klik hie - Academie Antroposofische Gezondheidszorg

Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
1
Inhoud
1.
Inleiding ................................................................................................................... 3
De Basismodule: wat mag u verwachten? ...................................................................... 3
2. Inhouden ..................................................................................................................... 4
3. Competentieprofiel ..................................................................................................... 6
4. Toetsing...................................................................................................................... 11
5. Algemene methodisch didactische onderwijsgezichtspunten voor de
antroposofische geneeskunde .......................................................................................12
Bijlage dagindeling ......................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
2
1. Inleiding
De Basismodule: wat mag u verwachten?
Het volgen van de Basismodule biedt u een aantal ontwikkelingsmogelijkheden. Aansluitend
bij uw praktijkervaring en beroepsidentiteit, biedt de Basismodule u de gelegenheid zich
verder te professionaliseren vanuit een antroposofisch perspectief. Interactieve colleges,
werkgroepen, kunstzinnige activiteiten, biografisch werk, zelfstudie en intervisie in
groepsverband worden als didactische methoden ingezet.
Uitgaande van ervaringsleren kunnen antroposofische concepten doorleefd en doorzien
worden, daardoor wordt ook de handelingsvaardigheid verbeterd. Uw visie op patiënten of
cliënten kan verbreed worden en antroposofische verklaringsmodellen en
behandelingsstrategieën bieden meer ruimte voor creatieve probleem oplossingen. Daardoor
kunnen enerzijds uw eigen ervaringen door u in een antroposofische context geplaatst
worden, anderzijds wordt het doel nagestreefd uw kwaliteiten als hulpverlener te
optimaliseren, tenslotte gaat het om de patiënt /cliënt.
Een ander aspect is het ontwikkelen van geschoolde zelfreflectie. Vragen als: hoe sta ik in
mijn beroep?, wat wil ik met mijn talenten?, welke vaardigheden wil ik ontwikkelen?, wat
vraagt mijn omgeving van mij? komen interactief aan de orde. Er wordt ruimte gemaakt voor
het vinden van eigen motieven en intenties. Ook een persoonlijk gesprek met de
modulecoördinator behoort tot de mogelijkheden.
De Basismodule is qua opzet interdisciplinair. Dat biedt een verruiming van de blikrichting
en bevordert de interdisciplinaire samenwerking in de praktijk. Daarnaast is er ook aandacht
voor het beroeps specifieke van de behandelde stof. Iedere cursusdag is er 5 kwartier gepland
om zoveel mogelijk in dezelfde beroepsgroepen de verbinding met het eigen vakgebied te
leggen. Ook heeft iedere deelnemer aan de Basismodule een tutor of mentor uit het eigen
vakgebied om vraagstukken te bespreken.
Na de Basismodule zult u in staat zijn de bijdrage van de antroposofie aan de zorg op
meerdere gebieden te herkennen en doorzien. U bent in staat ook zelf daaraan een bijdrage te
leveren. De gezonde en de zieke mens, en de soort zorg die geboden kan worden krijgen
daardoor meer diepgang, vooral door het rekening houden met het ontwikkelingsaspect dat
zo typisch is voor de mens. Daarmee vormt de Basismodule een bouwsteen tot uw
professionele specialisatie als antroposofisch zorgverlener.
Deze Basismodule maakt deel uit van de opleidingen van de Nederlandse Vereniging van
Antroposofische Artsen ( NVAA), Nederlandse Vereniging van Antroposofische
Fysiotherapeuten ( NVAF), Stichting Plegan opleidingen voor verpleegkundigen en van de
Nederlandse Vereniging ter bevordering van de psychotherapie. ( NVAP)
Moduleleiders van de Basismodule zijn:
Guus van der Bie, arts en Hannie Bakker, fysiotherapeut en biografisch coach
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
3
2. Inhouden
In de basismodule zullen 5 thema’s inhoudelijk behandeld worden. Deze komen
in tien keer een tweedaagse aan bod met er tussenin een ruime studietijd van
een maand.
De thema’s zijn met de volgende woorden aan te duiden:
 Een brug tussen lichaam en psyché
De processen, functies en vormen van het menselijk lichaam in relatie
met de psychische functies denken, voelen en willen
4/5 september en 2/3 oktober 2014
In twee keer twee dagen wordt aan dit thema gewerkt. Het wordt ook wel het driegelede
mensbeeld genoemd. Dit mensbeeld geeft het meeste het ‘totaalgevoel’ van de ruimtelijke
mens en de daarmee verbonden psychische functies.
Themadocenten: Jaap van der Wal, arts/embryoloog en Josée Hendriksma,
fysiotherapeut
Kunstdocent: Margo Gielkens kunstzinnig therapeut beeldend
Docent waarnemingsoefeningen: Paul van Dijk beeldend kunstenaar
 De mens tussen warmte en materie
6/7 november en 11/12 december 2014
In deze cursusdagen wordt het zogenoemde viergelede mensbeeld behandeld: Het fysieke
lichaam, de etherische organisatie, de astrale organisatie en het ‘ik’. U ‘duikt onder’ in het
lichamelijk /natuurlijke en ervaart hoe over de warmte de ‘geest’ tot in de materie kan reiken
en de stof als manifestaties van de geest ervaren kan worden. Het is het ‘natuurlijke’ deel van
de mens dat met de elementen samenhangt. Zowel vanuit de somatische als vanuit de
psychologische invalshoek zal de configuratie van de viergelede mens behandeld worden o.a.
aan de hand van incarnatie en excarnatie processen.
Themadocenten: Guus van der Bie, arts en Truida de Raaf, gz-psycholoog
Kunstdocent: Hilda Boersma, euritmietherapeut
Docent waarnemingsoefeningen: Paul van Dijk beeldend kunstenaar
 Hoe kan een mens ziek worden?
Het gepolariseerde beeld van de mens. Hoe kunnen wij gezamenlijk
helpen helen?
8/9 januari 2015
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
4
Het ziek kunnen worden van de mens en het principe van het kunnen behandelen worden
aan de hand van polariseringsprocessen behandeld. Verschillende ziektes, zowel somatisch
als psychiatrisch zullen exemplarisch behandeld worden en therapierichtingen worden
zichtbaar.
Themadocenten: Guus van der Bie, arts en Karel Freeve, arts, Hannie Bakker,
fysiotherapeut en biografisch coach
Kunstdocent: Hilda Boersma, euritmietherapeut
Docent waarnemingsoefeningen: Djoeke Snijders, diëtiste
 Dynamische processen van het menselijk lichaam en de
psyché
5/6 februari en 5/6 maart 2015
In de lichamelijkheid zijn zeven levensprocessen werkzaam . In de dynamische processen van
de psyché ontmoeten we de metamorfose van de zeven levensprocessen. De werking van de
planeten worden ook hier besproken. Daarmee kan het zevenledige mensbeeld via de
specifieke beroepen, specifieke zielen-dynamieken of karakters aanschouwelijk en ervaarbaar
gemaakt worden.
Themadocenten: Jacques Meulman, psycholoog en Edmond Schoorel, kinderarts en Sonja
van Hees, verpleegkundige
Kunstdocent: Erica Kramer, spraakvormer
 Fysiologie en psychologie van de menselijke biografie en
onderzoek
2/3 april en 7/8 mei 2015
Vanuit biografisch gezichtspunt is de menselijke levensloop in perioden van zeven jaar te
verdelen. In iedere levensfase is er sprake van een speciale ontwikkeling van lichaam, psyché
en geest. Levenscrises en opgaven worden mede in het licht van een dynamisch en karmisch
perspectief geplaatst.
In mei wordt hieraan toegevoegd het thema ontmoeting en therapeutische relatievorming.
Themadocenten: Hannie Bakker, biografisch coach. Carla van Dijk en Marjanke de Jong,
psychosociale hulpverleners
Kunstdocent: Odulf Damen, muziektherapeut
Op 4 en 5 juni 2015 zijn er presentaties van de studenten en wordt het programma verder in
overleg met de cursisten bepaald.
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
5
3. Competentieprofiel
Te verwerven competenties Basismodule AG
Vakinhoudelijk
Samenwerking
Professionaliteit
Innerlijke
scholing
Kennis
1 (17x)
4
7 (1x)
10 (2x)
Vermogen
2 (6x)
5
8 (3x)
11 (2x)
Vaardigheid
3 (3x)
6 (2x)
9 (1x)
12 (2x)
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
6
Vakinhoudelijk
Kennis
1. De cursist kent op grond van Nederlandstalige teksten de inhoud
van de belangrijkste gezichtspunten (niveau 1) voor een
antroposofisch mensbeeld in zijn verschillende geledingen.
a. Deze geledingen betreffen het zo genoemde 2-, 3-, 4-, 7-ledige
mensbeeld
b. De cursist kan deze geledingen in algemene termen
beschrijven in hun werking en hun interacties
c. De cursist kan het verschil aangeven tussen de gezonde
toestand als labiel evenwicht en een ziektetoestand als een
stabiele onbalans
d. De cursist kent de eerste principes van het ontstaan van ziekte
2. De cursist is in staat te beschrijven hoe in de AG de werking van
meerdere ziekteoorzaken begrepen kan worden
3. De cursist heeft inzicht in de samenhang tussen somatische en
psychologische fenomenen bij mens en dier
4. De cursist begrijpt dat de overeenkomsten dynamisch functioneel
begrepen moeten worden waarbij de relaties tussen onder, boven
en midden enerzijds en willen, voelen en denken anderzijds,
zowel biomedisch als psychologisch inzichtelijk worden
5. . De cursist ontwikkelt een dynamisch beeld van de viergelede
functionaliteit van de mens. De relaties en de verschillen tussen
aggregatietoestanden, de vier elementen en wezensdelen van de
mens worden doorzien. (+ onder vermogen vakinhoud)
6. De cursist heeft inzicht in de samenhang tussen lichamelijke en
psychologische fenomenen bij de mens die berusten op
(meng)activiteiten en verhoudingen van de elementen:
bijvoorbeeld zoals bij het ontstaan van de temperamenten.
7. De cursist begrijpt dat de elementen dynamisch functioneel
begrepen moeten worden waarbij de relaties daartussen steeds
veranderen.
8. De cursist begrijpt dat de relaties veranderen in de tijd en dat zij
daarom cruciaal zijn voor de normale ontwikkeling van de mens.
9. De cursist begrijpt dat hun werkingen verschillen ook in de
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
7
verschillende regio’s van de driegelede mens.
10. De cursist heeft inzicht in de samenhang tussen lichamelijke en
psychologische fenomenen van beweging, de psychomotoriek
van dier en mens.
11. De cursist leert het wetmatige ontwikkelingspatroon van de mens
kennen, zowel lichamelijk (0-21 jaar) als psychisch (21-42 jaar)
en geestelijk (42-63 jaar)
12. De cursist begrijpt dat de fysiologie van de biografie een
algemeen wetmatig principe is en dat elke concrete menselijke
biografie daarvan een unieke variant is
13. De cursist begrijpt dat het unieke van elke menselijke biografie de
signatuur van het menselijke Ik draagt
14. De cursist kent het gezichtspunt dat door herhaalde aardelevens
elke biografie vanaf het begin door de voorafgaande Ikontwikkeling medebepaald is en dat de geleefde biografie
ontwikkelingselementen voortbrengt voor een volgend
aardeleven. In dit kader wordt het vraagstuk van de mogelijke
vrijheid van de mens gethematiseerd (+ innerlijke scholingsweg,
kennis)
15. De cursist heeft een indruk van de rol die ziekten in de
biografische ontwikkeling kunnen spelen
16. De cursist begrijpt dat in de driegelede mens de werkingen van
de ‘polen’ potentieel ziekmakend zijn en het ritme geneest. In de
viergelede mens kan een van de elementen / WD de organisatie
ontregelen door een te sterke (nervositeit) of te zwakke (apathie)
werking. In beide voorbeelden (3- en 4-ledig) ontstaat er een
stabiele onbalans. Dat is ziekte.
17. De cursist begrijpt de werking het Ik van de mens kan in dit beeld
geplaatst worden als genezend principe, zowel in 3- als in 4geleding. Daarnaast kan het etherlichaam als genezer en het
astraallichaam als ziekmaker afgeschilderd worden.
Vermogen
18. De cursist heeft het vermogen (niveau 1) aan de zichtbare
verschijnselen de werking van de onzichtbare menselijke
geledingen in beginsel te herkennen door een participerende
grondhouding
a. Dat betreft de 2-, 3-, 4- en 7-gelede mensvisies
b. De cursist kan in de natuur de werking van de elementen in
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
8
beginsel ‘lezen’
c. De cursist heeft het vermogen de relatie te zien tussen de in de
natuur werkende krachten en de in de mens werkende krachten
en hun relatie
19. De cursist heeft een eerste fenomenologisch vermogen op zijn
vakgebied, voor wat betreft diagnostiek, inzicht in de zieke mens
en zicht op therapeutische mogelijkheden.
20. De cursist kan zijn reguliere kennis in beginsel ‘vertalen’ in
antroposofisch jargon
21. De cursist ontwikkelt een dynamisch beeld hoe het menselijk
organisme in haar structuur en functies samenhangt met een
driegelede psychische functionaliteit van de mens
22. De cursist doorziet dat de driegeleding bij plant, mens en dier een
ruimtelijke en tegelijk een functionele verschijningsvorm is
23. De cursist ontwikkelt een dynamisch beeld van de zeven
processen in de functionaliteit van de mens. Op dit niveau moet
de cursist aanschouwelijk leren denken op het gebied van de
beweging, de dynamiek. Het gaat niet om bewegende ‘dingetjes’
moeten voorstellen, maar de beweging als een innerlijke
ervaarbaar gebaar of geste
24. De cursist ontwikkelt een dynamisch beeld van de mens in zijn
verschillende geledingen en interacties. Dagritme, waken en
slapen, stress en ontspanning zijn nuttige voorbeelden van het
labiele evenwicht dat gezondheid is
Vaardigheid
25. De cursist heeft het vermogen respectievelijk in ‘lekentaal’ en in
‘jargon’
a. De werking van de geledingen aan patiënten duidelijk te
maken
b. Met collega’s te communiceren
26. De cursist kan zijn reguliere kennis in beginsel ‘vertalen’ in
antroposofisch jargon en omgekeerd
27. De cursist kan de specifieke eigenschappen van de zogenoemde
‘zevenjaarsperioden’ beschrijven
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
9
Samenwerking
Kennis
Vermogen
Vaardigheid
28. De cursist heeft in beginsel een inlevende attitude ontwikkeld om
de patiënt in diens situatie professioneel ‘empathisch’ te
benaderen (ook nog onder samenwerken en in. scholing, moet
nog wat uitgewerkt)
Professionaliteit
Kennis
29. De cursist weet welke vermogens en vaardigheden voor de
beroepsuitoefening verworven moeten worden en is doordrongen
van de noodzaak van een éducation permanente.
Vermogen
30. De cursist kan de werking en kwaliteit van het Ik van de mens in
het driegelede beeld plaatsen door zelfobservatie en studie (ook
onder vakinhoudelijk)
Vaardigheid
Innerlijke Scholing
Kennis
31. De cursist kent de contouren van de antroposofische
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
10
scholingsweg, algemeen en beroepsspecifiek.
Vermogen
Vaardigheid
32. De cursist kan verschillende innerlijke oefeningen praktiseren
4. Toetsing
Aspecten waarop getoetst wordt
1.
2.
3.
4.
Deelnemers zijn verplicht 85% aanwezigheidscore te halen
De inzet en inbreng tijdens de tweedaagsen wordt beoordeeld
De kwaliteit van het huiswerk wordt beoordeeld
De inhoud van het portfolio wordt voor elk thema afzonderlijk beoordeeld
Dit onderdeel wordt nog verder uitgewerkt aan de hand van de evaluatie van de
huidige basismodule.
De literatuurlijst voor de Basismodule en de reader wordt u toegezonden na
aanmelding
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
11
5. Algemene methodisch didactische
onderwijsgezichtspunten voor de basismodule
antroposofische gezondheidszorg
Methoden:
1.
2.
3.
4.
analyse: methode voor het fysieke lichaam
vergelijkende morfogenese: methode voor het etherlichaam
vergelijkende functie- en bewegingsleer: methode voor het astraallichaam
zelfonderzoek / beschrijvend onderzoek: methode het Ik / Individualiteit
Didactiek:
1. frontaal onderwijs
a. leerdoel: overdracht van informatie en visie / inhoud
2. studiegroep
a. leerdoel: verwerven van inzicht op eigen kracht
3. werkgroep
a. leerdoel: probleem georiënteerd werken, zelfstandig leren een
methode van probleem oplossen te verwerven
4. intervisie
a. leerdoelen: zelfinzicht verwerven, een hulp zijn voor anderen bij hun
zelfonderzoek
5. casusbeschrijving
a. leerdoel: zelfstandig waarnemen en denken klinisch oriënteren; het bij
elkaar brengen van algemeen inzicht en individuele verschijningsvorm
daarvan
6. monografie
a. leerdoel: zelf verworven inhoud overdraagbaar leren formuleren
Didactische hulpmiddelen:
1.
2.
3.
4.
boetseren: relatie etherlichaam / fysiek lichaam
schilderen: relatie astraallichaam / etherlichaam
zingen / muziek: relatie Ik / astraallichaam / etherlichaam
euritmie: relatie ik / fysiek lichaam
Team dat een tweedaagse / de cursus begeleidt:
1. Studiebegeleider: deze begeleidt de groep door de tien’ tweedaagsen’, is op de
hoogte van de thema’s, heeft ervaring in groepsbegeleiding en heeft voldoende in
huis om op individueel niveau en op niveau van het groepsproces adequaat te
kunnen opereren. Hij/zij onderhoudt desgewenst het contact tussen de docenten en
de cursisten enerzijds en de organisatie van de Academie anderzijds.
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
12
2. Themadocent. Deze behandelt het thema van de betreffende twee dagen treedt ook
als monitor op en kan wisselen per thema
3. Docent “waarnemingsoefeningen”: kan wisselen per thema of vaker
4. Docent “kunst”: kan wisselen per twee dagen
5. Gastdocent: docent die een specifiek aspect van een thema kan behandelen
6. Bijlage dagindeling
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
13
Tijd
09.00 uur
Onderwijsvorm
WAARNEMINGSOEFENINGEN
Aan mineraal, plant, dier, mens waarnemen en begrip ontwikkelen volgens Goethes methode. Dat
houdt in: vooroordeelsvrij waarnemen en innerlijk het waargenomene nabootsen, een
aanschouwend oordeel ontwikkelen.
1e dag: Moderator: Paul van Dijk
2e dag: Moderator: themadocent
10.00 uur
KOFFIE
10.10 uur
THEMA INTRO Inleiding
Interactief college. Het thema inhoudelijk en functioneel beschrijven
Themadocent
11.10uur
PAUZE
11.30 uur
WERKGROEPEN
In kleine groepen vragen formuleren over het thema. Methode zoals: 1. wat is er gezegd en begrijp ik
iets niet? 2. wat heeft mij geraakt/aangesproken / afgestoten? 3. wat kan ik er mee in de praktijk?
Themadocent modereert het gesprek.
Vragen 2 en 3 kunnen in de middag opnieuw opgepakt worden bij de verwerking van de inhoud van
de dag.
11.50 uur –
12.15
12.15 – 12.45
12.45 uur
13.30 uur
GESPREK
Themadocent gaat in op de vragen en ervaringen.
HUISWERKBESPREKING
LUNCH
BEROEPSSPECIFIEK UUR
14.45
PAUZE
15.00 uur
KUNSTEN
Afhankelijk van de kunstsoort kan de kunst over twee dagen worden verdeeld a 1 uur per keer (m.n.
euritmie en spraak) dan worden Scholing en/of Huiswerk over de dagen herverdeeld. Indien de
kunsten 2 uur op een dag beslaan (m.n. beeldend en muziek) dan geldt het programma zoals hier
beschreven.
16.15 uur
SCHOLING en/of
Zo nodig thema's in afwisseling op dag 1 en dag 2 afhankelijk van de kunsten.
studiebegeleiders
HUISWERK
Moderatoren:
17.00 uur
EVALUATIE DAG
Terugblik, vragen uit de ochtendwerkgroepen 2. EN 3., eigen leerdoelen en -vragen.
Moderatoren: studiebegeleiders
17.20 uur
AFSLUITING
Elk thema afsluiten met een omvattend en karakteristiek imaginatief beeld.
studiebegeleiders
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
Moderatoren:
14
Interdisciplinaire Basismodule Academie Antroposofische Gezondheidszorg 2014-2015
15