08.0 H. Berndsen - Brief betr. de St. Bureau Jeugdzorg Friesland

Roo, Marijke de
Van:
Verzonden:
Aan:
Onderwerp:
Bijlagen:
Harry Berndsen <[email protected]>
maandag 01 december 2014 14:30
Statengriffie provin5je Fryslân
Fw: Brief betreffende de Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland.
JEUGDZORG PROVINCIE FRYSLÂN.pdf; JEUGDZORG PROVINCIE.pdf; IMG.jpg
Geachte Statengriffie,
Hiermee verzoek ik u de onderstaande en bijgaande berichgeving aan de Statenfracties te willen doen toekomen.
Hoogachtend en dank bij voorbaat,
Drs. H.(Harry) Berndsen,
STICHTING DE KRING NOORD.
Original Message
From: Harry Berndsen
To: [email protected]
Serit: Monday, December01, 2014 2:27 PM
Subject: Brief betreffende de Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland.
Geacht Statenlid,
Bijgaand ontvangt u mijn bericht. Ik hoop van harte dat u de daarin aan u gestelde twee vragen wilt oppakken.
Hoogachtend en dank bij voorbaat,
Drs. H. (Harry) Berndsen,
vertrouwenspersoon en gedragswetenschappelijk adviseur bij
DE STICHTING DE KRING NOORD
pia
Hoofdweg 102,
9112 HT Burdaard.
(06)5105 2414
1
Aan:
de Statenleden van de Provinsje Fryslân
Betreft:
de Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland.
Burdaard, 1 december 2014.
Geachte heer, mevrouw,
Sinds juni 2012 ondersteun ik vanuit de STICHTING DE KRING NOORD, als
vertrouwenspersoon en gedragswetenschappelijk adviseur, cliënten van Bureau Jeugdzorg
in Fryslân.
Van meet af aan, letterlijk vanaf de eerste vijf minuten van mijn eerste contact met het
Bureau, is er sprake geweest van leugens aan mij en over mij. Over mij vooral in
verweerschriften en ter zitting van Rechtbank en Gerechtshof.
Op dit punt heb ik alle voor mij openstaande procedures gevolgd, behalve nog de stap van
aangifte en dus een juridische procedure.
Op 6 oktober jI. heb ik mij tot de Gedeputeerde, mevrouw Schokker-Strampel gewend met
de vraag of wij in Fryslân dergelijk gedrag van functionarissen van het Bureau Jeugdzorg
geacht worden te tolereren. (zie de bijgaande brief d.d. 6 oktober 2014)
In haar op 20 oktober 2014 gedateerde brief zegt zij toe dat ik binnen 6 weken, na de
ontvangst van mijn brief op 9 oktober jI., een reactie zou ontvangen. Een schriftelijke en
inhoudelijke reactie heb ik tot nu toe echter niet mogen ontvangen. (zie haar bijgaande brief)
Aangezien er per 1januari 2015 veel in de Organisatie van de jeugdzorg gaat veranderen zie
ik graag dat mijn vraag nog vô6r die datum vanuit de Provincie wordt beantwoord.
Ik wil u daarom verzoeken mij te helpen met de volgende twee vragen:
1. Wat is het antwoord van uw Statenfractie op de vraag of genoemd gedrag van
jeugdzorg functionarissen in Fryslân door de beugel kan?
2. Zou uw fractie deze zelfde vraag in het vragenuurtje van de PS vergadering van
10 december a.s. aan de Gedeputeerde mevrouw Schokker-Strampel willen stellen?
Volledig heidshalve en ongetwijfeld ten overvloede breng ik onder uw aandacht dat vragen
voor dat vragenuurtje worden geacht uiterlijk 48 uur van tevoren te zijn ingediend.
De pers is van deze gang van zaken op de hoogte.
Hoogachtend en dank bij voorbaat,
Drs. H.(Harry) Berndsen
Stichting de Kring Noord,
p/a Hoofdweg 102,
9112 HT Burciaard.
Aan:
mevrouw C. Schokker-Strampel,
Gedeputeerde Provinsje Fryslân,
Postbus 20120,
8900 HM Leeuwarden.
Betreft:
onbehoorlijk en onaanvaardbaar gedrag van twee gezinsvoogden, een team manager, twee
juristen, de klachtencommissie en een Directeur-Bestuurder van de Stichting Bureau
Jeugdzorg Friesland (BJZF)
Burdaard, 6 oktober 2014.
Geachte mevrouw Schokker-Strampel,
De strekking van artikel 4 lid 5 van de Wet op de Jeugdzorg houdt in dat u toezicht houdt op
de juiste uitvoering van de in de wet aan de stichting opgedragen taken. De “juiste
uitvoering” betreft ook de integriteit van het handelen van functionarissen van BJZF.
In een e-mailbericht van 12 november 2012 heb ik mij aan u voorgesteld als een aan de
Stichting de Kring Noord verbonden vertrouwenspersoon en gedragswetenschappelijk
adviseur. Deze stichting is gevestigd in Heerhugowaard en werkt uitsluitend met
professionele vrijwilligers op het gebied van de zorg voor jeugd. De stichting wordt door mij
in de Friese regio vertegenwoordigd.
In genoemd e-mailbericht heb ik indertijd mijn zorgen geuit over de toenemende
conflictueuze escalatie in de relatie tussen functionarissen van BJZF en mij als
vertegenwoordiger van de Stichting de kring Noord.
Met name het ruchtbaarheid geven bij diverse instanties, maar ook bij twee cliënten van
BJZF, door BJZF, aan negatieve onwaarheden aangaande mijn gedrag en persoon, was de
grondslag voor de door mij geuite zorg.
In het voorjaar van 2013 heeft dit op initiatief van de Provincie Friesland geleid tot een
mediation aanpak. Deze is na twee sessies, zonder resultaat, beëindigd.
Gezien het gebrek aan resultaat en omdat mijn eer en goede naam en die van onze stichting
in het geding waren, heb ik een klacht ingediend bij de Nationale Ombudsman.
Deze heeft in zijn rapport van 17 april 2014 (rapportnummer: 201 4/035) geoordeeld:
“Maar als BJZ Friesland dan escaleert, moet dat op gepaste wijze gebeuren. In twee
opzichten heeft het daaraan ontbroken:
-
-
BJZ Friesland heeft zijn visie op het conflict bij anderen neergelegd, zonder dat blijkt
van visie op hoe dat kon bijdragen aan een oplossing;
BJZ Friesland heeft dat gedaan buiten medeweten van verzoeker, en zelfs in een
procedure waarbij verzoeker niet betrokken was en waarin hij geen weerwoord kon
geven.
De Nationale Ombudsman oordeelt de onderzochte gedraging in zoverre niet
behoorlijk.”
De conclusie van de Nationale Ombudsman luidt:
“De klacht over de onderzochte gedraging van Bureau Jeugdzorg Friesland is gegrond,
wegens schending van het behoor!ijkheids vereiste dat een overheidsinstantie escalatie
voorkomt of beperkt.”
Het rapport van de Nationale Ombudsman heeft geleid tot een gesprek met de Raad van
Bestuur en de Raad van Toezicht. Van beide gremia ontving ik een excuusbrief, waarmee
wat mij betreft een streep onder het gebeuren kon worden gezet.
Tot mijn niet geringe verbazing trof ik in een verweerschrift van een teammanager van BJZF
van januari 2014, een beschuldiging aan mijn adres aan waarvan de teammanager wist dat
deze onwaar was. Een jurist van BJZF deed daar in een zitting van afgelopen maart nog een
schepje bovenop, gevolgd door een negatieve en onjuiste uitspraak over mij door een
gezinsvoogd in een zitting van 18 juni jI.
Ik heb de teammanager en de juriste op deze punten aangeschreven en hen gewezen op de
uitspraak van de Nationale Ombudsman en hun schriftelijke excuses gevraagd. Deze heb ik
niet gekregen. Aan de gezinsvoogd heb ik gevraagd haar beschuldiging te onderbouwen. Zij
heeft op mijn twee e-mailberichten in deze niet gereageerd.
De situatie waarin BJZF willens en wetens onwaarheden over mij verspreidt in een setting
waarin ik mij niet kan verweren wordt dus door BJZF gecontinueerd. Daarnaast ontbreekt
aan deze onjuiste informatievoorziening elke relatie met het doel van beide zittingen.
Onwaarheid spreken hoeft niet altijd bewust te gebeuren. In het geval van BJZF is er echter
aantoonbaar sprake van willens en wetens onwaarheden aan en over mij verkondigen.
Beweringen waarvan de spreker of schrijver weet dat die in strijd zijn met de werkelijkheid,
maar dat aan zijn toehoorder of lezer niet kenbaar maakt, worden in goed Nederlands
leugens genoemd.
Als daaraan ook nog eens ruchtbaarheid wordt gegeven dan krijgt de informatie een
smadelijk en lasterlijk karakter.
Hiervan is de afgelopen ruim twee jaar dat ik met BJZF te maken heb, met regelmaat sprake.
Indien u nadere ondubbelzinnige onderbouwing van deze conclusie nodig heeft zal ik u die
desgevraagd toezenden.
Graag verneem ik van u of wij in Fryslân dergelijk gedrag van functionarissen met een
overheidstaakstelling moeten tolereren.
Uw reactie en de beantwoording van mijn vraag stel ik zeer op prijs.
Hoogachtend,
Drs. H.(Harry) Berndsen,
Vertrouwenspersoon van de
Stichting de Kring Noord te Heerhugowaard,
pia
Hoofdweg 102,
9112 HT Burdaard.