Verslag Verkiezingsdebat 6 maart 2014

Maatschappelijke Ontwikkeling
Samenleving
Telefoon 030 – 2865903
E-mail: [email protected]
Notulen
Bijeenkomst
Verkiezingsdebat
Verslag door
Datum
Tijdstip
Plaats
donderdag 6 maart 2014
14.00-16.00 uur
Careyn Tuindorp Oost, Winklerlaan
Datum verslag
Verzonden aan
Vervolg
Rosenbaum Select,
notulisten & verslaggevers
Opening en inleiding
Tijdens de sfeervolle ontvangst met live-muziek en lekkere hapjes wordt er druk 'gefolderd.' De lokale
politici groeten elkaar als goede bekenden.
De voorzitter van de Adviescommissie Ouderenbeleid, Mieke van der Burg, verwelkomt de vele
aanwezigen – in het bijzonder de vertegenwoordigers van twaalf politieke partijen. 'Wat fijn dat u er
bent om met ons te komen praten over onderwerpen die voor ouderen van groot belang zijn, zeker de
komende vier jaar.'
De Adviescommissie Ouderenbeleid is een onafhankelijk en onpartijdig adviesorgaan van de gemeente
Utrecht. De dertig leden – ouderen en werkers voor ouderen – adviseren het College van B&W vanuit
ouderenperspectief. De Adviescommissie komt maandelijks bijeen, en behandelt dan een thema dat
vooraf door een deskundige wordt toegelicht. Men geeft gemiddeld acht adviezen per jaar.
De gemeenteraadsverkiezingen (19 maart a.s.) vormen een prima aanleiding om het ouderenstandpunt
naar voren te brengen. Ter gelegenheid daarvan stelde de Adviescommissie het Tienpuntenplan op. Er
worden ter vergadering exemplaren van uitgereikt, maar het is ook op internet te vinden. Het
zorgbeleid is sterk in ontwikkeling; bovendien gaan de gemeenten er verantwoordelijk voor worden.
'Zorg' was altijd al een belangrijk onderwerp voor ouderen, en het belang ervan zal de komende tijd
alleen maar groter worden, gezien de voortgaande groei van deze groep. De Adviescommissie heeft de
drie belangrijkste onderwerpen uit het Tienpuntenplan gekozen om vandaag met de lokale politici te
bediscussiëren – als ruggensteuntje voor in het stemhokje op 19 maart a.s.
Niet alleen 'zorg' houdt ouderen bezig; dit geldt ook voor onderwerpen zoals huisvesting en financiën.
Nu de rijksoverheid taken op die gebieden overhevelt naar de gemeenten, zijn
gemeenteraadsverkiezingen een goed moment om daar bij stil te staan, en te horen wat de politieke
partijen ervan vinden. Zij moeten immers de kaders voor het beleid gaan aangeven.
De discussie wordt geleid door drs. Bert van Slooten.
Voorstellen
De heer Van Slooten verwelkomt de vertegenwoordigers van de elf politieke partijen en stelt hen aan
de aanwezigen voor – oudgedienden en nieuwelingen in het Utrechtse politieke speelveld.
Cees Bos (Stadsbelang Utrecht), Gilbert Isabella (Partij van de Arbeid), Wim Vreeswijk (Partij Vrij
Utrecht), Sander van Waveren (CDA), Rob Vellekoop (Basis Inkomen Partij), Cissy Koolstra (Ouderen
Partij Utrecht), Kees Geldof (VVD), Nicole van Gemert (Socialistische Partij), Jamila Hamid (GroenLinks),
Maarten Koop (D66), René van der Kruk (Partij voor de dieren) en Maarten van Ooijen (ChristenUnie).
Adviescommissie Ouderenbeleid 06-03-2014
Maatschappelijke Ontwikkeling
Samenleving
Stelling 1
"Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis (zelfstandig?) kunnen blijven wonen. Daarom moet
ouderenhuisvesting (woningaanpassingen, verbouw panden en nieuwbouw) tot speerpunt van
gemeentelijk beleid worden. Per buurt en met ouderen moeten plannen worden ontwikkeld; de
gemeente biedt (financiële) ondersteuning."
CDA. Mee eens. Het CDA heeft de wethouder pas nog gecomplimenteerd met zijn inspanningen op het
gebied van studentenhuisvesting; ouderenhuisvesting is helaas nog onderbelicht gebleven. Het CDA
vindt dat mensen tot op hoge leeftijd fijn thuis moeten kunnen blijven wonen. Er moet ondersteuning
bij de hand zijn voor hen.
Partij van de Arbeid. Mee eens. Huisvesting in het algemeen en ouderenhuisvesting in het bijzonder
heeft altijd de aandacht van deze partij gehad. Woningen moeten levensloopbestendig zijn, zodat
ouderen er kunnen blijven wonen zolang zij willen, eventueel met enige ondersteuning. Er worden in
Utrecht nog steeds 'seniorenwoningen' gebouwd, vandaag liever 'levensloopbestendige woningen'
genoemd.
Socialistische Partij. 'Van harte mee eens,' zegt mevrouw Van Gemert, maar er zijn niet genoeg
woningen beschikbaar. Het huidige aanbod voldoet bovendien niet. Sociale seniorenwoningen zijn te
duur. Als we willen dat ouderen hun grote eensgezinswoningen verlaten om plaats te maken voor
gezinnen, zullen we eerst iets aan de huurprijzen moeten doen.
GroenLinks. Eens met de stelling. Ouderen moeten zelfstandig kunnen blijven wonen als zij dat willen,
maar ze moeten niet vereenzamen. Er moet hulp aan huis beschikbaar zijn – daar moet de lokale
overheid voor zorgen. Daarnaast zijn er te weinig geschikte woningen voor senioren beschikbaar.
Stadsbelang Utrecht. Eens met de stelling. Deze partij gaat volop inzetten op doelgroepwoningen,
zowel voor studenten als voor ouderen. Ouderen moeten eerder kans maken op een doelgroepwoning;
zij blijven noodgedwongen vaak te lang in een te groot, ongeschikt huis wonen. Er moeten dus meer
seniorenwoningen komen en de gemeente moet voorzien in 'ingroeihuren.' Dit betekent dat
huurprijzen op een wat lager niveau beginnen. Daarover wil men afspraken maken met de
woningcorporaties.
VVD. Eens met de stelling. Dat ouderen zo lang mogelijk thuis willen wonen is niet nieuw, aldus de
heer Geldof. Er gaan al jarenlang steeds minder ouderen in een zorginstelling wonen. De gemeente
moet dus stevig overleggen met de woningcorporaties over de bouw van levensloopbestendige
woningen. Er wordt daarnaast heel veel 'scheef gewoond' in de sociale huursector. Bouwprogramma's
moeten dus voorzien in middeldure huurwoningen, zodat mensen kunnen doorstromen. De VVD ziet
dit als een belangrijke opgave voor de komende jaren.
Ouderen Partij Utrecht. Mee eens, maar het probleem is dat de thuiszorg vrijwel is wegbezuinigd.
Mensen kunnen alleen maar thuis blijven wonen als er zorg en ondersteuning beschikbaar is in de
buurt. Uit de nieuwsberichten over bezuinigingen leiden ouderen af dat zij hun zorginstelling moeten
verlaten, terwijl zij dat niet willen. De Ouderen Partij Utrecht ziet wel mogelijkheden om
zorginstellingen in stand te houden; daar moet de gemeente zich optimaal voor inzetten.
Partij Vrij Utrecht. Mee eens, maar Den Haag veroorzaakt het probleem. Binnen enkele jaren wil men
800 verzorgingshuizen sluiten, wat tot tweedeling in de Nederlandse samenleving leidt. Alleen Utrecht
kent al een leegstand van 14% in de kantorensector. Die vierkante meters kunnen beschikbaar worden
gemaakt voor huisvesting – niet alleen voor studenten en starters, maar ook voor ouderen.
2
2/7
Maatschappelijke Ontwikkeling
Samenleving
Partij voor de dieren. Eens met de stelling. Het probleem moet worden opgelost in samenwerking met
de mensen om wie het gaat. Wat willen zij zelf het liefst? Wat is het beste voor hen? Wat hebben
ouderen aan voorzieningen nodig? Hier kun je denken aan zorgondersteuning, maar ook aan goed
openbaar vervoer. De Partij voor de dieren pleit voor een integrale visie op het probleem. Net als
andere sprekers vindt ook de heer Van der Kruk dat de doorstroom op de woningmarkt goed op gang
moet komen; pas dan kunnen mensen echt kiezen hoe zij willen leven in hun eigen wijk.
D66. 'Volledig mee eens,' aldus de heer Koop. Ouderen moeten net zo lang thuis kunnen blijven
wonen als ze willen. D66 kiest in dit verband voor levensloopbestendig wonen; daar moet bij
nieuwbouwplannen dus al rekening mee worden gehouden. Renovatie en aanpassingen: dat hoeven
niet altijd dure operaties te zijn; soms gaat het om simpele ingrepen zoals een deurscharnier
verplaatsen.
Basis Inkomen Partij. 'Natuurlijk eens met de stelling,' maar helaas komen we geschikte woningen
tekort.
ChristenUnie. Mee eens. De wens om lang thuis te blijven wonen leeft onder zeer veel ouderen. Er
komt echter nogal wat bij kijken om dit te realiseren. Volgens de ANBO voert de gemeente hier
onvoldoende regie; daardoor gaan heel wat projecten simpelweg niet door. Dit is eenvoudig op te
lossen, vindt de heer Van Ooijen, de gemeente moet een proactieve rol gaan nemen om de zaken voor
elkaar te krijgen.
Nu alle vertegenwoordigers aan het woord zijn geweest, concludeert de voorzitter dat geen van hen
het met de stelling oneens is. Wat moet er dan gebeuren om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te
laten wonen? Welke maatregelen zijn daarvoor nodig?
'Met de stelling is iedereen het eens,' stelt mevrouw Van Gemert (SP); het gaat erom wat je ermee doet.
Er zijn veel berichten over sluiting van zorginstellingen. Ouderen worden daar onzeker van, en bang
voor de toekomst. Hebben zij nog wel recht op thuiszorg als ze gaan verhuizen? Worden zorg en
voorzieningen nog wel vergoed? Het huidige kabinet heeft veel te hard bezuinigd. De lokale politiek
moet mensen zekerheid bieden.
Volgens de heer Isabella (PvdA) hebben ouderen simpelweg een goed netwerk nodig. Dat er veel gaat
veranderen valt niet te ontkennen; desondanks kunnen mensen met een goed netwerk – of kinderen
die in de buurt wonen – thuis blijven wonen. Vanuit de zaal wordt daar tegenin gebracht dat lang niet
iedereen de kinderen in de buurt heeft, en dat veel ouderen niet zo'n groot sociaal netwerk hebben.
'Toch blijft u de zorg krijgen die u nodig hebt,' zo verzekert de heer Isabella. 'Er komt niemand op
straat als gevolg van de sluiting van zorginstellingen.' De zorgen begrijpt hij echter wel. Daarom is
volgens hem ook goede informatievoorziening belangrijk.
Volgens mevrouw Koolstra (OPU) zijn veel ouderen alleen; velen willen bovendien niet eens dat hun
kinderen de zorg voor hen op zich nemen. Alle kinderen werken, en velen wonen in een andere plaats.
Daarom mag de thuiszorg niet worden wegbezuinigd. Er moet een goed vangnet komen voor mensen
die geen kinderen (in de buurt) hebben.
Oude mensen die zorg nodig hebben, zullen die altijd krijgen, ondanks de vele veranderingen die er
komen, zegt de heer Van Waveren (CDA). Het aantal 65-plussers in Utrecht zal tot 2040 verdubbelen.
De gemeente moet zich daar nu al op voorbereiden. Dit betreft woningbouw, zorg en meer. Het CDA
zal daar de komende vier jaar sterk op inzetten. Ouderen van elders zouden bijvoorbeeld vlakbij de
kinderen in Utrecht kunnen komen wonen. Nu kan dat niet (geen binding met de stad), maar het zou
wél mogelijk moeten zijn. De kinderen kunnen dan de benodigde mantelzorg geven. Hierop wordt
vanuit het publiek opgemerkt dat politici niet begrijpen waar het om gaat. De spreekster (werkzaam
3
3/7
Maatschappelijke Ontwikkeling
Samenleving
geweest in de gezondheidszorg) signaleert dat de zorg steeds meer verschraalt. Voor ouderen is dat
een angstig signaal.
De heer Van Ooijen (ChristenUnie) geeft aan dat hij wel oplossingen ziet in maatwerk, en niet in
strakke regeltjes. De ene mens heeft meer zorg en aandacht nodig dan de ander; waar de een in staat
is om zelf de ramen te lappen – en dat ook graag doet – heeft een ander bij alles hulp en
ondersteuning nodig. Bij een oudere met een paar kinderen die regelmatig langskomen, kan de
thuiszorg wellicht volstaan met 'een tandje minder.' Als je 't zo wilt bekijken, zijn er best besparingen
mogelijk, vindt de heer Van Ooijen, zonder dat mensen verkommeren.
Een van de aanwezigen in de zaal vindt dat de lokale politici meer moeten kijken naar het algemeen
belang. De huidige zeer oude generatie (80+) heeft Nederland helpen opbouwen. Hun kinderen zijn
zelf senior geworden. Met deze generaties wordt geen rekening gehouden; er speelt veel meer dan
alleen zorgbehoefte. Denk bijvoorbeeld aan de inkomensval. Hierop wijst de voorzitter erop dat dit
niet direct te maken heeft met de gemeente, maar met het beleid van de rijksoverheid. Vandaag gaat
het om de vraag wat de gemeente kan doen om de gevolgen van het overheidsbeleid zo goed mogelijk
op te vangen voor de burgers van Utrecht.
Volgens de heer Geldof (VVD) zijn daar de nodige ontwikkelingen al voor in gang gezet; denk hier
bijvoorbeeld aan Buurtteams. Je kunt dichtbij huis terecht voor informatie en voor zorg. Er zijn korte
lijnen met de huisartsen. Dit moet een veilig gevoel geven. Je moet mensen het gevoel weten te geven
dat zij veilig zijn, vindt de heer Geldof. Zij moeten weten dat er snel hulp komt, bijvoorbeeld met
behulp van persoonsalarmering. De Buurtteams gaan over de hele stad uitgerold worden. Met dit soort
maatregelen probeert de gemeente de zorg zo goed mogelijk te waarborgen.
De gemeente moet mensen bewust maken van de veranderingen in de zorg, vindt een van de
aanwezigen. Mensen begrijpen nu niet goed wat de veranderingen voor hen betekenen. Wie het wél
begrijpt, kan erop anticiperen, en daardoor ook participeren. Hoe gaat de gemeente dat voor elkaar
krijgen? Volgens mevrouw Hamid (GroenLinks) hebben burgers daar grote invloed op. Zij kiezen
immers de gemeenteraad, en die stelt de kaders voor dergelijk beleid.
Het is lastig, aldus de heer Van Waveren (CDA), want de rijksoverheid heeft nog geen finale besluiten
genomen. De persoonlijke verzorging bijvoorbeeld, wordt niet gedecentraliseerd, maar wordt
ondergebracht bij de zorgverzekeraars. Mensen moeten hierover goed geïnformeerd worden – dat is
dan weer een taak voor de lokale overheid. 'Goede voorzieningen in de buurt zijn belangrijk,' vindt de
heer Koop (D66), 'en de toegang daartoe.' Buurtteams zijn daar volgens hem een goed voorbeeld van.
D66 wil graag dat ook particuliere initiatieven de ruimte krijgen, zoals bijvoorbeeld Samen Hoograven.
Daar wordt heel veel bereikt met minimale inzet van de overheid.
Dit is een goed moment om stelling 2 te gaan behandelen, zo constateert de voorzitter.
Stelling 2
"Naast digitale informatievoorziening en publieke dienstverlening door de gemeente zijn andere
kanalen zoals buurtinformatiepunten en een speciale voorlichter noodzakelijk."
Mensen kunnen informatie onder andere halen bij 'huiskamergesprekken,' stelt de heer Koop (D66). De
heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vult aan dat ook ouderenadviseurs, huisartsen en wijkverpleegkundigen
goede 'informatiekanalen' zijn. Evenementen als dit debat op locatie zijn ook heel geschikt. De
informatieverstrekking loopt niet altijd even goed, zo erkent de heer Isabella (PvdA), maar die kunnen
we verbeteren vanaf vandaag.
4
4/7
Maatschappelijke Ontwikkeling
Samenleving
Een van de aanwezigen (directeur zorginstelling) beaamt dat het regeringsbeleid nog onvoldoende
duidelijk is. De gemeente heeft dan wel Buurtteams ingesteld, maar daarin wordt aandacht voor
kwetsbare ouderen gemist. De zeer kwetsbare groep wordt nauwelijks genoemd. Tot nu toe ging het
steeds over ouderen die hun eigen keuzes wel kunnen maken, maar wat gaat de gemeente doen voor
mensen die richting verpleeghuiszorg gaan? Dagvoorzieningen voor die groep worden langzaam maar
zeker allemaal gesloten. De prachtige initiatieven waar eerder melding van werd gemaakt, zijn gericht
op niet-professionele zorg.
Mevrouw Van Gemert (SP) wijst erop dat haar partij daar samen met het CDA al jaren aandacht voor
vraagt. Dit is precies het probleem van de participatiemaatschappij: het draait om assertiviteit, om
mondige mensen die de weg wel weten te vinden. Er is echter ook een grote groep die daardoor
achterblijft – denk hier bijvoorbeeld aan mensen die het moeilijk vinden om om hulp te vragen. Zij
dreigen in een sociaal isolement te komen. Digitale informatievoorziening is belangrijk, maar de
gemeente heeft ook actieve informatieplicht.
De heer Van der Kurk (Partij voor de dieren) vindt dat de gevestigde politieke partijen de burgers
minimale garanties moeten geven.
Mevrouw Koolstra (OPU) wijst erop dat 150 wijkverpleegkundigen de stad € 3 miljoen zouden kosten.
Zij zouden kunnen worden uitgezet over de stad, en kunnen signaleren wat er aan zorg nodig is.
Volgens de OPU zou dit een heel goede investering zijn. Een van de andere debaters merkt op dat die
professionals dan wel mager betaald zouden worden (€ 20.000 bruto per jaar). Dat gaat te ver!
Een van de aanwezigen in het publiek vertelt wat er allemaal aan voorzieningen voor ouderen is
wegbezuinigd in de afgelopen 25 jaar. Inloopbijeenkomsten bijvoorbeeld, zijn er niet meer. Voor
ouderen zijn dergelijke voorzieningen zo belangrijk, bijvoorbeeld ter voorkoming van eenzaamheid.
'De politiek trekt zich nergens iets van aan,' is de verdrietige conclusie van de spreekster.
GroenLinks heeft zich juist altijd bekommerd om kwetsbare mensen, aldus mevrouw Hamid; de
overheid is verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die zichzelf niet kunnen redden. Zo
heeft GroenLinks een motie mede ondertekend voor verplicht huisbezoek aan 80-plussers. GroenLinks
heeft zich sterk gemaakt voor behoud van het PGB (persoonsgebonden budget) op gemeentelijk
niveau. Volgens de heer Vellekoop (BIP) hebben de gevestigde partijen te weinig oog gehad voor en te
weinig prioriteit gegeven aan ouderenzorg. De nieuwe gemeenteraad moet die prioriteit wél stellen, en
de juiste keuzes maken voor de ouderen.
De heer Van Ooijen (ChristenUnie) wijst erop dat de gemeente niet voor alle bezuinigingen
verantwoordelijk is; veel beleid komt uit Den Haag. Niet alle rijksoverheidsbeleid heeft een directe
relatie met lokaal beleid. Lokale partijen kunnen bijvoorbeeld echt niet beloven dat zorginstellingen
open kunnen worden gehouden met gemeentelijk geld.
Dit brengt de gedachtenwisseling bij de verkiezingsprogramma's. 'Van hetgeen u hier naar voren
brengt, is nauwelijks iets terug te lezen in uw programma's,' stelt de voorzitter. 'Wat biedt u de
burgers van Utrecht nu concreet?' Een medewerkster van COSBO Stad Utrecht grijpt nog even terug op
het vorige onderwerp, huisvesting. De politiek benadrukt steeds maar hoe belangrijk
ouderenhuisvesting is, en hoe belangrijk het is dat er doorstroming op de woningmarkt ontstaat.
Waarom heeft er dan toch niemand gekozen voor het instellen van een verhuisadviseur voor senioren?
Volgens de heer Isabella (PvdA) is er gedurende één jaar een verhuisadviseur geweest. Dat was een
kleine stap. Een andere kleine stap is de bereidheid van een van de woningcorporaties om ouderen die
naar een kleinere woning willen gaan, een betaalbare huur te rekenen. Nu blijkt dat men grote waarde
hecht aan de verhuisadviseur, kan de gemeenteraad er zeker voor kiezen dat die functionaris er komt.
5
5/7
Maatschappelijke Ontwikkeling
Samenleving
Een bewoner van Overvecht merkt op dat de Buurtteams al twee jaar bestaan, maar dat niemand weet
hoe die teams te bereiken, of wat precies de taak van de teams is. Waarom zit er geen
wijkverpleegkundige in het Buurtteam? De heer Van Waveren (CDA) is ook niet heel over de
informatievoorziening over de Buurtteams. Mevrouw Hamid (GroenLinks) legt uit dat dat nu nog niet
vast staat dat er een wijkverpleegkundige deel zal gaan uitmaken van het Buurtteam. De heer Geldof
(VVD) vult aan dat de gemeente daarover goede afspraken zou moeten met de zorgverzekeraars. Zorg
is niet in eerste instantie de taak van de gemeente; de zorg in het algemeen kan wel
samenwerkingspartner zijn.
Waarom is het Seniorenspreekuur opgeheven? Wie gaat ervoor zorgen dat deze laagdrempelige
voorziening terugkomt? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) geeft aan dat zijn partij wil dat er meer
ouderencoaches bij komen.
Vanuit het publiek wordt opgemerkt dat het niet duidelijk is wie waarover gaat. Je hebt de gemeente,
de zorgverzekeraars, Buurtteams en zo meer. Neem bijvoorbeeld het huis Nieuw Bleyenburg, een
voorziening voor zelfstandig wonen. De benedenverdieping maakt deel uit van het woonservicegebied
van de omliggende wijk. Het restaurant, bedoeld voor de hele buurt dus, gaat om 18.45 uur dicht. Dat
draagt natuurlijk niet bij aan het zo lang mogelijk zelfstandig blijven van ouderen. De gemeente gaat
daar echter niet over, en de zorginstelling (Careyn) vindt het openhouden van het restaurant te duur.
Daarmee worden de zelfstandig wonenden feitelijk enorm gedupeerd. De directeur van Careyn legt uit
dat er wel naar een oplossing wordt gezorgd, in overleg met de bewonersvereniging. Misschien is een
horecavergunning de oplossing wel; daar is dan medewerking van de gemeente voor nodig. Er wordt
ook gekeken of het restaurant met hulp van vrijwilligers uit de buurt kan worden opengehouden.
Terug naar stelling 2; zijn de vertegenwoordigers van de politieke partijen het ermee eens of niet?
Moeten er naast digitale informatievoorziening ook andere kanalen zijn? Vanuit het publiek wordt de
aanvullende vraag gesteld of de ouderenvoorlichter gehandhaafd wordt na 1 juli 2014. Wat de
meesten, vooral lokale partijen betreft, wel. De heer Koop (D66) ziet informatie het liefst afgestemd op
buurtniveau. Daarvoor zijn onder andere de Buurtteams opgezet. De heer Geldof (VVD) vraagt zich af
of het om de functie of om de functionaris gaat. De informatiefunctie verdwijnt niet; die wordt niet
wegbezuinigd. Met de uitrol van de Buurtteams blijft de informatiefunctie bestaan.
Stelling 3
"De komende tijd verandert het zorgbeleid ingrijpend. Duidelijkheid over concrete uitwerking hiervan
ontbreekt nog. Een ding is zeker: er zullen gaten vallen; mantelzorgers en vrijwilligers krijgen het
zwaarder. Gevolgen zoals toename van eenzaamheid van ouderen, van ouderenmishandeling en
overbelasting van mantelzorgers moeten worden voorkomen."
Mevrouw Van Gemert (SP) pleit voor het behoud van dagbesteding en goede ondersteuning van
mantelzorgers. De gemeente kan dat betalen door lokale lasten anders te verdelen; de zorgvraag moet
leidend zijn. Hier sluit mevrouw Koolstra (OPU) zich bij aan. Geen dure stadskantoren, maar thuiszorg!
Geen megalomaan bibliotheekgebouw, maar bibliotheekfilialen in de buurten. 'De gemeentelijke
begroting omvat zo'n € 1,3 miljard,' zegt de heer Vreeswijk (PVU). 'Daarvan moet een substantieel deel
aan voorzieningen voor ouderen worden besteed; zij hebben Nederland na WO II immers opgebouwd –
zónder sociale voorzieningen! We moeten hen niet afschepen.'
Voor het bestrijden van eenzaamheid is het belangrijk dat de stad haar burgers in beeld heeft, vindt
mevrouw Hamid (GroenLinks). Niet voor niets hebben enkele raadsfracties samen een motie ingediend
die huisbezoek aan 80-plussers verplicht stelt. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) pleit voor het
inrichten van 'huiskamers voor ouderen' overal in de stad, nu er zoveel buurthuizen zijn
wegbezuinigd. Een heel goed initiatief is De Hoef in Vleuten-De Meern, geheel gerund door
6
6/7
Maatschappelijke Ontwikkeling
Samenleving
vrijwilligers. Daarnaast hebben ouderen behoefte aan goed openbaar vervoer, zo wordt door iemand
anders aangevuld.
De heer Geldof (VVD) vindt het niet verkeerd om mensen te vragen wat zij zelf kunnen. Er moet echter
wel zorg beschikbaar zijn; elke mantelzorger kan immers ziek worden. Vanuit het publiek wordt
gevraagd of de gemeenteraad zich daar wel bezorgd genoeg om maakt. Er worden immers alleen maar
voorzieningen afgebroken en opgeheven. Hoe is het contact met de rijksoverheid over dit soort
maatregelen? Zijn raadsleden voldoende in staat om erop vooruit te lopen? De heer Isabella (PvdA)
deelt de zorgen. Hij communiceert daar regelmatig over met de staatssecretaris van Sociale zaken. De
ontwikkelingen gaan echter zeer snel – dat erkent de heer Isabella ook wel. Lokaal gaat het erom dat
iedereen de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft.
Er wordt verwezen naar het succesvolle Podium Oost, waar vrijwilligers evenwel gewoon zaalhuur
moeten betalen, en hun eigen koffie moeten betalen. De gemeente zou vrijwilligers hier de ruimte
moeten bieden, en dat financieel moeten ondersteunen. Koester de vrijwilligers, is het dringende
advies aan lokale politici, want zij zorgen ervoor dat belangrijke voorzieningen in stand kunnen
worden gehouden, bijvoorbeeld eettafels voor ouderen. En, nieuwe gemeenteraad, onthef op 20 maart
a.s. het UVO (Utrechtse Vastgoed Organisatie) van al zijn taken!
Gemeenteraadsleden moeten oog hebben voor alle ouderen, wordt gezegd. Het is een zeer diverse
bevolkingsgroep, al dan niet kwetsbaar. De spreekster adviseert de raadsleden om regelmatig contact
te hebben met de drie ouderenbonden in de stad, samenwerkend in COSBO-verband.
Sluiting
Gehoord de discussie moet Utrecht een geweldig college krijgen na 19 maart! Dat is de conclusie van
een van de aanwezigen.
De voorzitter stelt dat ook gebleken is dat er nog veel onduidelijk is over het nieuwe zorgstelsel en
over huisvesting voor ouderen. Wel is duidelijk geworden dat de doelgroep, ouderen in dit geval,
betrokken wil worden bij het ontwikkelen van beleid.
De voorzitter van de Adviescommissie Ouderenbeleid, mevrouw Van der Burg, bedankt alle aanwezigen
voor het levendige debat en de waardevolle inbreng. De vertegenwoordigers van de politieke partijen
bedankt zij voor hun komst; 'jullie stonden hier toch maar!' Mevrouw Van der Burg verzekert hen er
echter van dat de Adviescommissie Ouderenbeleid hen aan de gedane beloften zal houden. Zij nodigt
hen allen uit om zo snel mogelijk na het bekend worden van de verkiezingsuitslag in gesprek te gaan
met de Adviescommissie en de ouderenbonden, zodat het ouderenbeleid een goede plek krijgt in het
collegeprogramma.
7
7/7