Info Bulletin nr 49

nummer
49
Dit INFO bulletin is geheel gewijd aan de Algemene Ledenvergadering, gehouden te Utrecht op
19 maart 2014 en doet verslag van al datgene dat is besproken en gepresenteerd.
Op grond van artikel 17 lid 2 van de statuten van DNP zal dit verslag tevens dienen als de notulen
van de vergadering betreffende de onderwerpen die direct betrekking hebben op de vereniging.
Bovendien dienen deze notulen –voor zover zij betrekking hebben op onderwerpen die van direct
belang zijn voor de vereniging- tevens als jaarverslag.
1. Opening en inleiding van de voorzitter, de heer Haye van Noord
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom, in het bijzonder de aanwezige
ereleden en genodigden. Ter nagedachtenis aan de leden die in het afgelopen jaar zijn overleden, vraagt
hij een ogenblik stilte.
Zijn inleiding begint de voorzitter met te memoreren dat het bijna 20 jaar geleden is dat DNP werd
opgericht. Dit vond plaats op 23 maart 1994 in de Gereformeerde kerk in Baarn. De aanleiding tot de
oprichting was tumultueus, maar
na 20 jaar is DNP, als vereniging, in
rustiger vaarwater terecht gekomen.
Dan is er een wijziging in het pro­
gramma: de aangekondigde gast­
spreker Paul Schnabel is helaas
verhinderd. In zijn plaats zal
Dr. Frans van der Ouderaa, verbon­
den aan de Leyden Academy on
Vitality and Ageing, een voordracht
houden met als titel: “Ouder worden
zonder het te zijn”.
Het inhoudelijk gedeelte van de in­
leiding van de voorzitter begint met
de opmerking dat het even stil leek
te zijn in Nederland Pensioenland.
Maar dit was een schijnstilte. Er was
alleen maar even iets minder aan­
dacht in de media. Er liggen nog steeds dossiers met aanpassingen van de pensioenregelgeving, waar
de politiek in de loop van dit jaar knopen zal moeten doorhakken. De belangrijkste ontwikkelingen op
dit gebied zullen later vandaag worden toegelicht door de directeur van het Nedlloyd Pensioenfonds
(NPF). Vooruitlopend hierop benadrukt de voorzitter dat de focus van politiek Den Haag ligt op de be­
drijfstakpensioenfondsen, en niet op de ondernemingspensioenfondsen, zoals het NPF. De belangrijkste
reden hiervoor is dat 75% van het pensioenvermogen in Nederland in handen is van de bedrijfstak­
pensioenfondsen, en dat de organisatorische perikelen daar veel complexer zijn.
April 2014
1
De voorzitter vervolgt met een terugblik op de gebeurtenissen bij DNP in het afgelopen jaar:
De relatie met het NPF is goed. Dit geldt zowel voor het bestuur van het fonds als voor de uitvoerings­
organisatie. Deze relatie wordt mede in stand gehouden door het regelmatige overleg tussen het DNP
bestuur en de gepensioneerdenvertegenwoordigers in het NPF en in de Pensioenraad. De bevestiging
van de goede relatie is ook terug te vinden in de jaarlijkse overlegvergadering met het NPF bestuur.
Echter, een voor DNP wat minder positief punt dat hieruit voortvloeide, gaat over de subsidie van de
Algemene Ledenvergadering. Er is een discussie gaande over een aanpassing van de formule voor de
subsidie. Reden is dat er signalen zijn van De Nederlandsche Bank, als toezichthouder, dat het princi­
pieel onjuist is om pensioenvermogen aan te wenden ten faveure van een beperkt aantal deelnemers,
voor doeleinden die niet pensioen gerelateerd zijn. Lees: het sociale deel van deze jaarvergadering.
Voor dit jaar blijft de bestaande regeling van kracht. Vanaf 2015 ziet het financiële plaatje er echter an­
ders uit. Als DNP geen afbreuk wil doen aan de vorm en inhoud van deze bijeenkomst, en daar is geen
reden toe, dan moet worden overwogen om de jaarlijkse contributie voor het lidmaatschap van DNP,
marginaal te verhogen. Het bestuur komt hier nog op terug.
Vorig jaar kondigde het NPF aan de frequentie van de pensioenkrant te reduceren van zes uitgaven per
jaar, naar vier, met inhoudelijk een meer zakelijk, en minder vermakelijk karakter. Tegelijkertijd zou de
electronische berichtgeving worden verbeterd middels nieuwsbrieven en een renovatie van de website.
DNP kreeg een aantal signalen van leden dat het terugdringen van het verschijnen van de pensioen­
krant spijtig werd gevonden. Het bestuur had zelf ook een voorkeur voor het handhaven van de twee­
maandelijkse uitgave, en heeft dit ook kenbaar gemaakt aan het NPF. Het besluit bleek echter onom­
keerbaar. Wel houdt DNP zijn vaste kolom in de pensioenkrant met wetenswaardigheden op het gebied
van zorg en welzijn.
In het voorbije jaar zijn de Adviesraad van het NPF en het Verantwoordingsorgaan in elkaar geschoven.
Dit samengaan kreeg de naam Pensioenraad. De voorzitter van de pensioenraad, de heer Wim
Grootenboer, zal later deze dag hier nader op ingaan.
Het kweekvijverconcept van DNP, waarbij de vereniging een centrale rol speelt bij de voordracht van
kandidaten namens de gepensioneerden en slapers voor het NPF bestuur en voor de pensioenraad,
blijft een belangrijke pijler van de doelstellingen. Met name de steeds stringenter wordende eisen ten
aanzien van kennis, kunde en ervaring, heeft de voortdurende aandacht en is ook onderwerp van
discussie met het NPF. Het hieruit voortvloeiende scholings- en opleidingsprogramma wordt meer
gestructureerd opgezet.
In het najaar vorig jaar hield een onafhankelijk bureau namens het NPF een onderzoek naar de risico­
bereidheid van de actieve deelnemers en de gepensioneerden ten aanzien van hun pensioeninkomen.
De achtergrond van dit onderzoek was de keuze die er toen nog leek aan te komen tussen twee vormen
van een nieuw pensioencontract: een nominaal contract, met meer zekerheid aan de basis en een ge­
ringere kans op indexatie; of een reëel contract, met minder zekerheid aan de basis en een grotere kans
op indexatie. Omdat DNP de inhoud van het onderzoek niet kende, konden de leden niet van advies
worden gediend, anders dan een aansporing te geven om toch vooral deel te nemen aan het onder­
zoek. Intussen is de issue van de keuze tussen een nominaal contract en een reëel contract, van tafel.
Dit, mede onder druk van de lobby van de koepels van de verenigingen van gepensioneerden.
De uitkomsten van het onderzoek bij het NPF liggen er niettemin. De voorzitter verwacht dat de heer
Ton Zimmerman een tipje van de sluier zal oplichten in zijn presentatie later op de dag.
In het december nummer van de pensioenkrant stond een interview met de voorzitter en bestuurslid
Han van Manen. De insteek was werving van nieuwe bestuursleden voor DNP en daarnaast ook nieuwe
2
April 2014
nummer
49
leden voor de vereniging. De respons met betrekking tot nieuwe bestuursleden was kwantitatief enigs­
zins teleurstellend, maar kwalitatief alleszins bevredigend. De twee nieuwe kandidaat bestuursleden
die vandaag worden gepresenteerd, de heren Hans Muis en Ludo Jansen, hebben zich aangemeld naar
aanleiding van het artikel in de pensioenkrant. De ledenwerving heeft wel een goed resultaat gehad in
kwantitatieve zin. Een score van zestig nieuwe leden is het beste dat ooit is bereikt met dit soort acties.
In februari dit jaar kwam het NPF met de mededeling dat de pensioenadministratie is uitbesteed aan
Aon Hewitt. Een viertal medewerkers van de uitvoeringsorganisatie is hiermee uit dienst getreden van
het NPF en in dienst van Aon Hewitt. Blijkens de reacties kwam deze mededeling voor velen als een
verrassing, ook voor DNP. Intussen is duidelijk dat normale zakelijke afwegingen ten grondslag liggen
aan deze uitbesteding. Naar verwachting zal de heer Ton Zimmerman hier later deze dag toch nog even
op ingaan, ter verduidelijking.
In de jaarvergadering van 2013 is de voorzitter uitgebreid ingegaan op de ontwikkelingen bij de over­
koepelende organisaties van belangenbehartiging van verenigingen van gepensioneerden, zoals DNP.
Bedoeld werd de NVOG en de KNVG. Over deze ontwikkelingen is gerapporteerd in het verslag van de
vergadering van vorig jaar. Intussen zijn de beide koepels zodanig nader tot elkaar gekomen, dat geza­
menlijk wordt opgetreden op de pensioendossiers. Voor de toekomst ligt een vorm van fusie in de lijn
der verwachtingen. Medio dit jaar zal DNP beoordelen of het wenselijk is lid te blijven van beide koe­
pels, of een keuze te maken voor één van hen.
De voorzitter brengt nog het onderwerp “ledenwerving” voor het voetlicht. Als exclusieve vertegen­
woordiger van de belangen van de gepensioneerden en slapers in het NPF, is het bestaan van DNP
van vitaal belang. De voorzitter doet een beroep op alle aanwezigen om, in contacten met Nedlloyd
reünisten of andere oud-collega’s, DNP en het nut ervan, onder de aandacht te brengen.
Tot slot dankt de voorzitter zijn medebestuursleden en de vrijwilligers die de vereniging administratief
ondersteunen, hartelijk voor hun inzet in het voorbije verenigingsjaar. In het bijzonder wordt mevrouw
Len Ellerkamp bedankt, die de afgelopen negen jaar de ledenadministratie heeft verzorgd, en de wens
te kennen heeft gegeven, terug te treden.
April 2014
3
2. Jaarverslag en notulen van de Algemene Ledenvergadering
van 20 maart 2013
Het jaarverslag en de notulen van de vergadering van 20 maart 2013 zijn opgenomen in het INFO bulle­
tin nr. 46. Er zijn geen reacties ontvangen en ook ter vergadering zijn er geen opmerkingen. De stukken
worden goedgekeurd bij acclamatie.
3. Financieel verslag over het afgelopen jaar door de
penningmeester, de heer Hennie Rijntjes
A. Inkomsten en Uitgaven 2013:
De penningmeester de heer Hennie Rijntjes presenteert het volgende overzicht voor 2013.
Het totaalplaatje van resultaat en begroting ziet er als volgt uit:
(in Euro’s)
INKOMSTEN
Contributies
Donaties
Rente
Bijdragen van:
– St. Nedlloyd Pensioenfonds
– St. Nedlloyd Voorzieningen
Begroting WerkelijkBegroting
201320132014
33.75032.43431.500
3.0004.0673.000
2.0001.6071.600
9.400
7.300
8.905
5.859
8.900
5.900
TOTAAL INKOMSTEN 55.45052.87250.900
UITGAVEN
Algemene ledenvergadering
Informatiebulletins
Bestuurskosten
27.500
21.847
22.000
8.0009.9169.000
6.0008.2498.300
Lidmaatschap NVOG en KNVG
Internet & administratie
Bankkosten
Opleidingen en documentatie
TOTAAL UITGAVEN
SALDO
4
8.789
8.908
9.000
3.000
2.775
2.800
500483500
2.500
1.135
2.300
56.28953.31353.900
- 839
- 441
- 3000
April 2014
nummer
49
Het exploitatieresultaat over 2013 laat een klein verlies zien ten bedrage van € 441 vergeleken met een
begroot verlies van € 839.
De belangrijke posten werden als volgt toegelicht:
Contributies:
De contributie-inkomsten waren iets lager dan begroot door een hogere terugloop van het aantal leden.
Het totaal aantal leden per 31-12-2013 is 2192 tegen 2322 in het begin van het jaar. In het totaalbedrag
zijn de oninbare contributies als gevolg van afmeldingen en wanbetalers in mindering gebracht.
Donaties:
Deze zijn aanzienlijk hoger dan begroot (werkelijk € 4067 vergeleken met € 3000 begroot). Het is ver­
heugend dat veel leden gebruik maken van de mogelijkheid om meer te betalen dan de nominale
contributie van € 15.
Uitgaven Algemene Ledenvergadering:
De werkelijke kosten waren lager dan de begroting tengevolge van lagere kosten van de jaarbeurs en
lagere drukkosten.
Onder inkomsten zijn opgenomen de bijdragen in de kosten door het Nedlloyd Pensioenfonds en
Stichting Nedlloyd Voorzieningen (Stinevo), die daarmee een groot deel van de kosten voor hun
rekening hebben genomen.
Kosten informatiebulletins:
Door de gestegen drukkosten het hoger aantal pagina’s waren de kosten van de informatiebulletins
hoger dan begroot.
Bestuurskosten:
Het betreft hier voornamelijk de reiskosten, telefoonkosten, printerkosten en portokosten van de be­
stuursleden. De reiskosten vielen hoger uit tengevolge van het groter aantal bestuursvergaderingen en
vergaderingen van de koepelorganisaties, waaraan werd deelgenomen. Ook werden eenmalig kosten
gemaakt voor de flyer ten behoeve van ledenwerving.
Lidmaatschap NVOG en KNVG:
De kosten van het lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneer­
den en de Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden waren ongeveer gelijk aan de
begroting.
Uitgaven Internet en ledenadministratie:
De kosten bleven onder de begroting.
Opleidingen en documentatie:
In 2013 heeft 1 bestuurslid de cursus SPO-1 bij de Stichting Pensioenpleidingen gevolgd. Het aandeel
van DNP in de kosten bedroeg 50%, terwijl NPF de andere 50% heeft vergoed.
April 2014
5
B. Balans per 31-12-2013
Balans per 31-12-2013 (na verwerking van het resultaat)
(in Euro’s)
31-dec31-dec
20122013
Vlottende activa:
Debiteuren
- te vorderen contributie
930
1.035
- voorziening te vorderen contributie-465-465
465570
overige vorderingen op korte termijn
4.729
1.940
Liquide middelen
- rekening courant bank
1.974
1.702
- depositorekening
79.981
83.890
81.95585.592
Totaal Activa
87.149
88.102
Eigen vermogen:
Algemene Reserve83.52783.086
Kortlopende Schulden
3.622
5.016
Totaal Passiva
87.149
88.102
De balans werd als volgt toegelicht:
Debiteuren:
Het nog openstaande bedrag aan contributies over 2013 bedraagt € 1035 (zijnde de contributie van 69
leden). Gehoopt wordt dat deze leden hun achterstallige contributie in 2014 zullen voldoen. De bestaan­
de voorziening van €465 wordt voldoende geacht.
Overige vorderingen op korte termijn:
Het saldo van €1940 bestaat uit de te vorderen bankrente over 2013 van €1607 en de vooruitbetaalde
verzekeringspremie voor bestuurdersaansprakelijkheid van €333.
6
April 2014
nummer
49
Liquide middelen:
Van het totaal aan banksaldi van € 85592 staat € 83890 op een ABNAMRO vermogensspaarrekening
met per balansdatum een rente van 1,6%.
Eigen Vermogen:
Het eigen vermogen neemt af met het negatieve saldo van inkomsten en uitgaven over 2013 ten
bedrage van € 441
Overige schulden op korte termijn:
Het saldo bestaat enerzijds uit een reservering voor de-op de balansdatum aangegane verplichting aan
de jaarbeurs van € 3000 inzake de algemene ledenvergadering in 2014, vooruitontvangen contributies
ten bedrage van € 200 en nog te betalen fakturen ten bedrage van € 1816.
4. Verslag van de Kascommissie over het financieel verslag
De penningmeester toont de schriftelijke goedkeuring. De heer Ed Wezenaar geeft nog een korte
toelichting. Doordat de heer Boudewijn van Hal was verhinderd is de controle uitgevoerd door de
heer Rob Frerichs en de heer Ed Wezenaar.
5. Goedkeuring financieel verslag 2013
Het financieel verslag over 2013 wordt bij acclamatie goedgekeurd.
6. Décharge van het Bestuur voor het gevoerde beleid
De vergadering verleent bij acclamatie het bestuur décharge voor het gevoerde beleid.
April 2014
7
7. Begroting 2014 en vaststellen van de contributiebijdrage voor
2013 (zie punt 3 hierboven voor de begroting 2014)
Bij het bepalen van de contributie-inkomsten wordt rekening gehouden met een leden aantal van 2100
(begin 2014 was dat 2247). De totale kosten worden iets hoger begroot dan in 2013, voornamelijk door de
(vereiste) opleidingskosten van bestuurleden. Per saldo wordt een negatief resultaat begroot van € 3000.
Als gevolg van de stijgende tendens van de exploitatiekosten en de verwachte daling van de inkomsten
overweegt het bestuur om met ingang van 2015 voor te stellen de contributie enigszins te verhogen.
Dit voorstel zal in de algemene ledenvergadering in 2015 aan de leden worden voorgelegd. De heer de
Mos vraagt waarom een besluit daarover nu niet reeds kan worden genomen. Het bestuur geeft er de
voorkeur aan eerst de ontwikkelingen van het jaar 2014 af te wachten. Bovendien zou dit statutair niet
kunnen omdat het onderwerp niet voor deze algemene ledenvergadering was geagendeerd. Het be­
stuur zegde toe na te gaan hoe de procedure voor de contributievaststelling kan worden versimpeld.
8. Mutaties in het Bestuur
Er treden vier bestuursleden af: de heren Hennie Rijntjes, Hans Ulrich, Franck van der Mark en Piet
Visser. De twee eerstgenoemden stellen zich herkiesbaar. De heren Ludo Jansen en Hans Muis
worden door het bestuur voorgesteld de plaatsen van de niet herkiesbare bestuursleden in te nemen.
De heer Hans Muis zal met ingang van heden het secretariaat op zich nemen. Er zijn bij de secretaris
geen tegen kandidaten aangemeld.
De vergadering gaat akkoord met de voorgestelde (her-) benoemingen.
De voorzitter besluit dit agendapunt met de mededeling dat de heer Han van Manen de functie van
vice-voorzitter op zich zal nemen.
9. Benoeming leden van de Kascommissie
De huidige leden van de Kascommissie, de heren Ed Wezenaar, Rob Frerichs en Boudewijn van Hal
worden herbenoemd.
8
April 2014
nummer
49
10. Verslag van de Pensioenraad door de heer Wim Grootenboer,
voorzitter
In augustus 2013 heeft de notaris het reglement van de pensioenraad en de daarbij behorende
veranderingen in de statuten goedgekeurd. Daarmee werd het proces van het samenvoegen van de
adviesraad en het verantwoordingsorgaan in een pensioenraad afgerond. De pensioenraad bestaat
uit negen leden. Twee vertegenwoordigers van de werkgevers, twee van de werknemers en vijf van
de gepensioneerden waaronder twee slapers. In februari heeft een werknemersvertegenwoordiger zich
uit de adviesraad teruggetrokken, zijn vervanger trad later in het jaar toe tot de inmiddels gevormde
pensioenraad.
Als adviesraad werd op 28 juni 2013 overleg gevoerd met het bestuur in vergadering nummer 27. De
adviesraad werd in deze vergadering om advies gevraagd over: de ALM studie in 2012; het beleggings­
plan 2013; het jaarverslag en de jaarrekening over 2012; het beleid en actieplan 2013; wijziging van
de statuten en het reglement van de pensioenraad: wijziging van het toeslagbeleid; de Actuariële- en
Bedrijfstechnische Nota (ABTN) 2013 en wijziging in de pensioenreglementen 2013 en 2006. Discussie
en overleg met het bestuur leidde in een aantal gevallen tot een aanpassing van de voorstellen. Hierna
kon de adviesraad het bestuur een positief advies geven over bovengenoemde voorstellen. In deze
vergadering werden ook de kwartaalrapportages van de beleggingen over het 4e kwartaal 2012 en het
1e kwartaal 2013 besproken.
De pensioenraad kwam op 2 december 2013 in zijn eerste vergadering samen met het bestuur. Advies
werd gevraagd over: het beleggingsplan 2014; de toeslag 2014; de franchise 2014; wijziging van het
pensioenreglement 2013 en 2006; beleid en actieplan 2014 en budget uitvoerings- en administratie­
kosten 2014. Na overleg met het bestuur kon de pensioenraad over bovengenoemde voorstellen het be­
stuur een positief advies voorleggen. Ook werden in deze vergadering de kwartaal rapportages van de
beleggingen over het 2e en 3e kwartaal 2013 besproken. De pensioenraad werd geïnformeerd over het
hoe en waarom bestuurslid de heer C.Dert heeft gemeend zijn zetel in het bestuur te moeten opgeven.
Tevens werd gemeld dat het plan van aanpak innovatieve beleggingen in 2013 zou worden afgerond
door het versturen van diverse documenten aan de DNB. De pensioenraad werd tevens ingelicht over
de plannen en de achtergronden om de pensioenadministratie uit te besteden.
Inmiddels is de wet versterking pensioenfondsen in werking getreden en zal de pensioenraad vervan­
gen moeten worden door een wettelijk verantwoordingsorgaan per 1 juli 2014. De bespreking met het
bestuur over de inrichting en samenstelling zijn nu gaande.
11. “Ouder worden zonder het te zijn”
Presentatie door de heer dr. Frans van der Ouderaa,
COO Leyden Academy on Vitality and Ageing.
De presentatie van de heer van der Ouderaa richt zich op twee
elementen die bij de Leyden Academy de aandacht hebben:
de levensverwachting en het vitaliteitsconcept.
Tot 1800 schommelde de levensverwachting tussen de 35 en 40
jaar. Echter vanaf 1800 is de levensverwachting verdubbeld van
40 naar 80 jaar.
April 2014
9
Levensverwachting is toegenomen met 2 tot 3
maanden per jaar sinds rond 1820
Mindset
Genetics
eHealth
• Inequality
• Obesity
50,000 jaar:
~2000 generations
5-6 generations
Oeppen&Vaupel, Science 2002
Dit is te danken aan de verbeteringen van de omgevingsfactoren zoals leefomstandig
Dit isleefstijl,
te danken voeding
aan de verbeteringen
van de omgevingsfactoren
zoals leefomstandigheden
en leefstijl, schoo
en dieet (kwaliteit
en conservering),
infrastructuur (riolering,
voeding en dieet (kwaliteit en conservering), infrastructuur (riolering, schoon water), medische toepas­
medische toepassingen (onderdrukken van infecties) en medische technologie
singen (onderdrukken van infecties) en medische technologie (behandelmethodes en geneesmiddelen).
(behandelmethodes en geneesmiddelen). Hoewel er in het publieke debat vooral aan
Hoewel er in het publieke debat vooral aandacht wordt besteed aan de medische ontwikkelingen, zijn
wordtdebesteed
aan de medische
het vooral de omgevingsfactore
het vooral
omgevingsfactoren
die er voorontwikkelingen,
gezorgd hebben dat zijn
de levensverwachting
is zo ster is
toegenomen.
voor gezorgd hebben dat de levensverwachting is zo ster is toegenomen.
Het lichaam
loopt schade
tijdens het
maarhet
dieleven
schademaar
wordt die
vaakschade
door kennis
en ontwikkeling
Het lichaam
looptopschade
opleven
tijdens
wordt
vaak door kenn
hersteld waardoor het sterfterisico afneemt.
ontwikkeling hersteld waardoor het sterfterisico afneemt.
De Leyden Academy heeft als uitgangspunt genomen dat het ouder worden juist als een “opportunity”
De Leyden Academy neemt het standpunt in dat het ouder worden juist een ‘opportu
benaderd moeten worden die je mentaal kunt beïnvloeden. Daarom richt de Academy zich vooral op
die jeconcept,
mentaal
kunt
beïnvloeden.
het vitality
zeker
nadat
uit onderzoeken is gebleken dat happiness en welbevinden een
De Academy
richt op
zich
hetworden
vitality
concept
uit onderzoek
gebleken
belangrijke
invloed hebben
het op
ouder
zonder
het te toen
zijn: ouderen
voelen zichisjonger
dan dat ha
hun leeftijd
en zij denken
te worden.
Uit dit onderzoek
(= je
richten het
op te zijn
welbevinden
eenouder
belangrijke
invloed
hebben zijn
op een
het vitaliteitsmodel
ouder worden
zonder
wat je kan op basis van je capaciteit) en een vitaliteitspiramide (= holistisch benadering van leefstijl­
voelen zich jonger dan hun leeftijd en zij denken ouder te worden. Uit dit onderzoek
factoren) ontwikkeld. De piramide toont interessante conclusies: het onderhouden van sociale contac­
vitaliteitsmodel (= je richten op wat je kan op basis van je capaciteit) en een
ten en het regelmatig bewegen zijn belangrijker voor de vitaliteit dan bijvoorbeeld de voedselkeuzes.
vitaliteitspiramide
holistisch
van leefstijlfactoren)
ontwikkeld.
dag goed is De pir
De toehoorders
konden zich (=
makkelijk
vindenbenadering
in de constatering
dat 2-3 glazen wijn per
interessante conclusies: het onderhouden van sociale contacten en het regelma
voor toont
de vitaliteit.
10
bewegen zijn belangrijker voor de vitaliteit dan bijvoorbeeld de voedselkeuzes. De
toehoorders konden zich makkelijk vinden in de constatering dat 2-3 glazen
wijn pe
April 2014
is voor de vitaliteit.
nummer
49
De presentatie van de heer van der Ouderaa gaf de duidelijke boodschap dat een ieder zelf kan bijdra­
gen aan levensvreugde en vitaliteit naarmate hij/zij ouder wordt.
Er volgde een interessante vraag- en antwoordronde waaruit bleek dat het onderwerp onze leden zeker
had geïnteresseerd.
De voorzitter dankte de heer van der Ouderaa voor zijn boeiende uiteenzetting.
12. Ontwikkelingen bij het Nedlloyd Pensioenfonds door de heer
Ton Zimmerman, directeur
De heer Ton Zimmerman neemt de vergadering mee in een
overzicht van de ontwikkelingen bij en rond het Nedlloyd
Pensioenfonds, beginnend met een terugblik op 2013, via ont­
wikkelingen in het lopend jaar naar een blik op de toekomst.
Terugblik 2013
Veel stond in het teken van de nieuwe wet- en regelgeving,
zoals de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen en het
Witteveenkader.
Het eerste betekende, dat ook het NPF moest nadenken over de
bestuursstructuur, waarover later meer. De regelgeving met betrekking tot het Witteveenkader houdt in,
dat voor deelnemers in een pensioenfonds vanaf 1-1-2015 het bereiken van een pensioen van 70% van
het middelloon moeilijker wordt, aangezien de toegestane opbouwpercentages lager worden. Daar­
naast speelt de discussie over de nieuwe pensioencontracten. Het is op dit moment nog niet duidelijk
hoe het wetsvoorstel daarover er uit zal zien.
April 2014
11
Op het gebied van communicatie met onze deelnemers is besloten tot het jaarlijks uitbrengen van vier
edities van de Pensioenkrant in plaats van de gebruikelijke zes. Daarnaast geeft het NPF jaarlijks vier
digitale nieuwsbrieven uit, waar inmiddels veel deelnemers en gepensioneerden zich voor hebben
aangemeld. Focus van de communicatie wordt nu meer gelegd op pensioenaangelegenheden, en wat
minder op scheepshistorie.
Ton Zimmerman laat aan de hand van enige schema’s zien, dat de financiële markten zich afgelopen
jaar niet slecht hebben ontwikkeld, de diverse indices geven een positief beeld. Slechts de opkomende
markten (Emerging Markets) waren enigszins teleurstellend. Echter voor een pensioenfonds zijn de
ontwikkelingen op de rentemarkten heel belangrijk. Hogere rente leidt tot lagere verplichtingen, maar
ook tot lagere koersen van obligaties, noodzakelijkerwijs een belangrijk deel van het belegd vermogen
van een pensioenfonds. Bij het NPF is het effect van de stijgende rente op de verplichtingen groter dan
op de waarde van de obligaties. De recente stijging van de rente pakt dus per saldo positief uit voor de
dekkingsgraad.
Uitermate belangrijk voor een pensioenfonds is de dekkingsgraad, de verhouding tussen vermogen en
verplichtingen. Tegenwoordig wordt gebruik gemaakt van twee dekkingsgraden, de zogenaamde DNB
dekkingsgraad (dat wil zeggen conform de wet- en regelgeving, zoals gehandhaafd door De Nederland­
sche Bank), en de dekkingsgraad “markt”, die rekening houdt met de actuele rentestand. Beide dek­
kingsgraden tonen voor NPF een positieve ontwikkeling, met een stand van respectievelijk 107,3% en
106,9% per einde 2013; bij een DNB dekkingsgraad onder 104% is er sprake van een dekkingtekort.
Door middel van een paar technische plaatjes verduidelijkt Ton Zimmerman het beleggingsbeleid.
Aangezien het NPF een relatief grijs fonds is, is de verhouding tussen pensioenbetalingen en premie
ontvangsten niet in evenwicht (72 miljoen euro pensioenbetalingen, cash out, tegenover 6 miljoen euro
premie-inkomsten, cash in). Dit vereist een beleggingsbeleid, dat er op gericht is, dat er ten alle tijde
voldoende cash aanwezig is om de pensioenen te kunnen uitkeren. Vandaar, dat een relatief groot deel
van de portefeuille belegd is in cashgenererende fondsen. Daarnaast is er een zogenaamde returnpor­
tefeuille, de portefeuille, die bedoeld is om op de wat langere termijn een hoger rendement te behalen,
met uiteraard de ambitie in de toekomst weer te kunnen indexeren. Deze combinatie leidt tot een iets
lager rendement op het totale vermogen dan voorgaande jaren, maar wel iets beter dan de benchmark.
Toetsing risicobereidheid
Het NPF heeft in 2013 een onderzoek laten doen naar de risicobereidheid van de deelnemers; het
onderzoek is gedaan onder gepensioneerden en actieve deelnemers. Er is een zogenaamd kwalitatief
onderzoek gedaan (ronde tafel gesprekken met zowel gepensioneerden als met actieve deelnemers) en
een online onderzoek onder beide groepen. De ronde tafel gesprekken hebben geleid tot betrokken en
enthousiaste discussies. Op het online onderzoek was de respons hoger dan verwacht mocht worden,
kortom het NPF is een fonds met zeer betrokken deelnemers.
Deze toetsing is belangrijk in het kader van het beleggingsbeleid, maar ook in het licht van de komende
wetgeving, die mogelijk leidt tot een zekere vrijheid voor fondsen in het maken van keuzes tussen
nominale pensioenuitkeringen, met een zeer grote mate van zekerheid, en uitkeringen met wellicht iets
minder zekerheid maar met een grotere kans op indexering in de toekomst.
De uitkomsten van het onderzoek leidden tot de conclusie, dat gepensioneerden, maar ook actieve
deelnemers, een sterke band met het fonds voelen en ook een zeer grote mate van vertrouwen in het
fonds hebben. Een tevredenstellende uitkomst. Zeker ook in vergelijking met andere pensioenfondsen
is er bij de gepensioneerden en de actieve deelnemers een grotere mate van risicobereidheid.
12
April 2014
nummer
49
Een andere uitkomst is het belang dat door zeer velen gehecht wordt aan duidelijke communicatie, een
punt van voordurende aandacht van het bestuur van het fonds.
Uitbesteding pensioen- en uitkeringenadministratie
In 1996, bij het internationaliseren van de beleggingen, is er al besloten dit internationale beleggen
niet zelf te doen, maar uit te besteden aan deskundigen. Dit tot tevredenheid, en zonder commentaar
van de deelnemers. De pensioenadministratie is het NPF tot vorig jaar zelf blijven doen; veranderingen
in eigendom en beheer van het gebruikte softwarepakket waren aanleiding nog eens kritisch te kijken
naar dit zelf doen. Onderzoek heeft er toe geleid, dat nu toch gekozen is voor uitbesteding, hetgeen tot
gevolg heeft dat overgegaan wordt op een ander softwarepakket, en dat enige medewerkers zijn over­
gegaan in dienst van de nieuwe uitvoerder: AON Hewitt. Uiteraard blijft het NPF verantwoordelijk voor
de uitvoering. Deze constructie leidt tot schaalvergroting, tot toekomstbestendigheid en op termijn tot
lagere kosten. Consequentie, alleen voor 2014, is dat na afloop van dit jaar gepensioneerden twee jaar­
opgaven zullen ontvangen, één over januari en één over de rest van het jaar.
Wet versterking Bestuur en Governance
Vooruitlopend op de wetswijziging heeft het NPF reeds in 2013 de adviesraad en het verantwoordings­
orgaan in elkaar geschoven tot de huidige pensioenraad. Deze pensioenraad zal met ingang van 1 juli
2014 het verantwoordingsorgaan vormen in overeenstemming met dan van kracht wordende wet­
geving. Aangezien vertegenwoordigers van de gepensioneerden nu ook wettelijk worden toegelaten tot
de besturen van de pensioenfondsen (bij NPF al jaren het geval), worden de wettelijke adviesrechten
van het verantwoordingsorgaan enigszins beperkt. NPF zal deze adviesrechten deels toch in stand hou­
den, deels zodanig aanpassen, dat advies vragen niet meer vereist is, maar dat het verantwoordings­
orgaan wel ongevraagd advies kan geven.
De visitatiecommissie zal bestaan uit drie onafhankelijke deskundigen.
Ten slotte zullen de diverse bestuursfuncties worden ondergebracht in verschillende bestuurscommis­
sies.
De Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen geeft meerdere alternatieven voor het bestuursmodel.
NPF heeft gekozen voor een voortzetting van het paritaire model, maar wel met twee bestuursleden
minder. Het bestuur zal dan bestaan uit twee werkgeversbestuursleden, twee werknemersbestuurs­
leden, en drie bestuursleden namens de gepensioneerden. Het gehele bestuur bestaat dan dus, vanaf
1 juli 2014, uit zeven leden.
Toekomst Pensioenfonds
Zeker gezien het feit, dat bij het NPF sprake is van een “grijs” fonds, beraadt het bestuur zich regel­
matig over de toekomst. Vier opties zijn mogelijk:
1. Doorgaan als zelfstandig fonds
2. Samenwerken met andere fondsen
3. Samengaan met andere fondsen
4. Overgang naar verzekeraar
De Nederlandsche Bank is ook betrokken bij deze discussie. Belangrijke variabelen zijn de verhouding
actieve deelnemers versus gepensioneerden, en de omvang van het fonds. Vooralsnog gaat het bestuur
April 2014
13
voor optie 1, doorgaan als zelfstandig fonds. Hierbij houdt het bestuur in gedachte dat er veel beweging
is in de pensioenwereld. Argumenten, die bijvoorbeeld zouden kunnen leiden tot optie 4 (Verzekeraar)
zijn structurele onderdekking van het fonds, geen werkgever of sponsor meer, of simpelweg een gebrek
aan goede bestuurders.
Thema’s voor 2014
Hoog op de agenda staan de voortgaande gesprekken met Maersk over een voortzetting van het pen­
sioencontract. Uiteraard speelt concurrentie hier ook een rol, al zal het niet zuiver om de kosten gaan.
NPF is er van overtuigd, dat Maersk een faire afweging zal maken.
Verder zal het bestuur aandacht besteden aan de implementatie van de al eerder genoemde Wet
Versterking Bestuur Pensioenfondsen en de Code Pensioenfondsen, de nieuwe Governance richtlijn
voor Pensioenfondsen in Nederland. Belangrijk in deze code zijn onder meer het beschrijven van het
beloningsbeleid en het diversiteitbeleid. Bij diversiteit wordt met name gedoeld op de verhouding
man/vrouw en jongere/oudere in de diverse gremia.
Deze uiteenzetting van Ton Zimmerman was zo allesomvattend en duidelijk, dat er verder geen vragen
uit de zaal kwamen.
Ter afsluiting benadrukte de voorzitter nog, dat DNP een sterk voorstander is van het behouden van
zelfstandigheid van het Pensioenfonds. Verder waren er warme woorden van dank namens de gehele
vergadering. 13. “APM Terminal op de Maasvlakte 2: de ambities en de stand
van zaken”
Presentatie door de heer Ir. Frank Tazelaar, Managing Director APM Terminal Maasvlakte 2
“THE BIG IDEA”
50 jaar na de aankomst van het eerste cellulaire containerschip in Rotterdam wordt dit jaar op
Maasvlakte 2 de meest moderne containerterminal ter wereld in gebruik genomen.
APM-Terminals ontwikkelaar en exploitant van een 50-tal containerterminals over de wereld is
onderdeel van de AP Möller-Maersk Groep.
14
April 2014
nummer
49
In een boeiend betoog werd de vergadering meegenomen door de heer Frank Tazelaar in het concept
van de nieuwe APM Terminal. De Opdracht was het bouwen van een toekomstig bestendige terminal
die de allergrootste containerschepen, Maersk E-klasse, 18.000TEU’s, moet kunnen ontvangen.
Duurzaamheid, veiligheid en snelheid zijn voor APM de uitgangspunten geweest voor het conceptueleontwerp van de Terminal.
Met het doorontwikkelen van de door ECT gehanteerde AGV concepten zullen niet alleen de AGV’s
maar ook de robot-stapelkranen en de kadekranen “remote control”worden bediend. Momenteel wor­
den kraanmachinisten opgeleid voor de functie van remote-operator. Vanuit een remote-control room
op de 4de etage van het terminalgebouw wordt de gehele terminal door de “remote-operators” in de
gaten gehouden en zonodig bijgestuurd. Handbediening van alle voertuigen en kranen op de terminal
kan vanuit de controlroom worden overgenomen.
De dedicated gebouwde barge terminal, aansluitend aan de zeekade, worden door de AGV’s van
containers voorzien. De kranen voor het laden en lossen van de barges zijn bemand.
De eigen railterminal wordt eveneens vanuit de remote-control room gemanaged.
Een uitvloeisel van het uitgangspunt duurzaamheid is de op batterijen rijdende AGV’s. Een z.g “8-uur
pack” zorgt voor voldoende energie voor 8 uur vol bedrijf. De “packs” worden volledig automatisch
verwisseld in “verwissel-station”.
De terminal zal in november 2014 in gebruik worden genomen en heeft de mogelijkheid tot uitbreiding
naar een omvang van 4,5 miljoen TEU’s op jaarbasis. De 300 goed getrainde werknemers vormen een
cruciaal onderdeel van de uitdaging om een terminal te opereren door middel van innovatieve processen.
Aan de vergadering werden prachtige beelden en animaties getoond om een inzicht te geven in de
verschillende innovaties die in deze terminal toegepast zullen worden.
De voorzitter dankt de heer Tazelaar namens allen aanwezigen voor zijn interessante en enthousiaste
betoog.
14. Rondvraag en sluiting
Er zijn verder geen vragen en met een oproep om vooral nog te gaan stemmen voor de gemeente­
raadsverkiezingen besluit de voorzitter deze vergadering.
April 2014
15