PUBLICATIE 2014-ERB-P023 ABRvS jaagt ziekenhuiswereld op onnodige kosten en levert een technische wanprestatie.(201308620/A1, 11 juni 2014) door: dr. ir. N.P.M. Scholten Inleiding Regelmatig komt het in de bouw tot geschillen. In de Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd langs welke juridische lijnen die geschillen tussen het bevoegd gezag en de aanvrager of tussen het bevoegd gezag en de aangeschrevene tot een oplossing kunnen worden gebracht. Die processen zijn langdurig en tijdrovend en vaak is het resultaat frustrerend voor de betrokken experts en hun opdrachtgevers. Niet zelden wordt de technische inhoudelijk kant van de materie helemaal niet begrepen De rechters, staatsraden en arbiters slaan dan een weg in waarbij om de hete brei heen wordt gedraaid. De uitspraak doet dan geen of onvoldoende recht aan de vraagstelling. Dit doet afbreuk aan ons vertrouwen in de rechtstaat. In onderhavige uitspraak kunnen vraagtekens worden geplaatst de onafhankelijkheid en objectiviteit van de ABRvS want een ieder weet dat begripsomschrijving niet gaan boven de technische inhoud van voorschriften. De uitspraak kan leiden tot onnodige administratieve lasten van vele miljoenen op jaarbasis voor de ziekenhuiswereld die via verhoging van de zorgkosten aan de burger in rekening worden gebracht. Wat de wetgever heeft beoogd met lastenverlichting door vergunningsvrij bouwen wordt door deze uitspraak teniet gedaan. Het lijkt wenselijk dat de politiek zich uitspreekt over de vraag of de voorstellen die door ERB/RIGO/TNO in september 2011 zijn gepubliceerd en die op 15 december 2011 door minister Donner aan de TK zijn aangeboden werkelijkheid moeten worden: technische geschillen worden niet langer voorgelegd aan de bestuursrechter, maar aan een Kennisautoriteit die daarover binnen Bezoek/kantooradres: Motorenweg 5M 2623 CR Delft. E-mail: [email protected] www.bouwregelwerk.org KvK Haaglanden 27274620 BTW 8141.29.225 Tel.: 015 2565219 Fax: 015 2617010 Mob.: 06 53238747 Bic ABNANL2A Iban NL51ABNA0 43 25 87 438 pag.1 van 4 PUBLICATIE 2014-ERB-P023 14 dagen uitspraak doet. Casus Bij besluit van 26 juli 2012 legt het college van b&w van Hengelo de bouwwerkzaamheden van afdeling C1 van het ziekenhuis ZGT stil omdat ze heeft geconstateerd dat brandcompartimentswanden zijn aangetast. Dat besluit wordt al snel door de gemeente anders geïnterpreteerd, want al heel snel gaat het over het aantasten van de beschermde subbrandcompartimenten, zijnde de patiëntenkamers. Door het ziekenhuis wordt betoogd dat de patiëntenkamers in het geheel geen beschermde subbrandcompartimenten zijn, maar dat de subbrandcompartimenten (oud rookcompartimenten) van 500 m² tevens de beschermde subbrandcompartimenten zijn. Het ziekenhuis doet daarbij een beroep op artikel 2.95 van het Bouwbesluit 2012 in verbinding met artikel 2.93, zesde lid van dat besluit. Het ziekenhuis wordt gesteund door advies 1203 van de door de minister van BZK aangestelde het Onafhankelijke adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Ter tafel liggen ook rookverspreidingsberekeningen die laten zien dat de beschikbare BHV-organisatie (22 BHV-ers in luttele minuten) het beschermde subbrandcompartiment van 500 m² binnen 4 minuten kan ontruimen en de direct bedreigde kamer binnen 1 minuut. Daarbij zijn de condities in de gang zodanig dat patiënten en BHV-er geen enkel gevaar lopen. Daarmee is sprake van een correcte toepassing van artikel 2.93, zesde lid, van het Bouwbesluit 2012. In januari 2014 bevestigd nogmaals voornoemde adviescommissie dat haar advies op alle ziekenhuizen in Nederland betrekking heeft. Het ziekenhuis ontvangt in augustus 2012 haar omgevingsvergunning brandveilig gebruik van de gemeente waarop de patiëntenkamers niet als beschermde subbrandcompartimenten zijn aangemerkt, maar de subbrandcompartimenten van 500 m² tevens als beschermde subbrandcompartimenten zijn aangeduid. Advies 1203 geeft verschillende mogelijkheden om de deur van de direct door brand bedreigde ruimte te sluiten. Bij voldoende BHV-ers mag dat door een BHV-er. Dat zou dus bij het ZGT met 22 BHV-er zo hebben gekund. Vrijwillig is besloten desondanks deurdrangers aan te brengen. Zonder die dranger wordt ook aan het Bouwbesluit 2012 voldaan wat betreft afdeling 2.11 van dat besluit. De onafhankelijke bezwaarschriftencommissie van de gemeente geeft het ziekenhuis gelijk, maar het college legt dit advies naast zich neer. Ook de rechtbank gaat voorbij aan alle technische argumenten en beschouwd een oude lastgeving waarin het ziekenhuis wordt gelast te voorzien in zelfsluitende deuren als basis voor haar oordeel dat er wel sprake moet zijn van beschermde subbrandcompartimenten. Op de deuren van de patiëntenkamers zit immers (vrijwillig door het college van bestuur besloten) een deurdranger om invulling te geven aan haar zorgplicht uit het BW (artikel 6.174) om aansprakelijkstelling in geval van een calamiteit voor te zijn. Die oude last uit 2010 geeft helemaal niet aan dat de gemeente daarmee de deuren van de patiëntenkamers heeft bedoeld. De vergunning brandveilig gebruik die nadien is verleend, die het einde van de lastgeving markeert, duidt de patiëntenkamers niet als beschermde subbrandcompartimenten en geeft geen wbdbo en wrd eigenschappen aan de wanden van de patiëntenkamers. Volgens de prestatie-eisen Bezoek/kantooradres: Motorenweg 5M 2623 CR Delft. E-mail: [email protected] www.bouwregelwerk.org KvK Haaglanden 27274620 BTW 8141.29.225 Tel.: 015 2565219 Fax: 015 2617010 Mob.: 06 53238747 Bic ABNANL2A Iban NL51ABNA0 43 25 87 438 pag.2 van 4 PUBLICATIE 2014-ERB-P023 van het Bouwbesluit 2012 is pas sprake van beschermde subbrandcompartimenten als de patiëntenkamer 30 minuten brandwerend en 30 minuten rookwerend is gescheiden van de aangrenzende ruimten. Dat was voor de verbouwing en na de verbouwing niet het geval en ook niet nodig volgens het Bouwbesluit 2012 omdat het ziekenhuis beschermde subbrandcompartimenten heeft van 500 m² waarbinnen zich patiëntenkamers bevinden. Gegeven de technische aard van het geschil heeft het ziekenhuis bij de ABRvS bepleit advies in te winnen bij de STAB. Dat verzoek heeft de ABRvS niet gehonoreerd. Uitspraak ABRvS 3.1. Vast staat dat ten behoeve van de werkzaamheden de scheidingswanden en zelfsluitende deuren van de bedruimten binnen het subbrandcompartiment zijn verwijderd. Gelet op de begripsomschrijving van artikel 1.1 van het Bouwbesluit heeft de rechtbank terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de bedruimten zijn aan te merken als beschermde subbrandcompartimenten, nu deze binnen het brandcompartiment gelegen bedruimten wegens de scheidingswanden en zelfsluitende deuren meer bescherming boden tegen rook en brand dan het subbrandcompartiment. Dat, zoals de stichting stelt, de scheidingswanden van de bedruimten niet voldoen aan artikel 2.100, tweede lid, van het Bouwbesluit, wat daar verder van zij, neemt niet weg dat de bedruimten meer bescherming bieden dan het subbrandcompartiment en derhalve kunnen worden aangemerkt als beschermd subbrandcompartiment in de zin van vorenbedoelde begripsomschrijving. De rechtbank heeft gelet hierop terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de beschermde subbrandcompartimentering is veranderd en de werkzaamheden daarmee niet omgevingsvergunningvrij zijn krachtens artikel 3 aanhef en onder 8, van bijlage II bij het Bor. Voorts heeft de rechtbank in hetgeen de stichting heeft aangevoerd over het advies van juli 2011 van de Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften terecht geen grond gezien voor een ander oordeel, nu in dit advies geen aanknopingspunten zijn te vinden voor het oordeel dat de uitgevoerde werkzaamheden in dit geval geen veranderingen van de beschermde subbrandcompartimenten betreffen. In dit advies is met name aan de orde of met een bepaalde wijze van ontruiming van een verpleegafdeling een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in het Bouwbesluit wordt geboden. De rechtbank heeft gelet op het voorgaande terecht overwogen dat het college bevoegd was handhavend op te treden. Het betoog faalt. Analyse De ABRvS stelt de begripsomschrijving voor een beschermd subbrandcompartiment1 boven de inhoudelijke voorschriften van afdeling 2.11 van het Bouwbesluit 2012. Dat moet als een 1 Bij een beschermd subbrandcompartiment wordt de brand en de rook “opgesloten” in dat compartiment. In andere beschermde subbrandcompartimenten kun je dan “lang” op hulpverlening door derden wachten. Als de hulpverlening Bezoek/kantooradres: Motorenweg 5M 2623 CR Delft. E-mail: [email protected] www.bouwregelwerk.org KvK Haaglanden 27274620 BTW 8141.29.225 Tel.: 015 2565219 Fax: 015 2617010 Mob.: 06 53238747 Bic ABNANL2A Iban NL51ABNA0 43 25 87 438 pag.3 van 4 PUBLICATIE 2014-ERB-P023 miskenning van het Bouwbesluit 2012 en de bedoeling van de wetgever worden aangemerkt. In de gedachte van de ABRvS is elke willekeurige ruimte in een gebouw een beschermd subbrandcompartiment. De aanwezigheid van elke wand, vloer en plafond leidt tot verdere beperking van brand en rook, want elke wand houdt enige tijd brand en rook tegen. Pas als is voldaan aan de technische voorschriften van afdeling 2.11 is sprake van een beschermd subbrandcompartiment. Door dat te miskennen heeft de ABRvS zich buiten de realiteit geplaatst, om niet te zeggen zich onder technici belachelijk gemaakt. Dat wordt nog verergerd door de opvatting over de inhoud van advies 1203. Dat advies is namelijk de technische concretisering van artikel 2.93, zesde lid, van het Bouwbesluit 2012 voor te bouwen bouwwerken en artikel 2.99, vijfde lid, van dat besluit voor bestaande bouwwerken. Dat een jurist de technische kennis ontbeert om het Bouwbesluit 2012 te begrijpen is nog tot daar aan toe, maar dat verplicht de ABRvS om zich technisch deskundig te laten ondersteunen. Door dat na te laten loopt de ABRvS het risico de plank volledig mis te slaan, zo ook in dit geval. Dit is des te stuitender daar vroegtijdig door het ziekenhuis is gevraagd om inschakeling van de STAB. De gevolgen van deze in ieder geval technisch onjuiste uitspraak lopen in de miljoenen, elk jaar opnieuw. Conclusies en aanbevelingen Deze uitspraak mag niet in stand blijven en zal moeten worden herzien, ook al biedt de Awb daar in aanleg geen ruimte voor. Het presidium van de Raad van State zal zich moeten realiseren dat hiervoor gegronde reden bestaat en op grond van de Wet op de Raad van State de uitspraak moeten herzien. Immers deze uitspraak maakt elk vergunningsvrij bouwen illusoir want het plaatsen of weghalen van een wand dan wel het veranderen daarvan is op grond van deze uitspraak een aantasting van een beschermd subbrandcompartiment en dus vergunningplichtig. Vergunningsvrij bouwen in een ziekenhuis is volgens de Raad van State niet mogelijk, terwijl de wetgever dat nu juist nadrukkelijk wel heeft bedoeld. Wie gaat de rekening van deze evidente misvatting betalen? Eens temeer wordt duidelijk dat technische geschillen niet via het bestuursrecht zouden moeten worden beslecht . Juristen ontberen nu eenmaal de kennis om technische geschillen te begrijpen. Het moet in de toekomst fundamenteel anders. In haar rapport 2011-ERB-R001 van september 2011, dat op 15 december 2011 aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, TK 28235, 146, bijlage 3, hebben het ERB, RIGO en TNO daarvoor de bouwstenen aangereikt. Daarin is bepleit dat technische kwesties niet wordt voorgelegd aan juristen, maar aan een Kennisautoriteit. snel ter plaatse is en direct bedreigde personen snel in veiligheid kan brengen na het moment van ontstaan van brand, dan mag een beschermd subbrandcompartiment navenant groter zijn. In het concrete geval zijn binnen 4 minuten na brandmelding alle patiënten van de afdeling in het naastgelegen brandcompartiment. Er is dan nog maar zeer beperkt sprake van rook op de gang. Bezoek/kantooradres: Motorenweg 5M 2623 CR Delft. E-mail: [email protected] www.bouwregelwerk.org KvK Haaglanden 27274620 BTW 8141.29.225 Tel.: 015 2565219 Fax: 015 2617010 Mob.: 06 53238747 Bic ABNANL2A Iban NL51ABNA0 43 25 87 438 pag.4 van 4
© Copyright 2025 ExpyDoc