tijdschrift voor bibliotheek & archief 2014 | 4 E-boeken in de bib Periodiciteit: Maandelijks • mei 2014 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070 De stand van zaken Rondetafel over de integratie van hogeschoolopleidingen Hightech spaghetti Herzele, de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel De Beste Bibliotheken van Nederland VVBAD omdat informatie belangrijk is VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIE Statiestraat 179 +32 3 281 44 57 2600 Berchem [email protected] www.vvbad.be editoriaal VERANTWOORDELUKE UITGEVER Julie Hendrickx, Statiestraat 179, 2600 Berchem HOOFDREDACTEUR Kwaliteit Julie Hendrickx, hoofdredacteur Julie Hendrickx • [email protected] REDACTIE Klaartje Brits, Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ann De Meulemeester, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Myriam Lemmens, Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Op vrijdag 4 april was het feest! De openbare bibliotheek van Herzele werd in het Vlaams Parlement verkozen tot de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. “Dat heeft de bibliotheek te danken aan haar geweldige collectie, aan de rustgevende, tijdloze ruimte maar bovenal aan de passie waarmee de medewerkers hun werk doen.” stelt het juryrapport. De vijf meter aan poëzie op de planken kon vooral juryvoorzitter Erik Vlaminck bekoren. Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren. REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye • [email protected] VRIJWILLIGER Christin Ho REDACTIEADRES VVBAD • META Ook Puurs en Moerbeke werden gevierd om hun openbare bibliotheken. Dat we in Vlaanderen beschikken over erg kwaliteitsvolle bibliotheken is iets waar we al langer trots op zijn. Kwaliteit komt altijd boven drijven. Ook als het gaat om bibliotheken. Zijn we even kwaliteitsvol op ‘e’-gebied? Ondertussen werd het pilootproject ‘E-boeken in de Bib’ gelanceerd. In totaal nemen er 214 bibliotheken aan deel. In de deelnemende bibliotheken kunnen de gebruikers kiezen uit een collectie van 415 e-boeken. Een kleine maar actuele collectie. Onderhandelingen met uitgevers, weet u wel? Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57 [email protected] • http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta ADVERTENTIES Marc Engels • [email protected] Zulke onderhandelingen zijn geen uitzondering maar eerder de regel. Daar herinnert EBLIDA ons aan. Ze lanceren niet voor niets op World Book and Copyright Day (woensdag 23 april) een petitie voor e-lezen. Meer bepaald voor een werkbaar auteursrecht. Momenteel schiet het huidige wettelijke kader tekort. Dit verhindert bibliotheken te voldoen aan een essentieel onderdeel van hun taken pakket: het aanbieden van e-boeken om een vrije toegang tot kennis, informatie en cultuur te garanderen. Voor iedereen. LAY-OUT Marc Engels DRUK EVM META verschijnt 9x per jaar, EBLIDA roept de Europese Commissie dan ook op om een duidelijk kader voor auteursrecht uit te werken waarbinnen openbare bibliotheken e-boeken kunnen aankopen én uitlenen. Een kader dat rekening houdt met een faire vergoeding voor de rechthebbenden. De herziening van het auteursrecht moet, net als bij boeken, bibliotheken in staat stellen hun diensten te blijven aanbieden aan alle Europese burgers. niet in januari, juli en augustus. META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap. We lichten de stand van zaken omtrent e-boeken in Vlaanderen verder toe in dit nummer van META. Dat er pro’s en contra’s zijn is al langer duidelijk. Maar “niet vies zijn van vernieuwende experimenten vind ik belangrijk”, zegt Paul Kellens in dit nummer van META. En hij kan het weten, hij is immer bibliothecaris van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. Wij beamen. ISSN 2033-639X META 2014 | 4 | 1 inhoud META 2014/4 Jaargang 90 - mei 2014 vaste rubrieken 1Editoriaal Kwaliteit 4Nieuws 24Signalement Algemene Ledenvergadering VVBAD 26Etalage Het team achter de Master-na-Master Archivistiek: Erfgoed- en Hedendaags Documentbeheer 36 De Vraag Hoe bied ik wifi aan aan mijn bezoekers? Joris Deene 27Inzet Beatrice De Clippeleir 28 Over de grens De Beste Bibliotheek van Nederland Wendy de Graaff 30Trend Zuiddag – work for change: ook de bib! Leonie Lanssens 31Uitgepakt Wat zijn preserveringsmetadata? Henk Vanstappen “Idolate bewondering voor gelijk wie kan [echter] leiden tot ernstige bewustzijnsvernauwing en verminderd oordeelsvermogen.” 35Column Te veel respect voor professoren Noël Geirnaert 35Citaat 2 | META 2014 | 4 37 Het cijfer 37 Het plan 38Kroniek • Algemene Ledenvergadering VVBAD • FAAD-studievoormiddag: De nieuwste onderzoekslijnen in archiefland 42Recensies 43Toepassing 45 Zo gezien Günther Closset 46Terugblik 47Activiteiten 48Uitzicht inhoud Het is zo ver! De Vlaamse Openbare bibliotheken bieden nu ook e-boeken aan. Of toch de 214 bibliotheken die deelnemen aan het pilootproject van Bibnet ‘E-boeken in de bib’. In deze META nog een stand van zaken, de pro’s en contra’s en een kijkje bij onze noorderburen. interview 14 Rondetafel over de integratie van hogeschoolopleidingen “Verandering is de kernzaak van ons vak. Onduidelijkheid en onzekerheid zijn de ergste problemen die we kunnen meemaken.” artikels Hightech spaghetti .............. 8 Fleur De Meyer E-Boeken in de bib Johan Delaure en Raymond Snijders Herzele, de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel Paul Kellens 8 ............ 19 ............ 32 nieuws Voor het recht op e-lezen! Een e-boekenbeleid voor Europese bibliotheken Op 23 april was het de Internationale Dag van het Boek en het Auteursrecht. Op die dag promootte EBLIDA ook het recht op e-lezen. Geef lezers het recht op e-lezen, en zorg voor een wettelijke regeling zodat bibliotheken e-boeken kunnen uitlenen. Dit is het uitgangspunt van de EBLIDA-campagne: ‘The right to e-read!’ Legaal een e-boek online kopen, houdt in dat je als consument verplicht wordt om een paginadikke overeenkomst met alle licentievoorwaarden goed te keuren. Het kan klantvriendelijker. Tegelijkertijd weigeren uitgevers om e-boeken te verkopen aan openbare bibliotheken. Een modern en vernieuwd auteursrecht zou een wereld van verschil betekenen: minder onduidelijkheid, erkenning en beloning van auteurs en rechthebbenden. En als toemaatje: e-boeken in de bib. Nu worden bijna 100 miljoen bibliotheekgebruikers in Europa belemmerd in hun vrije toegang tot kennis. Daardoor komen democratie, leren, wetenschappelijk onderzoek, en de actieve betrokkenheid van burgers bij de kennissamenleving in het geding. Bibliotheken willen graag: • dat alles burgers – ongeacht hun inkomen – profijt hebben van onbelemmerde toegang tot e-boeken in bibliotheken; • bibliotheekgebruikers van de nieuwste e-boeken voorzien zoals ze dat ook kunnen met gedrukte boeken; • e-boeken kunnen kopen tegen eerlijke prijzen en op basis van redelijke voorwaarden; • dat auteurs een eerlijke vergoeding ontvangen voor het uitlenen van hun e-boeken. Er is nood aan een Europees auteursrecht dat aan deze doelen beantwoordt en bibliotheken in staat stelt e-boeken te kopen en uit te lenen. Daarom doet EBLIDA een beroep op de Europese Commissie om te zorgen voor een helder auteursrecht dat bibliotheken in staat stelt e-boeken te verwerven en uit te lenen, met daarvoor een redelijke vergoeding aan auteurs en rechthebbenden. Een geactualiseerd auteursrecht dient het bibliotheken voorts mogelijk te maken om met hun diensten te kunnen blijven voldoen aan de behoeften van alle Europese burgers. EBLIDA doet ook een beroep op de regeringen van de Europese staten om de onbelemmerde toegang tot informatie voor alle burgers te verzekeren en het recht op e-lezen via bibliotheken veilig te stellen. Een steentje bijdragen aan de campagne? Dat kan! Onderteken zeker de petitie: http://www.vvbad.be/petitie. (jh) Thuis in de bib. Mensen in armoede en bibliotheken. • Welke drempels weerhouden mensen in armoede van een bibliotheekbezoek? • Hoe kunnen bibliotheken samenwerken met armoedeverenigingen, de gemeente en het OCMW? • Op welke manier maak je van de bib een vertrouwde plek voor mensen in armoede? • Hoe creëer je een vraaggerichte bib waarin de bezoeker centraal staat? • Wat is het nut van prijsdifferentiatie in het bereiken van mensen in armoede? Deze publicatie richt zich in eerste instantie op de minder verstedelijkte bibliotheken. Armoede is er even schrijnend maar > Voor meer informatie: http://www.locusnet.be/ vaak minder zichtbaar. portaal/Locus/Organisatie/Publicaties/Thuis-in- Nog al te vaak mijden mensen in armoede de bibliotheek. Terwijl de bib net een belangrijke rol kan spelen in het verbeteren van hun situatie. De bib van Puurs bracht samen met een armoedevereniging een aantal drempels in kaart en werkt aan een lage drempel voor mensen in armoede. Samen met LOCUS bundelden ze de resultaten in een brochure met tips voor de bibliotheken. de-bib De volgende zaken komen onder meer aan bod: 4 | META 2014 | 4 nieuws Btw-rommeltje Zoals al eerder gemeld laat de International Publishers Association (IPA) jaarlijks een rapport maken door PwC omtrent btw en andere taksen die geheven worden op de verkoop van boeken. In de editie 2013 is het grote verschil dat de Verenigde Staten niet behandeld werden wegens te complex. Inderdaad binnen Europa is de complexiteit zo mogelijk nog groter en de Verenigde Staten erbij halen zou het overzicht niet ten goede komen. Er wordt weerom veel nadruk gelegd op de ongelijkheid van de btw-tarieven op gedrukte boeken versus de tarieven op elektronische boeken. Die discrepantie werkt de opgang van de elektronische versie van boeken tegen. En het wordt er niet beter op: 1. De EU vereist dat elektronische boeken die niet op elektronische drager (downloadbare boeken dus) staan belast worden met het standaard btw-tarief: • gedrukte boeken en elektronische boeken op elektronische drager mogen het gereduceerde btw-tarief krijgen, • de standaard btw-tarieven verschillen van land tot land, van 15 procent in Luxemburg tot 25 procent in Denemarken en Zweden, • de gereduceerde tarieven gaan van 0 procent in Ierland en de UK tot 15 procent in Tsjechië, • Frankrijk en Luxemburg speelden ‘haasje over’ en hanteren momenteel hun verlaagd btw-tarief ook voor elektronische boeken die niet op elektronische drager staan, zoals eerder gemeld . 2.Nieuwe lidstaten moeten soms hun voordelige btw-tarieven aanpassen: Kroatië moest haar nultarief op boeken spijtig genoeg opgeven toen dat land toetrad tot de EU (en hanteert nu een tarief van 5 procent). 3.Buiten de EU worden vaak uitzonderingen gemaakt zodat zowel de papieren als (alle) elektronische versies van boeken tegen het nultarief belast worden. Als de EU eist dat de lidstaten de btw-regelgeving strikt moeten volgen dan is dat een verdedigbare houding ware het niet dat er al die verschillen gegroeid zijn. Men kan het zien als een moeilijk strijd tegen de immobiliteit die de EU vertoont tegenover een broodnodige herziening van haar btw-regelgeving. Feit is dat de EU achterop geraakt: in de EU wordt de elektronische van het boek nu al jaren benadeeld. Door dezelfde immobiliteit ontstaat er een marktvertekening die juist de EU had willen voorkomen (en waardoor de EU furieus reageerde op het ‘haasje over’ van Frankrijk en Luxemburg die dan maar vanaf 2015 terug hun standaardtarieven zullen heffen op downloadbare elektronische boeken). Nieuw decreet trekt bijkomend 39 gemeenten aan om lokale cultuurambities waar te maken Het nieuwe decreet Lokaal Cultuurbeleid (2012) van Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege zet meer gemeenten ertoe aan ondersteuning te vragen om hun cultuurambities in te vullen: lokale besturen steun krijgen voor de werking van bibliotheken, erkende cultuurcentra en het gemeentelijke cultuurbeleid. Wie instapt in het decreet LCB krijgt gedurende zes jaar een jaarlijkse subsidie. Het nieuwe decreet zorgde voor een aangroei van 39 nieuwe erkenningen. Sedert de start van deze regeerperiode in 2009 waren al 34 gemeenten in het decreet ingestapt. Globaal kunnen de LCB-gemeenten samen rekenen op 94,9 miljoen euro. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten gemeenten minstens beschikken over een minimum aan culturele infrastructuur, een ondersteuningsbeleid voor verenigingen en belanghebbenden betrekken bij de opmaak van het meerjarenplan. Dat garandeert een lokaal gedragen cultuurbeleid dat aansluit bij de lokale noden. De gemeenten kunnen de impulssubsidie van de Vlaamse overheid inzetten voor het bevorderen van de cultuurparticipatie, cultuureducatie, vrijwilligers en het verenigingsleven. Het doel van de minister van Cultuur was om meer gemeenten te motiveren om in te stappen in het decreet Lokaal Cultuurbeleid. Het nieuwe decreet van 2012 behield de sterkten van het vorige, knipte in de planlasten en maakte nog meer maatwerk mogelijk. Die ingreep heeft geloond. Begin dit jaar deden de lokale besturen via hun meerjarenplan hun aanvragen. Resultaat: 39 nieuwe gemeenten werden erkend voor hun (algemeen) gemeentelijk cultuurbeleid. Daarnaast krijgen drie gemeenten de erkenning en steun voor een nieuw cultuurcentrum. Hetzelfde gebeurt met een nieuwe bibliotheek. Nieuwe bibliotheek van Aalst moet klaar zijn tegen 2018 Zo legt het rapport van IPA/PwC de vinger op de zere plekken. Er wordt uiteraard aangedrongen om de btw-tarieven op gedrukte en elektronische boeken gelijk te leggen. Het rapport legt ook uit dat een nultarief, zeker in eerste instantie, nadelig is voor de uitgevers: zij worden nu de eindklanten die de btw die betaalden op hun ‘basisproducten’ niet meer kunnen doorrekenen of recupereren. De uitgevers zullen dan hun boekenprijzen laten stijgen omdat de btw plots een productiekost wordt. Ondanks dat betoogt het rapport om het nultarief (of zo laag mogelijk tarief) te hanteren ter ondersteuning van de (kennis-)economie. De hoofdbibliotheek is nu gevestigd in een ongeschikt en deels ondergrondse ruimte onder cultuurcentrum De Werf. De nieuwe bib moet een kenniscentrum worden dat volop inzet op het digitale en nieuwe ontwikkelingen. Patrick Vanouplines > Bron: De Standaard De bibliotheek wordt gehuisvest in het gewezen gebouw van de gerechtelijke politie, op de hoek van de Graanmarkt en de Esplanadestraat, bij de Pupillensite. De stad pompt 12,7 miljoen euro in de nieuwe bib, een bedrag dat al gepland werd in het financieel meerjarenplan. META 2014 |4 | 5 nieuws Schiphol Airport Library dicht Nieuws vanuit het Vlaams Parlement: het Topstukkendecreet De Airport Library sluit in haar huidige vorm begin juni. Dan moet de bibliotheek wijken voor een verbouwing van dat deel van de Holland Boulevard. Schiphol had de bibliotheek graag na de verbouwing zien terugkeren op een andere locatie. Geen van de landelijke bibliotheekorganisaties wil hiervoor in deze lastige tijden het opdrachtgeverschap op zich nemen. Dat was namelijk een voorwaarde voor een doorstart. ProBiblio heeft wel haar ondersteuning aangeboden voor het geval dat Schiphol zelf een bibliotheek voortzet. De mogelijkheden daartoe worden momenteel door Schiphol onderzocht. De bibliotheek op Schiphol had niet te klagen over bezoekersaantallen of waardering. De Airport Library is in 2013 uitgeroepen tot één van de acht meest sexy bibliotheken ter wereld. Deze unieke etalage van de Nederlandse cultuur en bijzonder visitekaartje van de openbare bibliotheken op Schiphol trok in 2013 rond de 325.000 bezoekers. De positieve media-aandacht hield ook in 2013 aan én in navolging zijn er enkele bibliotheekvoorzieningen op luchthavens geopend. > Bron: Bibliotheekblad In de zitting van 2 april 2014 keurde het Vlaams parlement eenparig het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang goed. Het is nu wachten op de bekrachtiging ervan door de Vlaamse Regering en de publicatie in het Belgisch Staatsblad. De wijzigingen breiden het begrip ‘topstuk’ uit tot alle cultuurgoederen die beantwoorden aan de toetsingscriteria ‘zeldzaam’ (= weinig andere gelijke of gelijksoortige voorwerpen of verzamelingen binnen de Vlaamse Gemeenschap) en ‘onmisbaar’ (= met een bijzondere waarde voor het collectieve geheugen of met een schakelfunctie, ijkwaarde of nog bijzondere artistieke waarde). De beoordeling van het topstukgehalte van een cultuurgoed wordt overgelaten aan de eigenaar. Voor de uitvoer van deze cultuurgoederen binnen en buiten de Europese Unie is voortaan een vergunning van de Vlaamse Regering vereist. Personen die zonder vergunning uitvoeren of bij de vergunningsaanvraag onjuiste verklaringen of inlichtingen verstrekken, kunnen bestraft worden. Johan Vannieuwenhuyse De juiste informatie bij de juiste persoon Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatieen kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen. Adlib Bibliotheek Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready. Adlib Information Systems +31 (0)346 586800 [email protected] www.adlibsoft.com 6 | META 2014 | 4 nieuws Ik kies voor kunst! ‘Ik kies voor kunst’ is een sensibiliseringsactie van de brede culturele sector. Kunst is zoals de frisse lucht en het water uit de kraan. We genieten er iedere dag van zonder dat we het goed beseffen. Boeken in de bibliotheek, standbeelden in het straatbeeld, de strip die je leest in bed of de film in de bioscoop: ze bestaan slechts omdat mensen kiezen voor kunst. Kunst en cultuur zijn net als zuurstof, levensnoodzakelijk. Het feit dat ze zo vanzelfsprekend zijn, maakt hen vaak onzichtbaar en ook maatschappelijk kwetsbaar. Op zondag 25 mei 2014 zijn er in ons land verkiezingen voor Europese, federale een ook regionale parlementen. Er wordt dan ook een nieuwe Vlaamse minister van Cultuur aangesteld; een belangrijk moment voor de kunsten en de cultuur. ‘Ik kies voor kunst’ wil kunst en cultuur hoog op de beleidsagenda zetten en het als wezenlijk onderdeel van een dynamische samenleving zichtbaarder maken. Om die rijkdom van ons cultureel leven in de kijker te zetten, zetten alle kunst- en cultuurorganisaties tussen 22 april en 25 mei de actie ‘Ik kies voor kunst’ op. Daarvoor hebben we ook jou nodig. Kies nu voor kunst en laat je van je horen! Je stem uitbrengen kan op www.ikkiesvoorkunst.be > Bron: www.ikkiesvoorkunst.be META 2014 |4 | 7 artikel Hightech spaghetti Een studie naar de toekomstige architectuur van de digitale bibliotheek Fleur De Meyer, Bibnet Dit artikel is tot stand gekomen dankzij de opdrachtgevers Bibnet, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De huidige informatiehoeveelheid, de snelheid waarmee alsmaar groeiende datavolumes worden uitgewisseld en de vele technologische ontwikkelingen tekenen quasi alle maatschappelijke sectoren, in het bijzonder de media-, informatie- en cultuursector. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat bibliotheken, die zich net op het snijpunt van de media-, informatie- en cultuursector bevinden, alle zeilen moeten bijzetten en hun dienstverlening bijsturen of hertekenen om hun maatschappelijke relevantie en opdracht te bestendigen. Sommige bibliotheekdiensten kunnen nu al volledig online afgehandeld worden. Een bibliotheekgebruiker kan werken reserveren, verlengen, een werk opzoeken in de bibliotheekcatalogus, of het krantenarchief raadplegen. De digitalisering van het dienstenaanbod zal zich in de toekomst echter nog scherper aftekenen omdat er steeds vaker digitaal gewerkt wordt en het online informatieaanbod almaar groeit. Ook in dit digitale tijdperk moet de bibliotheek haar maatschappelijke meerwaarde en relevantie blijvend realiseren. Haar dienstverlening zal zich daarom aanpassen aan de hedendaagse technologische mogelijkheden en inspelen op het bijhorende verwachtingspatroon van de gebruiker. Om de technologietrendwatcher Peter Hinssen te citeren: “Het digitale is het nieuwe normaal”. De uitbouw van een kwalitatieve digitale bibliotheek met performante online diensten en digitale collecties is dus van cruciaal belang. Koterijen Vorig jaar kondigden we in META in het artikel ‘Een toekomstvisie voor de digitale bibliotheek’ (Bart Beuten, META 8 | META 2014 | 4 2013/5) de technische studie naar een optimale technologische infrastructuur voor de digitale bibliotheek aan. Deze studie kwam er op initiatief van de Vlaamse overheid, bij monde van Bibnet, de vijf provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Jean-François Declercq, François Vermaut en Rosemie Callewaert zijn de onderzoekers die deze studie hebben uitgevoerd. De reden voor de studie lag voor de hand. Het huidige IT-landschap in de bibliotheekwereld is versnipperd en getekend door de nood van het moment. Het doet wat denken aan de hang naar koterij. Als we meer plaats nodig hebben, bouwen we er gewoon een achterbouw en veranda aan, en eventueel nog een duivenhok en tuinhuis erbij. Het IT-landschap van de bibliotheeksector ontsnapt niet aan dit architecturale fenomeen. Bibliotheken herbergen samen ongeveer vierenzestig IT-systemen zoals bijvoorbeeld Vubis, Brocade, Aleph, Iguana, ICB, BIOS, Aquabrowser. Kortom, bibliotheekbeheersystemen, kassasystemen, reservatietools, IBL-systemen, platformen voor bibliotheeksites en digitale etalages, catalogiseersystemen, het e-boekenplatform … Het samengaan van deze IT-systemen in functie van een breed gamma van digitale bibliotheekdiensten, noemen we de digitale bibliotheek. Jammer genoeg zijn deze IT-systemen niet allemaal open en flexibel omdat ze vaak één-op-één gekoppeld zijn. Dit resulteert in tal van lijnen en afhankelijkheden tussen de systemen, vaak via maatwerk en kriskras door elkaar. De IT-systemen leiden koppig een eigen bestaan en deinen organisch uit of krimpen in om zo op grillige wijze de IT-noden van het moment te dienen. Net zoals verschillende bouwlagen en koterijen de bewonersgeschiedenis van een woonst illustreren. Een hieruit voortvloeiend, en dus bijkomend, probleem is dat de IT-ruimte van de bibliotheken stilaan volgebouwd raakt. De IT-koterijen staan momenteel zo ‘dicht op elkaar’ dat als er eentje het laat afweten, dit een domino-effect kan hebben op de andere IT-systemen. Meer nog, als er in één systeem iets aangepast wordt, moet dat ook in andere systemen aangepast worden. Met andere woorden, het huidige, artikel versnipperde, technische IT-model van de digitale bibliotheek loopt tegen zijn limieten aan, en zal op termijn vastlopen. Het spreekt voor zich dat dit de dienstverlening in grote mate kan verstoren. We voegen hier aan toe dat verschillende actoren de digitale bibliotheek bouwen, beheren en sturen. Zo zijn er digitale initiatieven van lokale bibliotheken, gemeentebesturen, provincies, de Vlaamse gemeenschapscommissie en Bibnet. De digitale bibliotheek bestaat op dit ogenblik uit systemen op vijf verschillende beleidsniveaus, met name lokaal en/of gemeentelijk (bijv. beveiligde bibliotheekpc), provinciaal (bijv. bibliotheeksysteem met uitleenmodule), Vlaams (bijv. centraal catalogiseren), nationaal (bijv. elektronische identiteitskaart) en internationaal (bijv. databanken met verrijkende collectiegegevens zoals NBD en CDR). Om dit geheel vlot te laten werken en versnippering van inspanningen tegen te gaan, dringt een flexibel, consistent, coherent en geformaliseerd samenwerkingsmodel met de meest bepalende van deze actoren zich op. Dit zal kosten- en tijdbesparend werken en de betrokken actoren in staat stellen om samen versneld een performante digitale infrastructuur op te bouwen. Zonder georganiseerde samenwerking en afspraken is het voor de digitale bibliotheek als netwerk van de Vlaamse bibliotheken onmogelijk om de IT-koterij te overstijgen. Meer nog, zonder richtinggevend kader en langetermijnstrategie is de bibliotheeksector niet bij machte een volwaardige digitale dienstverlening uit te bouwen wat een voorwaarde is om de maatschappelijke meerwaarde van het bibliotheekwerk ook in de digitale samenleving te realiseren. De studie ‘Een toekomstvisie voor de digitale bibliotheek’ onderstreept uitdrukkelijk het bedrijfskritische karakter van de digitale bibliotheek, en identificeert bijgevolg knelpunten en oplossingen. Dit biedt een richtinggevend kader voor alle betrokken actoren. De studie stelt krachtig dat zonder een gemeenschappelijke systeemarchitectuur en IT-strategie, zonder een solide onderbouw voor de digitale bibliotheek, de bibliotheken vastzitten aan een wirwar van inefficiënte, dure en gesloten IT-systemen. Een hightech spaghetti die niemand lust. “Het huidige IT-landschap in de bibliotheekwereld is versnipperd en getekend door de nood van het moment. Het doet wat denken aan de hang naar koterij. Als we meer plaats nodig hebben, bouwen we er gewoon een achterbouw en veranda aan, en eventueel nog een duivenhok en tuinhuis erbij.” META 2014 |4 | 9 artikel Overzicht van de hightech spaghetti in onze bibliotheken. De werven We weten dat de verdere ontwikkeling en uitbreiding van de digitale bibliotheek onontkoombaar zijn. Een samenwerking over bestuursgrenzen heen, op basis van een gedeelde solide langetermijnstrategie, dringt zich op. De houdbaarheidsdatum van IT-koterijen is nu eenmaal beperkt en genereert niet alleen vermijdbare kosten, maar ook technische obstakels die een performante dienstverlening in de weg staan. Hoe pakken we de verdere ontwikkeling van de digitale bibliotheek het best aan? De studie beschrijft uitvoerig de huidige en toekomstige IT-architectuur van de bibliotheken, en detecteert zeven ‘bouwwerven’ om van de huidige organisch gegroeide IT-opzet naar een duurzamere en goed gestructureerde IT-architectuur toe te groeien. Er liggen drie basisprincipes aan de grondslag van die werven. Een eerste basisprincipe is openheid. We willen dat data in de digitale bibliotheek vanaf nu flexibel kunnen worden uitgewisseld en dat systemen in een open omgeving zonder al te veel technisch geknutsel aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Een tweede basisprincipe is herbruikbaarheid. Herbruikbare data en functionaliteiten, inplugbaar in verschillende systemen en diensten, moeten tijd- en kostenbesparend werken. We moeten niet telkens opnieuw het (technologische) warm water uitvinden. Een derde basisprincipe is kostenefficiëntie. Organisatorische schaalvergroting ligt voor de hand als we een kostenefficiënte onderbouw willen voor de digitale bibliotheek. We willen meer krijgen voor onze middelen, en een 1 0 | META 2014 | 4 einde maken aan te dure oplossingen met een te lage kwaliteit. De werven zelf zijn een meerjarenproject dat zich in verschillende bouwfases of werkpakketten laat opdelen. Het is niet het doel van de werven om vernieuwend of innovatief te zijn omdat dit bon ton is. De basisprincipes sturen de werven in een duurzame innovatieve richting. We voegen hier ook nog aan toe dat de kwaliteit van elke werf afhankelijk is van de kwaliteit van uitvoering van de andere werven. Een globale opvolging en coördinatie van de verschillende werven moet zorgen voor een hoge uitvoeringskwaliteit, cohesie en coherentie en de risico’s van onderlinge afhankelijkheden tussen de werven beperken. Er is nood aan een architect voor de digitale bibliotheek die deze belangrijke taak op zich neemt. Het vele werk dat nodig is om een solide IT-onderbouw voor de digitale bibliotheek te ontwikkelen, kan geclusterd worden in zeven werven, aldus de studie. Tijd dus om die zeven werven van nabij te bekijken. De eerste werf die de studie definieert, is de ontwikkeling van een instrumentarium voor analyse en rapportering. Met een dure term heet zoiets business intelligence. Bibliotheken werken vaak zonder het te weten met business intelligence. Immers, ze werken bijna dagelijks met statistieken en dataverzamelingen. Maar dit gebeurt vaak manueel en fragmentair. Data en statistieken worden manueel gegenereerd via een export per systeem, meestal met een omweg, om zo verwerkt te worden en de nodige inzichten en interpretaties aan te leveren voor bepaalde deeldomeinen van het bibliotheekwerk (bijv. collectiegebruik, websitebezoek …). Als we alle data samenbrengen in een global datawarehouse, een interne databibliotheek, dan is het mogelijk om vanuit deze centrale dataverzameling een integraal beeld op te roepen. Bijvoorbeeld het maken van een analyse van het gebruik door een bepaalde gebruikersgroep van meerdere bibliotheekdiensten zoals (fysiek) bibliotheekbezoek, online zoeken in de catalogus, het uitlenen van e-boeken of de aanvraag van online verlengingen. Op basis van een totaalbeeld over het gehele dienstenaanbod heen, kan de bibliotheek onderbouwde beslissingen nemen en het eigen beleid bijsturen waar nodig. De kennis van het gebruik van haar diensten is niet langer gefragmenteerd over statistieken uit diverse systemen, maar zit gebundeld in één analyse- en rapporteringsplatform. Een business intelligence-oplossing biedt bibliotheken een digitale cockpit waarmee bijvoorbeeld de collectieverantwoordelijken kunnen zien welke collectieonderdelen het goed doen bij het publiek en of de beoogde toeleiding vanuit bepaalde digitale etalages voor deze groep heeft gewerkt. Het voordeel van het gebruik van business intelligence is de integrale werking, maar ook de verdieping van kennis over bepaalde zaken, dit door het gebruik van de combinatie van data en cijfers uit artikel verschillende systemen. Denken we maar aan bijvoorbeeld de voorspelbaarheid van het gebruikscoëfficiënt van bepaalde collectieonderdelen doordat uitleengegevens en aankoopdata aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Wonderkinderen van Silicon Valley Het spreekt voor zich dat de omslag naar de digitale dienstverlening en de ontwikkeling van de digitale bibliotheek niet zonder de bibliotheekmedewerker kan gebeuren. Bibliotheekmedewerkers zijn essentieel om de verdere ontwikkeling van de digitale bibliotheek inhoudelijk te voeden, de aansluiting te verzekeren met het lokale bibliotheekwerk en het fysieke gebouw en het geheel uit te dragen naar de gebruikers. De studie benadrukt dit expliciet. Dit betekent niet dat bibliotheekmedewerkers zich moeten omscholen tot wonderkinderen van Silicon Valley, maar wel dat ze vertrouwd moeten zijn met de hedendaagse technologische mogelijkheden (bijv. mobiele apps) en de bijhorende verwachtingspatronen van gebruikers (bijv. permanente online dienstverlening). De bibliotheekmedewerker moet de ruimte krijgen om voldoende IT-maturiteit te ontwikkelen. Dit is de tweede werf. Het opkrikken van de IT-maturiteit van de lokale bibliotheek verloopt het best in samenwerking met de IT-dienst van de gemeente of andere lokale actoren, die kunnen ondersteunen en bijsturen, rekening houdend met het lokale e-governmentbeleid. Opleiding, ondersteuning en kennisdeling zijn sleutelbegrippen als we de bibliotheekmedewerker hierbij willen ondersteunen. Goed, als we deze twee werven realiseren, hebben we gecentraliseerde en overzichtelijke data die de sturing van het bibliotheekbeleid niet alleen een pak vereenvoudigen, maar ook bijkomende inzichten genereren. We hebben bovendien ook bibliotheekpersoneel dat van wanten weet en in samenwerking met de IT-dienst van de gemeente de digitale bibliotheekwerking ondersteunt en bijstuurt. Kijken we naar de publieke dienstverlening van de bibliotheek dan ligt het voor de hand dat we vervolgens onze blik op de burger richten en zijn of haar ontmoeting met de bibliotheek op het internet. Bibliotheken op het web In de derde werf gaat de aandacht naar de aanwezigheid van de digitale bibliotheek op het web. De bibliotheekwebsite is een belangrijk online kanaal voor de dienstverlening dat steeds meer aan belang wint. Er is immers een groeiend publiek dat de bibliotheek en haar diensten leert kennen via het web. De beoogde Google-strategie van Bibnet, die de Vlaamse bibliotheekcollecties ook via Bibliotheekportalen en Google gemakkelijk vindbaar wil maken, werkt dit nog verder in de hand. De studie wijst uit dat er desondanks veel bibliotheken zijn die geen duidelijk, laat staan volledig, overzicht van hun diensten op hun website aanbieden. Ook de gebruiksvriendelijkheid van de online bibliotheekcommunicatie is niet altijd optimaal. De bibliotheekwebsite is meer dan een visitekaartje met openingsuren. De bibliotheekwebsite moet met een hedendaagse look-and-feel aansluiten bij de noden en zoekstrategieën van online bezoekers. De website kan de gehele bibliotheekdienstenportfolio toegankelijk maken en eventueel bepaalde onderdelen in de kijker zetten. Kortom, de bibliotheekwebsite kan een goed georganiseerde en ordelijke plek zijn waarin de bezoeker snel de weg weet te vinden. Bibliotheken hebben hier nog een lange weg af te leggen, al zorgen de provinciale projecten voor de uitbouw van centrale websiteplatformen hier voor een belangrijke versnelling. De studie stelt dan ook voor om richtlijnen voor de ontwikkeling van een bibliotheekwebsite op te maken, goede praktijken te delen en misschien zelfs een generieke website te ontwikkelen die bibliotheken kunnen overnemen en kunnen aanpassen naar de lokale noden en behoeften. Als de bibliotheek zo een gebruiksvriendelijke website heeft met een goed overzicht van haar diensten, dan vloeit hier uit voort dat de bezoeker ook een gebruiksvriendelijke toegang nodig heeft tot die digitale diensten. Dit brengt ons bij de vierde werf. Een bibliotheeklidmaatschap is immers een voorwaarde om van sommige digitale bibliotheekdiensten te kunnen genieten (bijv. raadplegen krantenarchief van thuis uit, reserveren …). Op het internet hebben we jammer genoeg geen vriendelijke bibliotheekmedewerker die META 2014 |4 | 11 artikel snel even ons lidmaatschapskaartje door de scan haalt en ons verder helpt. De ontwikkeling van oplossingen voor een upto-date en gebruiksvriendelijke online toegang tot de digitale diensten is dan ook een cruciale voorwaarde voor de verdere opbouw van de digitale bibliotheek. ‘Mijn Bibliotheek’ is een voorbeeld van een gebruiksvriendelijk toegangsmanagement. ‘Mijn Bibliotheek’ is immers een open systeem zodat de burger eenzelfde account voor verschillende diensten kan gebruiken, van online leendiensten (bijv. verlengen, reserveren …) tot het raadplegen van digitale collecties (bijv. Gopress Krantenarchief, e-boeken …). Het is dan ook belangrijk om dit open systeem verder uit te bouwen naargelang de uitbreiding van digitale diensten en collecties. Met de ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke bibliotheekwebsite en toegang tot de digitale diensten en collecties komt de digitale bibliotheek tegemoet aan de vraag van de bibliotheekgebruiker. Met deze twee werven hebben we alvast het aanzicht van onze infrastructuur aanzienlijk vertimmerd. Tijd voor het interieur. Nieuw digitaal product Bibliotheken zijn genoodzaakt om hun huidige collectie verder te integreren met digitale collecties en diensten. En hiermee zijn we bij de vijfde werf beland. We weten al dat de hedendaagse technologische mogelijkheden de bibliotheekdienstverlening hertekenen en inspelen op het bijhorende verwachtingspatroon van de gebruiker. Die gebruiker zit niet stil en gaat aan de slag met nieuwe digitale producten zoals bijvoorbeeld e-boeken. Bibliotheken willen en kunnen die nieuwe digitale producten niet negeren. De Nederlandse bibliotheken maken er werk van. En dat doen onze bibliotheken ook. In mei is de lancering van de e-boeken een feit en hebben de bibliotheken die aan de actie deelnemen een virtuele boekenplank met e-boeken die ze aan het publiek kunnen aanbieden. De introductie van een nieuw digitaal product of dienst zoals bijvoorbeeld e-boeken is niet zo eenvoudig als het lijkt. De integratie vraagt onder meer een bijsturing van de interne bibliotheekwerking. Zo dringt een geïntegreerd zicht op uitleentransacties van zowel fysieke als digitale collecties zich op. Bibliotheken hebben dan ook een open en flexibel systeem nodig dat zich snel aanpast aan de onvermoeibare dynamiek van de uitleenprocessen. Deze werf richt zich dan ook op de integratie van uniforme processen voor de digitale collecties. We hebben nu al e-boeken, maar het is niet uitgesloten dat daar in de toekomst ook digitale taalcursussen bij horen of een keur aan educatieve digitale werken. Catalogeersystemen Met de zesde werf blijven we nog even bij het hart van de bibliotheek, met name de Overzicht mogelijke IT-architectuur met bibliotheekhub voor onze bibliotheken. 1 2 | META 2014 | 4 “We willen de bibliotheek van morgen vrijwaren van prijzige en weinig flexibele IT-systemen, met alle mogelijke risico’s die daaraan verbonden zijn.” artikel fysieke collectie. Aan de huidige collectiebeheerprocessen is al hard gewerkt, maar ze kunnen nog verder geoptimaliseerd worden. Zo is er duidelijk nood aan een verdere integratie en automatisering van het collectiemanagement. Bijvoorbeeld, op dit ogenblik is het catalogiseren niet gekoppeld aan het databeheer van de bestellingen wat ervoor zorgt dat bijvoorbeeld titelbeschrijvingen, nodig voor het in circulatie brengen van publicaties, pas aangemaakt en gedeeld kunnen worden nadat de boeken zelf beschikbaar zijn. De huidige informatiesnelheid en technologische ontwikkelingen vragen niet alleen geoptimaliseerde collectiebeheerprocessen. Er is ook druk op catalogeersystemen om efficiënter om te gaan met metadata en metacontent. Met metacontent bedoelen we de inhoudelijke beschrijvingen zoals bijvoorbeeld covers, leesfragmenten of recensies. Het semantisch web zorgt voor toenemende mogelijkheden. Het web staat immers niet stil en evolueert gestaag naar een semantisch web, wat ook wel eens als web 3.0 wordt omschreven, waarbij informatie en data uit uiteenlopende bronnen en sectoren automatisch aan elkaar gekoppeld worden, wat opnieuw resulteert in nieuwe inhoudelijke verrijkingen en contexten. Het spreekt voor zich dat collectiebeheerprocessen hierop in zullen spelen, en dat integratie en automatisering zich opdringen. Geen kunst- en vliegwerk Zoals we al eerder opmerkten, de activiteiten en initiatieven van alle werven zijn afhankelijk van elkaar. Collectiebeheer kan niet zonder gecentraliseerde data. Digitale collecties vragen om een gebruiksvriendelijke toegang. De werven hebben elkaar nodig om goed te functioneren en om de digitale bibliotheek als een goed geolied en coherent geheel te kunnen aanbieden aan de burger. We moeten, als een goede architect, de verschillende initiatieven dan ook onderbrengen in een globale IT-architectuur voor de bibliotheken. De nieuwe IT-architectuur moet werk maken van een rationalisering van het bestaande systeemlandschap (lees: dubbele systemen en functionaliteiten wegwerken) en de onderlinge koppelingen optimaliseren. Dit zal niet alleen de complexiteit van de IT-architectuur vereenvoudigen, maar daarmee ook de kosten drukken. Dit is dan ook de laatste en zevende werf. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de groei van digitale collecties en diensten en de ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke digitale bibliotheek leidt tot een uitbreiding met allerlei IT-systemen die met kunst- en vliegwerk op elkaar aangesloten worden. Daarom wijst de studie op het belang om het aantal systemen dat vandaag gebruikt wordt te consolideren. Een noodzaak bij deze vereenvoudiging is het gebruik van open en modulaire IT-systemen. Een tussenlaag zoals bijvoorbeeld een bibliotheekhub, dit is een ‘verkeerswisselaar’ voor IT-systemen en datastromen, kan ervoor zorgen dat alle systemen die in het netwerk met elkaar gekoppeld zijn, ook efficiënt en probleemloos informatie kunnen uitwisselen. De digitale bibliotheek van morgen We willen de bibliotheek van morgen vrijwaren van prijzige en weinig flexibele IT-systemen, met alle mogelijke risico’s die daaraan verbonden zijn. We willen de digitale bibliotheek niet laten uitgroeien tot een hightech spaghetti waarin we ons dreigen te verslikken. Dus hebben we een langetermijnvisie en richtinggevend kader voor een vereenvoudiging en hervorming hard nodig. De studie Een toekomstvisie voor de digitale bibliotheek houdt onze bibliotheeksector niet alleen een spiegel voor, maar heeft ook aandacht voor een mogelijke remediëring. uit om met vereende krachten aan de slag te gaan binnen de zeven werven om samen de digitale bibliotheek van morgen tot stand te brengen. Daarvoor moeten we een integraal instrumentarium ontwikkelen voor rapportering en analyse en inzetten op de verdere ontwikkeling van onze IT-maturiteit. De inspanningen voor onze aanwezigheid op het web moeten we intensifiëren en professionaliseren en één toegangslogin voor onze gehele dienstverlening blijft een belangrijk aandachtspunt. We kunnen de groei van digitale collecties en bijhorende diensten mogelijk maken en ruimte creëren voor open data in collectiemanagement en catalografie. Ten slotte moeten we componenten uit het IT-landschap van de digitale bibliotheek consolideren om zo de IT-complexiteit een halt toe te roepen en de kosten te drukken. Kortom, de studie geeft aan welke richting we moeten inslaan. Door onze aandacht toe te spitsen op deze werven kunnen we ervoor zorgen dat we samen de omslag naar de digitale bibliotheek van morgen kunnen maken. >De studie systeemarchitectuur voor de digitale bibliotheek is te lezen op: http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Over_ Bibnet/Onderzoek/Systeemarchitectuur%20 voor%20de%20digitale%20bibliotheek Die remediëring houdt in dat we niet alleen innoveren, maar ook rationaliseren en optimaliseren. Een glimmend innovatielaagje met bijhorende toeters en bellen volstaat niet. Open en herbruikbare IT-systemen die schaalvergroting mogelijk maken, zijn een basisvoorwaarde als we de digitale bibliotheek verder willen uitbouwen. De studie geeft aan op welke manier we binnen de verschillende domeinen van de digitale bibliotheek daar naar toe kunnen groeien. De studie nodigt de hele bibliotheeksector META 2014 |4 | 13 interview Wat betekent de integratie van hogeschoolopleidingen in de universiteiten voor de bibliotheken? Julie Hendrickx en Christin Ho Foto’s Benoit Vermeeren Sinds de start van dit academiejaar zijn de hogeschoolopleidingen van ‘academisch niveau’ zoals industrieel ingenieur, architect, vertaler/tolk, journalist en handelswetenschappen universitaire opleidingen. De voordelen van deze integratie zouden aanzienlijk zijn: het verschil tussen ‘academische opleidingen’ aan universiteiten en de ‘opleidingen van academisch niveau’ in de hogescholen wordt voorgoed opgeheven. De structuur van het hoger onderwijs wordt duidelijker en de versnippering van onderzoeksmiddelen zou vermeden worden. De universiteiten zijn nu verantwoordelijk voor onder andere het onderwijs- en onderzoeksbeleid van de betrokken opleidingen, de kwaliteitszorg, het personeelsbeleid en het uitreiken van diploma’s. In totaal betekent de integratie ook een verschuiving van 23.000 studenten en +/- 2500 personeelsleden naar de universiteiten. Wat verandert er voor de betrokken bibliotheken? META sprak met Erika Meel (hoofdbibliothecaris bibliotheken HUB-KAHO), Trudi Noordermeer (hoofdbibliothecaris Universiteitsbibliotheek Antwerpen), Veerle Van Conkelberge (planning officer Universiteitsbibliotheek Gent), Hilde Van Kiel (hoofd van de Campusbibliotheken Wetenschap & Technologie en Biomedische Wetenschappen Katholieke Universiteit Leuven), Sofie Vandroemme (hoofdbibliothecaris bibliotheken Hogeschool van Gent) en Patrick Vanouplines (hoofdbibliothecaris Vrije Universiteit Brussel). Wat betekent integratie voor de bibliotheekwerking? Trudi: Voor ons betekent het de sluiting van twee bibliotheken en het integreren van studenten in grotere bibliotheken. Het is een overgangssituatie, we proberen alles zoveel mogelijk te integreren. We willen zo weinig mogelijk locaties, maar wel goed geoutilleerd. De focus ligt op de elektronische bibliotheek en werkplekken voor de studenten. Het kan zijn dat de bibliotheken fusioneren. Veerle: Bij ons verloopt het op dezelfde manier. De twee grote bibliotheken die overkomen worden geïntegreerd in een bestaande faculteitsbibliotheek, waarvan een al tegen op 1 oktober 2013. Tegen 2018 zal de andere verhuisd zijn. Hilde: Bij ons is dat niet het geval. Er sluit geen enkele bibliotheek. Integendeel, wij bouwen er nog een aantal nieuwe bij. Wij zijn wel al tien jaar bezig met die integratie, het is geen nieuw gegeven voor ons. V.l.n.r. Patrick Vanouplines, Trudi Noordermeer, Hilde Van Kiel, Sofie Vandroemme, Erika Meel en Veerle Van Conkelberge. Het is wel wennen dat we opeens zoveel locaties hebben. We hadden enkel Leuven en Kulak (de universiteitscampus van de Katholieke Universiteit Leuven in Kortrijk) en nu hebben we zowat in elke stad in Vlaanderen een bibliotheek. Daarom spreken wij ook over KULLOC (KULeuven op locatie). Maar we proberen echt wel een bibliotheekbeleid voor de hele associatie te maken en niet zozeer te spreken van een universiteit en een hogeschool. Patrick: Wat de Brusselse associatie betreft is het heel eenvoudig. We zijn de kleinste associatie met een hogeschool waarvan de academische opleidingen geïntegreerd zijn. Aan de VUB hadden we altijd al een zeer gecentraliseerde aanpak met de centrale bibliotheek op de Campus Oefenplein en de medische bibliotheek op Campus Jette. De academische opleidingen aan de Nijverheidskaai gaan binnenkort verhuizen naar Campus Oefenplein. Sofie: Bij ons is het ongeveer hetzelfde verhaal, twee bibliotheken zijn UGent bibliotheken geworden en twee andere collecties blijven geïntegreerd in een HoGent bibliotheek, gezien de UGent studenten ook op de HoGent campus blijven. Erika: Ik denk dat er bij ons in de associatie KU Leuven grote verschillen zijn tussen hogescholen met academische studenten en hogescholen die voornamelijk of zelfs alleen de professionele opleidingen hebben. Zij ondervinden weinig van die integratie maar zijn uiteraard wel volwaardig en actief lid van de associatiewerking. Zowel HUB als KAHO hebben redelijk veel KULLOCstudenten en wij zorgen ervoor dat de studenten er zo weinig mogelijk last van ondervinden en ze vooral van de voordelen kunnen genieten. Hier en daar zullen er wel verhuizingen en veranderingen plaatsgrijpen, maar eigenlijk niet naar Leuven toe omdat de partners niet hoeven te verhuizen. Zo zijn wij al gefusioneerd met KAHO en Thomas More Antwerpen (professioneel) is gefusioneerd met Mechelen. Het samengaan met de meeste andere hogescholen maakt deel uit van het meerjarenplan. Hilde: Van de twaalf hogescholen die tot de associatie horen, worden er vijf clusters gevormd: Vives, HUB-KAHO, Thomas META 2014 |4 | 15 interview More , KHLeuven en KHLim en LUCA. Aan de ene kant hebben we het verhaal rond de clustervorming, aan de andere kant worden we geconfronteerd met het ontstaan van nieuwe faculteiten: Industriële Ingenieurswetenschappen en Architectuur. Er is ook nog de faculteit Economie met drie à vier locaties in Vlaanderen waar je een collectie voor moet gaan vormen. Dat maakt het complex. Trudi: Bij ons is het inderdaad ook zo dat we twee nieuwe faculteiten hebben: Toegepaste Ingenieurswetenschappen en Ontwerpwetenschappen. En de opleidingen Kinesitherapie en Toegepaste Taalkunde stromen in bij de faculteiten Geneeskunde en Letteren. En heeft die integratie ook impact op het bibliotheekbudget? Trudi: Faculteiten kregen natuurlijk ook allemaal een budget voor hun werking. Toegepaste Ingenieurswetenschappen en Ontwerpwetenschappen hebben binnen hun werkingsbudget ook een budget samengesteld om hun eigen collectie verder uit te bouwen en wij hebben ook een deel van hun collectie overgenomen. En ze hebben ook bijgedragen aan de gestegen prijzen van abonnementen. Patrick: Het is vergelijkbaar met onze situatie. Veerle: Bij ons is er wel wat discussie. Er zijn ook prijzen van abonnementen gestegen van faculteiten die niets met de integratie te maken hebben. Het is een gevoelig onderwerp binnen de universiteit. Patrick: Het hangt natuurlijk ook af van de manier waarop je middelen verzamelt voor het bibliotheekbudget. Bij ons is er een centraal budget dat wordt afgesplitst voordat het over de faculteiten wordt verdeeld. Veerle: Wij hebben ook een centraal budget dat wordt verdeeld onder faculteiten, maar hoe dat juist verloopt voor de integrerende opleidingen, daar bestaat discussie over. Hilde: Daar hebben wij geen discussie over. Wij hebben een bedrag gekregen om de elektronische bronnen die wij als KU Leuven hadden uit te rollen over de academische opleidingen. Maar wij hebben geen verdeelsleutel daarover. Wij hebben drie jaar geleden inventarisatielijsten gemaakt van onze elektronische bronnen om te zien hoeveel we zouden moeten krijgen. We zien dat uitgevers van biomedische tijdschriften de prijzen sterk aanpassen terwijl er weinig kinesitherapiestudenten bijkomen. Trudi: Wij hebben een bibliotheekraad die hierover mee beslist. Wij bespreken hoe wij gefinancierd worden en hoe extra budgetten worden verdeeld. Ik heb een centraal budget en per faculteit is er een zekere autonomie om zelf te bepalen hoeveel geld ze erin steken. Door de effecten van de prijsstijgingen van Elsevier moet er opnieuw berekend worden hoeveel elke faculteit moet bijdragen. Erika: In de Associatie KU Leuven is er afgesproken dat er bij de integrerende opleidingen zou gekeken worden naar alle e- en papieren abonnementen die daar liepen en er zoveel mogelijk abonnementen zouden stopgezet worden omdat het al in KU Leuven beschikbaar is. Dit is een goede zaak omdat we een aantal collega’s in de faculteiten van de KULLOC hebben kunnen overtuigen om over te stappen naar het gebruik van alleen digitale bronnen. In een eerste fase hebben wij met HUB toch al 60.000 euro kunnen besparen. Binnenkort komen wij weer terug 1 6 | META 2014 | 4 samen en gaan wij alle lijsten van lopende tijdschriften nakijken en abonnementen opzeggen die door het centrale budget van KU Leuven kunnen opgevangen worden. Je moet dit ieder jaar blijven herhalen. Hilde: Wij hebben ons eerst geconcentreerd op onze elektronische bronnen en gekeken naar waar het grootste financiële risico zat. Binnen de associatie hebben wij een hele procedure gestart voor de aankopen. Gaan we over tot nieuwe aankopen? En op welk niveau moeten er afspraken gemaakt worden? Is het aangevraagd materiaal beschikbaar bij onze partners? Wij hebben gemerkt dat we hetzelfde zullen moeten doen voor onze papieren collectie omdat we enorm verspreid zitten over verschillende locaties. Sofie: Wij hebben een aantal abonnementen kunnen schrappen die overgenomen zijn door UGent zonder al te veel problemen. Maar de rest van het budget werd niet aangetast, een groot deel van het budget behoort toe aan de vakgroepen en die kunnen er gebruik van blijven maken. Trudi: Bij ons is het ook volledig geharmoniseerd. Het enige probleem waar wij mee te kampen hebben is een collectie elektronische boeken. De hogescholen hadden die collectie gekocht en die werd ook veel gebruikt. Nu moet de universiteit het tienvoudige betalen om diezelfde set van boeken aan te kopen. En daar heb ik eigenlijk geen budget voor. Voor de rest worden voor de nieuwe faculteiten nieuwe collecties opgebouwd. Zijn de leveranciers en uitgeverijen ingeschakeld bij die integratie? Hilde: Het is complex. Wij hebben uiteindelijk vrij duidelijke cijferrapporten gemaakt met het aantal hogescholen en hun studentenaantallen. De uitgevers zagen waar er verschuivingen waren gebeurd. Ze wilden ons wel niet altijd volgen in het nieuwe verhaal. Het grootste obstakel hadden we van tevoren omzeild. We hebben heel veel tijd in Elsevier gestoken omdat dat financieel het zwaarste contract was en het verviel ook voor de andere contracten. Als wij daar een zware consequentie hadden aanvaard, dan konden we geen garantie bieden aan de andere uitgeverijen om contracten te verlengen. Binnen de associatie is er dan wel degelijk sprake van het gezamenlijk aanschaffen van toegang tot elektronische informatiebronnen? Sofie: Via consortia wel, maar de toegang loopt niet via hetzelfde netwerk. Het is niet de bedoeling dat HoGent op het netwerk van UGent zitten en omgekeerd. De contracten worden samen afgesloten, maar wel met andere voorwaarden en prijszettingen voor universiteiten of hogescholen. De associatiepartners hebben nog geen onderlinge contracten afgesloten. Trudi: Dat gebeurt bij ons op dezelfde manier, de universiteit en de hogescholen sluiten zelf nog contracten af. Er is wel enige sprake van afstemming. Erika: We maken intern wel afspraken, maar als wij denken dat wij te klein zijn om zelf een contract af te sluiten dan proberen we dat samen te doen met partners in samenspraak met de uitgevers. Uit ervaring is gebleken dat je op grotere schaal iets gedaan kan krijgen bij de leveranciers. Is er binnen de associatie ook sprake van een afgestemd collectiebeleid? Sofie: Vroeger waren wij niet op elkaar afgestemd omdat wij interview “Respect voor elkaars eigenheid en proberen elkaar te begrijpen in een proces van integratie is heel belangrijk.” totaal andere behoeften hebben. Eigenlijk heeft het voor ons niet zoveel zin. Elektronisch kunnen wij dat bijna niet doen, omwille van licentievoorwaarden. te zeggen dat ze naar Hasselt zouden moeten gaan voor boeken over bijv. boekhouden. Het besluit werd gemaakt dat de basiscollectie overal aanwezig moet zijn. Trudi: Wij zijn wel degelijk op elkaar afgestemd en willen ook een collectieplan opstellen voor de hele associatie. De Vlaamse Erfgoedbibliotheek is begonnen met het opstellen van een basismodel om collectieprofielen op te stellen van de huidige collectie en collectievormingsprofielen voor in de toekomst. Ik hoop dat dit een basismodel oplevert dat wij aan de universiteit ook voor andere collecties kunnen gebruiken. Trudi: Binnen de Antwerpse associatie kunnen alle studenten boeken lenen in alle bibliotheken. Wij zorgen er dus voor dat het materiaal binnen handbereik is. We trachten overbodige dubbels te vermijden. Erika: Er worden ook andere accenten gelegd. De universiteiten zullen meer onderzoeksinformatie en -diensten aankopen terwijl hogescholen in eerste instantie op zoek gaan naar materiaal voor onderwijs. Er moet wel overlegd worden. Waarom zou je als hogeschool een duur boek aankopen als de universiteit het al heeft? En waarom zou de universiteit didactisch materiaal aankopen als studenten het al kunnen gebruiken in de hogeschool? Een basiscollectie moet gevormd worden met duidelijke afspraken, maar bijvoorbeeld een papieren krant, zolang het blijft bestaan, moet overal beschikbaar zijn. Hilde: In onze samenwerking wordt er nog heel veel papier aangekocht voor de architectuur- en kunstopleidingen. Daar zie je die verwevenheid heel sterk. Wat wij ook hebben gedaan binnen de groep Wetenschap & Technologie is dat de bibliotheken met een FIIW (Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen) opleiding en architectuur onze richtlijnen mee moesten volgen. Er wordt wel samengewerkt, maar een groot collectiebeleid voor onze associatie gaat niet lukken. Het is zoals Erika zei dat het academische enorm onderzoeksgericht is. Wat ik koop voor mijn bibliotheek is 90 à 95 procent onderzoek, terwijl de bibliotheken van de hogescholen veel meer praten met onderwijsmensen en niet zozeer met onderzoek bezig zijn. Wij zijn in veel mindere mate bezig met onderwijs. Dat verschil zie je heel sterk. Hilde: Wij hebben ooit eens de oefening gemaakt in het begin om te achterhalen wat de collectiesterktes waren, hoe actueel ze waren, hoeveel anderstalige boeken er beschikbaar waren en van welke onderwerpsgebieden we de meeste boeken in huis hadden. Maar aangezien de associatie KU Leuven over het hele land verspreid is, is het moeilijk om tegen studenten uit Brugge Trudi: Voor ons is het eigenlijk ook wel een verrijking. De uitleenzaken zijn op elkaar afgestemd. Iedereen kan makkelijk bij elkaar lenen. De Universiteit Antwerpen is zeer sterk gegroeid sinds 2003. In dat jaar fuseerden de drie universitaire instellingen en zij hadden gezamenlijk 7.000 studenten. Dit aantal is nu bijna verdrievoudigd. META 2014 |4 | 17 INTERVIEW Patrick: Wat wij ook gedaan hebben is er voor zorgen dat alle Brusselse studenten kunnen genieten van onze faciliteiten. informatie te krijgen. Het zoeken naar de juiste plaats om een vraag te stellen, vergde veel tijd. Zijn er bibliotheken waar door de integratie de verschillende bibliotheeksystemen op elkaar moesten afgestemd worden? Hilde: Dat is de afgelopen zes à zeven jaar gebeurd, stap voor stap. Erika: We hebben ook een aantal jaren een aparte deelgroep gehad binnen onze bibliotheekwerking die als opdracht had management en beleid mee voor te bereiden. Het was een vrij beperkte groep van mensen die mee moesten nadenken over onder meer een missie en een kwaliteitsstandaard. Zij bereidden documenten voor met een aantal beleidsrichtlijnen die uiteindelijk in documenten werden gegoten. Voordat het dus in de algemene groep van de bibliotheekwerking kwam, werd het uitgepluisd door die managementgroep. Zo hebben wij heel wat beleidsdocumenten goedgekeurd gekregen voor de integratie, zodat er achteraf geen discussies ontstonden. Die managementgroep werd opgeheven voordat de integratie plaatsvond. Trudi: Bij ons zatten alle partners al in het Brocade-systeem, behalve de Hoge Zeevaartschool. Maar er moesten wel conversies gebeuren, omdat collecties overgingen van de hogescholen naar de universiteit. Veerle: Bij ons zijn er veel conversies moeten gebeuren, maar wij hebben ervoor gezorgd dat die afgerond waren voor de integratie. Hilde: Wat wij veel eerder beslist hebben is dat alle elektronische bronnen moesten verlopen via een dienst binnen KU Leuven, ook die van de professionele. En daardoor konden wij ook al drie jaar geleden aan die dienst vragen om ons lijsten te bezorgen van wat iedereen heeft om de overlappingen beginnen te zoeken. Veerle: De Universiteit Gent heeft een bibliotheekbeleid en missie en degenen die integreren gaan mee in dat beleid na overleg, maar ze wordt geen gezamenlijk beleid voor de hele associatie. De associatie heeft ook niet de ambitie om zoiets te verwezenlijken, het wordt ook niet ondersteund. Trudi: Aan de Universiteit van Antwerpen zou het wel in die richting kunnen evolueren. Bij ons is het ook niet zo ingewikkeld. Als ik het goed hoor, zijn jullie al lang bezig met die integratie. Hoe lang duurden de voorbereidingen? Veerle: Wij hebben drie hogescholen in de associatie, de integratie van de kinesisten van de Arteveldehogeschool was al verwezenlijkt. Patrick: Idem voor de situatie in Brussel. Er is een goede samenwerking en verstandhouding met de bibliothecaris van de hogeschool. Hilde: Wij zijn tien tot twaalf jaar bezig geweest met die integratie en al vijf jaar hebben wij ons ingespannen voor die e-bronnen. We hebben heel veel voorbereidend werk gedaan, zodat de overgang vlekkeloos zou gebeuren. Wat zijn de zaken die nu nog moeten aangepakt worden? Veerle: Ik denk dat voor ons de grootste uitdaging de gemengde bibliotheken zijn waar twee faculteiten bij betrokken zijn. Dat is nog niet in evenwicht. In Kortrijk is dat een bibliotheek met een personeelslid dat ook deels werkt voor de hogeschool. Het is zeer complex. Wat zijn de grootste knelpunten geweest? Hilde: Je moest heel veel van elkaar leren en ook goed naar elkaar luisteren. Alle bibliotheken zaten in een eigen beleidsomgeving. Het duurde daarom ook wat langer om elkaar te kunnen begrijpen. Trudi: Er deden zich ook misverstanden voor. Je hanteert dezelfde termen, maar iedereen gebruikt een andere invulling. Erika: Er zijn zelfs collega’s binnen hogescholen die hun budget nog altijd niet weten en ook niet betrokken worden bij het opmaken van een budget. Binnen hogescholen zijn er ook heel wat verschillen en die kwamen tot uiting als wij allerlei afspraken probeerden te maken. Ze verliezen wel niet hun autonomie want uiteraard blijven professionele opleidingen autonoom, ook al werken zij samen binnen de associatie. Hilde: Er zijn nooit obstakels geweest die niet konden opgelost worden. Het heeft soms wel een tijdje geduurd, zoals de implementatie van Primo. We zijn er wel altijd uitgeraakt. Trudi: Respect voor elkaars eigenheid en proberen elkaar te begrijpen in een proces van integratie is heel belangrijk. Als je dat niet doet, wordt het heel moeilijk om samen te werken. Hilde: Ik heb enorm veel energie moeten steken in het uitpluizen van hoe die associatie eruit zag en waar ik mijn contactpersonen had en wie ik moest aanspreken voor welk dossier. Ik heb heel vaak mails gestuurd naar verschillende personen om 1 8 | META 2014 | 4 Sofie: Het kan best zijn dat de gemengde campus een tijdelijke situatie is. Ik vind ook dat als academische en professionele studenten naar de bibliotheek komen ze niet het gevoel mogen krijgen dat de ene meer waard is dan de andere. Zolang de eindgebruiker er niets van merkt, denk ik dat gemengde campussen blijven werken. Hilde: Een heel complex probleem voor ons is KHLim, omdat wij opleidingen organiseren samen met UHasselt. De studenten worden aan UHasselt toegewezen, we zijn er nu in geslaagd om die studenten kenbaar te maken binnen de associatie aan KU Leuven en er voor te zorgen dat ze toegang krijgen tot onze bronnen. Maar wat betreft het personeel neemt ofwel KU Leuven ofwel UHasselt ze aan. Dezelfde personeelsleden binnen dezelfde faculteit aan beide universiteiten krijgen toegang tot verschillende bronnen en dat is zeer complex. > Lees verder p. 44 artikel E-boeken in de bib Met het ‘E-boeken in de Bib’-project kunnen bibliotheken vanaf mei 2014 e-boeken lenen aan hun gebruikers. Bibliotheekgebruikers kopen in hun bib een e-boekenkaart aan met leentegoed, waarmee ze een aantal e-boeken naar keuze telkens voor vier weken kunnen lenen. Zij lezen de gekozen boeken op de eigen tablet of smartphone. Binnen de muren van de bib zijn alle e-boeken uit dit project steeds vrij toegankelijk. Na één jaar evalueren alle belanghebbenden dit project grondig, en kan een doorstart overwogen worden. E-boeken in Vlaanderen: status questionis Johan Delaure, Bibnet Al ruim 10 jaren kunnen we in Vlaanderen via de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (http:// dbnl.org/) digitale boeken lezen. Het aanbod is overwegend publiek domein: rechtenvrije titels, of met andere woorden: werken van auteurs die ruim 70 jaar zijn overleden. Veel van de titels vind je ook terug in project Gutenberg (http://www. gutenberg.org). De werking van DBNL wordt gefinancierd in een gezamenlijk initiatief van Nederland en Vlaanderen en de insteek is vooral cultuurhistorisch. Dat maakt dat zowel het aanbod als de wijze van aanbieden minder gericht is op het brede publiek. Als je op zoek bent naar hedendaags leesvoer blijf je bij DBNL op je honger. Tot vorig jaar kon je in de openbare bibliotheekwerking van Nederland en Vlaanderen geen andere digitale boeken vinden. Als het gaat om rechtenhoudende titels zijn de bibliotheken aangewezen op bilaterale overeenkomsten met de rechthebbenden omdat er geen leenrecht van toepassing is (zie eerdere bijdrage in dit blad). Bibliotheken kunnen dus niet zomaar naar een boekhandel stappen en e-boeken kopen om uit te lenen. Omdat auteurs hun commerciële belangen doorgaans overlaten aan hun uitgevers, betekent dit dat bibliotheken moeten onderhandelen met uitgevers. En vervolgens moeten uitgevers onderhandelen met hun auteurs. Vaak beschikken uitgevers in de Lage Landen (nog) niet over de rechten om de digitale versie van een boek te laten uitlenen door bibliotheken. Dit is een van de redenen waarom het uitlenen van e-boeken nog experimenteel is, en waarom het aanbod beperkt is. Dat we van start gaan met een relatief beperkt en eenvoudig proefproject komt ook de bibliotheeksector goed uit: op deze wijze kunnen we de geraamde investeringen meer spreiden in de tijd. En door het experimenteel karakter van het project krijgen we meer ruimte om uit te maken waar nu eigenlijk de meerwaarde van de bibliotheek ten aanzien van e-boeken ligt. META 2014 |4 | 19 artikel “Het heikele punt is echter dat het aanbod zeer beperkt is en in ieder geval dat niet elke commerciële titel zonder meer in de collectie van de bibliotheek kan opgenomen worden.” mee aan de slag kan. Het one copy/one use model is vandaag het overheersende in de e-uitleenpraktijken in de westerse wereld. Het is echter een model dat de meerwaarde van de digitale toegang ontkent en eigenlijk is het voor zowel bibliotheken als rechthebbenden een gewrongen model: een hoop geld, geld dat had kunnen vloeien naar rechthebbenden, vloeit naar een informatica die ervoor moet zorgen dat niet te veel mensen via de bibliotheek aan lectuur kunnen. Hoewel er niet zoiets bestaat als een ‘digitaal exemplaar’ waar maar één gebruiker tegelijkertijd aankan, wordt het wel kunstmatig gecreëerd. Het comfort van digitale content, namelijk de gelijktijdige toegang en de immer beschikbaarheid, wordt niet gerealiseerd, wat haaks staat op de verwachtingen van het publiek. In onze Lage Landen is echter zowel aan de zijde van uitgevers als aan de zijde van de organisaties die onderhandelen voor de bibliotheken geopteerd dit model niet te volgen en in te zetten op de digitale meerwaarde. Het verdienmodel dat daarmee samengaat is het model waarbij er betaald wordt per uitlening. Er wordt niet zozeer betaald om de titel in bezit te hebben (wat is immers nog ‘bezit’ als het gaat om digitale bestanden?); er wordt Het heikele punt voor de bibliotheken is ook niet meer ingezet op een onderechter dat het aanbod zeer beperkt is en scheidende collectie (de grootste digitale in ieder geval dat niet elke commerci- ‘bibliotheek’ is immers Amazon.com of bij piratenwebsites). Dit model is ook levensële titel zonder meer in de collectie van de bibliotheek kan opgenomen worden. vatbaar in tijden van drastische besparinOfwel de auteur ofwel de uitgever kun- gen op collectiebudgetten. nen weigeren om een titel te laten opneUitgevers bij ons zijn bovendien uitermate men in het digitale uitleenmodel van de bezorgd dat een bibliothecair aanbod bibliotheken. Wij zijn voorstander van een recht op e-uitleen door bibliotheken, met van digitale boeken 7/7 de voornaamuiteraard het nodige (financiële) respect ste redenen voor eindgebruikers om te kopen zou wegnemen en dat de publieke voor auteur en hun uitgevers. opinie gesterkt wordt in de opvatting dat In de Angelsaksische en Scandinavische wat digitaal is, gratis moet zijn. Om beide landen, Duitsland, Frankrijk zijn er nu al redenen vragen (en sommige eisen) ze langer modellen ontwikkeld om com- dat een digitale leenpropositie voor de merciële e-boeken te laten uitlenen door eindgebruiker betalend is. bibliotheken. Op enkele varianten na werken ze allemaal volgens het model one Volgens dit model is het uitlenen gestart copy/one use. Dit gebruiksmodel is ont- in Nederland. Daar zullen op termijn tot staan door te zoeken naar een evenwicht 5000 titels aangeboden worden met vertussen enerzijds het potentieel kosteloos schillende gebruiksvoorwaarden afhankelijk van de leeftijd van het boek. Een en ongebreideld kopiëren van digitale bestanden op het internet en anderzijds e-boeken gebruiksrecht zal daar 20 euro kosten voor 18 uitleningen. In mei starhet belang van de rechthebbenden om ten we in Vlaanderen met een 400 titels een vergoeding voor hun literair werk te verkrijgen. Omdat helemaal niet duide- van Vlaamse uitgevers (50/50 fictie en lijk was wat een verdienmodel bij kosten- non-fictie) die kunnen geleend worloze digitale toegang kan zijn, greep men den met een e-boekenkaart van 5 euro terug naar de kenmerken van het uitlenen voor 3 uitleningen. De e-boeken worden in de fysieke wereld: de titels worden ter enkel aangeboden in een leestoepassing beschikking gesteld als exemplaren waar (app) voor tablets waardoor ze ook zonsteeds maar één gebruiker tegelijkertijd der internetconnectie gelezen kunnen 2 0 | META 2014 | 4 worden. Voor rechthebbenden houdt de leestoepassing een beveiliging in tegen onrechtmatig gebruik en kopiëren. Voor de eindgebruiker is het de makkelijkste manier van werken. Het dienstenmodel laat toe dat alle boeken steeds beschikbaar zijn. De gebruiker dient niet te reserveren of te wachten tot een andere lezer gedaan heeft met lezen. Om het vergoedingsregime hiervoor betaalbaar te houden, dient de gebruiker wel mee te betalen. Het succes van de uitleningen kan zo de bibliotheek niet verarmen. 5 euro is een behoorlijke instapkost, maar toch niet onoverkomelijk. En er zijn geen reserverings- of maningskosten te regelen. Tot slot, binnen de muren van de bibliotheek staat de collectie volledig gratis ter beschikking zodat de bibliotheek haar taak om mensen boeken te laten verkennen en ontdekken op die wijze kan invullen. “Twee derde (214) van de Vlaamse openbare bibliotheken hebben ingeschreven op het model. Samen bedienen ze een werkgebied van meer dan 5 miljoen inwoners.” Twee derde (214) van de Vlaamse openbare bibliotheken hebben ingeschreven op het model. Samen bedienen ze een werkgebied van meer dan 5 miljoen inwoners. Als de pilot in 2014 succesvol blijkt te zijn, zal er met de Vlaamse Overheid, met de bibliotheken en met de rechthebbenden gezocht worden naar een vertaling van de huidige voorwaarden naar een meer duurzaam model. ++ Artikel Pro Contra Jan Collet, Openbare Bibliotheek Kalmthout Johan Vandendriessche, Openbare Bibliotheek Zwalm “Mijn indruk is dat dit kan lukken als we er zelf in geloven en de schouders onder zetten.” “De introductie van e-boeken in de bibliotheek, zoals dit nu op tafel ligt, is een doodgeboren beestje.” Begin mei gaat ‘E-boeken in de bib’ van start, eindelijk. Na jaren Een verdorven geest zou kunnen denken dat er snel een overeenkomst met voorbereidingstijd kan Bibnet dit voor Vlaanderen belangrijke de uitgeverswereld werd bedongen om ‘toch maar iets te doen’, aangezien proefproject op de rails zetten. Achteraf gezien lijkt dit van- iedereen het er roerend over eens is dat de bibliotheek ‘op een kantelpunt’ zelfsprekend, maar de realisatie — samen met de Vlaamse boe- staat, dat ze de trein van de nieuwe media niet mag missen en dat ze haar kensector — ging niet zonder slag of stoot, en leek soms een rol in deze moet spelen. Volledig akkoord, maar dan moet de bib die rol ook processie van Echternach. Uiteenlopende belangen en ambities volledig kunnen vervullen. En dat is met het huidige aanbod niet het geval. moesten op een lijn gebracht worden. En ook de bibliotheeksec- Voelt de sector dat ook zelf niet aan? Neem eens een kijkje op de site van tor spaarde soms niet met kritiek. Alleen al om dit tot een goed LOCUS: op de thuispagina geen woord over e-boeken, en je zou toch denken einde gebracht te hebben, verdient Bibnet een pluim. dat de lancering van zoiets als het aanbieden van digitale boeken met veel fanfare zou gepaard gaan. Niets daarvan, de lanceerdatum is zelfs uitgesteld, Het startschot is gegeven en de bal gaat aan het rollen. Meer dan blijkbaar is er nog een probleempje met Apple … Is dit dan niet voldoende twee derde van de Vlaamse bibliotheken doet mee, waardoor doordacht geweest? Je vindt wat dieper in de site wel een tekst over het potentieel meer dan vijf miljoen inwoners bereikt kunnen worden. waarom van e-boeken in de bib, met verwijzingen naar de rol van de bib als Nu is het aan de deelnemende bibliotheken om er een succes “wegwijzer”, “belangrijke gidsrol”, “nieuwe aanbod”, “kwalitatieve selectie” en van te maken. En de hamvraag is: gaat dat lukken? Deze vraag “nieuw publiek”, maar dan glijdt de tekst af naar “proeven van digitaal lezen”, is niet onterecht als je ziet dat een gelijkaardige lancering — met “binnen de bib gratis en onbeperkt”, maar “Om ze thuis te lezen wordt een veel meer middelen dan in Vlaanderen — onlangs in Nederland in drempel ingevoerd”. Excuse me? Dat is volgens mij geen aanbod, maar een een catastrofe is geëindigd (zie het artikel ‘Landelijke e-booksite proefbordje. Een nieuw publiek lokken? Misschien een enkeling die het eens is een drama’ van Jan de Waal op bibliotheekblad.nl). wil proberen, maar wie reeds e-leest, wat kan die aan met een aanbod van, wat, 415, sorry 418, titels? Maar anders dan de Nederlandse collega’s heeft Bibnet van in het begin voor betrokkenheid van de sector en transparantie Is dat de fout van LOCUS, waarschijnlijk niet? De uitgeverswereld is zeer ach- gekozen. De voorbije jaren zijn er voldoende bijeenkomsten terdochtig en weigerachtig om die digitale content vrij te geven, de angst geweest waarop enerzijds de sector wensen en bezwaren kon om de greep te verliezen (waarschijnlijk zit de ervaring van muziek op het uiten en anderzijds Bibnet haar werkwijze kon toelichten en voor net daar voor iets tussen) is te groot. Wie leest e-boeken ? Mensen die het begrip en realisme kon pleiten. Tussen wens en werkelijkheid ligt handig vinden (vooral op reis) om een — groot — aanbod op een klein toe- een wereld van verschil, leerden we hieruit, zeker als het om de stel mee te kunnen nemen. E-lezers van het eerste uur hebben een e-reader mogelijkheden en de beperkingen bij het uitlenen van e-boeken (schermpje met e-Ink, ‘soft on the eyes’, garantie voor urenlang leesgemak), door bibliotheken gaat. Om een werkbaar compromis met de boeken kunnen ze downloaden in epub-formaat. Het aanbod van de biblio- boekensector uit de brand te slepen, is Bibnet tot het uiterste theken kan je alleen lezen via een app op een tablet. gegaan. Nu is het aan ons om er lokaal een succes van te maken, het compromis toe te lichten en te verdedigen naar onze mede- En dan de prijs… Een ingewikkelde constructie (een “module … in aanvang zo werkers, bestuurders en bezoekers. eenvoudig mogelijk gehouden” — wordt dit later dan nog moeilijker? — geen Mijn indruk is dat dit kan lukken als we er zelf in geloven en dan nog eens afgetopt met een prijskaartje voor de lener en de bib mag deze de schouders onder zetten. Na toelichting en discussie vond kost niet zelf op zich nemen (kan ik hier met mijn ogen rollen?). Wat het de koppeling met het plaatselijke uitleensysteem — én een ticketsysteem) wordt het beheersorgaan van bibliotheek Kalmthout bijvoorbeeld het bibliotheek zal kosten, hangt af van het aantal instappers … Trek daar maar voorstel niet slecht en verdedigbaar. Het aanbod is interessant eens mee naar je bestuur. Jarenlang de gebruiker ‘lokken’ met een gratis en divers, alle Vlaamse uitgeverijen doen in meer of mindere aanbod, en als je iets nieuws aanbiedt, ‘laat proeven’, moet die meteen in de mate mee en men heeft begrip voor de technische uitwerking geldbuidel tasten. Ik weet wel, er wordt overal gedacht om het gratis-verhaal en het gekozen platform (tablets). Ook het kostenplaatje vormt te ondermijnen, maar bij de lancering geld vragen, wringt toch een beetje. geen hinderpaal, was het standpunt. Niet echt tegenkantingen gehoord, waarna onze bibliotheek groen licht kreeg om in Begrijp me niet verkeerd: we moeten met de bibliotheek ‘mee’ zijn, maar te stappen in het proefproject. Kalmthout doet dus mee. Met alleen maar mee zijn, is m.i. niet voldoende. Op termijn zal en moet de bib enthousiaste medewerkers, die vol goesting terugkwamen van meer zijn dan alleen maar een proefcentrum, we moeten verdorie e-boeken de startdagen van Bibnet waarop het project toegelicht werd. náást onze gedrukte materialen als volwaardig medium kunnen aanbieden, zodat de lezer geen keuze moet maken en gewoon kan ‘meenemen’ wat hij wil. En of we het later “een mijlpaal in de geschiedenis van het Vlaamse bibliotheekwezen” noemen (Paul Wouters) of verzei- Kunnen wij de uitgeverswereld echt niet duidelijker overtuigen, na al die len in een Digileenscenario (Jan Van Herreweghe), zoals sceptici decennia van fysiek uitlenen, dat de bibliotheek ook voor hen een meer- vrezen? Dat is voer voor later. Misschien moeten we ons eerder waarde is? Wat hebben de bibliotheken al niet uitgegeven, m.a.w. geld in hun laten inspireren door retailexpert Gino Van Ossel (Omni chan- laatje gebracht, door al die miljoenen aankopen van fysieke boeken? Ik kan nel in retail. Het antwoord op e-commerce) die tips geeft hoe als individuele koper van boeken bij Barnes & Noble mijn boeken uitlenen winkelketens zich kunnen aanpassen aan de nieuwe consument. aan vrienden, waarom kan een bibliotheek in Vlaanderen dat dan niet? Is die Experimenteer, is alvast een belangrijke tip. “Leren op uw bek technische drempel zo hoog en onbetrouwbaar ? gaan en snel kunnen schakelen”, stelt de auteur. ‘E-boeken in de bib’ past hiermee als doe-spoor in het transitie- en groei- Begrijp me niet verkeerd: onze bibliotheek zal ook e-boeken aanbieden, zal traject Bib2020, dat voor een omslag in de bibliotheeksector mee zijn, en begrijpt ook ten volle het belang van deze evolutie. Maar nu nog moet dienen. niet, niet onder deze vorm. META 2014 |4 | 21 artikel Een stand van zaken uit Nederland Raymond Snijders, Hogeschool Windesheim Toen ik in 2007 mijn eerste e-reader, de iLiad, aanschafte zag ik de toekomst helder voor me. Niet alleen kon ik nu volop e-boeken gaan aanschaffen, ook voor de Nederlandse bibliotheken zou het kansen gaan bieden. De e-readers waren er en dus kon het niet lang meer duren of er zouden voldoende e-boeken moeten zijn om als lezer te kunnen profiteren van een collectie e-boeken die je gewoon kon lenen. Het liep toch anders uiteindelijk. Nederlandse uitgevers bleken voorzichtig te zijn met hun titels als e-boek op de markt te brengen. De discussies gingen over verdienmodellen, prijzen en vooral beveiliging van e-boeken. In de eerste jaren werden er weinig Nederlandstalige titels uitgebracht, waren ze beveiligd met strenge DRM en werden ze verkocht voor prijzen die niet ver onder die van de fysieke boeken lagen. Pas vanaf 2011 wordt de verkoop van e-boeken (mee) geteld in de verkoopcijfers van boeken in Nederland en is te zien dat het aandeel ervan ook eindelijk begint te stijgen. In 2011 werden 0,55 miljoen e-boeken verkocht. Het jaar daarop waren dat er 1,2 miljoen en in 2013 1,95 miljoen. De bijna 2 miljoen e-boeken — inmiddels grotendeels ontdaan van Adobe DRM en nu voorzien van watermerkbeveiliging — waren daarmee goed voor 4,6 procent van de totale afzet van vorig jaar. Nu vinden uitgevers de verkoop het interessantst maar is het voor bibliotheken belangrijker dat alle titels wel als e-boeken verkrijgbaar zijn. Nederlandse uitgevers brengen nauwelijks oudere titels digitaal uit en lijken zich te beperken tot de nieuwe titels. Hierdoor is het langzaam gegaan in Nederland met de groei van het aanbod. Het CB rapporteerde begin januari 2014 dat er ruim 28.000 e-boektitels beschikbaar waren terwijl er 80.000 titels in fysieke vorm leverbaar zijn. De afgelopen jaren werd er geëxperimenteerd met diverse e-boekdiensten bij de Nederlandse openbare bibliotheken. Achter de schermen werd onderhandeld met uitgevers om tot een uitleenmodel met passende vergoedingen te komen en om een zo breed mogelijk aanbod van titels binnen te halen. Ondertussen werden klassieke Nederlandstalige e-boeken — inmiddels niet meer beschermd door het auteursrecht — als apps 2 2 | META 2014 | 4 artikel aangeboden, volgde een samenwerking met Public Library Online waarbij 300 titels als streaming e-boek beschikbaar kwamen en werd een pilot in de eerste helft van 2013 gedaan met streaming e-boeken op een eigen platform. Deze ‘Lees Meer’-campagne testte o.a. de interesse van leden en niet-leden om ca. 90 Nederlandstalige e-boeken (alleen) via een internetbrowser te lezen. Na deze pilot volgde de aankondiging van twee e-boekdiensten. Als eerste begonnen de bibliotheken in de zomer van 2013 met de VakantieBieb-app. Elke schoolvakantie worden tientallen e-boeken via de VakantieBieb-app gedurende enkele weken aangeboden. En voor januari 2014 werd het nieuwe e-boekplatform aangekondigd dat in eerste instantie 5000 titels uitleenbaar zou moeten gaan maken. Dit platform werd eind januari 2014 ook daadwerkelijk gelanceerd en zijn er inmiddels duizenden titels als streaming e-boek beschikbaar, kunnen ze in een browser of in de Bibliotheek-app gelezen worden en is ca. 20 procent ook te downloaden voor gebruik op één van de ruim 1 miljoen e-readers die in Nederland verkocht zijn. De eerste maanden kunnen alle bibliotheekleden zonder meerkost gebruik maken van deze nieuwe dienst, waarbij er maximaal vijf e-boeken tegelijk geleend kunnen worden die op een persoonlijke boekenplank bewaard worden. Tussentijds inleveren is echter niet mogelijk dus heb je vijf e-boeken geleend, dan zul je moeten wachten tot de uitleentermijn van drie weken verstreken is en de geleende e-boeken weer verdwenen zijn. Op die manier houden de bibliotheken ook de leenvergoedingen binnen de perken die ze per uitlening aan de auteur of uitgever betalen. per se in de vraag van bibliotheekleden. 5000 titels klinkt als veel maar het gaat om slechts een klein deel van de leverbare 28.000 titels. Het kleine deel waar uitgevers zonder bezwaren afspraken over wilden maken en dat zijn bijna per definitie oudere en minder goed verkopende titels. De goed lopende populaire titels ontbreken in het aanbod. Dit is extra problematisch gezien het voornemen van de bibliotheken om dat huidige aanbod van 5000 titels te gaan splitsen in twee groepen. Eén groep met alle titels die tot en met drie jaar oud zijn en een groep met de titels die ouder dan drie jaar zijn. De eerste groep met recentere titels dient als pluspakket bestempeld te worden en leden zullen alleen nog maar toegang krijgen met bijbetaling. 20 euro voor het lenen van 18 titels. Maar wie wil extra gaan betalen voor een pluspakket als daar niet de echt actuele titels en bestsellers in zitten? De Stichting BNL heeft in elk geval recentelijk besloten de introductie van dit pluspakket tot nader order uit te stellen. Laatst pakte ik mijn oude iLiad uit de kast en dacht terug aan de verwachtingen van toen. Ook al is het nu zeven jaar later, ik kwam tot de conclusie dat we nog steeds maar aan het begin staan van de ontwikkelingen rondom e-boeken. De e-boekencampagne van EBLIDA is ook in Nederland nog steeds hard nodig. “5000 titels klinkt als veel maar het gaat om slechts een klein deel van de leverbare 28.000 titels.” Het is zonder twijfel een mooie dienst om duizenden e-boektitels onbeperkt uit te kunnen lenen en die vervolgens online, via de Bibliotheek-app en (deels) op een e-reader gelezen kunnen worden. Toch is het moeilijk om niet naar de beperkingen te kijken want de dienst voorziet niet META 2014 |4 | 23 signalement Algemene Ledenvergadering VVBAD 2014 2 4 | META 2014 | 4 17 maart 2014 signalement Open bestuursvergadering sectie OB Open bestuursvergadering sectie WDI Open bestuursvergadering sectie HSB Open bestuursvergadering sectie AHDI Foto boven: Algemeen voorzitter Patrick Vanouplines koos voor een originele invalshoek om zijn voordracht te kaderen. Grote foto links: Receptie in De Schelp, gezien door de glazen bodem van het Vlaams Parlement. Kleine foto’s: de diverse open bestuursvergaderingen. > Meer foto’s op www.flickr.com/photos/vvbad > Zie ook p. 38 META 2014 |4 | Open bestuursvergadering commissie OKBV 25 etalage Het team achter de Master-na-Master Archivistiek: Erfgoed- en Hedendaags Documentbeheer Frank Scheelings en Gustaaf Janssens, VUB Een klein en goed interuniversitair samenwerkend team. De Master na Master Archivistiek: Erfgoed- en Hedendaags Documentbeheer loopt niet in de kijker in archief- en erfgoedland, waar grotere spelers opvallen. Toch is in zo goed als elke archiefdienst in Vlaanderen één van hun afgestudeerden aan het werk. Wanneer werd de opleiding opgericht? De Master werd in 1989 aan de Vrije Universiteit Brussel opgericht als Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken. We vieren dit jaar dus ons zilveren jubileum. Toen we begonnen, bestond er in België geen academische opleiding voor archivarissen. Daardoor hadden we dat eerste jaar meer dan dertig zeer gemotiveerde studenten, die vaak al als archivaris aan de slag waren en die hun werk beter wilden doen. De KU Leuven startte het jaar erop met een gelijkaardige opleiding. Uiteraard was dat voor geen van beide leefbaar. We zijn al snel gaan samenwerken, hebben Gent erbij betrokken en op 1 oktober 1993 ging de nieuwe, interuniversitaire opleiding van start. Hoe hebben jullie vanuit de opleiding de sector zien evolueren? In de jaren tachtig was het archiefwezen weinig ontwikkeld. Door de wetten op de privacy (1992) en op openbaarheid van bestuur (1994) ontstond de noodzaak om het documentbeheer beter te organiseren en om archieven professioneler en volgens standaarden te beheren. Einde jaren negentig groeide ook de belangstelling voor erfgoed. Het decreet over volkscultuur, en de oprichting van de steunpunten (Vlaams Centrum voor Volkscultuur en Culturele Biografie Vlaanderen), mondde uit in het eerste Erfgoeddecreet (2004). In dezelfde periode kwam de automatisering van de administratie en dus het documentbeheer in de belangstelling. Dat alles resulteerde in een vraag naar opgeleide archivarissen en documentbeheerders. We hebben in 25 jaar meer dan 360 diploma’s afgeleverd. Al die afgestudeerden leiden of bevolken nu de belangrijkste archiefdiensten in Vlaanderen. Zij zijn ook actief bij steunpunten en in werkgroepen. Welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken? We dromen van een tweejarige masteropleiding in een breed interuniversitair samenwerkingsverband. De opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschappen is een natuurlijke partner, maar erfgoedgeöriënteerde 2 6 | META 2014 | 4 Gustaaf Janssens, Bart Ballaux, Karel Velle, Frank Scheelings (voorzitter), Eddy Put en Wouter Verbeke (niet op de foto) zijn de docenten. Daarbij komt ook het personeel van het Universiteitsarchief van de VUB voor de morele en praktische steun. opleidingen zoals (publieks)geschiedenis, kunstgeschiedenis en literatuurwetenschap zijn dat ook. Bovendien willen we samenwerken met opleidingen die het geautomatiseerd documentbeheer ondersteunen, dit om de noodzakelijke en veelgevraagde opleiding van digitale archivarissen (records managers) verder uit te bouwen. We hopen dat het onderwijsbeleid flexibiliseert, zodat we ooit de kans krijgen om het bestaande programma fundamenteel te vernieuwen. Wat maakt jullie team zo uniek? Ons team is uniek door het gemeenschappelijke uitgangspunt: we delen de bezorgdheid voor archieven en zijn ervan overtuigd dat een democratische samenleving goed archief- en documentbeheer nodig heeft. Daar komt nog bij dat wij bijna allemaal naast docent ook voltijds archivaris zijn, zodat in ons werk theorie en praktijk elkaar vinden. Na 25 jaar kijken we met enige trots naar onze afgestudeerden en naar het veld, maar de uitdaging ligt in wat komen zal. “We hebben in 25 jaar meer dan 360 diploma’s afgeleverd. Al die afgestudeerden leiden of bevolken nu de belangrijkste archiefdiensten in Vlaanderen.” inzet Beatrice De Clippeleir: “Het is heerlijk om te werken met kunst- en architectuurboeken” Hoe ben je in de bibliotheeksector beland? Vlak na mijn afstuderen, Wijsbegeerte aan de UGent, kon ik halftijds een vriendin vervangen die werkzaam was in de Sint-Lucasbibliotheek in Gent. Daarnaast doceerde ik filosofie in IPSOC, Kortrijk. Toen ik kon kiezen tussen voltijds lesgeven of voltijds bibliothecaris worden koos ik voor het laatste. Niet in het minst omdat het heerlijk was om te werken met kunst- en architectuurboeken, en vooral ook voor kunststudenten en docenten. Ook de omgeving, het mooie centrum van Gent, was erg aanlokkelijk. De baan bleek, en is dat tot op heden, bijzonder kleurrijk. Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? En wat was je motivatie om lid te worden? In 1982-‘83 werd voor het eerst een universitaire bibliotheekopleiding aangeboden aan de UIA (nu UA). Het was precies wat ik zocht. De studie gaf me de kans om te professionaliseren en de Sint-Lucasbibliotheek toekomstgericht uit te bouwen. Aangezien ik de studie met overgave was gestart, ben ik toen ook maar meteen lid geworden van de VVBAD. Ik werd bestuurslid van de sectie WB, later van de sectie SB. Zodoende deed ik meer vakkennis op, kreeg ik meer zicht op de bibliotheken in Vlaanderen, en hun bibliothecarissen. Ook leerde ik de internationale bibliotheekorganisaties kennen zoals IFLA en LIBER. Uitwisseling van kennis en ervaring heb ik altijd als enorm inspirerend ervaren. Het lijkt me de grote kracht van een vakgroepvereniging zoals de VVBAD. In 2000 richtte je samen met Saskia Scheltjens OKBV (Overleg Kunstbibliotheken Vlaanderen) op. Hoe zijn jullie daartoe gekomen? Mijn eerste ervaring met een kunstbibliothekenvereniging was op de IFLA Section of Art Libraries conferentie in Amsterdam (1986). Daar leerde ik Maggy Wishaupt (KB) kennen, de toenmalige organisatrice, samen met verschillende leden van het Overleg Kunstbibliotheken Nederland (OKBN). Ook leden van ARLIS/UK, ARLIS/NA, AKMB en ‘les Bibliothèques d’Art’ waren aanwezig. Na meermaals de congressen van de kunstbibliotheekverenigingen in Europa te hebben bijgewoond groeide het besef dat in België / Vlaanderen, waar zoveel kunstbibliotheken aanwezig zijn, er ook nood was aan zo’n vereniging. In samenwerking met het OKBN organiseerde ik (e.a.) voor de kunst bibliothecarissen van Nederland en België een symposium in Den Haag ‘Grensverkenningen (1994)’. Samen met Saskia Scheltjens organiseerde ik een studiedag in de Boekentoren van de UGent over ‘Kunstnaslagwerken op cd-rom (1999)’. De opkomst was zo groot dat we de tijd rijp vonden om het OKBV op te richten. In die periode en wat later kregen verschillende kunstbibliotheken in Vlaanderen een echt élan (cfr. o.a. nieuwe kunstbibliotheken zoals Museumbibliotheek PMMK, Museumbibliotheek SMAK, MOMU bibliotheek ...). De kracht en het succes van het OKBV valt mijn inziens te verklaren door het feit dat de thematiek dwars door alle bestaande secties en schotten liep. Dit intersectoriële gaf later ook energie aan wat men de ‘erfgoedbibliotheken’ ging noemen, waarvan er een deel de facto kunstbibliotheken zijn. Hoe zie je de BAD-sector in de toekomst evolueren? Wat nog een tijd zal doorgaan is wat we rondom ons zien gebeuren: centralisatie van bibliotheken en bibliotheekcollecties. Standaardisering van bibliotheeksystemen, samenvoegen van catalogi en koppelingen met andere digitale bestanden. Meer digitalisering en open access. Grote uitdagingen zijn: Hoe gaan we om met die omvangrijke (digitale) inhouden, hoe beoordelen we de relevantie, hoe garanderen we de betrouwbaarheid? Hoe gaan we om met het verlies aan privacy, het digitaal bewaren van al onze acties? Hoe bewaren we de fragiele technische bestanden duurzaam voor de toekomst, en hoe betaalbaar is dat? Hoe verhinderen we dat informatiestromen worden uitgezet. Het zijn vragen die de bibliotheekwereld overstijgen. En wat zijn specifiek voor de kunstbibliotheken de belangrijkste uitdagingen? Uiteraard gelden de punten hierboven aangehaald ook voor kunstbibliotheken. De kunstbibliotheken in het onderwijs worden vaker opgenomen in een groter geheel. Is er nog voldoende aandacht voor de specificiteit van hun collecties i.v.m. consultatie, verwerking, vorm, opstelling etc ... De fragiele en unieke collecties vragen veel meer zorg. Digitalisering van deze collecties is complexer en dus duurder. Het museumdecreet is nu geïntegreerd in het overkoepelende Cultureel-erfgoeddecreet. Welke weerslag heeft dit op de museumbibliotheken. Het is belangrijk dat de VVBAD naast de belangen van de openbare en wetenschappelijke bibliotheken voldoende aandacht heeft voor de thematische specialisaties zoals kunstbibliotheken, muziekbibliotheken, etc … die een specifiek bibliotheekbeleid vereisen. Wat raad je jonge mensen aan die zich willen engageren in de vereniging? Engagement in een bibliotheekvereniging geeft de kans om kennis te maken met professioneel gelijkgezinden. Het geeft perspectief aan je werk, relativiteitszin en het werkt erg stimulerend als je terugkomend van een vergadering / symposium nieuwe ideeën hebt, en daar met nieuwe moed aan begint te werken. Béatrice De Clippeleir is Campusbibliothecaris in de Sint-Lucasbibliotheek Gent, de bibliotheek van de LUCA School of Arts en de Faculteit Architectuur KUL. Ze is ook redactielid van Hoe zou de VVBAD kunnen inspelen op die veranderingen? META. META 2014 |4 | 27 over de GRENS De Beste Bibliotheek van Nederland Wendy de Graaff, WdG Communicatie & Organisatie Bijna iedereen houdt van wedstrijden. Of het nu om sport gaat of talentenjachten, we zien graag iemand winnen en — helaas zit dat ook in ieder van ons — iemand zien verliezen kan ook prachtig tragisch zijn om naar te kijken. Bibliotheekblad en de VVBAD doen mee aan die wedstrijdcultuur door in samenwerking met NBD Biblion de verkiezing van De Beste Bibliotheek van Nederland en van Vlaanderen en Brussel te organiseren. Bepalen wie de beste is, is dat niet een tikje hoogmoedig? En heeft het zin? Mystery Guest Al jaren publiceert Bibliotheekblad mystery guest-artikelen waarin bibliotheken kritisch worden besproken op de volgende onderdelen: locatie, exterieur, interieur, uitstraling, collectie, activiteiten, logistiek, computers, site, openingstijden, tarieven en personeel. Deze graag gelezen beoordelingen in het vakblad hebben eerst in Nederland en later ook in Vlaanderen geleid tot de wedstrijd. Dat idee was niet onomstreden, maar heeft wel steeds meer terrein gewonnen. Er zijn grote lokale verschillen tussen bibliotheken die naast uiteenlopende budgetten vooral te maken hebben met verschil in visie op het vak. Is het om die reden eigenlijk wel mogelijk om ze te vergelijken? Dat doen de jury’s dan ook niet! Uit het feit dat bij de vorige editie van de wedstrijd het op het oog eenvoudige Balen won van het gelikte Genk zegt al genoeg. De jury beoordeelt iedere bibliotheek op zich op haar merites, op dié plaats voor dié inwoners. Daarbij houden zij zich zeker voor ogen dat achter het uiterlijk van een Susan Boyle een verassende stem kan schuilen. Kleintjes De longlist met bibliotheken die meedingen komt tot stand doordat bij het vak betrokkenen hun eigen vestiging of collega bibliotheek opgeven. In Vlaanderen wordt er een tussenstap gemaakt: bibliotheken op de longlist mobiliseren hun leden op hen te stemmen en de twee best scorende per gewest komen op de shortlist. Het gebeurt niet vaak dat genomineerden van deelname afzien, maar het komt voor. Meestal omdat deze bibliotheken vinden “dat ze er nog niet klaar voor zijn” of omdat ze niet van deze vorm van verkiezing houden. In Vlaanderen haakte dit jaar een kanshebber af omdat hij het systeem van stemmen werven onprettig vindt. Sinds 2013 werkt men in Nederland met drie categorieën op basis van de grootte van het werkgebied. Kleintjes zijn bibliotheken in een werkgebied tot 20.000 inwoners, middelgrote werken in een gebied 2 8 | META 2014 | 4 tot 80.000 inwoners en grote bedienen gebieden met meer dan 80.000 inwoners. Deze verdeling is gemaakt omdat bleek dat de ‘kleintjes’ vaak hoog scoorden, maar desondanks niet wonnen. Uitgaan van qua werkgebied ongeveer gelijke bibliotheken zou tot een evenwichtiger beoordeling leiden. Alle betrokkenen oordelen positief over deze werkwijze die dus drie winnaar opleverde. And the winner is… De beste bibliotheken van Nederland zijn, van klein naar groot, Laren, Nieuwegein en Arnhem. Over Laren vermeldde het juryrapport: “Een activiteit als het dagelijks inloopspreekuur voor alle vragen op het gebied van internet, mobiele telefoons of digitaal fotograferen is een gouden vondst. De bibliotheek heeft een duidelijk eigen gezicht waar de prachtige Larencollectie een belangrijke rol in speelt en dat spreekt de jury zeer aan.” Daarnaast is er in Laren ook nog sprake van een prachtig leescafé met terras, intensieve samenwerking met lokale culturele instellingen en zeer ruime openingstijden. Deze bekroning was onomstreden. Bij de middelgrote had de jury het wat moeilijker, maar won uiteindelijke Nieuwegein. “Eenmaal binnen raakte de jury meer en meer onder de indruk van de ondernemingslust van de bibliotheek, die een duidelijk keuze heeft gemaakt om, naast het aanbieden van de traditionele media, een lokaal informatiecentrum te zijn, waarmee zeer uiteenlopende doelgroepen bij de bibliotheek betrokken worden.” De nieuw gebouwde bibliotheek in Arnhem door bureau Neutelings Riedijk (van het MAS in Antwerpen) voldeed aan de verwachtingen: “Alles ademt kwaliteit in Arnhem, inclusief de collectie, en men heeft, ook zo kort na de opening, aan details gedacht. Toch strekt de bewondering van de jury verder dan het uiterlijk: met partners als de volksuniversiteit en het erfgoedcentrum werkt de bibliotheek vanaf de opening daadwerkelijk samen, bijvoorbeeld in een programmaraad en door hun marketing- en communicatieteams samen te voegen.” Alle drie deze bibliotheken zijn inspirerende voorbeelden! Van boven naar onder: de bibliotheken van Laren, Nieuwegein en Arnhem. over de GRENS > Zie ook p. 32 Lef Hoe komt de jury tot haar oordeel? De bibliotheken op de shortlist worden bezocht door mystery guests. De jury bepaalt haar uiteindelijke keuze door een gezamenlijk bezoek aan de toppers uit de shortlist, een gesprek met directie en medewerkers en kritisch rondkijken. Er worden door de jury zeker niet alleen mooie gebouwen bekroond, het gaat er om of de inrichting onderdeel uitmaakt van een integrale visie op het werk. Ook binnen opgelegde beperkingen in ruimte, openingsuren of mediabudget, waar vrijwel alle bibliotheken mee te maken hebben, worden verassend creatieve keuzes gemaakt. Juist in de lokale invulling van het werk en de eigen signatuur is de jury geïnteresseerd. Een belangrijke constatering is dat een bibliotheek vooral zo goed is als de mensen die het beleid bepalen en zeker zo goed als de mensen die er werken! alle genomineerden zijn zeker een bezoek waard, bibliothecarissen kunnen er inspiratie op doen voor hun eigen werk. Bibliotheekblad organiseert dit jaar op verzoek een rondreis langs de Nederlandse winnaars van 2013, die meteen uitverkocht was. Het bibliotheekvak is druk bezig om via faceliften en nieuwbouw spraakmakende voorzieningen neer te zetten die het werk op een hoger plan brengen. Dat is precies de reden waarom Bibliotheekblad de verkiezing organiseert: doordat vakgenoten, klanten en subsidiegevers over bibliotheken en de eisen die zij daar aan stellen praten, stimuleert de wedstrijd ontwikkeling en de vernieuwing. U hoeft het dus helemaal niet met de jury of met de werkwijze eens te zijn om de Verkiezing van de Beste Bibliotheek tot een succes te maken. Als u er maar over praat! “Bibliotheekblad organiseert dit jaar op verzoek een rondreis langs de Nederlandse winnaars van 2013, die meteen uitverkocht was.” Wat zijn punten die bij de beoordeling zwaar wegen? De collectie vormt het fundament van iedere bibliotheek, die moet inhoudelijk goed zijn en professioneel gepresenteerd worden. Flexibiliteit hoort bij deze tijd, de inrichting moet het mogelijk maken wisselende collectieonderdelen extra aandacht te geven en verschillende activiteiten te organiseren. Het personeel moet naast deskundig ook proactief zijn. De jury’s houden van bibliotheken die lef uitstralen en laten zien dat zij qua uiterlijk en activiteiten eigentijdse uitnodigende instellingen zijn met een lage drempel. Reisgids Wat zijn, naast dat het altijd leuk is om te winnen of hoog te eindigen, dat medewerkers het als motiverend ervaren en dat het aandacht van de pers oplevert, de positieve kanten aan de wedstrijd? De wedstrijd is een ideale reisgids: De Nederlandse winnaars van 2013. META 2014 |4 | 29 trend Zuiddag – work for change: ook de bib! Leonie Lanssens, WINOB Provincie West-Vlaanderen In Bibliotheek- & archiefgids 2010/4 lieten we Lotte De Bruyn (Ladda vzw) in het artikel ‘vuurtje stook in de bibliotheek’ vanuit jeugdcultuur reeds kijken naar de bibliotheek, boeken en hun toekomst. Een van de conclusies was dat jongeren en bibliotheken niet bepaald een ‘perfect match’ zijn. In plaats van ons daarbij neer te leggen is het echter belangrijk na te gaan hoe de bib iets kan betekenen voor jongeren en vice versa. In dialoog treden is hierbij ontzettend belangrijk en laat nu net dat zijn wat we met een aantal jongeren tijdens de Zuiddag deden. Zuiddag is een leuk en eenvoudig concept waarbij 10.000 geëngageerde jongeren voor één dag de handen uit de mouwen steken. Scholieren van het vierde middelbaar of hoger gaan tijdens de lesuren één dag vrijwillig werken bij een bedrijf, organisatie of overheid uit hun buurt. Hun vergoeding staan ze af aan een jongerenproject in het Zuiden. WINOB bood graag een werkplek aan en bedacht een aantrekkelijke eendaagse job die hen op een aangename manier liet kennismaken met de sector, maar waarbij we tegelijkertijd ook hun visie konden horen. 8 leerlingen van 15 en 16 jaar reageerden op de vacature. Uiteindelijk ontvingen we 5 enthousiaste meiden die de bib echt wel genegen zijn, maar er omwille van tijdsgebrek weinig komen. Al van bij hun sollicitatie werd duidelijk dat ze meer wilden weten over de bib. Ze stelden de meest uiteenlopende vragen van budget over inrichting tot aankoopbeleid. Een blik voor en achter de schermen drong zich op en was duidelijk een trigger om op Zuiddag voor deze job te kiezen. De bib van Brugge wilde deze jonge dames graag ontvangen. De bib als rustpunt Na de kennismaking met de bibliotheek gingen ze zelf aan de slag. Het opzet was een creatieve brainstorm waarin elk zijn ideeën over ‘de bibliotheek’ kon loslaten. Een videocamera, een fototoestel, tijdschriften, stiften, post-it’s en kleurige papieren werden voorzien om een moodboard te maken. Centrale vraag hierbij: hoe jongeren stimuleren om naar de bibliotheek te gaan? Wat zowel vanuit de inhoudelijke werking van de bib (collectie, bijkomende activiteiten of projectwerking) als de fysieke inrichting kon benaderd worden. Al gauw bleek dat hulpmiddelen overbodig waren. De jongedames waren rad van tong en dus werd de hele middag gepraat over de bibliotheek. Onderwerpen als de (digitale) leeskring, de 3 0 | META 2014 | 4 leeszaal (dé plek bij uitstek om samen, maar toch alleen te studeren), het bibliotheekimago, het interieur en de communicatie van de bib passeerden de revue. De jongeren hebben nog steeds het gevoel dat er voor hen geen plaats is in de bib, noch de kinderenafdeling, noch de volwassenafdeling biedt hen wat ze nodig hebben. Een eigen ruimte (zeker ook fysiek) waar ze sneller hun weg vinden naar boeken voor hun leeftijd kan daar zeker bij helpen. Zelf spraken de meiden over ‘overgangsboeken’, fictie met een volwassen thema, maar op hun maat geschreven, die dan ook nog per thema opgesteld staan. Naast fictie zijn muziek en film belangrijk. De dames willen er graag andere muziek- en filmgenres leren kennen. Het beluisteren van muziek gebeurt dan wel via koptelefoons. Stilte en rust staan voor deze jongeren centraal in de bibliotheek. Ze zien de bib als een rustpunt in hun drukke leven. Het is niet nodig dat er ook hier massa’s prikkels op hen afkomen. “De jongeren hebben nog steeds het gevoel dat er voor hen geen plaats is in de bib, noch de kinderen afdeling, noch de volwassen afdeling biedt hen wat ze nodig hebben.” De Biekorf (bib Brugge) is hiervoor ideaal: niet te wit, geen te schreeuwerige kleuren en het is er huiselijk sfeervol. De vele kleine zitruimtes zijn essentieel en geven een gevoel van privacy. Gehoord en betrokken worden Op het einde van de dag zijn de dames bijzonder blij dat er eens naar hen geluisterd werd en dat hun mening er toe deed. Eén jongedame gaf een treffende vergelijking: “wanneer een stagiaire op school les komt geven, wordt onze mening nooit gevraagd. Wij kregen wel de les en zouden ook wel willen zeggen wat we ervan vonden.” > Voor verder informatie over Zuiddag: www.zuiddag.be >Deze bevindingen komen op een aantal vlakken mooi overeen met de resultaten uit het eerdere onderzoek van de Openbare Bibliotheek van We besloten dus vooral dat jongeren willen gehoord en betrokken worden. Ze hebben niet de grootste verwachtingen of wildste plannen met de bib, maar willen er gewoon welkom zijn en er in stilte kennismaken met nieuwigheden. Gent ‘Bomb the bib’ die de wensen van jongeren in kaart bracht. Voor meer informatie: http://www.gent. be/docs/Departement%20Cultuur/ Bibliotheek/Bomb_the_bib_resultaten_onderzoek.pdf uitgepakt Wat zijn preserveringsmetadata? Henk Vanstappen, PACKED vzw Om digitale bestanden duurzaam te bewaren en toegankelijk te houden, wordt beroep gedaan op een ’digitaal depot’. Eén van de belangrijkste vereisten voor een duurzame digitale bewaring is de documentatie van preserveringsmetadata. Wat zijn preservation metadata, waarvoor heb je ze nodig en om welke gegevens gaat het precies? Preservation metadata? Om duurzame toegankelijkheid van digitale bestanden te verzekeren, moet je verschillende vragen kunnen beantwoorden: • Kan het bestand nog worden gelezen? • Wordt het bestand op de juiste manier weergegeven? • Hoe moet ik het digitale object precies interpreteren? Wat is de context van het bestand? • Is het digitale object wat het beweert te zijn? Werd het niet niet bewust of onbewust gewijzigd? • Hoe heet het digitale object en waar kan ik het vinden? Preserveringsmetadata zijn de gegevens die je nodig hebt om deze vragen te beantwoorden. Enkele voor de hand liggende voorbeelden zijn: • een unieke identificatiecode waarmee een digitaal object wordt aangeduid, zoals een persistente URI; • de bewaarplaats van het bestand, zoals het netwerkpad of een URL; • informatie om te bepalen of een object werd gewijzigd, zoals een MD5 checksum. • een precieze aanduiding van het formaat van het digitaal bestand. Daarnaast worden vaak ook eigenschappen vastgelegd die nodig zijn om het preserveringsbeleid te bepalen: welke eigenschappen van het bestand moeten precies bewaard blijven? Dergelijke metadata noemt men de ‘essentiële eigenschappen’ (significant properties) van een bestand. Wanneer je bijvoorbeeld van een Word-bestand enkel de inhoud zelf wil bewaren, zonder de opmaak, vormt de tekst de (enige) essentiële eigenschap. Preserveringsmetadata kunnen rechtstreeks betrekking hebben op het digitale object, maar ook op de acties die het heeft ondergaan en op Preserveringsmetadata bevatten alle gegevens om bestanden bruikbaar te houden. Foto: NASA. de personen of toepassingen die deze acties hebben uitgevoerd, zoals de datum waarop het bestand in het eDepot werd opgenomen. 1 PREMIS Editorial Committee. (2008). PREMIS Data Dictionary for Preservation Metadata, Version 2.0. PREMIS Om preserveringsmetadata uitwisselbaar te maken, werd een XML-schema ontwikkeld: PREMIS: datadictionary for preservation metadata. 1 PREMIS onderscheidt meer dan honderd (!) verschillende gegevens die van belang kunnen zijn om een de duurzame bewaring en leesbaarheid van een bestand te garanderen. url: http://www.oclc.org/research/ projects/pmwg/premis-final.pdf 2 Network Working Group. (2014). The BagIt File Packaging Format (V0.97) url: http://www.digitalpreservation.gov/documents/bagitspec.pdf Vanzelfsprekend worden niet al deze elementen overal gebruikt en toegepast. PREMIS is meer een staalkaart van metadata-elementen, waaruit je een overwogen keuze kan maken. Duurzame metadata Belangrijk is dat preserveringsmetadata zelf ook duurzaam bewaard worden. Dat betekent vooreerst dat ze in een neutraal formaat moeten worden opgeslagen, zoals XML. Verder moet ook verzekerd worden dat de relatie met het digitaal object zelf bewaard blijft. Dat kan door de verwijzing aan de hand van een (persistente) identifier, of door het bestand en de metadata als een geheel te bewaren, bijvoorbeeld in de vorm van een Bagit. 2 >Dit artikel werd bezorgd door PACKED vzw dat als expertisecentrum digitaal erfgoed kennis, ervaring en deskundigheid omtrent digitaal erfgoed centraliseert en verspreidt. Vragen voor PACKED vzw zijn welkom via [email protected]. META 2014 |4 | 31 interview Herzele: De Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel Paul Kellens, Openbare Bibliotheek Herzele De Openbare Bibliotheek van Herzele werd op vrijdag 4 april uitgeroepen tot Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. Volgens het unaniem besluit van de jury ging de prijs naar de bibliotheek waar medewerkers zo min mogelijk achter de balie zitten en waar het hen zelfs lukt om de dames van de lokale breiclub met een boek naar huis te laten gaan. De Openbare Bibliotheek van Herzele werd uitgeroepen tot Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel, waren jullie aanvankelijk verrast door de nominatie? Twee jaar geleden hadden we de Oost-Vlaamse prijs van Boekegem gewonnen en we zagen dat die jury zeer onder de indruk was van onze huisvesting en onze werking. Het was dus ook niet verwonderlijk dat ook deze keer de jury in de wolken was met onze bibliotheek. We wisten dat we hoogst waarschijnlijk de finale zouden halen, maar dat het er zou om spannen omdat ook bibliotheken als Bree, Kalmthout, Kortrijk en Puurs er nog bij zaten. Dat we uiteindelijk tot de drie beste bibliotheken zouden behoren werd bevestigd door het bezoek van een zeskoppige jury. Maar zelfs dan nog bleven we in het ongewisse. Pas op het moment van de bekendmaking viel de ontknoping. Hoe beleefden jullie de prijsuitreiking? Het was alvast heerlijk om met een grote delegatie vanuit Herzele in het Vlaamse Parlement ontvangen te worden. De lovende woorden van de voorzitter deden enorm deugd als bevestiging van ons werk. Het bibteam, ikzelf en ons gemeentebestuur (want Burgemeester Van Tittelboom, de gemeentesecretaris en Sofie Hoefman, schepen van Cultuur, waren er ook bij) vlogen mekaar meteen in de armen. Het was een deugddoend en emotioneel moment. Onze schepen moest een traantje wegpinken. Welke reacties kregen jullie op de overwinning? Meteen na de uitreiking hebben we uiteraard de pers op de hoogte gebracht, maar meteen kregen we de ene sms na de andere met felicitaties van collega’s, vrienden en familie. Ongelooflijk hoe snel het nieuws zich verspreidde. Iedereen wilde vertellen hoe terecht deze bekroning was voor onze bib. Er was na de bekendmaking nog een receptie, maar ik werd zoveel opgebeld dat ik nauwelijks een glas wijn heb kunnen drinken. Het was heel fijn om zoveel toffe en sportieve reacties van vele collega’s te krijgen. Je ziet dat zoiets echt leeft in onze sector. Bibliotheken zijn in Vlaanderen de vanzelfsprekendheid zelf en men vergeet om die ook eens in schijnwerpers te zetten. In 2012 wonnen jullie ook al Boekegem, wat maakt de bibliotheek van Herzele zo uniek? Onze bibliotheek is een deel van de Wattenfabriek. Naast de bibliotheek hebben we ook een academie voor muziek woord en dans, een tekenschool, een jeugdhuis, de lokale radio, de dienst Cultuur en Jeugd in huis en daar bovenop beschikken we 3 2 | META 2014 | 4 nog over een feestzaal en een multimediazaal, Daarom zijn we meer een cultuurhuis dan zomaar een bibliotheek. Wat ons telkens weer onderscheidt is de nauwe samenwerking tussen deze partners. Het is in onze werking ingebakken. We doen zo veel als mogelijk samen met interne, maar ook met externe partners, zoals sociale en culturele verenigingen, gezinsbonden, seniorengroepen, scholen enz, dat maakt dat we goed ingeburgerd zijn in onze gemeente. Daarnaast, en dat is een minstens even bepalende factor, kan ik rekenen op een professioneel en zeer enthousiast bibliotheekteam, dat het helpen van de bezoekers als hun eerste en voornaamste taak ziet. En hoe proberen jullie als team het verschil te maken? Ons team bestaat uit ervaren mensen en nieuwelingen, jonge mensen en anciens en elk heeft zijn bijzondere interesses en competenties. Het is een diverse ploeg waarin ze elkaar zeer goed aanvullen. Belangrijk is dat iedereen zijn eigen competenties mag gebruiken om de bib boven het alledaagse uit te tillen. Daarbij af en toe een schouderklopje krijgen doet wonderen. Het lijkt een kleinigheid, maar elke bezoeker begroeten met zijn of haar voornaam schept een nauwere band met die bezoeker en daar willen we ook voor gaan. Onze bezoekers en het personeel zijn één grote familie en dat merken we nu ook aan de vele felicitaties die we hier in de bib krijgen. Pas op, het is niet altijd rozengeur en maneschijn. We hebben ook onze conflicten, maar we hebben een cultuur ontwikkeld waarbij goede afspraken en overleg centraal staat. Ik verwacht van het team een verregaande loyaliteit. Ik speel als bibliothecaris niet de baas, maar eerder de coördinator, de verbindingsman en soms ook de pispaal. Ja, dat hoort er ook bij. Ik heb in ieder geval de wijsheid niet in pacht en ik laat mijn mensen doen waar ze goed in zijn (vaak beter dan ikzelf). Ze weten dat ze op mij mogen rekenen als er verantwoordelijkheid moet genomen worden of als ze op problemen stuiten. Dat maakt dat we een team zijn dat die term waardig is. Doorslaggevend voor de jury waren de inrichting, het multifunctionele gebruik van de ruimte en kwaliteit en presentatie van de collectie. Hoe bewaken jullie de kwaliteit? interview > Zie ook p. 28 Door deze titel binnen te halen kregen we de bevestiging : jullie zijn goed bezig, doe zo voort! Dus doen we voort zoals we bezig zijn. Regelmatig de collectie saneren, open staan voor nieuwe initiatieven vanuit personeel of bezoekers (denk maar aan onze breiclub), mikken op brede samenwerkingen en inhaken op evoluties als sociale media, e-books. Niet vies zijn van vernieuwende experimenten vind ik persoonlijk voor bibliotheken zeer belangrijk. We zijn bijvoorbeeld deze week gestart met een boekenruilkast in het station. Wat het zal worden weten we nog niet, maar dergelijke dingen moet je gewoon doen. In de marge kan ik zeggen dat we een vertelweek aan het voorbereiden zijn die zelfs internationale allures moet krijgen, maar eigenlijk mag ik dat nog niet vertellen. Sofie Hoefman, schepen van Cultuur Herzele Hoe voelt het om als gemeente de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel te hebben? We beschouwen het als een hele eer, als een bekroning op het harde werk dat er voorafgegaan is aan de realisatie van de Wattenfabriek. De titel is in de eerste plaats een eerbetoon aan het team van de bibliotheek, en ook van alle diensten die in het gebouw zitten. Onze mensen wer- De jury legde in haar verslag ook hun vinger op de zere plek. Waren jullie het eens met de genoemde pijnpunten? Volmondig. De jury onderstreepte het gebrek aan signalisatie buiten en binnen in de bib. Volkomen terecht en we maken er op dit ogenblik werk van. Er worden signalisatieborden ontworpen om de bezoekers wegwijs te maken in de bibliotheek en bij uitbreiding in gans het gebouw. We hanteren daarbij ons nieuwe logo als basis. Het wordt mooi. Nog meer reden om eens langs te komen. ken nl. dagelijks hard om van de Wattenfabriek een echte thuis te maken. Wanneer pikte het lokale bestuur het verhaal van de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel op? Op 12 en 13 september 2013 tijdens Informatie aan zee in Oostende, een initiatief van de VVBAD. Kan de verkiezing tot Beste Bibliotheek van Ook moeten we meer aandacht besteden aan frontaalplaatsing, meer displays neerzetten en koffie op ons leesplein aanbieden. Allemaal terecht en ook daar wordt op dit moment werk van gemaakt. Voor mij was het trouwens vooral leerrijk wat de mystery guest ons te vertellen had. Want dat zijn punten waar we kunnen aan werken. Alleen daarvoor al moet je met zo’n wedstrijden meedoen. Vlaanderen en Brussel een impact hebben op het beleid? Deze titel is enerzijds een waardering van wat we al doen; een bevestiging dat “we al goed bezig zijn”, maar het stimuleert ons zeker ook om het steeds beter te proberen doen. Dit betekent vooral dat we, ook op beleidsniveau, kritisch en creatief moeten blijven. De verwachtingen naar Wat heeft de toekomst in petto voor de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel? Als je vraagt naar mijn persoonlijke visie voor de toekomst? Dan kan ik alleen maar zeggen dat de bibliotheek in Vlaanderen alive and kicking is. Boeken waren altijd van deze wereld en zullen dat nog heel lang blijven. De bibliotheken worden meer en meer oases van rust, informatie, ontspanning en vooral ontmoeting. Onze eigen missie hebben we aldus verwoord: “De bib van Herzele is een hedendaagse laagdrempelige bib waar iedere burger en elke organisatie zich thuis voelt en terecht kan voor informatie, lezen, levenslang leren, ontmoeting en culturele ontspanning.” Dit geldt, geloof ik, voor elke bibliotheek. Wij hebben daar nog aan toegevoegd: “Onze bib speelt een actieve rol in leesbevordering en mediawijsheid en werkt, waar mogelijk, zoveel mogelijk samen met andere organisaties. Ik denkt dat dit alles zegt, niet? onze bib zullen nu ook hoog/hoger liggen, dus blijft het — zoals altijd — essentieel dat we als beleidsmaker blijven luisteren naar onze bezoekers, medewerkers … Want zij zijn de mensen voor wie we het doen; zonder hen kan de bib geen ‘thuis’ zijn. Hoe zien jullie de toekomst van jullie openbare bibliotheek? Volgens ons wordt de bibliotheek meer en meer een thuishaven, een ontmoetingsplaats, waar er “ook nog gelezen kan worden”. In essentie gaat het in de bib nog steeds om literatuur en taal, maar meer dan ooit merk je hoe de bibliotheek veel meer wordt: een rustplek, een thuis, een sociale basis … Naast de uitdagingen rond digitalisering, denken we dat vooral de laagdrem- Ik wil daar alleen aan toevoegen dat er heel wat vernieuwende ideeën broeden in de bibliotheken. Zij moeten de mogelijkheden krijgen en nog meer gestimuleerd worden om deze ideeën in praktijk te brengen. Het is vooral daar dat de vernieuwing moet gevoed worden en niet van bovenaf opgelepeld. peligheid en de warmte van een bib essentieel zullen blijven. META 2014 |4 | 33 www.wegwijzerbibliotheken.be WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 1 • INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN • WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN SCIENCES DE L’INFORMATION & DOCUMENTATIECENTRA 1 ET DE LA DOCUMENTATION • INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN • 12/07/11 22:34 OP NAAR DE BIBLIOTHEEK VAN DE TOEKOMST MET WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 2 • INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN • In deze digitale tijden staan bibliotheken en documentatiecentra voor grote uitdagingen: teruglopende bezoekers- en uitleenaantallen tegengaan, nieuwe inkomstenbronnen zoeken, een evenwicht zoeken tussen analoge en mobiele dragers, inspelen op de behoeften van de verschillende doelgroepen… Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra is een praktische gids die alle facetten van bibliotheek- en documentatiebeheer omvat. U krijgt een zo compleet mogelijk antwoord op onderstaande vragen en veel meer! WEGWIJZER BIBLIOTHEKEN SCIENCES DEVOOR L’INFORMATION & DOCUMENTATIECENTRA 2 ET DE LA DOCUMENTATION • INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN • 12/07/11 22:34 • INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN • WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 3 • Hoe de werkprocessen verbeteren in bibliotheken en documentatiecentra? • Wat zijn de voordelen van open access? En hoe werkt dit praktisch? • Hoe een digitaliseringstraject opstarten? • Welke online communicatiekanalen aanwenden? • Wat kan je als informatieprofessional met linked open data? • Hoe de retrieval-techniek toepassen? • Hoe kunnen (openbare) bibliotheken de eigen inkomsten verhogen? WEGWIJZER BIBLIOTHEKEN SCIENCES DEVOOR L’INFORMATION & DOCUMENTATIECENTRA3 ET DE LA DOCUMENTATION • INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN • 12/07/11 22:35 Abonnees kunnen het boek nu ook online lezen op www.wegwijzerbibliotheken.be De website wordt na elke nieuwe aflevering bijgewerkt. BESTELKAART Ja, ik bestel . . . ex. van Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra tegen 69 euro* voor VVBAD-leden of 99 euro* voor niet-leden. Bestuur/Organisatie: Stuur of fax onderstaande bestelbon naar Politeia • Ravensteingalerij 28 • 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestel via www.politeia.be • e-mail: [email protected] ..................................................................................................................................................................................... Naam: .......................................................................................................................................................................................................................... Functie: ...................................................................................................................................................................................................................... Adres: Tel: ......................................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................................ E-mail: ........................................................................................................................................................................................................................ BTW: ............................................................................................................................................................................................................................ * Prijs inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Losbladige publicatie met abonnement. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen € 0,55 per pagina, website-updates tegen € 29 tot schriftelijke wederopzegging. Prijs geldig tot 30/06/2014. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht. DATUM & HANDTEKENING COLUMN Te veel respect voor professoren Noël Geirnaert Iets meer dan een kwarteeuw geleden hadden zowat alle archivarissen een diep respect voor professoren. De hooggeleerde heren (meestal zijn het heren, met mijn excuus voor de professoren Witte, Deneckere, Van Molle, Meijns, De Schaepdrijver en nog een klein aantal andere dames) werden steeds uitgebreid verwelkomd in de leeszaal, hun brieven kregen speciale aandacht en ze kregen alle mogelijke medewerking, want hun academisch sérieux straalde af op de archivarissen met wie ze omgingen, zo meenden althans veel collega’s. Daar was in normale omstandigheden niets mis mee want heel dikwijls hebben ze door hun onderzoeksprojecten archieven in ruime kring bekendgemaakt en gevaloriseerd. Door hun bemiddeling konden archivarissen ook wel eens belangrijke aanwinsten boeken of bij het beleid meer aandacht krijgen voor archief- en erfgoedzorg. Maar soms liep het ook mis: er zijn voorbeelden van archiefstukken die geleerde professoren mee naar huis mochten nemen en achteraf nooit meer in het archiefdepot terugkeerden. Sommige belangrijke archiefdocumenten zijn zo definitief verloren geraakt, nadat ze voor het laatst bij een hoogleraar zijn gesignaleerd. En in een enkel geval kon een professor zijn eigen waandenkbeelden aan een goedgelovige archivaris/bibliothecaris oplepelen. In 2007 was een bibliothecaris van de Brusselse Koninklijke Bibliotheek, voordien archivaris bij het Algemeen Rijksarchief, er rotsvast van overtuigd dat een stokoude gewezen hoogleraar staatsrecht van de Gentse universiteit ervoor zou zorgen dat het Gruuthusehandschrift aan zijn instelling zou worden overgemaakt. Dezelfde hoogleraar heeft dezelfde goedgelovige bibliothecaris op de mouw gespeld dat hij het beroemde paneel van de Rechtvaardige Rechters kon terugvinden. Het resultaat kent iedereen ondertussen: onze collega oogstte eerst verbazing, en vervolgens ging hij met het hele verhaal de mist in. Professoren en andere geleerde academici hebben zeker recht op respect. Hun Noël Geirnaert is hoofdarchivaris van het Brugse Stadsarchief. Noël is al jarenlang actief in de VVBAD, als bestuurslid van de sectie AHD, als lid van de Raad van Bestuur, en last but not least als lid van de redactie van META, tijdschrift voor bibliotheek & archief. Eerder bewees hij zijn kunnen al bij Bibliotheek- & archiefgids. vragen en suggesties verdienen dikwijls speciale aandacht. Idolate bewondering voor gelijk wie kan echter leiden tot ernstige bewustzijnsvernauwing en verminderd oordeelsvermogen. De kater achteraf is nog niets, vergeleken met de onherstelbare reputatieschade. librar citaat “We are the only species on the planet, so far as we know, to have invented a communal memory stored neither in our genes nor in our brains. The warehouse of this memory is called the library” Carl Sagan META 2014 |4 | 35 DE VRAAG Foto: Paul Downey. www.flickr.com/photos/psd Uitzondering De wet maakt echter een uitzondering in artikel 9§5 in geval van verlening van internetdiensten die het openbaar domein niet overschrijden. Dit betekent aldus dat een bibliotheek vrijgesteld is van de verplichtingen van artikel 126 van de wet. Hoe bied ik wifi aan aan mijn bezoekers? Joris Deene, Samenwerkingsverband Auteursrecht & Samenleving (SA&S) Archieven en bibliotheken mogen zonder enig probleem aan hun bezoekers wifitoegang aanbieden. Kan dit via een open wifisysteem of moeten de bezoekers zich voorafgaandelijk inloggen of niet? Volgens artikel 126 van de Belgische wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie dienen aanbieders van aan het publiek aangeboden internettoegangsdiensten tal van gegevens van hun gebruikers te bewaren (zoals identificatiegegevens, verkeersgegevens etc.). Deze regelgeving is eigenlijk een omzetting van een Europese Richtlijn 2006/24/EG die ervoor wil zorgen dat die gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit. 3 6 | META 2014 | 4 Evenwel antwoordde de minister van Economische Zaken als antwoord op een parlementaire vraag dat ook deze uitzondering in de toekomst kan worden herzien en dat er wordt verwacht dat deze instellingen hun netwerken en de aan hun leden en gebruikers geboden toegang als een goede huisvader beheren en dat ze die laatste kunnen identificeren. Onzekerheid troef dus. De wet sluit bibliotheken en archieven op basis van een uitzondering uit, doch waarschuwt hen nu al dat ze in de toekomst wel aan de wetgeving zullen moeten voldoen en dus alvast beter zich hierop voorbereiden. Alsof het nog allemaal niet onzeker genoeg is, heeft ook het Hof van Justitie zich in deze zaak gemoeid. In een arrest van 8 april 2004 (nr/ 54/14) verklaarde het Hof van Justitie de richtlijn 2006/24 betreffende de gegevensbewaring ongeldig. Volgens het Hof impliceert deze richtlijn een zeer omvangrijke en bijzondere ernstige inmenging in de fundamentele rechten op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens zonder dat deze inmenging tot het strikt noodzakelijke beperkt blijft. Deze kritiek op de richtlijn heeft uiteraard ook gevolgen op de Belgische wet die een kopie is van de vernietigde richtlijn. Elke zaak waar gebruik wordt gemaakt van de Belgische wet komt op juridisch drijfzand te staan. Er kan immers opgeworpen worden dat de Belgische bepaling werd toegepast op grond van een nietige Europese Richtlijn. Het besluit is dan ook dat bibliotheken en archieven voorlopig alvast niet verplicht zijn om gegevens van hun bezoekers te bewaren. Of deze verplichting er in de toekomst wél komt lijkt onzeker gelet op de vernietigende uitspraak van het Hof van Justitie. Het cijfer / Het plan 1786 Vlaanderen telt 1786 erkende roomskatholieke geloofsgemeenschappen of parochies. De erkenning verleent rechtspersoonlijkheid aan de besturen van de eredienst of kerkfabrieken die zorgen voor de materiële organisatie en de werking ervan. In principe heeft elke geloofsgemeenschap één gebouw van de eredienst op het ogenblik van de erkenning, hoewel sommige geloofsgemeenschappen over meerdere gebouwen beschikken. Dit is slechts een voorbeeld uit de brede waaier aan gegevens en cijfermateriaal dat het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw (CRKC) verzameld heeft in het kader van het project ‘Atlas van het religieus erfgoed in Vlaanderen’. De atlas heeft het religieus erfgoed van de erkende erediensten in kaart gebracht, met name de anglicaanse, islamitische, Israëlitische, orthodoxe, protestants-evangelische en rooms-katholieke eredienst. Zowel de gebouwen als het roerend erfgoed (objecten, archief en bibliotheek) komen aan bod. Verder is er aandacht voor juridische aspecten, interessante ontwikkelingen en veldanalyse. Voor wat betreft het erfgoed van de rooms-katholieke eredienst werden zowel de parochies als de religieuze instituten zoals kloosters of abdijen onderzocht. Anet vindt weg naar Art & Architecture Thesaurus Anet, het netwerk van wetenschappelijke bibliotheken heeft het afgelopen jaar sterk ingezet op een onderzoek over onderwerpsontsluiting bij een aantal Antwerpse kunst- en erfgoedbibliotheken die gerelateerd zijn aan musea en onderwijsinstellingen. De toetreding van deze bibliotheken tot Anet bracht de nood aan eenvormige en duurzame inhoudsontsluiting aan het licht. Het beheer van trefwoordsystemen is immers arbeidsintensief en rentabiliteit ervan wordt vaak in vraag gesteld. Een geschikt ontsluitingsmiddel moest een relevante en duurzame ontsluiting combineren en de uiteenlopende collecties op het netwerk kunnen bedienen. De Art & Architecture Thesaurus (AAT) kwam als beste alternatief uit de bus voor deze niche van bibliotheken binnen Anet. De AAT bestaat al sinds 1980 en is ontworpen als overkoepelende terminologie voor bibliotheken, archieven en musea. Momenteel wordt AAT meestal gebruikt als terminologiebron voor collectieregistratie van objecten. Naast het brede draagvlak draagt ook de openheid van AAT bij tot haar duurzaamheid: sinds februari 2014 is AAT als Linked Open Data beschikbaar. Met de inzet op een internationale standaard speelt Anet dus in op de toekomstige behoeften. Een extra troef voor het Anet netwerk is de diversiteit: AAT is niet enkel inzetbaar voor de bibliotheekcollecties, maar ook voor museale en erfgoedcollecties die vaak in de betrokken instellingen aanwezig zijn. Uit een bevraging onder de Anet-leden werd duidelijk dat de AAT qua relevantie t.a.v. bibliotheekcollecties niet altijd even hoog scoort. Er moeten dus termen toegevoegd kunnen worden. De vorm- en functiegerichte opbouw van AAT bemoeilijkt het toekennen van bepaalde termen. AAT biedt ook geen oplossing voor de ontsluiting van concepten op naam zoals kunstwerken of historische gebeurtenissen. Julie Aerts Daarom heeft Anet het ‘Anet-AAT’-ontsluitingsmodel ontwikkeld. De basis is AAT die nu geïmplementeerd wordt in de Brocade-software. Maar de implementatie en het gebruik van AAT zal erg flexibel zijn. Naargelang de aanbevelingen van een werkgroep kunnen termen worden toegevoegd aan de AATterminologie. AAT zal gebruikt worden in combinatie met andere bestaande referentiebestanden (geografische namen, UDC-codes, namen van personen, instellingen …) en met een nieuw referentiebestand voor ontsluiting van unieke concepten. Om de duurzaamheid niet uit het oog te verliezen zet Anet verder in op jaarlijkse synchronisatie met het AAT-moederbestand. Als de conversies volgens schema lopen kunnen gebruikers vanaf volgend voorjaar de catalogus via AAT-trefwoorden bevragen. Afhankelijk van het succes van het project kan op langere termijn gedacht worden aan actieve deelname van Anet aan AAT (formeel indienen van nieuwe termen). >Meer info: www.crkc.be of [email protected] Karen Andree en Jan Corthouts, Anet Met de atlas beoogt het CRKC een handig instrument te ontwikkelen voor al wie geïnteresseerd is in en begaan met religieus erfgoed. Het document is een nulmeting van de toestand in 2013 en de gegevensreeksen zullen in de komende jaren verder worden verfijnd en geactualiseerd. De atlas werd gepubliceerd onder de vorm van een rapport. >http://nl.wikipedia.org/wiki/Anet META 2014 |4 | 37 kroniek Algemene Ledenvergadering VVBAD Vlaams Parlement, Brussel – 17 maart 2014 Strategie voor een informatiegestuurde overheid Bart Huybrechts, adjunctkabinetchef van de Vlaamse minister voor Bestuurszaken, stelde tijdens zijn lezing de ‘strategie voor een informatiegestuurde overheid’ voor die de Vlaamse minister van Bestuurszaken lanceerde op 14 februari. De gedachte dat de overheid een massa aan waardevolle informatie produceert en bewaart, is niet nieuw. Maar de nieuwe Vlaamse strategie wil deze “goudmijn” aan informatie maximaal ter beschikking stellen aan al haar gebruikers, zowel binnen de Vlaamse overheid als daarbuiten: burgers, bedrijven ... Na openbaarheid van bestuur en open data, is open informatie (meer dan enkel datasets) waarnaar gestreefd wordt. Het doel van de nieuwe Vlaamse strategie zijn “nieuwe en betere informatiediensten”. Die zullen niet vergelijkbaar zijn met de huidige informatiedocumentatie- of archiefcentra. Hoe die innovatieve vormen van dienstverlening er in hun definitieve vorm uit zullen zien is nog niet duidelijk. Of om het met de woorden van Huybrechts te zeggen: eerst moet een antwoord komen op de vraag “wat willen we doen?” Dan zullen bakjes en kabeltjes (lees de concrete technische uitwerking) wel volgen. Het antwoord op “Wat willen we” wordt geformuleerd in zes doelstellingen met een uitdaging eraan gekoppeld. Hieronder o.a. de uitbouw van Digitaal Archief Vlaanderen en van het Archiefdepot in Vilvoorde (de volledige lijst is te vinden op http://www. bestuurszaken.be/informatiegestuurde-overheid). Huybrechts beseft dat om dergelijk plan te doen lukken ook aandacht besteed moet worden aan de optimalisering van de eigen informatiehuishouding. Nog een andere krachtlijn: het idee van een uniek loket. Dat gaat al een tijdje mee. Deze strategie wil een aantal oude knelpunten uit de weg ruimen door werk te maken van een centraal register van overheidsinformatie. Het moet een informatieknooppunt worden dat gekoppeld is aan meerdere databanken en systemen van de Vlaamse Overheid, en zal problemen moeten ondervangen als meervoudige gegevensopvraging en zal ook de broodnodige beheersafspraken stroomlijnen. Maar de ambities liggen hoger. Met de strategie hoopt men op termijn een ‘informatiemarkt’ te creëren, waar iedereen kan gaan winkelen en overheidsinformatie hergebruiken voor al dan niet commerciële doeleinden. Gehoopt wordt dat dit hergebruik economische innovatie zal stimuleren. De kleine informatiepartners worden niet vergeten: ook de gemeenten zullen actief worden betrokken bij dit project. Hermione L’Amiral Geen informatie zonder communicatie (en omgekeerd) Karl Musschoot, Afdeling Communicatie - Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Traditioneel gaat het hier om twee gescheiden disciplines, elk met hun eigen kanalen, systemen en specialisten. Maar wat ben je met informatie die er staat, als die niet kan worden gecommuniceerd? En hoe relevant is je communicatie als die niet terugvalt op informatie? Informatiesystemen kennen we onder de vorm van bibliotheekcollecties, databanken, bestuursdocumenten, enzovoort. Communicatie wordt onder andere verspreid onder de vorm van nieuws of 3 8 | META 2014 | 4 via websites en intranetpagina’s. De toegang tot beide is vaak heel verspreid. Daarom heeft de dienst Communicatie bij de Vlaamse overheid een model uitgewerkt waarin er een kruispunt ontstaat tussen informatiesystemen en communicatiekanalen. Dit is gebaseerd op wat de burger wil weten en wat men kan aanbieden. Men gaat ook niet langer uit van de functies van bibliothecarissen en redacteur of journalisten, maar spreekt over kenniswerkers. In een eerste fase is er een strategie uitgewerkt vo o r h e t D e p a r t e m e n t Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR). Zij hebben momenteel verschillende interne en externe kanalen, waardoor het soms onduidelijk is waar men welke informatie kan terugvinden. Men gaat dus alle kanalen van het DAR op één site samenvoegen. Waarbij men afhankelijk van zijn profiel, de nodige informatie kan terugvinden. Men gaat hier werken met de domeinnaam .Vlaanderen. be, die binnenkort in gebruik gaat. Zowel front als backoffice zal langs deze weg kunnen werken. De site zal meertalig opgesteld worden, om alle burgers zo goed mogelijk te informeren. Hij zal thematisch opgebouwd worden, om de navigatie laagdrempelig te houden. Ze streven naar een eerlijke, open, geloofwaardige en transparante communicatie, die bovendien politiek en commercieel neutraal is. In twee achtereenvolgende stappen zal eerst een toekomstvisie worden uitgewerkt en daarna zal men onderzoeken of dit nuttig kan zijn voor andere diensten. Op deze manier ontstaat er een kruispunt voor informatie en communicatie, waar alles voor en door iedereen gebeurt. Saskia De Schepper kroniek V.l.n.r. Bart Caron, Jean-Jacques de Gucht, Jo Buelens (moderator), Paul Delva en Marius Meremans. Politiek debat Het laatste luik van de jaarlijkse ledenvergadering was een debat met 4 politici over het VVBAD-memorandum (zie ook META). Aan het woord kwamen Marius Meremans (NVA), Paul Delva (CD&V), Jean-Jacques De Gucht (Open VLD) en Bart Caron (Groen). M o d e ra t o r J o B u e l e n s begon met de politici te vragen wat zij uit het VVBADmemorandum als prioriteiten zouden halen. Voor Marius Meremans blijft de openbare bibliotheek een eerstelijnsvoorziening. De overheid moet blijven investeren in kwaliteitsvolle bibliotheken, o n d a n k s o nve r m i j d e l i j ke besparingen. Als tweede prioriteit noemde hij de digitalisering en als derde het belang van erfgoedcollecties, waar de achterstand op het vlak van de digitalisering ingehaald moet worden. Paul Delva stelde als eerste prioriteit de noodzaak aan goed opgeleid personeel. Delva en zijn partij zijn voorstander van een opleiding op bachelor niveau voor bibliotheekmedewerkers. Hij voegde er wel aan toe dat de overheid de hogescholen niet kan verplichten om opleidingen in te richten maar, als de vraag gesteld wordt, zal CD&V die steunen. Andere prioriteiten zijn het decreet Lokaal Cultuurbeleid en de BBC (beleids- en beheerscyclus). De lokale besturen hebben meer autonomie gekregen om beleid te voeren en de planlasten zijn verminderd maar P. Delva vreest dat de cultuursector harder dan nodig het slachtoffer van besparingen wordt. Als laatste prioriteit vermelde Delva mediawijsheid. Deze legislatuur is het kenniscentrum mediawijsheid opgericht en de bibliotheeksector kan hierin een belangrijke rol spelen. Ook voor Jean-Jacques De Gucht zijn goede opleidingen de eerste prioriteit, voor bibliotheken zowel als voor archieven. In tegenstelling tot Delva meende hij dat de politiek wel kan ingrijpen in het aanbod en opleidingen moeten durven opleggen aan de onderwijssector. Tweede prioriteit is digitalisering. Toegang tot informatie voor alle burgers en ook het bewaren van die informatie zijn hier twee topics. Ten slotte had De Gucht het over het e-boekenplatform dat verder met de privésector ontwikkeld moet worden via PPS (Publiekprivate Samenwerking). META 2014 |4 | 39 kroniek Voor Bart Caron (Groen) is het lokale cultuurbeleid de eerste prioriteit. De BBC geeft kansen om het cultuurbeleid beter in het gemeentelijk beleid te kaderen maar er zijn te weinig outputcriteria om de werking van de bibliotheken te beoordelen. Caron suggereerde ook dat de slinger misschien te veel naar de lokale besturen is doorgeslagen. Het cultuurbeleid is altijd een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de verschillende bestuursniveaus geweest en dat moet zo blijven, desnoods moet de Vlaamse overheid opnieuw bepaalde criteria invoeren. Ten tweede vernoemde Caron de erkenning van de erfgoedbibliotheken en als derde het e-boekenplatform. Caron zei de resultaten van het proefproject af te willen wachten maar hij meende toch dat de drempels te hoog zijn en dat we met dit experiment geen doorbraak van het Vlaamse e-boek zullen realiseren. Als tweede vraag sneed de moderator de relatie tussen de verschillende bestuursniveaus aan. Voor veel onderwerpen zijn verschillende niveaus bevoegd, Vlaams, federaal en in veel gevallen ook Europees. Hoe zien de politieke partijen het overleg daartussen? De Gucht zag in het culturele samenwerkingsakkoord dat deze legislatuur met de Franstalige Gemeenschap is afgesloten een middel om de dialoog met het federale niveau aan te gaan. In zijn visie overleggen de twee Gemeenschappen met elkaar en gaan dan samen naar de federale regering. Ook de nieuwe senaat die een ontmoetingsplaats voor de gemeenschappen moet worden, kan een rol spelen. Bart 40 | META 2014 | 4 Caron benadrukte dat de Vlaamse overheid nog veel te verkokerd is en tegenover het lokale beleid soms te veel als keizer-koster optreedt. Paul Delva maakte een zelfde analyse maar vond wel dat er de voorbije vijf jaar stappen in de goede richting waren gezet. Als voorbeeld gaf hij “cultuureducatie” waar de departementen Cultuur en Onderwijs goed samenwerken. Dat Europa almaar belangrijker wordt, is een feit maar Caron kijkt er toch met enige scepsis naar. Europa ziet alles te veel vanuit een economische invalshoek en beschouwt (culturele) subsidies te gemakkelijk als een verstoring van de vrije marktwerking. De N-VA trekt de kaart van het bicommunautair beheer van de federale culturele instellingen en is voorstander om de gemeenschappen rechtstreeks met Europa te laten onderhandelen over hun eigen bevoegdheden, zoals bijv. cultuur. Een volgend onderwerp dat Jo Buelens aansneed was het e-boek. Open VLD meent dat uitgevers en boekhandel betrokken moeten worden bij de uitwerking van een e-boekenbeleid. Als de privésector hierbij betrokken wordt, zullen we in een positieve spiraal komen. Publiek-private samenwerking kan hier ook een goed instrument zijn. De Gucht pleitte ook voor samenwerking met Nederland, voor onze uitgevers een belangrijke markt die te weinig benut wordt. Bart Caron haalde het voorbeeld van een literatuurliefhebster aan die ondertussen al 3000 boeken illegaal gedownload heeft en meende dat het huidige beleid geen toekomst heeft omdat het niet zal kunnen concurreren met het illegale aanbod. Een publiek e-boekenaanbod moet actualiteit bezitten, laagdrempelig zijn en met een zeer goede downloadkwaliteit. Marius Meremans vond het niet correct dat je voor een e-boek leengeld moet betalen en voor een papieren versie niet maar in welke richting hij dan wil evolueren, liet hij in het midden. Paul Delva vond ten slotte dat de uitgevers meegenomen moeten worden als we van het e-boek een succes willen maken. Hij vergeleek de koudwatervrees van veel uitgevers met de tegenstand van handelaars tegen autovrije straten. Eens die er zijn en men de voordelen ervaart, gaat men vlug overstag. Een laatste vraag ging over het lokale cultuurbeleid en BBC. Buelens gaf in primeur enkele cijfers uit de recente enquête van de VVBAD over de besparingen bij de openbare bibliotheken. Een derde van hen moest in 2014 meer dan 10 procent besparen en een vijfde verwacht voor volgend jaar een nieuwe vermindering van de budgetten. Vier op de tien bibliotheken heeft te maken met een daling van haar personeelsbestand. Volgens Bart Caron besparen de gemeenten op alles, niet alleen op cultuur. Hij hield nog een pleidooi voor intergemeentelijke samenwerking op regionaal niveau. Hij stelde verder dat de sector minder op de middenklasse moet inzetten maar op groepen die de weg naar de bibliotheek niet of onvoldoende vinden. Ook Meremans pleitte voor meer samenwerking tussen bibliotheken en wil dat de Vlaamse overheid zo’n samenwerking financieel honoreert. In het algemeen moet de Vlaamse overheid meer incentives geven om lokale cultuur te ondersteunen, ook naar doelgroepen. Paul Delva wees op de voorziene evaluatie in het decreet lokaal cultuurbeleid na drie jaar. Die evaluatie moet met de sector gebeuren. De Gucht wees op wat hij een groot probleem met de BBC, noemde. BBC focust alleen op prioriteiten, alles wat daarbuiten valt, komt niet in beeld en zoiets maakt oppositie in een gemeente vleugellam. Ook hij wees op het belang van een goede evaluatie die naar de meest effectieve besteding van de middelen moet leiden, want besparen blijft het ordewoord. “Maar beter één goed uitgeruste bibliotheek dan drie slecht werkende wijkbibliotheken” besloot JeanJacques De Gucht. Geert Puype kroniek FAAD-studievoormiddag: De nieuwste onderzoekslijnen in archiefland Vrij Universiteit Brussel, Brussel – 29 maart 2014 Op 29 maart hield het Forum voor Af g e s t u d e e rd e n A rc h i v i s t i e k e n Hedendaags Documentbeheer (FAAD) zijn jaarlijkse studievoormiddag op de campus van de Vrije Universiteit Brussel. Het onderwerp van deze studiedag waren de nieuwste onderzoekslijnen in archiefland. De studiedag ging van start met een welkomstwoord door de voorzitter Dieter Viaene. Hij besprak het 25-jarige bestaan van de opleiding en de evolutie die de opleiding in deze periode doormaakte. Daarnaast werd Professor Gustaaf Janssens naar aanleiding van zijn emeritaat in de bloemen gezet. De voorzitter benadrukte zijn verdiensten voor de opleiding en voor het vakgebied van de archivistiek in het algemeen. De eerste spreker van deze studievoormiddag was Bart Ballaux. In zijn lezing ‘Over de bomen en het bos: issues in records management’ blikte hij terug op de verschillende stromingen in het records management. Hij deed dit aan de hand van een analyse van de gebruikte terminologie in de verschillende vaktijdschriften door de tijd heen. Een voorbeeld dat hij aanhaalde was de opkomst van de verschillende archiefstandaarden en de implementatie van archiefbeheersystemen. Ook de toekomstige onderzoekslijnen in records management werden door hem belicht. De tweede spreker was Eddy Put. Zijn lezing had als titel ‘Archieven als ruïnes, hooimijten en ijsbergen. Enkele onderzoekslijnen uit de ‘klassieke’ archiefwetenschap’. Aan de hand van metaforen behandelde hij een aantal pijnpunten in de archiefsector. De ijsberg staat bijvoorbeeld symbool voor het idee van hidden collections en de speurtocht hier naar toe. Tijdens de pauze werden er verkiezingen gehouden voor een nieuw bestuurslid. Wim Lowet van het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven werd met unanimiteit van de stemmen gecoöpteerd in de stuurgroep. Bart Severi belichtte in zijn lezing ‘Verzoenen van vraag en aanbod: stages bij de Vlaamse overheid’ de brede waaier aan stagemogelijkheden bij de Vlaamse Overheid. Hij poneerde dat er geen grenzen zijn aan het vakgebied. Hij stelde ook minder traditionele onderwerpen voor stages voor, zoals een meer juridische invalshoek, beleidsprojecten, ontwikkelen van procedures … Ook trok hij het aanbod aan stagiaires open, dus niet alleen archivarissen in opleiding, maar ook ICT’ers, informatiewetenschappers … Als laatste besprak Frank Scheelings het nieuwe stagesysteem, waarbij er gewerkt wordt met onderzoekslijnen. Hij legde onder meer uit op welke manier archiefinstellingen een stagiair(e) kunnen aanvragen en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. De studievoormiddag werd afgesloten met een vragenronde. Wendy Van De Camp > Voor de presentaties zie ook www.faad.be META 2014 |4 | 41 recensies Profiteer – Profileer – Prioriteer. Gedachten en handreikingen voor professionaliseringen van het archieftoezicht: inspectie. S@P jaarboek 13, 2013. Dit dertiende jaarboek van de Stichting Archiefpublicaties belicht de theorie en praktijk van archiefinspectie in Nederland. In vijf hoofdstukken leidt deze publicatie ons doorheen concepten, praktijk, wet- en regelgeving, technieken en toekomstvisies. Als Belgische lezer is het soms een bevreemdende wereld die je betreedt. Echte archief inspectie bestaat nauwelijks in ons land. Discussies over of je nu het resultaat of hoe het resultaat tot stand is gekomen moet inspecteren lijken dan iets minder relevant. In het eerste hoofdstuk kijkt Hans Waalwijk naar waar archieftoezicht om draait en waar het naar toe evolueert. Frans Smits kijkt naar hoe de rol van archiefinspecteur evolueert naar die van information auditor. Hoe toezicht alle aspecten van informatiebeheer moet bestrijken. Hoe de inspecteur een rol moet spelen in het bepalen van het kader waarbinnen de informatie tot stand komt. Hoe hij een tweede- en derdelijns rol heeft in het onder controle houden van risico’s op het vlak van informatiebeheer. De praktijk komt aan bod in hoofdstuk twee. Vooral de Amsterdamse praktijk is goed vertegenwoordigd. Er is de toetsing van een e-depot aan de hand van ED3 bij het stadsarchief Amsterdam. Er is het verhaal over de Amsterdamse woningkaarten en het onderzoek naar de bestuurlijke archieven van de Universiteit van Amsterdam. Verder komt de rampenbestrijding aan bod en de psychologie. Op zich vaak interessante verhalen maar hoe ze passen in het eerder theoretische kader uit de andere hoofdstukken is niet altijd even duidelijk. De afgelopen jaren is onder invloed van de commissie Oosting in Nederland het interbestuurlijk toezicht, waaronder archiefinspectie, her tekend. Voornaamste gevolg is een verschuiving van verticaal naar horizontaal toezicht. Dit betekent dat het belang van intern toezicht binnen het eigen bestuur wordt versterkt en dat toezicht van hogerhand, in Nederland dan in eerste plaats de provinciale archiefinspectie, een stap terug zet. Slim raadplegen van Kranten archieven sneller doorzoeken van archief door indexering (door OCR techniek) clipping van advertenties en artikelen aangeleverd in elk gewenst bestandsformaat GMS Digitaliseert 42 | META 2014 | 4 Edisonweg 50d Telefoon: 078-6931300 2952 AD Alblasserdam [email protected] gmsnl.com recensies Dit verticale toezicht verliest haar proactieve sturende rol en wordt geacht enkel nog post factum te controleren of de zaken op orde zijn. In hoofdstuk drie wordt deze evolutie belicht vanuit zowel een ‘verticale’ als ‘horizontale’ invalshoek. Opvallend hier is de evolutie van het inspecteren van het product, de archieven, naar het inspecteren van hoe het product tot stand is gekomen. inspecties effectiever worden. Afsluitend krijgen we een overzicht van de werkzaamheden en producten van de Werkgroep Kwaliteitsmodel Archiefinspectie. Deze werkgroep heeft de ambitie om een geheel aan inspectieinstrumenten uit te werken. In de laatste twee hoofdstukken krijgen we een pleidooi voor een verdere professionalisering van het instrumentarium, de gebruikte methoden en het beroep. Er is de oproep om te komen tot een gestandaardiseerd inspectiemodel. De noodzaak om op basis van normen en standaarden een vernieuwde aanpak uit te werken zodat archieftoezicht: inspectie. S@P jaar- Willem Vanneste > Profiteer – Profileer – Prioriteer. Gedachten en handreikingen voor professionaliseringen van het boek 13, 2013. - 256 p.- ISBN 978-9071251-37-5 toepassing Google Search - je persoonlijke assistent in zakformaat Ilse Depré, De Bib Leuven Google Search is veel meer dan een zoekmachine, het kan uitgroeien tot je persoonlijke assistent! De app (iOS en Android) omvat spraakherkenning en Google Now, dat claimt te weten wat voor info je op elk moment en elke plek nodig hebt. Daarvoor maakt hij gebruik van je huidige locatie, van info die je zelf toevoegt zoals je werkadres, en info uit andere google-tools zoals de kalender, Google maps, Google+ en Gmail. Die extra ‘on-time’ info komt in de vorm van kaartjes onderaan je zoekscherm, waar je tussen kan wisselen. Zo toont de app o.a. het lokale weerbericht. In het buitenland suggereert hij tevens bezienswaardigheden, de wisselkoers en de tijd thuis. Bepaalde mails in Gmail, zoals orderbevestigingen van online aankopen of hotelreservaties, triggeren automatisch herinneringen. Heb je in je agenda een afspraak met de dokter staan, inclusief diens adres, dan kan Google Now je op basis van de huidige verkeerssituatie een aanbevolen vertrekuur geven en info over files. Veel hangt af van je gebruik van andere googletools, en van de info die je zelf in de app stopt, bijv. de aandelen waarvan je de koers wil volgen en de manier waarop je pendelt (auto, bus ...) naar het werk. Via het info-icoontje op elke kaart kan je de app verder ‘trainen’. Enkele opties zijn wel nog niet optimaal voor Vlaamse gebruikers. Zo kan je bij je interesses sportploegen toevoegen, waarbij Google Now je live op de hoogte houdt van de score tijdens een wedstrijd. Vlaamse ploegen bleken helaas onvindbaar. >Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com META 2014 |4 | 43 Interview > Vervolg van p. 18 Trudi: We gaan steeds verder met de integratie van bibliotheken op bestaande locaties en ruimtes uitbreiden. Dit betekent dat wiskundigen, informatici, ingenieurs en wetenschappers in 2016 samenkomen in de vernieuwde bibliotheek van Campus Groenenborger. De bibliotheek van Wiskunde en Informatica op Campus Middelheim sluit in 2014 en wordt omgevormd tot een studentenleeromgeving. De biomedische bibliotheek op Campus Drie Eiken wordt ook uitgebreid. De huidige computerklassen gaan naar een nieuw onderwijsgebouw. En de bibliotheek van Toegepaste Taalkunde zal in 2018 worden geïntegreerd in de Stadscampus. Op campus Mutsaard delen de academie en de faculteit Ontwerpwetenschappen een kleine bibliotheek. Dat is een probleem. Het zit in een oud gebouw en de ruimte voor de bibliotheek is veel te klein. Er is heel weinig plaats voor nieuw bibliotheekmateriaal. Gezamenlijk zoeken we naar een oplossing. Onze doelstelling is zo weinig mogelijk goed geoutilleerde locaties te hebben en op een strategische plek blijven in Antwerpen die makkelijk bereikbaar is. En daarnaast heb je natuurlijk ook nog het elektronische verhaal. Dit is allemaal gepland voor de komende vier jaar. Hilde: Bij ons zal het stroomlijnen van collectieafspraken het grootste werk vergen de komende jaren. Je had bibliothecarissen die aankopen deden voor hun eigen collectie, maar als ze nu iets elektronisch willen aankopen moet er overlegd worden met de andere bibliothecarissen. Ik denk dat wij daar nog het meeste werk gaan hebben. Patrick: In Brussel zullen de opleidingen Industriële Wetenschappen en Stedenbouw & Ruimtelijke Planning verhuizen. Dat zal waarschijnlijk vrij probleemloos gebeuren. Het zijn academische studenten die nu nog in de gebouwen aan de Nijverheidskaai hun opleiding krijgen. Daarenboven gaan we samen met de ULB een Library Learning Center bouwen op Campus Oefenplein in Etterbeek. In dat kader zullen we moeten nadenken over wat we gaan doen met onze elektronische bronnen. Trudi: Ondertussen zijn in Antwerpen ook de Artesis Hogeschool en Plantijn Hogeschool gefusioneerd op 1 oktober 2013. Een deel van hun opleidingen werd ook geïntegreerd in de universiteit. Dat was eventjes aanpassen want die culturen waren heel verschillend, maar het is wel goed verlopen. Hilde: Je had KATHO en KHBO Brugge-Oostende die samen Vives zijn geworden. KATHO was puur professioneel, maar krijgt nu een academisch deel binnen Vives. Overal zijn ook de bestuursraden gewijzigd. Hoe reageert het personeel op de veranderingen die de integratie met zich meebrengt? Sofie: Bij ons is niemand verplicht geweest om te integreren, maar het personeel van de integrerende bibliotheken zijn allemaal mee overgestapt, tenzij ze op pensioen gingen. Veerle: Bij ons zijn er maar drie personeelsleden meegekomen. Trudi: Bij ons zijn er zeven mensen meegekomen, drie daarvan zijn leeszaalmedewerkers. De anderen hebben nu andere taken dan vroeger. In het begin waren er veel onduidelijkheden. Ze konden ook beslissen of ze de richtlijnen van de universiteit wilden volgen of hun eigen statuut wilden behouden met 44 | META 2014 | 4 andere reglementeringen qua vakantiedagen, werkuren, pensioenregeling … We hebben zoveel mogelijk getracht rekening te houden met hun interesses en onze behoeften. We hebben voor opleidingen gezorgd, een bibliotheekfeest georganiseerd, rondleidingen gegeven om hen echt duidelijk te maken dat we heel blij waren met hun komst. Dus eigenlijk wel een vrij positieve houding ondanks veranderende takenpakketten? Hilde: Er zijn drie lijsten gemaakt door de hogescholen met achteraf inspraak van de universiteit. Je had mensen die op de P-lijst stonden en bleven werken op de hogeschool. De A’s werden tewerkgesteld aan de universiteit en de C’s zijn gemengd werkzaam op de hogeschool en de universiteit. Er is nu veel druk om die lijsten goed te laten werken. Voor een groot aantal mensen zullen de grote wijzigingen nog moeten komen en veranderingen worden niet altijd even enthousiast onthaald. Sofie: Op middenlange termijn zal er gerationaliseerd moeten worden, maar het is nog niet duidelijk of dit impact zal hebben op de bibliotheken. Trudi: Bij ons ging het om 600 mensen die waren meegekomen. Die C-lijst is vrij leeg. Er zijn mensen die dertig jaar geleden in dienst zijn gekomen die met pensioen zullen gaan. Nu zijn er veel jonge mensen aangenomen. Patrick: In onze associatie is er geen overheveling van personeelsleden naar de bibliotheek gebeurd, tenzij verhuizingen die voor de integratie plaatsvonden. Erika: Bij ons zijn er ook wat oudere medewerkers. De komende vijf à tien jaar zullen er een aantal mensen met pensioen gaan. Algemeen genomen kan je zeggen dat mensen verschillend omgaan met verandering. Sommigen kijken er positief tegenaan, omdat ze door de verandering nieuwe kansen krijgen en anderen zien het als een bedreiging. Het is niet dat er altijd een verschil is tussen jongere en oudere personeelsleden. Het is eerder persoonsgebonden. Het is dus vooral een evenwicht zoeken in het personeelsbeleid. Trudi: Drie weken voor 1 oktober 2013 werden bij ons twee mensen heel laat ingelicht dat ze mee moesten komen. Achteraf is dat goed gekomen, maar ze hebben heel lang in onzekerheid gezeten. Dat was heel vervelend en het had toen te maken met de ontmanteling van een bibliotheek. Daar ging men van vier naar twee personeelsleden. Wat zijn de afspraken op ICT-vlak? Erika: Het is complexer geworden. Het is soms moeilijk om te weten te komen waar het probleem ligt. Je merkt dat er iets niet werkt, waarvan je vroeger in je eigen instelling wist bij wie je terecht kon om het probleem te verhelpen. Nu kan het aan veel meer zaken liggen, waarom het misgaat en daardoor duurt het langer voordat het wordt opgelost. Trudi: Bij ons zijn het twee verschillende zaken. Wij zijn van vier naar negen campussen gegaan. We hebben Anet — het netwerk van een twintigtal wetenschappelijke bibliotheken in Antwerpen en Limburg — dat alles makkelijker maakt. Het is allemaal eigenlijk goed verlopen. ICT moest dan nog voor computers zorgen en draadloze netwerken aanleggen. Verandering is de kernzaak van ons vak. Onduidelijkheid en onzekerheid zijn de ergste problemen die we kunnen meemaken. zogezien Günther Closset: “Een gezonde portie ‘cheese’ op z’n tijd mag wel” Wat is je favoriete film? Welk boek zou je Op die vraag kan ik elke keer een ander graag eens verfilmd antwoord geven, en één film noemen is zien? een andere tekort doen. Nu denk ik aan Ik denk dat Black The thing van John Carpenter uit 1982. Het hole, een prijswinis een sciencefiction-horrorfilm, in het zog nende graphic novel van Alien (1979) een populair subgenre van Charles Burns, een destijds. De film is zo goed omdat hij erin interessante film kan slaagt een heel beklemmende, paranoïde opleveren. Naar verluid bestaan de plansfeer te creëren. De personages zitten nen al jaren, maar het komt er niet van. geïsoleerd in een onderzoeksstation op Naar filmversies van Preacher en Y: the Antarctica en kunnen niemand meer ver- last man zou ik ook met plezier kijken. trouwen omdat ‘het ding’ hun uiterlijk kan aannemen. Carpenter weet dit magistraal Heb je een favoriete regisseur? in beeld te brengen. Bovendien bevat de George A. Romero, de regisseur van de film zowat de beste make-up en speciale Dead-trilogie, omdat hij met Night of effecten ooit en Kurt Russell speelt zijn the living dead uit 1968 het uitzicht van beste rol als antiheld Macready. ‘de zombie’ bepaald heeft. Zombies en slashers zijn mijn favoriete subgenres. En Naar welk genre gaat je voorkeur uit? omwille van het groot aantal klassiekers Naar een genre waarvan de meesten dat hij op zijn naam heeft: John Carpenter. zeggen: “alles behalve dat”, horror dus. Eigenlijk moet ik cultfilms zeggen want Heb je een grote dvd-collectie? het is ruimer dan enkel horror: ook mon- Niet zo uitgebreid, een 300-tal titels. Ik sterfilms uit de oude doos, grindhouse, koop wel nog altijd dvd’s, net zoals cd’s exploitation … De genres waar Tarantino trouwens. Het soort films dat ik koop vind en Rodriguez zo graag hulde aan bren- je meestal niet zomaar bij Mediamarkt. gen en die het onderwerp waren van de Het vraagt wat opzoekwerk omdat er illustere ‘Late night specials’ en ‘Nachten van één titel vaak meerdere prints circuvan de wansmaak’ van Jan Verheyen. leren, soms met een abominabele beeldTegenwoordig bestaat het horrorgenre of geluidskwaliteit, soms ingrijpend gecut. grotendeels uit rommel, gemaakt met slechte CGI of inspiratieloze remakes Kijk je veel thuis of ga je vaak naar de maar in de jaren zeventig en tachtig zijn cinema? er voor de liefhebbers echte pareltjes Ik ga nog maar zelden naar de bioscoop. gemaakt. Ik hou niet van de commercie en de drukte van de grote complexen, film is daar bijzaak geworden vind ik. Tot een aantal jaren geleden bezocht ik regelmatig de alternatieve circuits maar die films neem ik nu mee uit de bib. Ik kijk het liefst thuis, op dvd, via internet en heel af en toe via het aanbod van Telenet. Welke film heb je het laatst gezien en wat vond je ervan? Dat was Riki-Oh (The story of Ricky in het Engels), een martial arts film uit Hong Kong van 1991. Een film met een verhaal dat kant noch wal raakt, knullige effecten en een lachwekkende Engelse dub. Maar net daarom heb ik er mij kostelijk mee geamuseerd. Een gezonde portie ‘cheese’ op zijn tijd mag wel. Welke film kan je aanraden aan de METAlezers? D a n ko m i k toch weer uit bij John Carpenter. Enerzijds de nihilistische thriller Assault on precinct 13 (1976) en anderzijds de maatschappijkritische science fictionfilm They live (1988) met de fantastische oneliner “I have come here to chew bubblegum and kick ass ... and I’m all out of bubblegum”. GÜNTHER CLOSSET Günther Closset is deskundige muziek en film in de Provinciale Bibliotheek Limburg in Hasselt. In de eerste plaats houdt hij dan ook van muziek en film. Günther pikt regelmatig een optreden of festival mee. Voorts gaat zijn interesse uit naar comics en graphic novels, stand-up comedy en gamen. META 2014 |4 | 45 TERUGBLIK “De Bibliobus, de jongste verwezenlijking op bibliotheekgebied” Tom Van Hoye De jaren vijftig worden gekenmerkt door de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en er komen ook heel wat trends uit de Verenigde Staten overgewaaid, zoals bijv. de mobiele bibliotheek. In de jaren vijftig krijgt het verenigingstijdschrift ook na meer dan dertig jaar een nieuwe omslag en naam. De eerste ‘boekenwagen’ reed rond in de Verenigde Staten al vanaf 1907 en dit was een idee van de bibliothecaresse M.L. Titcomb van de Washington Country Free Library in Hagerstown, Maryland. Paul Van Tichelen van de Stedelijke Bibliotheken Antwerpen schreef het zo in de Bibliotheekgids van 1959: “Dat die eerste wagens eerder primitief waren, ligt voor de hand. Sindsdien echter is meer dan een halve eeuw voorbijgegaan en werden in vele landen bibliobusdiensten ingericht. Een en ander heeft ertoe geleid, en dit mede door de grote vooruitgang op technisch gebied, dat de bibliobus van thans mag beschouwd worden als een klein filiaal, maar dan een rijdend, van de openbare bibliotheek.” Vo l g e n s d e auteur moet er toch onderstreept worden dat een goede bibliobusdienst enkel en alleen tot stand kan komen wanneer die geënt wordt op een bestaand en flink functionerend groot bedrijf: “Dit legt wellicht u i t wa a ro m Antwerpen de eerste stad van België is waar met een bibliobus werd van wal gestoken.” De bibliobus aan de halte Van Eycklei, Antwerpen. Na dertig jaar lang te zijn verschenen in het vertrouwde kaft (grijs eerst, daarna geel, dan weer grijs) met het vignet van Henri Van Straten (de voorstelling van de bibliothecaris aan zijn werktafel, verborgen achter een hoge stapel boeken en met als gezelschap een kat en een muis), werd het tijd om De Bibliotheekgids eens in een ander kleedje te steken. Het eerste nummer van 1955 van Bibliotheekgids (en dus niet meer De Bibliotheekgids) verscheen met het nieuwe omslagontwerp van Paul Ausloos. Er was nu ook plaats voor een extra kleur op de cover. Volgens de redactie geeft die tweekleurendruk bovendien aan het geheel een prettiger en minder streng voorkomen. “Kreeg het inwendige van het tijdschrift een ander uitzicht, het inwendige, de ‘inhoud’, blijft dezelfde koers behouden, zoals ze tot nog toe, nl. sinds 1946, ‘gevaren’ werd — zij het dan al eens met … weinig wind in de zeilen, als de kopij wat te schaars binnenkwam. Dus enkel de vlag werd vernieuwd; de lading blijft nagenoeg dezelfde.” 46 | META 2014 | 4 Wat volgt is een beschrij- zijn opgenomen die de bus ving van het interieur van de meevoert, maar ook al deze, omgebouwde Büssing-bus: die in het depot van de Sint“Wat onmiddellijk opvalt is de Jacobsmarkt, gereed staan.“ grote ruimte (de vrije vloeroppervlakte bedraagt ongeveer En dan was het zover, de eer10 m²) en het vele heldere ste rit. Op dinsdag 3 februari daglicht dat via de voor- en 1959, op één van de koudachterruit en langs de dakra- ste ochtenden van de winter, men binnenvalt. De twee zij- werd de bibliobusdienst voor wanden van de bibliobus zijn het eerst ingezet met als halvoorzien van de nodige rekken teplaats voor die dag de Korte in hout met in totaal ongeveer Lozanastraat. “De opkomst 65 strekkende meter boeken- van het publiek was die eerste planken. De schappen zijn keer niet groot, al lieten zich lichtjes hellend gemaakt om toch enkele volwassenen en het afglijden, tijdens het rij- een goed dozijn kinderen niet den, van de boeken te belet- door het gure weder afschrikten. Ze zijn ook belegd met ken om kennis te maken met geribde rubber. In totaal kun- het voor Antwerpse straten nen er in de bibliobus onge- wel erg nieuwsoortig ‘vehiveer 2400 boeken geplaatst kel’.” worden. De werken mogen vrij door de lezer gekozen worden en van het schap genomen worden. In de bus zijn twee Bibliografie catalogussen op steekkaar- • Bibliotheekgids, jaargang XXXI, nr. 2, ten voorhanden (een alfabep. 36 tische en een systematische), • Bibliotheekgids, jaargang XXXV, nr. waarin niet alleen de werken 3-4, p. 65 Activiteiten Sociale media als informatiebron 5 juni - Gent Het sociale web is een bron van besprekingen, aanbevelingen, vragen en antwoorden, tweets, podcasts, social bookmarks, blogposts, presentaties, filmpjes, afbeeldingen en sociale netwerkprofielen. Een aantal vragen die hierbij rijzen: • Hoe kun je het sociale web aanwenden als informatiebron? Hoe en waar moet je zoeken? • Hoe bewaar je het overzicht over deze nieuwsstroom, voor jezelf en/of de gebruiker? • Hoe kun je waardevolle informatie filteren en met de gebruiker delen? Deze hands-on workshop is bedoeld voor wie het sociale web wil verkennen als bijkomende informatiebron. We bekijken welke online communities en sociale netwerken jou als informatieprofessional en informatiebemiddelaar kunnen inspireren. Daarnaast verkennen we enkele hulpmiddelen: search alerts als Google Meldingen, feedreaders als Feedly, startpagina’s als Symbaloo en content curatie diensten als Scoop.it! De workshop wordt begeleid door Eva Simon. Er kunnen maximaal 18 personen deelnemen aan deze workshop. Praktisch Datum Plaats Prijs Inschrijven donderdag 5 juni 2014, 10.00 u. - 17.00 u. VSPW Gent, Edgard Tinelstraat 92, 9040 Sint-Amandsberg (Gent) 95 euro (VVBAD-leden)/125 euro (niet-leden) www.vvbad.be/activiteiten Ten strijde met sociale media Activiteitenkalender 13 juni - Antwerpen 27.05 Als bibliotheek, archief of documentatiecentrum wil je je publiek informeren, inspireren, ontspannen, koesteren, opleiden ... Daarbij kun je online guerrilla-content inzetten. Dat is inhoud die als een clusterbom ontploft: de boodschap verspreidt zich over het sociale web en zal her en der conversaties uitlokken. Ken je klant! Studiedag over gebruikersonderzoek en communicatie VVBAD 05.06 Digitaal klasseren en beheren van overheidsinforma- Het belangrijkste doel van public relations is immers niet verkoop, maar het bestendigen van een goed imago. Sociale media maken het mogelijk om te bouwen aan ludieke acties die tot interactie leiden. Ze vormen een uitstekend middel om de doelgroep aan te spreken en zelf te laten spreken. tie Politeia 05.06 Sociale media als informatiebron VVBAD Deze sessie illustreert hoe communicatie via sociale media vorm kan geven aan een consistente digitale identiteit. De nadruk ligt daarbij op de meest gangbare sociale netwerken: Facebook en Twitter. We kijken naar praktijkvoorbeelden uit de sector, maar ook uit andere sectoren. Op die manier krijg je heel wat tips die ook jouw bibliotheek of archief kunnen inspireren tot kleine of grote guerrilla-acties. 06.06 Archiefles begrepen? Workshop lesgeven aan archiefvormers VVBAD 13.06 Ten strijde met sociale media De workshop wordt begeleid door Eva Simon. Er kunnen maximaal 18 mensen deelnemen aan deze workshop VVBAD 18-21.06 Studiereis Berlijn VVBAD Praktisch Datum Plaats Prijs Inschrijven vrijdag 13 juni 2014, 9.30 u. - 12.30 u. (onthaal vanaf 9.00 u.) VVBAD-secretariaat, Statiestraat 179, 2600 Berchem 50 euro (VVBAD-leden)/80 euro (niet-leden) www.vvbad.be/activiteiten Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten META 2014 |4 | 47 uitzicht Binnenkijken in een hedendaagse bibliobus. Foto: gemeentebestuur Zwevegem > Zie ook p. 46 48 | META 2014 | 4 Profiteer Profileer Prioriteer Stichting Archiefpublicaties Jaarboek 13 De regelingen rond het Archieftoezicht zijn de laatste jaren sterk in beweging. Over het thema inspectie was nog maar weinig achtergrondinformatie vastgelegd en er waren wettelijke veranderingen aanstaande, waardoor nieuwe wegen voor het toezicht ingeslagen moesten worden. De artikelen zijn ondergebracht in vijf hoofdstukken: Vergezicht, De Praktijk, Het Bestel, Methoden en Technieken en Professionalisering. Telkens is vanuit ander perspectief naar en over het onderwerp van deze bundel geschreven. Toepassing van de wetgeving vraagt om bestudering en hoe dit in de praktijk handen en voeten kan krijgen. Tools en handreikingen voor de praktijk zijn in ontwikkeling en zeker nog niet uitgerijpt. ICT, digitalisering, procesmatig werken, ontgrenzing, privatisering en internationalisering zorgen voor snelle veranderingen en vragen steeds om nieuwe aandacht en benaderingsmethoden. Het vak van de toezichthouder – de informatie-accountant, zo u wilt – met of zonder archiefdiploma, is volop in ontwikkeling. Het Jaarboek 13 heeft weliswaar niet de pretentie een handboek archiefinspectie te zijn, het geeft echter wel een goed beeld van een tussenstand, misschien een mix van inspectie oude stijl en de recente vernieuwingen. Een gezonde mix dus om nieuw het vak te overdenken, te bediscussiëren en verder te ontwikkelen. PROFITEER PROFILEER PRIORITEER. JAARBOEK 13 IS EEN PUBLICATIE VAN DE STICHTING ARCHIEFPUBLICATIES (S@P). HET IS TE BESTELLEN VIA [email protected] (€ 35+VERZENDKOSTEN). WWW.VVBAD.BE/PUBLICATIES Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning. V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning. Met V-eyeQ kunnen bibliotheken aanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiveren en op elk moment instant-inzicht krijgen in hoe de collectie presteert. Contact: [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc