I C - Werkdocument 84 - 195 Abr I ~t" Smedinphuis,LehEltad BIULliYI r : t - t K RIJt(S;31(TA:$ r v<.>OR Oi?? IJ~SEL.MEEMPOLDERS , . oktober"1984 . ., Ultralichte vliegtuigen INHOUD INLEIDING 1. 2. ULTRALICHTE VLIEGTUIGEN 2.1. Omschrijving 2.2. Gebruik 3. BELEID EN WETGEVING ' TERREINEN 4. 5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. DE DISCUSSIE OVER DE TOELATING VAN ULV'S Inleiding Milieuhinder Onveiligheid Controlemogelijkheden Niet-recreatieve functie Conclusie 6. LITERATUUR , ( 17Sb:: \" : .cen zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten geschreven tekst) en daardoor uitsluitend bested voor intern gebru~K. De verantwoordelijkheid voor de tekst berust bij de auteur. T Dit rapport is geschreven als stageverslag voor het 3e studiejaar aan de Middelbare Bosbouw en Cultuurtechnische school. De stage is gelopen bij de Rijksdienst voor de IJsselrneerpolders. Ik werd begeleid door Simon Broekhuizen, hiervoor dank ik hem hartelijk. Verder dank ik de heer J.F.W. Zuydgeest, de heer H.J. Wardenier en alle anderen van de afdeling Recreatie. 1. INLEIDING De vliegsport is de laatste 10 jaar erg in opkomst. Tijdens mijn stageperiode bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders heb ik naar .informatie gezocht over de verschillende soorten 1,uchtvaartsporten. De informatie werd verzameldten behoeve van de werkgroep inrichting rkcreatie-objecten in h e openlucht,,die een reeks rapporten yitgeeft. ' ., . In zb'n rapport wordt alti'jd B€n onderwerp behandeld. ,. . . . . .. ' '. ' . . , ' ' , . In dit stageverslag beperk'ik me tot de ultralichte viiegtuigei ( v ) . Dit was 66n van de onderdelenwaarover ik informatie'heb" . . . verzameld. ., .. . . Doe1 van dit versiag is een duidelijk beeld te geven van he problemetiek' . , bij de situeying van een tei-rein voor ULV's. In hoofdstuk 2 wordt beschreven wat ULV's zijn en de gebruikersa&htailen'. In het kort wordt in hoofdstuk 3 een overiicht gegeven van het' huidige beleid en de wetgeving. De eisen voor terrein, gebruikt bij,het vliegen: met ULV9s,worden uitvoerig beschreven,in hoofdstuk 4. Bij de aanl'eg van een terrein moet men rekening houden met de voor- en tegenstanders van het vliegen met ULV's. In 'hoofdstuk 5 zijn de verschillende meningen van bijvoorbeeld natuur en milieu-organisaties, ,Rijksluchtvaartdienst . . en an<. ., dere instanties weerge&ven. . . . I . 2. ULTRALICHTEVLIEGTUIGEN . . . Met de term ULV's worden een tweehonderdtal typen e e n v o ~ d iuitgevoerde ~ vliegtuigjes aangeduid. Zij zijn meestal'gebouwd van aluminium en nylondoek.en voorzien van een propeilermotortje van vijftien tot ;ijftig ~ k : De Rijksluchtvaartdienst (R.L.D.) geeft de volgende oiscilrijving van ' . ultralichte vliegtuigen : een vleugelvliegtuig van eenvoudige constructie >.,:. met een bepaalde geringe massa. De lege'massa van een 6kn-persoons ULV mag niet me& bedragen.dan 1 1 5 kg, , bij een tweepersoons ULV mag dit niet meer zijn dan 150 kg. De snelheid van ULV's ligt - afhankelijk van het type motor -'tussen de 45 en ,90kilometer per uur.De maximaal toelaatbare tankinhoud bedraagt:.: 20 liter. ~ i jken , bralidstofverbruik van 6 tot 8 iitei .her uur' (dit is ''. gemiddeld ongeveer 1 liter op 10 km) varieert de vliegtijd van 2,5:t6t" 3,3 uur. Dit betekent.een actieradius die ligt tussen de 100 en 300'km. Bij de ongeveer 200 t y p e ~ ~ v 'kan s men een onderscheid maken'in 2 dateL gorie'6n' gelet'op het besturingssysteem:., . . ' . . ~.. a. besturing d.m.v. roeren (gelijk aan b.v. sport- en zweefv1iegt;ii , . b. besturing d.m.v.. gewichtsverplaatsing (besturing gelijk aqn, . die van ,. , zeilvliegen). , , , ~ , De aanschafkosten van een ULV zijn in beide categorieen verschillend. Een ULV met een besturing d.m.v. roeren kost ongeveer f 25.000,- B f 27.000,-. Een ULV uit categorie b, met besturing door middel van gewichtsverplaatsing kost tussen de f 15.000,- tot f 17.000,-. 2.2. Gebruik Eind 1983 waren 96 ULV's ingeschreven in hetbNederlandse Luchtvaartuigregister. Na toetsing aan de eisen inzake l u c h t w a a r d i g h e i d ( i n c 1 u s i e f geluid), is voor slechts 26 ULV's .ken ontheffing afgegeven van de plicht tot het hebben van een Bewijs vanrluchtwaardigheid. Met deze ULV's werd in totaal ruim 1500 uur gevlogen, *door ongeveer 200 leerling-vliegers onder leiding van 17 ULV-instructeurs. Daarnaast zijn nog 8 personen bevoegd om zelfstandig een ULV te besturen. Ongeveer een jaar later, 26 september 1984, zijn 32 ULV's voorzien van een ontheffing van het Bewijs van Luchtwaardigheid. Op 19 september waren 40 personen bevoegd zelfstandig een ULV te besturen, 22 van deze vliegers zijn tevens instructeur. Het ULV-vliegen is voornamelijk een recreatief gebeuren; men kan lid worden van verschillende verenigingen en clubs. De volgende clubs en organisaties behartigen de belangen van de ULV-vliegers: Twentse ULV-Vereniging Vliegclub Westerwolde Groningen Vliegclub Lelystad Vliegclub Noord-Friesland Vliegclub Teuge Stichting ULV Stichting ter ontwikkeling van de,lichte Luchtvaart Nederlandse Vereniging voor Ultra Lichte Vliegtuigen Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart K.N.V.L. De K.N.V.L. is een overkoepelende,organisatie waar de ULV's een eigen afdeling hebben. De Rijksluchtvaartdienst is belast met het toezicht hou- den op het ULV-gebeuren. Zij Stelt eisen en richtlijnen .op en doet 0.a. geluidmetingen. Voor het'verkrijgen van ontheffing voor terreinen en Bewijs van Luchtwaardigheid zal men bij de RLD moeten zijn. Naast het recreatieve'gebeuren zien we dat ULV's worden gebruikt t.b:v. infrarood-luchtfotografie, het doen van landbouwkundige waarnemingen, het verjagewvan b.v. aalscholvers, het maken van luchtkarteringen, enz. 3, BELEID EN WETGEVING ULV's zijn luchtvaartuigen in de zin van de Luchtvaartwet. De minister van Verkeer en Waterstaat is daarom in eerste instantie verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van ULV's. Door middel van het stellen van eisen aan bestuurder, toestel en terrein en door het opleggen van enkele vliegbeperkingen tracht de minister van Verkeer en Waterstaat een situatie.te scheppen die bevredigend is voor zowel degenen die de ULV-vliegerij actief uitoefenen als degenen die de gevolgen moeten ondergaan. De eisen zijn opgenomen in ministeriele beschikkingen, waarbij de bevoegdheden zijn gedelegeerd aan de DirecteurGeneraal van de Rijksluchtvaartdienst. Daar het vliegen met ULV's zich niet principieel van andere sporten onderscheidt, is ook hier het beleid er op gericht, dat de overheid (R.L.D.) alleen de kaders aangeeft en de uitvoering wordt gedelegeerd aan organisaties van belanghebbenden, zoals daar zijn: - Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart, - AOPA Netherlands, - Nederlandse Vereniging van Amateurvliegtuigbouwers. De geluidmetingen, keuringen, instructie en het opleggen van straffen zal in handen van deze organisaties worden gelegd. In de proefperiode (tot en met 31 december 1982) is met 40 ULV's ervaring opgedaan door zowel de gebruikers als de overheid. Deze ervaringen hebben geleid tot het stellen van nieuwe voorwaarden, die van kracht zijn geworden tijdens de zgn. interimperiode. De interimperiode is begonnen op 1 januari 1983. Eind 1983 is bekeken of het stellen van definitieve voorwaarden voor het gebruik van ULV's a1 mogelijk was. Dit bleek niet het geval. De interimperiode is, met enkele gewijzigde voorwaarden, verlengd tot de datum van inwerkingtreding van de Regeling ULV's 1984. De belangrijkste verschillen tussen de verlengde interimperiode en de proefperiode zijn: a. het maximum aantal ULV's dat in aanmerking komt voor een Bewijs van Luchtvaardigheid ontheffing wordt verhoogd van 40 naar 80; b. er worden brevetteringseisen gesteld; c. de vlieghoogte wordt tijdens de weekends tussen de 150 en 300 m en daarbuiten tussen de 150 en 225 m; d. de overgangsbepalingen t.a.v. geluid en procedures voor ULV-terreinen zijn vervallen; e. de ULV's moeten voldoen aan luchtwaardigheidseisen (incl. geluid); f. het onderhoud aan ULV's mag alleen worden uitgevoerd door houders van de bevoegdheid Grondwerktuigkundige AB 12 of Zweefvliegtechnicus AB; g. de minimum afmetingen van het terrein zijn gewijzigd en het (mede) gebruik van bestaande burger- en militaire luchtvaartterreinen wordt onder bepaalde voorwaarden mogelijk. De bijzondere voorwaarden die naast de bestaande luchtvaartwetgeving op ULV's van toepassing zijn, worden vastgelegd in ontheffingen. De volgende ontheffingen kan men verkrijgen: - Algemene ontheffing: hierdoor is het mogelijk om onder verantwoording en met toestemming van een instructeur te oefenen in het besturen van ULV's; - Persoonlijke ontheffing: met deze ontheffing is het toegestaan zelfstandig met een ULV boven .) Nederland te vliegen. Voorlopig mag'hierrnee ook verder gevlogen worden dan 5 km van het terrein van vertrek. De aanvrager dient 16 jaar of ouder te zijn,rnedisch goedgekeurd te zijn, bij een examinator te hebben aangetoond dat hij de vereiste.~ kennis, bedrevenheid en ervaring bezit en hek voor de ontheffing geldencle tarief te hebbewbetaald; . . .. ;, Bewijs van ~uchtwaardigheid-(BLV)ontheffing: . , deze ontheffing wordt aan een totaal van 80 ULV's verleend indien..zij . . voldoen aan: a. de eisen inzake de geluidsproduktie t . . 1-persoons:ULV's: 60 dB(A) op 150 m hoogte; , 2-persoons ULV's: 63 dB(A) op 150 m hoogte; .. b. de luchtwaardigheideisen voor ULV's. , Terrein-ontheffing: zie hiervoor.het .volgende,hoofdstuk (Terreinen): ,; - - . . . . . . . ., . .. . I Het vliegen met ULV's stelt geen hoge eisen aan het terrein om te starten en te landen. Men is a1 tevreden met een vlak en effen terrein ter grootte van een half voetbalveld. De Rijksluchtvaartdienst heeft echter aanzienlijk zwaardere terreineisen opgesteld. Het terrein moet tenminste een lengte hebben van 200 m en een breedte van tenminste 30 m. Bovendien moeten er hindernisvrije rijvlakken van 20% en hindernisvrije aan- en uitvliegvlakken met een helling van 5% beschikbaar zijn. Tenslotte moet rekening gehouden worden met het feit dat een ULV-terrein niet mag liggen: a. binnen een plaatselijk verkeersleidingsgebied, tenzij tevoren schriftelijke toestemming is verkregen van en afspraken betreffende de vluchtuitvoering zijn gemaakt met het hoofd van de betrokken verkeersleidingsdienst; b. binnen een afstand van 4 km van het referentiepunt van een luchtvaartterrein waar geen plaatselijke verkeersleidingsdienst is, dan we1 binnen een luchtvaartterreinverkeersgebied, tenzij daartoe door of vanwege de Directeur luchtverkeersbeveiliging toestemming is verleend; c. binnen een afstand van 3 km van de grens van een zweefvliegterrein, waarvoor krachtens artikel 14 van de luchtvaartwet ontheffing is verleend; d. binnen vogelconcentratiegebieden, zoals deze zijn gepubliceerd in de luchtvaartgids Nederland; e. binnen een horizontale afstand van 500 m van aaneengesloten bebouwing, ingericht voor het verblijf van personen; f. binnen een horizontale afstand van 1500 m van stiltegebieden zoals bedoeld in de artikelen 119 en 123 van de Wet Geluidhinder. Bij het gebruik van de velden zal men zich moeten houden aan de volgende wettelijke voorschriften en beperkingen? 1. Gebruik van het terrein, anders dan voor het uitvoeren van VFR-vluchten is verboden. (VFR-vluchten: vliegen onder zichtvliegvoorschriften) 2. Het gelijktijdig starten en landen van meerdere ultra-lichte vliegtuigen is verboden. 3. Landen op en starten vanaf de als zodanig gemarkeerde strook moet geschieden in de richting als aangegeven door middel van de aan het begin van de strook geplaatste pijl. 4. Het gebruik van de strook, anders dan voor landen en starten is verboden. 5. Indien de strook niet geheel vrij is van enige hindernis, is met uitzondering van het uitvoeren van een noodlanding, het landen op en starten vanaf deze strook verboden. 6. Na de landing moet de strook uit veiligheidsoogpunt zo snel mogelijk worden verlaten, terwijl voorbereidingen voor de daadwerkelijke start buiten de strook moeten geschieden. 7 . Indien de gebruiksrichting van de strook is aangegeven door middel van een landingspijl rechterhand-verkeerscircuit, moet voor het landen en na het starten iedere bocht naar rechts worden gemaakt (rechterhandverkeerscircuit. 8. Indien witte kruisen op het terrein zijn geplaatst is het landen op en starten vanaf dit terrein verboden. 9. Een zodanig terreingebruik dat daardoor de veiligheid van luchtvaartuigen of personen en zaken op de grond in gevaar kan worden gebracht is verboden. 9. Een zodanig terreingebruik dat daardoor de veiligheid3van luchtvaartuigen of personen en zaken op de grond in gevaar kan worden gebracht is verboden. . . 10. Alvorens van het terrein gebruik mag worden gemaakt,-moetvooraf toe. . , . , .. stemming zijn.verkregenvan de.exploitant. 11; Aan door of namensde exploitantgegeven aanwijzingen betreffende de orde:en veiligheid op het terrein moet onverwijld'gevolg worden gege. . , , . . , ven. 12. Bepalingen betreffende het gebruik van het terrein of een daarbij-b8horend verkeeks~ircuit~ebied moet worden nagekomen. Deze zijn gepu-, bliceerd'in.de"Gidbvoor het'vliegen onder zichtvliegvoorschriften" . . .. , . . . (VFR-Gids Nederland).' 13. ~ e terreih t mag uitsluitend worden gebruikt vooi- het uitvoeren van binnenlandse vluchten. . , , . ,. .. . . Voor het starten en landewin 1983 konmen gebruik maken van 5 terreirien. Deze terreinenwaren gelegen in Lelystad,.Budel;Hattem, Onstwedde en. liel land. Omdat per 1 januari 1984 voor elk terrein volledigde voorgeschreven procedure'moet iijn gevolgd en nog niet alle,noodzakelijke verklaringen en toestemmingen bij'de.Rijks1uchtvaartdienst.zi~jnontvangen, is op dit moment alleen het gebruik van ULV's toegestaan.0~de.luchtvaartterreinen Lelystad, Budel en Stadskanaal/Onstwedde. . , .. ... ,.. De bovengenoemde noodzakelijke verklaringen en toestemmingen dienente worden ingeleverd bij de aanvraag voor ontheffing. Hierbij behoren de volgende documenten: 1. een verklaring van geen beiwaar van de eigenaar van het betrokken. terrein; 2. een verklaring van geewbezwaar van,de burgemeester van de betrokken gemeente; 3. een kaart waarop staat aangegeven: '.. ' . , , a. 'het door ULVvs te gebruiken terrein; . . b. binnen een straal van 500 m rond dit terrein de gebouwen ingericht . . ., . voor het verblijf van personen; . . c. de exacte afmetingen van.het terrein; .. ,:.. , .., d. de'rond het terrein gesitueerde hindernissen en hun hoogte'boven het niveau van het ULV-terrein binnen een straal van.500 m rond dit terrein; , , . . .. 4. de identiteit van de rechtspersoon die het luchtvaart-terreinzal gaanexploiteren. Omwille van continuiteit van'het bestuur van een luchtvaart-terrein wordt de voorkeur gegeven aan de'exploitatie door bijvoorbeeld een stichting, vereniging of vennootschap; 5. hoe de permanente beschikbaarheid als luchtvaart-terrein is gewaarborgd (eigendom, pachtovereenkomst); 6. De intentieverklaring van de gemeente(n) waarin het betrokken terrein is gelegen om mee te werken aan de realisatit van de aanwijzing; 7. de intentieverklaring van de betrokken provincie mee te werken aan de aanwijzing; 8. verklaring van geenbezwaar van de Regionale Inspecteur van Volksgezondheid. . : , De ontheffing voor Vlieland is dit jaar niet verlengd omdat de akkoordverklaringen van provincie en de inspecteur "an Volksgezondheid niet worden verstrekt. Op dit moment wordt onderhandeld over de aanvraag voor ontheffing voor de terreinen te Beuningen en Brouwershaven. Het Ministerie van V.R.0.M: heeft in beginsel de ontwikkeling van 24 veldjes in Nederland toegestaan, dit houdt in dat er per provincie 2 ULV-te~reinengesitueerd mogen worden. Om te zorgen dat de gang van .zaken rond het verkrijgen van een ontheffingvoor ULV-terreinen te.verbeteren gaan R.L.D. en V.R.O.M. samen een nieuwe, volstrekt BBnduidig interpreteerbare omschrijvingvan ULVterreinen geven. Waarschijnlijk zal daarbij ook het voorstel van de K.N.V.L. worden meegenomen, om twee soorten velden te onderscheiden, : namelijk lesvelden, met de.momentee1 geldende circuitafmetingen, waar toestellen met een minimum stijgsnelheid van 1 m/s terecht kunnen (tweezitters) en recreatievelden voor toestellen met een stijgsnelheid van meer dan.2 m/s. De 1aatste.categorie kan met een aanmerkelijk kleiner circuit volstaan, waardoor het gemakkelijker wordt zo'n veld in het bestemmingsplan in te passen. Voor het U.L.V.-medegebruik van bestaande burger- en militaire luchtvaart-terreinen is toestemming nodig van de d e s b e t r e f f e n d e a u t o r i t e i t e n . Het ULV-gebruik wordt bij medegebruik van luchtvaart-terreinen.nadergeregeld per terrein door aanpassing van het luchtvaartreglement. Een en. ander wordt besproken met de Commissie.ex art. 28 van de Luchtvaartwet. Deze Commissie dient,alsadvies-commissie voor de R.L.D . e n vormt hierdoor een inspraakmogelijkheid.voor belangenorganisaties. . , , . . . . , , . . ... Voor het medegebruik van het Vliegveld Lelystad zijn ondermeeq.de vol-~ gende extra regels opgesteld: . ... ,. . . - In principe is het gebruik van het luchtvaart-terrein&Lelystad door ULV's niet toegestaan op zaterdagen, zondagen en feestdagen en iedere woensdagmiddag na .I2uur..De havenmeester bepaalt of en in.welke mate hiervan wordt afgeweken en draagt daarbij zorg voor overeenkomstige berichtgeving aan luchtvarenden. - Het gebruik van het luchtvaart-terrein Lelystad door ULV1s.na20.00 uur plaatselijke tijd is verboden. - Het gelijktijdig lieren of slepen ten behoeve van zweefvliegen en het landen en opstijgen van ULV's is verboden. - Het landen op en starten vanafandere terreinen dan die bestemd voor ULV's isverboden. . . - De havenmeester is belast met het toeiicht op de goede orde en veiligheid op het terrein; in dezen mag hij zich laten vertegenwoordigen door een terzake deskundig persoon. :, . . . . 8 . . . . . . 5. DE DISCUSSIE OVER DE TOELATING VAN ULV'S 5.1. Inleiding . - ,'. . , I: . Verschillende verenigingen en organisaties zijn ontevreden met de toelating van ULV's in Nederland. Men vindtdat er nog strengere'eisenmoeten worden opgesteld ten aanzien van geluidshinder en luchtwaardigheid en dat er een onderzoek'moetplaatsvinden,.naarde gevolgen van het vliegen met ULV'svoor mens en natuur; .i.. . . , , . , . , . . .... Een aantal vanrdeze organisaties zijn: . . . ,: - Stichting Natuuren Milieu, - Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels, Vereniging tot Behoud van'Natuurmonumenten in,Nederland, . . - Stichting Recreatie, .. - A.N.W.B., a - de Nederlandse Raad voor de Milieuhygiene, . . . ' . . -- deNatuurbe~cherm~ngsraad, een aantal Nederlandse gemeenten. . , . .. . . . . I..)) - , , .,, . <_ . , . .>. . , . . . . , De ~ t i c h t i nNatuur ~ en Milieu, de Nederlandse Vereniging tot BiHcherming van de Vogels en derVereniging tot Behoud van Natuurmonumenten 'liebben. een rapport uitgegeven genaamd: "Ultra-lichte vliegtuigen; een verstoring voorhens en natuur". In dit rapport worden de problemen rond ULV's uiteengezet. De Rijksluchtvaartdienst heeft.geprobeerdantwoord te geven op de in het rapport gestelde problemen. De eerstgenoemde organisaties pleiten.voor het niet toelaten.van-ULV's in ons land. De Stichting Recreatie vindtdie'conclusie voorbarig, zolang de gewenste openbare discussie en de standpuntbepaling in de Tweede . . .. Kamer nog moeten plaatsvinden. .. . -4 . ~ierondergeef ik een kort overzicht van de belangrijkste punten uit het rapport, de reactie van de Rijksluchtvaartdienst en andere instanties r en een conclusie.. . ,,., , .' ? '5.2.Milieuhinder . , , - . .. , ., .%. . / 8 , . , . . . , . , , In het genoemde ULV-rapport concludeert men dat een ULV vliegend: op 150 meter hoogte met vol gas meer geluid produceert dan een zich verwijderende auto of eenavrachtauto op.een afstand van 150 m. In het rapport wordt ook gezegd dat ULV!s, rekening houdendmet de gemiddeld aangehouden vlieghoogten, op de-grond eenzelfde geluidniveau ge. . . . . ven als sportvliegtuigen. . . . . , . De Rijksluchtvaartdienst geeft als antwoord hierop dat het weinig zinvol is om verschillende soorten lawaaibronnen; in dit geval auto's'en ULV's, te vergelijken, ondermeer omdat.de meetmethoden'onderling sterk . , .. . , verschillen. . , . ' . . . . . Door de Recreatieraad Provincie Utrecht wordt gezegd, dat geluidshinder van een dergelijk niveau, z'olang dit een incidenteel karakter heeft en aan enkele voorwaarden qua ligging van de startbanen en te mijden gebieden wordt voldaan, weinig bezwaren zal ontmoeten. Ook kan de recreatieve waarde niet worden ontkend. Voorts is gebleken dat de vliegeniers grote .bereidheid tonende hinder te beperken.Zo wordt,geGxp.erimenteerdmet 4- iti plaats van 2-bladige . . propellers en 4- in plaats van 2-tactmotoren, hetgeen de lawaaiygheid aanzienlijk zou kunnen terugdringen. . . . ~ . De natuur- en milieu-organisaties verwachten dat het aantal ULV's ,in:de toekomst zal oplopen tot ,zoln.5.000 tot 10.000. het 10- .tot 20-voudige van het huidige aantal sportvliegtuigen. Deze,prognose is gebaseerd op de prijs van een ULV in vergelijking met die .van een sportvliegtuig en de ontwikkelingen in het buitenland.,Een.,ULV,is 10 .tot 20 maal zo goedkoop als een sportvliegtuig. , . _ .',I .., . i . , .. . De K.N.V.L. schat dat het aantai ULV's.in dd komende tien jaar zal oplopen tot 500 stuks. Hierbij wordt ge1et.o~de velemalen strengere eisen dan in andere landen. . . .. . . . Als men bedenkt dat in 1983 van de + 100 examenkandidaten maar 14 zijn geslaagd en een persoonlijke ontheffing kregen en dat in.september 1984, bijna 3 jaar na de start van het ULV-gebeuren, pas 31 personen bevoegd zijn ULV te besturen, dan lijkt het aantal van 500 ULV's in 10 jaar. niet,eenshaalbaar. Daarbij komt ook dat na 3jaar pas 3 velden beschikbaar zijn voor het.vliegen -metULV's. . . Een even grote rage als bij surfplanken is dan ook niet te.verwachten,. ook a1 omdat een ULV 10 maal zo duur-is als een zeilplank: . , : In het ULV-rapport wordt gesteld dat uit onderzoek, o.m. in het-Waddengebled, ,is,geblekendat over het algemeen laag en langzaam,vliegende, rondcirkelende en lawaaixge vliegtuigen en vliegtuigen waarvan het silhouet lijkt op een roofvogel, een belangrijke verstoringsbron voor vogels zijn. Alle kenmerken van vogelverstorend vlieggedrag zouden op ULVvliegewvan toepassing zijn. ,. . , . . . Het volgende zou hiertegen ingebracht kunnen worden. Bij de viskwekerij in Lelystad heeft men geprobeerd aalscholvers te verjagen door middel van ULV's, dit is echter niet gelukt omdat: a. het terrein te groot was: als men achteraan klaar was, zat het voor weer vol met aalscholvgrs; b. het schrikeffect tijdelijk is, ide vogels wennen eraan. Onderzoek bij andere vogelsoorten is,niet bekend. Volgenshetrapport zijn e.r nogal wat gebieden waarvan het uitsluiten van ultra-licht vliegen tot in de wijde omgeving aanbeveling verdient hetzij uit natuur- ~fmilieu~overwegingen, hetzij uit veiligheidsoverwegingen, namelijk bebouwde gebieden, stiltegebieden, gebieden voor intensieve recreatie en verschillende typen natuur- en landschapseenheden. .. . . ... De conclusie van de natuur- en milieu-organisaties in het ULV-rapport is: "....in ons dichtbevolkte land zijn waarschijnlijk geengebieden te vinden waar zonder bezwaar met ULV's kan worden gevlogen. Gebieden die nog in aanmerking komen zullen dan waarschijnlijk zeer klein van ornvang en voor de ULV-sport weinig aantrekkelijk zijn". . . . . . . . . . 5.3. Onveiligheid . . In het ULV-rapport van de milieu-organisaties stelt men dat ULV's onveilig zijn, men kijkthierbij naar de situatie in Engeland. Tevens merkt men op dat ULV's ook gevaar voor anderen opleveren; te denken valt andere vormen van,luchtvaartzoals burgerluchtvaart, kleine en militaire luchtvaart. De Rijksluchtvaartdienst is echter van mening dat gezien,hetaantal vlieguren in Nederland met ULV'S, het aantal ongelukken (8 in totaal waarvan 1 dodelijk) geen aanleiding geeft het vliegen met ULV's als on.. te'beschouwen. . . veilig . sin . . , 5.4. Controlernogelijkheden , .. r , 1 : , D; natuur- en milieuLbrgariisaties iinhen 'dat er geen control&mogelijkheden zijn. In het rapport vraagt men zich af O f wannker'in de luckit e'en ULV.wordtgesignaleerd,.. er "alt na te gaan of deze legaal vliegt, dat .. . , , wil zeggen: .. . - voldoet het toestel gin de gkstelde gkhidsnorhen? - houdt de vlieger iich aan'de verplichte vlieghoogte? - wordt niet te dicht bij diverse "v;rbodenw . gebieden gevlogen? -. wordt op aangewezen ULV-terreinen pestart en,geland? , , En wie' ontwaart en rioteert zo snel het kenteken van een'overschereride ULV? Wie weet waar men met de klacht terecht:kan? ~elkejuridische sta., , tus hebben deze kiachten? . , . .. ,,, . b. ( ( , '' , , I \. .:. ' Naar de mening,van de ~i~k~lkhtvaartdienst iijn'de vo6rschrifteri goed ., . . controleerbaar , ~iikkle'vdor dk controle belangrijke=aspecten'=ijn: - kenmerk: elke in Nederland inges'chreven ULVdient voorzien te z?jn'.' van een inschrijvingskenmerk, bestaande uit de letters PH gevolgd door een cijfer, letter en 'weer een cijfer; - akoestische beschrijving: van iedere ULV dient een gewaarmerkt uit' treksel'van het geluidmeetrapport bij de RLD aanwezig te zijn; - voorlichting van het politie-apparaat, - kennis van de voorschriften bij de gebruikers. . Hierbij dient opgemerkt te worden dat in de meeste gevallen het inschrijvingskenmerk vanaf de grond zeer slecht te herkennen is. Dit komt in de meeste gevallen doordat het ULV te veraf vliegt en de letters te klein zijn, de zwarte letters gemonteerd zijn op een donkere ondergrond en als gevolg van tegenlicht moeilijk te onderkennen zijn. De Recreatieraad Provincie Utrecht is van mening dat het niet ondenkbaar is dat het ULV vliegen een grote vlucht zal nemen. De controleerbaarheid wordt dan moeilijk. De genoernde duizendtallen lijken weliswaar onwaarschijnlijk; niet,teminbetekent de realisering van 24 vliegveldjes waar op elk enkele,tientallenULV's worden gestationeerd, zoals de ULV-vereniging voorstaat, a1 een enorrne toename van de bestaande vliegoverlast. 5.5. Niet-recreatieve functie (b.v. controle, kartering, gewasbesproei'ing) De Natuur- en Milieu-organisaties vinden dat voor zover de activiteiten op zichzelf a1 wenselijk en noodzakelijk zijn, er reeds allerlei methoden voor bestaan. Het is, vindt men, zeer de vraag of gebruik van ULV's - rekening houdend met de eerdergenoemde problemen - een verbetering vormt Dit standpunt van de organisaties lijkt echter geheel voorbij te gaan . aan de specifieke mogelijkheden van ULV's en het ko~tenas~ect'. . 5.6. Conclusies . Samengevat is de mening van de verschillende organisaties de volgende: De Natuur- en Milieu-organisaties: geen ULV's in Nederland! Stichting Recreatie: bovenstaande conclusie is te voorbarig zdlang de gewenste openbare discussie en de standpuntbepaling in de Tweede Kamer . . . nog moet plaatsvinden. - .,... ... ; .. ~ecreatieraad~rovincieUtrecht: het niet toelaten van UL* s ,alvoren$ een afweging heeft plaatsgevonden van alle betrokken be1ange.n. ~ l tot s toelating wordt besloten, . . is concentratie op enkele plaatsen,i h ons land gewenst. . .. . . . Geconcludeerd kan worden bat er behoefte is aan onderzbek naif de ggvol. ., gen van ULV's voor mens en natuur. . .. Ook moet men onderzoeken of het mogelijk is om het vliegen met ULV'~,te concentreren tot enkele plaatsen in ons land en zo mogelijk toe te voegen aan bijvoorbeeld lawaaisportterreinen. Met het door haar &ge\ioerdebeleid, dat gericht is,op het?pdoe" van,ervaring met ULV's waarbij risico's en negatieve gevoigen zoveel mogelijk worden vermeden, lijkt de overheid daarbij op de goede weg. \ 6. LITERATUUR '. 1 de Heer ~ruiswijk,Rijksluchtvaart - Info ULV 6a - Info ULV 7 - Jaarverslag 1982 Drs. H.W.R. van den Wall Bake - Rapport: Ultra-Lichte-Vliegtuigen: een verstoring voor mens en natuur de Heer Landwaard ultra-lichte-vliegtuigen, juni 1984 - Nieuwsbrief
© Copyright 2024 ExpyDoc