Lonnie Donegan - Bullit Country

© BCB.Nr.67 juni/juli 2014 www.bullitcountry.nl Lonnie Donegan Door Cees Crook Hallo Rock & Country liefhebbers, Al een tijdje ben ik bezig met het digitaliseren van mijn discotheek. Dat is een klus maar ook leuk want je komt allerlei dingen tegen die echt al historie zijn. Bijv. een single van Chris Barber, die dat is. Want het label Storyville, jaren '50, bestaat niet meer. Brand, inclusief de matrijzen zijn historie. Op het singletje staat/stond 'Down By The Riverside" en "Ice Cream". De Jazzband van Chris Barber bestond op dat moment, midden jaren '50, uit Pat Halcox‐tp,vo, Lonnie Donegan‐bjo, Chris Barber‐tb, Jim Bray‐b, Monty Sunshine‐cl, Ron Bowden‐dm. En vlak daarachter stond een EP van Lonnie Donegan. En dit gaat over Lonnie Donegan. Lonnie Donegan werd de Skiffle koning! Tja. Nou daar gatie dan; Antony James Donegan (29‐4‐
1931_ 3‐11‐2002), als Lonnie Donegan bekend, was een Britse zanger, tekstschrijver en muzikant met meer dan 20 top 30 hits op zijn naam. Hij staat/stond bekend als de koning van de Skiffle en wordt vaak aangehaald als de grote inspirator voor veel Britse Muzikanten in de jaren '50/'60.(Vooral in de jaren, vlak na de oorlog was er nog niet veel geld voor een instrument en gebruikte je een thee‐kist voor de bas en een andere doos als drum. Ook een mondorgel en wasbord werden vaak nog gebruikt. Skiffle‐muziek is meestal pittige en verhalende muziek dat wordt gepeeld op/met eenvoudige, goedkope instrumenten ‐ kijk ook naar de Cover van 'Willy & The Poorboy's' van CCR‐ John Fogerty ‐. Veel van onze vaders speelden ook op een mondorgel of een ander, simpel, instrument) In Britse Guinness Book of British Hit Singles & Albums staat geschreven dat Lonnie de meest succesvolle en invloedrijkste artiest was vóór het Beatle tijdperk. Hij heeft 24 opeenvolgende top 30 hits gescoord en was de eerste Britse mannelijke artiest die 2 top10 hits in Amerika heeft gescoord. Maar Lonnie's vader was een professionele Violist die had gespeeld in/met het Scottish National Orkest. Om wat veiliger te zitten verhuisd het gezin tijdens de 2e wereldoorlog naar Cheshire. Tijdens die wereldoorlog luistert Lonnie veel naar Jazz/Dixieland programma's en kijkt veel naar optredens van artiesten. Vooral van Country&Westerns trok hem aan en steeds was daar de gitaar bij betrokken. Toen hij 14 jaar werd (1945) begon hij te spelen op een aangeschafte gitaar. Bekende songs, zoals 'Frankie & Johnny', 'Puttin Ón The Style' en 'The House of the Rising Sun' kwamen aan bod. Hij luisterde ook veel naar de radio BBC uitzendingen en tegen het einde van de jaren '40 speelde hij al heel aardig en bezocht hij kleine Jazz clubs. Chris Barber had gehoord dat Lonnie ook goed op de Banjo was. Dat had Lonnie nog niet veel gedaan maar hij blufte en het lukte en hij werd aangenomen. Mede door zijn persoonlijkheid ging het goed. Tot hij werd opgeroepen voor militaire dienst.(1949). Door zijn plaatsing in Wenen kwam hij in contact met Amerikaanse troepen en ook met Amerikaanse artiesten. IN 1952 had hij zelf zijn eerste band, de 'Tony Donegan Jazzband' gevormd. Zo rond Londen vonden ze wat werk. Daar had Lonnie ook eens de Blues muzikant "Lonnie Johnson" zien optreden in de Royal Festival Hall en werd een fan van hem. Tijdens een aankondiging werden per ongeluk de namen Tony © BCB. Nr.67 juni/juli 2014 © BCB.Nr.67 juni/juli 2014 www.bullitcountry.nl Johnson en Lonnie Donegan verwisseld en Lonnie vond dat wel iets hebben en ging over van Tony op Lonnie.(Dit speelde zich af in 1952 in de Royal Albert Hall en een paar weken later in de Royal Festival Hall) Hij had ook de cornetspeler Ken Colyer ontmoet en deze had ook met Chris Barber gespeeld. Tja, kleine wereld. Hun nieuwe band heette Ken Colyer Jazz Band' en ze speelden voor het eerst in Kopenhagen op 11‐4‐53. De volgende dag werden ze geboekt, samen met het Monty Sunshine trio. (Samen met Barber en Donegan was dit voor het Storyville Records!) Het werden de eerste commerciële opnamen. Tijdens deze optredens begon Lonnie in de pauzes op te treden met andere bandleden en noemde dat dan de 'Skiffle break'. Hij merkte dat het publiek dit erg leuk vond. Toen Colyer in 1954 de groep verliet werd de band Çhris Barbers Jazzband' genoemd. De groepen toehoorders was ondertussen steeds groter geworden. Met een wasbord, een theekist‐bas en een goedkope gitaar vermaakte Lonnie steeds vaker het publiek met Folk en Bluesnummers. Het werd steeds populairder en in Juli 1954 maakte hij een snelle versie van de "Rock Island Line". Met een wasbord maar de theekist was al vervangen door een echt oude bas.. Op de B‐kant stond: 'John Henry'. En dit werd een enorme hit in 1956. Een Engelsman zong American Folksongs! Het werd in Amerika op het Mercury label uitgebracht. Maar het was een bandopname geweest en Lonnie kreeg geen extra geld buiten zijn oorspronkelijke sessie vergoeding. Tja, het werd een top 10 hit! Maar hij kreeg een volgend succes met 'Diggin'My Potatoes', bij Decca. Dit was tijdens een concert in de Royal Festival Hal. Jazeker, het publiek was uitgegroeid en zijn populariteit steeg snel. Hij verliet Decca en tekende bij de Abby Road Studio's in Londen en ook bij het Colombia Label EMI. Voor Chris Barber had hij niet veel tijd meer en in de lente van 1955 tekende hij bij Pye. Zijn volgende single hit was 'Lost John'. Het bereikte de 2e plaats op de UK single chart. Nee, hij had niet veel thuis‐tijd meer over. Hij reisde naar de Verenigde Staten, waar hij verscheen op de TV in de Perry Como show en de Paul Winchell show. Weer terug in Engeland registreerde hij zijn debuutalbum, 'Lonnie Donegan Showcase'. Dat was in de zomer 1956. Ook het jaar van 'Lead belly' en 'Leroy Carr' en van Í'm A Ramblin Man' en 'Wasbash Cannon Ball'. De LP was een hit en waarborgde een omzet van honderdduizenden dollars. Zijn populaire Skiffle stijl stak vele amateurs aan. Bijv. The Quarry Man, gevormd door John Lennon in 1957. (Sommigen zeiden wel dat de Skiffle muziek eigenlijk Britse Country muziek was. Maar…) Donegan's 'Gamblin'Man' en 'Puttin'On The Style' waren in Engeland top 1 in 1957. De hits stroomden de deur uit. Zoals Çumberland Gap' 'Does your Chewing Gum lose Its Flavor'. En hier in Nederland 'My Old Man's Dust Man' Veel succes! Hoewel ook op andere plaatsen dit weer minder werd gewaardeerd. Annekdote: (Ik liet, via een fanclub, uit Engeland een EP overkomen waarop een live optreden van hem stond van een concert op 25‐1‐57, op speciaal verzoek, in London's Conway Hall. Het nummer Glory was het laatste nummer van de avond en het was een gospelsong. Het liep totaal uit de hand. De mensen waren zo enthousiast dat van de muziek niets meer te © BCB. Nr.67 juni/juli 2014 © BCB.Nr.67 juni/juli 2014 www.bullitcountry.nl horen was. Het werd alleen nog een doffe dreun die door die enorme zaal klonk en de laatste zin van Glory was geweest; 'I Gonna Walk and Talk Whit Jesus, Haleluja , ahlelujaaa!' Lonnie bleef dit maar herhalen tot zijn stem ook verloren ging in het enthousiast menselijk geweld. Ik liet mijn vader dit nummer horen en die vond het maar 'n gekken boudel. Maar toen ik circuit en maakte een a capella nummer ''The Party's Over' Hij deed mee met een reünie met de originele band van Chris Barber in Croydon in juni 1975. Er kwam een album ''The Great Re_Union" met een mooi concert. In 1976 kreeg hij een hartaanval en werd er een viervoudige By‐pass geplaatst. Even rust! Maar in 1978 maakte hij weer wat succes met oude nummers in Skiffle stijl, samen met Rory Gallagher, Ringo Starr, Elton John en Brian May. Minder bekend is een album met Albert Lee in de Counrty & Western stijl. In 1980 gaf hij regelmatig optredens waarna een album volgde met Kapper. In 1983 volgt een tournee met Billy Jo Spears en in 1984 maakte hij een groot theatraal debuut in een opleving van oude muziek uit 1920 ‐ Mr. Cinders. Hij begon concertreizen te maken en verhuisde van Florida naar Spanje. In 1992 kreeg hij weer een hartaanval en waren verder by‐passen nodig. In 1994 was er een 40 jarig bestaan van beide bands. Van Chris Barber en Lonnie Donegan.(Nog steeds speelde Pat Halcox op zijn trompet en dit zou zo blijven tot juli 2008) Er werden CD's en DVD's van gemaakt. die regel voor hem vertaalde werd hij boos en verbood me dat plaatje ook nog maar één keer bij hem in huis te draaien. Tja, dat was wat.) Dat Lonnie's vader in werkelijkheid een eerzame violist was deed er even, uiteraard, niet toe. Goed, volle zalen dus. En het werd hier ook een nummer 1. Het was dan 1960 geworden. Hij had steeds een wisselende bezetting in de groep om hem heen. Namen waren; Danny Wright en Dave George,sologitarist en samenzang. Micky Ashman, Pete Huggett, Nick Nichols en nog vele anderen. Lonnie bleef bij zijn gitaar of banjo en natuurlijk zijn solozang. Hij bleef regelmatig in de Engelse hitlijsten totdat in 1962 de Beatles het stokje overnamen. Hij nam nog sporadisch nummers op in de jaren '60. Wel was er veel samenwerking met Hickory Records in Nashville en Tennessee met Charlie McCoy, Floyd Cramer en de Jordanaires. Later in 1964 werd hij actief als producer bij Pye Records. Hij raakte wat uit de mode. Hij maakte met Tom Jones in 1967 Í'll Never Fall in Love Again' en werkte ook samen met Elvis Presly en anderen. Hij begon te spelen in het Cabaret Er was opnieuw een renaissance voor Lonnie in 2000. Samen een optreden met Van Morrison's album; 'The Skiffle sessions‐ Live in Belfast'. Ook Chris Barber was daar evenals Dr. John. En op het Glastonburg Festival werd hij bekroond met de MBE in 2000. © BCB. Nr.67 juni/juli 2014 © BCB.Nr.67 juni/juli 2014 www.bullitcountry.nl Epiloog; Lonnie Donegan was 3 keer getrouwd. Hij had 2 dochters bij zijn 1ste vrouw, Maureen Tyler, scheiding 1962, een zoon, dochter bij zijn 2e vrouw, Jill Westlake‐scheiding 1971 en 3 zonen bij zijn 3e vrouw, Sharon met wie hij trouwde in 1977. Lonnie Donegan overleed in 2002, 71 jaar oud, aan een hartaanval in Market Deeping, halverwege een Britse tour voor een herdenkingsconcert voor George Harrison met de Rolling Stones. Datwastweer! Vr.gr. Crook Nog wat; In sept.1962 waren een van m'n broers en ik aan het biljarten in onze stamkroeg. Het was heel rustig en iemand drukte een nummer in de Jukebox en zei grijnzend: Een pils, maar luister hier eerst eens naar. En uit de jukebox klonk "doe't maar in een emmertje, doe 't maar in een teil" Ik luisterde verrast en zei "dat hebben ze gejat van Lonnie Donegan. Dat is 'Puttin' On The Style'! Nou ja, de tekst is wel leuk dus geef ons ook nog maar een." Ën weten jullie wat aardig is? Een ander nummer van hem heet; Have A Drink On Me'! En dat deden we dus alle drie en de kastelein deed mee. © BCB. Nr.67 juni/juli 2014