A-1 Verslag 2014-06-24 Voorsessie RWE

VERSLAG VAN DE REGIORAADSSESSIE
RUIMTE EN WONEN EN ECONOMIE
opgesteld door
:
J. Kamphuis
datum vergadering
:
24 juni 2014
Aanwezig
Regioraadsleden en gemeenteraadsleden:
Dhr. J.J. Wortel (GroenLinks, Waterland); dhr. B. Daan (PvdA,
Purmerend); dhr. M.E. van den Heuvel (D66, Amsterdam); dhr.
J.Bos (D66, Ouder-Amstel); dhr. J.P.D. van Osselaer (D66,
Amsterdam); dhr. E.A. Flentge (SP, Amsterdam); mw. B. van der
Erve (HAP, Haarlemmermeer); mw. S. Mutluer (PvdA, Zaanstad);
mw. W. van Soest (PvdO, Amsterdam); mw. T.K. van Wijnen
(GroenLinks, Amstelveen); mw. L. Roos (bbA, Amstelveen); dhr.
G.J. Ram (VVD, Zaanstad); dhr. M.D. Polak (VVD, Uithoorn); dhr.
A.J.M. Scholten (PvdA, Diemen); mw. N.F Mulder (GroenLinks,
Haarlemmermeer);
Voorzitter:
Dhr. D. Straat
Leden DB: Dhr. D. Straat (portefeuillehouder Economie)
Secretaris: Dhr. J.C. de Neef
Ambtelijke ondersteuning: Dhr. M. Bekker; mw. A. Molenaar; dhr. G. van der Plas;
dhr. M. Kouwenberg; mw. S. van der Lelij; mw. J. Kamphuis
A: Ter voorbereiding van besluitvorming in de vergadering van de Regioraad
A-1 Benoeming voorzitter sessie Ruimte, Wonen en Economie
Aan de Regioraad is bij de installatie-vergadering een uitvraag gedaan om
kandidaten voor de voorzitters van de Regioraadssessie aan te leveren, er zijn
echter nog geen aanmeldingen binnen gekomen. De heer Straat (DB lid) zit
daarom eenmalig deze Regioraadssessie voor. Er wordt geïnventariseerd of er
een Regioraadslid aanwezig is met interesse om de Regioraadssessie voor te
gaan zitten. De heer Daan (PvdA Purmerend) stelt zich beschikbaar en krijgt
hiervoor brede steun. De heer Daan is daarmee vanaf de volgende
Regioraadssessie de voorzitter.
De heer Straat legt uit dat de agendapunten onder A bedoeld zijn ter
besluitvorming in de plenaire Regioraad. Commissieleden worden gevraagd om te
adviseren of deze dossiers ook daadwerkelijk ter besluitvorming kunnen worden
voorgelegd. Agendapunten onder B hebben het karakter van informatie
verstrekken, discussie of zienswijzen delen. Deze zijn niet besluitvormend.
A-2 a. Behandeling ingekomen stukken (agendapunt 5 regioraad)
Er zijn geen ingekomen stukken.
A-2 b. Beantwoording schriftelijke vragen (agendapunt 6 regioraad)
Er zijn geen schriftelijke vragen.
Pagina 1 van 6
A-3 Jaarstukken 2013 (agendapunt 9 regioraad)
De heer Bos: De heer Bos stelt een vraag met betrekking tot verkeer en vervoer.
De heer de Neef: De heer de Neef legt uit dat deze vraag thuis hoort in de
Regioraadssessie Verkeer en Vervoer en niet in de Regioraadssessie Ruimte,
Wonen en Economie.
Mevrouw Mutluer: Bij agenda punt 9, vaststelling van de jaarrekening 2013, is een
van de beslispunten voor de Regioraad: ‘’Het Rekeningresultaat van € 1.223.846
toe te voegen aan de algemene reserve en € 900.000,- daarvan te gebruiken ten
behoeve van een Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt’’. Naar
aanleiding hiervan wordt opgemerkt dat er mogelijk een motie van GroenLinks zal
worden ingediend, met als strekking om deze vrije ruimte te oormerken voor de
verbetering van de luchtkwaliteit.
De heer Ram: de heer Ram heeft ook iets over deze motie vernomen. Hij is geen
voorstander om dit geld te bestemmen aan de verbetering van de luchtkwaliteit. .
Mevrouw van Wijnen: er is ook een Stimuleringsimpuls 2014 De beschikkingen
voor het Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt 2014 zijn de
deur uit.
De heer Daan: Is dat geld structureel beschikbaar?
De heer de Neef: licht toe dat ikv de begroting 2014 er inderdaad een programma
2014 is vastgesteld en dat de beschikkingen hiervan de deur uit zijn Door de
gemeenten wordt het ervaren als een succes. Het voorstel waar het we nu over
hebben ikv de jaarrekening 2013 gaat over het reserveren van een tweede
tranche Stimuleringsimpuls. Het is incidenteel geld..
De heer Daan: Discussies over waaraan het geld uitgegeven gaat worden is iets
voor de Raad. Het is volgens mij alleen niet de bedoeling dat gemeenten een
bijdrage per inwoner betalen, en dat vervolgens een deel van dit geld over blijft.
De heer Bos: Zijn het wel regionale projecten waaraan het geld wordt uitgegeven?
Mevrouw van Wijnen: Het zijn projecten op lokaal niveau die regionaal afstralen.
Voor kleinere gemeenten is het zonder dit geld vaak lastig zulke projecten op te
pakken.
De heer van Osselaer: Als de regio dit geld niet uitgeeft dan zouden gemeenten dit zelf
kunnen uitgeven.
De heer Straat: Het is een incidenteel bedrag. Een dergelijke motie is daarmee
een politieke keus.
De heer Daan: Het geld kan altijd nog terugvloeien naar gemeenten. Maar het lijkt
mij niet goed het geld nu al te labellen voor bijvoorbeeld luchtkwaliteit.
De heer de Neef: Het voorstel is dit geld toe te voegen aan de reserve met het
label Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt. Hoe je besteding
daarvan gaat invullen wordt later pas besloten.
Pagina 2 van 6
De heer Bos: Daarbij is wel de behoefte dit breder te trekken, projecten met een
regionale betekenis.
De voorzitter concludeert dat de Regioraad expliciet betrokken wordt bij de besteding
van het voorstel. De uitkomsten van de Regionale Agenda worden daarbij betrokken.
In de Raad verder bezien of er een motie wordt ingediend om het te besteden aan
Luchtkwaliteit.
A-4 Begroting 2015 (agendapunt 10 regioraad)
De heer de Neef: Deze kader-begroting 2015 is gebaseerd op huidige beleid,
takenpakket en bijdrage van de gemeenten. Het DB heeft een Regionale agenda 20142018 in voorbereiding. In de Regioraad van oktober is een eerste lezing voorzien,
gericht op vaststelling in de Regioraad van december 2014. Dit samen met het
werkprogramma 2015.
De heer van Osselaer: heeft een vraag over bladzijde 41/42 van de begroting 2015.
Allereerst is de benaming niet consequent. Onder het kopje ‘Wat willen we bereiken in
2015?’ heet de paragraaf Toerisme en Congressen en onder het kopje ‘Wat
verwachten we voor 2015?’ heet de paragraaf Toerisme en Recreatie. En wat zijn de
acties met betrekking tot congressen?
De heer Bekker: De stimulering van internationale congressen krijgt via twee projecten
vorm. Het project ‘Amsterdam Bezoeken, Holland Zien’ richt zich in algemene zin op de
marketing en promotie van de hele regio als aantrekkelijke toeristische bestemming.
Via het project ‘Clusters en Congressen in de MRA’ wordt heel specifiek gewerkt aan
het aantrekken van meer buitenlandse congressen. Beide projecten kennen hele
concrete kwantitatieve doelstellingen, die periodiek gemeten worden. Deze zijn
beschikbaar.
De heer van Osselaer: Aan welke acties wordt het geld uitgegeven?
De heer Bekker: Voor beide lopende projecten heeft de Stadsregio financieel
bijgedragen. Voor het project ‘Clusters en Congressen in de MRA’ is de Stadsregio
Amsterdam penvoerder en opdrachtgever.
De heer Straat: Volgende keer zullen wij de terminologie beter op elkaar aan laten
sluiten.
B: Ter bespreking/ ter informatie:
B-1 Introductie Ruimte, Wonen en Economie voor de nieuwe leden van de
regioraad
Presentatie van de heer Bekker over het programma Economische Zaken (zie bijlage).
Mevrouw van Wijnen: Activiteiten in de toekomst zou ik graag willen bekijken in
het licht van de toekomst van de Stadsregio Amsterdam gezien de mogelijke
afschaffing.
Pagina 3 van 6
De heer Bekker: Veel activiteiten zijn al op MRA schaal, maar vaak is de Stadsregio
Amsterdam wel de initiatiefnemer.
De heer Straat: De regionale structuur wordt ook besproken in het komende
portefeuillehoudersoverleg.
De heer Bekker: Nadeel van de MRA schaal is dat het geen structuur kent zoals de
Stadsregio, met een vertegenwoordiging van- en verantwoordingsplicht- aan de
gemeenteraadsleden. Juist door de activiteiten op MRA schaal wel in de Stadsregio
gremia te bespreken en over te besluiten, is er voor wat betreft het Stadsregio deel van
de MRA wel de noodzakelijke democratische borging.
De heer Daan: Valkuil is dat er te veel ad-hoc gewerkt wordt. Duurzaamheid heeft
bijvoorbeeld geen lange historie, dat vraagt daarom om een veel intensiever
traject.
De heer Bekker: Wij zijn ook bezig met een duurzaamheidsagenda. Deze komt ter
zijner tijd ook hier voor te liggen.
Presentatie van Mevrouw van der Lelij over het programma Regionale Woningmarkt
(zie bijlage).
Mevrouw Mutluer: Hebben jullie ook de bewegingen van de lagere
inkomensgroepen in beeld?
Mevrouw van der Lelij: Ja, er is een groot regionaal onderzoek (Wonen in de regio
Amsterdam) waarbij de verhuisbewegingen van verschillende huishoudengroepen
in beeld zijn gebracht.
De heer Bos: Is De Nieuwe Kern ook een prioritair project?
Mevrouw Molenaar: Nee, bij de prioritaire projecten ging het om realisatie in de nabije
toekomst tot 2015. De Nieuwe Kern is een project gepland tussen 2015-2020.
De heer van Osselaer: Hebben jullie ook de knelpunten bij het aantrekken van
beleggers in beeld?
Mevrouw Molenaar: Zeker, er is een recente notitie: Beleggers in kaart, waar o.a. op
die knelpunten wordt ingegaan.
De heer de Neef: Deze notitie zal jullie toegezonden worden (zie bijlage).
De heer Ram: U heeft het over een evenwichtige regionale woningmarkt. Maar is
het niet zo dat in bepaalde delen van de regio meer werkgelegenheid is voor
lagere inkomensgroepen? En dat daar dus ook meer sociale huurwoningen zijn?
Mevrouw van der Lelij: Die verschillen zijn er inderdaad, maar wij willen zoveel mogelijk
voorkomen dat de verschillen verder toenemen.
De heer van Osselaer: Hoe moeten de regels over woonruimteverdeling vastgesteld
worden? En hoe vullen lokale en regionale regels elkaar aan?
Pagina 4 van 6
Mevrouw van der Lelij: Alle regels voor woonruimteverdeling in gemeenten in een
WGR+ regio worden door de Regioraad vastgesteld. Op dit moment zijn lokale
uitwerkingen mogelijk, maar dit verandert in de nieuwe wet.
Mevrouw van Soest: De inkomensgrens voor sociale huur is toch verhoogd naar
38.000 euro?
Mevrouw van der Lelij: Op dit moment is dat wettelijk nog niet vastgelegd.
Mevrouw van Wijnen: Ligt de inkomensgrens voor grote gezinnen hoger?
Mevrouw van der Lelij: Nee, corporaties moeten 90% van hun vrijgekomen sociale
huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot (nu nog) ongeveer
34.000 euro. 10% mag toegewezen worden aan hogere inkomens.
Mevrouw van Soest: Hoe is de positie van ouderen op woningmarkt?
Mevrouw van der Lelij: Corporaties kunnen woningen labellen voor ouderen. In de
praktijk blijkt dat deze woningen langer leeg blijven staan. Verwachting is wel dat de
vraag naar zorgwoningen toe zal nemen door de ontwikkelingen in het scheiden van
wonen en zorg.
De heer de Neef: De rol die het beleidsveld Ruimte zal moeten innemen is mede
aan u. Ruimte is geïntegreerd in andere programma’s zoals Economische Zaken,
Regionale Woningmarkt en Verkeer en Vervoer. Zo is er een relatie tussen
SMASH en het programma Regionale Woningmarkt.
De Commissie neemt verder kennis van de gehouden presentaties.
B-2 Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt:
programma en Bijdragen 2014
Geen nadere opmerkingen of vragen. Is reeds besproken bij agendapunt A4.
B-3 Rapportage Woonruimteverdeling 2013
Presentatie van Mevrouw Molenaar over de Rapportage Woonruimteverdeling 2013
(zie bijlage).
De heer Daan: Wat is de reden van de afname van de betaalbare voorraad?
Mevrouw Molenaar: Door sloop, verkoop en liberalisatie van sociale huurwoningen.
Mevrouw van der Lelij: Daarnaast is zichtbaar dat de mutatiegraad is gedaald.
Mevrouw Molenaar: In het najaar komt er een aanvulling op dit rapport. Die aanvulling
biedt ook inzicht in de hoeveelheid sociale huurwoningen die weliswaar vrijkomen maar
vervolgens verdwijnen uit de sociale voorraad. Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld
sloop, verkoop of liberalisatie.
Mevrouw Mutluer: Is de intentieverklaring een soort gentleman’s agreement?
Kunnen partijen hiervan afwijken?
Pagina 5 van 6
De heer Scholten: De ondertekening van deze intentieverklaring heeft enkele
maanden geleden plaatsgevonden. Komende tijd zal dit verdere uitwerking krijgen
en dan zal ook duidelijk worden hoe hard wij de afspraken kunnen maken.
De heer Straat: Je zou het kunnen vergelijken met het Plabeka. Het is niet
bindend maar het levert wel resultaat.
De Commissie neemt verder kennis van de gehouden presentatie.
B-4 Aanpassingen afspraken woonruimteverdeling n.a.v. de nieuwe Huisvestingswet
Mevrouw van der Lelij licht mondeling toe.
Op 3 juni jl. heeft de Eerste Kamer de nieuwe Huisvestingswet vastgesteld. Op 1
januari 2015 treedt deze wet in werking. De overgangstermijn is een half jaar. Per 1 juli
2015 vervallen alle regels over woonruimteverdeling die zijn vastgesteld op basis van
de huidige Huisvestingswet.
Afspraken over woonruimteverdeling kunnen alleen nog worden vastgelegd in een
verordening. Belangrijke verandering is onder andere het werken met inschrijfduur en
woonduur. Woonduur is straks niet meer geldig, er zal moeten worden gezocht naar
een goede overgangsregeling.
Een andere belangrijke verandering is dat van de lokale beleidsruimte. De ruimte voor
lokale voorrang of maatwerk wordt beperkt. Op dit moment varieert deze ruimte van
20% in de grootste gemeente tot 70% in de kleinste gemeenten. Als de nieuwe
Huisvestingswet in werking is getreden is de maximale lokale ruimte per gemeente
25%. In het najaar worden voorstellen voor nieuwe regels over woonruimteverdeling in
de regioraadsessie besproken.
De Commissie neemt kennis van deze informatie. Op verzoek van de Commissie
zal deze informatie ook op schrift toegezonden worden (zie bijlage).
Rondvraag
Geen vragen.
Na de rondvraag sluit de heer Straat de vergadering.
Pagina 6 van 6