leren op uw bek
technische drempel zo hoog en onbetrouwbaar ?
gaan en snel kunnen schakelen”, stelt de auteur. ‘E-boeken in
de bib’ past hiermee als doe-spoor in het transitie- en groei-
Begrijp me niet verkeerd: onze bibliotheek zal ook e-boeken aanbieden, zal
traject Bib2020, dat voor een omslag in de bibliotheeksector
mee zijn, en begrijpt ook ten volle het belang van deze evolutie. Maar nu nog
moet dienen.
niet, niet onder deze vorm.
META 2014 |4 |
21
artikel
Een stand van zaken
uit Nederland
Raymond Snijders, Hogeschool Windesheim
Toen ik in 2007 mijn eerste e-reader, de
iLiad, aanschafte zag ik de toekomst helder voor me. Niet alleen kon ik nu volop
e-boeken gaan aanschaffen, ook voor de
Nederlandse bibliotheken zou het kansen gaan bieden. De e-readers waren er
en dus kon het niet lang meer duren of
er zouden voldoende e-boeken moeten
zijn om als lezer te kunnen profiteren van
een collectie e-boeken die je gewoon kon
lenen.
Het liep toch anders uiteindelijk.
Nederlandse uitgevers bleken voorzichtig te zijn met hun titels als e-boek op de
markt te brengen. De discussies gingen
over verdienmodellen, prijzen en vooral
beveiliging van e-boeken. In de eerste
jaren werden er weinig Nederlandstalige
titels uitgebracht, waren ze beveiligd
met strenge DRM en werden ze verkocht
voor prijzen die niet ver onder die van
de fysieke boeken lagen. Pas vanaf 2011
wordt de verkoop van e-boeken (mee)
geteld in de verkoopcijfers van boeken
in Nederland en is te zien dat het aandeel
ervan ook eindelijk begint te stijgen. In
2011 werden 0,55 miljoen e-boeken verkocht. Het jaar daarop waren dat er 1,2
miljoen en in 2013 1,95 miljoen. De bijna
2 miljoen e-boeken — inmiddels grotendeels ontdaan van Adobe DRM en nu
voorzien van watermerkbeveiliging —
waren daarmee goed voor 4,6 procent
van de totale afzet van vorig jaar.
Nu vinden uitgevers de verkoop het interessantst maar is het voor bibliotheken
belangrijker dat alle titels wel als e-boeken verkrijgbaar zijn. Nederlandse uitgevers brengen nauwelijks oudere titels
digitaal uit en lijken zich te beperken tot
de nieuwe titels. Hierdoor is het langzaam
gegaan in Nederland met de groei van het
aanbod. Het CB rapporteerde begin januari 2014 dat er ruim 28.000 e-boektitels
beschikbaar waren terwijl er 80.000 titels
in fysieke vorm leverbaar zijn.
De afgelopen jaren werd er geëxperimenteerd met diverse e-boekdiensten bij de
Nederlandse openbare bibliotheken.
Achter de schermen werd onderhandeld
met uitgevers om tot een uitleenmodel
met passende vergoedingen te komen en
om een zo breed mogelijk aanbod van
titels binnen te halen. Ondertussen werden klassieke Nederlandstalige e-boeken — inmiddels niet meer beschermd
door het auteursrecht — als apps
2
2 | META 2014 | 4
artikel
aangeboden, volgde een samenwerking
met Public Library Online waarbij 300
titels als streaming e-boek beschikbaar
kwamen en werd een pilot in de eerste
helft van 2013 gedaan met streaming
e-boeken op een eigen platform. Deze
‘Lees Meer’-campagne testte o.a. de interesse van leden en niet-leden om ca. 90
Nederlandstalige e-boeken (alleen) via
een internetbrowser te lezen.
Na deze pilot volgde de aankondiging van
twee e-boekdiensten. Als eerste begonnen de bibliotheken in de zomer van 2013
met de VakantieBieb-app. Elke schoolvakantie worden tientallen e-boeken via
de VakantieBieb-app gedurende enkele
weken aangeboden. En voor januari 2014
werd het nieuwe e-boekplatform aangekondigd dat in eerste instantie 5000 titels
uitleenbaar zou moeten gaan maken. Dit
platform werd eind januari 2014 ook
daadwerkelijk gelanceerd en zijn er inmiddels duizenden titels als streaming e-boek
beschikbaar, kunnen ze in een browser
of in de Bibliotheek-app gelezen worden
en is ca. 20 procent ook te downloaden
voor gebruik op één van de ruim 1 miljoen
e-readers die in Nederland verkocht zijn.
De eerste maanden kunnen alle bibliotheekleden zonder meerkost gebruik
maken van deze nieuwe dienst, waarbij er maximaal vijf e-boeken tegelijk
geleend kunnen worden die op een persoonlijke boekenplank bewaard worden.
Tussentijds inleveren is echter niet mogelijk dus heb je vijf e-boeken geleend, dan
zul je moeten wachten tot de uitleentermijn van drie weken verstreken is en de
geleende e-boeken weer verdwenen zijn.
Op die manier houden de bibliotheken
ook de leenvergoedingen binnen de perken die ze per uitlening aan de auteur of
uitgever betalen.
per se in de vraag van bibliotheekleden.
5000 titels klinkt als veel maar het gaat
om slechts een klein deel van de leverbare 28.000 titels. Het kleine deel waar
uitgevers zonder bezwaren afspraken
over wilden maken en dat zijn bijna per
definitie oudere en minder goed verkopende titels. De goed lopende populaire
titels ontbreken in het aanbod. Dit is extra
problematisch gezien het voornemen van
de bibliotheken om dat huidige aanbod
van 5000 titels te gaan splitsen in twee
groepen. Eén groep met alle titels die tot
en met drie jaar oud zijn en een groep
met de titels die ouder dan drie jaar zijn.
De eerste groep met recentere titels dient
als pluspakket bestempeld te worden en
leden zullen alleen nog maar toegang
krijgen met bijbetaling. 20 euro voor het
lenen van 18 titels.
Maar wie wil extra gaan betalen voor een
pluspakket als daar niet de echt actuele
titels en bestsellers in zitten? De Stichting
BNL heeft in elk geval recentelijk besloten de introductie van dit pluspakket tot
nader order uit te stellen.
Laatst pakte ik mijn oude iLiad uit de
kast en dacht terug aan de verwachtingen van toen. Ook al is het nu zeven jaar
later, ik kwam tot de conclusie dat we nog
steeds maar aan het begin staan van de
ontwikkelingen rondom e-boeken. De
e-boekencampagne van EBLIDA is ook
in Nederland nog steeds hard nodig.
“5000 titels klinkt
als veel maar het
gaat om slechts
een klein deel van
de leverbare 28.000
titels.”
Het is zonder twijfel een mooie dienst om
duizenden e-boektitels onbeperkt uit te
kunnen lenen en die vervolgens online,
via de Bibliotheek-app en (deels) op een
e-reader gelezen kunnen worden. Toch
is het moeilijk om niet naar de beperkingen te kijken want de dienst voorziet niet
META 2014 |4 |
23
signalement
Algemene Ledenvergadering VVBAD 2014
2
4 | META 2014 | 4
17 maart 2014
signalement
Open bestuursvergadering sectie OB
Open bestuursvergadering sectie WDI
Open bestuursvergadering sectie HSB
Open bestuursvergadering sectie AHDI
Foto boven: Algemeen voorzitter Patrick Vanouplines koos voor een originele invalshoek
om zijn voordracht te kaderen.
Grote foto links: Receptie in De Schelp, gezien door de glazen bodem van het Vlaams
Parlement.
Kleine foto’s: de diverse open bestuursvergaderingen.
> Meer foto’s op www.flickr.com/photos/vvbad
> Zie ook p. 38
META 2014 |4 |
Open bestuursvergadering commissie OKBV
25
etalage
Het team achter de Master-na-Master
Archivistiek: Erfgoed- en Hedendaags
Documentbeheer
Frank Scheelings en Gustaaf Janssens, VUB
Een klein en goed interuniversitair samenwerkend team. De Master na Master Archivistiek:
Erfgoed- en Hedendaags Documentbeheer loopt niet in de kijker in archief- en erfgoedland,
waar grotere spelers opvallen. Toch is in zo goed als elke archiefdienst in Vlaanderen één van
hun afgestudeerden aan het werk.
Wanneer werd de opleiding opgericht?
De Master werd in 1989 aan de Vrije Universiteit
Brussel opgericht als Bijzondere Licentie
Archiveringstechnieken. We vieren dit jaar
dus ons zilveren jubileum. Toen we begonnen,
bestond er in België geen academische opleiding voor archivarissen. Daardoor hadden we
dat eerste jaar meer dan dertig zeer gemotiveerde studenten, die vaak al als archivaris aan
de slag waren en die hun werk beter wilden
doen. De KU Leuven startte het jaar erop met
een gelijkaardige opleiding. Uiteraard was dat
voor geen van beide leefbaar. We zijn al snel
gaan samenwerken, hebben Gent erbij betrokken en op 1 oktober 1993 ging de nieuwe, interuniversitaire opleiding van start.
Hoe hebben jullie vanuit de opleiding de sector zien evolueren?
In de jaren tachtig was het archiefwezen weinig ontwikkeld. Door de wetten op de privacy
(1992) en op openbaarheid van bestuur (1994)
ontstond de noodzaak om het documentbeheer beter te organiseren en om archieven
professioneler en volgens standaarden te
beheren. Einde jaren negentig groeide ook de
belangstelling voor erfgoed. Het decreet over
volkscultuur, en de oprichting van de steunpunten (Vlaams Centrum voor Volkscultuur
en Culturele Biografie Vlaanderen), mondde
uit in het eerste Erfgoeddecreet (2004). In
dezelfde periode kwam de automatisering van
de administratie en dus het documentbeheer in
de belangstelling. Dat alles resulteerde in een
vraag naar opgeleide archivarissen en documentbeheerders. We hebben in 25 jaar meer
dan 360 diploma’s afgeleverd. Al die afgestudeerden leiden of bevolken nu de belangrijkste
archiefdiensten in Vlaanderen. Zij zijn ook actief
bij steunpunten en in werkgroepen.
Welke ambities willen jullie als team nog graag
verwezenlijken?
We dromen van een tweejarige masteropleiding in een breed interuniversitair samenwerkingsverband. De opleiding Informatie- en
Bibliotheekwetenschappen is een natuurlijke partner, maar erfgoedgeöriënteerde
2
6 | META 2014 | 4
Gustaaf Janssens, Bart Ballaux, Karel Velle, Frank Scheelings (voorzitter), Eddy Put en Wouter Verbeke
(niet op de foto) zijn de docenten. Daarbij komt ook het personeel van het Universiteitsarchief van de
VUB voor de morele en praktische steun.
opleidingen zoals (publieks)geschiedenis,
kunstgeschiedenis en literatuurwetenschap
zijn dat ook. Bovendien willen we samenwerken met opleidingen die het geautomatiseerd
documentbeheer ondersteunen, dit om de
noodzakelijke en veelgevraagde opleiding van
digitale archivarissen (records managers) verder uit te bouwen. We hopen dat het onderwijsbeleid flexibiliseert, zodat we ooit de kans
krijgen om het bestaande programma fundamenteel te vernieuwen.
Wat maakt jullie team zo uniek?
Ons team is uniek door het gemeenschappelijke uitgangspunt: we delen de bezorgdheid
voor archieven en zijn ervan overtuigd dat een
democratische samenleving goed archief- en
documentbeheer nodig heeft. Daar komt nog
bij dat wij bijna allemaal naast docent ook voltijds archivaris zijn, zodat in ons werk theorie
en praktijk elkaar vinden. Na 25 jaar kijken we
met enige trots naar onze afgestudeerden en
naar het veld, maar de uitdaging ligt in wat
komen zal.
“We hebben in 25
jaar meer dan
360 diploma’s
afgeleverd.
Al die
afgestudeerden
leiden of
bevolken nu de
belangrijkste
archiefdiensten
in Vlaanderen.”
inzet
Beatrice De Clippeleir:
“Het is heerlijk om te werken met
kunst- en architectuurboeken”
Hoe ben je in de bibliotheeksector beland?
Vlak na mijn afstuderen, Wijsbegeerte aan de
UGent, kon ik halftijds een vriendin vervangen
die werkzaam was in de Sint-Lucasbibliotheek
in Gent. Daarnaast doceerde ik filosofie in
IPSOC, Kortrijk. Toen ik kon kiezen tussen voltijds lesgeven of voltijds bibliothecaris worden
koos ik voor het laatste. Niet in het minst omdat
het heerlijk was om te werken met kunst- en
architectuurboeken, en vooral ook voor kunststudenten en docenten. Ook de omgeving, het
mooie centrum van Gent, was erg aanlokkelijk.
De baan bleek, en is dat tot op heden, bijzonder kleurrijk.
Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? En
wat was je motivatie om lid te worden?
In 1982-‘83 werd voor het eerst een universitaire bibliotheekopleiding aangeboden aan de
UIA (nu UA). Het was precies wat ik zocht. De
studie gaf me de kans om te professionaliseren
en de Sint-Lucasbibliotheek toekomstgericht
uit te bouwen. Aangezien ik de studie met overgave was gestart, ben ik toen ook maar meteen
lid geworden van de VVBAD. Ik werd bestuurslid van de sectie WB, later van de sectie SB.
Zodoende deed ik meer vakkennis op, kreeg ik
meer zicht op de bibliotheken in Vlaanderen, en
hun bibliothecarissen. Ook leerde ik de internationale bibliotheekorganisaties kennen zoals
IFLA en LIBER. Uitwisseling van kennis en ervaring heb ik altijd als enorm inspirerend ervaren.
Het lijkt me de grote kracht van een vakgroepvereniging zoals de VVBAD.
In 2000 richtte je samen met Saskia Scheltjens
OKBV (Overleg Kunstbibliotheken Vlaanderen)
op. Hoe zijn jullie daartoe gekomen?
Mijn eerste ervaring met een kunstbibliothekenvereniging was op de IFLA Section of Art
Libraries conferentie in Amsterdam (1986). Daar
leerde ik Maggy Wishaupt (KB) kennen, de
toenmalige organisatrice, samen met verschillende leden van het Overleg Kunstbibliotheken
Nederland (OKBN). Ook leden van ARLIS/UK,
ARLIS/NA, AKMB en ‘les Bibliothèques d’Art’
waren aanwezig. Na meermaals de congressen van de kunstbibliotheekverenigingen in
Europa te hebben bijgewoond groeide het
besef dat in België / Vlaanderen, waar zoveel
kunstbibliotheken aanwezig zijn, er ook nood
was aan zo’n vereniging. In samenwerking met
het OKBN organiseerde ik (e.a.) voor de kunst­
bibliothecarissen van Nederland en België een
symposium in Den Haag ‘Grensverkenningen
(1994)’. Samen met Saskia Scheltjens organiseerde ik een studiedag in de Boekentoren van
de UGent over ‘Kunstnaslagwerken op cd-rom
(1999)’. De opkomst was zo groot dat we de
tijd rijp vonden om het OKBV op te richten. In
die periode en wat later kregen verschillende
kunstbibliotheken in Vlaanderen een echt
élan (cfr. o.a. nieuwe kunstbibliotheken zoals
Museumbibliotheek PMMK, Museumbibliotheek
SMAK, MOMU bibliotheek ...). De kracht en het
succes van het OKBV valt mijn inziens te verklaren door het feit dat de thematiek dwars
door alle bestaande secties en schotten liep.
Dit intersectoriële gaf later ook energie aan
wat men de ‘erfgoedbibliotheken’ ging noemen, waarvan er een deel de facto kunstbibliotheken zijn.
Hoe zie je de BAD-sector in de toekomst evolueren?
Wat nog een tijd zal doorgaan is wat we rondom
ons zien gebeuren: centralisatie van bibliotheken en bibliotheekcollecties. Standaardisering
van bibliotheeksystemen, samenvoegen van
catalogi en koppelingen met andere digitale
bestanden. Meer digitalisering en open access.
Grote uitdagingen zijn: Hoe gaan we om met
die omvangrijke (digitale) inhouden, hoe beoordelen we de relevantie, hoe garanderen we de
betrouwbaarheid? Hoe gaan we om met het
verlies aan privacy, het digitaal bewaren van al
onze acties? Hoe bewaren we de fragiele technische bestanden duurzaam voor de toekomst,
en hoe betaalbaar is dat? Hoe verhinderen we
dat informatiestromen worden uitgezet. Het
zijn vragen die de bibliotheekwereld overstijgen.
En wat zijn specifiek voor de kunstbibliotheken de belangrijkste uitdagingen?
Uiteraard gelden de punten hierboven aangehaald ook voor kunstbibliotheken. De kunstbibliotheken in het onderwijs worden vaker
opgenomen in een groter geheel. Is er nog voldoende aandacht voor de specificiteit van hun
collecties i.v.m. consultatie, verwerking, vorm,
opstelling etc ... De fragiele en unieke collecties
vragen veel meer zorg. Digitalisering van deze
collecties is complexer en dus duurder. Het
museumdecreet is nu geïntegreerd in het overkoepelende Cultureel-erfgoeddecreet. Welke
weerslag heeft dit op de museumbibliotheken.
Het is belangrijk dat de
VVBAD naast de belangen van
de openbare en wetenschappelijke bibliotheken voldoende
aandacht heeft voor de thematische specialisaties zoals
kunstbibliotheken, muziekbibliotheken, etc … die een specifiek bibliotheekbeleid vereisen.
Wat raad je jonge mensen aan
die zich willen engageren in
de vereniging?
Engagement in een bibliotheekvereniging geeft de
kans om kennis te maken
met professioneel gelijkgezinden. Het geeft perspectief
aan je werk, relativiteitszin
en het werkt erg stimulerend
als je terugkomend van een
vergadering / symposium
nieuwe ideeën hebt, en daar
met nieuwe moed aan begint
te werken.
Béatrice De Clippeleir is
Campusbibliothecaris in
de Sint-Lucasbibliotheek
Gent, de bibliotheek van de
LUCA School of Arts en de
Faculteit Architectuur KUL.
Ze is ook redactielid van
Hoe zou de VVBAD kunnen inspelen op die
veranderingen?
META.
META 2014 |4 |
27
over de GRENS
De Beste Bibliotheek van Nederland
Wendy de Graaff, WdG Communicatie & Organisatie
Bijna iedereen houdt van wedstrijden. Of het nu om sport gaat of talentenjachten, we zien
graag iemand winnen en — helaas zit dat ook in ieder van ons — iemand zien verliezen kan ook
prachtig tragisch zijn om naar te kijken. Bibliotheekblad en de VVBAD doen mee aan die wedstrijdcultuur door in samenwerking met NBD Biblion de verkiezing van De Beste Bibliotheek
van Nederland en van Vlaanderen en Brussel te organiseren. Bepalen wie de beste is, is dat
niet een tikje hoogmoedig? En heeft het zin?
Mystery Guest
Al jaren publiceert Bibliotheekblad mystery
guest-artikelen waarin bibliotheken kritisch
worden besproken op de volgende onderdelen: locatie, exterieur, interieur, uitstraling, collectie, activiteiten, logistiek, computers, site,
openingstijden, tarieven en personeel.
Deze graag gelezen beoordelingen in het vakblad hebben eerst in Nederland en later ook in
Vlaanderen geleid tot de wedstrijd. Dat idee
was niet onomstreden, maar heeft wel steeds
meer terrein gewonnen. Er zijn grote lokale verschillen tussen bibliotheken die naast uiteenlopende budgetten vooral te maken hebben
met verschil in visie op het vak. Is het om die
reden eigenlijk wel mogelijk om ze te vergelijken? Dat doen de jury’s dan ook niet! Uit het
feit dat bij de vorige editie van de wedstrijd
het op het oog eenvoudige Balen won van het
gelikte Genk zegt al genoeg. De jury beoordeelt
iedere bibliotheek op zich op haar merites, op
dié plaats voor dié inwoners. Daarbij houden
zij zich zeker voor ogen dat achter het uiterlijk van een Susan Boyle een verassende stem
kan schuilen.
Kleintjes
De longlist met bibliotheken die meedingen
komt tot stand doordat bij het vak betrokkenen hun eigen vestiging of collega bibliotheek
opgeven. In Vlaanderen wordt er een tussenstap gemaakt: bibliotheken op de longlist
mobiliseren hun leden op hen te stemmen en
de twee best scorende per gewest komen op
de shortlist. Het gebeurt niet vaak dat genomineerden van deelname afzien, maar het komt
voor. Meestal omdat deze bibliotheken vinden
“dat ze er nog niet klaar voor zijn” of omdat
ze niet van deze vorm van verkiezing houden.
In Vlaanderen haakte dit jaar een kanshebber
af omdat hij het systeem van stemmen werven onprettig vindt. Sinds 2013 werkt men in
Nederland met drie categorieën op basis van
de grootte van het werkgebied. Kleintjes zijn
bibliotheken in een werkgebied tot 20.000
inwoners, middelgrote werken in een gebied
2
8 | META 2014 | 4
tot 80.000 inwoners en grote bedienen gebieden met meer dan 80.000 inwoners. Deze verdeling is gemaakt omdat bleek dat de ‘kleintjes’
vaak hoog scoorden, maar desondanks niet
wonnen. Uitgaan van qua werkgebied ongeveer
gelijke bibliotheken zou tot een evenwichtiger
beoordeling leiden. Alle betrokkenen oordelen
positief over deze werkwijze die dus drie winnaar opleverde.
And the winner is…
De beste bibliotheken van Nederland zijn, van
klein naar groot, Laren, Nieuwegein en Arnhem.
Over Laren vermeldde het juryrapport: “Een
activiteit als het dagelijks inloopspreekuur voor
alle vragen op het gebied van internet, mobiele
telefoons of digitaal fotograferen is een gouden vondst. De bibliotheek heeft een duidelijk
eigen gezicht waar de prachtige Larencollectie
een belangrijke rol in speelt en dat spreekt de
jury zeer aan.” Daarnaast is er in Laren ook
nog sprake van een prachtig leescafé met terras, intensieve samenwerking met lokale culturele instellingen en zeer ruime openingstijden.
Deze bekroning was onomstreden. Bij de middelgrote had de jury het wat moeilijker, maar
won uiteindelijke Nieuwegein. “Eenmaal binnen
raakte de jury meer en meer onder de indruk
van de ondernemingslust van de bibliotheek,
die een duidelijk keuze heeft gemaakt om,
naast het aanbieden van de traditionele media,
een lokaal informatiecentrum te zijn, waarmee
zeer uiteenlopende doelgroepen bij de bibliotheek betrokken worden.” De nieuw gebouwde
bibliotheek in Arnhem door bureau Neutelings
Riedijk (van het MAS in Antwerpen) voldeed
aan de verwachtingen: “Alles ademt kwaliteit
in Arnhem, inclusief de collectie, en men heeft,
ook zo kort na de opening, aan details gedacht.
Toch strekt de bewondering van de jury verder dan het uiterlijk: met partners als de volksuniversiteit en het erfgoedcentrum werkt de
bibliotheek vanaf de opening daadwerkelijk
samen, bijvoorbeeld in een programmaraad en
door hun marketing- en communicatieteams
samen te voegen.” Alle drie deze bibliotheken
zijn inspirerende voorbeelden!
Van boven naar onder: de bibliotheken van
Laren, Nieuwegein en Arnhem.
over de GRENS
> Zie ook p. 32
Lef
Hoe komt de jury tot haar oordeel? De bibliotheken op de shortlist worden bezocht door
mystery guests. De jury bepaalt haar uiteindelijke keuze door een gezamenlijk bezoek aan
de toppers uit de shortlist, een gesprek met
directie en medewerkers en kritisch rondkijken. Er worden door de jury zeker niet alleen
mooie gebouwen bekroond, het gaat er om of
de inrichting onderdeel uitmaakt van een integrale visie op het werk. Ook binnen opgelegde
beperkingen in ruimte, openingsuren of mediabudget, waar vrijwel alle bibliotheken mee te
maken hebben, worden verassend creatieve
keuzes gemaakt. Juist in de lokale invulling van
het werk en de eigen signatuur is de jury geïnteresseerd. Een belangrijke constatering is dat
een bibliotheek vooral zo goed is als de mensen die het beleid bepalen en zeker zo goed als
de mensen die er werken!
alle genomineerden zijn zeker een bezoek
waard, bibliothecarissen kunnen er inspiratie
op doen voor hun eigen werk. Bibliotheekblad
organiseert dit jaar op verzoek een rondreis
langs de Nederlandse winnaars van 2013, die
meteen uitverkocht was.
Het bibliotheekvak is druk bezig om via faceliften en nieuwbouw spraakmakende voorzieningen neer te zetten die het werk op een
hoger plan brengen. Dat is precies de reden
waarom Bibliotheekblad de verkiezing organiseert: doordat vakgenoten, klanten en subsidiegevers over bibliotheken en de eisen die zij
daar aan stellen praten, stimuleert de wedstrijd
ontwikkeling en de vernieuwing.
U hoeft het dus helemaal niet met de jury of
met de werkwijze eens te zijn om de Verkiezing
van de Beste Bibliotheek tot een succes te
maken. Als u er maar over praat!
“Bibliotheekblad
organiseert
dit jaar op
verzoek een
rondreis langs
de Nederlandse
winnaars van
2013, die meteen
uitverkocht
was.”
Wat zijn punten die bij de beoordeling zwaar
wegen? De collectie vormt het fundament van
iedere bibliotheek, die moet inhoudelijk goed
zijn en professioneel gepresenteerd worden.
Flexibiliteit hoort bij deze tijd,
de inrichting moet het mogelijk maken wisselende collectieonderdelen extra aandacht te
geven en verschillende activiteiten te organiseren. Het personeel moet naast deskundig
ook proactief zijn. De jury’s
houden van bibliotheken die
lef uitstralen en laten zien dat
zij qua uiterlijk en activiteiten eigentijdse uitnodigende
instellingen zijn met een lage
drempel.
Reisgids
Wat zijn, naast dat het altijd
leuk is om te winnen of hoog te
eindigen, dat medewerkers het
als motiverend ervaren en dat het aandacht van
de pers oplevert, de positieve kanten aan de
wedstrijd? De wedstrijd is een ideale reisgids:
De Nederlandse winnaars van 2013.
META 2014 |4 |
29
trend
Zuiddag – work for
change: ook de bib!
Leonie Lanssens, WINOB Provincie West-Vlaanderen
In Bibliotheek- & archiefgids 2010/4 lieten we Lotte De
Bruyn (Ladda vzw) in het artikel ‘vuurtje stook in de bibliotheek’ vanuit jeugdcultuur reeds kijken naar de bibliotheek,
boeken en hun toekomst. Een van de conclusies was dat
jongeren en bibliotheken niet bepaald een ‘perfect match’ zijn. In plaats van ons daarbij neer
te leggen is het echter belangrijk na te gaan hoe de bib iets kan betekenen voor jongeren en
vice versa. In dialoog treden is hierbij ontzettend belangrijk en laat nu net dat zijn wat we met
een aantal jongeren tijdens de Zuiddag deden.
Zuiddag is een leuk en eenvoudig concept
waarbij 10.000 geëngageerde jongeren voor
één dag de handen uit de mouwen steken.
Scholieren van het vierde middelbaar of hoger
gaan tijdens de lesuren één dag vrijwillig werken bij een bedrijf, organisatie of overheid uit
hun buurt. Hun vergoeding staan ze af aan een
jongerenproject in het Zuiden. WINOB bood
graag een werkplek aan en bedacht een aantrekkelijke eendaagse job die hen op een aangename manier liet kennismaken met de sector, maar waarbij we tegelijkertijd ook hun visie
konden horen.
8 leerlingen van 15 en 16 jaar reageerden op de
vacature. Uiteindelijk ontvingen we 5 enthousiaste meiden die de bib echt wel genegen zijn,
maar er omwille van tijdsgebrek weinig komen.
Al van bij hun sollicitatie werd duidelijk dat ze
meer wilden weten over de bib. Ze stelden de
meest uiteenlopende vragen van budget over
inrichting tot aankoopbeleid. Een blik voor en
achter de schermen drong zich op en was duidelijk een trigger om op Zuiddag voor deze job
te kiezen. De bib van Brugge wilde deze jonge
dames graag ontvangen.
De bib als rustpunt
Na de kennismaking met de bibliotheek gingen ze zelf aan de slag. Het opzet was een creatieve brainstorm waarin elk zijn ideeën over
‘de bibliotheek’ kon loslaten. Een videocamera,
een fototoestel, tijdschriften, stiften, post-it’s
en kleurige papieren werden voorzien om een
moodboard te maken. Centrale vraag hierbij:
hoe jongeren stimuleren om naar de bibliotheek te gaan? Wat zowel vanuit de inhoudelijke werking van de bib (collectie, bijkomende
activiteiten of projectwerking) als de fysieke
inrichting kon benaderd worden. Al gauw bleek
dat hulpmiddelen overbodig waren. De jongedames waren rad van tong en dus werd de hele
middag gepraat over de bibliotheek.
Onderwerpen als de (digitale) leeskring, de
3
0 | META 2014 | 4
leeszaal (dé plek bij uitstek om samen, maar
toch alleen te studeren), het bibliotheekimago,
het interieur en de communicatie van de bib
passeerden de revue. De jongeren hebben nog
steeds het gevoel dat er voor hen geen plaats
is in de bib, noch de kinderenafdeling, noch de
volwassenafdeling biedt hen wat ze nodig hebben. Een eigen ruimte (zeker ook fysiek) waar
ze sneller hun weg vinden naar boeken voor
hun leeftijd kan daar zeker bij helpen. Zelf spraken de meiden over ‘overgangsboeken’, fictie
met een volwassen thema, maar op hun maat
geschreven, die dan ook nog per thema opgesteld staan.
Naast fictie zijn muziek en film belangrijk. De
dames willen er graag andere muziek- en
filmgenres leren kennen. Het beluisteren van
muziek gebeurt dan wel via koptelefoons. Stilte
en rust staan voor deze jongeren centraal in de
bibliotheek. Ze zien de bib als een rustpunt in
hun drukke leven. Het is niet nodig dat er ook
hier massa’s prikkels op hen afkomen.
“De jongeren
hebben nog
steeds het
gevoel dat er
voor hen geen
plaats is in
de bib, noch
de kinderen­
afdeling, noch
de volwassen­
afdeling biedt
hen wat ze
nodig hebben.”
De Biekorf (bib Brugge) is hiervoor ideaal: niet
te wit, geen te schreeuwerige kleuren en het is
er huiselijk sfeervol. De vele kleine zitruimtes
zijn essentieel en geven een gevoel van privacy.
Gehoord en betrokken worden
Op het einde van de dag zijn de dames bijzonder blij dat er eens naar hen geluisterd werd en
dat hun mening er toe deed. Eén jongedame
gaf een treffende vergelijking: “wanneer een
stagiaire op school les komt geven, wordt onze
mening nooit gevraagd. Wij kregen wel de les
en zouden ook wel willen zeggen wat we ervan
vonden.”
> Voor verder informatie over Zuiddag:
www.zuiddag.be
>Deze bevindingen komen op een
aantal vlakken mooi overeen met de
resultaten uit het eerdere onderzoek
van de Openbare Bibliotheek van
We besloten dus vooral dat jongeren willen
gehoord en betrokken worden. Ze hebben niet
de grootste verwachtingen of wildste plannen
met de bib, maar willen er gewoon welkom
zijn en er in stilte kennismaken met nieuwigheden.
Gent ‘Bomb the bib’ die de wensen
van jongeren in kaart bracht. Voor
meer informatie: http://www.gent.
be/docs/Departement%20Cultuur/
Bibliotheek/Bomb_the_bib_resultaten_onderzoek.pdf
uitgepakt
Wat zijn preserveringsmetadata?
Henk Vanstappen, PACKED vzw
Om digitale bestanden duurzaam te bewaren en toegankelijk
te houden, wordt beroep gedaan
op een ’digitaal depot’. Eén van
de belangrijkste vereisten voor
een duurzame digitale bewaring
is de documentatie van preserveringsmetadata. Wat zijn preservation metadata, waarvoor heb je ze
nodig en om welke gegevens gaat
het precies?
Preservation metadata?
Om duurzame toegankelijkheid van digitale
bestanden te verzekeren, moet je verschillende
vragen kunnen beantwoorden:
• Kan het bestand nog worden gelezen?
• Wordt het bestand op de juiste manier weergegeven?
• Hoe moet ik het digitale object precies interpreteren? Wat is de context van het bestand?
• Is het digitale object wat het beweert te zijn?
Werd het niet niet bewust of onbewust gewijzigd?
• Hoe heet het digitale object en waar kan ik
het vinden?
Preserveringsmetadata zijn de gegevens die je
nodig hebt om deze vragen te beantwoorden.
Enkele voor de hand liggende voorbeelden zijn:
• een unieke identificatiecode waarmee een
digitaal object wordt aangeduid, zoals een
persistente URI;
• de bewaarplaats van het bestand, zoals het
netwerkpad of een URL;
• informatie om te bepalen of een object werd
gewijzigd, zoals een MD5 checksum.
• een precieze aanduiding van het formaat van
het digitaal bestand.
Daarnaast worden vaak ook eigenschappen
vastgelegd die nodig zijn om het preserveringsbeleid te bepalen: welke eigenschappen van
het bestand moeten precies bewaard blijven?
Dergelijke metadata noemt men de ‘essentiële eigenschappen’ (significant properties) van
een bestand. Wanneer je bijvoorbeeld van een
Word-bestand enkel de inhoud zelf wil bewaren,
zonder de opmaak, vormt de tekst de (enige)
essentiële eigenschap.
Preserveringsmetadata kunnen rechtstreeks
betrekking hebben op het digitale object, maar
ook op de acties die het heeft ondergaan en op
Preserveringsmetadata bevatten alle gegevens om bestanden bruikbaar te houden. Foto: NASA.
de personen of toepassingen die deze acties
hebben uitgevoerd, zoals de datum waarop het
bestand in het eDepot werd opgenomen.
1 PREMIS Editorial Committee.
(2008). PREMIS Data Dictionary for
Preservation Metadata, Version 2.0.
PREMIS
Om preserveringsmetadata uitwisselbaar
te maken, werd een XML-schema ontwikkeld: PREMIS: datadictionary for preservation metadata. 1 PREMIS onderscheidt meer
dan honderd (!) verschillende gegevens die
van belang kunnen zijn om een de duurzame
bewaring en leesbaarheid van een bestand te
garanderen.
url: http://www.oclc.org/research/
projects/pmwg/premis-final.pdf
2 Network Working Group. (2014).
The BagIt File Packaging Format
(V0.97) url: http://www.digitalpreservation.gov/documents/bagitspec.pdf
Vanzelfsprekend worden niet al deze elementen overal gebruikt en toegepast. PREMIS is
meer een staalkaart van metadata-elementen,
waaruit je een overwogen keuze kan maken.
Duurzame metadata
Belangrijk is dat preserveringsmetadata zelf
ook duurzaam bewaard worden. Dat betekent
vooreerst dat ze in een neutraal formaat moeten worden opgeslagen, zoals XML. Verder
moet ook verzekerd worden dat de relatie met
het digitaal object zelf bewaard blijft. Dat kan
door de verwijzing aan de hand van een (persistente) identifier, of door het bestand en de
metadata als een geheel te bewaren, bijvoorbeeld in de vorm van een Bagit. 2
>Dit artikel werd bezorgd door
PACKED vzw dat als expertisecentrum digitaal erfgoed kennis, ervaring en deskundigheid omtrent
digitaal erfgoed centraliseert en verspreidt. Vragen voor PACKED vzw
zijn welkom via [email protected].
META 2014 |4 |
31
interview
Herzele: De Beste Bibliotheek
van Vlaanderen en Brussel
Paul Kellens, Openbare Bibliotheek Herzele
De Openbare Bibliotheek van Herzele werd
op vrijdag 4 april uitgeroepen tot Beste
Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. Volgens
het unaniem besluit van de jury ging de prijs
naar de bibliotheek waar medewerkers zo min
mogelijk achter de balie zitten en waar het hen
zelfs lukt om de dames van de lokale breiclub
met een boek naar huis te laten gaan.
De Openbare Bibliotheek van Herzele werd uitgeroepen tot
Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel, waren jullie aanvankelijk verrast door de nominatie?
Twee jaar geleden hadden we de Oost-Vlaamse prijs van
Boekegem gewonnen en we zagen dat die jury zeer onder de
indruk was van onze huisvesting en onze werking. Het was dus
ook niet verwonderlijk dat ook deze keer de jury in de wolken
was met onze bibliotheek. We wisten dat we hoogst waarschijnlijk de finale zouden halen, maar dat het er zou om spannen
omdat ook bibliotheken als Bree, Kalmthout, Kortrijk en Puurs
er nog bij zaten. Dat we uiteindelijk tot de drie beste bibliotheken zouden behoren werd bevestigd door het bezoek van een
zeskoppige jury. Maar zelfs dan nog bleven we in het ongewisse.
Pas op het moment van de bekendmaking viel de ontknoping.
Hoe beleefden jullie de prijsuitreiking?
Het was alvast heerlijk om met een grote delegatie vanuit
Herzele in het Vlaamse Parlement ontvangen te worden. De
lovende woorden van de voorzitter deden enorm deugd als
bevestiging van ons werk. Het bibteam, ikzelf en ons gemeentebestuur (want Burgemeester Van Tittelboom, de gemeentesecretaris en Sofie Hoefman, schepen van Cultuur, waren er ook
bij) vlogen mekaar meteen in de armen. Het was een deugddoend en emotioneel moment. Onze schepen moest een traantje wegpinken.
Welke reacties kregen jullie op de overwinning?
Meteen na de uitreiking hebben we uiteraard de pers op de
hoogte gebracht, maar meteen kregen we de ene sms na
de andere met felicitaties van collega’s, vrienden en familie.
Ongelooflijk hoe snel het nieuws zich verspreidde. Iedereen
wilde vertellen hoe terecht deze bekroning was voor onze bib.
Er was na de bekendmaking nog een receptie, maar ik werd
zoveel opgebeld dat ik nauwelijks een glas wijn heb kunnen
drinken. Het was heel fijn om zoveel toffe en sportieve reacties
van vele collega’s te krijgen. Je ziet dat zoiets echt leeft in onze
sector. Bibliotheken zijn in Vlaanderen de vanzelfsprekendheid
zelf en men vergeet om die ook eens in schijnwerpers te zetten.
In 2012 wonnen jullie ook al Boekegem, wat maakt de bibliotheek van Herzele zo uniek?
Onze bibliotheek is een deel van de Wattenfabriek. Naast de
bibliotheek hebben we ook een academie voor muziek woord
en dans, een tekenschool, een jeugdhuis, de lokale radio, de
dienst Cultuur en Jeugd in huis en daar bovenop beschikken we
3
2 | META 2014 | 4
nog over een feestzaal en een multimediazaal, Daarom zijn we
meer een cultuurhuis dan zomaar een bibliotheek. Wat ons telkens weer onderscheidt is de nauwe samenwerking tussen deze
partners. Het is in onze werking ingebakken. We doen zo veel
als mogelijk samen met interne, maar ook met externe partners,
zoals sociale en culturele verenigingen, gezinsbonden, seniorengroepen, scholen enz, dat maakt dat we goed ingeburgerd
zijn in onze gemeente. Daarnaast, en dat is een minstens even
bepalende factor, kan ik rekenen op een professioneel en zeer
enthousiast bibliotheekteam, dat het helpen van de bezoekers
als hun eerste en voornaamste taak ziet.
En hoe proberen jullie als team het verschil te maken?
Ons team bestaat uit ervaren mensen en nieuwelingen, jonge
mensen en anciens en elk heeft zijn bijzondere interesses en
competenties. Het is een diverse ploeg waarin ze elkaar zeer
goed aanvullen. Belangrijk is dat iedereen zijn eigen competenties mag gebruiken om de bib boven het alledaagse uit te
tillen. Daarbij af en toe een schouderklopje krijgen doet wonderen. Het lijkt een kleinigheid, maar elke bezoeker begroeten
met zijn of haar voornaam schept een nauwere band met die
bezoeker en daar willen we ook voor gaan. Onze bezoekers en
het personeel zijn één grote familie en dat merken we nu ook
aan de vele felicitaties die we hier in de bib krijgen. Pas op, het
is niet altijd rozengeur en maneschijn. We hebben ook onze conflicten, maar we hebben een cultuur ontwikkeld waarbij goede
afspraken en overleg centraal staat. Ik verwacht van het team
een verregaande loyaliteit. Ik speel als bibliothecaris niet de
baas, maar eerder de coördinator, de verbindingsman en soms
ook de pispaal. Ja, dat hoort er ook bij. Ik heb in ieder geval de
wijsheid niet in pacht en ik laat mijn mensen doen waar ze goed
in zijn (vaak beter dan ikzelf). Ze weten dat ze op mij mogen
rekenen als er verantwoordelijkheid moet genomen worden of
als ze op problemen stuiten. Dat maakt dat we een team zijn
dat die term waardig is.
Doorslaggevend voor de jury waren de inrichting, het multifunctionele gebruik van de ruimte en kwaliteit en presentatie
van de collectie. Hoe bewaken jullie de kwaliteit?
interview
> Zie ook p. 28
Door deze titel binnen te halen kregen we de bevestiging : jullie zijn goed bezig, doe zo voort! Dus doen we voort zoals we
bezig zijn. Regelmatig de collectie saneren, open staan voor
nieuwe initiatieven vanuit personeel of bezoekers (denk maar
aan onze breiclub), mikken op brede samenwerkingen en inhaken op evoluties als sociale media, e-books. Niet vies zijn van
vernieuwende experimenten vind ik persoonlijk voor bibliotheken zeer belangrijk. We zijn bijvoorbeeld deze week gestart met
een boekenruilkast in het station. Wat het zal worden weten
we nog niet, maar dergelijke dingen moet je gewoon doen. In
de marge kan ik zeggen dat we een vertelweek aan het voorbereiden zijn die zelfs internationale allures moet krijgen, maar
eigenlijk mag ik dat nog niet vertellen.
Sofie Hoefman, schepen van Cultuur Herzele
Hoe voelt het om als gemeente de Beste
Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel te hebben?
We beschouwen het als een hele eer, als een
bekroning op het harde werk dat er voorafgegaan is aan de realisatie van de Wattenfabriek.
De titel is in de eerste plaats een eerbetoon aan
het team van de bibliotheek, en ook van alle diensten die in het gebouw zitten. Onze mensen wer-
De jury legde in haar verslag ook hun vinger op de zere plek.
Waren jullie het eens met de genoemde pijnpunten?
Volmondig. De jury onderstreepte het gebrek aan signalisatie
buiten en binnen in de bib. Volkomen terecht en we maken er
op dit ogenblik werk van. Er worden signalisatieborden ontworpen om de bezoekers wegwijs te maken in de bibliotheek
en bij uitbreiding in gans het gebouw. We hanteren daarbij ons
nieuwe logo als basis. Het wordt mooi. Nog meer reden om
eens langs te komen.
ken nl. dagelijks hard om van de Wattenfabriek
een echte thuis te maken.
Wanneer pikte het lokale bestuur het verhaal
van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en
Brussel op?
Op 12 en 13 september 2013 tijdens Informatie
aan zee in Oostende, een initiatief van de VVBAD.
Kan de verkiezing tot Beste Bibliotheek van
Ook moeten we meer aandacht besteden aan frontaalplaatsing,
meer displays neerzetten en koffie op ons leesplein aanbieden. Allemaal terecht en ook daar wordt op dit moment werk
van gemaakt. Voor mij was het trouwens vooral leerrijk wat de
mystery guest ons te vertellen had. Want dat zijn punten waar
we kunnen aan werken. Alleen daarvoor al moet je met zo’n
wedstrijden meedoen.
Vlaanderen en Brussel een impact hebben op
het beleid?
Deze titel is enerzijds een waardering van wat we
al doen; een bevestiging dat “we al goed bezig
zijn”, maar het stimuleert ons zeker ook om het
steeds beter te proberen doen. Dit betekent
vooral dat we, ook op beleidsniveau, kritisch en
creatief moeten blijven. De verwachtingen naar
Wat heeft de toekomst in petto voor de Beste Bibliotheek van
Vlaanderen en Brussel?
Als je vraagt naar mijn persoonlijke visie voor de toekomst?
Dan kan ik alleen maar zeggen dat de bibliotheek in Vlaanderen
alive and kicking is. Boeken waren altijd van deze wereld en
zullen dat nog heel lang blijven. De bibliotheken worden meer
en meer oases van rust, informatie, ontspanning en vooral ontmoeting. Onze eigen missie hebben we aldus verwoord: “De
bib van Herzele is een hedendaagse laagdrempelige bib waar
iedere burger en elke organisatie zich thuis voelt en terecht kan
voor informatie, lezen, levenslang leren, ontmoeting en culturele ontspanning.” Dit geldt, geloof ik, voor elke bibliotheek.
Wij hebben daar nog aan toegevoegd: “Onze bib speelt een
actieve rol in leesbevordering en mediawijsheid en werkt, waar
mogelijk, zoveel mogelijk samen met andere organisaties. Ik
denkt dat dit alles zegt, niet?
onze bib zullen nu ook hoog/hoger liggen, dus
blijft het — zoals altijd — essentieel dat we als
beleidsmaker blijven luisteren naar onze bezoekers, medewerkers … Want zij zijn de mensen
voor wie we het doen; zonder hen kan de bib
geen ‘thuis’ zijn.
Hoe zien jullie de toekomst van jullie openbare
bibliotheek?
Volgens ons wordt de bibliotheek meer en meer
een thuishaven, een ontmoetingsplaats, waar
er “ook nog gelezen kan worden”. In essentie
gaat het in de bib nog steeds om literatuur en
taal, maar meer dan ooit merk je hoe de bibliotheek veel meer wordt: een rustplek, een thuis,
een sociale basis … Naast de uitdagingen rond
digitalisering, denken we dat vooral de laagdrem-
Ik wil daar alleen aan toevoegen dat er heel wat vernieuwende
ideeën broeden in de bibliotheken. Zij moeten de mogelijkheden krijgen en nog meer gestimuleerd worden om deze ideeën
in praktijk te brengen. Het is vooral daar dat de vernieuwing
moet gevoed worden en niet van bovenaf opgelepeld.
peligheid en de warmte van een bib essentieel
zullen blijven.
META 2014 |4 |
33
www.wegwijzerbibliotheken.be

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN
& DOCUMENTATIECENTRA 1
• INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN •
WEGWIJZER
VOOR
BIBLIOTHEKEN
SCIENCES
DE
L’INFORMATION
& DOCUMENTATIECENTRA
1
ET
DE LA DOCUMENTATION
• INFORMATIE BEHEREN EN
TER BESCHIKKING STELLEN •
12/07/11 22:34
OP NAAR DE
BIBLIOTHEEK
VAN DE TOEKOMST
MET WEGWIJZER VOOR
BIBLIOTHEKEN &
DOCUMENTATIECENTRA

WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN
& DOCUMENTATIECENTRA 2
• INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN •
In deze digitale tijden staan bibliotheken en documentatiecentra voor
grote uitdagingen: teruglopende bezoekers- en uitleenaantallen
tegengaan, nieuwe inkomstenbronnen zoeken, een evenwicht zoeken
tussen analoge en mobiele dragers, inspelen op de behoeften van
de verschillende doelgroepen… Wegwijzer voor bibliotheken &
documentatiecentra is een praktische gids die alle facetten van
bibliotheek- en documentatiebeheer omvat. U krijgt een zo compleet
mogelijk antwoord op onderstaande vragen en veel meer!
WEGWIJZER
BIBLIOTHEKEN
SCIENCES
DEVOOR
L’INFORMATION
& DOCUMENTATIECENTRA
2
ET
DE LA DOCUMENTATION
• INFORMATIE BEHEREN EN
TER BESCHIKKING STELLEN •
12/07/11 22:34

• INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN •
WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN
& DOCUMENTATIECENTRA 3
• Hoe de werkprocessen verbeteren in bibliotheken en documentatiecentra?
• Wat zijn de voordelen van open access? En hoe werkt dit praktisch?
• Hoe een digitaliseringstraject opstarten?
• Welke online communicatiekanalen aanwenden?
• Wat kan je als informatieprofessional met linked open data?
• Hoe de retrieval-techniek toepassen?
• Hoe kunnen (openbare) bibliotheken de eigen inkomsten verhogen?
WEGWIJZER
BIBLIOTHEKEN
SCIENCES
DEVOOR
L’INFORMATION
& DOCUMENTATIECENTRA3
ET
DE LA DOCUMENTATION
• INFORMATIE BEHEREN EN
TER BESCHIKKING STELLEN •
12/07/11 22:35
Abonnees kunnen het boek nu ook online lezen op www.wegwijzerbibliotheken.be
De website wordt na elke nieuwe aflevering bijgewerkt.
BESTELKAART
Ja, ik bestel . . . ex. van Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra
tegen 69 euro* voor VVBAD-leden of 99 euro* voor niet-leden.
Bestuur/Organisatie:
Stuur of fax onderstaande bestelbon naar
Politeia • Ravensteingalerij 28 • 1000 Brussel
Fax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestel
via www.politeia.be • e-mail: [email protected]
.....................................................................................................................................................................................
Naam: ..........................................................................................................................................................................................................................
Functie: ......................................................................................................................................................................................................................
Adres:
Tel:
.........................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................
E-mail: ........................................................................................................................................................................................................................
BTW: ............................................................................................................................................................................................................................
* Prijs inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Losbladige publicatie met abonnement. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen € 0,55 per
pagina, website-updates tegen € 29 tot schriftelijke wederopzegging. Prijs geldig tot 30/06/2014. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be.
Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
DATUM & HANDTEKENING
COLUMN
Te veel respect voor
professoren
Noël Geirnaert
Iets meer dan een kwarteeuw geleden
hadden zowat alle archivarissen een
diep respect voor professoren. De hooggeleerde heren (meestal zijn het heren,
met mijn excuus voor de professoren
Witte, Deneckere, Van Molle, Meijns, De
Schaepdrijver en nog een klein aantal
andere dames) werden steeds uitgebreid
verwelkomd in de leeszaal, hun brieven
kregen speciale aandacht en ze kregen
alle mogelijke medewerking, want hun
academisch sérieux straalde af op de
archivarissen met wie ze omgingen, zo
meenden althans veel collega’s. Daar was
in normale omstandigheden niets mis
mee want heel dikwijls hebben ze door
hun onderzoeksprojecten archieven in
ruime kring bekendgemaakt en gevaloriseerd. Door hun bemiddeling konden archivarissen ook wel eens belangrijke aanwinsten boeken of bij het beleid
meer aandacht krijgen voor archief- en
erfgoedzorg.
Maar soms liep het ook mis: er zijn voorbeelden van archiefstukken die geleerde
professoren mee naar huis mochten
nemen en achteraf nooit meer in het
archiefdepot terugkeerden. Sommige
belangrijke archiefdocumenten zijn zo
definitief verloren geraakt, nadat ze voor
het laatst bij een hoogleraar zijn gesignaleerd.
En in een enkel geval kon een professor zijn eigen waandenkbeelden aan
een goedgelovige archivaris/bibliothecaris oplepelen. In 2007 was een bibliothecaris van de Brusselse Koninklijke
Bibliotheek, voordien archivaris bij het
Algemeen Rijksarchief, er rotsvast van
overtuigd dat een stokoude gewezen
hoogleraar staatsrecht van de Gentse
universiteit ervoor zou zorgen dat het
Gruuthusehandschrift aan zijn instelling
zou worden overgemaakt. Dezelfde hoogleraar heeft dezelfde goedgelovige bibliothecaris op de mouw gespeld dat hij het
beroemde paneel van de Rechtvaardige
Rechters kon terugvinden. Het resultaat
kent iedereen ondertussen: onze collega
oogstte eerst verbazing, en vervolgens
ging hij met het hele verhaal de mist in.
Professoren en andere geleerde academici hebben zeker recht op respect. Hun
Noël Geirnaert is hoofdarchivaris van het
Brugse Stadsarchief. Noël is al jarenlang
actief in de VVBAD, als bestuurslid van
de sectie AHD, als lid van de Raad van
Bestuur, en last but not least als lid van de
redactie van META, tijdschrift voor bibliotheek & archief. Eerder bewees hij zijn kunnen al bij Bibliotheek- & archiefgids.
vragen en suggesties verdienen dikwijls
speciale aandacht. Idolate bewondering
voor gelijk wie kan echter leiden tot ernstige bewustzijnsvernauwing en verminderd oordeelsvermogen. De kater achteraf is nog niets, vergeleken met de
onherstelbare reputatieschade.
librar
citaat
“We are the only species on the planet, so far as we know,
to have invented a communal memory
stored neither in our genes nor in our brains. The warehouse of this memory is called the library”
Carl Sagan
META 2014 |4 |
35
DE VRAAG
Foto: Paul Downey.
www.flickr.com/photos/psd
Uitzondering
De wet maakt echter een uitzondering in artikel
9§5 in geval van verlening van internetdiensten
die het openbaar domein niet overschrijden. Dit
betekent aldus dat een bibliotheek vrijgesteld
is van de verplichtingen van artikel 126 van de
wet.
Hoe bied
ik wifi aan
aan mijn
bezoekers?
Joris Deene, Samenwerkingsverband Auteursrecht
& Samenleving (SA&S)
Archieven en bibliotheken mogen
zonder enig probleem aan hun
bezoekers wifitoegang aanbieden.
Kan dit via een open wifisysteem
of moeten de bezoekers zich voorafgaandelijk inloggen of niet?
Volgens artikel 126 van de Belgische wet van 13
juni 2005 betreffende de elektronische communicatie dienen aanbieders van aan het publiek
aangeboden internettoegangsdiensten tal van
gegevens van hun gebruikers te bewaren (zoals
identificatiegegevens, verkeersgegevens etc.).
Deze regelgeving is eigenlijk een omzetting van
een Europese Richtlijn 2006/24/EG die ervoor
wil zorgen dat die gegevens beschikbaar zijn
voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen
van ernstige criminaliteit.
3
6 | META 2014 | 4
Evenwel antwoordde de minister van
Economische Zaken als antwoord op een parlementaire vraag dat ook deze uitzondering in de
toekomst kan worden herzien en dat er wordt
verwacht dat deze instellingen hun netwerken en de aan hun leden en gebruikers geboden toegang als een goede huisvader beheren en dat ze die laatste kunnen identificeren.
Onzekerheid troef dus. De wet sluit bibliotheken en archieven op basis van een uitzondering
uit, doch waarschuwt hen nu al dat ze in de
toekomst wel aan de wetgeving zullen moeten
voldoen en dus alvast beter zich hierop voorbereiden.
Alsof het nog allemaal niet onzeker genoeg
is, heeft ook het Hof van Justitie zich in deze
zaak gemoeid. In een arrest van 8 april 2004
(nr/ 54/14) verklaarde het Hof van Justitie de
richtlijn 2006/24 betreffende de gegevensbewaring ongeldig. Volgens het Hof impliceert
deze richtlijn een zeer omvangrijke en bijzondere ernstige inmenging in de fundamentele
rechten op eerbiediging van het privéleven en
op bescherming van persoonsgegevens zonder
dat deze inmenging tot het strikt noodzakelijke beperkt blijft. Deze kritiek op de richtlijn
heeft uiteraard ook gevolgen op de Belgische
wet die een kopie is van de vernietigde richtlijn. Elke zaak waar gebruik wordt gemaakt van
de Belgische wet komt op juridisch drijfzand
te staan. Er kan immers opgeworpen worden
dat de Belgische bepaling werd toegepast op
grond van een nietige Europese Richtlijn.
Het besluit is dan ook dat bibliotheken en
archieven voorlopig alvast niet verplicht zijn
om gegevens van hun bezoekers te bewaren.
Of deze verplichting er in de toekomst wél
komt lijkt onzeker gelet op de vernietigende
uitspraak van het Hof van Justitie.
Het cijfer / Het plan
1786
Vlaanderen telt 1786 erkende roomskatholieke geloofsgemeenschappen of
parochies. De erkenning verleent rechtspersoonlijkheid aan de besturen van de
eredienst of kerkfabrieken die zorgen
voor de materiële organisatie en de werking ervan. In principe heeft elke geloofsgemeenschap één gebouw van de eredienst op het ogenblik van de erkenning,
hoewel sommige geloofsgemeenschappen over meerdere gebouwen beschikken.
Dit is slechts een voorbeeld uit de brede
waaier aan gegevens en cijfermateriaal
dat het Centrum voor Religieuze Kunst
en Cultuur vzw (CRKC) verzameld heeft
in het kader van het project ‘Atlas van het
religieus erfgoed in Vlaanderen’.
De atlas heeft het religieus erfgoed
van de erkende erediensten in kaart
gebracht, met name de anglicaanse, islamitische, Israëlitische, orthodoxe, protestants-evangelische en rooms-katholieke eredienst. Zowel de gebouwen als
het roerend erfgoed (objecten, archief
en bibliotheek) komen aan bod. Verder
is er aandacht voor juridische aspecten,
interessante ontwikkelingen en veldanalyse. Voor wat betreft het erfgoed van de
rooms-katholieke eredienst werden zowel
de parochies als de religieuze instituten
zoals kloosters of abdijen onderzocht.
Anet vindt weg naar
Art & Architecture
Thesaurus
Anet, het netwerk van wetenschappelijke bibliotheken heeft
het afgelopen jaar sterk ingezet op een onderzoek over onderwerpsontsluiting bij een aantal Antwerpse kunst- en erfgoedbibliotheken die gerelateerd zijn aan musea en onderwijsinstellingen.
De toetreding van deze bibliotheken tot Anet bracht de nood
aan eenvormige en duurzame inhoudsontsluiting aan het licht.
Het beheer van trefwoordsystemen is immers arbeidsintensief
en rentabiliteit ervan wordt vaak in vraag gesteld. Een geschikt
ontsluitingsmiddel moest een relevante en duurzame ontsluiting combineren en de uiteenlopende collecties op het netwerk
kunnen bedienen.
De Art & Architecture Thesaurus (AAT) kwam als beste alternatief uit de bus voor deze niche van bibliotheken binnen Anet. De
AAT bestaat al sinds 1980 en is ontworpen als overkoepelende
terminologie voor bibliotheken, archieven en musea. Momenteel
wordt AAT meestal gebruikt als terminologiebron voor collectieregistratie van objecten. Naast het brede draagvlak draagt ook
de openheid van AAT bij tot haar duurzaamheid: sinds februari
2014 is AAT als Linked Open Data beschikbaar. Met de inzet op
een internationale standaard speelt Anet dus in op de toekomstige behoeften. Een extra troef voor het Anet netwerk is de
diversiteit: AAT is niet enkel inzetbaar voor de bibliotheekcollecties, maar ook voor museale en erfgoedcollecties die vaak
in de betrokken instellingen aanwezig zijn.
Uit een bevraging onder de Anet-leden werd duidelijk dat de
AAT qua relevantie t.a.v. bibliotheekcollecties niet altijd even
hoog scoort. Er moeten dus termen toegevoegd kunnen worden.
De vorm- en functiegerichte opbouw van AAT bemoeilijkt het
toekennen van bepaalde termen. AAT biedt ook geen oplossing
voor de ontsluiting van concepten op naam zoals kunstwerken
of historische gebeurtenissen.
Julie Aerts
Daarom heeft Anet het ‘Anet-AAT’-ontsluitingsmodel ontwikkeld. De basis is AAT die nu geïmplementeerd wordt in de
Brocade-software. Maar de implementatie en het gebruik van
AAT zal erg flexibel zijn. Naargelang de aanbevelingen van een
werkgroep kunnen termen worden toegevoegd aan de AATterminologie. AAT zal gebruikt worden in combinatie met
andere bestaande referentiebestanden (geografische namen,
UDC-codes, namen van personen, instellingen …) en met een
nieuw referentiebestand voor ontsluiting van unieke concepten.
Om de duurzaamheid niet uit het oog te verliezen zet Anet verder in op jaarlijkse synchronisatie met het AAT-moederbestand.
Als de conversies volgens schema lopen kunnen gebruikers
vanaf volgend voorjaar de catalogus via AAT-trefwoorden
bevragen. Afhankelijk van het succes van het project kan op
langere termijn gedacht worden aan actieve deelname van Anet
aan AAT (formeel indienen van nieuwe termen).
>Meer info: www.crkc.be of [email protected]
Karen Andree en Jan Corthouts, Anet
Met de atlas beoogt het CRKC een handig instrument te ontwikkelen voor al
wie geïnteresseerd is in en begaan met
religieus erfgoed. Het document is een
nulmeting van de toestand in 2013 en de
gegevensreeksen zullen in de komende
jaren verder worden verfijnd en geactualiseerd. De atlas werd gepubliceerd onder
de vorm van een rapport.
>http://nl.wikipedia.org/wiki/Anet
META 2014 |4 |
37
kroniek
Algemene Ledenvergadering VVBAD
Vlaams Parlement, Brussel – 17 maart 2014
Strategie voor een informatiegestuurde overheid
Bart Huybrechts, adjunctkabinetchef van de Vlaamse
minister voor Bestuurszaken,
stelde tijdens zijn lezing de
‘strategie voor een informatiegestuurde overheid’ voor
die de Vlaamse minister van
Bestuurszaken lanceerde op
14 februari.
De gedachte dat de overheid een massa aan waardevolle informatie produceert en
bewaart, is niet nieuw. Maar de
nieuwe Vlaamse strategie wil
deze “goudmijn” aan informatie maximaal ter beschikking
stellen aan al haar gebruikers,
zowel binnen de Vlaamse
overheid als daarbuiten: burgers, bedrijven ... Na openbaarheid van bestuur en open
data, is open informatie (meer
dan enkel datasets) waarnaar
gestreefd wordt.
Het doel van de nieuwe
Vlaamse strategie zijn “nieuwe
en betere informatiediensten”.
Die zullen niet vergelijkbaar
zijn met de huidige informatiedocumentatie- of archiefcentra. Hoe die innovatieve vormen van dienstverlening er in
hun definitieve vorm uit zullen
zien is nog niet duidelijk. Of
om het met de woorden van
Huybrechts te zeggen: eerst
moet een antwoord komen op
de vraag “wat willen we doen?”
Dan zullen bakjes en kabeltjes
(lees de concrete technische
uitwerking) wel volgen.
Het antwoord op “Wat willen we” wordt geformuleerd
in zes doelstellingen met een
uitdaging eraan gekoppeld.
Hieronder o.a. de uitbouw van
Digitaal Archief Vlaanderen
en van het Archiefdepot in
Vilvoorde (de volledige lijst
is te vinden op http://www.
bestuurszaken.be/informatiegestuurde-overheid).
Huybrechts beseft dat om
dergelijk plan te doen lukken
ook aandacht besteed moet
worden aan de optimalisering
van de eigen informatiehuishouding.
Nog een andere krachtlijn: het
idee van een uniek loket. Dat
gaat al een tijdje mee. Deze
strategie wil een aantal oude
knelpunten uit de weg ruimen
door werk te maken van een
centraal register van overheidsinformatie. Het moet een
informatieknooppunt worden
dat gekoppeld is aan meerdere databanken en systemen
van de Vlaamse Overheid, en
zal problemen moeten ondervangen als meervoudige
gegevensopvraging en zal
ook de broodnodige beheersafspraken stroomlijnen.
Maar de ambities liggen hoger.
Met de strategie hoopt men op
termijn een ‘informatiemarkt’
te creëren, waar iedereen
kan gaan winkelen en overheidsinformatie hergebruiken
voor al dan niet commerciële
doeleinden. Gehoopt wordt
dat dit hergebruik economische innovatie zal stimuleren.
De kleine informatiepartners
worden niet vergeten: ook de
gemeenten zullen actief worden betrokken bij dit project.
Hermione L’Amiral
Geen informatie zonder communicatie (en omgekeerd)
Karl Musschoot, Afdeling
Communicatie - Departement
Diensten voor het Algemeen
Regeringsbeleid
Traditioneel gaat het hier om
twee gescheiden disciplines,
elk met hun eigen kanalen,
systemen en specialisten. Maar
wat ben je met informatie die
er staat, als die niet kan worden gecommuniceerd? En hoe
relevant is je communicatie als
die niet terugvalt op informatie? Informatiesystemen kennen we onder de vorm van
bibliotheekcollecties, databanken, bestuursdocumenten, enzovoort. Communicatie
wordt onder andere verspreid
onder de vorm van nieuws of
3
8 | META 2014 | 4
via websites en intranetpagina’s. De toegang tot beide is
vaak heel verspreid.
Daarom heeft de dienst
Communicatie bij de Vlaamse
overheid een model uitgewerkt waarin er een kruispunt
ontstaat tussen informatiesystemen en communicatiekanalen. Dit is gebaseerd op wat de
burger wil weten en wat men
kan aanbieden. Men gaat ook
niet langer uit van de functies van bibliothecarissen en
redacteur of journalisten, maar
spreekt over kenniswerkers.
In een eerste fase is er
een strategie uitgewerkt
vo o r h e t D e p a r t e m e n t
Diensten voor het Algemeen
Regeringsbeleid (DAR). Zij
hebben momenteel verschillende interne en externe
kanalen, waardoor het soms
onduidelijk is waar men welke
informatie kan terugvinden.
Men gaat dus alle kanalen van
het DAR op één site samenvoegen. Waarbij men afhankelijk van zijn profiel, de nodige
informatie kan terugvinden.
Men gaat hier werken met
de domeinnaam .Vlaanderen.
be, die binnenkort in gebruik
gaat. Zowel front als backoffice zal langs deze weg kunnen werken. De site zal meertalig opgesteld worden, om
alle burgers zo goed mogelijk
te informeren. Hij zal thematisch opgebouwd worden, om
de navigatie laagdrempelig te
houden. Ze streven naar een
eerlijke, open, geloofwaardige
en transparante communicatie,
die bovendien politiek en commercieel neutraal is.
In twee achtereenvolgende
stappen zal eerst een toekomstvisie worden uitgewerkt
en daarna zal men onderzoeken of dit nuttig kan zijn voor
andere diensten. Op deze
manier ontstaat er een kruispunt voor informatie en communicatie, waar alles voor en
door iedereen gebeurt.
Saskia De Schepper
kroniek
V.l.n.r. Bart Caron, Jean-Jacques de Gucht, Jo Buelens (moderator), Paul Delva en Marius Meremans.
Politiek debat
Het laatste luik van de jaarlijkse ledenvergadering was
een debat met 4 politici over
het VVBAD-memorandum (zie
ook META). Aan het woord
kwamen Marius Meremans
(NVA), Paul Delva (CD&V),
Jean-Jacques De Gucht (Open
VLD) en Bart Caron (Groen).
M o d e ra t o r J o B u e l e n s
begon met de politici te vragen wat zij uit het VVBADmemorandum als prioriteiten
zouden halen. Voor Marius
Meremans blijft de openbare bibliotheek een eerstelijnsvoorziening. De overheid
moet blijven investeren in
kwaliteitsvolle bibliotheken,
o n d a n k s o nve r m i j d e l i j ke
besparingen. Als tweede prioriteit noemde hij de digitalisering en als derde het belang
van erfgoedcollecties, waar de
achterstand op het vlak van
de digitalisering ingehaald
moet worden.
Paul Delva stelde als eerste
prioriteit de noodzaak aan
goed opgeleid personeel.
Delva en zijn partij zijn voorstander van een opleiding op
bachelor niveau voor bibliotheekmedewerkers. Hij voegde
er wel aan toe dat de overheid
de hogescholen niet kan verplichten om opleidingen in
te richten maar, als de vraag
gesteld wordt, zal CD&V die
steunen. Andere prioriteiten zijn het decreet Lokaal
Cultuurbeleid en de BBC
(beleids- en beheerscyclus).
De lokale besturen hebben
meer autonomie gekregen om
beleid te voeren en de planlasten zijn verminderd maar P.
Delva vreest dat de cultuursector harder dan nodig het
slachtoffer van besparingen
wordt. Als laatste prioriteit
vermelde Delva mediawijsheid.
Deze legislatuur is het kenniscentrum mediawijsheid opgericht en de bibliotheeksector
kan hierin een belangrijke rol
spelen.
Ook voor Jean-Jacques De
Gucht zijn goede opleidingen de eerste prioriteit, voor
bibliotheken zowel als voor
archieven. In tegenstelling tot
Delva meende hij dat de politiek wel kan ingrijpen in het
aanbod en opleidingen moeten durven opleggen aan de
onderwijssector. Tweede prioriteit is digitalisering. Toegang
tot informatie voor alle burgers en ook het bewaren van
die informatie zijn hier twee
topics. Ten slotte had De
Gucht het over het e-boekenplatform dat verder met de
privésector ontwikkeld moet
worden via PPS (Publiekprivate Samenwerking).
META 2014 |4 |
39
kroniek
Voor Bart Caron (Groen) is het
lokale cultuurbeleid de eerste
prioriteit. De BBC geeft kansen om het cultuurbeleid beter
in het gemeentelijk beleid te
kaderen maar er zijn te weinig
outputcriteria om de werking
van de bibliotheken te beoordelen. Caron suggereerde
ook dat de slinger misschien
te veel naar de lokale besturen is doorgeslagen. Het cultuurbeleid is altijd een gezamenlijke verantwoordelijkheid
van de verschillende bestuursniveaus geweest en dat moet
zo blijven, desnoods moet de
Vlaamse overheid opnieuw
bepaalde criteria invoeren.
Ten tweede vernoemde Caron
de erkenning van de erfgoedbibliotheken en als derde het
e-boekenplatform. Caron zei
de resultaten van het proefproject af te willen wachten
maar hij meende toch dat de
drempels te hoog zijn en dat
we met dit experiment geen
doorbraak van het Vlaamse
e-boek zullen realiseren.
Als tweede vraag sneed de
moderator de relatie tussen
de verschillende bestuursniveaus aan. Voor veel onderwerpen zijn verschillende
niveaus bevoegd, Vlaams,
federaal en in veel gevallen
ook Europees. Hoe zien de
politieke partijen het overleg
daartussen? De Gucht zag
in het culturele samenwerkingsakkoord dat deze legislatuur met de Franstalige
Gemeenschap is afgesloten
een middel om de dialoog
met het federale niveau aan te
gaan. In zijn visie overleggen
de twee Gemeenschappen
met elkaar en gaan dan samen
naar de federale regering. Ook
de nieuwe senaat die een
ontmoetingsplaats voor de
gemeenschappen moet worden, kan een rol spelen. Bart
40 | META 2014 | 4
Caron benadrukte dat de
Vlaamse overheid nog veel te
verkokerd is en tegenover het
lokale beleid soms te veel als
keizer-koster optreedt. Paul
Delva maakte een zelfde analyse maar vond wel dat er de
voorbije vijf jaar stappen in de
goede richting waren gezet.
Als voorbeeld gaf hij “cultuureducatie” waar de departementen Cultuur en Onderwijs
goed samenwerken.
Dat Europa almaar belangrijker wordt, is een feit maar
Caron kijkt er toch met enige
scepsis naar. Europa ziet alles
te veel vanuit een economische invalshoek en beschouwt
(culturele) subsidies te gemakkelijk als een verstoring van de
vrije marktwerking. De N-VA
trekt de kaart van het bicommunautair beheer van de federale culturele instellingen en is
voorstander om de gemeenschappen rechtstreeks met
Europa te laten onderhandelen over hun eigen bevoegdheden, zoals bijv. cultuur.
Een volgend onderwerp dat
Jo Buelens aansneed was
het e-boek. Open VLD meent
dat uitgevers en boekhandel
betrokken moeten worden bij
de uitwerking van een e-boekenbeleid. Als de privésector
hierbij betrokken wordt, zullen we in een positieve spiraal komen. Publiek-private
samenwerking kan hier ook
een goed instrument zijn. De
Gucht pleitte ook voor samenwerking met Nederland, voor
onze uitgevers een belangrijke markt die te weinig benut
wordt.
Bart Caron haalde het voorbeeld van een literatuurliefhebster aan die ondertussen al
3000 boeken illegaal gedownload heeft en meende dat het
huidige beleid geen toekomst
heeft omdat het niet zal kunnen concurreren met het illegale aanbod. Een publiek
e-boekenaanbod moet actualiteit bezitten, laagdrempelig zijn en met een zeer goede
downloadkwaliteit. Marius
Meremans vond het niet correct dat je voor een e-boek
leengeld moet betalen en
voor een papieren versie niet
maar in welke richting hij dan
wil evolueren, liet hij in het
midden. Paul Delva vond ten
slotte dat de uitgevers meegenomen moeten worden als
we van het e-boek een succes
willen maken. Hij vergeleek
de koudwatervrees van veel
uitgevers met de tegenstand
van handelaars tegen autovrije straten. Eens die er zijn
en men de voordelen ervaart,
gaat men vlug overstag.
Een laatste vraag ging over
het lokale cultuurbeleid en
BBC. Buelens gaf in primeur
enkele cijfers uit de recente
enquête van de VVBAD over
de besparingen bij de openbare bibliotheken. Een derde
van hen moest in 2014 meer
dan 10 procent besparen en
een vijfde verwacht voor volgend jaar een nieuwe vermindering van de budgetten. Vier
op de tien bibliotheken heeft
te maken met een daling van
haar personeelsbestand.
Volgens Bart Caron besparen
de gemeenten op alles, niet
alleen op cultuur. Hij hield
nog een pleidooi voor intergemeentelijke samenwerking
op regionaal niveau. Hij stelde
verder dat de sector minder
op de middenklasse moet
inzetten maar op groepen die
de weg naar de bibliotheek
niet of onvoldoende vinden.
Ook Meremans pleitte voor
meer samenwerking tussen
bibliotheken en wil dat de
Vlaamse overheid zo’n samenwerking financieel honoreert.
In het algemeen moet de
Vlaamse overheid meer incentives geven om lokale cultuur
te ondersteunen, ook naar
doelgroepen. Paul Delva wees
op de voorziene evaluatie in
het decreet lokaal cultuurbeleid na drie jaar. Die evaluatie
moet met de sector gebeuren.
De Gucht wees op wat hij een
groot probleem met de BBC,
noemde. BBC focust alleen op
prioriteiten, alles wat daarbuiten valt, komt niet in beeld en
zoiets maakt oppositie in een
gemeente vleugellam. Ook hij
wees op het belang van een
goede evaluatie die naar de
meest effectieve besteding
van de middelen moet leiden,
want besparen blijft het ordewoord. “Maar beter één goed
uitgeruste bibliotheek dan
drie slecht werkende wijkbibliotheken” besloot JeanJacques De Gucht.
Geert Puype
kroniek
FAAD-studievoormiddag: De nieuwste onderzoekslijnen in
archiefland
Vrij Universiteit Brussel, Brussel – 29 maart 2014
Op 29 maart hield het Forum voor
Af g e s t u d e e rd e n A rc h i v i s t i e k e n
Hedendaags Documentbeheer (FAAD)
zijn jaarlijkse studievoormiddag op de
campus van de Vrije Universiteit Brussel.
Het onderwerp van deze studiedag waren
de nieuwste onderzoekslijnen in archiefland.
De studiedag ging van start met een welkomstwoord door de voorzitter Dieter
Viaene. Hij besprak het 25-jarige bestaan
van de opleiding en de evolutie die de
opleiding in deze periode doormaakte.
Daarnaast werd Professor Gustaaf
Janssens naar aanleiding van zijn emeritaat in de bloemen gezet. De voorzitter
benadrukte zijn verdiensten voor de opleiding en voor het vakgebied van de archivistiek in het algemeen.
De eerste spreker van deze studievoormiddag was Bart Ballaux. In zijn lezing
‘Over de bomen en het bos: issues in
records management’ blikte hij terug op
de verschillende stromingen in het records
management. Hij deed dit aan de hand
van een analyse van de gebruikte terminologie in de verschillende vaktijdschriften door de tijd heen. Een voorbeeld dat
hij aanhaalde was de opkomst van de
verschillende archiefstandaarden en de
implementatie van archiefbeheersystemen. Ook de toekomstige onderzoekslijnen in records management werden door
hem belicht.
De tweede spreker was Eddy Put. Zijn
lezing had als titel ‘Archieven als ruïnes, hooimijten en ijsbergen. Enkele
onderzoekslijnen uit de ‘klassieke’ archiefwetenschap’. Aan de hand van metaforen
behandelde hij een aantal pijnpunten in
de archiefsector. De ijsberg staat bijvoorbeeld symbool voor het idee van hidden
collections en de speurtocht hier naar toe.
Tijdens de pauze werden er verkiezingen gehouden voor een nieuw bestuurslid. Wim Lowet van het Centrum Vlaamse
Architectuurarchieven werd met unanimiteit van de stemmen gecoöpteerd in de
stuurgroep.
Bart Severi belichtte in zijn lezing
‘Verzoenen van vraag en aanbod: stages
bij de Vlaamse overheid’ de brede waaier
aan stagemogelijkheden bij de Vlaamse
Overheid. Hij poneerde dat er geen grenzen zijn aan het vakgebied. Hij stelde ook
minder traditionele onderwerpen voor
stages voor, zoals een meer juridische
invalshoek, beleidsprojecten, ontwikkelen
van procedures … Ook trok hij het aanbod
aan stagiaires open, dus niet alleen archivarissen in opleiding, maar ook ICT’ers,
informatiewetenschappers …
Als laatste besprak Frank Scheelings het
nieuwe stagesysteem, waarbij er gewerkt
wordt met onderzoekslijnen. Hij legde
onder meer uit op welke manier archiefinstellingen een stagiair(e) kunnen aanvragen en aan welke voorwaarden ze moeten
voldoen. De studievoormiddag werd afgesloten met een vragenronde.
Wendy Van De Camp
> Voor de presentaties zie ook www.faad.be
META 2014 |4 |
41
recensies
Profiteer – Profileer –
Prioriteer. Gedachten
en handreikingen voor
professionaliseringen
van het
archieftoezicht:
inspectie.
S@P jaarboek 13, 2013.
Dit dertiende jaarboek van de
Stichting Archiefpublicaties
belicht de theorie en praktijk van archiefinspectie in
Nederland. In vijf hoofdstukken leidt deze publicatie ons
doorheen concepten, praktijk,
wet- en regelgeving, technieken en toekomstvisies. Als
Belgische lezer is het soms
een bevreemdende wereld
die je betreedt. Echte archief­
inspectie bestaat nauwelijks
in ons land. Discussies over of
je nu het resultaat of hoe het
resultaat tot stand is gekomen
moet inspecteren lijken dan
iets minder relevant.
In het eerste hoofdstuk kijkt
Hans Waalwijk naar waar
archieftoezicht om draait en
waar het naar toe evolueert.
Frans Smits kijkt naar hoe
de rol van archiefinspecteur
evolueert naar die van information auditor. Hoe toezicht
alle aspecten van informatiebeheer moet bestrijken. Hoe
de inspecteur een rol moet
spelen in het bepalen van het
kader waarbinnen de informatie tot stand komt. Hoe hij een
tweede- en derdelijns rol heeft
in het onder controle houden
van risico’s op het vlak van
informatiebeheer.
De praktijk komt aan bod in
hoofdstuk twee. Vooral de
Amsterdamse praktijk is goed
vertegenwoordigd. Er is de
toetsing van een e-depot aan
de hand van ED3 bij het stadsarchief Amsterdam. Er is het
verhaal over de Amsterdamse
woningkaarten en het onderzoek naar de bestuurlijke
archieven van de Universiteit
van Amsterdam. Verder komt
de rampenbestrijding aan
bod en de psychologie. Op
zich vaak interessante verhalen maar hoe ze passen in het
eerder theoretische kader uit
de andere hoofdstukken is niet
altijd even duidelijk.
De afgelopen jaren is onder
invloed van de commissie
Oosting in Nederland het
interbestuurlijk toezicht, waaronder archiefinspectie, her­
tekend. Voornaamste gevolg
is een verschuiving van verticaal naar horizontaal toezicht.
Dit betekent dat het belang
van intern toezicht binnen het
eigen bestuur wordt versterkt
en dat toezicht van hogerhand,
in Nederland dan in eerste
plaats de provinciale archiefinspectie, een stap terug zet.
Slim raadplegen van
Kranten archieven
 sneller doorzoeken van archief door indexering (door OCR techniek)
 clipping van advertenties en artikelen
 aangeleverd in elk gewenst bestandsformaat
GMS Digitaliseert
42 | META 2014 | 4
Edisonweg 50d
Telefoon: 078-6931300
2952 AD Alblasserdam
[email protected]
gmsnl.com
recensies
Dit verticale toezicht verliest
haar proactieve sturende rol
en wordt geacht enkel nog
post factum te controleren
of de zaken op orde zijn. In
hoofdstuk drie wordt deze
evolutie belicht vanuit zowel
een ‘verticale’ als ‘horizontale’
invalshoek. Opvallend hier is
de evolutie van het inspecteren van het product, de archieven, naar het inspecteren van
hoe het product tot stand is
gekomen.
inspecties effectiever worden. Afsluitend krijgen we een
overzicht van de werkzaamheden en producten van de
Werkgroep Kwaliteitsmodel
Archiefinspectie. Deze werkgroep heeft de ambitie om
een geheel aan inspectieinstrumenten uit te werken.
In de laatste twee hoofdstukken krijgen we een pleidooi
voor een verdere professionalisering van het instrumentarium, de gebruikte methoden en het beroep. Er is de
oproep om te komen tot een
gestandaardiseerd inspectiemodel. De noodzaak om op
basis van normen en standaarden een vernieuwde
aanpak uit te werken zodat
archieftoezicht: inspectie. S@P jaar-
Willem Vanneste
> Profiteer – Profileer – Prioriteer.
Gedachten en handreikingen voor
professionaliseringen van het
boek 13, 2013. - 256 p.- ISBN 978-9071251-37-5
toepassing
Google Search - je persoonlijke assistent in zakformaat
Ilse Depré, De Bib Leuven
Google Search is veel meer dan een
zoekmachine, het kan uitgroeien tot
je persoonlijke assistent! De app
(iOS en Android) omvat spraakherkenning en Google Now, dat
claimt te weten wat voor info je op elk
moment en elke plek nodig hebt. Daarvoor
maakt hij gebruik van je huidige locatie, van
info die je zelf toevoegt zoals je werkadres, en
info uit andere google-tools zoals de kalender,
Google maps, Google+ en Gmail.
Die extra ‘on-time’ info komt in de vorm van
kaartjes onderaan je zoekscherm, waar je tussen kan wisselen. Zo toont de app o.a. het lokale
weerbericht. In het buitenland suggereert
hij tevens bezienswaardigheden, de wisselkoers en de tijd thuis. Bepaalde mails in Gmail,
zoals orderbevestigingen van online aankopen of hotelreservaties, triggeren automatisch
herinneringen. Heb je in je agenda een afspraak
met de dokter staan, inclusief diens adres, dan
kan Google Now je op basis van de huidige verkeerssituatie een aanbevolen vertrekuur geven
en info over files.
Veel hangt af van je gebruik van andere googletools, en van de info die je zelf in de app stopt,
bijv. de aandelen waarvan je de koers wil volgen en de manier waarop je pendelt (auto,
bus ...) naar het werk. Via het info-icoontje op
elke kaart kan je de app verder ‘trainen’. Enkele
opties zijn wel nog niet optimaal voor Vlaamse
gebruikers. Zo kan je bij je interesses sportploegen toevoegen, waarbij Google Now je
live op de hoogte houdt van de score tijdens
een wedstrijd. Vlaamse ploegen bleken helaas
onvindbaar.
>Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com
META 2014 |4 |
43
Interview
> Vervolg van p. 18
Trudi: We gaan steeds verder met de integratie van bibliotheken op bestaande locaties en ruimtes uitbreiden. Dit betekent
dat wiskundigen, informatici, ingenieurs en wetenschappers in
2016 samenkomen in de vernieuwde bibliotheek van Campus
Groenenborger. De bibliotheek van Wiskunde en Informatica
op Campus Middelheim sluit in 2014 en wordt omgevormd tot
een studentenleeromgeving. De biomedische bibliotheek op
Campus Drie Eiken wordt ook uitgebreid. De huidige computerklassen gaan naar een nieuw onderwijsgebouw. En de bibliotheek van Toegepaste Taalkunde zal in 2018 worden geïntegreerd in de Stadscampus. Op campus Mutsaard delen de
academie en de faculteit Ontwerpwetenschappen een kleine
bibliotheek. Dat is een probleem. Het zit in een oud gebouw
en de ruimte voor de bibliotheek is veel te klein. Er is heel weinig plaats voor nieuw bibliotheekmateriaal. Gezamenlijk zoeken
we naar een oplossing. Onze doelstelling is zo weinig mogelijk
goed geoutilleerde locaties te hebben en op een strategische
plek blijven in Antwerpen die makkelijk bereikbaar is. En daarnaast heb je natuurlijk ook nog het elektronische verhaal. Dit is
allemaal gepland voor de komende vier jaar.
Hilde: Bij ons zal het stroomlijnen van collectieafspraken het
grootste werk vergen de komende jaren. Je had bibliothecarissen die aankopen deden voor hun eigen collectie, maar als ze
nu iets elektronisch willen aankopen moet er overlegd worden
met de andere bibliothecarissen. Ik denk dat wij daar nog het
meeste werk gaan hebben.
Patrick: In Brussel zullen de opleidingen Industriële
Wetenschappen en Stedenbouw & Ruimtelijke Planning verhuizen. Dat zal waarschijnlijk vrij probleemloos gebeuren. Het
zijn academische studenten die nu nog in de gebouwen aan de
Nijverheidskaai hun opleiding krijgen. Daarenboven gaan we
samen met de ULB een Library Learning Center bouwen op
Campus Oefenplein in Etterbeek. In dat kader zullen we moeten nadenken over wat we gaan doen met onze elektronische
bronnen.
Trudi: Ondertussen zijn in Antwerpen ook de Artesis Hogeschool
en Plantijn Hogeschool gefusioneerd op 1 oktober 2013. Een deel
van hun opleidingen werd ook geïntegreerd in de universiteit.
Dat was eventjes aanpassen want die culturen waren heel verschillend, maar het is wel goed verlopen.
Hilde: Je had KATHO en KHBO Brugge-Oostende die samen
Vives zijn geworden. KATHO was puur professioneel, maar
krijgt nu een academisch deel binnen Vives. Overal zijn ook de
bestuursraden gewijzigd.
Hoe reageert het personeel op de veranderingen die de integratie met zich meebrengt?
Sofie: Bij ons is niemand verplicht geweest om te integreren,
maar het personeel van de integrerende bibliotheken zijn allemaal mee overgestapt, tenzij ze op pensioen gingen.
Veerle: Bij ons zijn er maar drie personeelsleden meegekomen.
Trudi: Bij ons zijn er zeven mensen meegekomen, drie daarvan zijn leeszaalmedewerkers. De anderen hebben nu andere
taken dan vroeger. In het begin waren er veel onduidelijkheden.
Ze konden ook beslissen of ze de richtlijnen van de universiteit wilden volgen of hun eigen statuut wilden behouden met
44 | META 2014 | 4
andere reglementeringen qua vakantiedagen, werkuren, pensioenregeling …
We hebben zoveel mogelijk getracht rekening te houden met
hun interesses en onze behoeften. We hebben voor opleidingen gezorgd, een bibliotheekfeest georganiseerd, rondleidingen gegeven om hen echt duidelijk te maken dat we heel blij
waren met hun komst.
Dus eigenlijk wel een vrij positieve houding ondanks veranderende takenpakketten?
Hilde: Er zijn drie lijsten gemaakt door de hogescholen met
achteraf inspraak van de universiteit. Je had mensen die op de
P-lijst stonden en bleven werken op de hogeschool. De A’s werden tewerkgesteld aan de universiteit en de C’s zijn gemengd
werkzaam op de hogeschool en de universiteit. Er is nu veel
druk om die lijsten goed te laten werken. Voor een groot aantal
mensen zullen de grote wijzigingen nog moeten komen en veranderingen worden niet altijd even enthousiast onthaald.
Sofie: Op middenlange termijn zal er gerationaliseerd moeten
worden, maar het is nog niet duidelijk of dit impact zal hebben
op de bibliotheken.
Trudi: Bij ons ging het om 600 mensen die waren meegekomen.
Die C-lijst is vrij leeg. Er zijn mensen die dertig jaar geleden in
dienst zijn gekomen die met pensioen zullen gaan. Nu zijn er
veel jonge mensen aangenomen.
Patrick: In onze associatie is er geen overheveling van personeelsleden naar de bibliotheek gebeurd, tenzij verhuizingen die
voor de integratie plaatsvonden.
Erika: Bij ons zijn er ook wat oudere medewerkers. De komende
vijf à tien jaar zullen er een aantal mensen met pensioen gaan.
Algemeen genomen kan je zeggen dat mensen verschillend
omgaan met verandering. Sommigen kijken er positief tegenaan, omdat ze door de verandering nieuwe kansen krijgen en
anderen zien het als een bedreiging. Het is niet dat er altijd een
verschil is tussen jongere en oudere personeelsleden. Het is eerder persoonsgebonden.
Het is dus vooral een evenwicht zoeken in het personeelsbeleid.
Trudi: Drie weken voor 1 oktober 2013 werden bij ons twee mensen heel laat ingelicht dat ze mee moesten komen. Achteraf is
dat goed gekomen, maar ze hebben heel lang in onzekerheid
gezeten. Dat was heel vervelend en het had toen te maken met
de ontmanteling van een bibliotheek. Daar ging men van vier
naar twee personeelsleden.
Wat zijn de afspraken op ICT-vlak?
Erika: Het is complexer geworden. Het is soms moeilijk om te
weten te komen waar het probleem ligt. Je merkt dat er iets
niet werkt, waarvan je vroeger in je eigen instelling wist bij wie
je terecht kon om het probleem te verhelpen. Nu kan het aan
veel meer zaken liggen, waarom het misgaat en daardoor duurt
het langer voordat het wordt opgelost.
Trudi: Bij ons zijn het twee verschillende zaken. Wij zijn van vier
naar negen campussen gegaan. We hebben Anet — het netwerk
van een twintigtal wetenschappelijke bibliotheken in Antwerpen
en Limburg — dat alles makkelijker maakt. Het is allemaal eigenlijk goed verlopen. ICT moest dan nog voor computers zorgen
en draadloze netwerken aanleggen. Verandering is de kernzaak
van ons vak. Onduidelijkheid en onzekerheid zijn de ergste problemen die we kunnen meemaken.
zogezien
Günther Closset:
“Een gezonde portie ‘cheese’ op z’n tijd
mag wel”
Wat is je favoriete film?
Welk boek zou je
Op die vraag kan ik elke keer een ander
graag eens verfilmd
antwoord geven, en één film noemen is
zien?
een andere tekort doen. Nu denk ik aan
Ik denk dat Black
The thing van John Carpenter uit 1982. Het
hole, een prijswinis een sciencefiction-horrorfilm, in het zog
nende graphic novel
van Alien (1979) een populair subgenre
van Charles Burns, een
destijds. De film is zo goed omdat hij erin
interessante film kan
slaagt een heel beklemmende, paranoïde opleveren. Naar verluid bestaan de plansfeer te creëren. De personages zitten nen al jaren, maar het komt er niet van.
geïsoleerd in een onderzoeksstation op
Naar filmversies van Preacher en Y: the
Antarctica en kunnen niemand meer ver- last man zou ik ook met plezier kijken.
trouwen omdat ‘het ding’ hun uiterlijk kan
aannemen. Carpenter weet dit magistraal
Heb je een favoriete regisseur?
in beeld te brengen. Bovendien bevat de George A. Romero, de regisseur van de
film zowat de beste make-up en speciale Dead-trilogie, omdat hij met Night of
effecten ooit en Kurt Russell speelt zijn the living dead uit 1968 het uitzicht van
beste rol als antiheld Macready.
‘de zombie’ bepaald heeft. Zombies en
slashers zijn mijn favoriete subgenres. En
Naar welk genre gaat je voorkeur uit?
omwille van het groot aantal klassiekers
Naar een genre waarvan de meesten dat hij op zijn naam heeft: John Carpenter.
zeggen: “alles behalve dat”, horror dus.
Eigenlijk moet ik cultfilms zeggen want Heb je een grote dvd-collectie?
het is ruimer dan enkel horror: ook mon- Niet zo uitgebreid, een 300-tal titels. Ik
sterfilms uit de oude doos, grindhouse, koop wel nog altijd dvd’s, net zoals cd’s
exploitation … De genres waar Tarantino
trouwens. Het soort films dat ik koop vind
en Rodriguez zo graag hulde aan bren- je meestal niet zomaar bij Mediamarkt.
gen en die het onderwerp waren van de
Het vraagt wat opzoekwerk omdat er
illustere ‘Late night specials’ en ‘Nachten van één titel vaak meerdere prints circuvan de wansmaak’ van Jan Verheyen. leren, soms met een abominabele beeldTegenwoordig bestaat het horrorgenre of geluidskwaliteit, soms ingrijpend gecut.
grotendeels uit rommel, gemaakt met
slechte CGI of inspiratieloze remakes
Kijk je veel thuis of ga je vaak naar de
maar in de jaren zeventig en tachtig zijn cinema?
er voor de liefhebbers echte pareltjes Ik ga nog maar zelden naar de bioscoop.
gemaakt.
Ik hou niet van de commercie en de
drukte van de grote complexen, film is
daar bijzaak geworden vind ik. Tot een
aantal jaren geleden bezocht ik regelmatig de alternatieve circuits maar die films
neem ik nu mee uit de bib. Ik kijk het liefst
thuis, op dvd, via internet en heel af en
toe via het aanbod van Telenet.
Welke film heb je het laatst gezien en wat
vond je ervan?
Dat was Riki-Oh (The story of Ricky in
het Engels), een martial arts film uit Hong
Kong van 1991. Een film met een verhaal
dat kant noch wal raakt, knullige effecten
en een lachwekkende Engelse dub. Maar
net daarom heb ik er mij kostelijk mee
geamuseerd. Een gezonde portie ‘cheese’
op zijn tijd mag wel.
Welke film kan je aanraden aan de METAlezers?
D a n ko m i k
toch weer uit bij
John Carpenter.
Enerzijds de nihilistische thriller
Assault on precinct 13 (1976)
en anderzijds de
maatschappijkritische science­
fictionfilm They
live (1988) met
de fantastische oneliner “I have come
here to chew bubblegum and kick ass ...
and I’m all out of bubblegum”.
GÜNTHER CLOSSET
Günther Closset is deskundige muziek en film in de Provinciale
Bibliotheek Limburg in Hasselt. In de eerste plaats houdt hij dan
ook van muziek en film. Günther pikt regelmatig een optreden of
festival mee. Voorts gaat zijn interesse uit naar comics en graphic
novels, stand-up comedy en gamen.
META 2014 |4 |
45
TERUGBLIK
“De Bibliobus, de jongste verwezenlijking
op bibliotheekgebied”
Tom Van Hoye
De jaren vijftig worden gekenmerkt door de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en
er komen ook heel wat trends uit de Verenigde Staten overgewaaid, zoals bijv. de mobiele
bibliotheek. In de jaren vijftig krijgt het verenigingstijdschrift ook na meer dan dertig jaar een
nieuwe omslag en naam.
De eerste ‘boekenwagen’
reed rond in de Verenigde
Staten al vanaf 1907 en dit
was een idee van de bibliothecaresse M.L. Titcomb
van de Washington Country
Free Library in Hagerstown,
Maryland. Paul Van Tichelen
van de Stedelijke Bibliotheken
Antwerpen schreef het zo in
de Bibliotheekgids van 1959:
“Dat die eerste wagens eerder primitief waren, ligt voor
de hand. Sindsdien echter
is meer dan een halve eeuw
voorbijgegaan en werden in
vele landen bibliobusdiensten
ingericht. Een en ander heeft
ertoe geleid, en dit mede door
de grote vooruitgang op technisch gebied, dat de bibliobus
van thans mag beschouwd
worden als een klein filiaal,
maar dan een rijdend, van de
openbare bibliotheek.”
Vo l g e n s d e
auteur moet
er toch onderstreept worden dat een
goede bibliobusdienst
enkel en alleen
tot stand kan
komen wanneer die geënt
wordt op een
bestaand en
flink functionerend groot
bedrijf: “Dit
legt wellicht
u i t wa a ro m
Antwerpen de
eerste stad
van België is
waar met een
bibliobus werd
van wal gestoken.”
De bibliobus aan de halte Van Eycklei, Antwerpen.
Na dertig jaar lang te zijn verschenen in het vertrouwde kaft
(grijs eerst, daarna geel, dan weer grijs) met het vignet van
Henri Van Straten (de voorstelling van de bibliothecaris aan
zijn werktafel, verborgen achter een hoge stapel boeken en
met als gezelschap een kat en een muis), werd het tijd om De
Bibliotheekgids eens in een ander kleedje te steken. Het eerste nummer van 1955 van Bibliotheekgids (en dus niet meer
De Bibliotheekgids) verscheen met het nieuwe omslagontwerp
van Paul Ausloos.
Er was nu ook plaats voor een extra kleur op de cover. Volgens
de redactie geeft die tweekleurendruk bovendien aan het
geheel een prettiger en minder streng voorkomen. “Kreeg het
inwendige van het tijdschrift een ander uitzicht, het inwendige, de ‘inhoud’, blijft dezelfde koers behouden, zoals ze tot
nog toe, nl. sinds 1946, ‘gevaren’ werd — zij het dan al eens
met … weinig wind in de zeilen, als de kopij wat te schaars binnenkwam. Dus enkel de vlag werd vernieuwd; de lading blijft
nagenoeg dezelfde.”
46 | META 2014 | 4
Wat volgt is een beschrij- zijn opgenomen die de bus
ving van het interieur van de
meevoert, maar ook al deze,
omgebouwde Büssing-bus: die in het depot van de Sint“Wat onmiddellijk opvalt is de Jacobsmarkt, gereed staan.“
grote ruimte (de vrije vloeroppervlakte bedraagt ongeveer En dan was het zover, de eer10 m²) en het vele heldere
ste rit. Op dinsdag 3 februari
daglicht dat via de voor- en
1959, op één van de koudachterruit en langs de dakra- ste ochtenden van de winter,
men binnenvalt. De twee zij- werd de bibliobusdienst voor
wanden van de bibliobus zijn
het eerst ingezet met als halvoorzien van de nodige rekken
teplaats voor die dag de Korte
in hout met in totaal ongeveer Lozanastraat. “De opkomst
65 strekkende meter boeken- van het publiek was die eerste
planken. De schappen zijn
keer niet groot, al lieten zich
lichtjes hellend gemaakt om
toch enkele volwassenen en
het afglijden, tijdens het rij- een goed dozijn kinderen niet
den, van de boeken te belet- door het gure weder afschrikten. Ze zijn ook belegd met
ken om kennis te maken met
geribde rubber. In totaal kun- het voor Antwerpse straten
nen er in de bibliobus onge- wel erg nieuwsoortig ‘vehiveer 2400 boeken geplaatst
kel’.”
worden. De werken mogen vrij
door de lezer gekozen worden
en van het schap genomen
worden. In de bus zijn twee
Bibliografie
catalogussen op steekkaar- • Bibliotheekgids, jaargang XXXI, nr. 2,
ten voorhanden (een alfabep. 36
tische en een systematische), • Bibliotheekgids, jaargang XXXV, nr.
waarin niet alleen de werken
3-4, p. 65
Activiteiten
Sociale media als informatiebron
5 juni - Gent
Het sociale web is een bron van besprekingen, aanbevelingen, vragen en antwoorden,
tweets, podcasts, social bookmarks, blogposts, presentaties, filmpjes, afbeeldingen
en sociale netwerkprofielen. Een aantal vragen die hierbij rijzen:
• Hoe kun je het sociale web aanwenden als informatiebron? Hoe en waar moet je
zoeken?
• Hoe bewaar je het overzicht over deze nieuwsstroom, voor jezelf en/of de gebruiker?
• Hoe kun je waardevolle informatie filteren en met de gebruiker delen?
Deze hands-on workshop is bedoeld voor wie het sociale web wil verkennen als bijkomende informatiebron. We bekijken welke online communities en sociale netwerken
jou als informatieprofessional en informatiebemiddelaar kunnen inspireren. Daarnaast
verkennen we enkele hulpmiddelen: search alerts als Google Meldingen, feedreaders
als Feedly, startpagina’s als Symbaloo en content curatie diensten als Scoop.it!
De workshop wordt begeleid door Eva Simon. Er kunnen maximaal 18 personen deelnemen aan deze workshop.
Praktisch
Datum
Plaats Prijs Inschrijven
donderdag 5 juni 2014, 10.00 u. - 17.00 u.
VSPW Gent, Edgard Tinelstraat 92, 9040 Sint-Amandsberg (Gent)
95 euro (VVBAD-leden)/125 euro (niet-leden)
www.vvbad.be/activiteiten
Ten strijde met sociale media
Activiteitenkalender
13 juni - Antwerpen
27.05
Als bibliotheek, archief of documentatiecentrum wil je je publiek informeren, inspireren, ontspannen, koesteren, opleiden ... Daarbij kun je online guerrilla-content inzetten.
Dat is inhoud die als een clusterbom ontploft: de boodschap verspreidt zich over het
sociale web en zal her en der conversaties uitlokken.
Ken je klant! Studiedag over
gebruikersonderzoek en
communicatie
VVBAD
05.06
Digitaal klasseren en beheren van overheidsinforma-
Het belangrijkste doel van public relations is immers niet verkoop, maar het bestendigen van een goed imago. Sociale media maken het mogelijk om te bouwen aan ludieke
acties die tot interactie leiden. Ze vormen een uitstekend middel om de doelgroep
aan te spreken en zelf te laten spreken.
tie
Politeia
05.06
Sociale media als informatiebron
VVBAD
Deze sessie illustreert hoe communicatie via sociale media vorm kan geven aan een
consistente digitale identiteit. De nadruk ligt daarbij op de meest gangbare sociale
netwerken: Facebook en Twitter. We kijken naar praktijkvoorbeelden uit de sector,
maar ook uit andere sectoren. Op die manier krijg je heel wat tips die ook jouw bibliotheek of archief kunnen inspireren tot kleine of grote guerrilla-acties.
06.06
Archiefles begrepen?
Workshop lesgeven aan
archiefvormers
VVBAD
13.06
Ten strijde met sociale
media
De workshop wordt begeleid door Eva Simon. Er kunnen maximaal 18 mensen deelnemen aan deze workshop
VVBAD
18-21.06
Studiereis Berlijn
VVBAD
Praktisch
Datum
Plaats
Prijs Inschrijven
vrijdag 13 juni 2014, 9.30 u. - 12.30 u. (onthaal vanaf 9.00 u.)
VVBAD-secretariaat, Statiestraat 179, 2600 Berchem
50 euro (VVBAD-leden)/80 euro (niet-leden)
www.vvbad.be/activiteiten
Uw activiteit in deze kalender?
Meld ze aan via onze website
http://www.vvbad.be/activiteiten
META 2014 |4 |
47
uitzicht
Binnenkijken in een hedendaagse bibliobus.
Foto: gemeentebestuur Zwevegem
> Zie ook p. 46
48 | META 2014 | 4
Profiteer Profileer Prioriteer
Stichting Archiefpublicaties
Jaarboek 13
De regelingen rond het Archieftoezicht zijn
de laatste jaren sterk in beweging. Over het
thema inspectie was nog maar weinig
achtergrondinformatie vastgelegd en er
waren wettelijke veranderingen aanstaande,
waardoor nieuwe wegen voor het toezicht ingeslagen moesten worden. De artikelen
zijn ondergebracht in vijf hoofdstukken: Vergezicht, De Praktijk, Het Bestel, Methoden
en Technieken en Professionalisering. Telkens is vanuit ander perspectief naar en over
het onderwerp van deze bundel geschreven.
Toepassing van de wetgeving vraagt om bestudering en hoe dit in de praktijk handen
en voeten kan krijgen. Tools en handreikingen voor de praktijk zijn in ontwikkeling en
zeker nog niet uitgerijpt. ICT, digitalisering, procesmatig werken, ontgrenzing, privatisering en internationalisering zorgen voor snelle veranderingen en vragen steeds om
nieuwe aandacht en benaderingsmethoden. Het vak van de toezichthouder – de informatie-accountant, zo u wilt – met of zonder archiefdiploma, is volop in ontwikkeling.
Het Jaarboek 13 heeft weliswaar niet de pretentie een handboek archiefinspectie te
zijn, het geeft echter wel een goed beeld van een tussenstand, misschien een mix van
inspectie oude stijl en de recente vernieuwingen. Een gezonde mix dus om nieuw het
vak te overdenken, te bediscussiëren en verder te ontwikkelen.
PROFITEER PROFILEER PRIORITEER. JAARBOEK 13 IS EEN PUBLICATIE VAN DE STICHTING
ARCHIEFPUBLICATIES (S@P). HET IS TE BESTELLEN VIA [email protected] (€ 35+VERZENDKOSTEN).
WWW.VVBAD.BE/PUBLICATIES
Eindelijk inzicht
in collectiebeleid
en -planning.
V-eyeQ is een applicatie voor
collectiebeheer en -planning.
Met V-eyeQ kunnen bibliotheken
aanzienlijke besparingen realiseren
door middel van een efficiënter
collectiebeleid. Ze kunnen
het gebruik van de collecties intensiveren
en op elk moment instant-inzicht krijgen
in hoe de collectie presteert.
Contact:
[email protected]