14 08 20 Kinderdagopvang Laantje 6 KDV Wijchen

Inspectierapport
Kinderdagopvang Laantje 6 (KDV)
Laantje 6
6602AA WIJCHEN
Registratienummer 843822594
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen
WIJCHEN
14-08-2014
Regulier onderzoek
Definitief
22-09-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 6
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7
Inspectie-items ................................................................................................................... 8
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Bij dit onderzoek zijn alleen de wettelijke items onderzocht.
De ingevulde oudercommissielijst gaf aanleiding om het onderzoek verder uit te diepen omdat
enkele antwoorden van de oudercommissie om verduidelijking vroegen.
Beschouwing
Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij het uitgevoerde onderzoek. Na de feiten over het
kinderdagverblijf( KDV) en de onderzoeks/inspectie geschiedenis, volgen de belangrijkste
bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.
KDV Kinderopvang Laantje 6 is al enige jaren geopend. Het maakt onderdeel uit van de eerste
stap, die verschillende KDV, buitenschoolse opvangen (BSO) en peuterspeelzalen (PSZ) heeft in
Nijmegen en omgeving. KDV Kinderopvang Laantje 6 is een locatie gelegen in het centrum van
Wijchen en heeft 6 groepen.
Het KDV voldoet aan de onderzochte voorwaarden die bij die onderzoek zijn onderzocht.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
Wat betreft de inhoud van het pedagogisch beleidsplan is alleen beoordeeld of het beleid van de
peuteropvang ten aanzien van het vierogenprincipe hierin correct is weergegeven.
KDV Kinderopvang Laantje 6 gebruikt een eigen pedagogisch werkplan. In het pedagogisch plan is
beschreven hoe het centrum het vierogenprincipe vorm geeft.
In het pedagogisch plan staat oa dat:

de groepen een open verbinding hebben met veel glas

in iedere ruimte is van buitenaf naar binnen te kijken

in de slaapkamers babyfoons aanwezig zijn

op groep 2 en 5 dodehoekspiegels gebruikt worden

als de pedagogisch medewerkers alleen op de groep staan, er samengevoegd wordt

het vierogen principe besproken is met de oudercommissie en akkoord is met hoe het ingevuld
wordt op deze locatie.
Pedagogische praktijk
De pedagogisch praktijk is beoordeeld met betrekking tot de vier basisdoelen die genoemd worden
in de wet kinderopvang. De observatie van de pedagogische praktijk wordt gedaan met behulp
van het veldinstrument observatie kindercentrum. De cursief gedrukte delen komen direct uit dit
instrument en de voorbeelden zijn uit de waargenomen praktijk bij twee van de vier groepen
tijdens het eten en het oa bij het naar bed brengen van kinderen.
Uitvoering pedagogisch werkplan
De beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten en werk instructies in het pedagogisch
beleidsplan
De beroepskrachten vertellen dat zij informatie aanleveren voor het pedagogisch werkplan.
Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van persoonlijke competentie
De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen
Voorbeeld: de 3 jarigen zitten apart aan een laag tafeltje zelf hun brood te smeren. De 2 jarigen
zitten aan de hoge tafel samen met de beroepskracht en zij smeert op hun verzoek de boterham
met het gekozen beleg. De kinderen eten met smaak de dubbel gevouwen boterham op.
Ondertussen praten de kinderen vrolijk met elkaar en met de beroepskracht.
Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van sociale competentie
De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren
Voorbeeld: enkele baby's zitten in kinderstoelen aan tafel, een beroepskracht verschoont enkele 1
jarigen en stimuleert de kinderen zelf hun kleren uit te doen om naar bed te gaan. Een
beroepskracht maakt ondertussen de tafel en de vloer schoon en de baby's krijgen van haar
speelgoed om mee te spelen, enkele kinderen gooien dit steeds op de grond en de beroepskracht
pakt dit steeds op en reageert 'verbaasd' dat het er weer lag; het is een leuk samenspel. De 1
jarigen gaan naar de slaapkamer en gaan slapen:via de babyfoon zijn hun stemmen te horen.
Waarborgen van de emotionele veiligheid
De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen
Voorbeeld: na het eten mogen de kinderen even vrij spelen, dan gaan de 3 jarigen meehelpen
opruimen op hun manier. De 2 jarigen worden gevraagd zichzelf uit te kleden en lopen daarna naar
de slaapkamer en kruipen zelf in bed. De beroepskracht stimuleert dit alles op een heel vriendelijk
en rustige manier.
4 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Overdracht van normen en waarden.
Beroepskrachten geven zelf in hu spreken en handelen het goed
Voorbeeld: de beroepskrachten zijn vriendelijk, luisteren naar de kinderen, troosten ze en ze
werken onderling goed samen.
Gebruikte bronnen:

Vragenlijst oudercommissie

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

Pedagogisch werkplan (2014)
5 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent gedrag (VOG) van de medewerkers die aanwezig waren tijdens het
onderzoek zijn beoordeeld. Ook zijn de VOG beoordeeld van een vrijwilligster en van twee
huishoudelijke hulpen. De VOG voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie
De diploma van de beroepskrachten die op de dag van het onderzoek werken zijn beoordeeld. De
diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Opvang in groepen
Er zijn 6 groepen op het KDV Kinderopvang Laantje 6. In groep 1, 2 en 3 zitten kinderen van 0-2
jaar en in groep 4 , 5 en 6 zitten van kinderen van 2-4 jaar. Daarnaast is er geregeld per dagdeel
nog een activiteitengroep voor steeds wisselende kinderen van 2-4 jaar. In de groep worden
activiteiten aangeboden die aansluiten bij hun ontwikkeling.
In groep 1 en 2 zitten max 14 kinderen en in groep 3 t/m 6 zitten max 16 kinderen. Op rustige
dagen en in vakanties worden de kinderen en hun beroepskrachten samengevoegd.
Dit wil zeggen: de babygroepen zijn gekoppeld en de peutergroepen.
Beroepskracht-kindratio
Tijdens het onaangekondige onderzoek was de beroepskracht ratio(BKR) op alle groepen goed.
Het was wel even uitzoeken hoe de beroepskracht -kindratio er precies uit ziet omdat:

er in begin van de dag gestart wordt met 1 groep

de 3 jarigen naar de acitiviteiten groep gaan en dan tellen ze niet mee voor de BKR op de
eigen stamgroep

als medewerkers alleen op de groep staan, er in de pauze samengevoegd wordt.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

Observaties (alle groepen kort en lang op 2 van de 6 groepen)

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Presentielijsten (week 33)
6 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Veiligheid en gezondheid
Vierogenprincipe
De houder heeft beleid opgesteld zodat alle beroepskrachten bij hun werkzaamheden gezien of
gehoord kunnen worden door een andere volwassene.
In praktijk was oa te zien dat:

er veel verbindingen zijn tussen de groepen met veel glas,

babyfoons gebruikt worden,

de dodehoekspeigels

er advies is gevraagd aan de oudercommissie

het vierogenprincipe beschreven is in het pedagogisch plan
Gebruikte bronnen:

Vragenlijst oudercommissie

Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

Pedagogisch werkplan (2014)
7 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het
vierogenprincipe is vormgegeven.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot
1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Vierogenprincipe
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in
opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden
door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Vestigingsnummer KvK
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
:
Kinderdagopvang Laantje 6
http://www.deeerstestap.nl
000025357204
92
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
KvK nummer
:
:
:
:
De Eerste Stap, kinderopvang B.V.
Laantje 11
6602AA WIJCHEN
09153226
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen
Postbus 1120
6501BC NIJMEGEN
024-3297297
G. op de Haar
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: WIJCHEN
: Postbus 9000
: 6600HA WIJCHEN
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
14-08-2014
15-09-2014
Niet van toepassing
22-09-2014
23-09-2014
: 23-09-2014
: 07-10-2014
10 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 14-08-2014
Kinderdagopvang Laantje 6 te WIJCHEN