Registratie 2013 Moeders Informeren Moeders (MIM) Registratie 2013 Moeders Informeren Moeders (MIM) Samenwerkingsverband MIM Nederlands Jeugdinstituut Juni 2014 2 © 2014 Nederlands Jeugdinstituut Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Auteurs: Ingrid Ligtermoet Klaas Kooijman Fotograaf: Inferis De publicatie is te downloaden van www.moedersinformerenmoeders.nl en www.nji.nl/publicaties 3 Inhoudsopgave Inleiding .......................................................................................................... 5 Samenvatting .................................................................................................. 6 Algemeen ........................................................................................................ 7 Aantal MIM locaties in Nederland 2009 – 2013 .................................................................................. 8 MIM doelgroep ....................................................................................................................................... 8 Financiering MIM .................................................................................................................................. 8 Uitvoeringsvariant .................................................................................................................................. 8 De kwaliteit van MIM ............................................................................................................................. 8 Samenwerkingsverband Moeders Informeren Moeders ...................................................................... 9 MIM-coördinatoren ...................................................................................... 10 Aantal en formatie in uren ................................................................................................................... 10 Ervaring en opleiding MIM-coördinatoren ........................................................................................ 10 MIM-moeders................................................................................................. 11 Leeftijd MIM-moeders .......................................................................................................................... 11 Opleidingsniveau MIM-moeders ......................................................................................................... 12 Gezinssamenstelling ............................................................................................................................. 12 Inkomen ................................................................................................................................................ 13 Specifieke omstandigheden ................................................................................................................. 13 Voltooiing en beëindiging programma................................................................................................ 15 Vrijwilligsters .................................................................................................16 Etnische achtergrond ........................................................................................................................... 16 Leeftijden vrijwilligsters....................................................................................................................... 16 Doorstroming vrijwilligsters ................................................................................................................ 17 Vergoeding voor vrijwilligers ............................................................................................................... 17 Ervaring en opleiding ........................................................................................................................... 18 Landelijke ondersteuning MIM ......................................................................19 MIM over vijf registratiejaren bekeken ......................................................... 20 4 Inleiding In de veertiende landelijke registratie van het programma Moeders Informeren Moeders (MIM) vindt u de gegevens van de locaties waar MIM gedurende het afgelopen jaar werd uitgevoerd. Het betreft eind 2013 21 locaties. Deze registratie geeft inzicht in het bereik, de omvang en enkele kenmerken van het programma in 2013. Daarbij wordt ook op onderdelen een vergelijking gemaakt met de gegevens van voorgaande jaren. Onverminderd blijft gelden dat MIM een programma is waarmee organisaties zeer goed in staat zijn zowel allochtone als autochtone moeders te bereiken en ook zowel autochtone als allochtone vrijwilligers aan zich te binden. Als sterke punten van MIM zijn te noemen: 1. MIM helpt in gemeenten om een brug te slaan tussen professionele en informele opvoedingsondersteuning. Daarmee draagt MIM bij aan het ‘ontzorgen en normaliseren’ van opvoedingsvragen en aan het versterken van sociale netwerken en eigen kracht rond kinderen en gezinnen. 2. MIM is goed in het bereiken van een zeer diverse groep gezinnen. Van de MIMmoeders is 67% van allochtone afkomst en van de vrijwilligsters is dat 39%. Dit draagt bij aan maatschappelijke participatie van deze groepen en aan het doorbreken van sociaal isolement. Daarbij staat gelijkwaardigheid tussen vrijwilligsters en moeders centraal. 3. Zoals MIM al jaren goed is ingebed in het Centrum voor jeugd en Gezin (CJG), kan MIM ook in de toekomst goed in lokale voorzieningen worden ingebouwd, dicht tegen sociale wijkteams aan. MIM kan daarmee bijdragen aan versterken van het gewone opvoeden en opgroeien in de wijk. Deze registratie biedt aan de uitvoerende organisaties de mogelijkheid om cijfers van de eigen locatie af te zetten tegen de landelijke gegevens. Ook voor overleg met gemeenten en andere instanties kunnen de gegevens uit de registratie gebruikt worden om waar nodig de uitvoering van MIM zo transparant mogelijk te maken. Wij danken de MIM-coördinatoren. Door het bijhouden en aanleveren van hun lokale registratiegegevens maken zij het mogelijk deze registratie op landelijke schaal samen te stellen. Samenwerkingsverband Moeders Informeren Moeders Klaas Kooijman Samenvatting Moeders Informeren Moeders (MIM) is een programma dat door middel van vrijwillige inzet de eigen kracht van gezinnen stimuleert. Het sluit daarmee goed aan bij de opdracht van gemeenten die in het kader van de transitie en transformatie van de jeugdzorg de ‘voorkant’ van het CJG willen versterken. MIM is één van de programma’s die gemeenten daarbij kunnen inzetten. In 2013 wordt MIM op 21 locaties in Nederland aangeboden. Op 20 locaties door acht lokaal dan wel regionaal werkende organisaties als enige aanbieder en op één locatie door het landelijk werkende Humanitas. In Nederland werken in 2013 21MIM-coördinatoren (5 meer dan in 2012) die 385 vrijwilligsters begeleiden. Eén coördinator begeleidt hiermee gemiddeld 18 vrijwilligsters. De coördinatoren hebben minimaal 3 uur en maximaal 20 uur per week hebben voor de 1 coördinatie van MIM . De 385 vrijwilligsters bezoeken in 2013 836 MIM-moeders, wat betekent dat één vrijwilligster gemiddeld ongeveer 2 MIM-moeders begeleidt. Het bereik van MIM-moeders met een andere etnische achtergrond dan de Nederlandse ligt op 67%. Van de vrijwilligsters heeft 39% een andere etnische achtergrond. MIM is op vrijwel alle locaties in de eerste plaats gericht op moeders van een eerste kind, waarbij ofwel de moeder met specifieke omstandigheden te kampen heeft (zoals onzekerheid over het moederschap, een gebrekkig sociaal netwerk of een slechte beheersing van de Nederlandse taal), ofwel het kind speciale zorg behoeft (bijvoorbeeld als gevolg van veel huilen, slecht slapen of eten). Uit de registratie van 2013 blijkt dat deze groepen moeders goed bereikt worden met het MIM-programma. Daarnaast zien we een tendens dat moeders van een tweede kind in toenemende mate ook deelnemen aan MIM2. MIM heeft in de Databank Effectieve Jeugdinterventies (DEJ) de kwaliteitsstatus van een theoretisch goed onderbouwd programma gekregen. Deze beoordeling is verkregen in 2006. In 2013 is een traject gestart voor herbeoordeling door de Erkenningscommissie van de DEJ. Dit traject zal 2014 worden afgerond. 1 Naast werving en begeleiding van vrijwilligers en matching van vrijwilligers en MIM-moeders, zitten in deze tijd ook taken op het gebied van p.r., landelijk overleg, scholing, themabijeenkomsten en reistijd. 2 In gevallen dat bijvoorbeeld sprake is van isolement en/of slechte beheersing van de Nederlandse taal. 6 Algemeen In 2013 kunnen op 21 locaties in Nederland moeders die hun eerste kind hebben gekregen meedoen met MIM. In 2012 waren dit 15 locaties. In 2013 zijn de volgende zeven locaties/gemeenten nieuw gestart: Best, Dronten, Harderwijk, Lelystad, Scherpenzeel, Zeewolde en Zwijndrecht. De locatie Breda (Careyn) is niet meer actief. Acht organisaties bieden in 2013 MIM als enige aanbieder aan op 20 locaties (Careyn, CJG Rijnmond, GGD Twente, Hulpverleningsdienst GGD Groningen, Icare, Jong Florence, Zorggroep Oude en Nieuwe Land, Zuidzorg). Op één locatie (’s-Hertogenbosch) is Humanitas de spil in de organisatie. In alfabetische volgorde gaat het om de volgende locaties (met daarachter de aanbieders): 1. Barneveld 2. Best 3. Den Haag (Escamp en Ypenburg) 4. Den Haag Icare Zuidzorg Jong Florence (Laak, Moerwijk en Haagse Hout) Jong Florence 5. Den Haag (Transvaal, Segbroek en Scheveningen) 6. Dordrecht 7. Dronten 8. Ede 9. Emmeloord 10. Groningen 11. Harderwijk 12. Hengelo 13. Lelystad 14. Nijkerk 15. Scherpenzeel 16. ’s-Hertogenbosch 17. Schiedam 18. Steenwijk 19. Vlaardingen 20. Zeewolde 21. Zwijndrecht Jong Florence Careyn Icare Icare Zorggroep Oude en Nieuwe Land GGD Hulpverleningsdienst Groningen Icare GGD Twente in samenwerking met Humanitas Icare Icare Icare Humanitas CJG Rijnmond Zorggroep Oude en Nieuwe Land CJG Rijnmond Icare Careyn De registratie beslaat de periode van het kalenderjaar 2013 en betreft gegevens van 20 van de bovengenoemde 21 locaties. Aangezien de locatie Best pas eind 2013 is gestart zijn van deze locatie nog geen gegevens beschikbaar. 7 Aantal MIM locaties in Nederland 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 2012 2013 Aantal MIM locaties in Nederland 2009 – 2013 Na een vrij constant aantal locaties van 2009 – 2011, daalde het aantal locaties in 2012. In 2013 is het aantal locaties weer flink gestegen ten opzichte van 2012 (van 15 naar 21) en ook ten opzichte van de jaren daarvoor. MIM doelgroep MIM is op vrijwel alle locaties bedoeld voor moeders van een eerste kind, waarbij de moeder met specifieke omstandigheden te kampen heeft, zoals onzekerheid over het moederschap, een gebrekkig sociaal netwerk, een slechte beheersing van de Nederlandse taal of alleenstaand ouderschap, ofwel het kind speciale zorg behoeft (bijvoorbeeld als gevolg van veel huilen, slecht slapen of eten). Daarnaast zien we een tendens dat moeders van een tweede kind in toenemende mate ook deelnemen aan MIM. Dit gebeurt in 2013 op 14 locaties (in 2012 waren dit er 9) en varieert van 2 tot 80 procent van de moeders op die locaties. In totaal gaat het om ongeveer 150 moeders van een tweede kind. Dit is 18 procent van alle MIM-moeders (tegenover 15 procent in 2012). Financiering MIM MIM wordt op de meeste locaties gefinancierd uit maatwerkgelden. Organisaties onderhandelen met de gemeente over de inhoud van het maatwerkdeel van het basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg en de plaats van MIM daarin. Daarnaast vindt financiering van MIM in een enkel geval uit subsidie van de gemeente, zoals in Den Haag en ‘s-Hertogenbosch. Uitvoeringsvariant De meeste locaties voeren een regulier MIM-programma uit met behulp van vrijwilligsters. a, Hengelo en ’s-Hertogenbosch bieden MIM in combinatie met Home-Start aan. In Dordrecht en Steenwijk is MIM gekoppeld aan het programma Boekenpret, voor gezinnen waar weinig of geen leescultuur bestaat. Daarnaast is MIM in Steenwijk ook gekoppeld aan Stevig Ouderschap. De kwaliteit van MIM MIM heeft in de Databank Effectieve Jeugdinterventies (DEJ) de kwaliteitsstatus van een theoretisch goed onderbouwd programma gekregen. Deze beoordeling is verkregen in 2006. In 2013 is een traject gestart voor herbeoordeling door de Erkenningscommissie van de DEJ. Dit traject zal 2014 worden afgerond. 8 Samenwerkingsverband Moeders Informeren Moeders De organisaties die MIM uitvoeren vormen samen met het Nederlands Jeugdinstituut het Samenwerkingsverband MIM. Doel van deze samenwerking is de belangen te behartigen en de voortgang te bewaken van de implementatie van het programma MIM als deel van de jeugdgezondheidszorg. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband tot doel om de inhoud van MIM te beheren en verder te ontwikkelen. Organisaties die deel uitmaken van het samenwerkingsverband krijgen ondersteuning door het Nederlands Jeugdinstituut bij de uitvoering van MIM. 9 MIM-coördinatoren Aantal en formatie in uren In totaal zijn er in 2013 21 MIM-coördinatoren (5 meer dan in 2012). Uit de beschikbare gegevens wordt duidelijk dat de coördinatoren minimaal 3 uur en maximaal 20 uur per week hebben voor de coördinatie. Gemiddeld begeleidt één coördinator ongeveer 18 vrijwilligsters (zie paragraaf Vrijwilligsters). Op de meeste locaties werken de coördinatoren als solofunctionaris in deze functie. Sommige coördinatoren werken met z’n tweeën op één locatie (Steenwijk) of met collega-coördinatoren in het werkgebied (Den Haag). Sommige coördinatoren combineren MIM met het werk in de reguliere jeugdgezondheidszorg op het consultatiebureau. Ervaring en opleiding MIM-coördinatoren Veel MIM-coördinatoren hebben ervaring in de jeugdgezondheidszorg. Andere ervaringsgebieden zijn de jeugdhulpverlening en jeugdzorg, verstandelijk gehandicaptenzorg, kraamzorg, kinderopvang, medische opvang asielzoekers, kinder- en jeugdpsychiatrie onderwijs, manager polikliniek, PR- en communicatie. Steeds meer coördinatoren hebben een andere dan verpleegkundige opleiding (HBO-V of verpleegkunde aangevuld met MGZ). Andere (aanvullende) opleidingen zijn: HBO Jeugdwelzijnswerk, HBO SPH, HBO Marketing en Management, Pedagogische Academie, opleider kraamzorg, PPG, omgangskunde, academie lichamelijke opvoeding, coachingopleiding, post-HBO Ambulante Gezinsbegeleiding. 10 MIM-moeders In totaal bereikte het MIM-programma in 2013 836 MIM-moeders. Het aantal MIM-moeders varieert per locatie tussen de 347 (Den Haag) en 1 (nieuwe locaties Dronten en Zeewolde). Het percentage allochtone MIM-moeders is 67%. De diversiteit in nationaliteiten is groot; MIM heeft in Den Haag bijvoorbeeld te maken met meer dan 60 verschillende nationaliteiten. MIM-moeders komen uit alle delen van de wereld, van China, Moldavië, en Burundi en Brazilië tot Trinidad, Vietnam, Sudan, Bangladesh, Peru en Irak. Nationaliteit MIM-moeders Nederland Turkije Suriname Antillen 1% 3% 15% 6% 5% Marokko 33% Europa Afrika 18% 5% 2% 3% 9% Azië N/M/Z Amerika Midden-Oosten Niet gespecificeerd 33% van de MIM-moeders is van Nederlandse afkomst. In totaal is 9% van de MIM-moeders Turks, en 5% Marokkaans. Het aantal Surinaamse en Antilliaanse moeders is respectievelijk 2 en 3%. De overige MIM-moeders hebben hun wortels in diverse landen in Europa (18%), Afrika (5%), Azië (6%), Midden-Oosten (3%), en Noord-, Zuid- en Midden-Amerika (1%). Bij 15% van de moeders is de nationaliteit niet gespecificeerd (24% in 2012). Leeftijd MIM-moeders Evenals vorige jaren is de groep MIM-moeders in de leeftijd van 25 tot en met 29 jaar het grootst, namelijk 33%. Kort daarop volgt de leeftijdsgroep 30-34 jaar (30%) en daarna de leeftijdsgroepen 35-40 jaar (17%) en 20-24 jaar (13%). De groep moeders jonger dan 20 jaar beslaat 2%, en de groep ouder dan 40 jaar beslaat 4%. 11 Leeftijd MIM-moeders 300 250 200 150 100 50 0 jonger dan 20 20 - 24 25 - 29 30 - 34 35 - 40 ouder dan 40 Opleidingsniveau MIM-moeders De meeste MIM-moeders (38%) hebben qua opleidingsniveau middelbaar beroepsonderwijs. 32% van de MIM-moeders heeft lager beroepsonderwijs of lager gevolgd. Het percentage moeders met een opleiding op HBO niveau is 30%. Opleidingsniveau MIM-moeders 350 300 250 200 150 100 50 0 LBO MBO HBO Gezinssamenstelling Het overgrote deel van de MIM-moeders woont (al dan niet gehuwd) samen, namelijk 79%. 16% van de moeders is alleenstaand. De overige MIM-moeders wonen in bij ouders (2%) of bij iemand anders (3%). 12 Gezinssamenstelling MIM-moeders 700 600 500 400 300 200 100 0 gehuwd / samenwonend alleenwonend inwonend bij ouders inwonend bij anderen Inkomen Bij 38% van de moeders is het inkomen van de partner de inkomensbron, in 28% van de huishoudens is er sprake van een gezamenlijk inkomen. In 4% van de huishoudens komt één inkomen en één uitkering binnen en in 3% komen twee uitkeringen binnen. Van de MIMmoeders heeft 12% een eigen inkomen. Eveneens 12% heeft één uitkering. 3% van de moeders geeft aan geen inkomen te hebben. Inkomen Gezamenlijk inkomen Eigen inkomen 3% 4% 12% 3% Inkomen partner 28% Eén inkomen en één uitkering 38% Twee uitkeringen 12% Eén uitkering Geen inkomen Specifieke omstandigheden MIM biedt ondersteuning aan moeders die in specifieke omstandigheden verkeren. Ook is er regelmatig sprake van specifieke omstandigheden van de baby. Bij de specifieke omstandigheden van de moeder wordt een gebrekkig sociaal netwerk het vaakst genoemd (484 moeders, dit is 58%). Andere omstandigheden die vaak voorkomen zijn: onzeker zijn in het moederschap (414 moeders, 50%) en de taal niet goed spreken en/of onzeker zijn in Nederland (281 moeders, 34%). Bij de specifieke omstandigheden van de baby worden slaapproblemen het meest genoemd (67 baby’s). Andere omstandigheden die vaak voorkomen zijn: voedingsproblemen (54 baby’s) en een huilbaby (28). 13 Per MIM-moeder en -baby zijn meerdere specifieke omstandigheden geregistreerd als dit van toepassing was. Specifieke omstandigheden moeder 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 anders zorgelijke opvoeding LVB psychische problemen anders voedings problemen slaap problemen (chronisch) zieke baby huilbaby gehandicapte baby tweeling couveuse baby 14 fysieke problemen tienermoeder onwennig in Nederland onzeker in moederschap alleenstaande moeder beperkt netwerk Specifieke omstandigheden baby 120 100 80 60 40 20 0 Voltooiing en beëindiging programma Van de 378 moeders die in 2013 het programma beëindigden, was dat voor 48% (181 moeders) van hen omdat ze het gehele MIM-traject van anderhalf jaar hadden doorlopen. Dat betekent dat de overige 52% van de gestopte moeders, het programma niet geheel heeft gevolgd. Redenen om het programma eerder te beëindigen zijn: voldoende vooruitgang en geen behoefte meer aan het programma (24%), verhuizing (11%), geen tijd meer (4%) of een baan gevonden (5%). Andere redenen die genoemd worden zijn: opleiding gestart (3%), opname moeder in psychiatrische kliniek/opvanghuis, verkeerde verwachting moeder, en moeder wilde geen wisseling van vrijwilligster die stopte. Voltooiing en beëindiging programma 11% 4% 5% 3% einde MIM programma voldoende vooruitgang geen behoefte meer geen tijd verhuizing baan gevonden opleiding gestart anders 5% 48% 9% 15% 15 Vrijwilligsters In totaal zijn er in Nederland in 2013 385 vrijwilligsters actief in het MIM-programma. Er zijn 21 MIM-coördinatoren, dus gemiddeld begeleidt één coördinator ongeveer 18 vrijwilligsters. In 2012 lag deze verhouding met vijf minder coördinatoren (16) op 1:25. Een vrijwilligster begeleidt gemiddeld ongeveer 2 MIM-moeders. 11% van de vrijwilligsters heeft voordien zelf als MIM-moeder aan MIM deelgenomen. Deze vrijwilligers bezitten dus extra aanvullende ervaringskennis. Etnische achtergrond De meeste vrijwilligsters hebben een Nederlandse achtergrond, namelijk 61%. Het percentage allochtone vrijwilligsters bedraagt dus 39%. De percentages Turkse en Marokkaanse vrijwilligsters zijn respectievelijk 5% en 6%. In 2013 is er een percentage van 7% Europese vrijwilligsters, 1% Afrikaanse vrijwilligsters, 1% Antilliaanse en 4% Surinaamse vrijwilligsters. In 2013 waren er bijna geen vrijwilligsters uit Azië en Noord-, Zuid- en Midden-Amerika en het Midden-Oosten (afgerond 0%). Bij 14% van de vrijwilligsters is de nationaliteit niet gespecificeerd. Nationaliteit vrijwilligsters 1% 0% 0% Nederland Turkije Suriname Antillen Marokko Europa Afrika Azië Amerika Midden-Oosten Niet gespecificeerd 14% 1% 7% 61% 1% 6% 4% 5% Leeftijden vrijwilligsters Het grootste deel van de vrijwilligsters is ouder dan 30 jaar. De groep 40-plussers is het grootst en ten opzichte van 2012 licht toegenomen. De leeftijdsgroep 35-40 jaar is gedaald, die tussen 25 en 34 jaar iets gestegen. Leeftijd vrijwilligsters < 25 jaar 25 – 39 jaar 30 – 34 jaar 35 – 40 jaar > 40 jaar 2013 2012 5% 14% 17% 30% 34% 3% 16% 19% 25% 39% 16 Leeftijd vrijwilligsters 160 140 120 100 80 60 40 20 0 jonger dan 20 20 - 24 25 - 29 30 - 34 35 - 40 ouder dan 40 Doorstroming vrijwilligsters Het werven van vrijwilligster is een voortdurend proces. Het verloop was in 2013 lager dan in 2012. Toen stopten 103 vrijwilligsters, in 2013 waren dat er 93. Redenen voor beëindiging die het meest genoemd worden zijn: geen tijd meer (25%), baan gevonden (18%) en verhuizing. (15%). De daaropvolgende regelmatig genoemde redenen zijn: gestart met opleiding, eigen problemen en afspraken niet nagekomen (alle 10%). Reden beëindiging 25 20 15 10 5 0 anders afspraken niet nagekome n eigen problemen haalt er geen voldoening uit ander vrijwilliger swerk gestart met opleiding verhuizing baan gevonden geen tijd meer Vergoeding voor vrijwilligers Alle instellingen die met vrijwilligsters werken geven een tegemoetkoming in de onkosten die zij maken, de meesten in de vorm van een reiskostenvergoeding. Waar geen reiskostenvergoeding wordt geboden krijgen de bezoekmoeders wel een vast bedrag per MIM-moeder per maand of per bezoek. Enkele instellingen vergoeden ook telefoonkosten. Bij één locatie worden oppaskosten vergoed. Tot slot biedt een instelling de vrijwilligsters een kerstpakket en kiest een instelling er naast een eindejaarspresentje ook voor om een jaarlijks uitje en kortingen van de organisatie te bieden. 17 Alle organisaties hebben een vrijwilligersstatuut en/of een vrijwilligersovereenkomst, waarin faciliteiten, verzekering en verwachtingen en verplichtingen vastliggen. Zes organisaties vragen vrijwilligsters ook een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) bij aanvang van het vrijwilligerswerk. Ervaring en opleiding Vrijwilligsters hebben zeer vaak werkervaring in de zorg. De werkervaring ligt ook vaak in administratief werk en commercie. Daarnaast worden ander vrijwilligerswerk en onderwijs regelmatig genoemd. 43% van de vrijwilligsters heeft een opleiding op MBO niveau, 40% heeft een opleiding op HBO niveau en 17% op LBO niveau. Opleidingsniveau vrijwilligsters 17% 40% LBO MBO HBO 43% Vrijwilligsters leggen soms niet alleen huisbezoeken af. Steeds vaker zijn zij ook actief in diverse ontmoetingsgroepen (bijvoorbeeld voor Engelstalige, Poolse of Somalische moeders of moeder-babygroepen) of in sociale media (bijvoorbeeld lokale MIM-facebook groepen). Deze groepsgewijze werkwijzen worden gefacilieerd en begeleid door de coördinatoren. Dit sluit heel goed aan op de empowerment filosofie van MIM en op het gedachtengoed van de ‘pedagogische civil society’. 18 Landelijke ondersteuning MIM De uitvoering van MIM wordt landelijk ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Allereerst worden er per jaar drie bijeenkomsten voor MIM-coördinatoren georganiseerd. Deze bijeenkomsten hebben enerzijds tot doel om informatie, tips en ervaringen uit te wisselen ter verbetering van de lokale uitvoering van MIM. Anderzijds hebben zij tot doel om de verdere ontwikkeling en actualisering van MIM te stimuleren. Ten tweede wordt er een- of tweejaarlijks een managers-overleg van het Samenwerkingsverband MIM georganiseerd. Het doel van dit overleg is het volgen van de landelijke ontwikkeling van MIM en beleidsbepaling voor de toekomst. Bij de start van en nieuwe locatie wordt de nieuwe MIM-coördinatoren van informatie voorzien over het programma. Ook het onderhouden van de website www.moedersinformerenmoeders.nl, lezingen geven over MIM en het jaarlijks maken van een landelijk registratierapport behoren tot de ondersteuning van het Nederlands Jeugdinstituut. In 2013 heeft het NJi als landelijke vraagbaak diverse gemeentes en/of CJG’s die belangstelling hebben voor het eventueel opstarten van MIM van informatie voorzien over het programma. Er is behoefte aan informatie over de methodiek, de wijze van organisatie (bijvoorbeeld plaats en taken van een coördinator, werven en trainen van vrijwilligers), kosten, training en begeleiding, materialen voor het maken van een projectplan, de (selectie van de) doelgroep, etc. Enkele gemeenten zijn ondersteund in trajecten die in 2013 hebben geresulteerd in het opnemen van MIM in het CJG-aanbod. Naast deze gebruikelijke activiteiten heeft het Nederlands Jeugdinstituut enkele aanvullende activiteiten ontwikkeld ter ondersteuning van MIM. - In 2013 is een voorstel ingediend bij enkele fondsen voor een herziening van de inwerktraining van vrijwilligers, de bijbehorende coördinatorenhandleiding en audiovisueel materiaal over MIM. Dit voorstel is voorjaar 2014 gehonoreerd door Stichting Kinderpostzegels Nederland. Dit betekent dat een belangrijke en noodzakelijke update van training en materialen mogelijk is geworden, waarmee coördinatoren en vrijwilligers MIM op een goede manier kunnen (blijven) inzetten. Daarmee blijft MIM ook interessant voor de gemeenten en uitvoerende organisaties die het programma nu uitvoeren of dit in de toekomst willen doen. - In 2013 zijn twee voorstellen voor onderzoek naar de effectiviteit van MIM ingediend bij ZonMw, in samenwerking met respectievelijk de Universiteit van Utrecht, Faculteit Sociale Wetenschappen, en met het Landelijk Steunpunt Home-Start Nederland en de Universiteit van Amsterdam, Faculteit Pedagogische Wetenschappen. Helaas zijn beide voorstellen niet gehonoreerd. Wij blijven zoeken naar mogelijkheden om onderzoek naar de uitvoering en effectiviteit van MIM te stimuleren. 19 MIM over vijf registratiejaren bekeken MIM registratie 2009 2010 2011 2012 2013 19 19 17 15 20 MIM-moeders 846 844 842 813 836 Percentage allochtone MIM-moeders 65% 64% 66% 67% 67% Vrijwilligsters 413 406 405 396 385 Percentage allochtone vrijwilligsters 35% 39% 46% 41% 39% Locaties* (* Van dit aantal locaties zijn gegevens geregistreerd) 20
© Copyright 2024 ExpyDoc