FUNDAMENTELE INFORMATICA 1/2 testje Verzamelingen 2 Vrijdag 12 september, 2014, 11.15 Antwoorden Vraag 1 Laat S = {0, 1, 2}. P(S) = {∅, {0}, {1}, {2}, {0, 1}, {0, 2}, {1, 2}, S}. Ga voor de volgende formules na of ze waar zijn of nietwaar: ∅ ∈ P(S) ja, zie hierboven ∅ ⊆ P(S) ∅ is een deelverzameling van elke verzameling dus ook van P(S) 0 ∈ P(S) ja nee, 0 niet, maar {0} wel {0, 1} ∈ P(S) ja, zie hierboven {0, 1} ⊆ P(S) nee, {0, 1} niet, maar {{0, 1}} wel S ∈ P(S) ja, zie hierboven {{0}, {0, 1}, {1, 2}} is een partitie van S de verzamelingen die worden genoemd, zijn niet disjunct nee {∅, {1}, {0, 2}} is een partitie van S de lege deelverzameling is nooit deel van een partitie nee {{∅}, {1}, {0, 2}} is een partitie van S nee {∅}, de verzameling die de lege verzameling bevat, is geen deelverzameling van S {{0}, {1, 2}} is een partitie van S de deelverzamelingen zijn niet leeg, onderling disjunct en S S = {{0}, {1, 2}} = {0} ∪ {1, 2} {{0, 1, S2}} is een partitie van S S = {{0, 1, 2}} = {0, 1, 2} ja ja, idem en Vraag 2 Herschrijf de gegeven uitdrukkingen in elkaar met ´e´en tussenstap, gebruikmakend van De Morgan en dubbel complement: (A ∩ B c )c = Ac ∪ B cc = Ac ∪ B Als Venn diagram: het gearceerde gebied is A ∩ B c het witte is daarvan het complement (A ∩ B c )c U B 111111111111 000000000000 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 000000000000 111111111111 A het witte gebied is Ac ∪ B Vraag 3 Er zijn 500 eerstejaars ‘Science’ studenten in Leiden. Van hen studeren er 100 Informatica, 75 Wiskunde en 80 Natuur/Sterrenkunde (NSkunde). Er zijn dubbelstudenten: 10 doen Informatica-en-Wiskunde; 6 studeren Wiskunde-en-Natuurkunde; 2 Informatica-en-NSkunde. Er is een driedubbelstudent Informatica-en-Wiskunde-en-NSkunde. Als Venn diagram: U IN F ∩ N S 2 500 NS 80 INF 100 10 IN F ∩ W IS 1 75 W IS 6 W IS ∩ N S Het aantal studenten ‘Science’ die geen Informatica, Wiskunde, NSkunde studeren volgens het principe van inclusie- en exclusie. Totaal aantal INF, WIS en NS is 100 + 75 + 80 - 10 - 6 -2 + 1 = 238 Dus het aantal ‘Science’ studenten die geen Informatica, Wiskunde, NSkunde studeren is 500 -238 = 262.
© Copyright 2024 ExpyDoc